Gebruikershandleiding Nokia E72 Uitgave 4.
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-530 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People, Eseries, Nokia E72 en Navi zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation.
TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheid.........................................................7 Over dit apparaat..................................................................7 Netwerkdiensten..................................................................8 Over Digital Rights Management (DRM)..............................9 Verwijderen van de batterij.................................................9 Hulp zoeken....................................................10 Ondersteuning..................
Berichtenmappen...............................................................43 Berichten indelen...............................................................44 E-maildienst........................................................................44 E-mail...................................................................................44 Berichtenlezer.....................................................................48 Spraak.............................................................................
Inhoudsopgave Aanpassen......................................................92 Profielen .............................................................................92 Beltonen selecteren............................................................93 Profielen aanpassen...........................................................93 Het startscherm aan uw voorkeuren aanpassen.............94 Weergavevolgorde wijzigen..............................................94 Een thema downloaden........................
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
Veiligheid 8 Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Deze zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van beveiliging of inhoud. Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten. Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat u afbeeldingen, muziek en andere inhoud kunt kopiëren, wijzigen of overdragen. De eigenaren van inhoud kunnen verschillende technologieën voor het Digital Rights Management (DRM) gebruiken voor de bescherming van hun intellectuele eigendom, inclusief auteursrechten.
Hulp zoeken 10 Hulp zoeken Ondersteuning Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt gebruiken of als u niet zeker weet hoe uw apparaat behoort te werken, gaat u naar www.nokia.com/ support. Voor mobiele apparaten kijkt u op www.nokia.mobi/support. U kunt ook Menu > Toepassngn > Help > Help selecteren op uw apparaat. Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, gaat u als volgt te werk: • Schakel het apparaat uit en verwijder de batterij.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een backup maakt van de gegevens voordat u de installatie van een update aanvaardt. Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens overgedragen (netwerkdienst).
Hulp zoeken • Updategeschied. bekijkn — Hiermee bekijkt u de status van vorige updates. • Instellingen — Hiermee wijzigt u de instellingen, zoals het standaardtoegangspunt dat moet worden gebruikt voor het downloaden van updates. • Vrijwaring — Hiermee bekijkt u de licentieovereenkomst van Nokia. Software updaten via de pc Aan het einde van de helptekst kunt u koppelingen vinden naar verwante onderwerpen. Als u een onderstreept woord selecteert, wordt een korte uitleg weergegeven.
U kunt de algemene instellingen in uw apparaat, zoals de instellingen voor de taal, de stand-bymodus, het scherm en de toetsenblokvergrendeling, wijzigen. Toegangscodes Neem contact op met uw serviceprovider als u een van de toegangscodes bent vergeten. • PIN-code (Personal Identification Number) — Deze code beschermt uw SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code (4 tot 8 cijfers lang) wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd.
Hulp zoeken 14 • Als functies Bluetooth-technologie gebruiken of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit. Schakel Bluetooth-technologie uit wanneer u deze niet nodig hebt. • Als functies WLAN gebruiken of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit.
• Agendanotities • Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet nodig hebt • Installatiebestanden (met de bestandsextensi .SIS of .SISX) van toepassingen die u hebt geïnstalleerd. Breng de installatiebestanden over naar een compatibele computer. • Afbeeldingen en videoclips in Foto's. Aan de slag Breng gegevens over naar een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar) of naar een compatibele computer om geheugen vrij te maken.
Aan de slag 3. Trek de SIM-kaarthouder eruit en plaats de SIM-kaart. Zorg ervoor dat de contactpunten op de kaart naar beneden zijn gericht en dat de afgeschuinde hoek van de geheugenkaart gericht is naar de afgeschuinde hoek van de kaarthouder. Duw de SIM-kaarthouder weer op zijn plaats. 4. Leg de contactpunten van de batterij op één lijn met de aansluitpunten van het batterijvak en schuif de batterij in het vak. 16 5. Plaats de achtercover terug.
De geheugenkaart verwijderen Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de kaart worden aangetast. 1. Druk op de aan/uit-toets en selecteer Geheugenkaart verwdrn voordat u de geheugenkaart verwijdert. Alle toepassingen worden gesloten. 2. Wanneer Bij verwijderen geheugenkaart worden geopende toepassingen gesloten.
Aan de slag Uitschakelen — Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer Uitschakelen!. De batterij opladen De batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen. Als wordt aangegeven dat het batterijniveau laag is, gaat u als volgt te werk: 1. Sluit de lader aan op een stopcontact. 2. Sluit de stekker van de lader aan op het apparaat. Als u een USB-lader gebruikt, sluit u de stekker van de lader aan op de USB-connector. 3.
1 — Functietoets 2 — Shift-toets.
Aan de slag Opmerking: Het oppervlak van dit apparaat bevat geen nikkel in de gemetalliseerde delen. Het oppervlak van dit apparaat bevat roestvrij staal. Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een snelle gegevensverbinding kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Selecteer Opties > Invoeropties als u de schrijftaal wilt wijzigen of de tekstvoorspelling wilt in- of uitschakelen en maak een keuze uit de beschikbare opties. Nokia-overdracht Inhoud van uw oude apparaat kopiëren Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals telefoonnummers, adressen, agenda-items en afbeeldingen van uw vorige compatibele Nokia-apparaat naar uw nieuwe apparaat kopiëren. De eerste keer inhoud kopiëren 1.
Aan de slag uw apparaat. De tijd die nodig is voor de overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens. Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt af van het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt overbrengen. Als het apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens tussen de apparaten ook synchroniseren. Er wordt een bericht weergegeven als het andere apparaat niet compatibel is. Inhoud synchroniseren, ophalen of verzenden Selecteer Menu > Bed. paneel > Overdracht.
Nokia Ovi Suite installeren 1. Controleer of de geheugenkaart in uw Nokia E72 is geplaatst. 2. Sluit de USB-kabel aan. Uw pc herkent het nieuwe apparaat en installeert de benodigde stuurprogramma's. Dit kan enige minuten duren. 3. Selecteer Massaopslag als USB-verbindingsmodus op uw apparaat. Uw apparaat staat in de Windows- bestandsbrowser weergegeven als verwisselbare schijf. 4. Open het hoofdstation van de geheugenkaart met de Windows-bestandsbrowser en selecteer het installatiebestand van Ovi Suite.
Uw Nokia E72 Over Ovi Store Met Ovi Winkel kunt u mobiele spelletjes, toepassingen, video's, foto's, thema's en beltonen downloaden naar het apparaat. Sommige items zijn gratis; voor andere items moet u via uw creditcard of telefoonrekening betalen. De Uw Nokia E72 Op uw nieuwe Nokia Eseries staan nieuwe versies van de toepassingen Agenda, Contacten en E-mail, en ook het startscherm is helemaal nieuw.
Controleren of er updates voor toepassingen beschikbaar zijn en deze naar het apparaat downloaden met de toepassing Softwareupdate. Het apparaat of de geheugenkaart coderen, zodat anderen geen toegang tot belangrijke gegevens hebben. Startscherm Startscherm Vanaf het startscherm hebt u direct toegang tot de meest gebruikte toepassing. Ook ziet u hier met één oogopslag of er gemiste oproepen of nieuwe berichten zijn.
Uw Nokia E72 het gewenste contact uit de lijst met suggesties. Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in alle talen. Druk op de beltoets om het nummer te bellen. Als u het zoeken naar contacten wilt uitschakelen, selecteert u Opties > Contact zoeken uit. Als u wilt zien of er berichten zijn ontvangen, selecteert u het berichtenvak in het meldingengebied. Als u een bericht wilt lezen, selecteert u het gewenste bericht. Blader met de navigatietoets naar rechts als u andere taken wilt weergeven.
Als u de toepassing Agenda wilt openen, drukt u kort op de agendatoets. Als u een nieuwe afspraak wilt maken, drukt u een aantal seconden op de agendatoets. E-mailtoets Als u uw standaardmailbox wilt openen, drukt u kort op de e-mailtoets. Als u een nieuw e-mailbericht wilt maken, drukt u een aantal seconden op de e-mailtoets. Optical Navi-toets Als u door webpagina's en kaarten wilt navigeren en door lijsten wilt bladeren, laat u uw vinger over de Optical Navitoets glijden (bladertoets).
Uw Nokia E72 ook gemarkeerd met een uitroepteken. De items van de geselecteerde dag worden in een lijst weergegeven. U kunt agenda-items openen door een agendaweergave en een agenda-item te selecteren. Als u het pictogram ziet, drukt u de navigatietoets naar rechts om een lijst met beschikbare acties weer te geven. U sluit de lijst door naar links te gaan. Agenda-items maken Selecteer Menu > Agenda.
Als u de prioriteit van het vergaderverzoek wilt instellen, selecteert u Opties > Prioriteit. Wanneer u het vergaderverzoek wilt verzenden, selecteert u Opties > Verzenden. Agendaweergaven Selecteer Menu > Agenda. U kunt wisselen tussen de volgende agendaweergaven: • In de maandweergave staat de huidige maand met de agenda-items van de geselecteerde dag in een lijst. • In de weekweergave staan de gebeurtenissen van de geselecteerde week weergegeven in vakken van zeven dagen.
Uw Nokia E72 Als u contacten wilt kopiëren van de geheugenkaart, indien beschikbaar, selecteert u Opties > Reservekopie maken > Geh.krt naar telefoon. Als u contacten wilt zoeken, typt u eerst de naam van het contact in het zoekveld. Contactgroepen maken Selecteer Menu > Contacten. 1. Als u een nieuwe contactgroep wilt maken, gaat u naar de contacten die u aan de groep wilt toevoegen en selecteert u Opties > Markeringen aan/uit > Markeren. 2.
