Gebruikershandleiding Nokia E90 Communicator 9251246 Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het productRA-6 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. © 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People, Nokia Care, Eseries en E90 zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid.......................................................................6 5. Logboek ..................................................................................28 Over dit apparaat.......................................................................................6 Netwerkdiensten........................................................................................7 Toebehoren, batterijen en laders.........................................................
Inhoudsopgave Rekenmachine .........................................................................................44 Nokia Team Suite ....................................................................................45 Teams bewerken..................................................................................45 Quickoffice ................................................................................................45 Actieve notities .............................................................
Inhoudsopgave 18. Apparaat- en gegevensbeheer.......................................79 Back-ups maken van gegevens...........................................................79 Externe configuratie ..............................................................................79 Toepassingsbeheer ................................................................................79 Toepassingen installeren...................................................................80 Installatie-instellingen.............
Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
Voor uw veiligheid installatie van antivirussoftware met een periodieke updateservice en het gebruik van een firewall om de beveiliging van het apparaat te vergroten. Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
1. Aan de slag Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. Modelnummer: Nokia E90-1. Hierna aangeduid als Nokia E90 Communicator. De SIM-kaart en de batterij plaatsen Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier zijn.
Aan de slag 5. Plaats de haken van de cover in de sleuven. 6. Schuif de cover weer op zijn plaats. De geheugenkaart plaatsen Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet helemaal compatibel met dit apparaat zijn. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens die op de kaart staan aantasten.
Aan de slag 2. Plaats de geheugenkaart in de sleuf, met de contactpunten eerst. Zorg ervoor dat de contactpunten naar de voorkant van het apparaat zijn gericht. 3. Duw de kaart op zijn plaats. U hoort een klik als de kaart goed is geplaatst. 4. Sluit de cover. De geheugenkaart uitnemen Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt.
Aan de slag Toetsen en onderdelen op de cover 1 — Luistergedeelte 2 — Aan/uit-toets 3 — Spraaktoets 4 — Navi™-navigatietoets. Druk op de navigatietoets om een selectie in te voeren en om naar links, rechts, omhoog en omlaag over het scherm te bewegen. 5 — Selectietoets. Druk op de selectietoets om de functie uit te voeren die boven de selectietoets wordt weergegeven op het scherm. 6 — Selectietoets 7 — Wistoets 8 — Eindetoets.
Aan de slag De beschermlaag op het scherm en de cameralens kan worden verwijderd. Toetsen en onderdelen op de communicator 1 — Selectietoets 2 — Selectietoets 3 — Menutoets 4 — Toepassingstoetsen 5 — Eindetoets 6 — Beltoets 7 — Camera (alleen voor video-oproepen) Mijn eigen toets. Als u de Mijn eigen toets wilt configureren voor het openen van een toepassing, drukt u op deze toets. Houd de Mijn eigen toets ingedrukt om de geselecteerde toepassing te wijzigen.
Aan de slag Als u voor het vastleggen wilt in- of uitzoomen op de afbeelding, gaat u naar links of rechts met de navigatietoets. Eerste keer starten 1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt. 2. Als het apparaat vraagt om een PIN-code of blokkeringscode, voert u de code in en selecteert u OK. 3. Als u daarom wordt gevraagd, voert u de huidige datum en tijd in en de plaats waarin u zich bevindt. Navigeer omhoog of omlaag om te schakelen van A.M. naar P.M. Voer de eerste letters van uw stad in om deze te zoeken.
Aan de slag Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar. Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief. Er staat een GPRS-packet-gegevensverbinding in de wachtstand. Er is een EGPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar. Er is een EGPRS-verbinding actief. Er staat een EGPRS-packet-gegevensverbinding in de wachtstand. U hebt op het apparaat ingesteld dat gezocht moet worden naar draadloze LAN-netwerken en er is een draadloos LANnetwerk beschikbaar.
Aan de slag Als u de toetsen wilt vergrendelen in de stand-by modus, drukt u op de linkerselectietoets en op *. Druk op dezelfde toetsen om de toetsen te ontgrendelen. Tip: Als u de toetsen wilt vergrendelen in het menu of in een openstaande toepassing, drukt u kort op de aan/uit-toets en selecteert u Toetsenblok blokkeren. Als u de toetsen wilt vrijgeven, drukt u op de linkerselectietoets en op *.
2. Belangrijke informatie over het apparaat welkom Selecteer > Help > Welkom. De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt de toepassing Welkom geopend. Maak een keuze uit de volgende opties: • Zelfstudie geeft informatie over het apparaat en laat zien hoe u het kunt gebruiken. Zie 'Zelfstudie ', p. 20. • Overdracht stelt u in staat gegevens van een compatibel Nokia-apparaat over te brengen, bijvoorbeeld contacten en agendaitems. Zie 'Gegevensoverdracht tussen apparaten', p. 22.
Belangrijke informatie over het apparaat Als u tekst wilt kopiëren, houdt u de Shift-toets ingedrukt en selecteert u de tekst met de navigatietoets. Houd de Shift-toets ingedrukt en selecteer Kopiëren. U plakt de tekst als volgt: blader naar de gewenste locatie, houd de Shift-toets ingedrukt en selecteer Plakken. Deze methode werkt mogelijk niet in toepassingen waarin andere opdrachten gelden voor kopiëren en plakken.
Belangrijke informatie over het apparaat Als u een speciaal teken wilt invoegen, drukt u op de toets *. Ga naar het gewenste teken en druk op de navigatietoets. Als u een spatie wilt invoegen, drukt u op 0. Als u de cursor naar de volgende regel wilt verplaatsen, drukt u drie keer op 0. Als u tussen de verschillende typen letters wilt wisselen, drukt u op #. Tekstvoorspelling 1. Als u tekstvoorspelling wilt activeren, drukt u twee keer kort op #.
