CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-313 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. © 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voor uw veiligheid ....................................10 Over dit apparaat..........................................................11 Netwerkdiensten...........................................................12 Toebehoren, batterijen en laders................................13 Spelletjes........................................................................26 Hoofdtelefoon...............................................................27 Volume- en luidsprekerregeling.......
Kaarten...........................................................................60 Informatie over Kaarten............................................60 Schuiven over kaarten...............................................61 Kaarten downloaden.................................................62 Een plaats zoeken......................................................63 Een route plannen......................................................64 Extra diensten voor Kaarten......................................
Inhoudsopgave Bedieningsmodi.........................................................79 Verbindingsbeheer.......................................................79 Actieve gegevensverbindingen.................................79 Beschikbare WLAN-netwerken..................................80 Bluetooth-connectiviteit..............................................80 Bluetooth-connectiviteit...........................................80 Instellingen.................................................................
Gebruikersinstellingen..........................................125 Instellingen voor ophalen van e-mail.................126 Automatisch ophalen instellen............................126 Instellingen voor webdienstberichten..................127 Instellingen voor infodiensten...............................127 Overige instellingen.................................................127 Berichten..................................................114 Oproepen plaatsen...................................
Inhoudsopgave Alle communicatiegebeurtenissen controleren...............................................................141 Contacten (adressenlijst).........................143 Namen en nummers opslaan en bewerken.............143 Namen en nummers beheren....................................143 Standaardnummers en -adressen.............................144 Beltonen toevoegen voor contacten.........................144 Contacten kopiëren.....................................................
Opladen en ontladen..................................................177 Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van Nokia-batterijen..........................................................178 De echtheid van het hologram controleren..........178 Wat als de batterij niet origineel is?......................179 Behandeling en onderhoud.....................180 Verwijdering................................................................181 Aanvullende veiligheidsinformatie.........
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen. AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies.
Voor uw veiligheid software op uw apparaat om de beveiliging van de apparaten te vergroten. De afbeeldingen in deze handleiding kunnen verschillen van die op het display van uw apparaat. Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de wekker, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Toebehoren, batterijen en laders Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: DC-4, AC-4 of AC-5 en de opladers AC-1, ACP-8, ACP-9, ACP-12 of LCH-12 wanneer de adapter CA-44 wordt gebruikt. Voor uw veiligheid vereisen netwerkondersteuning voor deze technologieën.
Verbinding maken Verbinding maken De Nokia N82 ondersteunt de volgende verbindingsmethoden: ● 2G- en 3G-netwerken ● Bluetooth-connectiviteit: om bestanden over te brengen en verbinding te maken met compatibele uitbreidingen. Zie 'Bluetoothconnectiviteit', p. 80. ● Nokia AV-aansluiting (3,5 mm): om verbinding te maken met compatibele hoofdtelefoons, televisies of stereosets. Zie 'TV outmodus', p. 49. ● USB-gegevenskabel: om verbinding te maken met compatibele apparaten zoals printers en pc's.
Modelnummer: Nokia N82-1 Hierna aangeduid als Nokia N82. Help Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. Selecteer Opties > Help als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen. Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond geopend is door ingedrukt te houden. Selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > Help als u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu.
Nuttige informatie Software-updates Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde prestaties bieden. U kunt deze updates aanvragen via de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de software op het apparaat wilt bijwerken, hebt u de toepassing Nokia Software Updater nodig en een compatibele pc met Microsoft Windows 2000, XP of Vista, breedband internettoegang en een compatibele datakabel voor de verbinding tussen het apparaat en de pc. Bezoek www.
Levensduur van de batterij verlengen Veel functies van het apparaat vergen extra batterijcapaciteit en verkorten de levensduur van de batterij. Houd rekening met het volgende als u de batterij wilt sparen: ● Als functies Bluetooth-technologie gebruiken of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit. Schakel Bluetooth-technologie uit wanneer u deze niet nodig hebt.
Nuttige informatie een packet-gegevensverbinding (GPRS) is, probeert het apparaat van tijd tot tijd een packet-gegevensverbinding tot stand te brengen. Selecteer Packet-ggvnsverb. > Wanneer nodig om de bedrijfsduur van het apparaat te verlengen. ● Met de toepassing Kaarten worden nieuwe kaartgegevens gedownload als u naar nieuwe gedeelten van de kaart bladert. Dit vergt extra batterijcapaciteit. U kunt voorkomen dat nieuwe kaarten automatisch worden gedownload. Zie 'Kaarten', p. 60.
● E-mails in de mappen in Berichten en e-mails die uit de mailbox zijn opgehaald ● Opgeslagen webpagina's ● Contactgegevens ● Agendanotities ● Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet nodig hebt Nuttige informatie Gebruik Bestandsbeheer of ga naar de betreffende toepassing voor het verwijderen van gegevens die u niet langer meer nodig hebt. U kunt de volgende elementen verwijderen: ● Installatiebestanden (.SIS of .SISX) van toepassingen die u hebt geïnstalleerd.
Het apparaat Het apparaat Welkom Overdracht Maak een keuze uit de volgende opties: Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals contacten, van het ene naar het andere compatibele Nokia-apparaat overbrengen via Bluetooth. Als u het apparaat inschakelt, wordt de welkomsttoepassing weergegeven. ● Inst.wizard — Hiermee configureert u diverse instellingen, zoals e-mail.
2. Selecteer het verbindingstype dat u wilt gebruiken om de gegevens over te brengen. Beide apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype ondersteunen. 3. Ga als volgt te werk als u een Bluetoothverbinding gebruikt: selecteer Doorgaan als u met uw apparaat wilt zoeken naar andere apparaten met Bluetooth. Selecteer het apparaat waaruit u inhoud wilt overbrengen. U wordt gevraagd een code in te voeren op uw apparaat. Voer een code in (1-16 cijfers) en selecteer OK.
Het apparaat Als Overdracht een item niet kan overdragen, afhankelijk van het type van het andere apparaat, kunt u het item toevoegen aan de Nokia-map (E: \Data\Nokia of E:\Data\Nokia) en vanuit die map overbrengen. Wanneer u de map selecteert waarnaar een item moet worden overgebracht, worden de items in de bijbehorende map in het andere apparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd. voegen. Wanneer dit niet mogelijk is, is er sprake van een overdrachtsconflict.
Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten op het apparaat. Er is een compatibele TV Out-kabel aangesloten op het apparaat. Er is een compatibele teksttelefoon aangesloten op het apparaat. Er is een gegevensoproep actief (netwerkdienst). Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat een verbinding beschikbaar is.
Het apparaat ingeschakeld en het apparaat is verbonden met een UMTS-netwerk dat HSDPA ondersteunt, kunt u veel sneller gegevens downloaden via het mobiele netwerk, zoals berichten, e-mail en webpagina's. Een actieve HSDPA-verbinding wordt aangegeven met . Zie 'Schermsymbolen', p. 22. U kunt ondersteuning voor HSDPA in de apparaatinstellingen activeren of deactiveren. Zie 'Instellingen voor packet-gegevens', p. 170.
Als u in de stand-by modus wilt schakelen tussen de profielen Algemeen en Stil, houdt u # ingedrukt. Als u twee telefoonlijnen heeft (netwerkdienst), schakelt u met deze actie tussen de twee lijnen. Als u uw voicemailbox wilt bellen (netwerkdienst) in de stand-by modus, houdt u 1 ingedrukt. Als u de lijst met laatstgebruikte nummers in de stand-by modus wilt openen, drukt u op de beltoets. Als u spraakberichten in de stand-by modus wilt gebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt.
Het apparaat selecteert u SMS verzenden of Multim. ber. verzenden. 3. Druk de bladertoets omhoog of omlaag wanneer u op een tegel omhoog of omlaag wilt schuiven. U kunt items selecteren met de bladertoets. Selecteer Opties > Tegels ordenen als u de volgorde van de tegels wilt wijzigen. Druk op de multimediatoets als u vanuit een geopende toepassing naar het multimediamenu wilt terugkeren. Mobiel zoeken Druk op en selecteer Zoekopdracht.
Ga naar www.n-gage.com voor meer informatie. Hoofdtelefoon U kunt een compatibele headset of hoofdtelefoon bij uw apparaat gebruiken. Mogelijk moet u de kabelmodus selecteren. Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen. Sommige hoofdtelefoons worden geleverd in twee delen, een externe afstandsbediening en een hoofdtelefoon.
Het apparaat Volume- en luidsprekerregeling Druk op de volumetoets als u het volume wilt verhogen of verlagen tijdens een actieve oproep of wanneer u naar een geluid luistert. Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor hoeft te houden. Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Selecteer Opties > Luidspreker insch.
Het apparaat apparaat wordt de draadloze overdracht opnieuw ingeschakeld (mits het signaal sterk genoeg is).
Camera Camera Informatie over de camera De Nokia N82 heeft twee camera's: een camera met een hoge resolutie achter op het apparaat (de hoofdcamera, tot maximaal 5 megapixels, in de modus Liggend) en een camera met een lage resolutie aan de voorkant (de tweede camera in de modus Staand). U kunt met beide camera's foto's maken en video's opnemen. Het apparaat ondersteunt een beeldresolutie van 2592 x 1944 pixels. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders zijn weergegeven.
2 — Actieve werkbalk. Tijdens de opname wordt de werkbalk niet weergegeven. Zie 'Actieve werkbalk', p. 31. 3 — Symbool voor batterijniveau 4 — Symbool voor afbeeldingsresolutie, dat aangeeft of de kwaliteit van de afbeelding Afdr. 5M – Groot, Afdr. 3M – Normaal, Afdr. 2M – Normaal, E-mail 0,8M – Norm. of MMS 0,3M – Klein is. De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager dan die van een niet-gezoomde foto.
Camera Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen afbeeldingen). Zie 'Foto's nemen in een reeks', p. 35. Hiermee selecteert u een kleureffect. Hiermee kunt u het zoekerraster weergeven of verbergen (alleen afbeeldingen). Hiermee past u de witbalans aan. Hiermee past u de belichtingscompensatie aan (alleen afbeeldingen). Hiermee past u de scherpheid van het beeld aan (alleen afbeeldingen). Hiermee past u het contrast aan (alleen afbeeldingen).
● De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager dan die van een niet-gezoomde foto. ● Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op de opnametoets als u wilt doorgaan met het maken van foto's. Neem als volgt een foto: 1. Als de camera in de videomodus staat, selecteert u de afbeeldingsmodus op de actieve werkbalk. 2.
