Gebruikershandleiding E66 9206999 Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-343 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. © 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People, Eseries, E66 en Visual Radio zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoudsopgave Veiligheid...................................................11 Over dit apparaat..........................................................11 Netwerkdiensten...........................................................12 Verwijderen van de batterij.........................................13 De E66 in het kort.......................................14 Belangrijkste functies...................................................14 Toetsen en onderdelen................................................
Nokia-agenda voor Eseries...........................................36 Agendaweergaven.....................................................36 Agenda-items weergeven.........................................37 Agenda-items maken.................................................37 Agenda-instellingen...................................................38 Nokia-contacten voor Eseries......................................38 Contacten toevoegen.................................................38 Contactgroepen.......
Internet......................................................59 Web ...............................................................................59 Beveiliging van de verbinding..................................59 Surfen op internet......................................................59 Bookmarks..................................................................60 Cache leegmaken.......................................................60 Feeds en blogs......................................................
Berichtinstellingen........................................................82 Instellingen voor SMS-berichten...............................82 Instellingen voor multimediaberichten...................82 Instellingen e-mailaccount.......................................83 Verbindingsinstellingen..........................................84 Gebruikersinstellingen............................................84 Instellingen voor ophalen......................................84 Instellingen voor automatisch ophalen..
Verkeersinformatie..................................................106 Reisgidsen.................................................................106 GPS-gegevens .............................................................107 GPS-gegevens gebruiken.........................................107 Plaatsbepalingen .......................................................108 Een plaatsbepaling maken......................................108 Plaatsbepalingen bewerken...................................
Beveiligingsmodules..................................................132 Beveiligingsmodules weergeven en bewerken..................................................................132 Back-ups maken van gegevens.................................132 Externe configuratie...................................................133 Toepassingsbeheer ....................................................134 Toepassingen installeren........................................134 Installatie-instellingen.......................
Woordenlijst............................................157 Ondersteuning.........................................161 Toebehoren..............................................165 Informatie over de batterij en de lader.........................................................166 Informatie over de batterij en de lader....................166 Controleren van de echtheid van Nokiabatterijen.....................................................................167 De echtheid van het hologram controleren..........
Veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoon verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. STORING Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer en gebruik alleen diensten en andere software van betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden, zoals toepassingen die Symbianonderschreven zijn of de Java Verified™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele aangesloten computers.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor sommige functie van dit apparaat, zoalse-mail, surfen en MMS (Multimedia Messaging), is netwerkondersteuning voor deze technologieën vereist. Verwijderen van de batterij Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
De E66 in het kort Modelnummer: Nokia E66-1 (RM-343). Hierna aangeduid als Nokia E66. Onderweg uw e-mail lezen. Belangrijkste functies Afspraken bijhouden en plannen met Agenda. Met de nieuwe Eseries kunt u zakelijke en persoonlijke gegevens beheren, op kantoor en onderweg. De belangrijkste functies worden hier uitgelicht: Wisselen tussen de persoonlijke en de privémodus. Op internet surfen, blogs zoeken en nieuwsfeeds ontvangen met Web. Muziek beluisteren met Muziekspeler.
Toetsen en onderdelen 1 — Aan/uit-toets 2 — Luistergedeelte 3 — Lichtsensor 4 — Selectietoets. Druk op de selectietoets om de functie uit te voeren die boven de selectietoets wordt weergegeven op het scherm. 5 — Beltoets 6 — Druk de toets een aantal seconden in om de Bluetooth-connectiviteit in te schakelen. Bij het invoeren van tekst drukt u de toets in en selecteert u Meer symbolen om toegang te krijgen tot speciale tekens.
2 — Contactentoets 3 — Agendatoets 4 — E-mailtoets Bewegingen 1 — Toets Volume omhoog 2 — Spraaktoets. Druk op de spraaktoets om de actieve oproep te dempen of de demping op te heffen. Deze toets wordt ook gebruikt bij spraakopdrachten en PTTtoepassingen. 3 — Toets Volume omlaag 4 — Vastlegtoets 5 — Ontgrendelingsknop 6 — Hoofdtelefoonaansluiting 7 — Mini-USB-poort 8 — Infraroodpoort 16 1 — Home-toets Als u het apparaat draait, wordt de weergave automatisch gekanteld.
Lichtsignalen van de navigatietoets Als u een bericht ontvangt of een oproep mist, begint de navigatietoets te knipperen om dat te melden. Wanneer de schermverlichting uitgaat, begint de navigatietoets langzaam te knipperen. Als u het automatisch kantelen van de weergave wilt uitschakelen, selecteert u Menu > Instrumenten > Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Weergave > Display draaien of Draai voor voll. weerg..
Als u het volledige toetsenbord wilt openen of sluiten, schuift u het gedeelte met het scherm omhoog of omlaag. Als u het toetsenbord wilt vergrendelen, schuift u het apparaat dicht. Als u het toetsenblord wilt ontgrendelen, schuift u het apparaat open. Tip: Als u het toetsenbord wilt ontgrendelen het apparaat open te schuiven, drukt u eerst de linker- en dan de rechter selectietoets in. Als u een oproep wilt beantwoorden, schuift u het apparaat open.
Het apparaat instellen Stel uw E66 in volgens deze instructies. De SIM-kaart en de batterij plaatsen 1. Houd de achterzijde van het apparaat naar u toe gericht, druk op de ontgrendelingsknoppen (1) en schuif de cover weg (2). 3. Plaats de SIM-kaart. Zorg ervoor dat de contactpunten naar boven zijn gericht en dat de afgeschuinde hoek van de geheugenkaart naar de bovenkant van het apparaat wijst. 2. Als de batterij is geïnstalleerd is, tilt u de batterij in de richting van de pijl. 4. Plaats de batterij.
5. Schuif de cover weer op zijn plaats. het apparaat en vervolgens haalt u de lader uit het stopcontact. De batterij is al opgeladen in de fabriek, maar het laadniveau kan variëren. Om de volledige gebruiksduur te kunnen halen, laad u de batterij volledig op. U kunt dit aflezen aan de indicator voor het batterijniveau. Tip: Als u over oude compatibele Nokia-laders beschikt, kunt u deze gebruiken voor de Nokia E66 door de CA-44-laderadapter aan te sluiten op de oude lader.
2. Plaats de geheugenkaart in de sleuf, met de contactpunten eerst. Zorg ervoor dat de contactpunten naar de aansluitpunten van het apparaat zijn gericht. 2. Druk op de ontgrendelingsknoppen en schuif de cover weg. 3. Druk op het uiteinde van de geheugenkaart om deze uit de sleuf te verwijderen. 4. Sluit de cover. De hoofdtelefoon aansluiten 3. Schuif de kaart naar binnen tot deze goed is geplaatst. 4. Sluit de cover.
De polsband bevestigen Rijg de polsband zoals aangegeven en trek deze vast. Antenne's Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Zoals bij alle radiozendapparatuur, geldt dat u onnodig contact met het gebied rond de antenne moet vermijden als de antenne aan het zenden of ontvangen is.
Aan de slag Wanneer u het apparaat hebt ingesteld, kunt u het inschakelen en de nieuwe functies van de Eseries verkennen. Eerste keer starten 1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt. 2. Als het apparaat vraagt om een PINcode of blokkeringscode, voert u de code in en selecteert u OK. 3. Als u daarom wordt gevraagd, voert u het land waarin u zich bevindt, en de huidige datum en tijd. Voer de eerste letters van uw land in om deze te zoeken.
• Met de Instelwizard kunt u diverse instellingen configureren. Zie 'De Instelwizard ', p. 24. • Operator bevat een koppeling naar de eigen portal van uw operator. Als u de toepassing Welkom later wilt openen, selecteert u Menu > Help > Welkom. De beschikbare items kunnen per regio verschillen. De Instelwizard Selecteer Menu > Instrumenten > Instelwizard. Met de Instelwizard kunt u het apparaat configureren voor instellingen die zijn gebaseerd op de gegevens van uw netwerkoperator.
U kunt twee startschermen instellen voor verschillende doeleinden. U kunt bijvoorbeeld een scherm voor zakelijke e-mail en berichten hebben en een ander scherm voor persoonlijke e-mail. Zo kunt u voorkomen dat u buiten uw werktijden zakelijke berichten te zien krijgt. Menu Selecteer Menu. Het menu is een beginpunt van waaruit u alle toepassingen van het apparaat of op een geheugenkaart kunt openen. Het menu bevat toepassingen en mappen (dit zijn groepen met vergelijkbare toepassingen).
Als u de naam van een nieuwe map wilt wijzigen, selecteert u Opties > Naam wijzigen. Als u de map opnieuw wilt ordenen, gaat u naar de toepassing die u wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Verplaatsen. Naast de toepassing verschijnt een vinkje. Ga naar een nieuwe locatie en selecteer OK. Als u een toepassing naar een andere map wilt verplaatsen, gaat u naar de gewenste toepassing en selecteert u achtereenvolgens Opties > Verplaats naar map, de nieuwe map en OK.
Als u de details van een overdracht wilt bekijken, gaat u naar het overgebrachte item en selecteert u Opties > Details. Als u het logboek van een eerdere overdracht wilt bekijken, gaat u naar een snelkoppeling voor een overdracht in de hoofdweergave (indien beschikbaar) en selecteert u Opties > Log bekijken. Eventuele niet-opgeloste overdrachtconflicten worden ook weergegeven in het logboek. Selecteer Opties > Conflicten oplossen om te beginnen met het oplossen van conflicten.
multimediabericht verzenden, of door middel van een Bluetooth-verbinding of infrarood. Als u tekst wilt kopiëren, houdt u de Shift-toets ingedrukt en selecteert u de tekst met de navigatietoets. Houd de Shift-toets ingedrukt en selecteer Kopiëren. U plakt de tekst als volgt: blader naar de gewenste locatie, houd de Shift-toets ingedrukt en selecteer Plakken. Deze methode werkt mogelijk niet in toepassingen waarin andere opdrachten gelden voor kopiëren en plakken.