Belangrijke informatie over het apparaat Als u een profiel wilt wijzigen, selecteert u het desbetreffende profiel en kiest u Opties > Activeren. Als u het Offline-profiel selecteert, kunt u geen berichten meer verzenden en ontvangen. Als u een profiel dat u hebt gemaakt wilt verwijderen, selecteert u Opties > Profiel verwijderen. De vooraf gedefinieerde profielen kunt u niet verwijderen. Beltonen selecteren Als u een beltoon wilt instellen, selecteert u Opties > Aanpassen > Beltoon.
Belangrijke informatie over het apparaat schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken. Als u een geheugenkaart niet kunt gebruiken, is het kaarttype mogelijk niet geschikt, is de kaart niet geformatteerd voor het apparaat of is het bestandssysteem op de kaart beschadigd. microSD Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat.
Belangrijke informatie over het apparaat Als uw draadloze-serviceprovider geen Instelwizard aanbiedt, wordt deze functie mogelijk niet weergegeven in het menu van uw apparaat. Informeer bij uw serviceprovider of leverancier naar de beschikbaarheid van de Instelwizard. De beschikbaarheid van verschillende instellingsitems in de Instelwizard is afhankelijk van de functies van het apparaat, de SIMkaart, de draadloze-serviceprovider en de beschikbaarheid van gegevens in de database van de Instelwizard.
3. Gegevensoverdracht tussen apparaten Selecteer > Instrumenten > Overdracht. U kunt gegevens, zoals contactpersonen, van een compatibel Nokia-apparaat overbrengen naar uw Nokia E90 Communicator via Bluetooth of infrarood. Het soort gegevens dat kan worden overgebracht, is afhankelijk van het type apparaat. Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u ook gegevens synchroniseren tussen dat apparaat en uw Nokia E90 Communicator.
4. Telefoon Een oproep beantwoorden Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. Voordat u een oproep kunt plaatsen of ontvangen, moet het apparaat zijn ingeschakeld, voorzien zijn van een geldige SIM-kaart en zich binnen het bereik van het netwerk bevinden. Druk op de beltoets om een oproep te beantwoorden. Druk op de eindetoets om de oproep te weigeren.
Telefoon Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Als u een video-oproep wilt plaatsen, voert u het telefoonnummer in of selecteert u de ontvanger van de video-oproep in Contacten. Selecteer vervolgens Opties > Bellen > Video-oproep. Als de video-oproep begint wordt, bij gebruik van de covertelefoon, de camera aan de achterzijde van het apparaat geactiveerd.
Telefoon Een nieuw profiel voor internetoproepen maken U kunt pas internetoproepen verzenden of ontvangen als u een profiel voor internetoproepen hebt gemaakt. 1. Selecteer > Instrumenten > Instell. > Verbinding > SIP-instellingen > Opties > Nieuwe toevoegen en voer de vereiste gegevens in. Controleer of Registratie is ingesteld op Altijd aan. Neem voor de juiste instellingen contact op met uw aanbieder voor internetoproepen. 2. Selecteer Proxyserver > Overdrachtstype > Auto. 3.
Telefoon Oproepen omleiden Selecteer > Instrumenten > Instell. > Telefoon > Doorschakelen. U kunt inkomende oproepen omleiden naar uw voicemail of naar een ander telefoonnummer. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Kies of u spraak-, gegevens- of faxoproepen wilt omleiden en maak een keuze uit de volgende opties: • Alle spraakoproepen, Alle gegevensoproepen, of Alle faxoproepen — Alle inkomende spraak-, gegevens- of faxoproepen omleiden.
Telefoon DTMF-tonen verzenden U kunt DTMF-tonen (Dual Tone Multi-Frequency) verzenden tijdens een actieve oproep om de voicemailbox of andere telefoondiensten te besturen. Een DTMF-toonreeks verzenden 1. Plaats een oproep en wacht totdat deze wordt beantwoord. > Opties > DTMF verzenden. 2. Selecteer 3. Voer de DTMF-toonreeks in of selecteer een vooraf gedefinieerde toonreeks. Een DTMF-toonreeks aan een contactkaart koppelen 1. Selecteer > Contacten.
5. Logboek Selecteer > Logboek. In het logboek kunt u informatie bekijken over de communicatiegeschiedenis van het apparaat. Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt, het apparaat aan staat en zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt. Als u onlangs gemiste, ontvangen en gekozen oproepen wilt weergeven, selecteert u Recente opr.. Tip: Als u Gebelde nrs. in de stand-by modus wilt openen, drukt u op de beltoets.
6. Berichten Selecteer > Berichten. In Berichten (netwerkdienst) kunt u SMS-berichten, multimediaberichten en e-mailberichten verzenden en ontvangen. U kunt ook webdienstberichten, infodienstberichten en speciale berichten met gegevens ontvangen en dienstopdrachten verzenden. Voordat u berichten kunt verzenden of ontvangen, moet u wellicht het volgende doen: • Een geldige SIM-kaart in het apparaat plaatsen en controleren of het apparaat zich binnen het bereik van een netwerk bevindt.
Berichten brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in sommige taalopties nemen meer ruimte in beslag, waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt beperkt. 1. Als u een SMS-bericht wilt schrijven, selecteert u Nieuw bericht > SMS. 2. Ga naar het veld Naar en voer het nummer van de ontvanger in, of druk op de navigatietoets om een ontvanger toe te voegen vanuit Contacten. Als u meer dan één nummer invoert, moet u de nummers scheiden met een puntkomma. 3.