Camera en verzenden', p. 117. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek. U kunt de foto ook tijdens een actief gesprek verzenden naar de ontvanger van de oproep. Selecteer Verzenden naar beller ( ) (alleen beschikbaar tijdens een actieve oproep). ● Selecteer Toevoegen aan Print basket ( ) als u afbeeldingen wilt toevoegen aan de afdrukwachtrij (Print basket) om ze later af te drukken.
De standaardscène in de afbeeldingsmodus is Auto en in de videomodus Automatisch (beide worden aangegeven met ). Als u van scène wilt veranderen, selecteert u Scènemodus op de actieve werkbalk en selecteert u een scène. Ga naar Gebr. gedef. en selecteer Opties > Wijzigen als u uw eigen scène geschikt wilt maken voor een bepaalde omgeving. In de door de gebruiker gedefinieerde scène kunt u verschillende belichtings- en kleurinstellingen aanpassen.
Camera Zelf op de foto met de zelfontspanner De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de hoofdcamera. Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen zodat u zelf ook op de foto kunt komen te staan. Ga naar de actieve werkbalk en selecteer Zelfontspanner > 2 seconden, 10 seconden of 20 seconden om de vertraging voor de zelfontspanner in te stellen. Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wilt activeren.
Video-opname Een verandering van de bron, hoeveelheid en richting van het licht kan een foto aanzienlijk beïnvloeden. Hier volgen enkele veelvoorkomende lichtomstandigheden: Als u de hoofdcamera wilt inschakelen als de lensdop al is geopend, drukt u de opnametoets in en houdt u deze even ingedrukt. Lichtomstandigheden ● Lichtbron achter het onderwerp. Plaats het onderwerp nooit vóór een sterke lichtbron.
Camera 5 — Symbool voor de videokwaliteit, dat aangeeft of de kwaliteit van de video TV hoge kwaliteit, TV normale kwaliteit, E-mail hoge kwalit., E-mail norm. kwalit. of Kwaliteit voor delen is. 6 — Het bestandstype van de videoclip 7 — De totale beschikbare tijd voor de videoopname. Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren. Druk op de bladertoets om het opnemen van een video te starten. Druk de bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- of uitzoomen. Na het opnemen van een video Nadat u een videoclip hebt opgenomen, selecteert u het volgende op de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als Opgenomen video tonen is ingesteld op Aan in de video-instellingen): ● Selecteer Afspelen ( ) als u de zojuist opgenomen videoclip meteen wilt afspelen.
Camera Instellingen van fotocamera aanpassen Selecteer Opties > Instellingen in de afbeeldingsmodus en maak een keuze uit de volgende opties als u de begininstellingen wilt wijzigen: ● Afbeeldingskwaliteit — Selecteer Afdr. 5M – Groot (resolutie van 2592 x 1944), Afdr. 3M – Normaal (resolutie van 2048 x 1536), Afdr. 2M – Normaal (resolutie van 1600 x 1200), E-mail 0,8M – Norm. (resolutie van 1024 x 768) of MMS 0,3M – Klein (resolutie van 640 x 480).
● Flitsermodus ( ) (alleen afbeeldingen) — Hiermee selecteert u de gewenste flitsermodus. ● Kleurtoon ( ) — Hiermee selecteert u een kleureffect in de lijst. ● Witbalans ( ) — Hiermee selecteert u de huidige belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Camera ● ● ● ● 42 kwaliteit, E-mail hoge kwalit., E-mail norm. kwalit. (standaardkwaliteit voor afspelen via uw handset) of Kwaliteit voor delen. Selecteer TV hoge kwaliteit of TV normale kwaliteit als u de videofilm op een compatibele televisie of pc wilt bekijken. U gebruikt dan de VGA-resolutie (640 x 480) en de bestandsindeling .MP4. Videoclips in MP4-indeling kunnen mogelijk niet als multimediabericht worden verzonden.
Galerij Galerij Druk op en selecteer Galerij als u afbeeldingen, video- en geluidsclips en koppelingen naar streaming media wilt opslaan en indelen, of bestanden wilt delen met andere compatibele UPnP-apparaten (Universal Plug and Play) via een WLAN. Tip: Druk op de weergavetoets aan de zijkant van het apparaat als u zich in een andere toepassing bevindt en de laatst opgeslagen foto in Galerij wilt bekijken. Druk nogmaals op de weergavetoets als u de hoofdweergave van de map Afb. en video wilt openen.
Galerij verplaatsen naar de geheugenkaart (indien geplaatst) of naar het apparaatgeheugen. Afbeeldingen en videoclips Afbeeldingen en video's weergeven Als u uw afbeeldingen en videoclips wilt weergeven, drukt u op en selecteert u Galerij > Afb. en video. Foto's die zijn gemaakt en videoclips die zijn opgenomen met de camera van uw apparaat, worden opgeslagen in Afb. en video.
Afbeeldingen en video's organiseren Selecteer Opties > Albums > Naar album als u een afbeelding of videoclip wilt toevoegen aan een album in Galerij. Zie 'Albums', p. 46. Als u een afbeelding later wilt afdrukken, selecteert u de afbeelding en Tv. aan afdr. wachtrij op de actieve werkbalk . Zie 'Print basket', p. 46. Als u een foto als achtergrondafbeelding wilt gebruiken, selecteert u de foto en Opties > Afbeelding gebruiken > Inst. als achtergrond.
Galerij of Hiermee voegt u een afbeelding toe aan of verwijdert u deze uit de afdrukwachtrij (Print basket). Zie 'Print basket', p. 46. Als u een bestand uit een album wilt verwijderen, opent u het album, bladert u naar het bestand en drukt u op C. Het bestand wordt niet verwijderd uit Afb. en video in Galerij. Hiermee start u een diavoorstelling van uw afbeeldingen. Print basket Hiermee drukt u de weergegeven afbeelding af. Hiermee verwijdert u de geselecteerde afbeelding of videoclip.
Als u uw afbeeldingen als een diavoorstelling wilt weergeven, selecteert u een afbeelding in Galerij en selecteert u Diavoorstelling starten ( ) op de actieve werkbalk. De diavoorstelling begint met het geselecteerde bestand. Als u alleen de geselecteerde afbeeldingen als een diavoorstelling wilt weergeven, selecteert u Opties > Markeringen aan/uit > Markeren om afbeeldingen te markeren, en Opties > Diavoorstelling > Starten om de diavoorstelling te starten.
Galerij Afbeeldingen bijsnijden Als u een afbeelding wilt bijsnijden, selecteert u Opties > Effect toepassen > Snijden en kiest u in de lijst een vooraf gedefinieerde beeldverhouding. Als u de afbeelding handmatig wilt bijsnijden, selecteert u Handmatig. Als u Handmatig selecteert, wordt in de linkerbovenhoek van de afbeelding een kruis weergegeven. Gebruik de bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden en selecteer Instellen. Er verschijnt een tweede kruis in de rechterbenedenhoek.
Als u de videoclips in Galerij wilt bewerken, gaat u naar een videoclip en selecteert u Opties > Bewerken en een bewerkingsoptie. De video-editor ondersteunt videobestanden in de indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in de indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV. De editor ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerken of alle variaties van bestandsindelingen. 2. Verbind het andere uiteinde van de Nokia Video Connectivity-kabel met de Nokia AV-aansluiting van het apparaat. 3.
Galerij afbeelding in de miniatuurweergave opent terwijl deze op de tv wordt weergegeven, is inzoomen niet beschikbaar. Wanneer u een geselecteerde videoclip opent, wordt deze door RealPlayer weergegeven in het scherm van het apparaat en op de tv. Zie 'RealPlayer ', p. 103. U kunt afbeeldingen op de tv weergeven in de vorm van een diapresentatie. Alle items in een album of gemarkeerde afbeeldingen worden in een volledig scherm weergegeven op de tv terwijl de geselecteerde muziek wordt afgespeeld.
Afdrukvoorbeeld Wanneer u Afbeeldingen afdrukken de eerste keer gebruikt, wordt een lijst met beschikbare compatibele printers weergegeven nadat u de afbeelding hebt geselecteerd. Selecteer een printer. De printer wordt ingesteld als de standaardprinter. Als u de indeling wilt wijzigen, drukt u de bladertoets naar links of rechts om door de beschikbare indelingen voor de geselecteerde printer te bladeren.
Galerij of muismatten. Welke producten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de serviceprovider. Als u PrintOnline wilt gebruiken, moet minimaal één configuratiebestand van een afdrukservice zijn geïnstalleerd. U kunt de bestanden verkrijgen bij providers van afdrukdiensten die PrintOnline ondersteunen. Raadpleeg de handleidingen op de productondersteuningspagina's van Nokia of op uw lokale Nokia-website voor meer informatie over deze toepassing.
Belangrijke informatie over beveiliging U kunt mediabestanden die zijn opgeslagen in Galerij, delen met andere compatibele UPnPapparaten via het eigen netwerk. Als u de instellingen van het eigen netwerk wilt beheren, drukt u op en selecteert u Instrumenten > Connect. > Eigen media. U kunt via het eigen netwerk ook compatibele mediabestanden uit Galerij bekijken, afspelen, kopiëren of afdrukken. Zie 'Mediabestanden weergeven en delen', p. 55.
Galerij privé-mediabestanden uit. Zie 'Instellingen voor eigen netwerk', p. 54. Instellingen voor eigen netwerk Als u mediabestanden die u in Galerij hebt opgeslagen, via WLAN wilt delen met andere compatibele UPnP-apparaten, moet u uw WLANinternettoegangspunt maken en configureren, en vervolgens de instellingen voor eigen netwerk configureren in de toepassing Eigen media. Zie 'WLAN-internettoegangspunten', p. 79. Zie 'Verbindingsinstellingen', p. 167.
Selecteer Instrumenten > Connect. > Eigen media > Inhoud delen en maak een keuze uit de volgende opties: ● Inhoud delen — Hiermee kunt u het delen van mediabestanden met compatibele apparaten toestaan of weigeren. Schakel het delen van inhoud pas in nadat u alle andere instellingen hebt geconfigureerd. Als u het delen van inhoud inschakelt, kunnen de overige UPnP-compatibele apparaten in het eigen netwerk de bestanden bekijken en kopiëren die u hebt geselecteerd voor delen in de map Afb. en video.