Er is een infraroodverbinding actief. Als de indicator knippert, probeert uw apparaat verbinding te maken met het andere apparaat of is er sprake van een verbroken verbinding. Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram betekent dat de verbinding actief is. Het pictogram betekent dat de verbinding in de wachtstand is geplaatst. Er is een EGPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram betekent dat de verbinding actief is.
Er is een tekstelefoon aangesloten op het apparaat. Het apparaat is bezig met synchroniseren. Er is een actieve PTT (Push to Talk)-verbinding. Uw PTT-verbinding is in de modus Niet storen, omdat het beltoontype van uw apparaat is ingesteld op Eén piep of Stil, of er is een inkomende of actieve oproep. U kunt in deze modus geen PTT-oproepen maken.
MicroSDHC Dit apparaat gebruikt microSD- en microSDHC-geheugenkaarten. Met het oog op de interoperabiliteit moet u alleen compatibele geheugenkaarten in dit apparaat gebruiken. Vraag de fabrikant of de leverancier naar de compatibiliteit van een geheugenkaart. Kaarten van een ander type dan microSD en microSDHC zijn niet compatibel met dit apparaat.
volgende letter met dezelfde toets moet worden ingevoerd als de huidige letter, wacht u tot de cursor wordt weergegeven en voert u de letter in. Als u een cijfer wilt invoegen, houdt u de cijfertoets ingedrukt. Als u wilt schakelen tussen de modus voor gewone en hoofdletters en de cijfermodus, drukt u op #. Als u een teken wilt verwijderen, drukt u op de backspace-toets. Houdt de backspace-toets ingedrukt om meer dan één teken te verwijderen.
drukken om een bepaald teken te kunnen invoeren, kunt u de invoertaal wijzigen zodat verschillende tekens in een andere volgorde worden aangeboden. Als de invoertaal een niet-Latijns alfabet heeft en u Latijnse tekens wilt invoeren (bijvoorbeeld een e-mailof internetadres), moet u mogelijk de invoertaal wijzigen. Als u de invoertaal wilt wijzigen, selecteert u Opties > Invoertaal en vervolgens een invoertaal met Latijnse tekens.
Nieuw in de Eseries Op uw nieuwe Nokia Eseries staan nieuwe versies van de toepassingen Agenda en Contacten, en ook het startscherm is helemaal vernieuwd. Snelle toegang tot taken Als u het pictogram op het startscherm, in Contacten of in Agenda ziet, drukt u de navigatietoets naar rechts om een lijst met beschikbare acties weer te geven. U sluit de lijst door naar links te gaan. Als u in deze toepassingen navigeert, kunt u steeds een niveau terug door naar links te gaan.
Werken op het startscherm Als u van startschermmodus wilt wisselen, gaat u naar en drukt u op de navigatietoets. Als u het zoeken naar contacten wilt uitschakelen, selecteert u Opties > Contact zoeken uit. Als u wilt zien of er berichten zijn ontvangen, gaat u naar het berichtenvak in het meldingengebied. Als u een bericht wilt lezen, gaat u naar het bericht en drukt u op de navigatietoets. Druk de navigatietoets naar rechts als u andere taken wilt weergeven.
Als u een lijst van actieve toepassingen wilt zien, drukt u een aantal seconden op de home-toets. Als de lijst is geopend, drukt u kort op de home-toets om door de lijst te navigeren. Als u de geselecteerde toepassing wilt openen, drukt u een aantal seconden op de hometoets, of u drukt op de navigatietoets. Als u de geselecteerde toepassing wilt sluiten, drukt u op de backspace-toets.
Tip: Als u de weekweergave wilt openen, gaat u naar een weeknummer en drukt u op de navigatietoets. Als u in de maand-, week-, dag- of agendaweergave de volgende of vorige dag wilt weergeven, navigeert u naar rechts of links. Als u de standaardweergave wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen > Standaardweergave. Agenda-items weergeven In de maandweergave worden agenda-items gemarkeerd met een driehoekje. Jaarlijks terugkerende items worden ook gemarkeerd met een uitroepteken.
8. Voor memo's, taken en jaarlijks terugkerende items kunt u instellen hoe het item wordt behandeld tijdens synchronisatie. Selecteer Privé om het item te verbergen voor kijkers als de agenda online beschikbaar is, Openbaar om het item zichtbaar te maken voor kijkers, of Geen als u het item niet naar uw computer wilt kopiëren. 9. Voer een beschrijving in. Als u het item wilt verzenden, selecteert u Opties > Verzenden. Agenda-instellingen Selecteer Opties > Instellingen.
Als u een conferentiegesprek met de groep wilt voeren, selecteert u eerst de groep en dan Conf.dienst bellen in de lijst met beschikbare acties. Contacten zoeken Als u contacten wilt zoeken, typt u eerst de naam van het contact in het zoekveld. Contactbestanden beheren U kunt contactenbestanden installeren vanuit de toepassing Download!.
webbrowser. Selecteer een bookmark of voer het internetadres handmatig in, en selecteer Ga naar. Als u terug wilt keren naar uw bericht, houdt u de home-toets ingedrukt, gaat u naar het bericht en drukt u op de navigatietoets.
Aan uw eigen voorkeuren aanpassen U kunt uw apparaat aanpassen aan uw eigen voorkeuren door bijvoorbeeld de beltonen, achtergrondafbeeldingen en schermbeveiligingen te wijzigen. Profielen Selecteer Menu > Instrumenten > Profielen. U kunt voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen of groepen bellers beltonen, waarschuwingssignalen en andere signalen instellen. Het actieve profiel wordt boven aan het startscherm weergegeven.
Voor oproepen van andere nummers geldt een stille waarschuwing. Als u de berichttoon wilt wijzigen, selecteert u Opties > Aanpassen > Berichtensignaaltoon. Profielen aanpassen 42 Selecteer Opties > Aanpassen en definieer de volgende opties: • Beltoon — Selecteer een beltoon in de lijst, of selecteer Geluiden downldn om een map te openen met daarin een lijst met bookmarks voor het downloaden van tonen via de browser.
Als u de achtergrondafbeelding van het huidige startscherm wilt wijzigen, selecteert u Achtergrond. Als u een ander startscherm wilt kiezen, selecteert u Modus overs.. Weergavevolgorde wijzigen Selecteer Menu > Instrumenten > Thema's. Als u het thema dat in alle toepassingen wordt gebruikt, wilt wijzigen, selecteert u de map Algemeen. Als u het thema dat in alle toepassingen wordt gebruikt, wilt wijzigen, selecteert u de map Menuweerg..
Selecteer Opties > Toon afspelen om de beltoon met het 3D-effect te beluisteren. Als u het volume van de beltoon wilt instellen, selecteert u Menu > Instrumenten > Profielen > Opties > Aanpassen > Belvolume.
Media Op uw apparaat bevindt zich een aantal mediatoepassingen voor zakelijk gebruik en als vrijetijdsbesteding. Wisselen tussen de videomodus en de afbeeldingsmodus. Camera De flitsmodus selecteren (alleen voor afbeeldingen). Een afbeelding vastleggen De reeksmodus activeren (alleen voor afbeeldingen). Selecteer Menu > Media > Camera. Uw apparaat ondersteunt het maken van foto's met een resolutie van maximaal 2048 x 1536 pixels . De beeldresolutie kan in deze documentatie anders zijn weergegeven.
vastlegt. De instellingen van elke gebruikersmodus zijn afgestemd op een bepaalde stijl of omgeving. Als u een andere gebruikersmodus wilt kiezen, selecteert u Scènemodus op de werkbalk. Als u een nieuwe gebruikersmodus wilt maken, navigeert u naar Gebr. gedef. en selecteert u Opties > Wijzigen. Als u de instellingen van een andere gebruikersmodus wilt kopiëren, selecteert u Gebaseerd op modus en de gewenste gebruikersmodus. Als u een zelf gemaakte gebruikersmodus wilt activeren, navigeert u naar Gebr.
2. Druk op de navigatietoets om de opname te starten. 3. U kunt de opname op elk gewenst moment onderbreken door Pauze te selecteren. Selecteer Doorgaan om de opname te hervatten. 4. Als u de opname wilt beëindigen, selecteert u Stop. De videoclip wordt automatisch opgeslagen in de Galerij. De maximumduur van de videoclip is afhankelijk van het beschikbare geheugen. Een videoclip afspelen • Afbeeldingskwaliteit — De kwaliteit van de afbeelding instellen.
• • • • • beperkt tot 300 kB (ongeveer 20 seconden). Videoclips die als MPEG-4-bestand zijn opgeslagen, kunnen soms niet worden verzonden in een multimediabericht. Geluidsopname — Selecteer Dempen als u geen geluid wilt opnemen. Opgenomen video tonen — De eerste frame van de opgenomen videoclip bekijken na de opname. Als u de hele videoclip wilt bekijken, selecteert u Afspelen op de werkbalk. Standaardnaam video — De standaardnaam voor opgenomen videoclips instellen.
De inhoud van webmappen verandert. Selecteer de gewenste webmap om deze bij te werken (netwerkdienst). De kleur van de map verandert zodra de update is voltooid. Als u zich op een podcast wilt abonneren, gaat u naar de podcast-titel en selecteert u Bijwerken. Wanneer u zich op de episodes van een podcast hebt geabonneerd, kunt u ze in het menu Podcasts downloaden, beheren en afspelen. Als u een nieuwe webmap of map wilt toevoegen, selecteert u Opties > Nieuw > Webmap of Map.
wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Selecteer Menu > Media > Muziekspeler. De muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen als AAC, AAC+, eAAC+, MP3 en WMA, maar dat betekent niet automatisch dat ook alle functies of variaties van deze bestandsindelingen worden ondersteund. U kunt met de muziekspeler podcast-episodes afspelen.
Nokia-muziekwinkel Selecteer Menu > Media > Muziekwinkl. In de Nokia-muziekwinkel (netwerkdienst) kunt u muziek zoeken, doorbladeren en downloaden naar uw apparaat. Om muziek te kunnen kopen, moet u zich eerst aanmelden. Bezoek music.nokia.com als u wilt nagaan of Nokiamuziekwinkel in uw land beschikbaar is. Als u meer muziek in diverse categorieën wilt zoeken, selecteert u Opties > Zoeken in muziekwinkel. Als u een toegangspunt voor de muziekwinkel wilt instellen, selecteert u Std. toeg. punt.
