Nokia X6-00 Gebruikershandleiding Uitgave 4
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheid Over dit apparaat Netwerkdiensten 6 7 9 Aan de slag Toetsen en onderdelen De SIM-kaart en de batterij plaatsen De batterij opladen Het apparaat inschakelen Toetsen en aanraakscherm vergrendelen Startscherm Mediatoets Het menu openen Handelingen aanraakscherm Beltoon wijzigen Ondersteuning Naar Ovi gaan Over Ovi Store 10 10 Help zoeken Help van het apparaat Software updaten via de pc Instellingen Toegangscodes 26 26 26 27 27 12 15 17 17 18 20 20 21 23 24 24 25
Bellen met snelkeuze Oproep in wachtstand Spraakoproepen Video-oproep plaatsen Tijdens een video-oproep Een video-oproep beantwoorden of weigeren Video delen Logboek 47 47 48 49 50 Tekst invoeren Automatische input modes Virtueel toetsenbord Alfanumeriek toetsenbord Instellingen voor aanraakinvoer 60 60 60 62 64 Contacten Namen en nummers opslaan en bewerken Contacten-werkbalk Namen en nummers beheren Standaardnummers en -adressen toewijzen Beltonen, afbeeldingen en oproeptekst voor contacten Contacten
Inhoudsopgave Afbeeldingen en videoclips ordenen TV out-modus 112 113 Camera De camera activeren Foto's maken Video-opname 116 116 116 124 Positionering (GPS) Informatie over GPS A-GPS (Assisted GPS) Het apparaat correct vasthouden Tips voor het maken van een GPSverbinding Positieaanvragen Plaatsen GPS-gegevens Instellingen voor positionering 127 127 128 128 Kaarten Overzicht van Kaarten Uw locatie en de kaart weergeven Kaartweergave Het uiterlijk van de kaart wijzigen Kaarten downloaden en bijwer
Inhoudsopgave Online delen Informatie over Online delen Abonnementen nemen op diensten Uw accounts beheren Een post creëren Bestanden vanuit de Galerij posten 176 176 Nokia Videocentrum Videoclips weergeven en downloaden Videofeeds Mijn video's Video's overbrengen van uw pc Instellingen voor Videocentrum 179 Webbrowser Op internet surfen Browserwerkbalk Navigeren over pagina's Webfeeds en weblogs Widgets Inhoud zoeken Bookmarks De cache wissen Beveiliging van de verbinding 185 185 186 187 188 188 189 1
Veiligheid Veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
Veiligheid 7 DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd. TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. GLAZEN ONDERDELEN De voorkant van het apparaat is van glas. Dit glas kan breken als het apparaat op een harde ondergrond valt of een flinke klap krijgt.
Veiligheid Dit apparaat ondersteunt verschillende verbindingsmethoden en net als computers kan uw apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer en gebruik alleen diensten en software van betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden, zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of de Java Verified™-test hebben doorstaan.
Veiligheid 9 De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat. Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding. Netwerkdiensten Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een abonnement bij een aanbieder van draadloze verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar.
Aan de slag Aan de slag Toetsen en onderdelen 1 – Oortje 2 – Aanraakscherm 3 – Menutoets 4 – Beltoets 5 – Lichtsensor 6 – Tweede camera 7 – Mediatoets 8 – Nabijheidssensor 9 – Beëindigingstoets © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 11 10 – Aan/uit-toets 11 – Aansluiting voor oplader 12 – Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) 13 – Micro USB-aansluiting 14 – Volume-/zoomtoets 15 – Cameralens 16 – Vergrendelingsschakelaar 17 – Opnametoets 18 – Microfoon 19 – Flitser 20 – Luidsprekers 21 – Klepje over sleuf voor SIM-kaart Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal.
Aan de slag Dek het gedeelte boven het aanraakscherm niet af met bijvoorbeeld een beschermende laag of plakband. De SIM-kaart en de batterij plaatsen De SIM-kaart plaatsen Belangrijk: Om schade aan de SIM-kaart te voorkomen, moet u altijd de batterij verwijderen voordat u de SIM-kaart installeert of uitneemt. 1 2 Verwijder de achterkant. Verwijder de batterij als deze is geplaatst. Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. © 2010 Nokia.
Aan de slag 13 3 Open het klepje van de SIM-kaartsleuf. 4 Plaats een SIM-kaart in de sleuf. Zorg dat het contactgebied van de kaart naar boven is gericht en dat de afgeschuinde hoek naar het apparaat is gericht. Duw de kaart naar binnen. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
5 Aan de slag Sluit het klepje van de SIM-kaartsleuf. Controleer of het klepje goed is gesloten. Als de SIM-kaart niet goed is geplaatst, kunt u het apparaat alleen gebruiken in het profiel Offline. De batterij plaatsen 1 Plaats de batterij. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 2 15 Om het klepje terug te plaatsen, houdt u de bovenste palletjes boven de bijbehorende sleuven. Duw het klepje eerst naar beneden totdat het vastklikt. Als de palletjes in het midden op hun plaats zitten, drukt u het klepje naar beneden. Zie 'SIM-kaart verwijderen', p. 40. De batterij opladen De batterij is deels opgeladen in de fabriek. Als het apparaat aangeeft dat de batterij leeg raakt, doet u het volgende: 1 2 Sluit de lader aan op een stopcontact.
3 Aan de slag Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij volledig is opgeladen, koppelt u de lader los van het apparaat en haalt u vervolgens de stekker uit het stopcontact. U hoeft de batterij niet een specifieke tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens het opladen gebruiken. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterijindicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Aan de slag 17 Het apparaat inschakelen 1 2 3 4 Houd de aan/uit-toets ingedrukt. Als u wordt gevraagd om een PIN-code of blokkeringscode, toetst u deze in en selecteert u OK. Als u een nummer wilt wissen, selecteert u . De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345. Selecteer uw locatie. Als u per ongeluk de onjuiste locatie selecteert, selecteert u Terug. Voer de datum en tijd in. Wanneer u werkt met de 12-uurs notatie, selecteert u een willekeurig getal om te schakelen tussen a.m. en p.m.
Aan de slag Als u de instellingen voor automatische scherm- en toetsenvergrendeling wilt weergeven, selecteert u Menu > Instellingen en Telefoon > Telefoonbeheer > Aut. toetsblokk. > Per. autom. vergr. ttsnblk. Startscherm Het startscherm is het uitgangspunt waar u alle belangrijke contacten of snelkoppelingen naar toepassingen kunt verzamelen. Interactieve schermelementen Als u de kloktoepassing wilt openen, selecteert u de klok (1). © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 19 Als u de agenda wilt openen of het profiel wilt wijzigen, selecteert u de datum of de naam van het profiel (2). Als u de verbindingsinstellingen wilt bekijken of wijzigen ( ), de beschikbare draadloze LAN's (WLAN) wilt bekijken als het zoeken naar WLAN's is ingeschakeld, of als u gemiste gebeurtenissen wilt bekijken, selecteert u de rechter bovenhoek (3). Als u een gesprek wilt starten, selecteert u Telefoon of Selecteer Contacten of (4). om de lijst met contacten te openen (5).
Aan de slag Mediatoets Als u toepassingen zoals de muziekspeler of de browser wilt openen, selecteert u de mediatoets ( ) om de mediabalk te openen en selecteert u vervolgens de toepassing. Het menu openen Druk op de menutoets als u het menu wilt openen. Als u een toepassing of een map wilt openen in het menu, selecteert u het item. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 21 Handelingen aanraakscherm Indrukken en tweemaal snel achtereen indrukken Als u een toepassing of ander element op het aanraakscherm wilt openen, tikt u er normaal gesproken op met uw vinger. Maar om de volgende items te openen, moet u tweemaal daarop drukken. • • • Lijstitems in een toepassing, zoals de map Concepten in de mappenlijst in Berichten Tip: Wanneer u een lijstweergave opent, is het eerste item reeds gemarkeerd. Als u het gemarkeerde item wilt openen, drukt u er eenmaal op.
Aan de slag Slepen U kunt slepen door uw vinger op het scherm te plaatsen en over het scherm te laten glijden. Voorbeeld: Als u naar de bovenkant of onderkant van een webpagina wilt gaan, sleept u de pagina met uw vinger. Vegen Als u wilt vegen, schuift u uw vinger snel naar links of rechts over het scherm. Voorbeeld: Wanneer u een afbeelding weergeeft, kunt u deze naar links of rechts vegen als u de volgende of vorige afbeelding wilt weergeven.
Aan de slag 23 Bladeren Als u omhoog of omlaag wilt bladeren in lijsten met een schuifbalk, sleept u de schuif van de schuifbalk. Gebruik kinetisch scrollen om door langere lijsten te scrollen. U sneller u kinetisch scrollt, des te sneller de lijst beweegt. Als u kinetisch omhoog scrollt, volgt de lijst de beweging omlaag. Tik op een item om het te selecteren uit een bewegende lijst en de beweging te stoppen.
Aan de slag Ondersteuning Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt gebruiken of u weet niet zeker hoe het apparaat behoort te werken, gaat u naar de ondersteuningspagina's op www.nokia.com/support of de lokale Nokia-website www.nokia.mobi/support (voor mobiele apparaten), de Help-toepassing in het apparaat zelf of de gebruikershandleiding.
Aan de slag 25 Als u Ovi-diensten wilt weergeven, gaat u naar www.ovi.com en registreert u uw eigen Nokia-account. Raadpleeg de ondersteuningspagina's van elke dienst voor meer informatie over het gebruik van de diensten. Over Ovi Store In Ovi Store kunt u mobiele spelletjes, toepassingen, video's, afbeeldingen en beltonen downloaden naar het apparaat. Sommige items zijn gratis; voor de aanschaf van andere items moet u via uw creditcard of telefoonrekening betalen.
Help zoeken Help zoeken Help van het apparaat Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op het apparaat. Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u Menu > Help en de toepassing waarbij u hulp nodig hebt. Als u vanuit een geopende toepassing de help voor de huidige weergave wilt openen, selecteert u Opties > Help. Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekst wilt wijzigen, selecteert u Opties > Lettergrootte verkleinen of Lettergrootte vergroten.
Help zoeken 27 breedbandverbinding met internet en een compatibele USB-gegevenskabel om uw apparaat op de pc aan te sluiten. Als u meer informatie wilt en de updatetoepassing voor Nokia-software wilt downloaden, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate. Instellingen In het apparaat zijn de instellingen voor MMS, GPRS, streaming en mobiel internet gewoonlijk al automatisch geconfigureerd, op basis van de gegevens van uw netwerkprovider.
Help zoeken zo instellen dat om de code wordt gevraagd. Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij het apparaat). Als u de code bent vergeten en het apparaat is geblokkeerd, is extra service nodig. Mogelijk worden extra kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens van het apparaat verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Carelocatie of de leverancier van uw apparaat.
Help zoeken • • • • • 29 u niet probeert om verbinding te maken, geen verbinding hebt met een toegangspunt of niet aan het zoeken bent naar beschikbare netwerken. Als u de batterij wilt sparen, kunt u aangeven dat er niet of minder vaak moet worden gezocht naar beschikbare netwerken op de achtergrond. Als u Packet-ggvnsverbinding hebt ingesteld op Automat.
Help zoeken navigeert u naar de toepassing met de menutoets. Houd de menutoets ingedrukt en selecteer #Exit. Beschikbaar geheugen uitbreiden Heeft u voor nieuwe toepassingen en inhoud meer beschikbaar apparaatgeheugen nodig? Bekijken hoeveel ruimte beschikbaar is voor verschillende gegevenstypen Selecteer Menu > Toepassngn > Kantoor > Best.beheer. Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan.
Het apparaat 31 Het apparaat Installatie van de telefoon Als u het apparaat voor het eerst inschakelt, opent de toepassing Install. v tel. Als u de toepassing Install. v tel. later wilt openen, selecteert u Menu > Toepassngn > Install. v tel.. Als u de verbindingen van het apparaat wilt instellen, selecteert u Instelwizard. Als u gegevens vanaf een compatibel Nokia-apparaat naar dit apparaat wilt overdragen, selecteert u Overdracht. De beschikbare opties kunnen verschillen.
Het apparaat Schermsymbolen Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk (netwerkdienst). Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk (netwerkdienst). Er staan een of meer ongelezen berichten in de map Inbox in Berichten. U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe mailbox. De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn verzonden. U hebt oproepen gemist. Het beltoontype is Stil en de signaaltonen voor berichten en voor e-mail zijn uitgeschakeld. Een geprogrammeerd profiel is actief.
Het apparaat 33 Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding is uitgesteld en dat een verbinding tot stand wordt gebracht. HSDPA (High-Speed Downlink Packet Access) wordt ondersteund en is actief (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding is uitgesteld en dat een verbinding tot stand wordt gebracht. U hebt de scanfunctie voor WLAN's ingeschakeld en er is een WLAN beschikbaar (netwerkdienst).
Het apparaat Dankzij de interne luidspreker kunt u vanaf korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor hoeft te houden. De luidspreker tijdens een gesprek gebruiken Selecteer Luidspr. inschak.. De luidspreker uitschakelen Selecteer Telef. inschakelen. Waarschuwing: Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
Het apparaat 35 Als u een webverbinding wilt openen (netwerkdienst) in de kiesfunctie, houdt u 0 ingedrukt. Als u toepassingen wilt openen die beschikbaar zijn in de mediabalk, zoals de muziekspeler en de webbrowser, drukt u op de mediatoets in elke willekeurige weergave. Druk op de aan/uit-toets om een profiel te wijzigen en selecteer een profiel. Als u uw voicemailbox wilt bellen (netwerkdienst) in de kiesfunctie, houdt u 1 ingedrukt.