Berichten Een multimediabericht (MMS) kan tekst en objecten zoals afbeeldingen en geluids- en videoclips bevatten. Voordat u multimediaberichten kunt verzenden en ontvangen, moet u eerst de instellingen voor multimediaberichten definiëren. Het is mogelijk dat uw apparaat de serviceprovider van de SIM-kaart heeft herkend en automatisch de instellingen voor multimediaberichten heeft geconfigureerd. Als dat niet het geval is, neemt u contact op met uw serviceprovider.
Berichten Tip: Als u ontvangers aan uw antwoord wilt toevoegen, selecteert u Opties > Ontvngr toevoegen om de ontvangers in Contacten te selecteren, of voert u de telefoonnummers of e-mailadressen van de ontvangers handmatig in het veld Naar in. 3. Voer de tekst van het bericht in en selecteer Opties > Verzenden. Presentaties weergeven Als u een presentatie wilt weergeven, kunt u dat in de map Inbox doen. Ga naar de presentatie en druk op de navigatietoets.
Berichten 4. Ga naar Server inkom. mail, voer de naam in van de externe server waarop u uw e-mail ontvangt en selecteer Volgende. 5. Ga naar Server uitg. mail, voer de naam in van de externe server waarmee u uw e-mail verzendt en selecteer Volgende. Afhankelijk van uw netwerkoperator kunt u gebruikmaken van de uitgaande e-mailserver van uw netwerkoperator in plaats van die van uw e-mailprovider. 6.
Berichten Als u het verwijderen wilt annuleren, selecteert u Opties > Verwijd. onged. mkn. Submappen in externe e-mail Als u submappen maakt in uw IMAP4-mailboxen op een externe server, kunt u deze mappen met uw apparaat weergeven en beheren als u er een abonnement op hebt. U kunt alleen op mappen in uw IMAP4-mailboxen een abonnement nemen. Als u mappen in uw IMAP4-mailbox wilt weergeven, brengt u een verbinding tot stand en selecteert u Opties > Emailinstellingen > Inst. voor ophalen > Mapabonnementen.
Berichten Een gesprek beginnen Open Gesprekken. Als u wilt zoeken naar chatgebruikers en chatgebruikers-ID's, selecteert u Chatcontacten > Opties > Nieuw chatcontact > Zoeken. U kunt zoeken op Gebruikersnaam, Gebruikers-ID, Telefoonnummer en E-mailadres. Als u een gesprek wilt weergeven, selecteert u de desbetreffende gesprekspartner. Als u een gesprek wilt voortzetten, voert u een bericht in en selecteert u Opties > Verzenden.
Berichten en relevante onderwerpnummers. Infodienstberichten kunnen worden ontvangen als het apparaat in de externe SIM-modus is. Het is mogelijk dat bij een GPRS-verbinding geen ontvangst van infodiensten mogelijk is. Als u infodienstberichten wilt ontvangen, moet u mogelijk de ontvangst van infodiensten inschakelen. Selecteer Opties > Instellingen > Ontvangst > Aan. Als u alle berichten over een bepaald onderwerp wilt weergeven, selecteert u het onderwerp.
Berichten • • • • • • • waarschuwing wilt ontvangen voor dergelijke inhoud. Selecteer Vrij als u een multimediabericht wilt maken zonder beperkingen voor het type van de bijlagen. Als u Beperkt selecteert, kunt u geen multimediapresentaties te maken. Toeg.punt in gebruik — Selecteer het standaardtoegangspunt dat u wilt gebruiken om verbinding te maken met de multimediaberichtencentrale. Het is mogelijk dat u het standaardtoegangspunt niet kunt wijzigen als dit vooraf is ingesteld door uw serviceprovider.
Berichten Infodienstinstellingen Selecteer > Berichten > Opties > Instellingen > Infodienst. Maak een keuze uit de volgende opties: • Ontvangst — Selecteer Aan om infodienstberichten te ontvangen. • Taal — Selecteer de talen waarin u infodienstberichten wilt ontvangen. • Itemherkenning — Selecteer Aan om nieuwe onderwerpen weer te geven in de lijst van infodienstberichtonderwerpen. Overige instellingen Selecteer > Berichten > Opties > Instellingen > Overige.
7. Contacten Selecteer > Contacten. U kunt contactgegevens, zoals telefoonnummers, thuisadressen of e-mailadressen van uw contacten opslaan en bijwerken. U kunt een persoonlijke beltoon of een miniatuurafbeelding toevoegen aan een contact. U kunt ook contactgroepen maken, zodat u tekst- of e-mailberichten aan veel ontvangers tegelijkertijd kunt verzenden. U kunt ontvangen contactgegevens (visitekaartjes) opslaan aan Contacten.
Contacten Als u een contact uit een contactgroep wilt verwijderen, gaat u naar het contact die u wilt verwijderen en selecteert u Opties > Verwijder uit groep. Als u de naam van een groep wilt wijzigen, selecteert u Opties > Naam wijzigen. Beltonen voor contacten toevoegen U kunt een beltoon selecteren voor een contact of contactgroep.
8. Agenda Selecteer > Agenda. U kunt geplande gebeurtenissen en afspraken noteren en bekijken. U kunt ook een alarm instellen voor agenda-items. Met behulp van Nokia PC Suite kunt u de agenda-items synchroniseren met een compatibele computer. Zie de handleiding bij Nokia PC Suite voor meer informatie over synchroniseren. Agenda-items maken U kunt de volgende typen agenda-items maken: • Vergadering-items hebben een specifieke datum en tijd.
Agenda 3. Voer de einddatum in. 4. Als u een alarm wilt instellen voor de taak, selecteert u Signaal > Aan. Geef een tijdstip en datum voor het alarmsignaal op. 5. Geef een prioriteit op. De prioriteitpictogrammen zijn ( ! ) Hoog en ( - ) Laag. Er is geen pictogram voor Normaal. 6. Geef in het veld Synchronisatie aan hoe de taak wordt behandeld tijdens synchronisatie.