Automatische synchronisatie 1. Als u automatische synchronisatie in Windows Media Player wilt inschakelen, klikt u op het tabblad Synchroniseren met de optie Nokia Handset > Synchroniseren instellen en schakelt u het selectievakje Apparaat automatisch synchroniseren in. 2. Selecteer de playlists (afspeellijsten in Media Player) die u automatisch wilt synchroniseren in het deelvenster met de beschikbare afspeellijsten en klik op Toevoegen.
de inhoud van albums weergeven. Welke typen inhoud worden ondersteund, kan per serviceprovider verschillen. Om bestanden online te kunnen delen, moet u een account hebben bij een onlineservice voor het delen van bestanden. Meestal kunt u zich op dergelijke services abonneren via de webpagina van uw serviceprovider. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
wav-bestand en is de maximale lengte van de clip 60 minuten. Als u MMS-compatibel selecteert, wordt de geluidsclip opgenomen als amr-bestand en is de maximale lengte van de clip 1 minuut. Galerij Selecteer Menu > Media > Galerij. Gebruik de Galerij voor het openen van verschillende soorten media, zoals afbeeldingen, video's, muziek en geluiden. Alle weergegeven afbeeldingen en video's en alle ontvangen muziek en geluiden worden automatisch opgeslagen in de Galerij.
Afbeeldingbestanden beheren Als u uitvoerige informatie over de afbeelding wilt weergeven, selecteert u Opties > Gegevens bekijken. Als u de afbeelding wilt verzenden, selecteert u Opties > Zenden en de verzendmethode. Als u de naam van de afbeelding wilt wijzigen, selecteert u Opties > Naam wijzigen. Als u de afbeelding wilt instellen als achtergrondafbeelding, selecteert u Opties > Afbeelding gebruiken > Inst. als achtergrond.
Als u het afspelen of streamen wilt beëindigen, selecteert u Stoppen. Het in de buffer plaatsen of verbinden met de streaming-site stopt, het afspelen van de clip stopt en de clip wordt teruggespoeld naar het begin. Als u videoclips van het web wilt downloaden, selecteert u Opties > Video's downloaden. Als u de videoclip in het volledige scherm wilt weergeven, selecteert u Opties > Op volledig scherm.
Flash-bestanden beheren Plaats een geheugenkaart in uw apparaat om het gebruik van Flash-speler te optimaliseren Als u een flash-bestand wilt afspelen, gaat u naar het bestand en drukt u op de navigatietoets. Als u een flash-bestand wilt verzenden naar compatibele apparaten, selecteert u Opties > Verzenden. Het is mogelijk dat bepaalde flashbestanden niet mogen worden verzonden in verband met copyrightbepalingen.
Als u wilt terugkeren naar het startscherm en de FMradio op de achtergrond wilt laten spelen, selecteert u Opties > Afsp. in achtergrond. Visuele inhoud weergeven Neem contact op met uw serviceprovider als u de beschikbaarheid en de kosten wilt weten, en als u zich wilt abonneren op de dienst. Voordat u visuele inhoud kunt weergeven, moet u een internettoegangspunt hebben gedefinieerd in Menu > Instrumenten > Instell. > Verbinding > Toegangspunten. 1.
Internet Met de nieuwe Eseries kunt u surfen op internet en op het intranet van uw bedrijf en nieuwe toepassingen naar het apparaat downloaden en ze installeren. Het apparaat kan ook gebruikt worden als een modem, zodat u met uw pc verbinding kunt maken met internet. aanbieder kan u ook instructies geven voor het gebruik van deze diensten. Web Als de beveiligingsindicator ( ) wordt weergegeven tijdens een verbinding, is de gegevensoverdracht tussen het apparaat en de internet-gateway of server gecodeerd.
naar. Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software. Tip: Zodra u de eerste tekens van het adres invoert, worden er adressen weergegeven van eerder bezochte pagina's die overeenkomen met hetgeen u invoert. Als u een pagina wilt openen, gaat u naar het adres en drukt u op de navigatietoets. Voor het navigeren op een webpagina gebruikt u de navigatietoets, die als een aanwijzer wordt weergegeven op de pagina.
Een verbinding verbreken Als u de verbinding wilt verbreken en de browserpagina offline wilt weergeven, selecteert u Opties > Instrumenten > Verbind. verbreken. Als u de verbinding wilt verbreken en de browser wilt sluiten, selecteert u Opties > Afsluiten. Webinstellingen Selecteer Menu > Web > Opties > Instellingen. De Internetinstellingen zijn verdeeld in vier groepen: • Algemeen bevat instellingen die betrekking hebben op het toegangspunt en de homepage.
Als u het geselecteerde item wilt aanschaffen, selecteert u Opties > Kopen. Als u een gratis item wilt downloaden, selecteert u Opties > Ophalen. Als u een item wilt zoeken, selecteert u Opties > Zoeken. Als u de instellingen wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen. Als u de lijst met gedownloade items wilt weergeven, selecteert u Opties > Mijn items. Abonnementen Als u bestandsgegevens van het geselecteerde item wilt weergeven, selecteert u Opties > Openen.
Internettoegangspun ten Een internettoegangspunt is een verzameling instellingen, die bepaalt hoe het apparaat een gegevensverbinding met het netwerk tot stand brengt. Als u e-mail en multimediadiensten wilt gebruiken en webpagina's wilt weergeven, moet u eerst toegangspunten voor deze diensten definiëren. Mogelijk zijn sommige of alle toegangspunten voor uw apparaat vooraf door uw serviceprovider ingesteld. U kunt ze dan niet zelf maken, bewerken of verwijderen.
Geavanceerde instellingen voor internettoegangspunten voor packet-gegevens (GPRS) 64 Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Verbinding > Toegangspunten. Nadat u de basisinstellingen voor het internettoegangspunt voor packet-gegevens (GPRS) hebt gedefinieerd, selecteert u Opties > Geavanc. instell. en definieert u de volgende geavanceerde instellingen: • Netwerktype — Selecteer IPv4 of IPv6 als het type internetprotocol.
• WLAN-netwerkmodus — Als u Infrastructuur selecteert, kunnen apparaten met elkaar en met andere LAN-apparaten communiceren via een WLAN-toegangspunt. Als u Ad-hoc selecteert, kunnen apparaten onderling rechtstreeks gegevens verzenden en ontvangen en is er geen WLAN-toegangspunt nodig. • WLAN-beveil.modus — U moet dezelfde beveiligingsmodus selecteren als voor het WLAN-toegangspunt wordt gebruikt. Als u WEP (Wired Equivalent Privacy), 802.
er verbinding is gemaakt tussen het apparaat en de pc, wordt de internetbrowser van de pc geopend. U moet beheerdersrechten hebben op de pc. Ook moet het programma "autorun" (voor automatisch afspelen) op de pc zijn ingeschakeld. Als dat niet zo is, kunt u het bestand setup.exe op de cd-rom van de pc zelf uitvoeren.
Berichten Selecteer Menu > Communic. > Berichten. In Berichten (netwerkdienst) kunt u SMS-berichten, multimediaberichten, audioberichten en emailberichten verzenden en ontvangen. U kunt ook webdienstberichten, infodienstberichten en speciale berichten met gegevens ontvangen en dienstopdrachten verzenden.
verschijnt, betekent dit niet dat het bericht op de bedoelde bestemming is aangekomen. Als u bij het netwerk een afleveringsrapport wilt aanvragen voor de tekstberichten en MMS-berichten die u hebt verzonden (netwerkdienst), selecteert u Opties > Instellingen > SMS of Multimediabericht > Rapport ontvangen. De rapporten worden opgeslagen in de map Rapporten. Berichten indelen Als u een nieuwe map wilt maken, selecteert u Mijn mappen > Opties > Nieuwe map.
Als u de spreeksnelheid wilt instellen, selecteert u Spraakinstellingen > Snelheid. Als u het spreekvolume wilt instellen, selecteert u Spraakinstellingen > Volume. Als u een stem wilt beluisteren, opent u het spraaktabblad, selecteert u de gewenste stem en kiest u Opties > Spraak afspelen. E-mailberichten Selecteer Menu > Berichten > Mailbox. Om e-mail te kunnen ontvangen en verzenden, moet u beschikken over een externe mailbox.
Als u een zakelijke e-mail instelt, kunt u de IT-afdeling van uw bedrijf naar de gegevens vragen. Als u een internet e-mail instelt, gaat u voor meer informatie naar de website van uw e-mailserviceprovider. Verbinding maken met een externe mailbox 70 E-mail die aan u is geadresseerd, wordt automatisch ontvangen door uw externe mailbox en niet door het apparaat.
Als u een bestand als bijlage wilt toevoegen aan een emailbericht, selecteert u Opties > Invoegen en de bijlage die u wilt toevoegen. Als u een bijlage wilt verwijderen uit een e-mailbericht dat u verstuurt, selecteert u de bijlage en Opties > Verwijderen. Als u de prioriteit van een bericht wilt instellen, selecteert u Opties > Zendopties > Prioriteit. Als u de tijd wilt instellen waarop het e-mailbericht wordt verzonden, selecteert u Opties > Zendopties > Bericht zenden.
Als u mappen in uw IMAP4-mailbox wilt weergeven, brengt u een verbinding tot stand en selecteert u Opties > E-mailinstellingen > Inst. voor ophalen > Mapabonnementen. Als u een externe map wilt weergeven, selecteert u een map en Opties > Abonneren. De mappen waarop u bent geabonneerd, worden elke keer wanneer u verbinding maakt, bijgewerkt. Als de mappen groot zijn, kan dit even duren. Als u de lijst met mappen wilt bijwerken, selecteert u een map en Opties > Mappenlijst bijwrkn.