Het apparaat Draadloze antenne Bluetooth en WLANantenne GPS-antenne Contactenbalk Als u wilt gaan werken met de contactenbalk en uw contacten aan het startscherm > Opties > Nieuw contact en volgt u de instructies. wilt toevoegen, selecteert u Als u wilt communiceren met uw contact, selecteert u het contact en een van de volgende opties: — Bellen. — Bericht verzenden. — Een feed toevoegen. — Feeds vernieuwen. — Instellingen wijzigen. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Het apparaat 37 Selecteer een contact om het laatste gesprek en andere communicatie met dat contact weer te geven. Selecteer het gesprek als u het contact wilt bellen. Selecteer een communicatie als u details van andere gebeurtenissen wilt weergeven. Als u de weergave wilt sluiten, selecteert u . Het profiel Offline Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken zonder dat u verbinding hebt met het draadloze netwerk.
Het apparaat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een WLAN-verbinding of Bluetoothverbinding tot stand brengt en gebruikt. Sensorinstellingen en weergaverotatie Wanneer u de sensors in uw apparaat activeert, kunt u bepaalde functies regelen door het apparaat te draaien. Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Sensorinstell.. Maak een keuze uit de volgende opties: Sensoren — Activeer de sensors. Draaibediening — Selecteer Oproepsign.
Het apparaat 39 Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen. Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven, aangezien het apparaat dan beschadigd kan raken. Sluit geen energiebron aan op de netstroomconnector van Nokia.
Het apparaat SIM-kaart verwijderen 1 Verwijder de cover door deze van de onderkant van het apparaat af te halen. 2 Plaats de batterij. 3 4 Open het klepje van de SIM-kaartsleuf. Duw in de opening onder de batterij het lipje naar de zijkant om de SIM-kaart uit de sleuf te schuiven. Trek de SIM-kaart eruit. Plaats de batterij en achtercover terug. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Het apparaat 41 Een polsband bevestigen Extern vergrendelen U kunt het apparaat op afstand blokkeren met een vooraf opgegeven SMS-bericht. Op afstand blokkeren inschakelen 1 Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Telefoonbeheer > Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart > Ext. telef.vergrendeling > Ingeschakeld. 2 Typ de inhoud van het SMS-bericht (5-20 tekens), controleer deze en voer de blokkeringscode in.
Bellen Bellen Aanraakscherm tijdens gesprekken Uw apparaat heeft een nabijheidssensor. Om de levensduur van de batterij te verlengen en onbedoelde selecties te voorkomen, wordt het aanraakscherm tijdens gesprekken automatisch uitgeschakeld wanneer u het apparaat tegen uw oor houdt. Dek de nabijheidssensor niet af met bijvoorbeeld een beschermende laag of plakband. Spraakoproepen 1 In het startscherm selecteert u Telefoon om de kiesfunctie te openen.
Bellen 43 Ga naar de gewenste naam. Of selecteer het zoekveld, typ de eerste letters of tekens van de naam en ga naar de naam. Druk op de beltoets als u het contact wilt bellen. Als u voor een contactpersoon verschillende nummers hebt opgeslagen, selecteert u het gewenste nummer in de lijst en drukt u op de beltoets. Tijdens een oproep De microfoon dempen of de demping opheffen of . Selecteer Een actieve oproep in de wachtstand zetten of . Selecteer De luidspreker activeren .
Bellen Tip: Druk op de beltoets om een actieve oproep in de wachtstand te zetten. Als u de oproep die in de wacht staat wilt activeren, drukt u opnieuw op de beltoets. DTMF-toonreeksen verzenden 1 Selecteer Opties > DTMF verzenden. 2 Voer de DTMF-reeks in of zoek ernaar in de lijst met contacten. 3 Als u een wachtteken (w) of een pauzeteken (p) wilt invoeren, drukt u herhaaldelijk op * . 4 Selecteer OK om de toon te versturen.
Bellen 2 45 Voer het nummer in (dit krijgt u van de serviceprovider) en selecteer OK. Een oproep beantwoorden of weigeren Door over het scherm te vegen kunt u een oproep beantwoorden terwijl het aanraakscherm vergrendeld is. Volg de weergegeven aanwijzingen. Door op de beltoets te drukken, kunt u een oproep beantwoorden als het aanraakscherm niet vergrendeld is.
Bellen Een conferentiegesprek voeren Conferentiegesprekken tussen maximaal zes deelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund. 1 2 3 Bel de eerste deelnemer. Als u een oproep wil doen aan een andere deelnemer, selecteert u Opties > Nieuwe oproep. De eerste oproep wordt in de wachtstand geplaatst. Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, kunt u de eerste deelnemer in het . conferentiegesprek opnemen.
Bellen 47 Bellen met snelkeuze Als u snelkeuze wilt selecteren, selecteert u Menu > Instellingen en Bellen > Oproep > Snelkeuze. 1 2 Als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan een van de cijfertoetsen, selecteert u Menu > Instellingen en Bellen > Snelkeuze. Ga naar de toets waaraan u het telefoonnummer wilt toewijzen en selecteer Opties > Toewijzen. 1 is gereserveerd voor de voicemailbox. Als u in het startscherm een oproep wilt plaatsen, selecteert u Telefoon, de toegewezen sneltoets en de beltoets.
Bellen De wachtende oproep verbinden met de actieve oproep Selecteer Opties > Doorverbinden. U verbreekt uw verbinding met de oproepen. Een actieve oproep beëindigen Druk op de beëindigingstoets. Beide oproepen beëindigen Selecteer Opties > Alle oproep. beëindigen. Spraakoproepen Uw apparaat maakt automatisch een spraaklabel voor contacten. Naar een spraaklabel voor een contact luisteren 1 Selecteer een contact en Opties > Spraaklabelgegevens.
Bellen 2 3 49 U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt weergegeven. Noem duidelijk de naam die u voor het contact hebt opgeslagen. Het apparaat speelt een synthesizer-spraaklabel af voor de herkende contactpersoon in de geselecteerde apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer. Als u spraakgestuurde nummerkeuze wilt annuleren, selecteert u Stoppen. Als voor een naam verschillende nummers zijn opgeslagen, kunt u ook de naam en het nummertype noemen, zoals mobiel of telefoon.
Bellen U hebt het versturen van video vanaf uw apparaat geweigerd. Als u liever stilstaand beeld verstuurt, selecteert u Menu > Instellingen en Bellen > Oproep > Afbeeld. in video-oproep. Ook al hebt u het verzenden van video tijdens een video-oproep geweigerd, dan worden toch kosten voor een video-oproep in rekening gebracht. Raadpleeg uw serviceprovider voor tarieven. 1 2 3 of Telefoon om de kiesfunctie te openen. In het startscherm selecteert u Vervolgens voert u het telefoonnummer in.
Bellen 51 De luidspreker activeren . Als u een compatibele headset met Bluetooth-verbinding hebt Selecteer aangesloten, selecteert u Opties > BT handsfree inschakln om het geluid naar de headset te voeren. Terugkeren naar de handset Selecteer . De hoofdcamera gebruiken om video te verzenden Selecteer Opties > Tweede camera. Terugkeren naar de tweede camera om video te verzenden Selecteer Opties > Hoofdcamera. Een snapshot maken van de video die u verzendt Selecteer Opties > Snapshot verzenden.
Bellen Selecteer Ja om livevideo te verzenden. Als u het verzenden van video niet start, hoort u alleen de stem van de beller. In plaats van uw eigen video wordt een grijs scherm weergegeven. Het verzenden van video starten tijdens een video-oproep Selecteer Opties > Inschakelen > Video verzenden. Het grijze scherm vervangen door een afbeelding die door de camera is vastgelegd Selecteer Menu > Instellingen en Bellen > Oproep > Afbeeld. in videooproep.
Bellen 53 Vereisten voor het delen van video Voor het delen van video is een 3G-verbinding vereist. Of u gebruik kunt maken van het delen van video, is afhankelijk van de beschikbaarheid van het 3G-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de dienst, de beschikbaarheid van het 3G-netwerk en de kosten die aan het gebruik van deze dienst zijn verbonden.
Bellen Een SIP-adres aan een contact toevoegen 1 Selecteer Menu > Contacten. 2 Selecteer het contact of maak een nieuw contact. 3 Selecteer Opties > Bewerken. 4 Selecteer Opties > Detail toevoegen > Video delen. 5 Voer het SIP-adres in met de indeling gebruikersnaam@domeinnaam (u mag een IP-adres gebruiken in plaats van een domeinnaam).
Bellen 2 55 worden geconverteerd, selecteert u OK. Uw apparaat moet over een videoeditor beschikken om de conversie te kunnen uitvoeren. Als er meerdere SIP-adressen of telefoonnummers van de ontvanger in Contacten zijn opgeslagen, inclusief de landcode, selecteert u het gewenste adres of nummer. Als het SIP-adres of telefoonnummer van de ontvanger niet beschikbaar is, voert u het adres of het nummer van de ontvanger inclusief landcode in en selecteert u OK om de uitnodiging te verzenden.
Bellen Een uitnodiging voor het delen van video accepteren Wanneer iemand u een uitnodiging voor het delen van een video stuurt, wordt in het uitnodigingsbericht de naam of het SIP-adres van de afzender weergegeven. Als iemand u een uitnodiging om te delen stuurt en u bevindt zich niet binnen het bereik van een 3G-netwerk, weet u niet dat u een uitnodiging hebt ontvangen. De ontvangen uitnodiging accepteren Selecteer Ja. De sessie voor het delen wordt geactiveerd.
Bellen 57 Gemiste, ontvangen en gevoerde oproepen weergeven Selecteer Gemiste opr., Ontvangen opr. of Gekozen nrs.. Tip: Druk op de beltoets om de lijst met zelf gekozen nummers in het startscherm te openen. Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: Opslaan in Contacten — Een telefoonnummer uit een lijst met recent gevoerde oproepen opslaan bij uw contacten. Lijst wissen — De geselecteerde lijst met recente oproepen wissen. Verwijderen — Een gebeurtenis in de geselecteerde lijst wissen.
Bellen Gespreksduur U kunt niet alleen bekijken hoe lang uw laatste gesprek ongeveer heeft geduurd, maar deze informatie ook voor uw geplaatste en ontvangen gesprekken en alle gesprekken weergeven. Selecteer Menu > Logboek en Duur oproep. Alle communicatiegebeurtenissen controleren In het algemene logboek kunt u informatie weergeven over communicatiegebeurtenissen, zoals spraakoproepen, SMS-berichten of gegevensen draadloze LAN (WLAN)-verbindingen die door het apparaat zijn geregistreerd.
Bellen 59 Het logboek filteren Selecteer Opties > Filter en een filter. Instellen hoe lang vermeldingen in het logboek worden bewaard Selecteer Opties > Instellingen > Duur logboek. Als u Geen logboek selecteert, worden de volledige inhoud van het logboek, het register met recente oproepen en de leveringsrapporten van berichten, permanent verwijderd. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Tekst invoeren Tekst invoeren Wanneer u op een tekstinvoerveld drukt, kunt u letters, cijfers en speciale tekens invoeren. Uw apparaat kan woorden afmaken op basis van een ingebouwd woordenboek voor de geselecteerde tekstinvoertaal. Het apparaat leert ook nieuwe woorden die u invoert.
Tekst invoeren 1 2 61 Sluiten - Hiermee sluit u het virtuele toetsenbord. Invoermenu - Hiermee opent u het aanraakmenu waarmee u opties kunt gebruiken zoals Invoertaal. 3 Virtueel toetsenbord 4 Shift en Caps Lock - Hiermee kunt u in hoofdletters schrijven als u in kleine letters schrijft, of vice versa. Selecteer de toets voordat u een teken invoert. Als u Caps Lock wilt activeren, selecteert u de toets tweemaal. Een streep onder de toets geeft aan dat Caps Lock is geactiveerd.
Tekst invoeren Alfanumeriek toetsenbord Virtueel toetsenblok Met het virtuele toetsenblok (Alfanumeriek toetsenbl.) kunt u tekens invoeren net als met een traditioneel telefoontoetsenbord met cijfers op de toetsen. 1 2 3 4 Sluiten - Hiermee sluit u het virtuele toetsenblok (Alfanumeriek toetsenbl.). Invoermenu - Hiermee opent u het invoermenu, dat opties bevat zoals Tekstvoorspell. activeren en Invoertaal.
Tekst invoeren 5 6 7 8 9 63 invoermethodeweergave gesloten en wordt de geselecteerde geopend. De beschikbaarheid van invoermodi kan variëren afhankelijk van of de automatische invoermodus (sensorinstellingen) wel of niet is geactiveerd. Pijltjestoetsen - Hiermee bladert u naar links of naar rechts. Backspace Cijfers Sterretje - Hiermee opent u een tabel speciale tekens.
2 3 4 Tekst invoeren Schrijf het gewenste woord met de toetsen 2-9. Selecteer elke toets eenmaal voor één letter. Als u bijvoorbeeld "Nokia" wilt schrijven terwijl de Engelse woordenlijst is geselecteerd, selecteert u 6 voor N, 6 voor o, 5 voor k, 4 voor i en 2 voor a. Het voorspelde woord verandert na elke toetsselectie. Als u het woord correct en volledig hebt ingevoerd, verplaatst u de cursor naar rechts om dit te bevestigen of selecteert u 0 om een spatie toe te voegen.
Tekst invoeren 65 Adaptief zoeken — Filter de inhoud van een lijst in een applicatie aan de hand van de geschreven tekens in het zoekveld. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Contacten Contacten U kunt contactgegevens, zoals telefoonnummers, adressen en e-mailadressen van uw contacten, opslaan en bijwerken. U kunt een persoonlijke beltoon of een miniatuurafbeelding toevoegen aan een contact. Daarnaast kunt u ook contactgroepen maken via welke u tekstberichten of e-mail naar meerdere ontvangers tegelijk kunt versturen. Als u de lijst met contacten wilt openen, selecteert u (afhankelijk van het thema van het startscherm) in het startscherm Contacten of .
Contacten 67 Een bericht naar een contact verzenden Ga naar een contact en selecteer Bericht maken. Een nieuw contact maken Selecteer Nieuw contact. Namen en nummers beheren Selecteer Menu > Contacten. Contacten verwijderen Selecteer een contact en Opties > Verwijderen. Als u tegelijkertijd meerdere contacten wilt verwijderen, selecteert u Opties > Markeringen aan/uit om de gewenste contacten te markeren en vervolgens selecteert u Opties > Verwijderen om ze te verwijderen.