Galerij 3. Selecteer Opties > Tonen stoppen als u het delen wilt stoppen. 6. Selecteer het apparaat waarin het bestand wordt weergegeven. Ga als volgt te werk als u mediabestanden die op een ander apparaat in het netwerk zijn opgeslagen, wilt weergeven op uw apparaat (of bijvoorbeeld op een compatibele tv) wilt weergeven: Selecteer Terug of Stop (beschikbaar wanneer video en muziek wordt afgespeeld) om het delen van het mediabestand te stoppen.
Informatie over GPS GPS (Global Positioning System) is een wereldwijd radionavigatiesysteem dat bestaat uit 24 satellieten en hun grondstations waarmee de werking van de satellieten in de gaten wordt gehouden. Het apparaat heeft een interne GPSontvanger. Een GPS-terminal ontvangt zwakke radiosignalen van satellieten en meet de afstand tussen de terminal en de signalen. Op basis van de reistijd kan de GPS-ontvanger de locatie tot op enkele meters nauwkeurig berekenen.
Positionering (GPS) Uw apparaat is vooraf geconfigureerd voor gebruik van de A-GPS-dienst van Nokia als geen A-GPSinstellingen van een specifieke serviceprovider beschikbaar zijn. De ondersteuningsgegevens worden alleen van de server van de Nokia A-GPSdienst opgehaald wanneer dat nodig is. U moet een internettoegangspunt voor packetgegevens in het apparaat hebben gedefinieerd om ondersteuningsgegevens te kunnen ophalen van de Nokia A-GPS-dienst.
● Slechte weersomstandigheden kunnen de signaalsterkte beïnvloeden. ● Als de energiespaarstand wordt ingeschakeld terwijl het apparaat een GPS-verbinding tot stand probeert te brengen, wordt deze poging onderbroken. ● Het kan enkele seconden tot enkele minuten duren voordat een GPS-verbinding tot stand is gebracht. Satellietstatus Als u wilt nagaan hoeveel satellieten uw apparaat heeft gevonden en of het apparaat satellietsignalen ontvangt, drukt u op en selecteert u Instrumenten > Connect.
Positionering (GPS) Positieaanvragen Het kan zijn dat uw positiegegevens worden aangevraagd door een netwerkdienst Serviceproviders bieden mogelijk informatie over lokale onderwerpen, zoals weer of verkeer, op basis van de locatie van het apparaat. Wanneer u een positieaanvraag ontvangt, wordt een bericht weergegeven met de mededeling dat de service deze gegevens heeft aangevraagd. Selecteer Accept. als u uw positiegegevens wilt verzenden of Weigeren als u de aanvraag wilt weigeren.
de huidige locatie te ontvangen, worden de cirkels groen. Schuiven over kaarten Uw huidige locatie wordt op de kaart aangegeven met . De kaartdekking verschilt per land. Wanneer u de toepassing Nokia Kaarten opent, wordt ingezoomd op de locatie die tijdens de laatste sessie is opgeslagen.
Positionering (GPS) de details ervan te bekijken of navigatie te starten (extra dienst), drukt u op de bladertoets en selecteert u de gewenste optie. Wanneer u over de kaart in het scherm schuift, bijvoorbeeld om naar een ander land te gaan, wordt een nieuwe kaart automatisch gedownload. Deze kaarten kunnen gratis worden gedownload, maar tijdens het downloaden worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden.
Selecteer Opties > Instellingen > Netwerk > Max. gebr. geh.krt (%) als u wilt definiëren hoeveel geheugenkaartruimte u wilt gebruiken voor het opslaan van kaarten of gesproken begeleiding. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer een compatibele geheugenkaart is geplaatst. Wanneer het geheugen vol is, worden de oudste kaartgegevens verwijderd. De opgeslagen kaartgegevens kunt u verwijderen met de Nokia Map Loader-software op de pc.
Positionering (GPS) Selecteer Opties > Plaats zoeken > Op adres als u wilt zoeken naar een locatie via een adres. U moet de plaats en het land invoeren. Selecteer Opties > Plaats zoeken > Op adres > Opties > Contactpers. select. als u gebruik wilt maken van een adres dat u hebt opgeslagen op een visitekaartje in Contacten. Druk op de bladertoets en selecteer Weergeven op kaart om een zoekresultaat op de kaart te bekijken. Selecteer Terug als u wilt terugkeren naar de lijst met resultaten.
De licentie die u voor een gids of navigatie aanschaft, geldt alleen voor dat specifieke apparaat en kan niet van het ene apparaat worden overgebracht naar een ander. Navigatie Als u een navigatiedienst met gesproken begeleiding wilt aanschaffen om in Nokia Kaarten te gebruiken, selecteert u Opties > Extra diensten > Navigatie toev.. Nadat u de navigatie-upgrade hebt aangeschaft, is de dienst beschikbaar via Nokia Kaarten.
Positionering (GPS) Gids dichtbij of Alle gidsen, selecteert u de gewenste gids en drukt u op Ja. Het aankoopproces wordt automatisch gestart. U kunt de gidsen betalen met een creditcard of u kunt het bedrag op uw telefoonrekening laten zetten (als dit door uw mobiele-netwerkprovider wordt ondersteund). Selecteer tweemaal OK om de aankoop te bevestigen. Voer uw naam en e-mailadres in en selecteer OK als u per e-mail een bevestiging van de aankoop wilt ontvangen.
GPS-gegevens zijn ontworpen om toegang te bieden tot informatie over de route naar een geselecteerde bestemming, positiegegevens over uw huidige locatie en reisgegevens, zoals de geschatte afstand tot de bestemming en de geschatte reisduur. Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > GPS-gegevens. De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in graden en decimale graden op basis van het internationale coördinatensysteem WGS-84.
Positionering (GPS) In de positieweergave kunt u de positiegegevens van uw huidige locatie bekijken. U ziet ook een schatting van de juistheid van de locatie. Selecteer Opties > Positie opslaan als u uw huidige locatie als plaats wilt opslaan. Plaatsen zijn opgeslagen locaties met meer informatie. Ze kunnen worden gebruikt in andere compatibele toepassingen en overgedragen tussen compatibele apparaten. Tripmeter Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > GPS-gegevens > Tripafstand.
Met de webbrowser kunt u HTML-webpagina's (HyperText Markup Language) op internet weergeven zoals deze oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ook bladeren door webpagina's die specifiek zijn ontworpen voor mobiele apparaten en XHTML (eXtensible HyperText Markup Language) of WML (Wireless Markup Language) gebruiken. Als u wilt browsen op het web, moet op uw apparaat een internettoegangspunt zijn geconfigureerd. Op internet surfen Druk op en selecteer Web.
Webbrowser bookmark is opgeslagen in de weergave Bookmarks. Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw laden als u de meest recente versie van de pagina wilt ophalen vanaf de server. Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u het webadres van de huidige pagina wilt opslaan als bookmark.
Werkbalk in de browser Met de werkbalk in de browser kunt u veelgebruikte browserfuncties selecteren. Houd de bladertoets ingedrukt op een lege plek van een webpagina om de werkbalk te openen. Druk de bladertoets naar links of naar rechts om over de werkbalk te navigeren. Druk op de bladertoets om een functie te selecteren. In de werkbalk kunt u de volgende opties selecteren: ● Veelgebr. koppelingen — Hiermee geeft u een lijst met vaak bezochte webadressen weer.
Webbrowser Webfeeds en blogs Webfeeds zijn XML-bestanden op webpagina's die worden gebruikt door de weblogcommunity en nieuwsorganisaties om de meest recente nieuwsberichten of tekst te delen, bijvoorbeeld nieuwsfeeds. Blogs of weblogs zijn dagboeken op het web. De meeste webfeeds gebruiken RSS- en Atom-technologie. Webfeeds worden veel toegepast op web-, blog- en wikipagina's. De toepassing Web stelt automatisch vast of een webpagina webfeeds bevat.
Als u het downloaden start, krijgt u een lijst te zien van de lopende en voltooide downloads tijdens de huidige sessie. Als u de lijst wilt wijzigen, selecteert u Opties > Downloads. Ga naar een item in de lijst en selecteer Opties als u lopende downloads wilt annuleren of voltooide downloads wilt openen, opslaan of verwijderen. Bookmarks De weergave Bookmarks verschijnt als u de webtoepassing opent. U kunt webadressen selecteren in een lijst of in een verzameling bookmarks in de map Autom. bookmrks.
Webbrowser De cache wissen De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in het cachegeheugen van het apparaat. Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen.
● Toegangspunt — Hiermee wijzigt u het standaardtoegangspunt. Sommige of alle toegangspunten kunnen door de serviceprovider vooraf zijn ingesteld voor het apparaat; het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen. ● Homepage — Hiermee definieert u de homepage. ● Miniweergave — Hiermee schakelt u de miniweergave in of uit. Zie 'Navigeren over pagina's', p. 71.
Webbrowser 76 ● Automatische updates — Hiermee geeft u op of webfeeds automatisch moeten worden bijgewerkt en zo ja, hoe vaak dit moet gebeuren. Als u de toepassing zodanig instelt dat webfeeds automatisch worden opgehaald, kan dit ertoe leiden dat grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider worden verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht. ● Toeg.p. voor autom. aanp.
Het apparaat bevat verschillende opties voor verbindingen met internet of met andere compatibele apparaten of pc's. WLAN Het apparaat ondersteunt WLAN. Met WLAN kunt u vanaf het apparaat verbinding maken met internet en compatibele apparaten die mogelijkheden bieden voor WLAN. WLAN Als u WLAN wilt gebruiken, moet dit beschikbaar zijn op uw locatie en moet het apparaat op het WLAN zijn aangesloten. In sommige gebieden, zoals Frankrijk, gelden restricties op het gebruik van draadloos LAN.
Verbindingen Er wordt een WLAN-verbinding tot stand gebracht als u een gegevensverbinding maakt met een internettoegangspunt voor een WLAN. De actieve WLAN-verbinding wordt beëindigd wanneer u de gegevensverbinding beëindigt. U kunt WLAN gebruiken tijdens een gesprek of wanneer packet-gegevens actief zijn. U kunt met maximaal één WLAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding hebben, maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfde internettoegangspunt gebruiken.
Druk op en selecteer Instrumenten > WLANwiz. als u de WLAN-wizard in het menu wilt openen. WLAN-internettoegangspunten Druk op wiz.. en selecteer Instrumenten > WLAN- Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: ● WLAN-netwrkn filteren — Hiermee filtert u de WLAN's uit de lijst met gedetecteerde netwerken. De geselecteerde netwerken worden uitgefilterd als de toepassing de volgende keer naar WLAN's zoekt. ● Details — Hiermee kunt u de details van een netwerk in de lijst weergeven.