Selecteer Standaard beltoon in de lijst met beltonen om de beltoon te verwijderen. Contactinstellingen Selecteer Menu > Contacten. Als u de instellingen van de toepassing Contacten wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen > Contacten en maakt u een keuze uit de volgende opties: • Contacten weergeven — Contacten weergeven die zijn opgeslagen in het apparaatgeheugen, op de SIMkaart of beide. • Std.geheug. voor opslaan — Selecteren waar u contacten wilt opslaan.
Oproepen tot stand brengen Oproepen tot stand brengen Spraakoproepen 1. In het startscherm voert u het telefoonnummer in, inclusief netnummer. Als u een nummer wilt verwijderen, drukt u op de backspace-toets. Voor internationale oproepen drukt u op + (+ vervangt de internationale toegangscode). Vervolgens kiest u het landnummer, het netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer. 2. Druk op de beltoets als u de oproep wilt activeren. 3.
Als u tijdens een actieve oproep het geluid van de telefoon naar de luidspreker wilt voeren selecteert u Opties > Luidspreker inschakelen. Als u een compatibele headset met Bluetooth-verbinding hebt aangesloten, selecteert u Opties > Handsfree inschakelen om het geluid naar de headset te voeren. Selecteer Opties > Telefoon inschakelen als u weer wilt overschakelen naar de telefoon.
Oproepen tot stand brengen laat weten waarom u de oproep niet kunt beantwoorden. Selecteer Opties > Bericht verzenden. Als u weigeren van oproepen met een tekstbericht wilt activeren of deactiveren, selecteert u Menu > Bed. paneel > Instellingen en Telefoon > Oproep > Oproep weig. met bericht. Als u de inhoud van het bericht dat naar de beller wordt gestuurd, wilt wijzigen, selecteert u Berichttekst.
Selecteer Wisselen als u wilt schakelen tussen de twee oproepen. Als u een inkomende oproep of een oproep in de wachtrij wilt doorverbinden met een actieve oproep en uw eigen verbinding met de oproepen wilt verbreken, selecteert u Opties > Doorverbinden. Druk op de endtoets als u de actieve oproep wilt beëindigen. Selecteer Opties > Alle oproep. beëindigen als u beide oproepen wilt beëindigen. Oproepen omleiden Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Telefoon > Doorschakelen.
Oproepen tot stand brengen blokkeringswachtwoord van uw serviceprovider nodig om deze instellingen te wijzigen. Het blokkeren van oproepen is van toepassing op alle typen oproepen. Selecteer een van de volgende instellingen voor blokkeringen van spraakoproepen: • Uitgaande oproepen — Spraakoproepen met het apparaat voorkomen. • Inkomende oproepen — Inkomende oproepen voorkomen. • Internationale oproepen — Oproepen blokkeren naar het buitenland.
Een video-oproep plaatsen Wanneer u een video-oproep doet (netwerkdienst), ziet u een video in real-time van uzelf en de ontvanger van de oproep. De ontvanger van de video-oproep krijgt het livevideobeeld of het videobeeld dat door de camera in uw apparaat wordt vastgelegd, te zien. U kunt alleen een video-oproep doen als u een USIM-kaart heeft en zich in het dekkingsgebied van een 3G-netwerk bevindt.
Oproepen tot stand brengen 3. Druk op de end-toets als u het videogesprek wilt beëindigen. Opties tijdens een videogesprek Selecteer Opties > Inschakelen of Uitschakelen en de gewenste optie als u wilt schakelen tussen videobeeld en alleen geluid. Selecteer Opties > Hoofdcamera als u de hoofdcamera wilt gebruiken om een video te verzenden. Selecteer Opties > Tweede camera als u weer wilt overschakelen naar de tweede camera.
Gebruik Video delen (netwerkdienst) als u tijdens een spraakoproep live videobeelden of een videoclip van het mobiele apparaat naar een ander compatibel mobiel apparaat wilt verzenden. De luidspreker is actief wanneer u het delen van video inschakelt. Als u de luidspreker niet wilt gebruiken voor de spraakoproep terwijl u video deelt, kunt u ook een compatibele headset gebruiken. Waarschuwing: Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen.
Oproepen tot stand brengen 2. Open de contactkaart (of begin een nieuwe kaart voor die persoon). 3. Selecteer Opties > Detail toevoegen > Video delen. 4. Voer het SIP-adres in met de indeling gebruikersnaam@domeinnaam (u mag een IP-adres gebruiken in plaats van een domeinnaam). Als u geen SIP-adres weet voor het contact, kunt u ook het telefoonnummer van de ontvanger inclusief het landnummer gebruiken om videobeelden te delen (indien ondersteund door de serviceprovider).
Als u de live video die u hebt gedeeld, wilt opslaan, selecteert u Ja wanneer u hierom wordt gevraagd. Het apparaat geeft de geheugenlocatie van de opgeslagen video aan. Als u de voorgestelde geheugenlocatie wilt definiëren, selecteert u Menu > Bed. paneel > Instellingen en Verbinding > Video delen > Voork.geh. voor opslaan. Als u andere toepassingen gebruikt tijdens het delen van een videoclip, wordt de deelsessie onderbroken.
Oproepen tot stand brengen Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: • Opslaan in Contacten — De gemarkeerde telefoonnummers uit een lijst met recente oproepen opslaan in uw contactenlijst. • Lijst wissen — De geselecteerde lijst met recente oproepen wissen. • Verwijderen — Een gemarkeerde gebeurtenis in de geselecteerde lijst wissen. • Instellingen — Selecteer Duur vermelding log en de tijdsduur dat de communicatiegegevens in het logboek worden opgeslagen.
worden de volledige inhoud van het logboek, het register met recente oproepen en de leveringsrapporten van berichten, permanent verwijderd. Berichten Selecteer Menu > Berichten. In Berichten (netwerkdienst) kunt u SMS-berichten, MMSberichten, audioberichten en e-mailberichten verzenden en ontvangen. U kunt ook berichten van webdiensten, berichten van infodiensten en speciale berichten met gegevens ontvangen, plus dienstopdrachten verzenden.
Berichten verschijnt, betekent dit niet dat het bericht op de bedoelde bestemming is aangekomen. Als u bij het netwerk een afleveringsrapport wilt aanvragen voor de tekstberichten en MMS-berichten die u hebt verzonden (netwerkdienst), selecteert u Opties > Instellingen > SMS > Rapport ontvangen of Multimediabericht > Rapporten ontvangen. De rapporten worden opgeslagen in de map Rapporten. Berichten indelen Selecteer Menu > Berichten en Mijn mappen.
E-mail verzenden Selecteer Menu > Berichten. 1. Selecteer uw mailbox en vervolgens Opties > Nieuw e-mailbericht. 2. Ga naar het veld Aan en voer het e-mailadres van de geadresseerde in. Als het e-mailadres van de geadresseerde voorkomt in Contacten, begint u met het invoeren van de naam van de geadresseerde en selecteert u vervolgens de vervanger uit de lijst met voorgestelde opties. Als u meerdere geadresseerden toevoegt, gebruikt u een ; om de e-mailadressn van elkaar te scheiden.
Berichten E-mail lezen bijlagen worden niet in het apparaat opgeslagen en worden verwijderd wanneer u het bericht verwijderd. Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of de pc. Als u de geselecteerde, gedownloade bijlage wilt openen, selecteert u Opties > Acties > Openen. Selecteer Menu > Berichten.
E-mailberichten verwijderen Selecteer Menu > Berichten en een mailbox. Als u een e-mailbericht wilt verwijderen, selecteert u het bericht en Opties > Acties > Verwijderen. Het bericht wordt in de map voor verwijderde items geplaatst (indien beschikbaar). Als er geen map voor verwijderde items beschikbaar is, wordt het bericht permanent verwijderd. Verbinding verbreken niet heeft, selecteert u Opties > Afsluiten om de verbinding met de mailbox te verbreken.
Berichten • Meldingen downloaden — Hiermee stelt u in of u het apparaat een melding wilt laten weergeven wanneer er een e-mailbijlage is gedownload. • Waarschuwen verwijd. — Het apparaat instellen zodat een waarschuwing wordt weergegeven voordat u een e-mailbericht verwijdert. • Startscherm — Definiëren hoe veel regels van de email moeten worden weergegeven in het informatiegebied van het startscherm.
Selecteer Menu > Berichten. Alleen apparaten met compatibele functies kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De weergave van een bericht kan verschillen afhankelijk van het ontvangende apparaat. Een multimediabericht (MMS) kan tekst bevatten en objecten zoals afbeeldingen, geluidclips of videoclips. Voordat u multimediaberichten kunt verzenden of ontvangen op uw apparaat, moet u de instellingen voor multimediaberichten definiëren.
Berichten 4. Schrijf het bericht in het berichtveld. Als u een sjabloon of een notitie wilt invoegen, selecteert u Opties > Inhoud invoegen > Tekst invoegen > Sjabloon of Notitie. 5. Als u een mediabestand aan een multimediabericht wilt toevoegen, selecteert u Opties > Inhoud invoegen, het type bestand of de bron en het gewenste bestand. Als u een visitekaartje, dia, notitie of een ander soort bestand aan het bericht wilt toevoegen, selecteert u Opties > Inhoud invoegen > Andere invoegen. 6.
