Operation Manual

30
Zoek naar de Bladveerschakelaar (52) en de
Magneet (50) aan de linkerkant van de Katrol
(49). Draai de Katrol tot de Magneet op gelijke
lijn ligt met de Bladveerschakelaar. Zorg ervoor
dat de ruimte tussen de Magneet en de
Bladveerschakelaar ongeveer 3mm is. Draai,
indien nodig, de #8 x 3/4" Tekschroef (14) los,
verschuif de Bladveerschakelaar wat en draai de
Schroef weer vast. Maak de Motorkap (niet afge-
beeld) weer vast met de #8 x 3/4" Schroeven (niet
afgebeeld) en laat de loopband een paar minuten
draaien om te controleren of de snelheidsmeting
juist is.
SYMPTOOM: de helling van de loopband verandert
niet correct
a. Houd de Stoptoets en de Speed (snelheids)-
toenametoets ingedrukt, steek de sleutel in het
bedieningspaneel en laat dan de Stoptoets en
de Speed- toenametoets los. Druk vervolgens op
de Stoptoets en druk dan op de Incline (helling)
toename- en -afnametoetsen. De loopband zal
automatisch naar het maximale hellingniveau
stijgen en dan naar het minimumniveau terugke-
ren. Hierdoor zal het hellingsysteem opnieuw geijkt
worden. Druk weer op de Stoptoets en daarna
opnieuw op de Incline toename- en -afnametoet-
sen als het hellingsysteem niet met ijken begint.
Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer het hellingsysteem geijkt is.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3-dradige geleider: snoer maat 14
(1 mm
2
) van 1,5 m of korter.
b. Als de loopband te strak staat, kan de loopband
langzamer gaan draaien en kan zelfs bescha-
digd worden. Verwijder de sleutel en TREK DE
STROOMKABEL UIT. Draai met de inbussleutel
beide schroeven van de spanrol een kwartslag
tegen de klok in. Als de loopband correct vastligt
moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van
het loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de
loopband in het midden blijft liggen. Steek dan
de stroomkabel in, steek de sleutel in en laat de
loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze
procedure tot de loopband correct vastligt.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel behandeld is.
BELANGRIJK: behandel de band of het loop-
vlak nooit met silicone spray of enig andere
substantie tenzij dit door een erkende onder-
houdsmonteur wordt aangegeven. Dergelijke
substanties kunnen de kwaliteit van de loop-
band verslechteren en tot overmatige slijtage
leiden. Zie de kaft van deze handleiding als u
vermoedt dat de loopband aanvullende smering
nodig heeft.
d. Zie de kaft van deze handleiding als de loopband
nog steeds vertraagt als erop gelopen wordt.
Schroeven van de Spanrol
5 tot 7 cm
b
50
14
52
3 mm
49
Zicht
van
Boven