Verbindingen netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. Selecteer Opties > Verb. verbreken als u een verbinding wilt verbreken. Selecteer Opties > Alle verb. verbrek. als u alle actieve verbindingen wilt verbreken. Selecteer Opties > Gegevens als u de details van een verbinding wilt bekijken. Welke details worden weergegeven, is afhankelijk van het type verbinding. Beschikbare WLAN-netwerken Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > Verb.beh. > Beschk. WLAN.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale autoriteiten of serviceprovider voor meer informatie. Als functies gebruikmaken van Bluetoothtechnologie of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af. Als het apparaat is vergrendeld, kunt u Bluetoothconnectiviteit niet gebruiken. Zie 'Telefoon en SIM', p. 160.
Verbindingen wie het apparaat kan detecteren en er verbinding mee kan maken. Accepteer geen verbindingsaanvragen van en koppel het apparaat niet aan een onbekend apparaat. Zo beschermt u het apparaat tegen schadelijke inhoud. Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen tegelijk actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden bent met een compatibele hoofdtelefoon, kunt u tegelijkertijd ook bestanden uitwisselen met een ander compatibel apparaat. 1.
1. Selecteer Opties > Nw gekoppeld app. als u het apparaat wilt koppelen aan een ander apparaat. Apparaten die zich binnen het bereik bevinden, worden weergegeven. 2. Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord in. Op het andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord worden ingevoerd. 3. Sommige audiotoebehoren maken na koppeling automatisch verbinding met het apparaat. Ga anders naar het toebehoren en selecteer Opties > Verb. met audioapparaat.
Verbindingen Als u de externe SIM-modus wilt gebruiken met een compatibele carkit, activeert u Bluetoothconnectiviteit en schakelt u het gebruik van de externe SIM-modus in. Activeer de externe SIMmodus vanaf het andere apparaat. Wanneer de externe SIM-modus is ingeschakeld op het apparaat, wordt Externe SIM-modus weergegeven in de stand-by modus.
Maak altijd verbinding vanaf de pc als u wilt synchroniseren met het apparaat. Verbindingen en gegevenscommunicatie. Met Nokia Nseries PC Suite kunt u bijvoorbeeld afbeeldingen overbrengen tussen een apparaat en een compatibele pc.
Nokia Videocentrum Nokia Videocentrum Met Nokia Videocentrum (netwerkdienst) kunt u videoclips downloaden en streamen vanaf compatibele internetvideodiensten die pakketgegevens of een WLAN (draadloos LAN) gebruiken. U kunt ook videoclips overbrengen vanaf een compatibele pc naar het apparaat en deze bekijken in Videocentrum. Videocentrum ondersteunt dezelfde bestandsindelingen als RealPlayer. Alle video's worden standaard in de liggende stand afgespeeld.
6. Bedien de speler met de bladertoets en de selectietoetsen terwijl de clip wordt afgespeeld. Druk op de volumetoets om het volume te regelen. Clips worden verder op de achtergrond gedownload als u de toepassing sluit. De gedownloade video's worden opgeslagen in Videocentr. > Mijn video's. Selecteer Nieuwe diensten toev. als u een verbinding tot stand wilt brengen met internet om te bladeren door beschikbare diensten die u kunt toevoegen aan de hoofdweergave.
Nokia Videocentrum geheugenkaart, worden automatisch enkele van de oudste bekeken video's verwijderd wanneer nieuwe video's worden gedownload. geeft aan dat video's binnenkort mogelijk worden verwijderd. Selecteer Opties > Beveiligen als u wilt voorkomen dat een video automatisch wordt verwijderd ( ). De overgebrachte video's verschijnen in de map Mijn video's in Videocentrum. Videobestanden in andere mappen van uw apparaat worden niet weergegeven.
Nokia Videocentrum ● Ouderlijk toezicht — Hiermee activeert u het kinderslot voor videodiensten. ● Voorkeursgeheugen — Hier geeft u aan of gedownloade video's moeten worden opgeslagen in het apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart. Als het geselecteerde geheugen bijna vol is, wordt de inhoud opgeslagen in het andere geheugen, indien beschikbaar. Als er niet genoeg ruimte vrij is in het andere geheugen, worden automatisch enkele van de oudste video's verwijderd.
Muziekmap Muziekmap Muziekspeler Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen zoals AAC, AAC+, eAAC+, MP3 en WMA. Music Player ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerken van bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen.
Druk de bladertoets naar rechts om naar het volgende item te gaan. Druk de bladertoets naar links als u wilt terugkeren naar het begin van het item. Druk de bladertoets binnen twee seconden nadat een liedje of podcast is gestart opnieuw naar links als u naar het vorige item wilt gaan. Wanneer u willekeurig afspelen wilt in- of uitschakelen, selecteert u Opties > Willekeurig afspelen. Selecteer Opties > Herhalen wanneer u het huidige item ( ) of alle items ( ) wilt herhalen, of herhalen wilt uitschakelen.
Muziekmap Playlists Druk op Muziek. en selecteer Muziek > Muziekspeler > Ga naar het menu Muziek en selecteer Afspeellijsten als u playlists wilt weergeven en beheren. Selecteer Opties > Details afspeellijst als u de details van de afspeellijst wilt bekijken. Een playlist maken 1. Selecteer Opties > Afspeellijst maken. 2. Voer een naam voor de playlist in selecteer OK. 3. Selecteer Ja om nu liedjes toe te voegen of selecteer Nee om de liedjes later toe te voegen. 4.
Eigen netwerk met music player U kunt gegevens die op uw Nokia-apparaat zijn opgeslagen, op afstand afspelen op compatibele apparatuur in een eigen netwerk. U kunt bestanden van uw Nokia-apparaat ook naar andere apparaten kopiëren die op uw eigen netwerk zijn aangesloten. Eerst moet uw eigen netwerk zijn geconfigureerd. Zie 'Informatie over het eigen netwerk', p. 52. Een nummer of podcast extern afspelen 1. Druk op en selecteer Muziek > Muziekspeler. 2. Selecteer Muziek of Podcasts. 3.
Muziekmap Muziek overbrengen vanaf de pc U kunt muziek overbrengen op drie verschillende manieren: ● Als u het apparaat op een pc wilt weergeven als massageheugenapparaat waarnaar u gegevensbestanden kunt overbrengen, maakt u verbinding via een compatibele USB-kabel of via Bluetooth. Selecteer Gegevensoverdracht als verbindingsmethode wanneer u de USB-kabel gebruikt. Er moet een compatibele geheugenkaart in het apparaat zijn geplaatst.
4. Als u nummers of albums wilt verwijderen, selecteert u een item in de synchronisatielijst. Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen uit lijst. 5. Klik op Synchrn. starten om de synchronisatie te starten. Automatische synchronisatie 1. Klik op de tab Sync om de automatische synchronisatiefunctie in Windows Media Player in te schakelen, selecteer Nokia Handset > Synchronisatie intsellen en schakel het selectievakje Dit apparaat automatisch synchroniseren in. 2.
Muziekmap Selecteer Opties > Zoeken in muziekwinkel voor meer muziek in de verschillende categorieën van het muziekmenu. Instellingen voor Nokia Muziekwinkel De beschikbaarheid en het uiterlijk van de instellingen voor Muziekwinkel kunnen variëren. De instellingen kunnen ook vooraf zijn gedefinieerd, waardoor u deze niet kunt bewerken.
Als u al eerder radiozenders hebt opgeslagen, selecteert u of om naar de volgende of vorige opgeslagen zender te gaan. Druk op de volumetoets om het volume te regelen. Selecteer Opties > Luidspreker aan als u via de luidspreker naar de radio wilt luisteren. Selecteer Opties > Zenderoverzicht (netwerkdienst) als u beschikbare zenders op basis van de locatie wilt weergeven. Selecteer Opties > Zender opslaan als u de huidige zender wilt opslaan in de lijst met zenders.
Muziekmap zender selecteert die de dienst Visual Radio aanbiedt. ● Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt voor de gegevensverbinding. U hebt geen toegangspunt nodig als u de toepassing wilt gebruiken als normale radio. ● Huidige regio — Selecteer de regio waarin u zich momenteel bevindt. Deze instelling verschijnt alleen als er geen netwerkdekking is wanneer de toepassing wordt opgestart.
Automatische updates vinden alleen plaats als een specifiek standaardtoegangspunt is geselecteerd en Nokia Podcasting wordt uitgevoerd. Als Nokia Podcasting niet wordt uitgevoerd, worden de automatische updates niet geactiveerd. ● Downloadlimiet (%) — Geef aan hoeveel geheugen voor gedownloade podcasts wordt gebruikt. ● Als limiet is bereikt — Geef aan wat u wilt doen als de downloads de downloadlimiet overschrijden.
Muziekmap Selecteer Opties > Webpagina openen om naar de website van de podcast te gaan (netwerkservice). Selecteer Opties > Beschrijving als u de details van een podcast wilt bekijken. Selecteer Opties > Zenden om geselecteerde podcasts naar een ander compatibel apparaat te verzenden. Mappen In de mappen kunt u nieuwe podcast-episodes vinden waarop u zich kunt abonneren. Druk op en selecteer Muziek > Podcasting > Mappen als u mappen wilt openen. De inhoud van de mappen verandert.
Podcasts om de volledige episode af te spelen wanneer de podcast volledig is gedownload. Selecteer de episodetitel om te beginnen met downloaden. Selecteer Opties > Downloaden of Downloaden voortz. om geselecteerde of gemarkeerde episodes te downloaden of verder te gaan met het downloaden van deze episodes. U kunt verschillende episodes tegelijk downloaden. Selecteer Opties > Bijwerken stoppen om de update te stoppen.
Muziekmap 102 u een groep geselecteerde podcasts in één keer wilt bijwerken, verwijderen en verzenden. Selecteer Opties > Webpagina openen wanneer u de website van de podcast wilt openen (netwerkservice). Sommige podcasts bieden de mogelijkheid om met de makers te communiceren via het toevoegen van opmerkingen en door te stemmen. Selecteer Opties > Opmerkingen weerg. om hiervoor een verbinding te maken met internet.