Presentaties maken Selecteer Menu > Berichten. Het is niet mogelijk om multimediapresentaties te maken als MMS-aanmaakmodus is ingesteld op Beperkt. Als u de instelling wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen > Multimediabericht > MMSaanmaakmodus > Vrij of Met begeleiding. 1. Als u een presentatie wilt maken, selecteert u Nieuw bericht > Bericht. Het berichttype wordt veranderd 2. 3. 4. 5. 6. in een multimediabericht, gebaseerd op de ingevoegde inhoud.
Berichten Presentaties weergeven Als u een presentatie wilt weergeven, kunt u dat in de map Inbox doen. Ga naar de presentatie en druk op de navigatietoets. Als u de presentatie wilt onderbreken, drukt u op een van beide selectietoetsen. Als u het afspelen van de presentatie wilt hervatten, selecteert u Opties > Doorgaan. Als de tekst of afbeeldingen te groot voor het scherm zijn, selecteert u Opties > Bladeren activeren. U kunt dan schuiven om de hele presentatie te zien.
U kunt een bericht met een aanvraag voor een dienst (ook wel een USSD-opdracht genoemd) naar uw serviceprovider verzenden en daarmee activatie van bepaalde netwerkdiensten aanvragen. Neem contact op met uw serviceprovider voor de vereiste dienstaanvraagtekst. Als u een dienstaanvraagbericht wilt verzenden, selecteert u Opties > Dienstopdrachten. Voer de dienstaanvraagtekst in en selecteer Opties > Verzenden. Infodienst Selecteer Menu > Berichten en Opties > Infodienst.
Berichten 54 • Berichtencentrales — Bekijk de beschikbare berichtcentrales voor uw apparaat of voeg een nieuwe toe. • Berichtcentr. in gebruik — Selecteer een berichtencentrale voor het verzenden van het bericht. • Tekencodering — Selecteer Bep. ondersteuning als u automatische tekenconversie naar een ander coderingssysteem wilt gebruiken, indien beschikbaar. • Rapport ontvangen — Selecteer Ja als u wilt dat het netwerk u leveringsrapporten van ontvangen berichten toestuurt (netwerkdienst).
Instellingen voor dienstberichten Selecteer Menu > Berichten en Opties > Instellingen > Dienstbericht. Als u dienstberichten van uw serviceprovider wilt ontvangen op het apparaat, selecteert u Dienstberichten > Aan. Als u wilt instellen hoe u diensten en de inhoud van dienstberichten wilt downloaden, selecteert u Berichten downloaden > Automatisch of Handmatig.
Berichten • Aantal opgesl. berichten — Geef op hoeveel verzonden berichten u wilt opslaan. Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt het oudste bericht verwijderd. • Gebruikt geheugen — Geef aan waar berichten moeten worden opgeslagen. U kunt berichten alleen op de geheugenkaart opslaan als er een is geïnstalleerd. • Mappenweergave — Selecteer of u mapgegevens op één of twee regels wilt zien. Over Chat Met Chat (netwerkdienst) kunt u chatberichten uitwisselen met uw vrienden.
U hebt bij uw apparaat meerdere mogelijkheden om verbinding te maken met internet of met een andere compatibel apparaat of pc. Vraag uw serviceprovider welk type toegangspunt u nodig hebt voor de dienst die u wilt gebruiken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de beschikbaarheid van en abonnementen op diensten voor packet-gegevensverbindingen.
Connectiviteit • Operatorselectie — Selecteer Automatisch als u wilt dat het apparaat een beschikbaar netwerk zoekt en selecteert of Handmatig als u handmatig een netwerk wilt selecteren. Als de verbinding met het handmatig geselecteerde netwerk verloren gaat, hoort u een fouttoon en wordt u gevraagd opnieuw een netwerk te selecteren. Het geselecteerde netwerk moet een roaming-overeenkomst met uw eigen mobiele netwerk hebben gesloten.
Opmerking: In sommige landen kan het gebruik van WLAN beperkt zijn. In Frankrijk mogen WLAN's bijvoorbeeld alleen binnenshuis worden gebruikt. Neem voor meer informatie contact op met de plaatselijke autoriteiten. WLAN-verbindingen Als u WLAN-verbinding (draadloos LAN) wilt gebruiken, moet u een internettoegangspunt voor WLAN maken. Gebruik het toegangspunt voor toepassingen die verbinding met internet moeten hebben.
Connectiviteit de actieve verbinding wilt beëindigen, selecteert u de verbinding en WLAN-verb. verbrkn. WLANinternettoegangspunten Selecteer Menu > Bed. paneel > Connect. > WLANwiz. en Opties. Selecteer een van de volgende opties: • WLAN-netwrkn filteren — Filter WLAN's uit de lijst met gevonden netwerken. De volgende keer dat de toepassing WLAN's zoekt, worden de geselecteerde netwerken niet weergegeven. • Details — Hiermee kunt u de details bekijken van een netwerk dat in de lijst wordt weergegeven.
Selecteer Menu > Bed. paneel > Connect. > Verb.beheer. Selecteer Act. gegevensverbindingen. In de weergave Actieve gegevensverbindingen kunt u de geopende gegevensverbindingen bekijken: packet-gegevensverbindingen draadloze LAN-verbindingen (WLAN) Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. Selecteer Opties > Verbinding verbreken als u een verbinding wilt verbreken.
Connectiviteit Aangezien apparaten met draadloze Bluetoothtechnologie communiceren via radiogolven, hoeft er geen 'direct zicht' te bestaan tussen de apparaten. De twee apparaten mogen maximaal 10 meter van elkaar zijn verwijderd, hoewel de verbinding wel hinder kan ondervinden van obstakels, zoals muren of andere elektronische apparaten. Dit apparaat voldoet aan Bluetooth-specificatie 2.
Gegevens verzenden via een Bluetooth-verbinding Er kunnen diverse Bluetooth-verbindingen tegelijk actief zijn. Als u bijvoorbeeld bent verbonden met een compatibele headset, kunt u tegelijkertijd ook bestanden overdragen naar een ander compatibel apparaat. 1. Open de toepassing waarin het item dat u wilt verzenden, is opgeslagen. 2. Blader naar een item en selecteer Opties > Verzenden > Via Bluetooth. Alle apparaten die binnen bereik zijn en Bluetoothtechnologie gebruiken, worden weergegeven.
Connectiviteit Gekoppelde apparaten zijn te herkennen aan het symbool in de lijst met apparaten. Als u gekoppelde apparaten wilt instellen als geautoriseerd of niet-geautoriseerd, gaat u naar het apparaat en maakt u een keuze uit de volgende opties: • Geautoriseerd — Uw apparaat en het geautoriseerde apparaat kunnen zonder uw medeweten verbinding maken. U hoeft de verbinding niet afzonderlijk te accepteren of autoriseren.
Als u de externe SIM-modus wilt gebruiken met een compatibele carkit, activeert u Bluetooth-connectiviteit en schakelt u het gebruik van de externe SIM-modus in. Activeer de externe SIM-modus vanaf het andere apparaat. Wanneer de externe SIM-modus is ingeschakeld op het apparaat, wordt Externe SIM-modus weergegeven in de stand-by modus.
Connectiviteit Pc-verbindingen U kunt uw mobiele apparaat gebruiken met een keur aan compatibele toepassingen voor pc-verbindingen en gegevenscommunicatie. Zo kunt u met Nokia Ovi Suite bestanden en afbeeldingen van uw apparaat naar een compatibele computer overbrengen. Als u Ovi Suite met de USB-verbindingsmodus wilt gebruiken, selecteert u PC Suite. Zie het ondersteuningsgedeelte van www.ovi.com voor meer informatie over Ovi Suite.
Internet mediabestanden op uw apparaat of naar andere apparaten zoekt. Internet Met de webbrowser kunt u internetpagina's bekijken. U kunt ook naar webpagina's surfen die speciaal bedoeld zijn voor mobiele apparaten. Als u wilt browsen op het web, moet op uw apparaat een internettoegangspunt zijn geconfigureerd. Het gebruik van een webbrowser vereist netwerkondersteuning. Op internet surfen Met de toepassing Browser kunt u door webpagina's bladeren. Selecteer Menu > Internet > Web.
Internet Tip: Als u naar het startscherm wilt gaan zonder de Browser-toepassing te sluiten of de verbinding te verbreken, drukt u eenmaal op de eindetoets. Werkbalk in de browser Met de werkbalk in de browser kunt u veelgebruikte browserfuncties selecteren. De werkbalk openen — Houd de bladertoets ingedrukt op een blanco gedeelte van een webpagina. Verplaatsen binnen de werkbalk — Druk de bladertoets naar links of rechts.
Met behulp van webfeeds kunt u op een eenvoudige wijze nieuwskoppen en uw favoriete weblogs volgen. Selecteer Menu > Internet > Web. Webfeeds zijn XML-bestanden in webpagina's. Ze worden gebruikt om bijvoorbeeld de meest recente nieuwskoppen of weblogs te delen. Webfeeds zijn te vinden op web-, blog- en wikipagina's. De browsertoepassing detecteert automatisch of een webpagina webfeeds bevat. Op een webfeed abonneren als een feed beschikbaar is op de pagina — Selecteer Opties > Abonneren op webfeeds.