9. Klok Selecteer > Klok. In Klok kunt u uw lokale tijd- en tijdzonegegevens weergeven, alarmsignalen instellen en bewerken, of de instellingen voor datum en tijd wijzigen. Wekker Open het tabblad voor de wekker. Als u een alarm wilt instellen, selecteert u Opties > Alarm instellen en geeft u de alarmtijd op. Als een alarm is ingesteld wordt weergegeven. Als u het alarm wilt uitschakelen, selecteert u Stop of Snooze om het alarm gedurende 5 minuten te onderbreken.
10. Kantoortoepassingen Selecteer > Kantoor. Sommige kantoortoepassingen zijn wellicht niet in alle talen beschikbaar. In dergelijke gevallen is de Engelstalige toepassing op uw apparaat geïnstalleerd. Het kan zijn dat het openen van grote bestanden niet mogelijk is of lang duurt. Bestandsbeheer Selecteer > Kantoor > Best.beh.. Met Bestandsbeheer kunt u de inhoud en eigenschappen van bestanden en mappen op het apparaatgeheugen en de geheugenkaart beheren.
Kantoortoepassingen Nokia Team Suite Selecteer > Kantoor > Teams. Met Nokia Team Suite kunt u teams maken, bewerken en verwijderen en berichten verzenden, de webpagina's en communicatiegeschiedenis van teams bekijken en telefoongesprekken voeren met teams. Als u een nieuw team wilt maken, selecteert u Opties > Team > Nieuw. Geef het team een naam en voer indien nodig de gegevens in voor de conferentiegesprekdienst. Selecteer vervolgens de leden voor het team.
Kantoortoepassingen Notities maken en bewerken Als u een notitie wilt bewerken, gaat u naar de notitie en drukt u op de navigatietoets. Als u afbeeldingen, geluidsfragmenten, video, visitekaartjes, bookmarks en bestanden wilt invoegen, selecteert u Opties > Invoegen. Als u nieuwe items wilt toevoegen aan de notitie, selecteert u Opties > Object invoegen. U kunt geluids- en videofragmenten opnemen en afbeeldingen vastleggen.
Kantoortoepassingen Met Zipbeheer kunt u het volgende doen: nieuwe archiefbestanden maken waarin u gecomprimeerde .zip-bestanden kunt opslaan; één of meer gecomprimeerde bestanden of mappen toevoegen aan een archief; het wachtwoord voor beveiligde archieven instellen, wissen of wijzigen; en instellingen wijzigen, zoals het compressieniveau en codering voor bestandsnamen. U kunt de archiefbestanden in het geheugen van het apparaat of op de geheugenkaart opslaan.
Kantoortoepassingen Als u de notitie wilt bewerken, selecteert u Opties > Bewerken. © 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
11. Connectiviteit Uw apparaat biedt verschillende opties om verbinding te maken met internet, een intranet of een ander apparaat of computer. Draadloze methoden zijn bijvoorbeeld draadloze LAN, Bluetooth en infrarood. Het apparaat ondersteunt een vaste verbinding via een USB-kabel (Universal Serial Bus) voor Nokia PC Suite. U kunt ook communiceren via internetoproepen (Voice over IP) of een PTT-, chat- en fax/modemverbinding. Modem Selecteer > Connect. > Modem.
Connectiviteit Als u alle actieve netwerkverbindingen tegelijk wilt verbreken, selecteert u Opties > Alle verb. verbrek.. WLAN zoeken Als u wilt zoeken naar draadloze LAN-netwerken die zich binnen bereik bevinden, selecteert u Beschk. WLAN. In de weergave van beschikbare WLAN-netwerken ziet u een lijst van WLAN's binnen het bereik, hun netwerkmodus (infrastructuur of ad hoc), signaalsterkte en netwerkcoderingsindicatoren, en of uw apparaat een actieve verbinding met het netwerk heeft.
Connectiviteit Apparaten koppelen Open het tabblad voor gekoppelde apparaten. Voordat u apparaten koppelt, maakt u een eigen toegangscode (1-16 cijfers) en spreekt u met de gebruiker van het andere apparaat af om dezelfde code te gebruiken. Apparaten zonder gebruikersinterface hebben een vaste toegangscode. U hebt deze toegangscode alleen nodig wanneer u de apparaten voor het eerst koppelt. Nadat de apparaten zijn gekoppeld kunt u de verbinding autoriseren.
Connectiviteit Het SIM-toegangsprofiel gebruiken 1. Selecteer > Connect. > Bluetooth > Externe SIM-modus > Aan. 2. Activeer Bluetooth in de carkit. 3. Gebruik uw carkit om het zoeken naar compatibele apparaten te starten. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw carkit voor instructies. 4. Selecteer uw Nokia E90 Communicator in de lijst met compatibele apparaten. 5.
Connectiviteit 2. Selecteer Opties > Nieuw toegangspunt om een nieuw toegangspunt te maken, of selecteer een bestaand toegangspunt in de lijst en vervolgens Opties > Toegangspt dupliceren om het toegangspunt te gebruiken als basis voor het nieuwe toegangspunt. 3. Definieer de volgende instellingen: • • • • • • • • • • Naam verbinding — Voer een omschrijvende naam in voor de verbinding. Drager gegevens — Selecteer Gegevensoproep of Hoge snelh. (GSM).
Connectiviteit • Vraag om wachtw. — Selecteer Ja om uw wachtwoord in te voeren telkens wanneer u zich bij een server aanmeldt, of selecteer Nee om het wachtwoord op te slaan in het geheugen van uw apparaat en de aanmelding te automatiseren. • Wachtwoord — Voer uw wachtwoord in als de serviceprovider dit vereist. Het wachtwoord is gewoonlijk hoofdlettergevoelig en word verstrekt door de serviceprovider.