RealPlayer Met RealPlayer kunt u videoclips of streaming mediabestanden afspelen zonder dat u deze eerst in het apparaat hoeft op te slaan. RealPlayer ondersteunt bestandsindelingen als . 3GP, .MP4 of .RM. RealPlayer ondersteunt echter niet noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen. Videoclips afspelen Druk op en selecteer Toepass. > Media > RealPlayer. 1. Selecteer Opties > Openen als u een opgeslagen mediabestand wilt afspelen.
Mediamap Instellingen voor RealPlayer Druk op en selecteer Toepass. > Media > RealPlayer. U kunt de instellingen van RealPlayer ontvangen in een speciaal bericht van de serviceprovider. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Selecteer Opties > Instellingen en maak een keuze uit de volgende opties: ● Video — Geef aan of videoclips automatisch worden herhaald nadat ze zijn afgespeeld.
Druk op en selecteer Toepass. > Media > Act.sleutels als u activeringssleutels voor digitale rechten wilt bekijken. Digital Rights Management (DRM) Content-eigenaren kunnen verschillende soorten technologieën voor het beheer van digitale rechten (DRM) gebruiken om hun intellectuele eigendom, waaronder auteursrechten, te beschermen. Dit apparaat maakt gebruik van verschillende typen DRM-software om toegang te krijgen tot DRMbeveiligde inhoud.
Mediamap In de hoofdweergave kunt u de volgende opties selecteren: ● Geldige sleutels — Hiermee kunt u sleutels bekijken die zijn gekoppeld aan mediabestanden die nog niet geldig zijn. ● Ong. sleutels — Hiermee kunt u sleutels bekijken die nog niet geldig zijn. De gebruiksperiode voor het mediabestand is verstreken of het apparaat bevat een beschermd mediabestand zonder de bijbehorende activeringssleutel. ● Niet-gebr. sl.
U kunt het apparaat personaliseren door de standby modus, het hoofdmenu, tonen, thema's of het lettertype te wijzigen. De meeste persoonlijke opties, zoals het wijzigen van het lettertype, zijn bereikbaar via de apparaatinstellingen. Zie 'Persoonlijke instellingen', p. 158. Thema's Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Thema's. U kunt de schermweergave wijzigen, zoals de achtergrond en pictogrammen.
Het apparaat personaliseren Profielen - tonen instellen Druk op en selecteer Instrumenten > Profielen. U kunt de beltonen, berichtensignaaltonen en andere tonen voor verschillende gebeurtenissen, situaties of bellergroepen instellen en aanpassen. Selecteer een profiel en Opties > Activeren om het profiel te wijzigen. U kunt een profiel ook wijzigen door in de stand-by modus te drukken op de aan/ uit-toets. Ga naar het profiel dat u wilt activeren en selecteer OK.
Selecteer Opties > Toon afspelen als u de beltoon met het 3D-effect wilt beluisteren. Als u 3D-tonen inschakelt zonder een 3D-effect te selecteren, wordt stereoverbreding toegepast op de beltoon. Selecteer Instrumenten > Profielen > Opties > Aanpassen > Belvolume als u het volume van de beltoon wilt aanpassen. Stand-by modus wijzigen Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Standbymodus > Act. standby als u de actieve stand-by modus wilt in- of uitschakelen.
Het apparaat personaliseren 110 Ga naar het hoofdmenu en selecteer Opties > Verplaatsen, Verplaats naar map of Nieuwe map als u het hoofdmenu opnieuw wilt indelen. U kunt minder vaak gebruikte toepassingen naar mappen verplaatsen en vaak gebruikte toepassingen in het hoofdmenu opnemen. Selecteer Opties > Pictogramanimatie > Aan in het hoofdmenu als u bewegende pictogrammen op uw apparaat wilt weergeven.
Klok Wekker Druk op en selecteer Toepass. > Klok. Selecteer Opties > Nieuw snel alarm als u een nieuw snel alarmsignaal wilt instellen. Een snel alarmsignaal wordt ingesteld voor de volgende 24 uur en kan niet worden herhaald. Blader naar rechts naar het tabblad Alarm als u actieve en inactieve alarmsignalen wilt bekijken. Selecteer Opties > Nieuw alarm als u een nieuw alarmsignaal wilt instellen. Definieer desgewenst de herhaling. Als een alarmsignaal actief is, wordt weergegeven.
Tijdmanagement Ga naar een stad en selecteer Opties > Instellen als huidige stad als u uw huidige stad wilt instellen. De stad wordt weergegeven in de hoofdweergave van de klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast aan de geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is en overeenkomt met de tijdzone. Agenda Een agenda-item maken Druk op en selecteer Toepass. > Agenda. 1.
Selecteer Opties > Instellingen als u de begindag van de week wilt wijzigen of als u de weergave wilt wijzigen die verschijnt wanneer u de agenda opent. Selecteer Opties > Ga naar datum als u naar een bepaalde datum wilt gaan. Druk op # als u naar de huidige datum wilt gaan. Druk op * als u wilt schakelen tussen de maand-, week-, dag- en taakweergave. Als u een taak als voltooid wilt markeren, ga dan naar de taak in de taakweergave en selecteer Opties > Markeer: volbracht.
Berichten Berichten Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het ontvangende apparaat. Berichten, hoofdweergave Druk op ● ● ● en selecteer Berichten (netwerkdienst). Selecteer Nieuw bericht als u een nieuw bericht wilt maken. ● Berichten bevat de volgende mappen: Inbox — Deze map bevat ontvangen berichten, behalve e-mails en infodienstberichten.
U kunt geen infodienstberichten ontvangen in een UMTS-netwerk. Ook bij een packetgegevensverbinding kunt u mogelijk geen infodienstberichten ontvangen. Tekst invoeren Het apparaat ondersteunt traditionele tekstinvoer en tekstvoorspelling. Met tekstvoorspelling kunt u iedere letter invoeren door slechts eenmaal op de betreffende toets drukken. Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden.
Berichten Het voorspelde woord verandert na elke toetsaanslag. 3. Als u het woord correct en volledig hebt ingevoerd, drukt u de bladertoets naar rechts om dit te bevestigen of drukt u op 0 om een spatie toe te voegen. Als het woord niet correct is, druk dan herhaaldelijk op * om de overeenkomstige woorden uit de woordenlijst weer te geven. Als achter het woord een vraagteken verschijnt, is het woord niet gevonden in de woordenlijst.
Houd # ingedrukt en druk de bladertoets naar links of rechts als u tekst wilt selecteren om deze te kopiëren en plakken. Houd # ingedrukt en selecteer Kopiëren als u de tekst naar het klembord wilt kopiëren. Houd # ingedrukt en selecteer Plakken als u de tekst in een document wilt invoegen. Als u een item in een lijst wilt markeren, bladert u naar het item en drukt op #. Houd # ingedrukt en druk de bladertoets omhoog of omlaag om meerdere items in een lijst te markeren.
Berichten 2. Druk in het veld Aan op de bladertoets als u ontvangers of contactgroepen wilt selecteren of voer het telefoonnummer of emailadres van de ontvanger in. Druk op * om een puntkomma (;) toe te voegen als scheidingsteken tussen de ontvangers. U kunt ook het nummer of adres kopiëren en plakken vanaf het klembord. 3. Voer in het veld Onderwerp het onderwerp van het multimedia- of e-mailbericht in. Selecteer Opties > Adresvelden als u wilt wijzigen welke velden worden weergegeven. 4.
Tip: U kunt afbeeldingen, video, geluid en tekst combineren in een presentatie en deze in een multimediabericht verzenden. Maak eerst een multimediabericht en selecteer vervolgens Opties > Presentatie maken. De optie wordt alleen weergegeven als MMSaanmaakmodus is ingesteld op Met begeleiding of Vrij. Zie 'Instellingen voor multimediaberichten', p. 123. Inbox met ontvangen berichten Berichten ontvangen Druk op en selecteer Berichten > Inbox.
Berichten Gegevens, instellingen en webdienstberichten Op het apparaat kunt u diverse soorten berichten ontvangen die gegevens bevatten, zoals visitekaartjes, beltonen, logo's van de operator, agenda-items en e-mailmeldingen. U kunt ook instellingen van de serviceprovider of de afdeling voor informatiebeheer van uw bedrijf ontvangen in een configuratiebericht. Selecteer Opties en de betreffende optie als u de gegevens in het bericht wilt opslaan.
E-mails ophalen Druk op en selecteer Berichten en een mailbox. Selecteer Opties > Verbinden terwijl u offline bent om verbinding te maken met de externe mailbox. Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC. 1.
Berichten In het apparaat worden dezelfde e-mailkoppen weergegeven als in de externe mailbox. De berichtkop blijft dus zichtbaar in het apparaat nadat u de berichtinhoud hebt gewist. Als u de berichtkop ook wilt verwijderen, moet u eerst het bericht uit uw externe mailbox verwijderen en opnieuw een verbinding maken om de mailboxweergave in het apparaat bij te werken. Selecteer Opties > Verwijderen > Telefoon en server als u een e-mail wilt verwijderen van het apparaat en uit de externe mailbox.
Druk op en selecteer Berichten > Opties > Instellingen > SMS. Maak een keuze uit de volgende opties: ● Berichtencentrales — Hiermee geeft u een lijst met alle gedefinieerde SMS-berichtencentrales weer. ● Ber.centrale in gebr. — Selecteer de berichtencentrale voor het bezorgen van SMSberichten. ● Tekencodering — Selecteer Beperkte onderst. als tekens moeten worden geconverteerd naar een ander coderingssysteem wanneer dit beschikbaar is.
Berichten netwerk ontvangt u een melding als er een bericht is dat u kunt ophalen vanuit de multimediaberichtencentrale. Buiten uw eigen mobiele netwerk kost het mogelijk meer om multimediaberichten te verzenden en ontvangen. Als u Multimedia ophalen > Altijd automatisch selecteert, wordt automatisch een actieve packetgegevensverbinding tot stand gebracht om het bericht zowel binnen als buiten het eigen netwerk te ontvangen. 124 ● Anonieme ber. toest.
● Gebruikersnaam — Voer de gebruikersnaam in die door de serviceprovider is verstrekt. ● Wachtwoord — Voer uw wachtwoord in. Als u dit veld niet invult, moet u een wachtwoord opgeven wanneer u verbinding maakt met de externe mailbox. ● Server inkom. mail — Voer het IP-adres of de hostnaam in van de mailserver waarmee uw email wordt ontvangen. ● Toegangsp. in gebr. — Selecteer een internettoegangspunt. Zie 'Toegangspunten', p. 167. ● Mailboxnaam — Voer een naam voor de mailbox in.