• • • • Contacten Spraaklabels zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker. U moet de naam van het spraaklabel exact zo uitspreken zoals u deze hebt opgenomen. Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de spraaklabels op en gebruik ze in een rustige omgeving. Zeer korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange namen en vermijd het gebruik van soortgelijke namen voor verschillende nummers.
Contacten 69 Beltonen, afbeeldingen en oproeptekst voor contacten U kunt een beltoon voor een contact of contactgroep opgeven en een afbeelding en beltekst voor een contact. Wanneer het contact u belt, wordt de geselecteerde beltoon afgespeeld en wordt de beltekst of de afbeelding getoond (mits het telefoonnummer van de beller met de oproep wordt meegestuurd en het door uw apparaat wordt herkend). Selecteer Menu > Contacten.
Contacten Contacten kopiëren Selecteer Menu > Contacten. Wanneer u de lijst met contacten voor het eerst opent, wordt u gevraagd of u namen en nummers van de SIM-kaart naar het apparaat wilt kopiëren. Kopiëren starten Selecteer OK. Kopiëren annuleren Selecteer Annuleren. U wordt gevraagd of u de contacten van de SIM-kaart in de lijst met contacten wilt weergeven. Selecteer OK om de contacten weer te geven. De lijst met contacten wordt geopend en de namen die op uw SIM-kaart zijn opgeslagen worden .
Contacten 71 De nummers die u in de lijst met contacten opslaat, worden mogelijk niet automatisch op uw SIM-kaart opgeslagen. Contacten kopiëren naar de SIM-kaart Ga naar een contact en selecteer Opties > Kopiëren > SIM-geheugen. Het standaardgeheugen selecteren waar de nieuwe contacten moeten worden opgeslagen Selecteer Opties > Instellingen > Std.geheugen vr opslaan > Telefoongeheugen of SIM-geheugen.
Contacten Selecteer Opties en een van de volgende opties: Vaste nummers activrn of Vaste nummers deactiv. — Hiermee schakelt u vaste nummers in of uit. Nieuw SIM-contact — Nu kunt u de naam en het telefoonnummer invoeren van de contactpersoon waarvoor oproepen zijn toegestaan. Toevoegen uit Contacten — Hiermee kopieert u een contact uit de lijst met contacten naar de lijst met vaste nummers.
Berichten 73 Berichten Berichten, hoofdweergave Selecteer Menu > Berichten (netwerkdienst). Een nieuw bericht maken Selecteer Nieuw bericht. Tip: Als u veelvuldig gebruikte berichten niet steeds opnieuw wilt schrijven, gebruikt u opgeslagen berichten in de map Sjablonen in Mijn mappen. Ook kunt u uw eigen sjablonen creëren en opslaan. Berichten bevat de volgende mappen: Inbox — Ontvangen berichten, met uitzondering van e-mail en infodienstberichten. Mijn mappen — Hierin kunt u berichten onderbrengen.
Berichten Berichten invoeren en verzenden Selecteer Menu > Berichten. Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of de pc. Voordat u een multimediabericht of e-mail kunt maken, moet de verbinding juist zijn ingesteld. Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten beperken.
Berichten 75 Een audio- of e-mailbericht verzenden Selecteer Opties > Bericht maken en de betreffende optie. Ontvangers of groepen selecteren in de contactenlijst Selecteer op de werkbalk. Voer het nummer of e-mailadres handmatig in Tik op het veld Aan. Het onderwerp van e-mail- of multimediaberichten invoeren Voer dit in, in het veld Onderw.. Als het veld Onderw. niet zichtbaar is, selecteert u Opties > Velden berichtheader om de velden die zichtbaar zijn te wijzigen.
Berichten Inbox met ontvangen berichten Berichten ontvangen Selecteer Menu > Berichten en Inbox. Een ongelezen SMS-bericht Een ongelezen multimediabericht Een ongelezen audiobericht Via Bluetooth-verbinding ontvangen gegevens Wanneer u een bericht ontvangt, worden weergegeven. en 1 nieuw bericht op het startscherm Een bericht op het startscherm openen Selecteer Weergeven. Een bericht in de map Inbox openen Selecteer het bericht. Een ontvangen bericht beantwoorden Selecteer Opties > Beantwoorden.
Berichten 77 Multimediaberichten ophalen Selecteer Opties > Ophalen. Een packet-gegevensverbinding wordt geopend om het bericht op uw apparaat op te halen. Mogelijk ontvangt u een melding dat een multimediabericht op u wacht in de multimediaberichtencentrale. Wanneer u een multimediabericht ontvangt, ( ) krijgt u waarschijnlijk een geeft aan dat een geluidsclip is bijgevoegd. afbeelding en een bericht te zien. geeft aan dat een videoclip is bijgevoegd.
Berichten De gegevens van een bericht opslaan Selecteer Opties en de overeenkomstige optie. Webdienstberichten zijn meldingen (bijvoorbeeld het laatste nieuws) en kunnen een SMS-bericht of koppeling bevatten. Raadpleeg uw serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid en abonnementen. E-mailinstellingen definiëren Als u e-mailinstellingen wilt definiëren, selecteert u Menu > Berichten en Mailbox.
Berichten 79 Nokia Berichten wordt momenteel op proef geleverd. De toepassing Nokia Berichten installeren 1 Selecteer Menu > Instellingen > Inst.wizard. 2 Wanneer u de wizard Instellingen voor de eerste keer opent, wordt u gevraagd de e-mailinstellingen na de operatorinstellingen te definiëren. Als u de wizard Instellingen al eerder hebt gebruikt, selecteert u E-mail instellen. 3 In de e-mailinstelling leest u de informatie op het scherm en selecteert u Starten > Nokia e-mail.
Berichten Wanneer u een nieuwe mailbox maakt, wordt Mailbox vervangen door de naam die u de mailbox geeft in de hoofdweergave van Berichten. U kunt maximaal zes mailboxen gebruiken. De mailbox openen Selecteer Menu > Berichten en een mailbox. Wanneer u de mailbox opent, wordt u gevraagd of u wilt verbinden met de mailbox. Met uw mailbox verbinden en nieuwe e-mailheaders of -berichten ophalen Selecteer Ja.
Berichten 81 Berichten ophalen wanneer u een actieve verbinding met een externe mailbox hebt Selecteer Opties > E-mail ophalen > Nieuw om alle nieuwe berichten op te halen, Geselecteerd om alleen geselecteerde berichten op te halen of Alle om alle berichten uit de mailbox op te halen. Selecteer Annuleren om het ophalen van berichten te stoppen. De verbinding sluiten en de e-mailberichten offline bekijken Selecteer Opties > Verbinding verbreken.
Berichten De inhoud van een e-mail alleen van het apparaat verwijderen Selecteer Opties > Verwijderen > Alleen telefoon. De e-mail is niet uit de externe mailbox verwijderd. Het apparaat geeft de e-mailheaders in de externe mailbox weer. Als u de inhoud van het bericht hebt verwijderd, blijft de e-mailheader op uw apparaat. Als u ook de header wilt verwijderen, moet u verbonden zijn met de server wanneer u het bericht van uw apparaat en de externe mailbox verwijdert.
Berichten 83 ActiveSync Gebruik van Mail voor Exchange is beperkt tot draadloze synchronisatie van PIMinformatie tussen het Nokia-apparaat en de geautoriseerde Microsoft Exchangeserver. Mail for Exchange kan alleen worden ingesteld als uw organisatie beschikt over Microsoft Exchange Server. Bovendien moet uw IT-beheerder Mail for Exchange voor uw account hebben geactiveerd.
Berichten Selecteer Menu > Berichten en Opties > SIM-berichten. Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u ze naar een map op uw apparaat kopiëren. 1 2 3 4 Markeer de berichten. Selecteer Opties > Mark./mark. opheffen > Markeren of Alle markeren. Open een lijst met mappen. Selecteer Opties > Kopiëren. Selecteer een map om te kopiëren. Open de map om de berichten te bekijken.
Berichten 85 Berichten-instellingen De instellingen kunnen vooraf zijn ingesteld op uw apparaat of u kunt ze in een bericht ontvangen. Als u instellingen handmatig wilt invoeren, vult u alle velden in die gemarkeerd zijn met Is verplicht of een sterretje. Sommige of alle berichtencentrales of toegangspunten kunnen door de serviceprovider vooraf zijn ingesteld voor het apparaat; het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.
Berichten Antw. via zelfde centrale — Hiermee reageert u op berichten met hetzelfde nummer van de SMS-berichtencentrale (netwerkdienst). Instellingen voor multimediaberichten Selecteer Menu > Berichten en Opties > Instellingen > Multimediabericht. Maak een keuze uit de volgende opties: Grootte afbeelding — Hiermee geeft u de grootte op van de afbeelding in een multimediabericht.
Berichten 87 Rapporten ontvangen — De status van verzonden berichten in het logboek weergeven (netwerkdienst). Rapportverz. weigeren — Voorkomen dat uw apparaat leveringsrapporten van ontvangen berichten verzendt. Geldigheid bericht — Hier kunt u opgeven hoe lang moet worden geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht niet binnen deze periode kan worden verzonden, wordt het uit de berichtencentrale verwijderd.
Berichten De verbindingsinstellingen, gebruikersinstellingen, instellingen voor ophalen en instellingen voor automatisch ophalen wijzigen Selecteer Mailboxen en een mailbox. Ovi-contacten Over Ovi-contacten Met Ovi-contacten kunt u contact houden met vrienden en familie, en nieuwe vrienden binnen de Ovi-community ontdekken. U kunt uw locatie delen met uw vrienden en u kunt hun bezigheden volgen. Bovendien kunt u op Ovi een back-up maken van de contacten op het apparaat.
Berichten 89 Als u al geregistreerd bent bij Ovi, via de pc of het mobiele apparaat, kunt u beginnen met Ovi-contacten te gebruiken met dezelfde accountgegevens. Aanmelden bij Ovi-contacten en de dienst activeren Selecteer Ovi-chat en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Als u nog geen profielinformatie voor Ovi-contacten hebt ingevoerd, kunt u dat nu doen. Selecteer vervolgens Gereed. Het is verplicht om uw voornaam en achternaam in te vullen.
Berichten Instellingen — Wijzig de instellingen voor Ovi-contacten. De beschikbare opties kunnen verschillen. Uw profiel creëren en bewerken. Uw profielgegevens bewerken Selecteer Mijn profiel. De profielen van uw vrienden bij Ovi-contacten weergeven Selecteer een vriend en Opties > Profiel. Uw profielinformatie is zichtbaar voor uw vrienden bij Ovi-contacten.
Berichten 91 Laat uw vrienden zien naar welke muziek u momenteel luistert Selecteer Afspelen. Om dit te doen, moet u toestaan dat de informatie over wat nu afgespeeld wordt gedeeld wordt in de beschikbaarheidsinstellingen. Uw contactgegevens bewerken Selecteer een veld en geef tekst op. Selecteer in de weergave My profile Opties en maak een keuze uit de volgende opties: Tekst bewerken — Tekst knippen, kopiëren of plakken. Wijzigen — Uw status wijzigen (als het statusveld geselecteerd is).
1 2 Berichten Selecteer Mijn locatie. Als uw locatie onbekend is, selecteert u Mijn locatie > Huidige locatie toev.. Geef een naam voor de locatie op. De locatie wordt uitgezonden naar uw vrienden en toegevoegd aan uw lijst met plaatsen. Vrienden zoeken en toevoegen Selecteer Opties > Vriend uitnodigen. Een vriend zoeken Geef de naam van de vriend op in het veld Search friends en selecteer het zoekpictogram. U kunt geen vrienden zoeken op grond van hun mobiele telefoonnummer of e-mailadres.
Berichten 93 Selecteren — Een item selecteren. Openen — Een item openen. Als vriend uitnodigen — Een uitnodiging aan het contact sturen. Profiel weergeven — Het profiel van het contact weergeven. Uitnodiging vernieuwen — Opnieuw een uitnodiging sturen aan een vriend om lid te worden van Ovi-contacten. Zoeken — Een contact zoeken, wiens naam of andere relevante trefwoorden u in het veld Search friends hebt ingevoerd. Tekst bewerken — Tekst knippen, kopiëren of plakken.
Berichten Mijn profiel — Selecteer uw beschikbaarheidsstatus of profielafbeelding, personaliseer uw bericht of wijzig uw gegevens. Tekst bewerken — Kopieer of plak tekst. Chat beëindigen — De huidige chatsessie beëindigen. Afsluiten — Alle actieve chatsessies beëindigen en de toepassing afsluiten. De beschikbare opties kunnen verschillen. Om locatiegegevens van een vriend te kunnen ontvangen, moet u beschikken over de toepassing Kaarten.
Berichten 95 Mark./mark. opheffen — Items in de lijst markeren of de markering opheffen. Bewerken — De naam en andere eigenschappen van de plaats bewerken. Nieuwe plaats — Als u een nieuwe plaats van uw huidige positie wilt maken, selecteert u een plaats op een kaart of voert u de gegevens handmatig in. De instellingen voor Ovi-contacten Selecteer Opties > Instellingen en een van de volgende opties: Account — Uw accountgegevens bekijken en uw zichtbaarheid voor anderen in zoekopdrachten definiëren.
Berichten Beschikbaarheidsinstellingen Selecteer Opties > Instellingen > Aanwezigheid. Beschikbaarheidsinstellingen wijzigen Selecteer een van de volgende opties: Mijn locatie delen — Toestaan dat vrienden uw locatie zien. Afspelen delen — Toestaan dat uw vrienden zien naar welke muziek u momenteel op uw mobiele apparaat luistert. Oproepstatus delen — Toestaan dat vrienden uw belstatus zien.