Internet cachegeheugen van het apparaat. Als u vertrouwelijke gegevens waarvoor een wachtwoord nodig is, hebt geopend of geprobeerd te openen, kunt u het beste de cache na elke internetsessie leegmaken. Selecteer Opties > Privacyggvns wissen > Cache. De verbinding verbreken De verbinding beëindigen en de browser sluiten — Selecteer Opties > Afsluiten. Cookies verwijderen — Selecteer Opties > Privacyggvns wissen > Cookies. Cookies bevatten informatie over de door u bezochte webpagina's.
• • • • • Pagina-instellingen • Inhoud laden — Hiermee selecteert u of u afbeeldingen en andere objecten wilt laden tijdens het browsen. Als u Alleen tekst selecteert en u later tijdens het browsen afbeeldingen of objecten wilt laden, selecteert u Opties > Weergaveopties > Afbeeldingen laden. • Standaardcodering — Als lettertekens niet correct worden weergegeven, kunt u een andere codering selecteren die geschikt is voor de taal van de huidige pagina.
Nokia-kantoortoepassingen Nokia-kantoortoepassingen De Nokia-kantoortoepassingen bieden ondersteuning voor mobiel zaken doen en zorgen voor een effectieve communicatie met uw zakelijke partners. Actieve notities Selecteer Menu > Kantoor > Act. notities. Actieve notities stellen u in staat verschillende typen notities te maken, bewerken en bekijken, zoals vergadermemo's, hobbynotities of boodschappenlijstjes. U kunt afbeeldingen, video's en geluid invoegen in de notities.
Rekenmachine Selecteer Menu > Kantoor > Rekenmach.. Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen. Als u een berekening wilt maken, voert u het eerste getal van de berekening in. Selecteer een functie in de functielijst, bijvoorbeeld optellen of aftrekken. Voer het tweede getal van de berekening in en selecteer =. De berekeningen worden uitgevoerd in de ingevoerde volgorde.
Nokia-kantoortoepassingen Een geheugenkaart beheren Selecteer Menu > Kantoor > Best.beheer. Deze opties zijn alleen beschikbaar als er een compatibele geheugenkaart in het apparaat is geplaatst. Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: • Geheugenkaartopties — Hiermee kunt u de naam van een geheugenkaart wijzigen of een geheugenkaart formatteren. • Wachtwoord geh.kaart — Hiermee beveiligt u een geheugenkaart met een wachtwoord. • Geh.
Zipbeheer Selecteer Menu > Kantoor > Zip. Met Zip manager kunt u nieuwe archiefbestanden maken voor het opslaan van gecomprimeerde bestanden in ZIPindeling; afzonderlijke of meerdere gecomprimeerde bestanden of mappen toevoegen aan een archief; het archiefwachtwoord voor beveiligde archieven instellen, wissen of wijzigen; en instellingen wijzigen, zoals compressieniveau en codering van bestandsnamen. U kunt de archiefbestanden opslaan in het apparaatgeheugen of op een geheugenkaart.
Nokia-kantoortoepassingen of voettekst invoegen. De kop- en voettekst mogen maximaal 128 tekens lang zijn. • Voorbeeld — Een voorbeeld van het document weergeven voor het afdrukken. Afdrukopties Open een document, zoals een bestand of een bericht, en selecteer Opties > Afdrukopties > Afdrukken. Definieer de volgende opties: • Printer — Selecteer een beschikbare printer in de lijst. • Afdrukken — Selecteer Alle pagina's, Even pagina's of Oneven pagina's als het afdrukbereik.
Weergave Afbeelding afdrukken Nadat u de printer en de afbeeldingen die u wilt afdrukken hebt geselecteerd, definieert u de printerinstellingen. Maak een keuze uit de volgende opties: • Indeling — De lay-out voor de afbeeldingen selecteren. • Papierformaat — Het papierformaat selecteren. • Afdrukkwaliteit — De afdrukkwaliteit selecteren. Woordenboek Selecteer Menu > Kantoor > Woordenbk. Voer in het zoekveld tekst in om woorden vanuit een taal te vertalen naar een andere taal.
Positiebepaling (GPS) 78 Positiebepaling (GPS) Met toepassingen zoals GPS-gegevens kunt u uw positie bepalen of afstanden berekenen. Voor deze toepassingen is een GPS-verbinding vereist. Informatie over GPS De coördinaten van het GPS worden uitgedrukt in het internationale WGS-84-systeem voor coördinaten. De beschikbaarheid van de coördinaten kan per regio verschillen.
Tips voor het maken van een GPS-verbinding Het apparaat correct vasthouden De status van het satellietsignaal controleren Wanneer u de GPS-ontvanger gebruikt, moet u zorgen dat u de antenne niet met uw hand bedekt. Het kan enkele seconden tot enkele minuten duren voordat een GPS-verbinding tot stand is gebracht. In een voertuig duurt dit mogelijk langer. De GPS-ontvanger kost batterijvermogen. Als u de GPS-ontvanger gebruikt, is de batterij mogelijk sneller leeg.
Positiebepaling (GPS) coördinaten van uw locatie te berekenen, verandert de kleur van de balk. In eerste instantie moet het apparaat signalen van minstens vier satellieten ontvangen om de coördinaten van uw locatie te kunnen berekenen. Nadat de eerste berekening is gemaakt, kunnen de coördinaten van uw locatie in sommige gevallen verder met drie satellieten worden berekend. Meestal komt het echter de nauwkeurigheid ten goede als meer satellieten worden gevonden.
Route-instructies Selecteer Menu > Toepassngn > GPS-gegevens en Navigatie. Start de route-instructies buiten. Als u dit binnen doet, ontvangt de GPS-ontvanger mogelijk niet de benodigde informatie van de satellieten. Bij route-instructies wordt een roterend kompas in het scherm van het apparaat gebruikt. Een rode bal geeft de richting van de bestemming aan en de gemiddelde afstand tot deze bestemming wordt in de kompasring weergegeven.
Kaarten Positioneringsserver Selecteer Positiebepalingsserver om een toegangspunt en een positiebepalingsserver te definiëren voor positiebepalingsmethoden met behulp van het netwerk, zoals Assisted GPS of positionering via het netwerk. Het is mogelijk dat de positiebepalingsserver vooraf is ingesteld door de serviceprovider, en mogelijk kunt u de instellingen niet bewerken.
Mijn positie Over de kaart schuiven — Gebruik de bladertoets. De kaart is standaard naar het noorden gericht. Uw huidige of laatst bekende locatie weergeven — Druk op 0. In- of uitzoomen — Druk op * of #. Als u naar een gebied bladert dat buiten de kaarten op uw apparaat valt en u een actieve gegevensverbinding hebt, worden er automatisch nieuwe kaarten gedownload. De kaartdekking verschilt per land en regio. Kaarten bepaalde talen. De beschikbare diensten kunnen per netwerk verschillen.
Kaarten De weergave van de kaart wijzigen Bekijk de kaart in verschillende modi, zodat u gemakkelijk kunt vaststellen waar u zich bevindt. Selecteer Menu > Kaarten en Mijn positie. Druk op 1 en maak uw keuze uit de volgende opties: • Kaart — In de standaardkaartweergave zijn details, zoals locatienamen of wegnummers, eenvoudig te lezen. • Satelliet — Gebruik satellietbeelden voor een gedetailleerde weergave. • Omgeving — Overzie in één oogopslag het soort terrein.
Kaarten geeft uw locatie op de kaart weer met behulp van op GPS, A-GPS of cel-id gebaseerde positiebepaling. Het GPS (Global Positioning System) is een op satellieten gebaseerd navigatiesysteem dat wordt gebruikt om een locatie te berekenen. Assisted GPS (A-GPS) is een netwerkdienst die de snelheid en nauwkeurigheid van de positiebepaling verbetert. Wanneer u Kaarten voor de eerste keer gebruikt, wordt u gevraagd een internettoegangspunt definiëren om kaartgegevens te downloaden of A-GPS te gebruiken.
Kaarten 3. Ga in de lijst met voorgestelde mogelijkheden naar het gewenste item. Selecteer Kaart als u de locatie op de kaart wilt weergeven. Als u de andere locaties van de lijst met zoekresultaten op de kaart wilt bekijken, gebruikt u de bladertoets om omhoog en omlaag te bladeren. Terugkeren naar de lijst met voorgestelde plaatsen — Selecteer Lijst. Andere soorten plaatsen in de buurt zoeken — Selecteer Door categorieën bladeren en een categorie, zoals winkelen, accommodatie of transport.
Gebruik uw Favorieten om snel toegang te krijgen tot de plaatsen en routes die u hebt opgeslagen. Groepeer de plaatsen en routes in een verzameling, bijvoorbeeld bij het plannen van een reis. Selecteer Menu > Kaarten en Favorieten. Een opgeslagen plaats op de kaart weergeven 1. Selecteer Plaatsen. 2. Ga naar de plaats. 3. Selecteer Weergeven op kaart. Als u wilt teruggaan naar de lijst met opgeslagen plaatsen, selecteert u Lijst.
Kaarten Favorieten automatisch synchroniseren — Selecteer Opties > Instellingen > Synchronisatie > Wijzigen > Bij het opstart. en afsl.. Voor synchronisatie is een actieve internetverbinding vereist en het synchroniseren kan de overdracht van grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met zich meebrengen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht. Ga naar www.ovi.com als u de internetdienst Ovi Kaarten wilt gebruiken.
De taal voor spraakaanwijzingen wijzigen — Selecteer in de hoofdweergave Opties > Instellingen > Navigatie > Per auto-begeleiding of Te voetbegeleiding en de gewenste optie. De spraakaanwijzingen herhalen voor autonavigatie — Selecteer Opties > Herhalen in de navigatieweergave. Het volume van de spraakaanwijzingen voor autonavigatie aanpassen — Selecteer Opties > Volume in de navigatieweergave.