Berichten ● Bericht zenden — Bepaal hoe e-mail wordt verzonden vanaf het apparaat. Selecteer Meteen voor het apparaat waarmee verbinding moet worden gemaakt met de mailbox wanneer u Bericht zenden selecteert. Als u Bij vlgende verb. selecteert, wordt e-mail verzonden wanneer de verbinding met de externe mailbox beschikbaar is. ● Kopie naar mij — Bepaal of u een kopie van de e-mail wilt verzenden naar uw eigen mailbox. ● Handtek. opnemen — Bepaal of u een handtekening wilt toevoegen aan uw e-mails.
Instellingen voor webdienstberichten Druk op en selecteer Berichten > Opties > Instellingen > Dienstbericht. Selecteer of u dienstberichten wilt ontvangen. Selecteer Ber. downloaden > Automatisch als u de browser van het apparaat automatisch wilt activeren en een netwerkverbinding tot stand wilt brengen om inhoud op te halen wanneer u een dienstbericht ontvangt. Instellingen voor infodiensten Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbare items en bijbehorende nummers.
Oproepen plaatsen Oproepen plaatsen Spraakoproepen 1. Voer in de stand-by modus het telefoonnummer in, inclusief het netnummer. Druk op C als u een nummer wilt verwijderen. Voor internationale oproepen drukt u tweemaal op * voor het teken + (duidt de internationale toegangscode aan). Vervolgens kiest u het landnummer, het netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer. 2. Druk op de beltoets om de oproep te plaatsen. 3.
Tip: Druk bij slechts één actieve oproep op de beltoets als u deze in de wachtstand wilt plaatsen. Druk nogmaals op de beltoets als u de oproep wilt activeren. Selecteer tijdens een actieve oproep Opties > Luidspreker insch. als u het geluid van de telefoon via de luidspreker wilt weergeven. Selecteer Opties > Handsfree insch. als u het geluid wilt weergeven via een compatibele hoofdtelefoon met Bluetooth-connectiviteit die u hebt aangesloten. Selecteer Opties > Telefoon insch.
Oproepen plaatsen Wanneer u Stil selecteert om de beltoon van de inkomende oproep te dempen, kunt u zonder de oproep te weigeren een tekstbericht verzenden waarin u de beller laat weten waarom u de oproep niet kunt beantwoorden. Selecteer Opties > SMS verzenden. Selecteer Instrumenten > Instell. > Telefoon > Oproep > Opr. weig. met SMS als u deze optie wilt instellen en een standaardtekstbericht wilt schrijven. Een conferentiegesprek voeren 1. Bel de eerste deelnemer. 2.
Als u in de stand-by modus een oproep wilt plaatsen, drukt u op de toegewezen sneltoets en op de beltoets. Oproep in wachtstand U kunt een oproep beantwoorden terwijl u een ander gesprek voert als u Oproep in wachtrij hebt geactiveerd in Instell. > Telefoon > Oproep > Oproep in wachtrij (netwerkdienst). Druk op de beltoets als u de oproep wilt beantwoorden. De eerste oproep wordt in de wachtstand geplaatst. Selecteer Wisselen als u wilt schakelen tussen de twee oproepen.
Oproepen plaatsen toets voor de hoofdtelefoon ingedrukt wanneer u spraakgestuurd bellen wilt starten. 2. U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt weergegeven. Spreek duidelijk de naam of bijnaam uit van de persoon zoals deze op de contactkaart is opgeslagen. 3. Het apparaat speelt een samengesteld spraaklabel af voor het herkende contact in de geselecteerde apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer. Na een time-out van 2,5 seconde wordt het nummer gekozen.
De tweede camera aan de voorzijde wordt standaard gebruikt voor videogesprekken. Het starten van een videogesprek kan enige tijd duren. Wachten op videoafbeelding wordt weergegeven. Als de oproep mislukt, bijvoorbeeld omdat videogesprekken niet worden ondersteund door het netwerk of omdat het ontvangende apparaat niet compatibel is, wordt u gevraagd of u een gewone oproep wilt plaatsen of een SMS- of multimediabericht wilt verzenden.
Oproepen plaatsen Als u het videogesprek niet activeert, wordt het verzenden van videobeelden niet geactiveerd en hoort u alleen het geluid van de beller. Het videobeeld wordt vervangen door een grijs scherm. Selecteer Instrumenten > Instell. > Telefoon > Oproep > Afb. in video-oproep als u het grijze scherm wilt vervangen door een foto die is gemaakt met de camera in het apparaat. Druk op de end-toets als u het videogesprek wilt beëindigen.
Als u Video delen wilt instellen, hebt u instellingen voor verbindingen van persoon tot persoon en voor UMTS-verbindingen nodig. Instellingen voor verbindingen van persoon tot persoon Een verbinding van persoon tot persoon wordt ook wel een SIP-verbinding (Session Initiation Protocol) genoemd. De SIP-profielinstellingen moeten in het apparaat worden geconfigureerd voordat u Video delen kunt gebruiken. Vraag de serviceprovider naar de SIP-profielinstellingen en sla deze op in het apparaat.
Oproepen plaatsen 2. Als u live videobeelden deelt, verzendt het apparaat een uitnodiging naar het SIP-adres dat u hebt toegevoegd aan de contactkaart van de ontvanger. Selecteer Opties > Uitnodigen als u een videoclip deelt. Mogelijk moet u de videoclip converteren naar een geschikte indeling om deze te kunnen delen. Clip moet worden geconverteerd voor delen. Doorgaan? wordt weergegeven. Selecteer OK.
Selecteer Dempen wanneer u een videoclip ontvangt en u het geluid hiervan wilt dempen. Selecteer Stop als u het delen van video wilt beëindigen. Het delen van video wordt ook beëindigd wanneer de actieve spraakoproep eindigt. Internetoproepen Met de internetgespreksdienst (netwerkdienst) kunt u oproepen plaatsen en ontvangen via internet. Internetoproepen zijn mogelijk tussen computers, tussen mobiele telefoons, en tussen een VoIP-apparaat en een traditionele telefoon.
Oproepen plaatsen gevraagde gegevens in. Zorg ervoor dat Registratie is ingesteld op Altijd aan. Neem voor de juiste instellingen contact op met uw provider van internetgesprekken. 2. Selecteer Proxyserver > Overdrachtstype > Auto. 3. Selecteer Terug totdat u weer in de hoofdweergave met verbindingsinstellingen bent. 4. Selecteer Internettelefoon > Opties > Nieuw profiel. Vul een naam voor het profiel in en selecteer het SIP-profiel dat u zojuist hebt gemaakt.
Selecteer Opties > Verb. met serv. verbr. om de verbinding met de internetgespreksdienst te verbreken. Internetoproepen plaatsen Als u de functie Internetoproepen hebt geactiveerd, kunt u een internetoproep plaatsen vanuit alle toepassingen die u ook gebruikt voor normale spraakoproepen. Blader bijvoorbeeld in Contacten naar het gewenste contact en selecteer Bellen > Opties > Internetoproep.
Oproepen plaatsen Selecteer Login-type > Handmatig om u handmatig aan te melden bij de internetgespreksdienst. Selecteer Opgeslagen verb. netw. om de netwerken die u hebt opgeslagen voor de internetgespreksdienst en de netwerken die zijn gedetecteerd door de internetgespreksdienst te bekijken. Selecteer Service-inst. bewerken om de dienstspecifieke instellingen te definiëren. Deze optie is alleen beschikbaar als het apparaat een dienstspecifieke invoegtoepassing bevat.
Druk op en selecteer Instrumenten > Logboek. Selecteer Packet-ggvns als u wilt controleren hoeveel gegevens er zijn verzonden en ontvangen tijdens packet-gegevensverbindingen De kosten van packet-gegevensverbindingen worden bijvoorbeeld mogelijk gebaseerd op de hoeveelheid verzonden en ontvangen gegevens. Alle communicatiegebeurtenissen controleren Druk op en selecteer Instrumenten > Logboek > Recente opr..
Oproepen plaatsen 142 Ga naar een inkomende of uitgaande gebeurtenis die is aangeduid met Pack. en selecteer Opties > Gegevens bekijken als u op de packetgegevensteller wilt weergeven hoeveel gegevens zijn overgedragen en hoelang een bepaalde packetgegevensverbinding duurt.
In Contacten kunt u contactgegevens opslaan en bijwerken, zoals telefoonnummers, privé-adressen of e-mailadressen van uw contacten. U kunt een persoonlijke beltoon of een miniatuur toevoegen aan een contactkaart. U kunt ook contactgroepen maken, zodat u SMS- of e-mailberichten naar een groot aantal ontvangers tegelijk kunt sturen. Tip: Als u contactkaarten wilt toevoegen en bewerken, kunt u ook Nokia Contacts Editor in Nokia Nseries PC Suite gebruiken.
Contacten (adressenlijst) Als u contactgegevens wilt verzenden, selecteert u de kaart die u wilt verzenden, Opties > Zenden en de gewenste optie. Selecteer een contactkaart en Opties > Sprklabel afspelen als u het spraaklabel wilt beluisteren dat aan het contact is toegewezen. Standaardnummers en adressen Druk op en selecteer Contacten. U kunt standaardnummers of -adressen toewijzen aan een contactkaart.
Als u contacten naar de SIM-kaart wilt kopiëren, selecteert u de namen die u wilt kopiëren en Opties > Kopieer naar SIM of Opties > Kopiëren > Naar SIM-telef.boek. Alleen de velden van de contactkaart die door de SIM-kaart worden ondersteund, worden gekopieerd. SIM-telefoonboek en andere SIM-diensten Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier zijn.
Contacten (adressenlijst) 3. U kunt de standaardnaam gebruiken of zelf een naam typen. Selecteer vervolgens OK. 4. Selecteer de groep en kies Opties > Leden toevoegen. 5. Ga naar een contact en druk op de bladertoets om dit te markeren. Herhaal dit voor alle contacten die u wilt toevoegen. 6. Selecteer OK om de contacten aan de groep toe te voegen. Selecteer Opties > Naam wijzigen, voer de nieuwe naam in en selecteer OK om de naam van een groep te wijzigen. Leden uit een groep verwijderen 1.