Berichten 97 Handmatig een plaats toevoegen Selecteer Handmatig opgeven. Locaties selecteren die u wilt delen met uw vrienden 1 Selecteer Mijn locatie delen > Mijn gedeelde plaatsen. 2 Selecteer de plaatsen in de lijst. 3 Selecteer Opties om items in de lijst te bewerken, te markeren of om de markering op te heffen. Afhankelijk van uw instellingen kunnen uw vrienden uw locatie zien wanneer u zich op een van de geselecteerde locaties bevindt.
Berichten Verbindingsinstellingen wijzigen Selecteer Netwerkverbinding en de gewenste verbinding. Selecteer Standaardverbinding om de standaardverbinding te gebruiken die is gedefinieerd bij de verbindingsinstellingen van uw apparaat. Het apparaat zo instellen dat u een waarschuwing krijgt wanneer uw thuisnetwerk niet beschikbaar is Als u een waarschuwing wilt ontvangen wanneer uw apparaat probeert verbinding te maken met een ander netwerk, selecteert u Roaming-melding > Aan. © 2010 Nokia.
Het apparaat aanpassen 99 Het apparaat aanpassen U kunt uw apparaat op uw smaak afstemmen door het startscherm, de tonen of thema's aan te passen. Het uiterlijk van het apparaat wijzigen Met thema's kunt u het uiterlijk van het scherm wijzigen, zoals de achtergrondafbeelding en de indeling van het hoofdmenu. Selecteer Menu > Instellingen en Persoonlijk > Thema's. Een voorbeeld van een thema bekijken Selecteer Algemeen, ga naar het thema en wacht enkele seconden.
Het apparaat aanpassen Profielen U kunt profielen gebruiken om beltonen, signaaltonen voor berichten en tonen voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen en groepen bellers in te stellen en aan te passen. De naam van het geselecteerde profiel wordt in het startscherm weergegeven. Als het algemene profiel in gebruik is, wordt alleen de datum weergegeven. Selecteer Menu > Instellingen en Persoonlijk > Profielen. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Muziekmap 101 Muziekmap Muziekspeler Muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen zoals AAC, AAC+, eAAC+, MP3 en WMA. Dat betekent niet automatisch dat ook alle functies of variaties van deze bestandsindelingen worden ondersteund. U kunt Muziekspeler ook gebruiken om podcasts te beluisteren. Podcasting is een methode om audio- en videomateriaal via internet te verzenden via RSS- of Atomtechnologie voor mobiele apparaten en computers.
Muziekmap Als u naar het volgende item wilt gaan, drukt u op . Als u wilt terugkeren naar . Als u naar het vorige item wilt gaan, drukt het begin van het item, drukt u op binnen twee seconden nadat een nummer of podcast is gestart. u nogmaals op Als u willekeurig afspelen ( ) wilt inschakelen of uitschakelen, selecteert u Opties > Willekeurig afspelen. Als u het huidige item ( ), alle items ( ) wilt herhalen, of de herhaling wilt uitschakelen, selecteert u Opties > Herhalen.
Muziekmap 103 Druk op de volumetoets om het volume te regelen. Als u de toon voor het afspelen van muziek wilt wijzigen, selecteert u Opties > Equalizer. Als u de balans en het stereo-klankbeeld wilt wijzigen of de lage tonen wilt versterken, selecteert u Opties > Instellingen. Als u wilt terugkeren naar het startscherm en de speler op de achtergrond wilt laten spelen, drukt u op de beëindigingstoets. Als u de muziekspeler wilt sluiten, selecteert u Opties > Afsluiten.
Muziekmap 5 Als u de lijst met liedjes onder de naam van een artiest wilt weergeven, selecteert u Uitvouwen. Als u de lijst met liedjes wilt verbergen, selecteert u Samenvwn. Wanneer u uw selecties hebt voltooid, selecteert u Gereed. De afspeellijst wordt opgeslagen in het massageheugen van uw apparaat. Als u later meer nummers wilt toevoegen, selecteert u Opties > Tracks toevoegen terwijl u de afspeellijst weergeeft.
Muziekmap 105 Podcast-episodes bestaan uit drie fases: nooit afgespeeld, gedeeltelijk afgespeeld en volledig afgespeeld. Als een fase gedeeltelijk is afgespeeld, wordt de episode de volgende keer afgespeeld vanaf de laatste afspeelpositie. Als een fase nooit is afgespeeld of volledig is afgespeeld, wordt de episode vanaf het beginpunt afgespeeld.
Muziekmap Muziek tussen uw computer en mobiele apparaat downloaden, overbrengen en beheren 1 Open Nokia Ovi Player op de computer. U moet zich registreren of aanmelden als u muziek wilt downloaden. 2 Verbind het apparaat met de computer via een compatibele USBgegevenskabel. 3 Selecteer Mediaoverdracht als u de verbindingsmodus op het apparaat wilt selecteren. Ovi Muziek Met Ovi Muziek (netwerkdienst) kunt u muziek zoeken, door muziek bladeren, muziek kopen en naar uw apparaat downloaden.
Muziekmap 107 De beschikbaarheid en het uiterlijk van de instellingen voor Ovi Muziek kunnen variëren. Het is ook mogelijk dat de instellingen op voorhand zijn bepaald en niet gewijzigd kunnen worden. Het is mogelijk dat u de instellingen kunt wijzigen wanneer u door Ovi Muziek bladert. Instellingen voor Ovi Muziek wijzigen Selecteer Opties > Instellingen. Ovi Muziek is niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Muziekmap Opslaan in — Definiëren waar de podcasts worden opgeslagen. Voor een optimaal gebruik van de opslagruimte wordt een massageheugen aanbevolen. Update-interval — Geef aan hoe vaak er een update van de podcasts moet worden uitgevoerd. Tijd volgende update — Hiermee geeft u het tijdstip van de volgende automatische update op. Automatische updates vinden alleen plaats als een specifiek standaardtoegangspunt is geselecteerd en de toepassing Podcasting geopend is.
Muziekmap 109 Een lijst met podcastabonnementen weergeven Selecteer Podcasts. Afzonderlijke episodetitels weergeven Selecteer de titel van de podcast. Een episode is een bepaald mediabestand van een podcast. Beginnen met downloaden Selecteer de titel van de episode. U kunt verschillende episodes tegelijk downloaden. Het afspelen van een podcast starten voordat het downloaden voltooid is Ga naar een podcast en selecteer Opties > Voorbeeld afspelen.
Muziekmap Selecteer als u de radio wilt uitzetten. Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: Kanalen — Opgeslagen radiozenders bekijken. Zenders afstemmen — Radiozenders zoeken. Opslaan — De radiozender opslaan. Luidspreker inschakelen of Luidspreker uitschakelen — Hiermee zet u de luidspreker aan of uit. Alternatieve frequenties — Geef aan of u de radio automatisch naar een betere RDS-frequentie voor de radiozender wilt laten zoeken als het frequentieniveau minder wordt. Afsp.
Galerij 111 Galerij Als u uw beelden, videoclips, geluidsclips en koppelingen naar streaming media > . wilt opslaan, selecteert u Tip: Als u de afbeeldingen en videoclips snel wilt openen, tikt u op de mediatoets . ( ) om de mediabalk te openen en selecteert u Bestanden weergeven en organiseren Selecteer > . Maak een keuze uit de volgende opties: Afbld. en video's — Afbeeldingen weergeven in de afbeeldingenviewer en videoclips in Videocentrum. Tracks — Hiermee opent u Muziekspeler.
Galerij Als u een bestand wilt openen, selecteert u een bestand in de lijst. Als u op een afbeelding wilt inzoomen, gebruikt u de volumetoets. Als u uw afbeeldingen wilt afdrukken op een compatibele printer, selecteert u Opties > Afdrukken. Selecteer Opties > Bewerken als u een videoclip of afbeelding wilt bewerken. Selecteer Opties > Bestand gebruiken en een van de volgende opties: Inst. als achtergrond — De afbeelding als achtergrond gebruiken op het startscherm. Inst. als opr.
Galerij 113 Een nieuwe map maken Selecteer Afbld. en video's > Opties > Nieuwe map. Een bestand verplaatsen Selecteer het bestand en Opties > Indelen > Verpltsn naar map. TV out-modus U kunt uw afbeeldingen en videoclips op een compatibele tv bekijken. Selecteer Menu > Instellingen. U kunt uw afbeeldingen en videoclips bekijken op een compatibele televisie door een Nokia Video-Out-kabel te gebruiken.
Galerij De afbeeldingen worden in de afbeeldingenviewer weergegeven en de videoclips worden in RealPlayer afgespeeld. Alle audio, inclusief actieve oproepen, audio van stereovideoclips, toetstonen en beltonen, wordt doorgestuurd via het tv-toestel. U kunt de microfoon van het apparaat normaal gebruiken. De geopende afbeelding wordt op het volledige scherm van de televisie weergegeven.
Galerij 115 Draadloze radiosignalen, bijvoorbeeld inkomende oproepen, kunnen storingen in het televisiebeeld veroorzaken. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Camera Camera Het apparaat beschikt over twee camera's, een camera met een hoge resolutie op de achterzijde van het apparaat en een camera met een lagere resolutie op de voorzijde. U kunt met beide camera's foto's maken en video's opnemen. Uw apparaat ondersteunt het maken van foto's met een resolutie van 2592x1944 pixels. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders zijn weergegeven. De camera activeren Als u de camera wilt activeren, drukt u op de opnametoets.
Camera 117 4 5 6 7 8 Flitsermodus Opname-instellingen Symbool voor batterijniveau Symbool voor afbeeldingsresolutie. Afbeeldingteller (het geschatte aantal foto's dat u kunt maken met de ingestelde afbeeldingskwaliteit en het geschikte geheugen) 9 Gebruikte geheugen. Afhankelijk van de instelling van het apparaat beschikt u over de volgende opties: apparaatgeheugen ( ) of massageheugen ( ).
Camera Galerij openen. Foto-instellingen: Een kleureffect selecteren. De witbalans aanpassen. Hiermee selecteert u de huidige belichtingssituatie. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen. De belichtingscompensatie aanpassen (alleen afbeeldingen). Als u een opname maakt van een donker onderwerp tegen een zeer lichte achtergrond (zoals sneeuw), stelt u de belichting in op +1 of +2 om de helderheid van de achtergrond te compenseren.
Camera 119 Het opslaan van een gemaakte foto kan langer duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of kleur hebt gewijzigd. Foto's maken Houd bij het maken van een foto rekening met het volgende: • • • Gebruik beide handen om de camera stil te houden. De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager dan die van een nietgezoomde foto. Als u ongeveer een minuut niets doet, wordt de batterijspaarstand geactiveerd.
Camera Druk op de menutoets als u de camera op de achtergrond geopend wilt houden en andere toepassingen wilt gebruiken. Houd de opnametoets ingedrukt als u wilt terugkeren naar de camera. Na het maken van een foto Nadat u een foto hebt genomen, kiest u uit de volgende opties (alleen beschikbaar als u Opties > Instellingen > Opgenomen afb. weerg.
Camera 121 Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naar de zoeker om een nieuwe foto vast te leggen. Flitser en videolicht De camera van uw apparaat heeft een dubbele LED-flitser voor omstandigheden met weinig licht. Als u de gewenste flitsermodus wilt selecteren, selecteert u het symbool van de Rde ogen vrw., huidige flitsermodus (een van de volgende): Automatisch, Aan en Uit. Raak de flitser-LED's niet aan wanneer de achtercover verwijderd is. De LED's worden mogelijk heet na lang gebruik.
Camera Als u de scène wilt wijzigen, selecteert u > Scènemodi en een scène. Als u uw eigen scène geschikt wilt maken voor een bepaalde omgeving, bladert u naar Door gebruiker gedef. en selecteert u Wijzigen. In de scène die u gedefinieerd hebt, kunt u diverse instellingen voor belichting en kleur aanpassen. Als u de instellingen van een andere scène wilt kopiëren, selecteert u Op basis van scènemodus en de gewenste scène.
Camera 123 — Locatiegegevens niet beschikbaar. GPS blijft op de achtergrond enkele minuten actief. Als er een satellietverbinding tot stand wordt gebracht en de indicator binnen die tijd verandert in , worden alle afbeeldingen en videoclips die gedurende die tijd zijn opgenomen, gecodeerd op basis van de ontvangen GPSpositiegegevens. — Locatiegegevens beschikbaar. De locatiegegevens worden aan de bestandsgegevens toegevoegd.
Camera Selecteer Menu > Toepassngn > Camera en > Reeks om een snelle reeks foto's te maken. Raak het scherm boven het instellingenvenster aan om het venster te sluiten. Houd de opnametoets ingedrukt. Er worden foto's gemaakt totdat u de opnametoets loslaat of er geen geheugen meer beschikbaar is. Als u de opnametoets kort indrukt, wordt een reeks van achttien foto's gemaakt. De gemaakte foto's worden in een raster weergegeven. Als u een afbeelding wilt weergeven, selecteert u de afbeelding.
Camera 125 Instellingen en symbolen op het scherm voor video-opname In de videozoeker wordt het volgende weergegeven: 1 2 3 4 5 6 7 Symbool voor opnamemodus Symbool 'Geluid uitgeschakeld' Opnamepictogram. Als u video wilt opnemen, drukt u hierop. Videolicht aan/uit. Opname-instellingen. Als u de instellingen wilt wijzigen, drukt u hierop. Symbool voor batterijniveau Symbool voor videokwaliteit. Als u deze instelling wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen > Videokwaliteit.
Camera — Hiermee verwijdert u de videoclip. Als u de videoclip wilt verzenden aan degene met wie u praat, selecteert u tijdens een gesprek Opties > Verzenden naar beller. Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naar de zoeker om een nieuwe videoclip op te nemen. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Positionering (GPS) 127 Positionering (GPS) Informatie over GPS Het GPS-systeem (Global Positioning System) valt onder het beheer van de regering van de Verenigde Staten, die als enige verantwoordelijk is voor de nauwkeurigheid en het onderhoud van het systeem.