12. Draadloos LAN-netwerk (WLAN) In sommige gebieden, zoals Frankrijk, gelden restricties op het gebruik van draadloos LAN. Raadpleeg de lokale autoriteiten voor meer informatie. Dit apparaat kan een draadloos LAN-netwerk (WLAN, Wireless Local Area Network) detecteren en daarmee verbinding maken. Als u gebruik wilt maken van WLAN, moet er een dergelijk draadloos netwerk beschikbaar zijn op de locatie waar u zich bevindt en moet uw apparaat hiermee verbinding maken.
Draadloos LAN-netwerk (WLAN) Als het zoeken naar draadloze LAN-netwerken is uitgeschakeld en u geen verbinding hebt met een draadloos LAN-netwerk, wordt in de actieve stand-by modus WLAN-scan uit weergegeven. Als u het zoeken naar beschikbare draadloze LAN-netwerken wilt inschakelen, gaat u naar de rij met de status en drukt u op de navigatietoets.
13. Selecteer Web > Web. Als u wilt surfen op internet (netwerkdienst), moet u instellingen voor een internettoegangspunt configureren. Als u een gegevensoproep of een GPRS-verbinding gebruikt, moet het draadloze netwerk gegevensoproepen of GPRS-verbindingen ondersteunen en moet de gegevensdienst zijn geactiveerd voor de SIM-kaart. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van diensten. De aanbieder kan u ook instructies geven voor het gebruik van deze diensten.
Web Als u de cache wilt leegmaken, selecteert u Opties > Privacyggvns wissen > Cache wissen. Nieuwsfeeds en blogs Selecteer > Web > Webfeeds. Feeds bevatten doorgaans koppen en artikelen over recent nieuws of andere onderwerpen. Blog is een afkorting van weblog, een webdagboek dat voortdurend wordt bijgewerkt. U opent een feed of blog door ernaartoe te gaan en op de navigatietoets te drukken. Als u een feed of blog wilt toevoegen, selecteert u Opties > Feed beheren > Nieuwe feed.
14. Selecteer GPS > GPS. GPS (Global Positioning System) is een wereldwijd navigatiesysteem dat werkt via radiosignalen. Het omvat 24 satellieten en de bijbehorende grondstations die de werking van de satellieten controleren. Een GPS-module, zoals bijvoorbeeld de GPS-ontvanger in de Nokia E90 Communicator, ontvangt radiosignalen van de satellieten en meet de reistijd van deze signalen. Met behulp van deze reistijd kan de GPS-ontvanger zijn positie tot op enkele meters nauwkeurig berekenen.
GPS Locaties opslaan Als u een schermafbeelding van uw locatie wilt maken, selecteert u Locatie opslaan > Als afbeelding. De schermafbeelding wordt opgeslagen in de Galerij. Als u een locatie wilt opslaan als een plaatsbepaling in Favorieten, drukt u op de navigatietoets en selecteert u Locatie opslaan > Als oriëntatiepunt. Voer een naam in voor de plaatsbepaling en selecteer de categorieën waarin u de plaatsbepaling wilt opnemen.
GPS Als u navigatie voor het eerst gebruikt, wordt u gevraagd de taal voor de gesproken begeleiding te selecteren en de bestanden voor gesproken begeleiding voor de geselecteerde taal te downloaden. Als u de taal later wilt wijzigen, gaat u naar de hoofdweergave van Kaarten en selecteert u Opties > Instellingen > Algemeen > Gesproken begeleiding, een taal en downloadt u de bestanden voor gesproken begeleiding voor de geselecteerde taal.
GPS kaart, ofHandmatig opgeven om de benodigde informatie zelf in te vullen (bijvoorbeeld de naam, de categorie, het adres, de lengte- en breedtegraad en de hoogte). Als u de plaatsbepaling wilt weergeven op de kaart, selecteert u Opties > Weergeven op kaart. Plaatsbepalingen bewerken Als u een plaatsbepaling wilt bewerken, selecteert u Opties > Bewerken > Opties en maakt u een keuze uit de volgende opties: • Categor. selecteren — De plaatsbepaling indelen in een groep gelijksoortige plaatsbepalingen.
15. Spraaktoepassingen PTT (Push to Talk) Selecteer > Connect. > P2T. PTT (Push to Talk; netwerkdienst) maakt met een druk op de knop rechtstreekse spraakcommunicatie mogelijk. Met PTT (Push to Talk) kunt u uw apparaat gebruiken als portofoon. U kunt met PTT (Push to Talk) een gesprek voeren met één persoon of met een groep, of u kunt zich aanmelden bij een kanaal. Een kanaal is vergelijkbaar met een chatruimte: u kunt bij het kanaal inbellen om te zien of er iemand online is.
Spraaktoepassingen Selecteer het kanaal waarbij u zich wilt aanmelden en druk op de spraaktoets. Als u een gebruiker wilt uitnodigen bij een kanaal, selecteert u Opties > Uitnodiging verzenden. Als u de actieve deelnemers aan het kanaal wilt weergeven, selecteert u Opties > Actieve leden. Als u meer gegevens over een geselecteerde gebruiker wilt weergeven, selecteert u Opties > Contactgegevens.
Spraaktoepassingen Spraak Selecteer > Instrumenten > Spraak. Met Spraak kunt u de taal, stem en stemeigenschappen voor de berichtenlezer instellen. Als u de taal voor de berichtenlezer wilt instellen, selecteert u Taal. Als u de stem wilt instellen, selecteert u Stem. De stem is taalafhankelijk. Als u de spreeksnelheid wilt instellen, selecteert u Spraakinstellingen > Snelheid. Als u het spreekvolume wilt instellen, selecteert u Spraakinstellingen > Volume.
