Operation Manual
Registratieservers
bewerken
Selecteer Opties > Nieuw SIP-profiel of
Bewerken > Registrarserver.
Maak een keuze uit de volgende opties:
• Registrarserveradres — Voer de hostnaam of het
IP-adres van de gebruikte registratieserver in.
• Beveiligingsdomein — Voer het adres van het
registratieserverdomein in.
• Gebruikersnaam en Wachtwoord — Voer uw
gebruikersnaam en wachtwoord voor de
registratieserver in.
• Overdrachtstype — Selecteer UDP, Auto of TCP.
• Poort — Voer het poortnummer van de
registratieserver in.
Instellingen voor
internetoproepen
Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. >
Verbinding > Internettelefoon.
Als u een nieuw profiel voor internetoproepen wilt
maken, selecteert u Opties > Nieuw profiel.
Als u een bestaand profiel wilt bewerken, selecteert u
Opties > Bewerken.
Configuratie-instellingen
Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. >
Verbinding > Configuraties.
U kunt van de serviceprovider of de afdeling voor
bedrijfsinformatiebeheer berichten ontvangen die de
configuratie-instellingen voor vertrouwde servers
bevatten. Deze instellingen worden automatisch
opgeslagen in Configuraties. U kunt configuratie-
instellingen ontvangen voor toegangspunten,
multimedia- of e-maildiensten, en chat- of
synchronisatie-instellingen voor vertrouwde servers.
Als u de configuratie voor een vertrouwde server wilt
verwijderen, selecteert u Opties > Verwijderen. De
configuratie-instellingen voor andere toepassingen
die door deze server worden verstrekt, worden
eveneens verwijderd.
Packet-gegevens beperken
Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. >
Verbinding > Tgpt.namen bhr..
Met de dienst voor toegangspuntbeheer kunt u
instellen dat op uw apparaat alleen via een beperkt
aantal toegangspunten packet-gegevensverbindingen
mogelijk zijn. Het is mogelijk dat uw SIM-kaart de
dienst voor toegangspuntbeheer niet ondersteunt.
Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Als u de packet-gegevensverbindingen van het
apparaat wilt beperken, selecteert u Opties >
Beperkingen inschakelen. Uw PIN2-code is vereist
om toegangspuntbeheer in of uit te schakelen en om
de toegangspunten voor packet-gegevens op de
beheerlijst te kunnen bewerken.
Als u toegangspunten die kunnen worden gebruikt
voor packet-gegevensverbindingen, aan de beheerlijst
151