Kaarten Verkeers- en veiligheidsinformatie opvragen Rijd comfortabeler dankzij realtime informatie over verkeersproblemen, rijstrookaanduidingen en snelheidswaarschuwingen, als deze voor uw land of regio beschikbaar zijn. Selecteer Menu > Kaarten en Per auto. Verkeersproblemen op de kaart weergeven — Selecteer tijdens de autonavigatie Opties > Verkeersinf.. De gebeurtenissen worden als driehoekjes en lijnen op de kaart weergegeven. Verkeersinformatie bijwerken — Selecteer Opties > Verkeersinf.
De volgorde van de routepunten wijzigen 1. Ga naar een routepunt. 2. Druk op de bladertoets en selecteer Verplaatsen. 3. Ga naar de plaats waar u het routepunt naartoe wilt verplaatsen en selecteer OK. De locatie van een routepunt bewerken — Ga naar het routepunt, druk op de bladertoets en selecteer vervolgens Bewerken en daarna de gewenste optie. De route op de kaart weergeven — Selecteer Route weerg.. Navigeren naar de bestemming — Selecteer Route weerg. > Opties > Rit starten of Wandeling starten.
Aanpassen Druk op 4 of 6 om de kaart te draaien. Druk op 5 om de kaart weer terug te draaien, met het noorden boven. Druk op 2 om de huidige locatie op te slaan. Druk op 2 om een locatie op te slaan. Druk op 5 om een andere route te zoeken. Snelkoppelingen voor voetgangersnavigatie Druk op 3 om locaties te zoeken per categorie. Druk op 6 om het volume van de voetgangersnavigatie te wijzigen. Druk op 7 om de lijst met routepunten te bekijken. Druk op 8 om de kaart in te stellen voor gebruik 's nachts.
Als u een profiel dat u hebt gemaakt wilt verwijderen, selecteert u Opties > Profiel verwijderen. De vooraf gedefinieerde profielen kunt u niet verwijderen. Wanneer het profiel Offline is geactiveerd, is de verbinding met het mobiele netwerk gesloten. Er worden geen radiofrequentiesignalen tussen het apparaat en het mobiele netwerk uitgewisseld. Als u probeert een bericht te verzenden, wordt het in de outbox geplaatst en pas verzonden wanneer een ander profiel wordt geactiveerd.
Aanpassen 94 • Toon video-oproep — Selecteer een beltoon voor video-oproepen. • Naam beller uitspreken — Wanneer u deze optie hebt geselecteerd en iemand uit uw contactenlijst u belt, hoort u een beltoon die bestaat uit de gesproken naam van het contact en de geselecteerde beltoon. • Beltoontype — Stel het type beltoon in. • Belvolume — Stel het volume van de beltoon in. • Berichtensignaaltoon — Stel een toon voor ontvangen SMS-berichten in.
Een thema downloaden Selecteer Menu > Bed. paneel > Thema's. Selecteer Algemeen > Thema's downldn > Opties > Ga naar > Nieuwe webpagina om een thema te downloaden. Voer het webadres in waar u een thema van wilt downloaden. Na het downloaden van het thema kunt u een voorbeeld bekijken of het thema activeren. Selecteer Opties > Bekijken om een voorbeeld van het thema te bekijken. Selecteer Opties > Instellen om een thema te activeren. Audiothema's wijzigen Selecteer Menu > Bed.
Media Maak een keuze uit de volgende opties om het 3D-effect te wijzigen: • Snelheid geluidsbaan — Selecteer de snelheid waarmee geluid zich van de ene in de andere richting verplaatst. Deze instelling is niet voor alle effecten beschikbaar. • Galm — Selecteer het gewenste effect om de hoeveelheid echo aan te passen. • Doppler-effect — Selecteer Aan om de beltoon hoger te laten klinken wanneer u zich dichter bij het apparaat bevindt en lager wanneer u zich verderaf bevindt.
Overschakelen naar fotomodus. Overschakelen naar videomodus. De scène selecteren. Overschakelen naar panoramamodus. Als u een andere gebruikersmodus wilt kiezen, selecteert u Scènemodus op de werkbalk. Als u zelf een gebruikersmodus wilt maken, navigeert u naar Gebr. gedef. en selecteert u Opties > Wijzigen. Als u de instellingen van een andere gebruikersmodus wilt kopiëren, selecteert u Gebaseerd op modus en de gewenste gebruikersmodus.
Media Als u de reeksmodus wilt uitschakelen, selecteert u Reeksmodus > Enkele opname op de werkbalk. Vastgelegde afbeeldingen weergeven Selecteer Menu > Media > Camera. De afbeelding wordt automatisch opgeslagen in de Galerij. Als u de afbeelding niet wilt bewaren, selecteert u Verwijderen op de werkbalk. Maak een keuze uit de volgende werkbalkitems: • Verzenden — De afbeelding verzenden naar compatibele apparaten. • Verzenden naar beller — De afbeelding aan iemand verzenden tijdens een actieve oproep.
Video-instellingen Selecteer Menu > Media > Camera. Selecteer Opties > Instellingen en maak een keuze uit de volgende opties: • Videokwaliteit — De kwaliteit van de videoclip instellen. Selecteer Delen als u de videoclip wilt verzenden in een multimediabericht. De clip wordt opgenomen in de OCIF-resolutie, in de bestandsindeling 3GPP, zodat de grootte wordt • • • • • • beperkt tot 300 kb (ongeveer 20 seconden).
Media • Afbeeldingen — Afbeeldingen en videoclips weergeven in Foto's. • Videoclips — Videoclips weergeven in het Videocentr.. • Tracks — De Muziekspeler openen. — Naar geluidsclips luisteren. • Geluidsclips — Streaming koppelingen • Streaming kop. weergeven en openen. • Presentaties — Presentaties bekijken. U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaast kunt u items kopiëren en naar mappen verplaatsen. U kunt ook albums maken en items kopiëren en aan albums toevoegen.
Druk op 1 of 3 om de afbeelding 90 graden met de klok mee of tegen de klok in te draaien. Druk op 7 of 9 om de afbeelding 45 graden te draaien. Druk op * om te wisselen tussen een weergave op het volledige scherm of een normale weergave. Foto's Informatie over Foto's Selecteer Menu > Media > Galerij > Afbeeldingen en maak een keuze uit de volgende opties: • Vastgelegd — Alle afbeeldingen en video's bekijken die u hebt gemaakt.
Media U opent een bestand door deze te selecteren. Als u een afbeelding geopend hebt, kunt u met de zoomtoetsen erop in- of uitzoomen. De zoomverhouding wordt niet permanent opgeslagen. Als u een afbeelding of video wilt bewerken, selecteert u Opties > Bewerken. Als u uw afbeeldingen wilt afdrukken op een compatibele printer, selecteert u Opties > Naar printer of kiosk. Als u afbeeldingen in een album wilt plaatsen om ze later af te drukken, selecteert u Opties > Naar album > Later afdr..
Als u de werkbalk wilt verbergen, selecteert u Opties > Werkbalk verbergen. Als u de actieve werkbalk wilt activeren wanneer die verborgen is, drukt u op de bladertoets. Selecteer een afbeelding of een videoclip en een van de volgende opties: De afbeelding in liggende of staande modus weergeven. De videoclip afspelen. De afbeelding of videoclip verzenden.
Media Als u de lijst in alfabetische volgorde wilt weergeven, selecteert u Opties > Alfabetisch. Als u de lijst geordend op hoe vaak het label wordt gebruikt wilt weergeven, selecteert u Opties > Meestgebruikt. Als u het label van een afbeelding wilt verwijderen, selecteert u het label en de afbeelding en vervolgens Opties > Verwijderen uit label. Diavoorstelling Selecteer Menu > Media > Galerij > Afbeeldingen.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding hebt gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u het formaat van het gemarkeerde gebied wijzigen. Druk op de bladertoets om het geselecteerde gebied te bevriezen. Met de bladertoets kunt u het gebied binnen de foto verplaatsen. Druk op de bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden.
Media • Knippen — om de video te verkorten en de secties te markeren die u in de videoclip wilt behouden. Als u een snapshot van een videoclip wilt maken, selecteert u in de weergave waarin u de video knipt de opdracht Opties > Snapshot maken. Druk in de miniatuurweergave op de bladertoets en selecteer Snapshot maken.
Informatie over Online delen Selecteer Menu > Media > Online delen. Met Online delen (netwerkdienst) kunt u de foto's, videoclips en geluidsclips die op uw apparaat staan, posten naar compatibele diensten voor online delen, zoals albums en blogs. U kunt ook commentaar weergeven en verzenden naar posts in deze diensten en inhoud downloaden naar uw compatibele Nokia-apparaat. Of de de dienst Online delen beschikbaar is, en zo ja, welke inhoudstypen worden ondersteund, kan verschillen.
Media Voer, indien van toepassing, een titel of beschrijving voor de post in. Als u labels wilt toevoegen aan de post, selecteert u Labels:. Als u de post naar de dienst wilt verzenden, selecteert u Opties > Uploaden. Bestanden vanuit Foto's posten U kunt uw bestanden vanuit Foto's naar een online dienst voor delen posten. 1. Selecteer Menu > Media > Galerij > Afbeeldingen en de bestanden die u wilt posten. 2. Selecteer Opties > Verzenden > Uploaden en de gewenste account. 3. Bewerk uw post desgewenst.