16. Selecteer Mediatoepassingen > Media. Media bevat verschillende mediatoepassingen waarmee u afbeeldingen kunt opslaan en weergeven, geluiden kunt opnemen en geluidsfragmenten kunt afspelen. RealPlayer Selecteer > Media > RealPlayer. RealPlayer kan videoclips en audiobestanden afspelen die in het geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart zijn opgeslagen, die via e-mail of een compatibele pc naar het apparaat zijn overgebracht, of die vanaf het web op het apparaat worden afgespeeld.
Mediatoepassingen Muziekspeler Selecteer Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. > Media > Muziekspeler. Met de Muziekspeler kunt u luisteren naar muziekbestanden en tracklijsten maken en afspelen. De Muziekspeler ondersteunt bestanden met de extensie MP3 en AAC. Muziek beluisteren Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume.
Mediatoepassingen Als u een flash-bestand wilt verzenden naar compatibele apparaten, selecteert u Opties > Verzenden. Het is mogelijk dat bepaalde flash-bestanden niet mogen worden verzonden in verband met copyrightbepalingen. Als u wilt schakelen tussen flash-bestanden die zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat of op de geheugenkaart, opent u de desbetreffende tabbladen. Als u de flash-bestandskwaliteit wilt wijzigen, selecteert u Opties > Kwaliteit wanneer het flash-bestand wordt afgespeeld.
Mediatoepassingen Instellingen voor stilstaande afbeeldingen Als u de instellingen voor stilstaande afbeeldingen wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen en gaat u op een van de volgende manieren te werk: • Afbeeldingskwaliteit — Selecteer de gewenste afbeeldingskwaliteit. • Toevoegen aan album — Selecteer een map waarin u de afbeelding wilt opslaan in de Galerij. • Opgenomen afb.
Mediatoepassingen Afbeeldingen bestaat uit twee weergaven: • In de browser-weergave voor afbeeldingen kunt u de afbeeldingen in het apparaat of op de geheugenkaart ordenen, verwijderen en een andere naam geven. U kunt ook afbeeldingen instellen als achtergrond voor uw display of ze toevoegen aan contacten. • In de weergave voor afbeeldingen, die wordt geopend wanneer u een afbeelding in de weergave voor afbeeldingen selecteert, kunt u afzonderlijke afbeeldingen bekijken en verzenden.
Mediatoepassingen 3D-beltonen Selecteer > Media > 3-D-beltonen. Selecteer 3-D-beltooneffecten > Aan om driedimensionale geluidseffecten voor beltonen in te schakelen. Niet alle beltonen ondersteunen 3D-effecten. Als u het 3D-effect dat op de beltoon wordt toegepast wilt wijzigen, selecteert u Geluidsbaan en het gewenste effect. Maak een keuze uit de volgende opties om het 3D-effect te wijzigen: • Snelheid geluidsbaan — Selecteer de snelheid waarmee het geluid van de ene kant naar de andere gaat.
17. Selecteer Instellingen > Instrumenten > Instell.. U kunt verschillende instellingen op uw apparaat definiëren en wijzigen. Als u deze instellingen wijzigt, is dit van invloed op de werking van verschillende toepassingen op het apparaat. Sommige instellingen zijn vooraf op het apparaat ingesteld of worden door uw serviceprovider in een speciaal bericht aan u verzonden. Het is mogelijk dat u dergelijke instellingen niet kunt wijzigen.
Instellingen Als u het volume van de beltoon wilt instellen, selecteert u Tonen > Belvolume. Als u de verschillende waarschuwingstonen wilt instellen, selecteert u Tonen > Berichtensignaaltoon, Signaaltoon e-mail, Agenda-alarmtoon, of Klokalarmtoon. Als u wilt instellen dat het apparaat bij een inkomende oproep gaat trillen, selecteert u Tonen > Trilsignaal. Als u het volume van de toetsenbordtonen wilt instellen, selecteert u Tonen > Toetsenbordtonen.
Instellingen Als u het toetsenbord na een bepaalde periode automatisch wilt laten blokkeren, selecteert u Telefoon en SIM-kaart > Per. autom. blokk. ttsnb.. Als u de tijd wilt instellen waarna het apparaat automatisch wordt geblokkeerd en alleen kan worden gebruikt als de juiste (de)blokkeringscode wordt ingevoerd, selecteert u Telefoon en SIM-kaart > Per. autom. blokk. telefn. Geef het aantal minuten voor de time-out op of selecteer Geen als u de automatische blokkering wilt uitschakelen.
Instellingen Verbindingsinstellingen Selecteer > Instrumenten > Instell. > Verbinding. Maak een keuze uit de volgende opties: • Toegangspunten — Stel nieuwe toegangspunten in of bewerk bestaande toegangspunten. Mogelijk zijn sommige of alle toegangspunten voor uw apparaat vooraf door uw serviceprovider ingesteld. U kunt ze dan niet zelf maken, bewerken of verwijderen.
Instellingen • Lange probeerlimiet — Voer het maximum aantal verzendpogingen in voor als er geen ontvangstbevestiging van het netwerk wordt ontvangen. • Korte probeerlimiet — Voer het maximumaantal verzendpogingen in voor als er geen gereedmelding voor verzenden van het netwerk wordt ontvangen. • RTS-drempel — Stel voor gegevens de pakketgrootte in waarbij het toegangspunt voor het draadloze LAN-netwerk vraagt of de gegevens moeten worden verzonden, alvorens dit ook daadwerkelijk te doen.
