Operation Manual

23
Ga, om uw hartslag te meten, op de voetrails
staan en houd de sensorstang vast met uw hand-
palmen op de metalen contactpunten; beweeg uw
handen niet. Wanneer uw hartslag gemeten kan
worden, zal bij iedere hartslag een hartsymbooltje
in de calorie display opikkeren, en uw hartslag zal
dan aangegeven worden. Houd de contactpunten
ongeveer 15 seconden lang vast voor de meest
nauwkeurige hartslagwaarde.
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
De ventilator kent meerdere snelheidsinstellingen
en een automatische instelling. Wanneer de auto-
matische instelling gekozen wordt, zal de snelheid
van de ventilator automatisch toenemen en afne-
men als de snelheid van de loopband toeneemt en
afneemt.
Druk herhaaldelijk op de
ventilatortoetsen om een
ventilatorsnelheid of de
automatische instelling te
kiezen of om de ventila-
tor uit te zetten.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets
en stel de helling van de loopband in op nul.
De helling van de loopband moet, wanneer u
de loopband in de opbergstand inklapt, op nul
staan anders kunt u de loopband beschadigen.
Verwijder vervolgens de sleutel uit het bedie-
ningspaneel en berg deze veilig op.
Druk de stroomschakelaar in de uitstand (off) en
trek de stroomkabel uit wanneer u met de loopband
klaar bent. BELANGRIJK: als u dit niet doet,
kunnen de elektrische onderdelen van de loop-
band voortijdig slijten.
HOE EEN VOORAF INGESTELDE WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
bladzijde 21.
2. Kies een vooraf ingestelde workout.
Druk, om een vooraf ingestelde workout te kiezen,
herhaaldelijk op de Calorietoets, op de Intensity
(intensiteits) toets, op de Incline (helling) toets, of
op de Speed (snelheids) toets totdat de gewenste
workout in de display verschijnt.
Wanneer u een vooraf ingestelde workout kiest, zal
de display de tijdsduur van de workout en de naam
van de workout aangeven. Bovendien zal er een pro-
el van de snelheidsinstellingen van de workout in de
matrix verschijnen. Wanneer u een calorie workout
kiest, zal het geschatte aantal calorieën dat u zult
verbranden in de naam van de workout verschijnen.
3. Begin met de workout.
Druk op de Starttoets of op de Speed- toename-
toets om met de workout te beginnen. Eventjes
nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de eerste snel-
heids- en hellinginstelling van de workout. Houd de
handleuningen vast en begin te lopen.
Ledere workout is in segmenten verdeeld. Er is één
snelheids- en één hellinginstelling voor elk segment
geprogrammeerd. Aandacht: dezelfde snelheids-
en/of hellinginstelling kan voor opeenvolgende seg-
menten geprogrammeerd worden.
De proelen
op het snel-
heid en het
helling tabblad
zullen uw vor-
dering tijdens
de workout
aangeven. Het opikkerende segment van het pro-
el stelt het huidige segment van de workout voor.
De hoogte van het opikkerende segment geeft de
snelheids- of hellinginstelling voor het huidige seg-
ment aan. Aan het einde van elk segment, zal een
serie tonen te horen zijn en zal het volgende seg-
ment van het proel beginnen op te ikkeren. Als
een andere snelheids- en/of hellinginstelling voor
het volgende segment geprogrammeerd is, dan
zal de snelheids- en/of hellinginstelling een paar
seconden lang in de display verschijnen om u te
waarschuwen en zal de loopband zich automatisch
aanpassen aan de nieuwe snelheids- en hellingin-
stelling.
Huidig Segment