Selecteer Opties > Verwijderen om de geselecteerde dienst te verwijderen. Inhoud van diensten bekijken Accountinstellingen Selecteer Menu > Media > Online delen. bewerken Als u de inhoud van een dienst wilt bekijken, selecteert u de dienst en Opties > Openen. U opent een feed door deze te selecteren. Als u de feed wilt openen in de webbrowser, selecteert u de website van de serviceprovider. Selecteer Menu > Media > Online delen.
Media gegevensverbinding wilt toestaan, selecteert u Ingeschakeld. Als u het delen en downloaden van items wilt toestaan wanneer u zich niet binnen het bereik van uw eigen netwerk bevindt, selecteert u Roaming toestaan > Ingeschakeld. U kunt automatisch nieuwe items van de dienst downloaden door Downloadinterval te selecteren en het interval voor de downloads te kiezen. Selecteer Handmatig om items handmatig te downloaden. Gegevenstellers Selecteer Menu > Media > Online delen.
Afspeellijsten Als u uw afspeellijsten wilt weergeven of beheren, selecteert u Muziekbibliotheek > Afspeellijsten. Als u een nieuwe afspeellijst wilt maken, selecteert u Opties > Nieuwe afspeellijst. Als u liedjes aan de afspeellijst wilt toevoegen, selecteert u het liedje en vervolgens Opties > Toevgn aan afspeellijst > Opgeslag. afspeellijst of Nieuwe afspeellijst. informatie over de kosten van gegevensoverdracht contact op met uw netwerkprovider.
Media moet een compatibele geheugenkaart in het apparaat zijn geplaatst. • Als u muziek wilt synchroniseren met Windows Media Player sluit u een compatibele USB-gegevenskabel aan en selecteert u Mediaoverdracht als verbindingsmodus. Er moet een compatibele geheugenkaart in het apparaat zijn geplaatst. Als u de standaard USB-verbindingsmodus wilt wijzigen, selecteert u Menu > Bed. paneel > Connect. > USB en USB-verbindingsmodus.
Als u videoclips vanaf internet wilt downloaden, selecteert u Video's downldn. Als u het volume tijdens het afspelen wilt aanpassen, gebruikt u de volumetoetsen. Als u tijdens het afspelen snel vooruit wilt spoelen, houdt u de navigatietoets naar rechts ingedrukt. Als u tijdens het afspelen wilt terugspoelen, houdt u de navigatietoets naar links ingedrukt. Als u het afspelen of streamen wilt beëindigen, selecteert u Stoppen.
Media Flash-speler Met Flash-speler kunt u Flash-bestanden die speciaal zijn gemaakt voor mobiele apparaten weergeven, afspelen of ermee werken. U kunt Flash-speler openen en een Flash-bestand afspelen door het bestand te selecteren. Als u een flash-bestand wilt verzenden naar compatibele apparaten, selecteert u Opties > Verzenden. Het is mogelijk dat bepaalde flash-bestanden niet mogen worden verzonden in verband met copyrightbepalingen.
Waarschuwing: Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is. Opgeslagen zenders Selecteer Menu > Media > Radio > FM-radio. Selecteer Opties > Zenders om de lijst met opgeslagen zenders te openen. Als u een opgeslagen zender wilt beluisteren, selecteert u Opties > Zender > Luisteren.
Media Als u een zender handmatig wilt toevoegen, selecteert u Opties > Zender handm. toev.. U kunt ook met de webbrowsertoepassing naar zenderkoppelingen op internet zoeken. Compatibele koppelingen worden automatisch geopend in de toepassing Nokia Internet Radio. 2. Selecteer Opties > Luisteren. De weergave Afspelen wordt geopend met gegevens over de zender en het nummer dat u op dat moment beluistert.
Selecteer Menu > Media > Radio > Internetradio en Zenderoverzicht. De lijst met zenders wordt door Nokia bijgehouden. Als u naar een internetzender buiten de lijst wilt luisteren, voegt u handmatig zendergegevens toe of bladert u met de toepassing Webbrowser naar zenderkoppelingen op internet. Maak een keuze uit de volgende opties: • Bladeren op genre — Hiermee geeft u de beschikbare radiogenres weer. • Bladeren op taal — Hiermee geeft u de talen weer waarin zenders worden uitgezonden.
Beveiliging en gegevensbeheer 118 Belangrijk: Het apparaat ondersteunt slechts één antivirustoepassing. Het gebruik van meer dan één toepassing met antivirusfunctionaliteit kan een negatieve invloed hebben op de prestaties en werking of ervoor zorgen dat het apparaat het niet meer doet. Het apparaat blokkeren De blokkeringscode beschermt het apparaat tegen ongeoorloofd gebruik. De code is bij aanschaf ingesteld op 12345.
Selecteer Opties > Wachtwoord geh.kaart > Verwijderen om het wachtwoord van een geheugenkaart te verwijderen. Als u het wachtwoord verwijdert, zijn de gegevens op de geheugenkaart niet meer beveiligd tegen onbevoegd gebruik. Als u een vergrendelde geheugenkaart wilt openen, selecteert u Opties > Geh.kaart deblokkeren. Voer het wachtwoord in. Als u het wachtwoord van een vergrendelde geheugenkaart vergeten bent, kunt u de kaart formatteren om de kaart te ontgrendelen. Het wachtwoord is dan ook verwijderd.
Beveiliging en gegevensbeheer 120 Als u de geheugenkaart wilt decoderen zonder de coderingssleutel te vernietigen, selecteert u Geheugenkaart > Decoderen. Als u de geheugenkaart wilt decoderen én de coderingssleutel wilt vernietigen, selecteert u Geheugenkaart > Decoderen en coderen uitschakelen. Vaste nummers Selecteer Menu > Contacten en Opties > SIMnummers > Nrs. vaste contacten. Met de dienst voor vaste nummers kunt u oproepen van het apparaat beperken tot bepaalde telefoonnummers.
Certificaatdetails weergeven U kunt alleen zeker zijn van de juiste identiteit van een server als de handtekening en de geldige periode van een servercertificaat zijn gecontroleerd. Als u de gegevens van een certificaat wilt bekijken opent u een certificaatmap, selecteert een certificaat en Opties > Certificaatgegevens. Een van de volgende meldingen kan worden weergegeven: • Certificaat niet vertrouwd — U hebt geen toepassing ingesteld waarmee het certicaat moet worden gebruikt.
Beveiliging en gegevensbeheer U kunt de vertrouwensinstellingen van een persoonlijk certificaat niet wijzigen. Afhankelijk van het certificaat verschijnt er een lijst met toepassingen die het certificaat kunnen gebruiken: • Symbian-installatie — Nieuwe toepassing voor het Symbian-besturingssysteem. • Internet — E-mail en afbeeldingen. • Toep.installatie — Nieuwe Java-toepassing. • Online certif.controle — Online certificaatstatusprotocol. Beveiligingsmodules weergeven en bewerken Selecteer Menu > Bed.
Selecteer Opties > Configuratie starten als u verbinding wilt maken met de server om de configuratie-instellingen voor uw apparaat te ontvangen. Als u het configuratielogboek van het geselecteerde profiel wilt weergeven, selecteert u Opties > Logboek bekijken. Als u de software van het apparaat wilt bijwerken via de lucht, selecteert u Opties > Controleren op updates. Door het bijwerken worden uw instellingen niet gewist.
Beveiliging en gegevensbeheer • JME-toepassingen gebaseerd op Java-technologie met .jad- of .jar-bestandsextensies • Andere software en toepassingen die geschikt zijn voor het Symbian-besturingssysteem met de bestandsextensie .sis of .sisx Installeer alleen software die compatibel is met uw apparaat.
Als u een geïnstalleerde toepassing wilt starten, selecteert u de toepassing. Als er geen standaardmap bij de toepassing gedefinieerd is, is het geïnstalleerd in het map Installatie in het hoofdmenu. Selecteer Opties > Logboek bekijken als u wilt weten welke softwarepakketten zijn geïnstalleerd of verwijderd en wanneer dit is gebeurd. Belangrijk: Het apparaat ondersteunt slechts één antivirustoepassing.
Beveiliging en gegevensbeheer 126 • Software-installatie — Hiermee geeft u aan of Symbian-software zonder geverifieerde digitale handtekening mag worden geïnstalleerd. • Online certificaatcontrole — Zo controleert u de online certificaten voordat u een toepassing installeert. • Standaardwebadres — Hiermee stelt u in welk standaardadres moet worden gebruikt wanneer online certificaten worden gecontroleerd.
Als u een licentie wilt activeren, gaat u naar de hoofdweergave van de licenties en selecteert u Ongeld. licenties > Opties > Nieuwe licentie ophalen. Breng een netwerkverbinding tot stand wanneer u daarom wordt gevraagd. U wordt vervolgens naar een website geleid waar u rechten voor de media kunt aanschaffen. Als u bestandsrechten wilt verwijderen, gaat u naar het gewenste bestand en selecteert u Opties > Verwijderen. Als u meerdere rechten hebt op hetzelfde mediabestand, worden alle rechten verwijderd.
Beveiliging en gegevensbeheer 128 client is beveiligd met IPSec-technologie (IP Security). IPSec is een raamwerk van open standaarden voor beveiligde gegevensuitwisseling via IP-netwerken. Het VPN-beleid bepaalt welke methode door de VPN-client en VPN-gateway wordt gebruikt om elkaars identiteit te controleren, welke algoritmen worden toegepast om de gegevens geheim te coderen. Neem contact op met de ITafdeling van uw bedrijf voor meer informatie over het VPN-beleid.