Positionering (GPS) A-GPS (Assisted GPS) Uw apparaat ondersteunt ook A-GPS (Assisted GPS). A-GPS is een netwerkdienst. Assisted-GPS (A-GPS) wordt gebruikt voor het verkrijgen van aanvullende gegevens via een pakketgegevensverbinding, zodat u gemakkelijker de coördinaten van uw huidige locatie kunt berekenen wanneer het apparaat signalen ontvangt van satellieten. Wanneer u A-GPS activeert, ontvangt uw apparaat via het mobiele netwerk nuttige satellietgegevens van een hulpgegevensserver.
Positionering (GPS) 129 Het kan enkele seconden tot enkele minuten duren voordat een GPS-verbinding tot stand is gebracht. In een voertuig duurt dit mogelijk langer. De GPS-ontvanger kost batterijvermogen. Als u de GPS-ontvanger gebruikt, is de batterij mogelijk sneller leeg. Tips voor het maken van een GPS-verbinding De status van het satellietsignaal controleren Selecteer Menu > Toepassngn > Locatie en GPS-gegevens > Opties > Satellietstatus.
Positionering (GPS) het satellietsignaal. Als uw apparaat voldoende gegevens heeft ontvangen van het satellietsignaal om uw locatie te kunnen berekenen, verandert de kleur van de balk. In eerste instantie moet het apparaat signalen van minstens vier satellieten ontvangen om uw locatie te kunnen berekenen. Nadat de eerste berekening is gemaakt, kan uw locatie in sommige gevallen verder met drie satellieten worden berekend.
Positionering (GPS) 131 Het kan enkele seconden tot enkele minuten duren voordat een GPS-verbinding tot stand is gebracht. In een voertuig duurt dit mogelijk langer. De GPS-ontvanger kost batterijvermogen. Als u de GPS gebruikt, is de batterij mogelijk sneller leeg. Positieaanvragen Mogelijk ontvangt u van een netwerkdienst een aanvraag om uw positiegegevens te ontvangen.
Positionering (GPS) Toevoegen aan categorie — Hiermee voegt u een plaats toe aan een categorie. Selecteer elke categorie waaraan u de plaatsbepaling wilt toevoegen. Verzenden — Hiermee verzendt u een of meerdere plaatsen naar een compatibel apparaat. Een nieuwe plaatscategorie maken Selecteer op het tabblad met categorieën Opties > Categorieën bewerken.
Positionering (GPS) 133 Gegevens van het mobiele netwerk gebruiken (netwerkdienst) Selecteer Op basis van netwrk. De positiebepalingsserver definiëren Een toegangspunt en positiebepalingsserver definiëren voor positiebepaling via het netwerk Selecteer Positiebepalingsserver. Deze optie wordt gebruikt voor Assisted GPS of positiebepaling via het netwerk. Het is mogelijk dat de positiebepalingsserver vooraf is ingesteld door de serviceprovider, en mogelijk kunt u de instellingen niet bewerken.
Kaarten Kaarten Overzicht van Kaarten Selecteer Menu > Kaarten. Welkom bij Kaarten. Kaarten toont u wat zich in de buurt bevindt, helpt u bij het plannen van een route en helpt u uw bestemming te bereiken. • • • • Zoek steden, straten en diensten. Vind de weg met navigatie-instructies. Synchroniseer uw favoriete locaties en routes tussen uw mobiele apparaat en de internetdienst van Ovi Maps. Controleer weersverwachtingen en andere lokale informatie als deze beschikbaar is.
Kaarten 135 content kan onjuistheden of omissies bevatten en is mogelijk niet altijd beschikbaar. Vertrouw nooit uitsluitend en volledig op deze content en diensten. Uw locatie en de kaart weergeven Bekijk uw huidige locatie op de kaart en blader door kaarten van andere steden en landen. Selecteer Menu > Kaarten en Mijn positie. Wanneer de GPS-verbinding actief is, wordt uw huidige of laatst bekende locatie op de kaart gemarkeerd. Als de kleuren van het pictogram vaag zijn, is geen GPS-signaal beschikbaar.
Kaarten Het bereik van de kaart verschilt per land en per regio. Kaartweergave 1 2 3 4 Geselecteerde locatie Indicatorgebied Interessante locatie (PoI - Point of Interest), bijvoorbeeld een station of museum Informatiegebied Het uiterlijk van de kaart wijzigen Geef de kaart in verschillende modi weer om gemakkelijker te bepalen waar u zich bevindt. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Kaarten 137 Selecteer Menu > Kaarten en Mijn positie. Selecteer en een van de volgende opties: Kaartweergave — In de standaardkaartweergave zijn details, zoals locatienamen of wegnummers, eenvoudig leesbaar. Satellietweergave — Gebruik satellietafbeeldingen voor een gedetailleerde weergave. Omgevingsweergave — Geef in een oogopslag het bodemtype en de hoogte weer, bijvoorbeeld wanneer u van de afgebakende weg afwijkt. 3D — Voor een realistischere weergave verandert u het perspectief van de kaart.
Kaarten Kaarten downloaden met Nokia Map Loader 1 Sluit uw apparaat aan op een compatibele pc via een compatibele USBgegevenskabel of Bluetooth-verbinding. Als u een gegevenskabel gebruikt, selecteert u PC Suite als de USB-verbindingsmethode. 2 Open Nokia Map Loader on de computer. 3 Als een nieuwe kaartversie of nieuwe bestanden met gesproken instructies op het apparaat beschikbaar zijn, wordt u gevraagd of u de gegevens wilt bijwerken. 4 Selecteer een continent en een land.
Kaarten 139 Het GPS-systeem (Global Positioning System) valt onder het beheer van de regering van de Verenigde Staten, die als enige verantwoordelijk is voor de nauwkeurigheid en het onderhoud van het systeem.
Kaarten 1 2 3 Voer zoektermen in, zoals adres of postcode. Selecteer om het zoekveld te wissen. Selecteer . Selecteer een item in de lijst met voorgestelde overeenkomsten. De locatie wordt op de kaart weergegeven. Als u de andere locaties van de lijst met zoekresultaten op de kaart wilt bekijken, selecteert u een van de pijlen naast het informatiegebied ( ). Terugkeren naar de lijst met voorgestelde plaatsen Selecteer Lijst.
Kaarten 141 De details van een plaats weergeven Selecteer een plaats, het informatiegebied ( ) en Details weergeven. Een plaats beoordelen Selecteer een plaats, het informatiegebied ( ), Details weergeven en de beoordeling. Als u bijvoorbeeld een plaats 3 van de 5 sterren wilt toekennen, selecteert u de derde ster. U hebt een internetverbinding nodig om een plaats te kunnen beoordelen.
Kaarten 2 3 Tik in het informatiegebied van de locatie ( Selecteer Plaats opsl.. ). Een route opslaan 1 Tik in de kaartweergave op de locatie. Selecteer Zoeken om een adres of plaats te zoeken. 2 Tik in het informatiegebied van de locatie ( ). 3 Selecteer Toevoegen aan route als u een ander routepunt wilt toevoegen. 4 Selecteer Nieuw routepunt toev. en de juiste optie. 5 Selecteer Route weerg. > Opties > Route opslaan.
Kaarten 143 Een verzameling maken Selecteer Nieuwe verzameling maken en voer een naam voor de verzameling in. Een opgeslagen plaats aan een verzameling toevoegen 1 Selecteer Plaatsen en de plaats. 2 Selecteer Collecties beheren. 3 Selecteer Nieuwe collectie of een bestaande verzameling. Als u plaatsen of routes wilt verwijderen of een route aan een verzameling wilt toevoegen, gaat u naar de internetdienst van Ovi Maps op www.ovi.com.
Kaarten Opgeslagen plaatsen, routes en verzamelingen synchroniseren Selecteer Favorieten > Synchroniseren met Ovi. Als u nog geen Nokia-account hebt, wordt u gevraagd er een te maken. Het apparaat instellen om Favorieten automatisch te synchroniseren en Synchronisatie > Synchronisatie > Bij het opstart. en afsl.. Het Selecteer apparaat start de synchronisatie zodra u de toepassing Kaarten opent of sluit.
Kaarten 145 De taal van gesproken begeleiding wijzigen Selecteer in de hoofdweergave Navigatie > Per auto-begeleidingTe voetbegeleiding en de juiste optie. Wanneer u wandelt, kan het apparaat u naast gesproken begeleiding ook helpen met piep- en trilsignalen. Piep- en trilsignalen gebruiken en Navigatie > Te voet-begeleiding > PiepSelecteer in de hoofdweergave en trilsignalen. De gesproken begeleiding voor autonavigatie herhalen Selecteer in de navigatieweergave de optie Opties > Herhalen.
Kaarten Wanneer u de eerste keer Naar huis rijden of Naar huis lopen selecteert, wordt u gevraagd de thuislocatie te bepalen. Ga als volgt te werk als u de thuislocatie later wilt wijzigen: 1 2 3 in de hoofdweergave. Selecteer Selecteer Navigatie > Thuislocatie > Opn. defin.. Selecteer de juiste optie. Tip: Selecteer Kaart als u zonder een ingestelde bestemming wilt rijden. Uw locatie wordt in het midden van de kaart weergegeven terwijl u zich verplaatst.
Kaarten 147 Navigatieweergave 1 2 3 4 Route Uw locatie en richting Kompas Informatiebalk (snelheid, afstand, tijd) Verkeers- en veiligheidsinformatie opvragen Rijd comfortabeler dankzij realtime informatie over verkeersproblemen, rijstrookaanduidingen en snelheidswaarschuwingen, als deze voor uw land of regio beschikbaar zijn. Selecteer Menu > Kaarten en Per auto. Verkeersproblemen op de kaart weergeven Selecteer tijdens de autonavigatie Opties > Verkeersinf..
Kaarten Verkeersinformatie bijwerken Selecteer Opties > Verkeersinf. > Verkeersinfo bijwerken. Wanneer u een route plant, kunt u het apparaat zo instellen dat verkeersproblemen, zoals files en wegwerkzaamheden, worden vermeden. Verkeersproblemen vermijden en Navigatie > Nwe route vw. verk.sit.. Selecteer in de hoofdweergave Als de betreffende functie is ingeschakeld, kan tijdens de navigatie de locatie van flitspalen worden aangegeven.
Kaarten 149 Wanneer u de eerste keer Naar huis rijden of Naar huis lopen selecteert, wordt u gevraagd de thuislocatie te bepalen. Ga als volgt te werk als u de thuislocatie later wilt wijzigen: 1 2 3 in de hoofdweergave. Selecteer Selecteer Navigatie > Thuislocatie > Opn. defin.. Selecteer de juiste optie. Tip: Selecteer Kaart als u zonder ingestelde bestemming wilt lopen. Uw locatie wordt in het midden van de kaart weergegeven terwijl u zich verplaatst.
Kaarten De locatie van een routepunt bewerken Tik op het routepunt en selecteer Bewerken en de juiste optie. De route op de kaart weergeven Selecteer Route weerg.. Navigeren naar de bestemming Selecteer Route weerg. > Opties > Rit starten of Wandeling starten. De instellingen voor een route wijzigen De route-instellingen hebben invloed op de navigatie-instructies en de manier waarop de route op de kaart wordt weergegeven. 1 2 3 Open in de weergave van de routeplanner het tabblad Instellingen.
Kaarten 151 De snellere of kortere route gebruiken Open het tabblad Instellingen en selecteer Per auto > Routeselectie > Snellere route of Kortere route. De optimale route gebruiken Open het tabblad Instellingen en selecteer Per auto > Routeselectie > Geoptimaliseerd. De optimale route combineert de voordelen van zowel de kortere als de snellere route. U kunt ook aangeven dat u bijvoorbeeld snelwegen, tolwegen of veerponten wilt toestaan of juist vermijden. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Connectiviteit Connectiviteit Het apparaat biedt verschillende opties om verbinding te maken met internet of met een ander compatibel apparaat of pc. Gegevensverbindingen en toegangspunten Uw apparaat ondersteunt packet-gegevensverbindingen (netwerkdienst), zoals GPRS in het GSM-netwerk. Als u dit apparaat gebruikt in GSM- en 3G-netwerken, kunnen er meerdere gegevensverbindingen tegelijkertijd actief zijn, en toegangspunten kunnen een gegevensverbinding delen.
Connectiviteit 153 Het apparaat kan automatisch schakelen tussen GSM- en UMTS-netwerken. GSMnetwerken worden aangeduid met . UMTS-netwerken worden aangeduid met . Maak een keuze uit de volgende opties: Netwerkmodus — Selecteer welk netwerk u wilt gebruiken. Als u Dual mode selecteert, wordt het GSM- of UMTS-netwerk automatisch geselecteerd op basis van de netwerkparameters en de roaming-overeenkomsten tussen de serviceproviders. Neem contact op met uw netwerkprovider voor de details en kosten van roaming.
Connectiviteit WLAN Uw apparaat kan WLAN's detecteren en hiermee verbinding maken. U kunt het apparaat met behulp van een WLAN aansluiten op internet en compatibele apparaten met WLAN-ondersteuning. Als u een WLAN-verbinding wilt gebruiken, hebt u het volgende nodig: • • • WLAN moet beschikbaar zijn op uw locatie. Uw apparaat moet verbinding hebben met het WLAN. Bij sommige beveiligde WLAN's hebt u een toegangssleutel van de serviceprovider nodig om verbinding te maken.
Connectiviteit 155 • • Frequentie van 2,4 GHz Verificatiemethoden WEP (Wired Equivalent Privacy), WPA/WPA2 (Wi-Fi Protected Access) en 802.1x. Deze functies kunnen alleen worden gebruikt als ze door het netwerk worden ondersteund. Belangrijk: Schakel altijd één van de beschikbare encryptiemethoden in om de beveiliging van uw draadloze LAN-verbinding te vergroten. Het gebruik van encryptie verkleint het risico van onbevoegde toegang tot uw gegevens.