SMS-berichten op de SIMkaart Selecteer Menu > Communic. > Berichten > Opties > SIM-berichten. U kunt SMS-berichten op de SIM-kaart opslaan. Als u de SIM-berichten wilt weergeven, moet u de berichten eerst kopiëren naar een map op het apparaat. Wanneer u de berichten naar een map hebt gekopieerd, kunt u ze weergeven in deze map of ze van de SIM-kaart verwijderen. 1. Selecteer Opties > Markeringen aan/uit > Markeren of Alle markeren om alle berichten te markeren. 2. Selecteer Opties > Kopiëren. 3.
Een multimediabericht (MMS) kan tekst en objecten zoals afbeeldingen en geluids- en videoclips bevatten. Voordat u multimediaberichten kunt verzenden en ontvangen, moet u eerst de instellingen voor multimediaberichten definiëren. Het is mogelijk dat uw apparaat de serviceprovider van de SIM-kaart heeft herkend en automatisch de instellingen voor multimediaberichten heeft geconfigureerd.
Multimediaberichten ontvangen en beantwoorden Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of de pc. Tip: Als u multimediaberichten ontvangt met objecten die niet door het apparaat worden ondersteund, kunt u deze niet openen. Probeer dergelijke objecten naar een ander apparaat, bijvoorbeeld een computer, te verzenden en open ze daar. 1.
Als u overgangseffecten tussen afbeeldingen of dia's wilt plaatsen, selecteert u Opties > Effectinstellingen. Als u de presentatie wilt bekijken, selecteert u Opties > Voorbeeld. Multimediapresentaties kunnen alleen worden weergegeven op compatibele apparaten met ondersteuning voor presentaties. De weergave kan per apparaat verschillen. Presentaties weergeven Als u een presentatie wilt weergeven, kunt u dat in de map Inbox doen. Ga naar de presentatie en druk op de navigatietoets.
of e-mailadressen invoert, moet u deze door een puntkomma scheiden. 2. Bewerk het bericht eventueel en selecteer Opties > Zenden. Tip: Als u de afleverinstellingen van het bericht wilt bewerken, selecteert u Opties > Zendopties. Een geluidsclip verzenden 1. Als u een audiobericht wilt opstellen, selecteert u Nieuw bericht > Audiobericht. 2. Ga naar het veld Naar en voer het nummer of emailadres van de ontvanger in, of druk op de navigatietoets om een ontvanger toe te voegen vanuit Contacten.
aanbiedt. Zo niet, dan kunt u de functie handmatig instellen. andere aanmeldingsinstellingen ontvangt u van uw serviceprovider wanneer u zich registreert. Chatinstellingen definiëren Een gesprek beginnen Als u de instellingen van de chattoepassing wilt definiëren, selecteert u Opties > Instellingen > Chatinstellingen. U kunt bijvoorbeeld uw schermnaam en chatsignaaltonen instellen.
Als u een gesprek wilt opslaan terwijl u in de gespreksweergave bent, selecteert u Opties > Chat opnemen. Het gesprek wordt opgeslagen als een tekstbestand dat kan worden geopend en weergegeven in de toepassing Notities. Chatgroepen Open Chatgroepen. Chatgroepen is alleen beschikbaar als u bij een chatserver bent aangemeld en deze chatgroepen ondersteunt. Als u een chatgroep wilt maken, selecteert u Opties > Nwe groep maken.
Als u geen berichten van andere chatgebruikers wilt ontvangen, selecteert u Opties > Nwe cont. blokkeren. Selecteer de chatgebruiker in de lijst met chatcontacten of voer de gebruikers-ID in. Chattoepassingsinstellingen 80 Selecteer Opties > Instellingen > Chatinstellingen en definieer de volgende opties: • Schermnaam gebr. — Als u de naam wilt wijzigen waaronder u bekend bent in chatgroepen, selecteert u Ja. • Mijn beschikb.
diensten of koppelingen waarmee de inhoud van het bericht kan worden gedownload. Als u de instellingen voor dienstberichten wilt definiëren, selecteert u Opties > Instellingen > Dienstbericht. Als u de dienst of de berichtinhoud wilt downloaden, selecteert u Opties > Bericht downloaden. Als u de afzender, het webadres, de vervaldatum en andere gegevens van het bericht wilt weergeven alvorens het te downloaden, selecteert u Opties > Berichtgegevens.
Berichtinstellingen Selecteer Menu > Communic. > Berichten > Opties > Instellingen. Vul alle velden in die zijn gemarkeerd met Te definiëren of met een rood sterretje. Mogelijk wordt in uw apparaat de SIM-kaartprovider herkend en worden de juiste instellingen voor SMSberichten, multimediaberichten en GPRS automatisch geconfigureerd.
• • • • • • Origineel om de oorspronkelijke grootte van afbeeldingen te behouden. MMS-aanmaakmodus — Selecteer Beperkt om te voorkomen dat uw apparaat inhoud in multimediaberichten invoegt, die niet wordt ondersteund door het netwerk of door het ontvangende apparaat. Selecteer Met begeleiding als u een waarschuwing wilt ontvangen voor dergelijke inhoud. Selecteer Vrij als u een multimediabericht wilt maken zonder beperkingen voor het type van de bijlagen.
Verbindingsinstellingen Als u de verbindingsinstellingen wilt definiëren, selecteer dan een e-mailaccount en Opties > Bewerken > Verbindingsinstellingen. Als u de instellingen wilt bewerken voor de e-mail die u ontvangt, selecteert u Inkomende e-mail. Als u de instellingen wilt bewerken voor de e-mail die u verzendt, selecteert u Uitgaande e-mail.
Instellingen voor automatisch ophalen Als u de instellingen voor het automatisch ophalen van e-mailberichten wilt definiëren, selecteer dan de account, vervolgens Opties > Bewerken > Automatisch ophalen, en definieer dan de volgende instellingen: • E-mail ophalen — Selecteer Ingeschakeld om nieuwe e-mailberichten automatisch op te halen uit uw externe mailbox, of Uitsl.
• Gebruikt geheugen — Geef aan waar berichten moeten worden opgeslagen. U kunt berichten alleen op de geheugenkaart opslaan als er een is geïnstalleerd. • Mappenweergave — Geef aan hoe de berichten in Inbox moeten worden weergegeven.
Telefoon Voordat u een oproep kunt plaatsen of ontvangen, moet het apparaat zijn ingeschakeld, voorzien zijn van een geldige SIM-kaart en zich binnen het bereik van een netwerk bevinden. Als u een internetoproep wilt verzenden of ontvangen, moet uw apparaat verbinding hebben met een dienst voor internetoproepen. Als u verbinding wilt maken met een internetoproepdienst, moet uw apparaat zich binnen de dekking van een verbindingsnetwerk bevinden, zoals een WLAN-toegangspunt.
toegangscode vervangt, en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in. 3. Nadat u alle deelnemers hebt gebeld, selecteert u Opties > Conferentie om de oproepen samen te voegen tot een conferentiegesprek. Als u een oproep wilt plaatsen aan een opgeslagen contact, drukt u op de contactentoets. Voer de eerste letters van de naam in, ga naar de naam en druk op de beltoets. Zie 'Nokia-contacten voor Eseries', p. 38.
Video-oproepen Als u een video-oproep wilt verzenden of ontvangen, moet u zich binnen het bereik van een UMTS-netwerk bevinden. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementen. Als de ontvanger een compatibele mobiele telefoon heeft, ziet u tijdens het spreken in real-time videobeelden van deze persoon. De videobeelden die door de camera op uw eigen apparaat worden vastgelegd, worden bij de andere persoon weergegeven.
verzenden. Als u de clip eerst wilt bekijken, selecteert u Opties > Afspelen. 3. Selecteer de ontvanger in Contacten, of voer het SIP-adres handmatig in om een uitnodiging te verzenden. Het delen begint automatisch als de ontvanger accepteert. 4. Als u het delen van de video wilt beëindigen, selecteert u Stop. De spraakoproep blijft dan gewoon actief.
Als u het aanmelden bij de dienst voor internetoproepen automatisch wilt laten verlopen, selecteert u Registratie > Altijd aan. Neem voor de juiste instellingen contact op met uw aanbieder voor internetoproepen. 2. Selecteer Terug totdat u terug bent in de hoofdweergave voor Verbinding-instellingen. 3. Selecteer Internettelefoon > Opties > Nieuw profiel. Voer een naam in voor het profiel en selecteer het SIP-profiel dat u zojuist hebt gemaakt.
Internetoproepen verzenden Als u zich handmatig wilt aanmelden bij de dienst voor internetoproepen, selecteert u Login-type > Handmatig. Als u een internetoproep wilt verzenden vanaf het startscherm, voert u het SIP-adres in en drukt u op de beltoets. Als u de dienst-specifieke instellingen wilt definiëren, selecteert u Service-inst. bewerken. Deze optie is alleen beschikbaar als op het apparaat een plug-in is geïnstalleerd die specifiek is voor de dienst.
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is toegewezen, wilt wijzigen, gaat u naar de snelkeuzetoets en selecteert u Opties > Wijzigen. Oproepen omleiden Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Telefoon > Doorschakelen. U kunt inkomende oproepen omleiden naar uw voicemail of naar een ander telefoonnummer. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Als u oproepen wilt blokkeren, selecteert u Sprkoproepen blokkeren en maakt u een keuze uit de volgende opties: • Uitgaande oproepen — Spraakoproepen met het apparaat voorkomen. • Inkomende oproepen — Inkomende oproepen voorkomen. • Internation. oproepen — Oproepen naar het buitenland voorkomen. • Ink. opr. in buitenland — Oproepen voorkomen wanneer u zich in het buitenland bevindt. • Int. opr. niet nr vaderl. — Oproepen naar het buitenland blokkeren maar oproepen naar uw eigen land toestaan.
2. Voer de toonreeks in. Als u een onderbreking van circa 2 seconden tussen de tonen wilt invoegen, voert u een p in. Als u het apparaat zodanig wilt instellen dat de DTMF-tonen pas worden verzonden nadat u tijdens een oproep DTMF verzenden hebt geselecteerd, voert u een w in. 3. Selecteer Gereed. Voicemail Selecteer Menu > Communic. > Opr.mailbox. Wanneer u de voicemailtoepassing voor het eerst opent, wordt u gevraagd om het nummer van de voicemail in te voeren.