Instellingen • Vooraf ged. sleutel — Als u WPA/WPA2 > Vooraf ged. sleutel hebt geselecteerd, voert u de gedeelde persoonlijke sleutel in waarmee uw apparaat kan worden geïdentificeerd in het draadloze LAN-netwerk waarmee u verbinding maakt. • Alleen WPA2 (modus) — Als u TKIP-codering wilt instellen, gebaseerd op wisselende sleutels die vaak genoeg wijzigen om misbruik te voorkomen, selecteert u Uit. Alle apparaten in het draadloze LAN-netwerk moeten ofwel TKIP-codering toestaan, ofwel dit weigeren.
Instellingen SIP-proxyservers bewerken Selecteer SIP-instellingen > Opties > Nieuwe toevoegen of Bewerken > Proxyserver. Proxyservers zijn tussenliggende servers tussen een browserdienst en de gebruikers daarvan. Sommige serviceproviders gebruiken dergelijke servers om extra veiligheid en een snellere toegang tot de dienst te kunnen bieden. Maak een keuze uit de volgende opties: • • • • • • Proxyserveradres — Voer de hostnaam of het IP-adres van de gebruikte proxyserver in.
18. Apparaat- en gegevensbeheer Back-ups maken van gegevens Het is raadzaam om de gegevens in het apparaatgeheugen regelmatig naar de geheugenkaart of een compatibele computer te kopiëren. Als u een back-up van gegevens in het apparaatgeheugen wilt maken op een geheugenkaart, selecteert u Geheugen > Opties > Reservekopie. Als u gegevens van de geheugenkaart wilt terugzetten naar het apparaatgeheugen, selecteert u Geheugen > Opties > Herst. vanaf kaart.
Apparaat- en gegevensbeheer Toepassingen installeren U kunt twee soorten toepassingen en software op het apparaat installeren: • Toepassingen en software die speciaal zijn ontworpen voor het apparaat of die compatibel zijn met het Symbianbesturingssysteem. Installatiebestanden van dergelijke software hebben als extensie .sis. • J2ME™-toepassingen die compatibel zijn met het Symbian-besturingssysteem. De extensie van installatiebestanden van Java-toepassingen zijn .jad of .jar.
Apparaat- en gegevensbeheer • Altijd vragen — Elke keer dat een Java-toepassing een functionaliteit gebruikt, wordt eerst om bevestiging gevraagd. • 1e keer vragen — Alleen de eerste keer dat een Java-toepassing een functionaliteit gebruikt, wordt om bevestiging gevraagd. • Altijd toegestaan — De Java-toepassing mag de functionaliteit gebruiken zonder bevestiging.
Apparaat- en gegevensbeheer Verbindingsinstellingen voor synchronisatie Als u de verbindingsinstellingen van een nieuw profiel wilt definiëren, selecteert u Nw sync.profiel > Verbindingsinstellingen en definieert u de volgende instellingen: • • • • • • • • • • • Serverversie — Selecteer de versie van SyncML die u kunt gebruiken voor uw e-mailserver. Server-ID — Voer de server-ID van uw e-mailserver in. Deze instelling is alleen beschikbaar als u SyncML versie 1.2 selecteert.
Apparaat- en gegevensbeheer Instellingen van Download! Als u de Download!-instellingen wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de volgende opties: • Toegangspunt — Selecteer een toegangspunt voor de verbinding met de server van de serviceprovider. • Automatisch openen — Geef aan of het gedownloade item of de gedownloade toepassing automatisch moet worden geopend zodra het downloaden is voltooid.
19. Beveiliging Vaste nummers Selecteer > Contacten > Opties > SIM-contacten > Nrs. vaste contacten. Met de dienst voor vaste nummers kunt u instellen dat een beperkt aantal telefoonnummers vanaf uw apparaat kan worden gebeld. Niet alle SIM-kaarten ondersteunen vaste nummers. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. 1.
Beveiliging Certificaatdetails weergeven U kunt alleen zeker zijn van de identiteit van een server als de handtekening en de geldigheidsduur van het desbetreffende servercertificaat zijn gecontroleerd. Als u certificaatdetails wilt bekijken, selecteert u Gegevens bekijken. Een van de volgende meldingen kan worden weergegeven: • Certificaat niet vertrouwd — U hebt nog geen toepassing ingesteld voor het certificaat. U kunt de vertrouwensinstellingen desgewenst wijzigen.
20. Sneltoetsen Hier volgen enkele sneltoetsen die u kunt gebruiken. Door het gebruik van sneltoetsen kunt u op een efficiëntere manier met toepassingen werken. Algemene sneltoetsen Aan/uit-toets Houd deze toets ingedrukt als u het apparaat wilt in- of uitschakelen. Menutoets Druk eenmaal om het hoofdmenu met alle toepassingen te openen. Druk eenmaal om van profiel te wisselen. Houd deze toets ingedrukt om een lijst met geopende toepassingen weer te geven.
Sneltoetsen Chr + tab Hiermee gaat u naar een andere open toepassing. Ctrl+A Hiermee selecteert u alles. Ctrl+C Hiermee kopieert u de selectie. Ctrl+V Hiermee plakt u het gekopieerde. Ctrl+X Hiermee knipt u de selectie uit. Ctrl+Z Hiermee maakt u de bewerking ongedaan. Ctrl + navigatietoets naar rechts Hiermee gaat u een woord verder. Ctrl + navigatietoets naar links Hiermee gaat u een woord terug. Chr + navigatietoets naar rechts Hiermee gaat u naar het eind van de regel.
21. Woordenlijst 3G Mobiele communicatie van de derde generatie. Een digitaal systeem voor mobiele communicatie dat gericht is op wereldwijd gebruik en dat een grotere bandbreedte biedt. Met 3G heeft een gebruiker van een mobiel apparaat toegang tot een groot aantal diensten, zoals multimedia. Ad hoc, werkingsmodus In een WLAN kunt u in de werkingsmodus Ad hoc gegevens verzenden naar en ontvangen van andere apparaten met compatibele WLAN-ondersteuning.