Quickoffice Met Quickoffice kunt u DOC-, XLS-, PPT- en TXTbestanden weergeven. Niet alle bestandsindelingen of functies worden ondersteund. Apple Macintosh wordt niet ondersteund. Druk op en selecteer Toepass. > Kantoor > Quickoffice als u de QuickOffice-toepassingen wilt gebruiken. Er wordt een lijst met beschikbare bestanden in de indeling DOC, XLS, PPT en TXT weergegeven. Ga met de bladertoets naar de betreffende tabbladen om Quickword, Quicksheet, Quickpoint of Quickmanager te openen.
Kantoormap Als u wilt bijwerken naar een versie van Quicksheet die bewerkingen ondersteunt, selecteert u Opties > Schakel nr bwrk.modus wanneer u een bestand hebt geopend. Aan de upgrade zijn kosten verbonden. Quickpoint Met Quickpoint kunt u Microsoft PowerPointpresentaties weergeven op het apparaat. Quickpoint ondersteunt de weergave van presentaties die zijn opgeslagen in PPT-indeling in Microsoft PowerPoint 2000, XP en 2003.
Omrekenen Druk op en selecteer Toepass. > Kantoor > Omreken.. Met Omrekenen kunt u maateenheden omrekenen. De functie Omrekenen is niet helemal nauwkeurig en afrondingsfouten zijn mogelijk. 1. Selecteer in het veld Type de maateenheid die u wilt gebruiken. 2. Selecteer in het eerste veld Eenheid de eenheid die u wilt omrekenen. 3. Selecteer in het volgende veld Eenheid de eenheid waarnaar u wilt omrekenen. 4. Voer in het eerste veld Waarde de waarde in die u wilt omrekenen.
Kantoormap informatie als URL-koppelingen, e-mailadressen en telefoonnummers bevatten. Activeer de hoofdcamera en selecteer Code scannen als u een code wilt scannen. Stel de code tussen de rode lijnen in het scherm in. De toepassing probeert de code te scannen en te decoderen en de gedecodeerde informatie wordt in het scherm weergegeven. Selecteer Opties > Opslaan als u de gescande gegevens wilt opslaan. De gegevens worden in BCRindeling opgeslagen. Selecteer Opgesl.
Rekenmachine Druk op en selecteer Toepass. > Rekenm.. Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen. Als u een berekening wilt maken, voert u het eerste getal van de berekening in. Selecteer in het functiegedeelte een functie, zoals optellen of aftrekken. Voer het tweede getal van de berekening in en selecteer =. De rekenmachine voert bewerkingen uit in de volgorde waarin deze zijn ingevoerd.
Map Toepassingen Installeer alleen software die specifiek is ontworpen voor het apparaat: Nokia N82. Softwareaanbieders verwijzen meestal naar het officiële modelnummer van dit product: Nokia N82-1. Toepassingen en software installeren Installatiebestanden kunnen naar het apparaat worden overgedragen vanaf een compatibele pc, gedownload tijdens het browsen of ontvangen in een multimediabericht, als e-mailbijlage of via andere verbindingsmethoden zoals Bluetoothconnectiviteit.
1. Druk op en selecteer Toepass. > Toep.beh. als u naar een installatiebestand wilt zoeken. U kunt ook zoeken in het apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst) in Bestandsbeheer, of in Berichten > Inbox een bericht openen dat een installatiebestand bevat. 2. Selecteer Opties > Installeren in Toepassingsbeheer. Ga in andere toepassingen naar het installatiebestand en selecteer dit om de installatie te starten. U kunt een installatie niet annuleren nadat u deze hebt gestart.
Map Toepassingen Toepassingen en software verwijderen Druk op en selecteer Toepass. > Toep.beh.. Ga naar een softwarepakket en selecteer Opties > Verwijderen. Selecteer Ja ter bevestiging. Verwijderde software kan alleen opnieuw worden geïnstalleerd als u beschikt over het oorspronkelijke softwarepakket of een volledige back-up van de verwijderde software. Als u een softwarepakket verwijdert, kan het zijn dat u documenten die u daarmee hebt gemaakt, niet meer kunt openen.
Bestandsbeheer Druk op en selecteer Instrumenten > Best.beh. om door de bestanden en mappen in het geheugen te bladeren. Als u Bestandsbeheer opent, ziet u de weergave van het apparaatgeheugen ( ). Schuif naar rechts om de weergave van de geheugenkaart ( ) te openen, indien beschikbaar. Selecteer Opties > Gegevens geheugen als u wilt zien hoeveel geheugen door de verschillende gegevenstypen wordt gebruikt.
Map Instrumenten Selecteer Opties > Geh.kaart formatt. als u een geheugenkaart wilt formatteren en Ja om dit te bevestigen. Spraakopdrachten Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > Spraakopdr.. U kunt het apparaat besturen met behulp van uitgebreide spraakopdrachten. Zie 'Spraakoproepen', p. 131. Als u uitgebreide spraakopdrachten voor het starten van toepassingen en profielen wilt activeren, moet u de toepassing Spraakopdrachten en de map Profielen openen.
Apparaatbeheer Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > App.beh.. Gebruik Apparaatbeheer als u verbinding wilt maken met een server en configuratie-instellingen voor het apparaat wilt ontvangen om nieuwe serverprofielen te maken of om bestaande serverprofielen te bekijken en te beheren. Ga naar het profiel en druk op C als u een serverprofiel wilt verwijderen. Map Instrumenten Selecteer Opties > Synchroniseren om gegevens te synchroniseren.
Instellingen Instellingen Sommige instellingen zijn mogelijk vooraf door de serviceprovider geconfigureerd voor het apparaat. U kunt deze instellingen dan niet wijzigen. Algemene instellingen In Algemene instellingen kunt u de algemene instellingen van het apparaat bewerken of de oorspronkelijke standaardinstellingen herstellen. U kunt de datum- en tijdinstellingen ook in de klok aanpassen. Zie 'Klok ', p. 111. Persoonlijke instellingen Druk op en selecteer Instrumenten > Instell.
Stand-by modus ● Act. standby — Activeer snelkoppelingen voor toepassingen in de stand-by modus. ● Snelkopp. — Hiermee wijst u een snelkoppeling toe aan selectietoetsen in de stand-by modus. Als de actieve stand-by is uitgeschakeld, kunt u tevens snelkoppelingen via toetsen toewijzen voor de verschillende drukmogelijkheden van de bladertoets. ● Toep. actief standby — Als actieve stand-by is ingeschakeld, selecteert u de snelkoppelingen naar toepassingen die u wilt weergeven in de actieve stand-by modus.
Instellingen De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het type toebehoren. Selecteer een toebehoren en maak een keuze uit de volgende opties: ● Standaardprofiel — Hiermee kunt u het profiel instellen dat moet worden geactiveerd wanneer u een bepaald compatibel toebehoren aansluit op het apparaat. ● Autom. antwoorden — Hiermee kunt u instellen dat inkomende oproepen na vijf seconden automatisch worden beantwoord.
Tip: Als u het toetsenblok handmatig wilt vergrendelen of ontgrendelen, drukt u op de linkerselectietoets en op *. ● Per. autom. blokk. telefn — Als u ongeoorloofd gebruik wilt voorkomen, kunt u een time-out instellen waarna het apparaat automatisch wordt vergrendeld. Een vergrendeld apparaat kan pas weer worden gebruikt nadat de juiste blokkeringscode is ingevoerd. Selecteer Geen als u deze automatische blokkering wilt uitschakelen.
Instellingen Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externe verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele bescherming. De beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid.
Selecteer Opties > Inst. Vertrouw bew. als u de waarde wilt wijzigen. Beveiligingsmodule Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Algemeen > Beveiliging > Beveiligingsmodule. Ga naar de beveiligingsmodule en druk op de bladertoets als u een beveiligingsmodule (indien beschikbaar) wilt bekijken of bewerken. Ga voor meer informatie naar een beveiligingsmodule en selecteer Opties > Beveiligingsgegevens. Oorspronkelijke instellingen herstellen Druk op en selecteer Instrumenten > Instell.
Instellingen 164 Telefooninstellingen In Telefooninstellingen kunt u instellingen voor telefoongesprekken en het netwerk bewerken. ● Oproepinstellingen Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Telefoon > Oproep. ● Identificatie verz. — U kunt instellen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven aan (Ja) of verborgen voor (Nee) de persoon naar wie u belt. De waarde kan ook worden ingesteld door uw serviceprovider wanneer u een abonnement afsluit (Ingst. door netw.) (netwerkdienst).
Tip: U kunt tussen de telefoonlijnen schakelen door # ingedrukt te houden in de stand-by modus. ● Lijn wijzigen — Selecteer Uitschakelen als u lijnselectie (netwerkdienst) wilt voorkomen (indien ondersteund door uw SIM-kaart). U hebt de PIN2-code nodig om deze instelling te wijzigen. Oproepen doorschakelen Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Telefoon > Doorschakelen. Met Doorschakelen kunt u inkomende oproepen doorschakelen naar uw voicemailbox of een ander telefoonnummer.
Instellingen De functies voor het blokkeren en doorschakelen van oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn. Wanneer oproepen zijn geblokkeerd, kunt u soms nog wel officiële alarmnummers kiezen. Spraakoproepen blokkeren Selecteer de gewenste blokkeringsoptie en schakel deze in (Activeren) of uit (Annuleer) of controleer of de optie is ingeschakeld (Controleer status). Oproepblokkering is van invloed op alle oproepen, inclusief gegevensoproepen. Internetoproepen blokkeren Schakel Anonieme opr.
Voor een gegevensverbinding hebt u een toegangspunt nodig. U kunt verschillende soorten toegangspunten definiëren, zoals: In Verbindingsinstellingen kunt u toegangspunten en andere connectiviteitsinstellingen bewerken. ● MMS-toegangspunten, voor het verzenden en ontvangen van multimediaberichten; U kunt de instellingen voor gegevenskabelverbindingen ook bewerken in de USB-toepassing. Zie 'USB', p. 84. Vraag uw serviceprovider welk type toegangspunt u nodig hebt voor de dienst die u wilt gebruiken.
Instellingen geeft een toegangspunt voor packet-gegevens aan. geeft een WLAN-toegangspunt aan. Tip: U kunt internettoegangspunten in een WLAN maken met de WLAN-wizard. Selecteer Opties > Nieuw toegangspunt als u een nieuw toegangspunt wilt maken. Selecteer Opties > Bewerken als u de instellingen van een toegangspunt wilt bewerken. Volg de instructies van de serviceprovider. ● Naam verbinding — Voer een beschrijvende naam voor de verbinding in. ● Drager gegevens — Selecteer het type gegevensverbinding.