Als de toepassing Gesproken hulp geopend is terwijl een agenda-alarm moet worden gegeven, wordt de inhoud van het alarm voorgelezen. Als u meer opties wilt horen, selecteert u Opties. Spraakopdrachten Selecteer Menu > Instrumenten > Spraakopdr.. U kunt spraakopdrachten gebruiken voor het plaatsen van oproepen en het openen van toepassingen, profielen en andere functies van het apparaat.
Volgende om een lijst met andere overeenkomsten weer te geven of Stoppen om te annuleren. Als u meer toepassingen wilt toevoegen aan de lijst, selecteert u Opties > Nieuwe toepassing. Als u de spraakopdracht van een toepassing wilt wijzigen, selecteert u Opties > Opdracht wijzigen en voert u de nieuwe opdracht in. Profielen wijzigen Het apparaat maakt voor elk profiel een spraaklabel.
Tip: Het is ook mogelijk dat u de instellingen ontvangt in een speciaal SMS-bericht van de provider van de PTT-dienst. Aanmelden bij de PTT-dienst Als u in Toepassing starten de optie Gebruikersinstellingen hebt ingeschakeld, wordt automatisch verbinding gemaakt met de dienst wanneer PTT wordt gestart. Als u dit niet hebt gedaan, moet u zich handmatig aanmelden. Als u zich handmatig bij de PTT-dienst wilt aanmelden, selecteert u Opties > Aanmelden bij P2T.
Als u het contact wilt vragen u te bellen, selecteert u Opties > Terugbelverz. verzenden. Als u een terugbelverzoek wilt beantwoorden, selecteert u Tonen om het terugbelverzoek te openen. Als u een PTT-oproep aan de afzender wilt plaatsen, drukt u op de spraaktoets. Een PTT-kanaal maken Als u een kanaal wilt maken, selecteert u Opties > Nieuw kanaal > Nieuw maken. Selecteer het kanaal waarbij u zich wilt aanmelden en druk op de spraaktoets.
geregistreerd door het apparaat, opent u het tabblad voor het algemene logboek. Als u gedetailleerde informatie over een communicatiegebeurtenis wilt weergeven, gaat u naar de gebeurtenis en drukt u op de navigatietoets. Tip: Subgebeurtenissen, zoals een tekstbericht dat in meerdere delen is verzonden en packetgegevensverbindingen, worden geregistreerd als één communicatiegebeurtenis. Verbindingen met uw mailbox, MMS-centrale of webpagina's worden weergegeven als packetgegevensverbindingen.
Op reis Hebt u een routebeschrijving nodig? Zoekt u een restaurant? Met de Eseries hebt u alles om te komen waar u wilt zijn. GPS en satellietsignalen GPS (Global Positioning System) is een wereldwijd navigatiesysteem dat werkt via radiosignalen. Het omvat 24 satellieten en de bijbehorende grondstations die de werking van de satellieten controleren. Uw apparaat heeft een interne GPS-ontvanger. Een GPS-module ontvangt radiosignalen van de satellieten en meet de reistijd van deze signalen.
Als uw apparaat geen satellietsignaal kan vinden, zou u het volgende kunnen doen: • Als u zich binnenshuis bevindt, ga dan naar buiten voor een beter signaal. • Als de cover van het nummertoetsenbord dichtgeschoven is, open deze dan. • Als u zich buiten bevindt, ga dan naar een plek met meer open ruimte. • Zorg ervoor dat uw hand de GPS-antenne van uw apparaat niet bedekt. • Als er slechte weersomstandigheden zijn, kan dit van invloed zijn op de signaalsterkte.
wordt een kaart voor het gebied automatisch gedownload via internet. Sommige kaarten zijn mogelijk al beschikbaar op uw apparaat of geheugenkaart. U kunt ook de software Nokia Map Loader gebruiken om kaarten te downloaden. Als u Nokia Map Loader wilt installeren op een compatibele pc, gaat u naar www.maps.nokia.com. Het downloaden van kaarten kan de overdracht van grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met zich meebrengen.
Als u wilt in- en uitzoomen op de kaart, drukt u op * en #. Wanneer u door de kaart beweegt op het scherm, wordt er automatisch een nieuwe kaart gedownload als u naar een gebied gaat dat niet wordt gedekt door kaarten die al zijn gedownload. Deze kaarten zijn gratis, maar het downloaden kan de overdracht van grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met zich meebrengen. Neem voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht contact op met uw serviceprovider.
Een route plannen Als u een route wilt plannen, selecteert u het beginpunt op de kaart of zoekt u naar een locatie. Vervolgens drukt u op de navigatietoets en selecteert u Toevoegen > Aan route. Als u de bestemming wilt definiëren en meer locaties voor uw route wilt opgeven, zoekt u naar de locatie en selecteert u Opties > Routepunt toevoegen. Als u de route wilt weergeven op de kaart, selecteert u Opties > Route weergeven.
licentie is regiospecifiek en kan alleen in het geselecteerde gebied worden gebruikt. Tip: Als u navigatie drie dagen wilt uitproberen met een gratis licentie, drukt u op de navigatietoets en selecteert u Hierheen rijden. Er wordt gecontroleerd of er een gratis licentie beschikbaar is voor het apparaat. Als u de licentie wilt activeren, selecteert u OK. U kunt de licentie slechts één keer gebruiken. Als u de navigatie per auto wilt starten, drukt u op de navigatietoets en selecteert u Hierheen rijden.
op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht. Als u reisgidsen wilt aanschaffen en downloaden of gedownloade gidsen wilt weergeven, selecteert u Opties > Extra's > Gidsen. Als u door de reisgidscategorieën wilt bladeren, selecteert u een categorie en drukt u op de navigatietoets. Als er ook subcategorieën zijn, selecteert u een subcategorie en drukt u nogmaals op de navigatietoets.
Als u de hoogtecalibratie wilt invoeren om de hoogte die u van de satellieten hebt ontvangen, te corrigeren, selecteert u Opties > Instellingen > Hoogteberekening. Plaatsbepalingen Selecteer Menu > GPS > Plaatsen. Plaatsbepalingen zijn de coördinaten naar geografische locaties die u op uw apparaat kunt opslaan voor later gebruik in verschillende diensten op basis van locatie. U kunt plaatsbepalingen maken met de interne GPS-ontvanger van uw apparaat of netwerk (netwerkdienst).
Als u de plaatsbepalingen in een categorie wilt weergeven, gaat u naar de categorie en drukt u op de navigatietoets. Als u een nieuwe categorie wilt maken, selecteert u Opties > Categor. bewerken > Opties > Nieuwe categorie. Als u wilt weten hoe u naar de ontvangen plaatsbepaling kunt gaan, selecteert u Opties > Route weergeven. Als u een plaatsbepaling van de ene naar de andere categorie wilt verplaatsen, opent u het tabblad voor plaatsbepalingen, selecteert u de plaatsbepaling en Opties > Toev.
Nokia-kantoortoepassingen De Nokia-kantoortoepassingen leveren ondersteuning voor mobiel zaken doen en zorgen voor een effectieve communicatie met uw zakelijke partners. Actieve notities Selecteer Menu > Kantoor > Act. notities. Met Actieve notities kunt u verschillende soorten notities maken, bewerken en weergeven, zoals vergadermemo's, hobbyaantekeningen of boodschappenlijstjes. U kunt afbeeldingen, video's en geluid invoegen in de notities.
wilt opslaan, selecteert u Gebruikt geheugen > Geheugenkaart. Als u de indeling van Actieve notities wilt wijzigen, selecteert u Weergave wijzigen > Raster. Als u de notities wilt weergeven in een lijst, selecteert u Weergave wijzigen > Lijst. Als u een notitie op de achtergrond wilt zien als u belt of gebeld wordt, selecteert u Notitie wrg. bij gesprek > Ja. Tip: Als u tijdelijk de notities niet wilt zien tijdens telefoongesprekken, selecteert u Notitie wrg. bij gesprek > Nee.
Geluidsclips in de Galerij kunnen niet worden verplaatst. Als u naar bestanden wilt zoeken, selecteert u Opties > Zoeken. Voer de zoektekst in en druk op de navigatietoets. De mappen en bestanden waarvan de naam de zoektekst bevat, worden weergegeven. Als u informatie over het geselecteerde bestand wilt weergeven, selecteert u Opties > Details. Als u online meer informatie over het bestand wilt weergeven, selecteert u Opties > Aanvullende details. Quickoffice Selecteer Menu > Kantoor > Quickoffice.
Aantal wordt automatisch de geconverteerde waarde weergegeven. Basisvaluta en wisselkoers instellen Wanneer u de basisvaluta wijzigt, moet u de nieuwe wisselkoersen invoeren, aangezien alle eerder ingestelde koersen op nul worden teruggezet. Voordat u valuta kunt converteren, moet u een basisvaluta instellen en wisselkoersen invoeren. De koers van de basisvaluta is altijd 1. De basisvaluta bepaalt de wisselkoers van de andere valuta. 1.
standaardprinter, selecteert u Opties > Afdrukopties > Printers, gaat u naar de printer en selecteert u Opties > Als standaard. Voordat u begint met afdrukken moet uw apparaat op de juiste wijze op de printer zijn aangesloten. Als u een document wilt afdrukken, selecteert u Opties > Afdrukopties > Afdrukken. Als u wilt afdrukken naar een bestand, selecteert u Opties > Afdrukopties > Afdrukken > Afdrukken naar bestand en bepaalt u de locatie voor het bestand.
De beschikbare opties kunnen verschillen. Klok Selecteer Menu > Kantoor > Klok. In Klok kunt u uw lokale tijd- en tijdzonegegevens weergeven, alarmsignalen instellen en bewerken, of de instellingen voor datum en tijd wijzigen. Wekker Open het tabblad voor de wekker. Als u een alarm wilt instellen, selecteert u Opties > Nieuw alarm. Als een alarm is ingesteld, wordt weergegeven. Als u het alarm wilt uitschakelen, selecteert u Stop of Snooze om het alarm gedurende 5 minuten te onderbreken.