Een VPN-verbinding gebruiken in een toepassing Gebruikers die zich aanmelden bij een bedrijfsnetwerk moeten soms hun identiteit bewijzen. Neem contact op met de IT-afdeling van uw bedrijf voor meer informatie over aanmeldgegevens. Om een VPN-verbinding te kunnen gebruiken in een toepassing, moet de toepassing zijn gekoppeld aan een VPN (virtual private network)-toegangspunt.
Instellingen Algemene instellingen Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Algemeen. Maak een keuze uit de volgende opties: • Persoonlijk — De weergave-instellingen wijzigen en het apparaat aan uw voorkeuren aanpassen. • Datum en tijd — De datum en tijd wijzigen. • Toebehoren — De instellingen voor uw accessoires aanpassen. • Sensoren — De sensorinstellingen aanpassen. • Beveiliging — De beveiligingsinstellingen aanpassen. • Fabrieksinstell. — De oorspronkelijke apparaatinstellingen herstellen.
Taalinstellingen Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Algemeen > Persoonlijk > Taal. • Displaytaal — Hiermee wijzigt u de taal van het apparaat. • Invoertaal — Hiermee selecteert u de taal die wordt gebruikt voor het schrijven van notities en berichten. • Tekstvoorspelling — Hiermee activeert u tekstvoorspelling. • Invoeropties — Hiermee definieert u de instellingen voor tekstvoorspelling. Lichtsignalen van de bladertoets Selecteer Menu > Bed.
Instellingen • Automat. tijdaanpassing — Gegevens omtrent de tijd, datum en tijdzone automatisch bijwerken (netwerkdienst). Instellingen voor accessoires Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Algemeen > Toebehoren. Definieer welk profiel is geactiveerd als u een accessoire aansluit op het apparaat, selecteer het accessoire en kies vervolgens Standaardprofiel.
Als u een nieuwe beveiligingscode wilt instellen, selecteert u Telefoon en SIM-kaart > Blokkeringscode. De vooraf ingestelde blokkeringscode is 12345. Voer de huidige code in en vervolgens tweemaal de nieuwe code. De nieuwe code mag tussen de 4 en 255 tekens lang zijn. U kunt zowel cijfers als letters gebruiken, en zowel hoofdletters als kleine letters. U krijgt een melding als de blokkeringscode niet de juiste notatie heeft.
Instellingen Telefooninstellingen Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Telefoon. Maak een keuze uit de volgende opties: • Oproep — Definieer algemene oproepinstellingen. • Doorschakelen — Definieer uw instellingen voor het doorschakelen van oproepen. Zie 'Oproepen omleiden', p. 35. • Oproepen blokk. — Definieer oproepblokkeringsinstellingen. Zie 'Oproepen blokkeren', p. 35. • Netwerk — Pas de netwerkinstellingen aan. Oproepinstellingen 134 Selecteer Menu > Bed.
Netwerkinstellingen Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Telefoon > Netwerk. Selecteer Netwerkmodus en Dual mode, UMTS of GSM om de netwerkmodus te selecteren. In de Dual mode schakelt het apparaat automatisch over tussen netwerken. Tip: Als u UMTS selecteert, verloopt de gegevensoverdracht sneller, maar gaat dit wel ten koste van extra batterijcapaciteit, zodat batterij minder lang meegaat.
Instellingen • • • • • • • LAN (WLAN) beschikbaar is en definieer hoe vaak het apparaat zoekt naar netwerken. Video delen — Schakel het delen van video's in, selecteer het SIP-profiel voor het delen van video's en definieer de instellingen voor het opslaan van video's. SIP-instellingen — Geef SIP-profielen (Session Initiation Protocol) weer of stel deze in. XDM-profiel — Maak een XDM-profiel. Het XDM-profiel is vereist voor allerlei communicatietoepassingen, bijvoorbeeld Beschikbaarheid.
Groepen met toegangspunten maken Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Verbinding > Bestemmingen. In sommige toepassingen kunt u groepen met toegangspunten gebruiken om een verbinding met een netwerk tot stand te brengen. U kunt een groep met meerdere toegangspunten maken en de volgorde weergeven waarin de toegangspunten worden gebruikt om verbinding met een bepaald netwerk te maken.
Instellingen • Homepage — Voer het webadres of het adres van de multimediaberichtencentrale in, afhankelijk van het type toegangspunt dat u instelt. • Toegangspunt gebruiken — Selecteer Na bevestiging om het apparaat zodanig in te stellen dat om bevestiging wordt gevraagd voordat de verbinding die gebruikmaakt van dit toegangspunt tot stand wordt gebracht, of selecteer Automatisch om het apparaat zodanig in te stellen dat automatisch verbinding met de bestemming wordt gemaakt via dit toegangspunt.
Geavanceerde WLAN-instellingen Selecteer Opties > Geavanc. instellingen en kies een van de volgende opties: • IPv4-instellingen — Voer het IP-adres van het apparaat, het IP-adres van het subnet, de standaardgateway en de IP-adressen van de primaire en secundaire DNS-servers in. Neem voor deze adressen contact op met uw internetprovider. • IPv6-instellingen — Definieer het type DNS-adres. • Ad-hoc kanaal (uitsluitend voor ad-hocnetwerken) — Selecteer Door gebr. gedef.
Instellingen dat de connectiviteitstest nooit wordt uitgevoerd door Internetverbindingstest > Automat. uitvoeren, Altijd vragen of Nooit uitvoeren te selecteren. Als u Automat. uitvoeren selecteert of het uitvoeren van de test toestaat als het apparaat hierom vraagt, wordt het toegangspunt opgeslagen op internetbestemmingen als de uitvoering van de connectiviteitstest is geslaagd. Als u het unieke MAC-adres (Media Access Control) voor het apparaat wilt controleren, typt u *#62209526# in het startscherm.
WEP-sleutelinstellingen In een ad-hocnetwerk moet op alle apparaten dezelfde WEP-sleutel worden gebruikt. Selecteer WLAN-beveiligingsinstell. > Instellingen WEP-sleutel en maak een keuze uit de volgende opties: • WEP-codering — Stel de gewenste lengte van de WEPsleutel in. • Indeling WEP-sleutel — Stel in of u de WEPsleutelgegevens wilt invoeren in de indeling ASCII of Hexadecimaal. • WEP-sleutel — Voer de WEP-sleutelgegevens in. 802.1xbeveiligingsinstellingen Selecteer 802.
Instellingen • Instellingen EAP-plug-in — Als u WPA/WPA2 > EAP selecteert, selecteert u welke EAP-plug-ins in uw apparaat zijn gedefinieerd voor gebruik met het toegangspunt. • Vooraf ged. sleutel — Als u WPA/WPA2 > Vooraf ged. sleutel hebt geselecteerd, voert u de gedeelde privésleutel in waarmee uw apparaat wordt geïdentificeerd op het WLAN-netwerk waarmee u verbinding maakt. • Alleen WPA2 (modus) — Om zowel TKIP- als AES (Advanced Encryption Standard)-codering toe te staan, selecteert u Uit.
Selecteer Opties > Nieuw SIP-profiel > Std.profiel gebruiken of Bestaand profiel gebr. als u een SIP-profiel wilt maken. Als u het SIP-profiel wilt selecteren dat u standaard wilt gebruiken voor communicatiesessies, selecteert u Opties > Standaardprofiel. SIP-profielen bewerken Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Verbinding > SIP-instellingen. Selecteer Opties > Bewerken en kies een van de volgende opties: • Profielnaam — Voer een naam in voor het SIP-profiel.
Instellingen Maak een keuze uit de volgende opties: • Registrarserveradres — De hostnaam of het IP-adres van de gebruikte registrarserver invoeren. • Beveiligingsdomein — Voer het adres van het registratieserverdomein in. • Gebruikersnaam en Wachtwoord — Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord voor de registratieserver in. • Overdrachtstype — Selecteer UDP, Automatisch of TCP. • Poort — Voer het poortnummer van de registratieserver in. Configuratie-instellingen Selecteer Menu > Bed.
Sneltoetsen Selecteer een toepassing in de lijst om daarvan de instellingen aan te passen. Sneltoetsen Hier volgen enkele sneltoetsen die u kunt gebruiken. Door het gebruik van sneltoetsen kunt u op een efficiëntere manier met toepassingen werken. Algemene sneltoetsen Aan/uit-toets Houd deze toets ingedrukt als u het apparaat wilt in- of uitschakelen. Druk eenmaal om van profiel te wisselen. Sym-toets Druk op de toets en houd deze ingedrukt om de Bluetoothverbinding in of uit te schakelen.
Sneltoetsen 0 Ga naar de homepage. 2 Hiermee opent u het zoekvenster. 1 De werkbalk weergeven 3 Hiermee gaat u naar de vorige pagina. 4 Het e-mailbericht doorsturen. P Het vorige e-mailbericht openen. N Het volgende e-mailbericht openen. O Het geselecteerde e-mailbericht openen. Hiermee slaat u de huidige pagina op als bookmark. L De vervolgactiestatus van het bericht wijzigen. 5 Hiermee opent u het sneltoetsenoverzicht. J Een pagina omhooggaan in het emailbericht.
