Operation Manual
22
5. Volg uw vorderingen op de displays.
De display zal de volgende workout informatie aan-
geven wanneer u op de loopband loopt of rent:
• De verstreken tijd
• De afstand die u gewandeld of gerend heeft
• De intensiteitsbalk van de workout
• Het geschatte aantal calorieën dat u heeft
verbrand
• De hellingstand van de loopband
• Het aantal verticale meters dat u geklommen
heeft
• De snelheid van de band
• Uw hartslag (zie stap 6)
• De matrix
De matrix kent verschillende display tabbladen.
Druk op de Displaytoets of op de toename- en
afnametoetsen naast de toets Enter totdat het ge-
wenste tabblad aangegeven wordt.
Het tabblad Incline (helling) zal een proel van de
hellinginstellingen van de workout aangeven. Een
nieuw segment zal aan het einde van iedere minuut
verschijnen. Het tabblad Speed (snelheid) zal een
proel van de snelheidsinstellingen van de workout
aangeven.
Het tabblad My Trail (mijn pad) zal een piste van
400 meter aangeven. De opikkerende rechthoek
zal uw vorderingen tijdens uw workout aangeven.
Het tabblad My Trail (mijn pad) zal ook het aantal
rondjes dat u voltooit aangeven.
Het tabblad Calorie (calorieën) zal het geschatte
aantal calorieën dat u verbrand heeft aangeven. De
hoogte van ieder segment geeft het aantal ver-
brande calorieën van dat segment aan. Wanneer
het tabblad Calorie (calorieën) gekozen wordt zal
de calorie display het geschatte aantal calorieën
dat u per uur verbrandt aangeven.
De intensiteitsbalk van de workout zal tijdens het
oefenen het geschatte intensiteitsniveau van uw
workout aangeven.
Druk op de toets Home (thuis) om naar het stan-
daardmenu terug te keren (zie DE INSTELLINGEN
op bladzijde 27 om het standaardmenu in te
stellen). Druk, indien nodig, nogmaals op de toets
Home.
Wanneer een draadloze
iFit-module aangesloten is,
zal het draadloos symbool
aan de bovenkant van de
display de sterkte van het
draadloze signaal aangeven.
Vier bogen geven volle sterkte aan.
Druk op de Stoptoets, verwijder de sleutel en steek
de sleutel weer in om de displays te resetten.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Aandacht: Het bedieningspaneel zal uw hartslag
niet nauwkeurig aangeven wanneer u de hand-
greep met hartslagmonitor gebruikt en tegelijkertijd
de borstkas hartslagmonitor draagt. Zie page 18
voor meer informatie over de borstkas hartslagmo-
nitor.
Verwijder de velle-
tjes plastic van de
metalen contact-
punten op de sen-
sorstang voordat
u de handgreep
met hartslagmo-
nitor gaat gebrui-
ken. Zorg er ook
voor dat uw han-
den schoon zijn.
Contactpunten