Notities Selecteer Menu > Kantoor > Notities. U kunt notities maken en verzenden naar andere compatibele apparaten en u kunt ontvangen tekstbestanden (indeling .txt) opslaan in Notities. Notities schrijven en verzenden Als u een notitie wilt schrijven, begint u gewoon tekst in te voeren. De notitie-editor wordt dan automatisch geopend. Als u een notitie wilt openen, gaat u naar de desbetreffende notitie en drukt u op de navigatietoets.
7. Als u wordt gevraagd naar een toetsenbordindeling, selecteert u er een uit de lijst op het apparaat. Als de naam van het toetsenbord wordt weergegeven, wijzigt de status naar Toetsenbord verbonden terwijl de indicator van het toetsenbord langzaam knippert; het toetsenbord is klaar voor gebruik. Raadpleeg de handleiding van het toetsenbord voor meer informatie over het gebruik en onderhoud ervan.
Connectiviteit Uw apparaat biedt verschillende opties om verbinding te maken met internet, een intranet of een ander apparaat of computer. Snel downloaden High-Speed Downlink Packet Access (HSDPA, ook wel ) is een 3.5G genoemd, aangegeven door netwerkdienst die in UMTS-netwerken wordt aangeboden en het downloaden van gegevens met hoge snelheid mogelijk maakt.
Gegevens overdragen tussen het apparaat en een pc 1. Plaats een geheugenkaart in het apparaat en sluit het apparaat via de USB-gegevenskabel aan op een compatibele computer. 2. Als u wordt gevraagd welke modus wordt gebruikt, selecteert u Massaopslag. In deze modus kunt u het apparaat zien als een verwijderbare vaste schijf in uw computer. 3. Verbreek de verbinding vanaf de computer (bijvoorbeeld met de wizard Hardware ontkoppelen of uitwerpen in Windows) om beschadiging van de geheugenkaart te voorkomen.
Alle items die via infrarood worden ontvangen, worden in de map Inbox van Berichten geplaatst. Als de apparaten tijdens de verbinding worden verplaatst, wordt de verbinding verbroken maar blijft de infraroodstraal op uw apparaat actief totdat u deze uitschakelt. Bluetooth Selecteer Menu > Connect. > Bluetooth. Over Bluetooth 120 Met Bluetooth-technologie kunnen elektronische apparaten binnen een bereik tot 10 meter draadloos met elkaar worden verbonden.
meer Bluetooth-apparaten wilt zoeken, selecteert u Meer apparaten. 6. Selecteer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken. Als het andere apparaat moet worden gekoppeld voordat er gegevens kunnen worden verzonden, moet u een toegangscode invoeren. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt de tekst Gegevens worden verzonden weergegeven. In de map Verzonden in de toepassing Berichten worden geen berichten opgeslagen die zijn verzonden door middel van Bluetooth.
wordt het opgeslagen op de pagina met gekoppelde apparaten. Als u het gekoppelde apparaat een bijnaam wilt geven, selecteert u Opties > Korte naam toewijz.. De bijnaam wordt alleen weergegeven op uw apparaat. Als u een koppeling wilt verwijderen, selecteert u het apparaat waarvan u de koppeling wilt verwijderen en vervolgens Opties > Verwijderen. Als u alle koppelingen wilt verwijderen, selecteert u Opties > Alle verwijderen.
apparaat is vergrendeld, moet u eerst de beveiligingscode invoeren om deze te ontgrendelen. Zie de Nokia-website en de gebruikershandleiding bij uw carkit voor meer informatie over carkits en compatibiliteit met uw apparaat. Het SIM-toegangsprofiel gebruiken 1. Selecteer Menu > Connect. > Bluetooth > Externe SIM-modus > Aan. 2. Activeer Bluetooth in de carkit. 3. Gebruik uw carkit om het zoeken naar compatibele apparaten te starten. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw carkit voor instructies. 4.
WLAN-verbindingen 124 Belangrijk: Schakel altijd één van de beschikbare encryptiemethoden in om de beveiliging van uw draadloze LAN-verbinding te vergroten. Het gebruik van encryptie verkleint het risico van onbevoegde toegang tot uw gegevens. Als u gebruik wilt maken van WLAN, moet u in het draadloze LAN-netwerk een internettoegangspunt instellen. Gebruik het toegangspunt voor toepassingen waarvoor een internetverbinding nodig is.
zoeken naar draadloze LAN-netwerken en worden de beschikbare netwerken weergegeven. Als u de lijst met beschikbare draadloze LANnetwerken wilt bijwerken, selecteert u Opties > Vernieuwen. Als u wilt beginnen of doorgaan met surfen op internet via het toegangspunt van het WLAN, gaat u naar het gewenste netwerk en selecteert u Opties > Browsen starten of Doorg. met browsen. Als u de actieve verbinding met het WLAN wilt verbreken, selecteert u Opties > WLAN-verb. verbrkn.
Als u het gevonden WLAN-netwerken wilt gebruiken voor een telefoonverbinding, gaat u naar de rij met de status en drukt u op de navigatietoets. Selecteer Gebruik voor, de gewenste internettelefonieservice en het WLAN dat u wilt gebruiken. Modem Selecteer Menu > Connect. > Modem. In combinatie met een compatibele computer kunt u het apparaat bijvoorbeeld als modem gebruiken om een internetverbinding tot stand te brengen.
Als u alle actieve netwerkverbindingen tegelijk wilt verbreken, selecteert u Opties > Alle verb. verbrek.. WLAN zoeken Als u wilt zoeken naar draadloze LAN-netwerken die zich binnen bereik bevinden, selecteert u Beschk. WLAN. De beschikbare WLAN-netwerken worden weergegeven inclusief hun netwerkmodus (infrastructuur of ad hoc), signaalsterkte en netwerkcoderingsindicatoren, en of uw apparaat een actieve verbinding met het netwerk heeft.
Beveiligings- en gegevensbeheer Gegevens en software op uw apparaat beheren, en zorgen voor de beveiliging van het apparaat en de bestanden erop. Belangrijk: Het apparaat ondersteunt slechts één antivirustoepassing. Het gebruik van meer dan één toepassing met antivirusfunctionaliteit kan een negatieve invloed hebben op de prestaties en werking of ervoor zorgen dat het apparaat het niet meer doet.
Beveiliging van de geheugenkaart Selecteer Menu > Instrumenten > Geheugen. U kunt een geheugenkaart beveiligen met een wachtwoord om onbevoegd gebruik te voorkomen. Als u een wachtwoord wilt instellen, selecteert u Opties > Wachtw. instellen. Het wachtwoord mag acht tekens lang zijn en is hoofdlettergevoelig. Het wachtwoord wordt opgeslagen op het apparaat. U hoeft het niet opnieuw in te voeren zolang u de geheugenkaart in hetzelfde apparaat gebruikt.
de kaart opslaan. Selecteer het sleutelbestand en voer het wachtwoord in. Geheugen en geheugenkaart decoderen Decodeer altijd het apparaatgeheugen en/of de geheugenkaart voordat u de software van het apparaat bijwerkt. Als u het apparaatgeheugen wilt decoderen, selecteert u Telefoongeheugen. Als u de geheugenkaart wilt decoderen zonder de coderingssleutel te vernietigen, selecteert u Geheugenkaart > Decoderen.
servercertificaten. Tijdens een beveiligde verbinding kan een server een servercertificaat naar uw apparaat verzenden. Na ontvangst wordt het certificaat geverifieerd door een autorisatiecertificaat in uw apparaat. U krijgt een melding als de identiteit van de server niet betrouwbaar is of als uw apparaat niet het juiste certificaat heeft. Download een certificaat van een website, of ontvang een certificaat als een e-mailbijlage of als een bericht dat is verzonden via een Bluetooth- of infraroodverbinding.
verlopen of dat het nog niet geldig is, terwijl het certificaat geldig zou moeten zijn, controleert u dan of de huidige datum en tijd van het apparaat goed zijn ingesteld. Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet u controleren of de eigenaar van het certificaat kan worden vertrouwd en of het certificaat werkelijk van de opgegeven eigenaar afkomstig is. Als u de vertrouwensinstellingen wilt wijzigen, selecteert u achtereenvolgens een certificaat en Opties > Instell. Vertrouwen.
selecteert u Menu > Instrumenten > Geheugen > Opties > Reservekopie. Als u gegevens van de geheugenkaart wilt terugzetten naar het apparaatgeheugen, selecteert u Menu > Instrumenten > Geheugen > Opties > Herst. vanaf kaart. U kunt het apparaat ook aansluiten op een compatibele computer en met Nokia PC Suite een back-up maken van de gegevens. Externe configuratie Selecteer Menu > Instrumenten > App.beh.. Met Apparaatbeheer kunt u instellingen, gegevens en software op het apparaat beheren.
• Gebr.naam netwerk — Voer uw gebruikers-ID voor http-verificatie in. Deze instelling is alleen beschikbaar als u internet hebt geselecteerd als dragertype. • Wachtwoord netwerk — Voer uw wachtwoord voor de http-verificatie in. Deze instelling is alleen beschikbaar als u internet hebt geselecteerd als dragertype. Als u verbinding wilt maken met de server om configuratie-instellingen voor het apparaat te ontvangen, selecteert u Opties > Configuratie starten.
Als u de details van een geïnstalleerd softwarepakket wilt weergeven, selecteert u de toepassing en vervolgens Opties > Gegevens bekijken. Als u het installatielogboek wilt weergeven, selecteert u Opties > Logboek bekijken. Er wordt een lijst weergegeven met software die is geïnstalleerd en verwijderd en de datum waarop dat is gebeurd.