WLAN-internettoegangspunten Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Verbinding > Toegangspunten > Opties > Bewerken of Nieuw toegangspunt. Volg de instructies van de WLAN-serviceprovider. ● WLAN-netwerknaam — Selecteer Handmat. opgeven of Netw.namen zken. Als u een bestaand netwerk selecteert, worden WLANnetwerkmodus en WLAN-beveil.modus bepaald aan de hand van de instellingen van het toegangspuntapparaat. ● Netwerkstatus — Hiermee geeft u aan of de naam van het netwerk wordt weergegeven.
Instellingen WEP-sleutelgegevens in de geselecteerde indeling) in. Beveiligingsinstellingen voor 802.1x en WPA/ WPA2 ● WPA/WPA2 — Hiermee selecteert u de verificatiemethode: EAP als u een EAPinvoegtoepassing (Extensible Authentication Protocol) wilt gebruiken of Vooraf ged. sleutel als u een wachtwoord wilt gebruiken. Leg de gewenste instellingen vast: ● Instell. EAP-plug-in — Voer de instellingen in volgens de instructies van de serviceprovider. ● Vooraf ged. sleutel — Voer een wachtwoord in.
WLAN-instellingen Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Verbinding > Wireless LAN. ● Beschkbrhd WLAN tonen — Selecteer of wordt weergegeven in de stand-by modus wanneer een WLAN beschikbaar is. ● Zoeken naar netwerken — Als u Beschkbrhd WLAN tonen instelt op Ja, selecteert u hoe vaak het apparaat zoekt naar beschikbare WLAN's en het symbool wordt bijgewerkt. Selecteer Opties > Geavanc. instellingen als u geavanceerde instellingen wilt weergeven.
Instellingen opslaan, weergeven of verwijderen in Configuraties. Naamcontrole toegangspunt Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Verbinding > Tgpt.namen bhr.. Met de naamcontroledienst voor toegangspunten kunt u packet-gegevensverbindingen beperken en het apparaat zo instellen dat alleen bepaalde toegangspunten voor packet-gegevens worden gebruikt. Deze instelling is alleen beschikbaar als de SIMkaart de controledienst van het toegangspunt ondersteunt.
Bezoek de ondersteuningspagina's op www.nseries.com/support om veelgestelde vragen over uw apparaat te bekijken. V: Wat is mijn wachtwoord voor de blokkerings-, PIN- of PUK-code? A: De standaardblokkeringscode is 12345. Neem contact op met een Nokia Care-centrum of uw serviceprovider als u de blokkeringscode bent vergeten of kwijtgeraakt. Als u de PIN- of PUK-code niet (meer) weet of als u deze code(s) kwijt bent, neemt u contact op met de netwerkprovider.
Problemen oplossen zijn dan 10 meter en mogen er zich geen muren of andere obstakels tussen de apparaten bevinden. V: Waarom kan ik een Bluetooth-verbinding niet verbreken? A: Als een ander apparaat verbonden is met het apparaat, kunt u de verbinding verbreken vanaf het andere apparaat of door Bluetooth uit te schakelen. Druk op en selecteer Instrumenten > Bluetooth > Bluetooth > Uit.
A: WLAN op het Nokia-apparaat wordt uitgeschakeld wanneer u niet probeert om verbinding te maken, geen verbinding hebt met een ander toegangspunt of niet aan het zoeken bent naar beschikbare netwerken. Als u de batterij wilt sparen, kunt u aangeven dat er niet of minder vaak moet worden gezocht naar beschikbare netwerken op de achtergrond. WLAN wordt uitgeschakeld tussen scans op de achtergrond. Ga als volgt te werk om de instellingen voor scans op de achtergrond te wijzigen: 1.
Problemen oplossen multimediaberichten te negeren. Wanneer u Handmatig selecteert, ontvangt u een bericht wanneer u een nieuw multimediabericht kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale. Wanneer u Uit selecteert, wordt geen verbinding meer gemaakt met het netwerk voor multimediaberichten.
Opladen en ontladen scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen. Als u de nieuwe batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten. Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij.
Informatie over de batterij zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt. batterij. Als u reden hebt om aan te nemen dat uw batterij geen echte, originele Nokia-batterij is, gebruik deze dan niet, maar breng de batterij naar de dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. De officiële Nokia-dealer of Service Point zal de echtheid van de batterij controleren.
Gebruik de batterij niet, als het u niet gelukt is vast te stellen of de Nokia-batterij met het hologramlabel een originele Nokia-batterij is. Breng de batterij naar de dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. Het gebruik van een batterij die niet door de fabrikant is goedgekeurd, kan gevaarlijk zijn en kan leiden tot gebrekkige prestaties en beschadiging van het apparaat of de toebehoren. Het kan ook de goedkeuring of garantie van het apparaat ongeldig maken.
Behandeling en onderhoud Behandeling en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden. ● Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
● U kunt het apparaat zo nu en dan weer tot een optimale prestatie resetten door de stroom uit te schakelen en de batterij te verwijderen. Deze tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als enig apparaat niet goed werkt.
Aanvullende veiligheidsinformatie 182 Aanvullende veiligheidsinformatie Kleine kinderen Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. Gebruiksomgeving Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal 1,5 cm (5/8 inch) van het lichaam bevindt.
Fabrikanten van medische apparatuur bevelen aan dat minimaal 15,3 cm (6 inch) afstand wordt gehouden tussen een draadloos apparaat en geïmplanteerde medische apparatuur, zoals een pacemaker of een geïmplanteerde defibrillator, om mogelijke storing aan de medische apparatuur te vermijden. Mensen die zulke apparaten dragen, moeten: ● Altijd het draadloze apparaat op meer dan 15,3 cm (6 inch) afstand houden van de medische apparatuur wanneer het draadloze apparaat is ingeschakeld.
Aanvullende veiligheidsinformatie in uw auto nog steeds goed bevestigd zit en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat zich bevindt of onderdelen of toebehoren daarvan. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen.
Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen. 1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontvangst voldoende is. Informatie over certificatie (SAR) Een alarmnummer kiezen: In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn. 2. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor een oproep. 3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt.
Aanvullende veiligheidsinformatie 186 ontworpen dat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het netwerk. De hoeveelheid benodigde energie kan wijzigen afhankelijk van een aantal factoren, zoals de afstand tot een zendmast waarop u zich bevindt. De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnen voor gebruik van het apparaat bij het oor is 0,62 W/ kg. Het gebruik van accessoires en toebehoren met het apparaat kan resulteren in andere SAR-waarden.
A aanpassen 107, 158 accessoires Zie toebehoren achtergrond 107 achtergrondverlichting, timeout 158 actieve stand-by modus 109, 159 actieve werkbalk in camera 31 in galerij 45 activeringssleutels 105 adressenlijst Zie contacten afbeeldingen afdrukken 50, 51 bewerken 47 online delen 52 afdrukken afbeeldingen 50 Print basket 46 agenda 112 alarmsignaal, agendanotitie 112, 113 albums, media 46 algemene informatie 15 Apparaatbeheer 157 audioberichten 117 automatisch bijwerken, datum/tijd 111 B barcodes 149 b
Index C instellingen 74 cachegeheugen 74 camera afbeeldingskwaliteit 40 afbeeldingsmodus 32 belichting 40 flash 34 instellingen 39 kleur 40 reeksmodus 35 scènes 34 videokwaliteit 41 videomodus 38 zelfontspanner 36 certificaten 161 computerverbindingen 84 Zie ook gegevensverbindingen 188 conferentiegesprekken 130 configuratie Zie instellingen contacten afbeeldingen in 143 beltonen 144 bewerken 143 groepen 145 kopiëren 144 opslaan 143 spraaklabels 144 standaardgegevens 144 synchroniseren 156 verwijdere
I inbox, berichten 119 infodienstberichten 115 installeren, toepassingen 152 instellingen aanpassen 158 Bluetooth-connectiviteit 81 camera 39 certificaten 161 configuratie 171 doorschakelen, oproepen 165 eigen netwerk 54 internetoproep 171 netwerk 166 oproepblokkering 165 oproepen 164 packet-gegevens 170 packet-gegevens, toegangspunten 168 positionering 163 RealPlayer 104 scherm 158 SIP 171 snelkoppelingen 159 stand-by 159 taal 159 toebehoren 159 toegangspunt, naamcontrole 172 toegangspunten 167 toepassin
Index media Flash Player 104 Muziekspeler 90 radio 96 RealPlayer 103 spraakopnamen 106 streaming 103 memonotities 112, 148 microfoon en luidspreker 28 mijn nummers 143 miniweergave 71 MMS (Multimedia Message Service) 117, 119 multimediaberichten 117, 119 multimediamenu 25 Muziekspeler 90 N navigatiehulpmiddelen 57 netwerkinstellingen 166 nieuwsfeeds 72 Nokia-contactgegevens 15 Nokia Lifeblog 104 notities 148 nummers 90 O 190 offline modus 28 omrekenen valuta 149 ondersteuning 15 ontgrendelen, toetsenb
Quickmanager 148 Quickpoint 148 Quicksheet 147 Quickword 147 R radio 96 rasterweergave van menu's 109 RealPlayer 103 rekenmachine 151 roaming 166 S scènes, foto en video 34 scherminstellingen 158 SIM-kaart berichten 122 contacten 145 SIP 171 sjablonen, bericht 118 SMS (Short Message Service) 117 SMS-berichten beantwoorden 119 instellingen 123 ontvangen en lezen 119 SIM-berichten 122 verzenden 117 snelkeuze 130 snelkoppelingen 159 softwaretoepassingen 151 software-update 16 speciale tekens, tekstinvoer
Index verzonden berichten, map 114 videoclips gedeeld 134 videoclips opnemen 38 videogesprekken 132, 133 opties tijdens 133 Visual Radio 96 voice over IP 139 voice over IP (VoIP) 137 VoIP (voice over IP) 139 volumeregeling 28 W weblogs 72, 104 webverbinding 69 weekinstellingen, agenda 113 weigeren, oproepen 129 wekker 111 welkom 20 welkomstbericht 158 WEP 169 wereldklok 111 werkbalk 31, 45 WLAN 77 Word, Microsoft 147 WPA 170 192 Z zelfontspanner, camera 36 zipmanager 149 zoomen 33, 38