Woordenlijst Infrastructuur, werkingsmodus In de werkingsmodus Infrastructuur zijn twee soorten communicatie mogelijk: draadloze apparaten communiceren met elkaar via een toegangspunt voor een draadloos LAN-netwerk of draadloze apparaten communiceren met een LAN-apparaat via een toegangspunt voor een draadloos LAN-netwerk. Het voordeel van de werkingsmodus Infrastructuur is dat u meer controle hebt over netwerkverbindingen omdat deze via een toegangspunt lopen.
Woordenlijst WPA2 © 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Wi-Fi Protected Access 2. Beveiligingsmethode voor WLAN.
Informatie over de batterij Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen. Gebruik alleen batterijen die door Nokia zijn goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op met laders die door Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.
Controleren van de echtheid van Nokia-batterijen Gebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uw veiligheid. Verzeker u ervan dat u een originele Nokia-batterij koopt door de batterij bij een officiële Nokia-dealer te kopen, te kijken of het Nokia Original Enhancements-logo op de verpakking staat en het hologramlabel volgens de onderstaande stappen te inspecteren. Een succesvolle uitvoering van de vier stappen biedt geen totale garantie voor de echtheid van de batterij.
Behandeling en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
Aanvullende veiligheidsinformatie Kleine kinderen Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. Gebruiksomgeving Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal 1,5 cm (5/8 inch) van het lichaam bevindt.
Aanvullende veiligheidsinformatie Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn. Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op.
Index Symbolen/Numeriek weekweergave 42 weergave wijzigen 42 algemene instellingen 72 algemene internetinstellingen 58 antenne's 14 apparaatbeheer 79 Apparaatbeheer 79 apparaat blokkeren 85 apparaat in- en uitschakelen 13 audiobestanden 66 gegevens 66 verzenden 66 automatisch antwoorden 73 automatische blokkering, periode 73 autorisatiecertificaten 84 3D-beltonen 71 802.
Index audiobestanden 66 bestandsrechten 81 downloaden 69 flash-bestanden 67 verzenden 44 videobestanden 66 Bestandsbeheer 44 bestanden beheren 44 bestemming instelling 61 verwijderen 61 beveiliging apparaat en SIM-kaart 73 Bluetooth 51 geheugenkaart 85 instellingen 73 Java-toepassing 80 beveiligingsmodule 85 codes 85 PIN-code 85 bijlagen e-mail 33 multimediaberichten 32 blogs 58 blokkeren internetoproepen 26 oproepen 26 wachtwoord 26 blokkeren op afstand 85 blokkering apparaat automatisch blokkeren toetsen
Index e-mail accounts 37 beantwoorden 33 berichten 32 definiëren 32 gebruikersinstellingen 37 instellingen voor automatisch ophalen 37 instellingen voor ophalen 37 mappen maken 34 verbinding maken met een mailbox 33 verwijderen 33 equalizer 67 frequentie-instellingen 67 expresberichten Zie chat externe configuratie 79 externe synchronisatie 81 infodienst 29, 35 instellingen 38 infodienstberichten 34 informatie over ondersteuning 15 infrarood 52 installatielogboek 80 installatie van softwarepakket instelli
Index Zie multimediaberichten modem 49 multimediaberichten 30 beantwoorden 31 bijlagen 32 instellingen 36 maken 31 multimediaobjecten weergeven 32 ontvangen 31 presentaties maken 31 verzenden 31 multimediaobjecten 32 muziek beluisteren 67 muziekspeler 67 tracklijsten 67 instelwizard 20 internet 57 browsen 57 erbindingen verbreken 57 instellingen 52 toegangspunten 52 internetoproepen 24 blokkeren 26 instellingen 75, 78 oproep plaatsen 25 profielen 25, 78 signaalinstellingen 74 verbinding maken 25 internett
Index spraakgestuurd bellen 65 spraakopdrachten 65 uitgaande oproepen beperken 84 vaste nummers 40, 84 video-oproepen 23 voicemail 27 weigeren 23 oproepen omleiden 26 oproep plaatsen 23 opslaan bestanden 16 huidige positie 61 instellingen 16 overdracht 22 RealPlayer 66 bestanden verzenden 66 clipgegevens weergeven 66 instellingen 66 mediaclips afspelen 66 rechten 81 reisdoel 61 reismeter 61 Rekenmachine 44 reparatiediensten 15 routes plannen 60 routes plannen 60 S P scherm contrast 72 helderheid 72 ins
Index installeren 80 verwijderen 79 speciale berichten 34 spraak 65 spraakgestuurd bellen 65 spraakopdrachten 65 instellingen 65 profiel inschakelen 65 toepassing starten 65 stadsgidsen aanschaffen 60 stadsgidsen aanschaffen 60 stand-by modi 17 actieve stand-by 17 gewone stand-by modus 17 instellingen 72 sterkte van satellietsignaal 61 Symbian-toepassingen 80 symbolen 13 alarm 13 Bluetooth 13 gemiste oproepen 13 infrarood 13 Sync 81 synchroniseren 81 gegevens synchroniseren met ander apparaat 22 instelling
Index verzenden 66 video delen 24 uitnodigingen ontvangen 24 video-oproepen 23 oproep plaatsen 24 overschakelen naar spraakoproep 24 visitekaartjes 40 opslaan 40 verwijderen 40 verzenden 40 voicemail 27 bellen 27 nummer wijzigen 27 voice over IP Zie internetoproepen volume 18 radio 70 contacten 39 locaties 60 Zoeken 44 W waarschuwingstonen 72 wachtwoorden blokkeerwachtwoord 26 wachtwoord voor geheugenkaart 20, 44 WAP push-berichten 36 Web 57 algemene instellingen 58 pagina-instellingen 58 privacy-instel