Connectiviteit Als u de actieve verbinding wilt beëindigen, selecteert u de verbinding en WLANverb. verbreken. WLAN-internettoegangspunten Selecteer Menu > Instellingen en Connectiviteit > Wireless LAN > Opties. Maak een keuze uit de volgende opties: WLAN-netwrkn filteren — Filter WLAN's uit de lijst met gevonden netwerken. De volgende keer dat de toepassing WLAN's zoekt, worden de geselecteerde netwerken niet weergegeven.
Connectiviteit 157 Beschkbrhd WLAN tonen — Selecteer of beschikbaar is. is weergegeven wanneer een WLAN Tip: Als u de toepassing WLAN-wizard wilt openen en de beschikbare opties wilt bekijken, selecteert u het WLAN-pictogram en selecteert u in het pop-upvenster de gemarkeerde tekst naast het WLAN-pictogram. Zoeken naar netwerken — Als u Beschkbrhd WLAN tonen instelt op Ja, kunt u aangeven hoe vaak het apparaat naar beschikbare WLAN's moet zoeken en de indicator moet bijwerken.
Connectiviteit 2 U wordt gevraagd de beschikbare verbindingen te controleren. De reeds beschikbare verbindingen worden na de zoekopdracht weergegeven en kunnen door een nieuw toegangspunt worden gedeeld. Als u deze stap overslaat, wordt u gevraagd een verbindingsmethode te selecteren en de benodigde instellingen te definiëren. Selecteer een toegangspuntgroep om de toegangspunten te bekijken die op uw apparaat zijn opgeslagen.
Connectiviteit 159 Een nieuwe groep met toegangspunten maken Selecteer Opties > Beheren > Nieuwe bestemming. Toegangspunten toevoegen aan een toegangspuntgroep Selecteer de groep en Opties > Nieuw toegangspunt. Een bestaand toegangspunt uit een andere groep kopiëren Selecteer de groep, ga naar het gewenste toegangspunt en selecteer Opties > Indelen > Kop. nr andere best.. De prioriteit van een toegangspunt in een groep wijzigen Selecteer Opties > Indelen > Prioriteit wijzigen.
Connectiviteit Wachtwoord — Een wachtwoord kan vereist zijn voor het maken van een gegevensverbinding en wordt doorgaans verstrekt door de serviceprovider. Verificatie — Selecteer Beveiligd om uw wachtwoord altijd gecodeerd te verzenden. Selecteer Normaal om uw wachtwoord waar mogelijk gecodeerd te verzenden. Homepage — Voer het internetadres of het adres van de multimediaberichtencentrale in, afhankelijk van het toegangspunt dat u instelt.
Connectiviteit 161 Een draadloos LAN-toegangspunt (WLAN) bewerken Selecteer een toegangspuntgroep en een toegangspunt dat is gemarkeerd met . Volg de instructies van de WLAN-serviceprovider. Selecteer een van de volgende opties: WLAN-netwerknaam — Selecteer Handmatig opgeven of Netwerken zoeken. Als u een bestaand netwerk selecteert, worden de WLAN-netwerkmodus en WLAN-beveiligingsmodus bepaald aan de hand van de instellingen van het toegangspuntapparaat.
Connectiviteit 1 2 3 4 Selecteer Menu > Instellingen en Connectiviteit > Bestemmingen. Selecteer de toegangspuntgroep met het gewenste WLAN-toegangspunt en selecteer het toegangspunt. U kunt ook WEP-instellingen definiëren bij het maken van een nieuw WLANtoegangspunt. Selecteer WLAN-beveiligingsmodus > WEP. Selecteer WLAN-beveiligingsinstell. en kies de volgende instellingen: WEP-sleutel in gebruik — Selecteer het WEP-sleutelnummer (Wired Equivalent Privacy). U kunt maximaal vier WEP-sleutels maken.
Connectiviteit 163 4 Selecteer WLAN-beveiligingsinstell. > WPA/WPA2 > EAP als u een EAPinvoegtoepassing (Extensible Authentication Protocol) wilt gebruiken of Vooraf ged. sleutel of als u een wachtwoord wilt gebruiken. Hetzelfde wachtwoord moet worden ingevoerd op het apparaat voor het WLANtoegangspunt. Als u EAP hebt geselecteerd, definieer dan de Instellingen EAP-plug-in volgens de instructies van uw serviceprovider.
Connectiviteit Uw actieve gegevensverbindingen weergeven Selecteer Menu > Instellingen en Connectiviteit > Verbind.beheer. In de weergave Actieve gegevensverbindingen kunt u uw gegevensverbindingen bekijken: gegevensoproepen packet-gegevensverbindingen WLAN-verbindingen Een verbinding verbreken Selecteer Opties > Verbinding verbreken. Alle geopende verbindingen verbreken Selecteer Opties > Alle verbind. verbreken. Details van een verbinding weergeven Selecteer Opties > Details.
Connectiviteit 165 Een synchronisatieprofiel bevat de noodzakelijke instellingen voor synchronisatie. Wanneer u de toepassing opent, wordt het standaardsynchronisatieprofiel of eerder gebruikt sychronisatieprofiel weergegeven. Een nieuw synchronisatieprofiel maken Selecteer Opties > Nieuw synchron.profiel. De functies van het synchronisatieprofiel definiëren Selecteer een synchronisatie-item om het in het profiel op te nemen of weg te laten.
Connectiviteit verbinding wel hinder kan ondervinden van obstakels, zoals muren of andere elektronische apparaten. Dit apparaat voldoet aan Bluetooth-specificatie 2.0 + EDR met ondersteuning voor de volgende profielen: algemene toegang, netwerktoegang, bediening, handsfree, headset, object push, bestandsoverdracht, inbelnetwerken, SIM-toegang en seriële poort.
Connectiviteit 167 Externe SIM-modus — Een ander apparaat, bijvoorbeeld een compatibel carkitaccessoire, inschakelen als u de SIM-kaart in uw apparaat wilt gebruiken om verbinding te maken met het netwerk. Beveiligingstips Selecteer Menu > Instellingen en Connectiviteit > Bluetooth. Wanneer u geen Bluetooth-verbinding gebruikt en u wilt bepalen wie uw apparaat kan vinden en ermee kan verbinden, selecteert u Bluetooth > Uit of Waarneemb. telefoon > Verborgen.
Connectiviteit 3 4 ander apparaat Selecteer Annuleren als u de zoekopdracht wilt onderbreken. Selecteer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken. Als voor het andere apparaat een koppeling is vereist voordat gegevens kunnen worden verzonden, klinkt er een geluidssignaal en wordt u gevraagd een wachtwoord op te geven. Op beide apparaten moet hetzelfde wachtwoord worden ingevoerd. Wanneer de verbinding is gemaakt, verschijnt Gegevens worden verzonden.
Connectiviteit 169 Met wordt in de apparaatzoekweergave een gekoppeld apparaat aangeduid. Na het koppelen met een accessoire verbinden Selecteer Opties > Verb. met audioapparaat. Sommige audioaccessoires worden na het koppelen automatisch met uw apparaat verbonden. Een apparaat als geautoriseerd instellen Selecteer Geautoriseerd. Verbindingen tussen uw apparaat en het geautoriseerde apparaat kunnen worden gemaakt zonder dat u het weet.
Connectiviteit Selecteer Menu > Instellingen en Connectiviteit > Bluetooth. Een apparaat blokkeren Ga op het tabblad Gekoppelde apparaten naar een apparaat dat u wilt blokkeren en selecteer Opties > Blokkeren. Blokkering van een apparaat opheffen Ga op het tabblad Geblokkrde. apparaten naar een apparaat en selecteer Opties > Verwijderen. Blokkering van alle geblokkeerde apparaten opheffen Selecteer Opties > Alle verwijderen.
Connectiviteit 171 3 De externe SIM-modus op het andere apparaat activeren. Wanneer de externe SIM-modus is geactiveerd, wordt Externe SIM-modus op het startscherm weergegeven. De verbinding met het draadloze netwerk is gesloten en u kunt geen diensten of functies voor de SIM-kaart gebruiken waarvoor dekking van het mobiele netwerk vereist is. Wanneer het apparaat in de externe SIM-modus is, kunt u alleen oproepen plaatsen of ontvangen via het aangesloten accessoire.
Connectiviteit Selecteer de USB-modus telkens wanneer een compatibele gegevenskabel wordt aangesloten Selecteer Vragen bij verbinding > Ja. Als de optie Vragen bij verbinding niet actief is, of u wilt de USB-modus tijdens een actieve verbinding wijzigen, selecteert u USB-verbindingsmodus en maakt u een keuze uit de volgende opties: PC Suite — Gebruik pc-toepassingen van Nokia, zoals Nokia Ovi Suite of Nokia Software Updater.
Connectiviteit 173 Mediaoverdracht — Synchroniseer uw muziek met Nokia Music of Windows Media Player. Pc-verbindingen U kunt uw mobiele apparaat gebruiken met een keur aan compatibele toepassingen voor pc-verbindingen en gegevenscommunicatie. Zo kunt u met Nokia Ovi Suite bestanden en afbeeldingen van uw apparaat naar een compatibele computer overbrengen. Als u Ovi Suite met de USB-verbindingsmodus wilt gebruiken, selecteert u PC Suitemodus. Zie het ondersteuningsgedeelte van www.ovi.
Connectiviteit Naamcontrole toegangspunt Met de naamcontroledienst voor toegangspunten kunt u packetgegevensverbindingen beperken en het apparaat zo instellen dat alleen bepaalde toegangspunten voor packet-gegevens worden gebruikt. Selecteer Menu > Instellingen en Connectiviteit > Beheerinstell. > Tgpt.namen bhr.. Deze instelling is alleen beschikbaar als de SIM-kaart de controledienst van het toegangspunt ondersteunt.
Connectiviteit 175 Een packet-gegevensverbinding alleen openen wanneer vereist Selecteer Packet-ggvnsverbinding > Wanneer nodig. Telkens wanneer u bijvoorbeeld een e-mail wilt versturen, moet eerst de verbinding geopend worden. HSDPA (netwerkdienst) gebruiken in UMTS-netwerken Selecteer Snelle toeg. packet-geg.. U kunt uw apparaat als modem voor uw computer gebruiken om toegang tot internet te krijgen via een packet-gegevensverbinding.
Online delen Online delen Informatie over Online delen Selecteer > . Met Online delen (netwerkdienst) kunt u de foto's, videoclips en geluidsclips die op uw apparaat staan, posten naar compatibele diensten voor online delen, zoals albums en blogs. U kunt ook commentaar weergeven en verzenden naar posts in deze diensten en inhoud downloaden naar uw compatibele Nokia-apparaat. Of de de dienst Online delen beschikbaar is, en zo ja, welke inhoudstypen worden ondersteund, kan verschillen.
Online delen 177 Neem contact op met de serviceprovider of de relevante derde partij voor meer informatie over de beschikbaarheid en de kosten van diensten van derden en de kosten van gegevensoverdracht. Uw accounts beheren Als u uw accounts wilt weergeven, selecteert u Opties > Instellingen > Mijn accounts. Selecteer Opties > Nieuwe account toev. als u een nieuwe account wilt maken. Als u uw gebruikersnaam of wachtwoord voor een account wilt wijzigen, selecteert u de account en Opties > Openen.
Online delen Voer, indien van toepassing, een titel of beschrijving voor de post in. Als u labels wilt toevoegen aan de post, selecteert u Labels:, indien beschikbaar. Als u het posten van locatiegegevens die zich in het bestand bevinden, wilt inschakelen, selecteert u Locatie: indien beschikbaar. Als u de post naar de dienst wilt verzenden, selecteert u Opties > Uploaden. Bestanden vanuit de Galerij posten U kunt uw bestanden vanuit Galerij naar een online dienst voor delen posten.
Nokia Videocentrum 179 Nokia Videocentrum Met Nokia Videocentrum (netwerkdienst) kunt u videoclips via de ether downloaden en streamen vanaf compatibele videodiensten met behulp van een packetgegevens- of een draadloze LAN-verbinding (WLAN). U kunt videoclips ook vanaf een compatibele pc naar het apparaat overbrengen en deze in Videocentrum bekijken.
Nokia Videocentrum De inhoud van sommige videodiensten is onderverdeeld in categorieën. U kunt videoclips doorbladeren door een categorie te selecteren. Selecteer Video zoeken om een videoclip in de dienst te zoeken. De zoekfunctie is mogelijk niet voor alle diensten beschikbaar. Sommige videoclips kunnen via de ether worden gestreamd, terwijl andere eerst naar uw apparaat moeten worden gedownload. Selecteer Opties > Downloaden om een videoclip te downloaden.
Nokia Videocentrum 181 Feeddetails — Hiermee geeft u informatie over een videoclip weer. Lijst vernieuwen — Hiermee vernieuwt u de lijst met videoclips. In browser openen — Hiermee opent u een koppeling in de webbrowser. Downloads plannen Selecteer Opties > Downloads plannen om een automatische download voor videoclips in een dienst te plannen. Nieuwe videoclips worden door Videocentrum automatisch dagelijks op het door u ingestelde tijdstip gedownload. Selecteer Handm.
Nokia Videocentrum Account beheren — Hiermee beheert u uw accountopties voor een bepaalde feed, indien beschikbaar. Als u de video's wilt zien die in een feed beschikbaar zijn, selecteert u een feed uit de lijst. Mijn video's Mijn video's is een opslagplaats voor alle video's in de toepassing Videocentrum. U kunt in verschillende weergaven overzichten van gedownloade video's en videoclips die met de camera van het apparaat zijn opgenomen tonen.
Nokia Videocentrum 183 Video's overbrengen van uw pc U kunt uw eigen videoclips vanaf compatibele apparaten naar Videocentrum overbrengen via een compatibele USB-kabel. In Videocentrum worden alleen videoclips weergegeven waarvan de indeling door het apparaat wordt ondersteund. 1 2 3 4 Als u het apparaat op een pc wilt weergeven als massageheugenapparaat waarnaar u gegevensbestanden kunt overbrengen, maakt u verbinding via een USB-kabel. Selecteer de verbindingsmodus Massaopslag.