De berichten uitvouwen of samenvouwen. Z De synchronisatie starten. S De zoekopdracht starten. A De agendaweergave openen. Sneltoetsen voor Agenda op toetsenbord D De dagweergave openen. M De maandweergave openen. N Een nieuwe vergadering toevoegen. W De weekweergave openen. T De taakweergave openen. Woordenlijst I Woordenlijst Woordenlijst 3G Derde generatie mobiele communicatie.
Woordenlijst 148 communiceren met voicemailboxen, gecomputeriseerde telefoonsystemen, enzovoort. EAP Extensible authentication protocol. EAP plug-ins worden in draadloze netwerken gebruikt om draadloze apparaten en verificatieservers te verifiëren. EGPRS Enhanced GPRS. EGPRS lijkt op GPRS, maar er is een snellere verbinding mogelijk. Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid en de snelheid van de gegevensoverdracht. GPRS General packet radio service.
Infrastructuu Een WLAN-netwerkmodus waar r, apparaten met een WLAN verbonden zijn werkingsmod via een WLAN-toegangspunt. us PIN Persoonlijk identiteitsnummer. De PINcode beschermt uw apparaat tegen onbevoegd gebruik. De PIN-code wordt meegeleverd met de SIM-kaart. Als het verzoek om een PIN-code geselecteerd is, moet de code elke keer dat het apparaat wordt ingeschakeld worden ingevoerd. De PIN-code moet uit 4 tot 8 cijfers bestaan. PIN2 De PIN2-code wordt meegeleverd met de SIM-kaart.
Ondersteuning PIN2-code te veranderen. De code bestaat uit 8 cijfers. USIM SIM-kaart die wordt gebruikt in een UMTS-netwerk. USSD, opdracht Een dienstverzoek, bijvoorbeeld een verzoek om op afstand een toepassing te activeren of verschillende instellingen te configureren, dat u met uw provider naar uw operator of serviceprovider kunt verzenden. VoIP Voice over IP-technologie. VoIP is een reeks protocols waarmee u over een IPnetwerk, bijvoorbeeld het internet, kunt bellen.
A: Houd de home-toets ingedrukt. Blader naar de toepassing en druk op de backspace-toets om de toepassing te sluiten. V: Waarom zien afbeeldingen er vlekkerig uit? A: Zorg ervoor dat de beveiligingsvensters van de cameralens schoon zijn. V: Waarom verschijnen er missende. verkleurde of heldere puntjes op het scherm als ik het apparaat inschakel? A: Dit is een kenmerk van dit type scherm. Sommige schermen bevatten pixels of puntjes die aan of uit blijven staan. Dit is normaal, niet een fout.
Ondersteuning Als u het interval voor zoeken op de achtergrond wilt vergroten, selecteert u Beschkbrhd WLAN tonen > Ja en definieert u het interval in Zoeken naar netwerken. V: Waarom kan ik niet surfen op het web, terwijl de WLAN-verbinding goed functioneert en de IP-instellingen kloppen? A: Zorg ervoor dat u de HTTP/HTTPS-proxyinstellingen goed hebt gedefinieerd in de geavanceerde instellingen van het WLAN-toegangspunt.
V: Hoe bespaar ik energie van mijn batterij? A: Veel functies in het apparaat verbruiken extra batterijcapaciteit, waardoor de levensduur van de batterij afneemt. Om te besparen op batterijcapaciteit, kunt u het volgende doen: • Deactiveer de Bluetooth-verbinding wanneer u deze niet nodig hebt. • Stoppen met op de achtergrond zoeken naar een WLAN. Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Verbinding > Wireless LAN > Beschkbrhd WLAN tonen > Nooit.
Product- en veiligheidsinformatie • Sluit toepassingen en gegevensverbindingen (zoals de Bluetooth-verbinding) wanneer u deze niet gebruikt. • Verminder de helderheid van het scherm. • Stel het apparaat zo in dat het in de spaarstand overgaat nadat het apparaat gedurende een minimumperiode niet is gebruikt, mits dit op uw apparaat mogelijk is. • Schakel niet-noodzakelijke geluiden (zoals toetstonen) uit.
Informatie over de batterij en de lader Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij die bedoeld is om in dit apparaat te worden gebruikt, is BP-4L. Nokia kan eventueel ook andere batterijmodellen voor dit apparaat beschikbaar stellen. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met één van de volgende laders: AC-8, AC-10. Het exacte modelnummer van de oplader is afhankelijk van het type stekker. Het stekkertype wordt aangeduid met een van de volgende codes: E, EB, X, AR, U, A, C, K of UB.
Product- en veiligheidsinformatie 156 Beschadiging. Wijzig de batterij niet, verwerk deze niet tot een ander product, en probeer er geen vreemde voorwerpen in te brengen. Stel de batterij niet bloot aan en dompel deze niet onder in water of andere vloeistoffen. Batterijen kunnen ontploffen als deze beschadigd raken. Correct gebruik. Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze is bestemd. Onjuist gebruik van de batterij kan brand, explosie of ander gevaar met zich meebrengen.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Niet-goedgekeurde antennes, aanpassingen of toebehoren kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot radioapparaten. • Gebruik laders binnenshuis. • Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren, zoals contactpersonen en agendanotities.
Product- en veiligheidsinformatie 158 Kleine kinderen Het apparaat en toebehoren zijn geen speelgoed. Ze kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd deze buiten het bereik van kleine kinderen. Gebruiksomgeving Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiosignalen in de normale positie aan het oor of wanneer het apparaat minstens 2,2 centimeter (7/8 inch) van het lichaam wordt gehouden.
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Voertuigen Radiofrequente signalen kunnen elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn, zoals elektronische systemen voor brandstofinjectie, antiblokkeerremmen en systemen voor elektronische snelheidsregeling of airbags negatief beïnvloeden. Raadpleeg voor meer informatie de fabrikant van uw voertuig of van de hierin geïnstalleerde apparatuur.
Product- en veiligheidsinformatie 160 alarmnummers zowel via het mobiele netwerk als via uw internetprovider proberen te kiezen als beide functies zijn geactiveerd. Verbindingen kunnen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen. Een alarmnummer kiezen: 1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd.
Product- en veiligheidsinformatie testeisen en de netwerkband. Meer informatie over SAR kunt u vinden onder "product information" op www.nokia.com.
Index Index Symbolen/Numeriek 3D-beltonen 95 802.
C cachegeheugen 69 camera afbeeldingen bekijken 98 afbeeldingsinstellingen 98 foto's maken 96 gebruikersmodi 97 reeksmodus 97 video's afspelen 98 videoclips 98 video-instellingen 99 werkbalk 96 certificaten gegevens 121 instellingen 121 chatdiensten 56 chatten 56 coderen apparaatgeheugen en geheugenkaart 119 computerverbindingen 66 Zie ook gegevensverbindingen conferentiegesprekken 34 configuratieberichten 144 connectoren 19 contacten 29 beltonen toevoegen 30 groepen 30 instellingen 31 kopiëren 21 synchro
Index 164 G rode ogen 105 weergeven 101 werkbalk 102 galerij 99 geluidsclips 100 presentaties 100 streaming koppelingen 100 gebelde nummers 41 gedeelde video 39 live video delen 40 uitnodiging aanvaarden 41 videoclips delen 40 gegevenskabel 65 gegevensverbindingen draadloos 58 Pc-verbindingen 66 synchronisatie 61, 127 toegangspunt, instellingen 137 geheugen vrijmaken 14 webcache 69 geheugenkaart 16, 17 blokkeren 118 wachtwoorden 118 geluidsclips 100 GPRS instellingen 139 GPS positieaanvragen 80 GPS (Glob
J Java-toepassingen 123 JME Javatoepassingsondersteuning 123 K Kaarten 82 autoroutes 89 bladeren 83 downloaden, kaarten 84 Favorieten 87 kompas 84 locatiedetails weergeven 86 locaties delen 88 locaties zoeken 85 navigatie 89, 90 opslaan, plaatsen 86 opslaan, routes 86 plaatsen ordenen 87 plaatsen verzenden 87 plannen, routes 90 positiebepaling 85 routes ordenen 87 schermelementen 83, 89 sneltoetsen 91 spraakaanwijzingen 88 synchroniseren 87 verkeersinformatie 90 wandelroutes 90 wijzigen, weergaven 84 ka
Index operator selecteren 135 oproep doorschakelen 35 oproepen 32 beantwoorden 33 beperken Zie vaste nummers conferentie 34 duur van 42 gebeld 41 gemist 41 instellingen 134 ontvangen 41 opties 32 voicemail 33 weigeren 33 oproepen afwijzen 33 oproepen beantwoorden 33 oproepen blokkeren 35 oproepen weigeren 33 oproep in de wachtrij 34 oproeplogboek 42 Optical Navi-toets 27 opties Bluetooth-verbinding 62 Ovi by Nokia 23 Ovi Muziek 111 Ovi Store 24 Ovi Suite 22 P 166 packet-gegevens beperken 144 instellingen
T taal instellingen 131 tekst grootte wijzigen 130 invoeren 20 tekstberichten verzenden 49 tekstvoorspelling 131 thema's 94 audio 95 downloaden 95 tijd instellingen 131 toegangscodes 13 toegangspunten 60, 136 groepen 137 VPN 128 toepassingen 123 toepassingsbeheer 123 toepassingsinstellingen 144 toetsen 19 tonen 130 toetsenbord instellingen blokkeren tonen 130 instellingen 130 trilalarm 130 VPN gebruiken in toepassingen toegangspunten 128 132 W waarschuwingssignalen 130 webbrowser 67 webverbinding 67 w
Index 168 zoeken contacten 30 zoeken in externe databases 30