Operation Manual
26
5. Start de workout.
Zie stap 3 op bladzijde 23.
Tijdens sommige workouts kan een audio coach
u door uw workout leiden. U kunt een instel-
ling voor uw audio coach kiezen (raadpleeg DE
INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 27).
Druk op de Stoptoets om de workout wanneer dan
ook te stoppen. De tijd zal in de display gaan opik-
keren. Druk op de Starttoets of op de toenametoets
Speed (snelheid) om de workout te hervatten. De
band zal met de snelheidsinstelling van het eer-
ste segment van de workout beginnen te draaien.
Wanneer het volgende segment van de workout be-
gint, dan zal de loopband zich automatisch aan de
snelheids- en hellinginstellingen voor het volgende
segment aanpassen.
6. Volg uw vorderingen op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 22.
Het tabblad My Trail (mijn pad) zal een kaart van
het pad waarop u loopt of rent aangeven, of het
zal een piste met het aantal rondjes dat u voltooit
aangeven.
Tijdens een competitie workout zal het tabblad
Competition (competitie) uw vorderingen in de race
aangeven. Tijdens de race zal de bovenste lijn in
de matrix laten zien welk deel van de race U vol-
tooid heeft. De andere lijnen zullen uw vier belang-
rijkste concurrenten aangeven. Het einde van de
matrix geeft het einde van de race aan.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 22.
8. Zet de ventilator indien desgewenst.
Zie stap 7 op bladzijde 23.
9. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 23.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit-instelling.
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Steek een audiokabel met 3,5mm mannelijke uitein-
den (niet meegeleverd) in de audioaansluiting op het
bedieningspaneel en in de audioaansluiting van uw
MP3-speler, CD-speler, of andere eigen audio-speler
om via het geluidssysteem van het bedieningspaneel
muziek of audioboeken af te spelen. Zorg ervoor dat
de audiokabel volledig ingestoken is. Aandacht:
Ga naar uw plaatselijke elektronicawinkel om een
audiokabel aan te schaffen.
Druk dan op de toets play
van uw eigen audio-speler.
Pas het volumeniveau aan
met de volume toename-
of afnametoetsen op het
bedieningspaneel of met de
volumeregelaar op uw eigen audio-speler.
Leg de CD-speler op de vloer of op een andere vlakke
ondergrond in plaats van op het bedieningspaneel als u
uw eigen CD-speler gebruikt en de CD overslaat.