Nokia Videocentrum Als u de GPRS-verbinding wilt inschakelen of uitschakelen, selecteert u GPRSgebruik bevestigen. Als u roaming wilt inschakelen of uitschakelen, selecteert u Roaming bevestigen. Ouderlijk toezicht — Hiermee stelt u een leeftijdsgrens voor video's in. Het wachtwoord is gelijk aan de blokkeringscode van het apparaat. De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345. In video-on-demand diensten zijn video's met dezelfde leeftijdslimiet dan u hebt ingesteld, of hoger, verborgen.
Webbrowser 185 Webbrowser Met de webbrowser kunt u HTML-webpagina's (HyperText Markup Language) op het web weergeven zoals deze oorspronkelijk zijn ontworpen (netwerkdienst). U kunt ook bladeren door webpagina's die specifiek zijn ontworpen voor mobiele apparaten en XHTML (eXtensible HyperText Markup Language) of WML (Wireless Markup Language) gebruiken. Als u wilt browsen op het web, moet op uw apparaat een internettoegangspunt zijn geconfigureerd.
Webbrowser Afbeeldingen uitschakelen om geheugenruimte te sparen en downloads te versnellen Selecteer Opties > Instellingen > Pagina > Inhoud laden > Alleen tekst. De inhoud van de webpagina vernieuwen Selecteer Opties > Webpaginaopties > Opnieuw laden. Snapshots bekijken van bezochte webpagina's Selecteer Terug. Er wordt een lijst geopend met pagina's die u tijdens de huidige internetsessie hebt bezocht. Deze optie is beschikbaar als Geschiedenislijst is geactiveerd in de browserinstellingen.
Webbrowser 187 Ga naar webadres — Hiermee gaat u naar een nieuw webadres. Zoom weergeven — Hiermee zoomt u in of uit op de webpagina. Werkbalk Als u de uitgebreide werkbalk wilt gebruiken, selecteert u uitvouwen en een van volgende opties: Ga nr feeds — Hiermee geeft u uw huidige feedabonnementen weer. Voll. scherm — Hiermee schakelt u naar volledige schermweergave. Ab. op feeds — Een lijst met webfeeds op de huidige internetpagina weergeven, en een abonnement op een webfeed nemen.
Webbrowser 2 3 4 Selecteer Overzicht. Er wordt een miniatuurafbeelding van de huidige webpagina geopend. Sleep naar boven, beneden, links of rechts om door de miniatuurafbeelding te schuiven. Tik op het gedeelte dat u wilt weergeven. De webpagina wordt bij dat gedeelte geopend. Webfeeds en weblogs Webfeeds zijn XML-bestanden op webpagina's die worden gebruikt om bijvoorbeeld de meest actuele nieuwskoppen of blogs te publiceren. Blogs of weblogs zijn webdagboeken.
Webbrowser 189 U kunt widgets via de toepassing Download! of via het web downloaden. Het standaardtoegangspunt voor widgets is hetzelfde als in de webbrowser. Sommige widgets werken informatie automatisch op uw apparaat bij wanneer ze op de achtergrond actief zijn. Bij het gebruik van widgets worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie over de kosten voor gegevensoverdracht.
Webbrowser 2 Selecteer een webadres in de lijst of in de verzameling bookmarks in de map Onlangs bezochte pag.. Hiermee slaat u de huidige webpagina op als bookmark Selecteer tijdens het browsen Opties > Webpaginaopties > Opslaan als bookmark. Bookmarks bewerken of verwijderen Selecteer Opties > Bookmarkbeheer. Een bookmark verzenden of toevoegen of een webpagina met bookmark als startpagina instellen Selecteer Opties > Bookmarkopties.
Webbrowser 191 Beveiliging van de verbinding Met een beveiligde verbinding en beveiligingscertificaten kunt u veilig webpagina's weergeven. Als het beveiligingspictogram ( ) tijdens een verbinding wordt weergegeven, is het gegevensverkeer tussen het apparaat en de internetgateway of server gecodeerd. Het veiligheidspictogram geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentserver (waar de gegevens worden opgeslagen) veilig is.
Zoeken Zoeken Over Zoeken Selecteer Menu > Internet > Zoekopdr.. De zoekfunctie (netwerkdienst) stelt u in staat om met diverse internetzoekdiensten te zoeken naar bijvoorbeeld websites en afbeeldingen. De inhoud en beschikbaarheid van de diensten kan variëren. Zoekactie starten Selecteer Menu > Internet > Zoekopdr.. Voer in het zoekveld een zoekterm in of blader langs de categorieën om te zoeken in de inhoud van het mobiele apparaat.
Andere toepassingen 193 Andere toepassingen Klok Tijd en datum instellen Selecteer Menu > Toepassngn > Klok. Selecteer Opties > Instellingen en een van de volgende opties: Tijd — De tijd instellen. Datum — De datum instellen. Automat. tijdaanpassing — Stel het netwerk zo in dat de datum-, tijd- en tijdzonegegevens op het apparaat automatisch worden bijgewerkt (netwerkdienst). Wekker Selecteer Menu > Toepassngn > Klok. Een nieuw alarm instellen 1 Selecteer Nieuw alarm. 2 Stel de tijd voor het alarm in.
Andere toepassingen Het alarm stoppen Selecteer Stoppen. Als uw apparaat is uitgeschakeld wanneer een alarm verloopt, schakelt het apparaat zichzelf in en hoort u de alarmtoon. De sluimerstand voor het alarm instellen Selecteer Snooze. De snoozetijd opgeven Selecteer Opties > Instellingen > Snoozetijd alarm. De alarmtoon wijzigen. Selecteer Opties > Instellingen > Alarmtoon klok. Wereldklok Met de wereldklok kunt u de huidige tijd op verschillende locaties weergeven. Selecteer Menu > Toepassngn > Klok.
Andere toepassingen 195 Agenda Selecteer Menu > Agenda om de agenda te openen. Agendaweergaven Selecteer Menu > Agenda. Schakelen tussen agendaweergaven Selecteer Opties > Weergave wijzigen > Dag, Week of Taken. De eerste dag van de week wijzigen of de instellingen voor het agenda-alarm aanpassen Selecteer Opties > Instellingen. De eerste dag van de week is de weergave die u ziet wanneer u de agenda opent. Naar een specifieke datum gaan Selecteer Opties > Ga naar datum.
Andere toepassingen Bestandsbeheer Informatie over Bestandsbeheer Selecteer Menu > Toepassngn > Kantoor > Best.beheer. Met Bestandsbeheer kunt u bestanden op uw telefoon of op een compatibel extern station zoeken, beheren en openen. Bestanden zoeken en organiseren Selecteer Menu > Toepassngn > Kantoor > Best.beheer. Een bestand zoeken Selecteer Opties > Zoeken. Voer de bestandsnaam als zoektekst in. Bestanden en mappen verplaatsen en kopiëren Selecteer Opties > Indelen en de gewenste optie.
Andere toepassingen 197 sommige gegevens waarvan u een back-up hebt gemaakt niet kunnen worden hersteld. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de DRM-beveiliging van uw gegevens. Het formatteren geeft geen garantie dat alle vertrouwelijke gegevens die in het massageheugen van het apparaat zijn opgeslagen definitief worden vernietigd.
Andere toepassingen Als u de bestandsdetails wilt weergeven, selecteert u Opties > Details. De details bevatten de naam, grootte en locatie van het bestand en de tijd en datum waarop het bestand voor het laatst is gewijzigd. Als u bestanden naar een compatibel apparaat wilt verzenden, selecteert u Opties > Verzenden en kiest u vervolgens de verzendmethode. Toepassingsbeheer Informatie over Toepassingsbeheer Selecteer en Menu > InstellingenToepass.beheer.
Andere toepassingen 199 Met Nokia Application Installer, dat deel uitmaakt van Nokia Ovi Suite, kunt u een toepassing op het apparaat installeren. De pictogrammen in Toepassingsbeheer geven het volgende aan: SIS- of SISX-toepassing Java-toepassing widgets Toepassing is in het massageheugen geïnstalleerd Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van betrouwbare bronnen, zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of die de Java Verified™-test hebben doorstaan.
Andere toepassingen Het JAR-bestand is vereist voor het installeren van Java-toepassingen. Als dit ontbreekt, wordt u mogelijk gevraagd het te downloaden. Als er geen toegangspunt is gedefinieerd voor de toepassing, wordt u gevraagd een toegangspunt te selecteren. U kunt een toepassing als volgt installeren: 1 2 Als u naar een installatiebestand wilt zoeken, selecteert u Menu > Instellingen en Toepass.beheer.
Andere toepassingen 201 Nadat u toepassingen op het massageheugen hebt geïnstalleerd, blijven de installatiebestanden (.SIS, .SISX) in het geheugen van het apparaat staan. De bestanden kunnen grote hoeveelheden geheugen in beslag nemen en ervoor zorgen dat u geen andere bestanden meer kunt opslaan. Als u voldoende geheugen wilt overhouden, maakt u met Nokia Ovi Suite een back-up van de installatiebestanden op een compatibele pc.
Andere toepassingen Selecteer Installatie-instellingen en maak een keuze uit de volgende opties: Software-installatie — Hiermee kunt u de installatie van Symbian-software zonder geverifieerde digitale handtekening toestaan of weigeren. Online certificaatcontrole — Hiermee controleert u online certificaten voordat u een toepassing installeert. Standaardwebadres — Hiermee stelt u het standaardwebadres in voor het controleren van online certificaten.
Andere toepassingen 203 Selecteer om de beschikbare updates te downloaden. Als u bepaalde updates niet wilt downloaden, selecteert u de desbetreffende updates in de lijst en verwijdert u de bijbehorende markering. Selecteer de update en klik op om informatie over een update weer te geven. Als u de status van vorige updates wilt weergeven, selecteert u . Selecteer Opties en een van de volgende opties: Update via computer — Hiermee werkt u het apparaat bij met behulp van een pc.
Andere toepassingen In de weergave Videoclips, Streamingkoppelingen en Onlangs afgespeeld, kunnen de volgende werkbalkpictogrammen beschikbaar zijn: Verzenden — Hiermee verstuurt u een videoclip of streamingkoppeling. Afspelen — Hiermee speelt u een videoclip of videostream af. Verwijderen — Hiermee verwijdert u een videoclip of streamingkoppeling. Verwijderen — Hiermee verwijdert u een bestand van de lijst met onlangs afgespeelde bestanden.
Andere toepassingen 205 Inhoud via de ether streamen Selecteer Menu > Toepassngn > RealPlayer. Het streamen van inhoud via de ether is een netwerkdienst. Selecteer Streaming kopp. en een koppeling. U kunt ook een koppeling naar streaming-media ontvangen in een SMS- of MMS-bericht, of een koppeling op een webpagina openen. Voordat de live-inhoud begint te streamen, wordt uw apparaat met de site verbonden en start het laden van de inhoud. De inhoud wordt niet op uw apparaat opgeslagen.
Andere toepassingen Een geluidsclip als bericht versturen Selecteer Opties > Verzenden. Een telefoongesprek opnemen Open de recorder tijdens een spraakoproep en selecteer horen beide partijen regelmatig een toon. . Gedurende de opname De opnamekwaliteit of de opslaglocatie van geluidsclips selecteren Selecteer Opties > Instellingen. De opnamefunctie kan niet worden gebruikt wanneer er een dataoproep of een GPRS-verbinding actief is.
Andere toepassingen 207 Omrekenen Met Omrekenen kunt u maateenheden omrekenen van de ene eenheid naar de andere. De functie Omrekenen heeft een beperkte nauwkeurigheid waardoor afrondingsfouten kunnen voorkomen. Selecteer Menu > Toepassngn > Kantoor > Omrekenen. Woordenboek Hiermee kunt u woorden van de ene in de andere taal vertalen. Niet alle talen worden ondersteund. Een te vertalen woord opzoeken 1 Selecteer Menu > Toepassngn > Kantoor > Woordenbk. 2 Voer tekst in het zoekveld in.
Instellingen Instellingen Sommige instellingen zijn mogelijk vooraf door de serviceprovider geconfigureerd voor het apparaat. U kunt deze instellingen dan niet wijzigen. Telefooninstellingen Instellingen voor datum en tijd Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Datum en tijd. Maak een keuze uit de volgende opties: Tijd — Hiermee voert u de huidige tijd in. Tijdzone — Hiermee selecteert u uw locatie. Datum — Hiermee voert u de huidige datum in. Datumnotatie — Hiermee selecteert u de datumnotatie.
Instellingen 209 Taalinstellingen Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Taal. De taal van het apparaat wijzigen Selecteer Telefoontaal. De schrijftaal wijzigen Selecteer Schrijftaal. Hiermee activeert u tekstvoorspelling Selecteer Tekstvoorspelling. Scherminstellingen Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Weergave. Maak een keuze uit de volgende opties: Lichtsensor — Hiermee past u de gevoeligheid van de lichtsensor van uw apparaat aan.
Instellingen Spraakopdrachten Spraakopdrachten activeren Houd de beltoets in het startscherm ingedrukt en geef een gesproken opdracht. De spraakopdracht is de naam van de toepassing of het profiel in de lijst. Als u de lijst met spraakopdrachten wilt weergeven, selecteert u Menu > Instellingen en Telefoon > Sprk.opdrachten. Selecteer Opties en een van de volgende opties: Opdracht wijzigen — De spraakopdrachten bewerken. Afspelen — Naar het gesynthetiseerde spraaklabel luisteren. Spraakopdr.
Instellingen 211 Verlichting — Hiermee stelt u in dat de lampjes na de time-out blijven branden. Welke instellingen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het type accessoire. Selecteer Tv-uitvoer als u de instellingen voor een TV Out-verbinding wilt wijzigen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties: Standaardprofiel — Hiermee stelt u het profiel in dat u wilt activeren telkens wanneer u een video-aansluitkabel van Nokia aansluit op uw apparaat.