• Netwerktoegang — De toepassing toestaan een gegevensverbinding naar het netwerk te maken. • Berichten — De toepassing toestaan berichten te verzenden. • Toep. autom. starten — De toepassing toestaan automatisch te starten. • Connectiviteit — De toepassing toestaan een gegevensverbinding te activeren, bijvoorbeeld een Bluetooth-verbinding. • Multimedia — De toepassing toestaan de multimediafuncties van uw apparaat te gebruiken. • Gebr.
van de inhoud.Andere overdrachtsmethoden kunnen mogelijk de activeringssleutels die samen met de inhoud moeten worden hersteld, niet overdragen, waardoor u de OMA DRM-beveiligde inhoud niet meer kunt gebruiken nadat u het apparaatgeheugen hebt geformatteerd. U moet mogelijk ook de activeringssleutels herstellen als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt.
Gegevenssynchronisa tie Selecteer Menu > Instrumenten > Synchr.. Met Sync kunt u uw contacten, agenda-items of notities synchroniseren met de betreffende toepassingen op een compatibele computer of een externe internetserver. Uw synchronisatie-instellingen worden opgeslagen in een synchronisatieprofiel. De toepassing Sync maakt gebruik van SyncMLtechnologie voor synchronisatie op afstand.
• Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt dat u wilt gebruiken voor de synchronisatieverbinding of maak een nieuw toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt gevraagd welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens wanneer u synchronisatie start. • Hostadres — Voer het webadres in van de server die de database bevat waarmee u het apparaat wilt synchroniseren. • Poort — Voer het poortnummer van de externe databaseserver in. • Gebruikersnaam — Voer de naam in waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.
VPN-toegangspunten maken 140 Selecteer Instell. > Verbinding > Bestemmingen. Een toegangspunt is het punt waardoor uw telefoon verbinding krijgt met het netwerk via een WLAN- of een GRPS-verbinding. Als u e-mail en multimediadiensten wilt gebruiken en webpagina's wilt weergeven, moet u eerst internettoegangspunten voor deze diensten definiëren. VPN-toegangspunten koppelen VPN-beleid aan normale internettoegangspunten, zodat er beveiligde verbindingen ontstaan.
Met de toepassing Barcode-lezer kunt u allerlei barcodes decoderen. Barcodes kunnen informatie bevatten, zoals URL-koppelingen, e-mailadressen en telefoonnummers. Deze codes worden gescand met de camera in uw apparaat. Als u een code wilt selecteren, selecteert u Code scannen en houdt u de code tussen de rode lijnen op het scherm. De gedecodeerde gegevens verschijnen op het scherm. Als u de gescande gegevens wilt opslaan, selecteert u Opties > Opslaan.
Instellingen Selecteer Menu > Instrumenten > Instell.. U kunt verschillende instellingen op uw apparaat definiëren en wijzigen. Als u deze instellingen wijzigt, is dit van invloed op de werking van verschillende toepassingen op het apparaat. Sommige instellingen zijn vooraf op het apparaat ingesteld of worden door uw serviceprovider in een speciaal bericht aan u verzonden. Het is mogelijk dat u dergelijke instellingen niet kunt wijzigen.
Aan uw eigen voorkeuren aangepaste instellingen Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Algemeen > Persoonlijk. Scherminstellingen Als u het automatisch kantelen van de weergave wilt in- of uitschakelen, selecteert u Weergave > Display draaien. Als u wilt instellen of afbeeldingen op het volledige scherm moeten worden weergegeven in liggende stand, selecteert u Weergave > Draai voor voll. weerg..
Als u de verschillende waarschuwingstonen wilt instellen, selecteert u Tonen > Berichtensignaaltoon, Signaaltoon e-mail, Agenda-alarmtoon, of Klokalarmtoon. Als u wilt instellen dat het apparaat bij een inkomende oproep gaat trillen, selecteert u Tonen > Trilsignaal. Als u het volume van de toetsenbordtonen wilt instellen, selecteert u Tonen > Toetsenbordtonen. Als u de waarschuwingstonen wilt in- of uitschakelen, selecteert u Tonen > Waarschuwingstonen.
Als u de notatie en het scheidingsteken van de datum wilt bepalen, selecteert u Datumnotatie en Datumscheidingteken. Als u het type klok wilt definiëren, selecteert u Type klok > Analoog of Digitaal. Als u het signaal wilt selecteren voor de wekker, selecteert u Alarmtoon klok. Als u de dagen wilt bepalen die voor u werkdagen zijn, selecteert u Werkdagen. Instellingen voor de schuiffunctie Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Algemeen > Actie voor schuif.
• Certificaatbeheer — Beheer uw beveiligingscertificaten. • Beveiligingsmodule — Beheer uw beveiligingsmodule. Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van de alarmnummers, om te voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer kiest. Codes worden als sterretjes weergegeven. Wanneer u een code wilt wijzigen, voert u eerst de huidige code in en voert u daarna tweemaal de nieuwe code in. Apparaat- en SIM-kaartbeveiliging Als u de pincode wilt wijzigen, selecteert u Telefoon en SIM-kaart > PIN-code.
• Doorschakelen — Definieer doorschakelingsinstellingen. Zie 'Oproepen omleiden', p. 93. • Blokkeren — Definieer oproepblokkeringsinstellingen. Zie 'Oproepen blokkeren', p. 93. • Netwerk — Pas de netwerkinstellingen aan. Oproepinstellingen Als u uw telefoonnummer wilt weergeven voor de persoon naar wie u belt, selecteert u Oproep > Identificatie verz. > Ja. Als u het netwerk wilt laten bepalen of uw identificatie wordt verzonden, selecteert u Ingst. door netw..
Network), selecteert u Weergave info dienst > Aan. Verbindingsinstelling en 148 Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Verbinding. Maak een keuze uit de volgende opties: • Bluetooth — De Bluetooth-instellingen wijzigen. Zie 'Gegevens verzenden en ontvangen met Bluetooth', p. 120. • USB — De instellingen voor gegevenskabels wijzigen. Zie 'Gegevenskabel', p. 118. • Toegangspunten — Stel nieuwe toegangspunten in of bewerk bestaande toegangspunten.
Uw apparaat ondersteunt packetgegevensverbindingen, zoals GPRS bij het GSMnetwerk. Wanneer u uw apparaat gebruikt in het GSMof UMTS-netwerk, kunnen meerdere gegevensverbindingen tegelijk actief zijn. Toegangspunten kunnen een gegevensverbinding delen en gegevensverbindingen blijven actief, ook tijdens spraakoproepen. Zie 'Verbindingsbeheer', p. 126. Als u de packet-gegevensinstellingen wilt definiëren, selecteert u Packet-ggvnsverb.. Selecteer vervolgens Autom.
• Energieniv. transmissie — Stel het energieniveau van uw apparaat bij het verzenden van gegevens in. • Radiometingen — Schakel de radiometingen in of uit. • Energiespaarstand — Geef aan of het energiebesparingsmechanisme voor WLAN moet worden gebruikt om energie van de batterij in het apparaat te besparen. Door gebruik te maken van het energiebesparingsmechanisme verbeteren de batterijprestaties maar kunnen de interoperabiliteit van het WLAN verslechteren.
802.1xbeveiligingsinstellingen Selecteer 802.1x als WLAN-beveiligingsmodus. Met 802.1x worden apparaten in een draadloos netwerk geverifieerd en geautoriseerd. Als het autorisatieproces voor een apparaat mislukt, krijgt het desbetreffende apparaat geen toegang tot het netwerk. Selecteer WLAN-beveil.instell. en maak een keuze uit de volgende opties: • WPA/WPA2 — Selecteer EAP (Extensible Authentication Protocol) of Vooraf ged. sleutel (een geheime sleutel voor apparaatidentificatie). • Instell.
toegangspunt en definieert u een toegangspunt dat WLAN als gegevensdrager gebruikt. 2. Selecteer 802.1x of WPA/WPA2 als beveiligingsmodus. 3. Selecteer WLAN-beveil.instell. > WPA/WPA2 > EAP > Instell. EAP-plug-in. EAP-plug-ins gebruiken Als u een EAP-plug-in wilt gebruiken wanneer u via het toegangspunt verbinding maakt met een draadloos LAN-netwerk, selecteert u de gewenste plug-in en kiest u Opties > Inschakelen. De EAP-plug-ins die voor dit toegangspunt kunnen worden gebruikt, zijn gemarkeerd.
• Beveiliging gebruiken — Stel in of beveiligingsonderhandeling moet worden uitgevoerd. • Proxyserver — Voer de proxyserverinstellingen voor dit SIP-profiel in. • Registrarserver — Voer de registratieserverinstellingen voor dit SIP-profiel in. SIP-proxyservers bewerken Selecteer Opties > Nieuw SIP-profiel of Bewerken > Proxyserver. Proxyservers zijn tussenliggende servers tussen een browserdienst en de gebruikers daarvan.
U kunt van de serviceprovider of de afdeling voor bedrijfsinformatiebeheer berichten ontvangen die de configuratie-instellingen voor vertrouwde servers bevatten. Deze instellingen worden automatisch opgeslagen in Configuraties. U kunt configuratieinstellingen ontvangen voor toegangspunten, multimedia- of e-maildiensten, en chat- of synchronisatie-instellingen voor vertrouwde servers. Als u de configuratie voor een vertrouwde server wilt verwijderen, selecteert u Opties > Verwijderen.
Sneltoetsen Hier volgen enkele sneltoetsen die u kunt gebruiken. Door het gebruik van sneltoetsen kunt u op een efficiëntere manier met toepassingen werken. Algemene sneltoetsen Algemene sneltoetsen Aan/uit-toets Houd deze toets ingedrukt als u het apparaat wilt in- of uitschakelen. Druk eenmaal om van profiel te wisselen. Startscherm Linkerselectieto Hiermee kunt u het toetsenbord ets + * vergrendelen of ontgrendelen. Beltoets Hiermee opent u het logboek met oproepen.
De Afbeeldingsviewer 156 Beltoets Hiermee verzendt u de afbeelding.. 0 Hiermee zoomt u uit.. 5 Hiermee zoomt u in. 7 Hiermee zoomt u in. Druk tweemaal op deze toets voor de volledige schermgrootte. 4 Hiermee gaat u naar links in de afbeelding waarop is ingezoomd. 6 Hiermee gaat u naar rechts in de afbeelding waarop is ingezoomd. 2 Hiermee gaat u omhoog in de afbeelding waarop is ingezoomd. 8 Hiermee gaat u omlaag in de afbeelding waarop is ingezoomd.
Woordenlijst Woordenlijst 3G Mobiele communicatie van de derde generatie. Een digitaal systeem voor mobiele communicatie dat gericht is op wereldwijd gebruik en dat een grotere bandbreedte biedt. Met 3G heeft een gebruiker van een mobiel apparaat toegang tot een groot aantal diensten, zoals multimedia. Ad hoc, Een WLAN-netwerkmodus waarbij werkingsmo twee of meer apparaten door middel dus van WLAN direct met elkaar in verbinding staan zonder een WLANtoegangspunt.
GPRS 158 General Packet Radio Service. Met GPRS kunnen mobiele telefoons draadloos verbonden worden met gegevensnetwerken (netwerkdienst). Bij GPRS worden gegevens in korte gegevensstoten over het mobiele netwerk verzonden. Het voordeel van het verzenden van gegevens in pakketten is dat het netwerk alleen bezet is wanneer er gegevens worden verzonden of ontvangen.
PIN Persoonlijke IdentificatieNummer. Met de PIN-code wordt uw apparaat beveiligd tegen onbevoegd gebruik. De PIN-code wordt bij de SIM-kaart geleverd. Als het PIN-codeverzoek is geselecteerd, moet de code elke keer dat het apparaat wordt ingeschakeld, worden opgegeven. De PIN-code moet uit 4 tot 8 cijfers bestaan. PIN2 De PIN2-code wordt bij sommige SIMkaarten geleverd. De PIN2-code is nodig voor toegang tot bepaalde functies die worden ondersteund door de SIM-kaart.
UPUK 160 Toets UPIN-blokkering opheffen. Een UPUK-code is nodig om een geblokkeerde UPIN-code of PIN2-code te wijzigen. De code is 8 cijfers lang. USIM SIM-kaart die wordt gebruikt in een UMTS-netwerk. USSD, opdracht Een serviceverzoek, zoals een verzoek om een toepassing te activeren of om verschillende instellingen extern te configureren, dat u met het apparaat naar uw netwerkbeheerder of serviceprovider kunt verzenden. VoIP Voice over Internet Protocol.
Ondersteuning Als u veelgestelde vragen over uw apparaat wilt zien, ga dan naar de pagina's met productondersteuning op de Nokia-website. V: Wat is mijn blokkerings-, PIN- of PUKcode? A: De standaardblokkeringscode is 12345. Als u de blokkeringscode bent vergeten of kwijtgeraakt, neemt u dan contact op met de leverancier van uw apparaat. Als u uw PIN- of PUK-code bent vergeten of kwijtgeraakt, of zo'n code niet heeft ontvangen, neemt u dan contact op met uw serviceprovider.
V: Waarom kan ik geen WLAN-toegangspunt vinden, ook al weet ik zeker dat ik binnen het bereik ben? A: Controleer of het Offline-profiel niet in gebruik is in uw apparaat. Het WLAN-toegangspunt gebruik mogelijk een verborgen SSID (Service Set Identifier). U kunt alleen toegang krijgen tot netwerken die een verborgen SSID gebruiken, als u de juiste SSID heeft, en een WLANtoegangspunt voor het netwerk heeft gemaakt op uw Nokia-apparaat.
V: Waarom kan ik geen contact voor mijn bericht selecteren? A: De contactkaart heeft geen telefoonnummer, adres of e-mailadres. Selecteer Menu > Communic. > Contacten en bewerk de contactkaart. V: De tekst Bericht wordt opgehaald wordt kort weergegeven. Wat gebeurt er? A: Het apparaat probeert een multimediabericht op te halen van de multimediaberichtencentrale. Deze notitie wordt alleen weergegeven als Menu > Communic.
• Voorkom dat het apparaat automatisch nieuwe kaarten download via de toepassing Kaarten. Selecteer Menu > GPS > Kaarten > Opties > Instellingen > Internet > Netwerk gebruiken > Uit. • Wijzig de time-out waarna de achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld. Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Weergave > Timeout verlichting. • Sluit toepassingen die u niet gebruikt. Houd de home-toets ingedrukt. Ga naar de toepassing en druk de backspace-toets in om de toepassing te sluiten.
Toebehoren Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit specifieke model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn. Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Informatie over de batterij en de lader Informatie over de batterij en de lader 166 Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij die bedoeld is om in dit apparaat te worden gebruikt, is BL-4U. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met één van de volgende laders: AC-5. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-bytijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen.
Kortsluiting van de poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop deze is aangesloten. Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
De echtheid van het hologram controleren 1. Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek het Nokia-symbool met de handen te zien en vanuit de andere hoek het Nokia Original Enhancementslogo. 2. Wanneer u het hologram onder een hoek naar links, rechts, omlaag en omhoog houdt, hoort u op iedere zijde respectievelijk 1, 2, 3 en 4 stippen te zien.
Behandeling en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
• Voor optimale prestaties kunt het apparaat het beste zo nu en dan resetten door de stroom uit te schakelen en de batterij te verwijderen. Deze tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een apparaat niet goed werkt.
Aanvullende veiligheidsinformatie Kleine kinderen Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het apparaat. Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.
Geïmplanteerde medische apparatuur Ter voorkoming van storingen van het apparaat raden fabrikanten van medische apparaten aan minimaal 15,3 centimeter afstand te bewaren tussen een draadloos apparaat en een geïmplanteerd medisch apparaat, zoals een pacemaker of geïmplanteerde defibrillator.
Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn. Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op.
3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie. 4. Druk op de beltoets. Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen. INFORMATIE OVER CERTIFICATIE (SAR) 174 Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven.
Index Symbolen/Numeriek 3D-beltonen 43 802.
Bestandsbeheer 111 bestemming instelling 107 verwijderen 107 beveiliging apparaat en SIM-kaart 146 Bluetooth 122 geheugenkaart 129 Java-toepassing 135 beveiligingsmodule 132 bijlagen e-mail 70 geluidsclips 77 multimediaberichten 76 blogs 60 blokkeren apparaat 128 apparaat automatisch blokkeren 146 toetsen 17 toetsenbord 146 blokkeren op afstand 128 blokkeringscode 128, 146 Bluetooth apparaten autoriseren 121 beveiliging 122 gegevens verzenden 120 koppeling 121 toegangscode 121 bookmarks 60 C 176 cache lee
items beheren 61 zoekinstellingen 62 draadloos toetsenbord DTMF-tonen 94 E 116 EAP EAP-plug-in gebruiken 152 instellingen voor plug-in 151 e-mail beantwoorden 70 gebruikersinstellingen 84 instellingen voor automatisch ophalen 85 instellingen voor ophalen 84 mappen maken 71 schrijven 71 verbinden met mailbox 70 verbindingsinstellingen 84 verwijderen 71 verzenden 71 e-mailinstellingen 69 e-mailtoets 36 e-mailtoetsinstellingen 145 e-mailwizard 69 equalizer 52 externe configuratie 133 F faxoproepen feeds 6
podcasting 49 positiebepaling 102 printer 114 PTT 97 radio 58 RealPlayer 56 scherm 143 signalen 143 SIP 152 SMS-berichten 82 spraakopdrachten 97 startscherm 143 taal 144 terugzetten 146 tijd 144 toebehoren 145 toepassingen 154 toetsblokkering 146 voor installatie van toepassingen 135 Web 61 WEP-beveiliging 150 WLAN 149 WLAN beveiliging 150 WLAN-toegangspunt 64, 65 instelwizard 24 internet 59 verbindingen beëindigen 61 internetoproepen 92 blokkeren 94 instellingen 153 oproep plaatsen 92 profielen 90, 15
Muziekwinkel 51 N netwerk instellingen 147 Nokia PC Suite 118 Notities 116 O ondersteuning 161 oorspronkelijke instellingen 146 oorspronkelijke instellingen terugzetten 146 operator logo 143 selecteren 147 opnemen geluidsclips 53 oproepen beantwoorden 87 bellen vanuit het Logboek 100 beltoon dempen 87 faxoproepen 88 identificatie 147 instellingen 147 internetoproepen blokkeren 94 internetoproepen verzenden 92 in wachtrij 147 plaatsen 87 PTT 98 snelkeuze 92 spraakgestuurd bellen 96 spraakopdrachten 96 t
R radio beluisteren 57 instellingen 58 opgeslagen zenders 58 visuele inhoud weergeven 58 RealPlayer bestanden verzenden 56 clipgegevens weergeven 56 instellingen 56 mediaclips afspelen 55 reisbestemming 107 reismeter 107 Rekenmachine 111 S 180 scherm het uiterlijk wijzigen 43 indicatoren 28 instellingen 143 screensaver 43, 143 screensaver met animatie 43 Session Initiation Protocol Zie SIP signaalsterkte 28 signaalsterkte satelliet 107 signalen 143 instellingen 143 SIM-kaart plaatsen 19 SMS-berichten 73
toepassingen algemene bewerkingen 27 installeren 134 toepassingen wijzigen 135 toepassingsinstellingen 154 Toepassing Welkom 23 toetsen 15 blokkeren 17 signalen 143 sneltoetsen 143 toetsenbord instellingen blokkeren 146 toetsen vergrendelen 17 traditionele tekstinvoer 31 trilsignaal 143 U UPIN-code wijzigen 146 USB-gegevenskabel 118 V vaste nummers 130 verbindingen GPRS-instellingen 63, 64 pc-verbinding 65 verbreken 126 WLAN-instellingen 64 verbindingsmethoden Bluetooth 120 gegevenskabel 118 infrarood 1
WPAbeveiligingsinstellingen 151 WLAN-netwerk beschikbaarheid 124 MAC-adres 124 WLAN-netwerken netwerk zoeken 127 WLAN-wizard 124 WPAbeveiligingsinstellingen 151 Z zipbeheer 113 zoeken beschikbare WLANnetwerken 127 zoekmodi wisselen 39 182