Instellingen Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Telefoonbeheer > Apparaatupdates. Als uw netwerk het draadloos bijwerken van software ondersteunt, kunt u mogelijk ook updates via het apparaat aanvragen. Waarschijnlijk ontvangt u serverprofielen en andere configuratieinstellingen van uw serviceproviders en de informatiebeheerafdeling van uw bedrijf.
Instellingen 213 PIN-code vragen — Als deze optie actief is, moet u bij inschakeling van het apparaat altijd eerst de PIN-code opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij sommige SIM-kaarten niet kunt uitschakelen. PIN-code en PIN2-code — Hiermee wijzigt u de PIN- en de PIN2-code. De codes mogen alleen uit cijfers bestaan. Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van de alarmnummers, om te voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer kiest.
Instellingen Certificaatbeheer Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Telefoonbeheer > Beveiliging > Certificaatbeheer. Als u wilt verbinden met een online bank of externe server voor acties die de overdracht van vertrouwelijke informatie betreffen, moet u digitale certificaten gebruiken. Digitale certificaten gebruikt u ook om het risico van virussen of andere schadelijke software te beperken en om verzekerd te zijn van de autenticiteit van software wanneer u programma's downloadt en installeert.
Instellingen 215 Certificaatgegevens bekijken — echtheid controleren U kunt alleen zeker zijn van de identiteit van een server als de handtekening en geldigheidsperiode van het servercertificaat zijn gecontroleerd. Er verschijnt een melding als de identiteit van de server niet klopt of het juiste beveiligingscertificaat niet op het apparaat aanwezig is. Selecteer Opties > Certificaatgegevens als u de details van een certificaat wilt controleren. De geldigheid van het certificaat wordt gecontroleerd.
Instellingen Symbian-installatie: Ja — Het certificaat kan de oorsprong van een nieuwe toepassing voor het Symbian-besturingssysteem certificeren. Internet: Ja — Het certificaat kan servers certificeren. Toep.installatie: Ja — Het certificaat kan de oorsprong van een nieuwe Javatoepassing certificeren. Selecteer Opties > Vertr.instelling wijzigen om de waarde te wijzigen. Beveiligingsmodule Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Telefoonbeheer > Beveiliging > Beveiligingsmodule.
Instellingen 217 Beveiligde inhoud Inhoud die is beveiligd met digitale rechten (DRM), bijvoorbeeld mediabestanden zoals afbeeldingen, muziek of videoclips, wordt geleverd met een licentie waarin uw rechten staan voor het gebruik van de inhoud. U kunt de gegevens en status van de licenties weergeven, maar ook licenties opnieuw activeren en verwijderen. Licenties digitale rechten beheren Selecteer Menu > Telefoon > Telefoonbeheer > Beveiliging > Beveiligde inhoud.
Instellingen Als het apparaat inhoud met OMA DRM-beveiliging bevat, kunt u met de backupfunctie van Nokia Ovi Suite een backup maken van zowel de activeringssleutels als de inhoud. Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen zowel de licentie als de inhoud verloren gaan als het apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook mogelijk dat de licentie en de inhoud verloren gaan als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt.
Instellingen 219 Oproepinstellingen Oproepinstellingen Met oproepinstellingen kunt u oproepspecifieke instellingen voor uw apparaat opgeven. Selecteer Menu > Instellingen en Bellen > Oproep. Selecteer een van de volgende opties: Identificatie verzenden — Selecteer Ja om in te stellen dat uw telefoonnummer wordt getoond aan degene naar wie u belt. Als u de instelling wilt gebruiken die u bent overeengekomen met uw serviceprovider, selecteert u Ingest. door netwerk (netwerkdienst).
Instellingen Samenvatting na oproep — Hiermee wordt de duur van een oproep weergegeven nadat de oproep is beëindigd. Snelkeuze — Snelkeuze activeren. Aannemen willek. toets — Aannemen willekeurige toets activeren. Lijn in gebruik — Deze instelling (netwerkdienst) wordt alleen weergegeven als de SIM-kaart twee telefoonlijnen (twee abonneenummers) ondersteunt. Geef aan welke telefoonlijn u wilt gebruiken om te bellen of SMS-berichten te verzenden.
Instellingen 221 Er kunnen tegelijkertijd meerdere doorschakelopties actief zijn. startscherm geeft aan dat alle oproepen worden doorgeschakeld. op het Oproepblokkering Met Oproepen blokkeren (netwerkdienst) kunt u de gesprekken beperken die u met het apparaat kunt starten of ontvangen. Wanneer u zich in het buitenland bevindt, kunt u bijvoorbeeld alle uitgaande internationale of inkomende gesprekken blokkeren.
Problemen oplossen Problemen oplossen Raadpleeg de ondersteuningspagina's op www.nokia.com/support om veelgestelde vragen over uw apparaat te bekijken. V: Wat is mijn wachtwoord voor de blokkerings-, PIN- of PUK-code? A: De standaardblokkeringscode is 12345. Neem contact op met de leverancier van het apparaat als u de blokkeringscode bent vergeten. Als u de PIN- of PUK-code niet (meer) weet, neemt u contact op met de netwerkprovider.
Problemen oplossen 223 V: Waarom verschijnen er steeds ontbrekende, verkleurde of lichte stippen op het scherm als ik het apparaat aanzet? A: Dit is een kenmerk voor dit type display. Sommige displays kunnen pixels of puntjes bevatten die voortdurend aan of uit blijven. Dit is normaal, geen fout. V: Waarom kan mijn Nokia-apparaat geen GPS-verbinding tot stand brengen? A: Het kan enkele seconden tot enkele minuten duren voordat een GPS-verbinding tot stand is gebracht.
Problemen oplossen schakelen. Selecteer Menu > Instellingen en Connectiviteit > Bluetooth > Bluetooth > Uit. V: Waarom zie ik geen toegangspunt voor een WLAN (draadloos LAN), terwijl ik me binnen het bereik bevind? A: Mogelijk gebruikt het WLAN-toegangspunt een verborgen SSID (Service Set Identifier). U kunt alleen toegang krijgen tot netwerken waarvoor een verborgen SSID wordt gebruikt als u de juiste SSID kent en een WLAN-internettoegangspunt voor het netwerk hebt gemaakt op het Nokia-apparaat.
Problemen oplossen 225 Wanneer Beschkbrhd WLAN tonen is ingesteld op Nooit, wordt het pictogram voor de beschikbaarheid van een WLAN niet weergegeven in het startscherm. U kunt echter nog steeds handmatig zoeken naar beschikbare WLAN's en hiermee normaal verbinding maken. V: Wat moet ik doen als het geheugen vol is? A: Items uit het geheugen verwijderen. Als Onvoldoende geheugen voor bewerking. Wis eerst enkele gegevens. of Geheugen bijna vol. Verwijder gegevens uit het telefoongeheugen.
Problemen oplossen selecteert, wordt geen verbinding meer gemaakt met het netwerk voor multimediaberichten. Als u het apparaat zo wilt instellen dat alleen een packet-gegevensverbinding wordt opgezet als u een toepassing of bewerking start waarvoor een packetgegevensverbinding nodig is, selecteert u Menu > Instellingen en Connectiviteit > Beheerinstell. > Packet-ggvns > Packet-ggvnsverbinding > Wanneer nodig. Schakel als dit niet helpt, het apparaat uit en weer in.
Product- en veiligheidsinformatie 227 Product- en veiligheidsinformatie Accessoires Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, opladers en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit specifieke model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn. Met name het gebruik van niet-goedgekeurde laders of batterijen kan het risico met zich meebrengen van brand, explosie, lekkage of ander gevaar.
Product- en veiligheidsinformatie gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn. De batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt. Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij. (Deze klemmen zien eruit als metalen strips.
Product- en veiligheidsinformatie 229 De echtheid van het hologram controleren 1 Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek het Nokia-symbool met de handen te zien en vanuit de andere hoek het Nokia Original Enhancements-logo. 2 Wanneer u het hologram onder een hoek naar links, rechts, omlaag en omhoog houdt, hoort u op iedere zijde respectievelijk 1, 2, 3 en 4 stippen te zien.
Product- en veiligheidsinformatie • • • • • • • • • • • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst. Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige, vuile plaatsen. De bewegende onderdelen en elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken.
Product- en veiligheidsinformatie 231 Het symbool van de doorgestreepte container op uw product, in de documentatie of op de verpakking wil zeggen dat alle elektrische en elektronische producten, batterijen en accu’s na afloop van de levensduur voor gescheiden afvalverzameling moeten worden aangeboden. Dit geldt voor de Europese Unie. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil. Raadpleeg voor meer informatie de verklaringen met betrekking tot het milieu op www.nokia.com/ environment.
Product- en veiligheidsinformatie Geïmplanteerde medische apparatuur Om mogelijke storing van geïmplanteerde medisch apparatuur zoals een pacemaker of een geïmplanteerde defibrillator te voorkomen, raden fabrikanten van medische apparatuur aan om draadloze apparaten altijd op minimaal 15,3 centimeter afstand te houden. Personen met dergelijke apparaten moeten met het volgende rekening houden: • • • • • Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3 centimeter afstand van het medische apparaat.
Product- en veiligheidsinformatie 233 Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit in een omgeving met een mogelijk explosieve atmosfeer. Volg alle aanwezige instructies op. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving een explosie of brand veroorzaken die kan resulteren in letsel of de dood. Schakel het apparaat uit op plekken waar brandstoffen worden getankt, zoals op benzinestations.
Product- en veiligheidsinformatie Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen. Informatie over certificatie (SAR) Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven. Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger.
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-559 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/ declaration_of_conformity/. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN. Reverse engineering van de software in het apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht.
Index 237 Index Symbolen/Numeriek 802.1x-beveiligingsinstellingen 162 A aanraakscherm 21, 42, 60, 62, 64 accessoires 210 accounts 95 afbeeldingen 111, 112 agenda 195 A-GPS (assisted GPS) 127, 128 algemene informatie 26 antennes 35 apparaat — bijwerken 211 audioberichten 74 B back-up maken van apparaatgeheugen batterij — energie besparen — opladen/ontladen — plaatsen beantwoorden, oproepen berichten — e-mail 196 28 15 12 45 76 79 © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Index — widgets 188 C cachegeheugen 190 camera — flitser 121 — fotomodus 119 — locatiegegevens 122 — opname 125 — opties 120 — reeksmodus 123 — scènes 121 — symbolen 116 — videomodus 124 certificaten 214 chatservices (IM) 93 computerverbindingen 173 Zie ook gegevensverbindingen conferentiegesprekken 46 contacten 36, 66, 70 — beheren 67 — beltonen 69 — bewerken 66 — kopiëren 70 — opslaan 66 — overzicht 66 — spraaklabels 67 — standaard 68 — synchroniseren 164 — toevoegen copyrightbescherming D datum en
Index 239 F feeds, nieuws foto's Zie camera 188 G galerij 111 Galerij 111, 112 gedeelde video 52 gegevensverbindingen 164 — Bluetooth 165 — draadloos 154 — Pc-verbindingen 173 — synchronisatie 164 geheugen — vrijmaken 30 — webcache 190 GPS 129 — positieaanvragen 131 GPS (Global Positioning System) 127, 132 H headset helptoepassing Het profiel Offline I IAP's (internettoegangspunten) 38 26 37 156 © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Index J Java-toepassingen 198 K Kaarten 134 — bladeren 135 — downloaden, kaarten 137 — Favorieten 142 — gesproken begeleiding 144 — locatiegegevens weergeven 140 — locaties zoeken 139 — lopen 148 — navigatie 145 — plaatsen opslaan 141 — plaatsen organiseren 142 — plaatsen verzenden 143 — positiebepaling 138 — routes 145 — routes opslaan 141 — routes organiseren 142 — routes plannen 149 — schermelementen 136, 147 — synchroniseren 143 — verkeersinformatie 147 — wijzigen, weergaven 136 kabelverbinding 17
Index 241 N nabijheidssensor 42 navigatie-instrumenten 127 netwerkinstellingen 152 nieuwsfeeds 188 Nokia-account 88, 95 Nokia Map Loader 137 Nokia-ondersteuningsinformatie 24 Nokia Ovi Player 105 Notities 206 nummers 101 nuttige informatie 26 O ondersteuningshulpmiddelen Online delen — abonnementen nemen — accounts — diensten activeren — posten oorspronkelijke instellingen herstellen oplader, batterij opname-instellingen — in camera opname-modi — camera opnemen — videoclips 24 176 176 177 176 178 216 15 11
Index paginaoverzicht persoonlijke certificaten PIN2-code PIN-code plaatsen podcast podcasting polsband positiebepalingsgegevens positioneringsgegevens presentaties, multimedia problemen oplossen profielen — offline beperkingen proxy-instellingen PUK-codes Q Quickoffice R radio — luisteren — zenders RealPlayer recente oproepen recorder rekenmachine roaming 187 214 27 27 131 107 104, 108 41 132 127 77 222 100 37 160 27 197 109 110 203, 204, 205 56 205 206 152 S scènes — afbeelding en video 121 schermi
Index 243 symbolen en pictogrammen synchronisatie 32 164 T taalinstellingen 209 tekstinvoer 63, 64 thema's 99 toegangscodes 27 toegangspunten 156, 157, 158, 159, 160, 174 toepassingen 198, 201 toepassingsinstellingen 211 toetsen 10 toetsen vergrendelen 17 TV Out 113 U updates — apparaat UPIN-code UPUK-code USB-kabelverbinding 26 211 27 27 171 V vaste nummers verbindingen vergrendelingsschakelaar verzonden berichten 71 164 17 73 © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Index WEP-beveiliging 161 wereldklok 194 widgets 188 wireless LAN-instellingen 156 WLAN (draadloos lokaal netwerk) 154 WLAN (wireless local area network) 160, 162, 163 woordenboek 207 WPA-beveiliging 162 Z zelfontspanner, camera zoeken zoomen 123 192 119 © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.