Operation Manual
De WLAN-wizard geeft de status aan van uw draadloze LAN-verbindingen en netwerkzoekopdrachten in de actieve stand-by
modus. Als u de beschikbare opties wilt bekijken, gaat u naar de rij met de status en drukt u op de navigatietoets. Afhankelijk
van de status kunt u de webbrowser starten met een draadloze LAN-verbinding, de verbinding met een draadloos LAN-netwerk
verbreken, zoeken naar draadloze LAN-netwerken of het zoeken van netwerken in- of uitschakelen.
Als het zoeken van draadloze LAN-netwerken is uitgeschakeld en u geen verbinding hebt met een draadloos LAN-netwerk, wordt
WLAN-scan uit weergegeven in de actieve stand-by modus. Als u het zoeken naar beschikbare draadloze LAN-netwerken wilt
inschakelen, gaat u naar de status en drukt u op de navigatietoets.
U kunt het zoeken naar beschikbare draadloze LAN-netwerken starten door naar een status te gaan, op de navigatietoets te
drukken en Zoeken naar WLAN te selecteren. U kunt het zoeken naar draadloze LAN-netwerken uitschakelen door naar een
status te gaan, op de navigatietoets te drukken en WLAN-scan uitschakln te selecteren.
Wanneer Browsen starten wordt geselecteerd, wordt automatisch een internettoegangspunt gemaakt voor het geselecteerde
draadloze LAN-netwerk. Het internettoegangspunt kan ook worden gebruikt met andere toepassingen waarvoor een draadloze
LAN-verbinding vereist is.
Als u een beveiligd draadloos LAN-netwerk selecteert, wordt u gevraagd de relevante toegangscodes in te voeren. Als u
verbinding wilt maken met een verborgen netwerk, moet u de juiste SSID (Service Set Identifier) voor het verborgen netwerk
invoeren.
U kunt de WLAN-wizard ook afzonderlijk starten om meer gegevens op te halen over draadloze LAN-netwerken die binnen
bereik zijn. Selecteer Menu > Connect. > WLAN-wiz.. De gevonden netwerken worden weergegeven.
Ga naar het gewenste netwerk, selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
• Browsen starten of Doorg. met browsen — Beginnen of doorgaan met surfen op internet via het toegangspunt van het
draadloze LAN-netwerk.
• WLAN-verb. verbrkn — De actieve verbinding met het draadloze LAN-netwerk verbreken.
• Vernieuwen — De lijst met beschikbare draadloze LAN-netwerken bijwerken.
• Details — Details over het geselecteerde draadloze LAN-netwerk weergeven.
• Toeg.punt definiëren — Een internettoegangspunt maken zonder de webbrowser te starten.
Schakel altijd een van de beschikbare encryptiemethoden in om de beveiliging van uw draadloze LAN-verbinding te vergroten.
Het gebruik van encryptie verkleint het risico van onrechtmatige toegang tot uw gegevens.
Toegangspunten voor draadloze LAN-netwerken
Als u wilt zoeken naar draadloze LAN-netwerken die zich binnen bereik bevinden, selecteert u Menu > Connect. > WLAN-
wiz.. Als u een internettoegangspunt wilt maken in een draadloos LAN-netwerk, selecteert u Opties > Toeg.punt definiëren.
Als u de details wil bekijken van een netwerk in de lijst, selecteert u Opties > Details.
Wanneer u wordt gevraagd een toegangspunt te selecteren, selecteert u het gemaakte toegangspunt. U kunt ook een
internettoegangspunt maken door Zoeken naar WLANte selecteren, of door Verb.beh. te gebruiken.
Zie
'Verbindingsbeheer', p. 69.
Handmatig een toegangspunt voor draadloze LAN-netwerken instellen
Als u de WLAN-wizard niet kunt gebruiken, kunt u handmatig toegangspunten voor draadloze LAN-netwerken definiëren.
1. Selecteer Menu > Instrum. > Instell. > Verbinding > Toegangspunten.
2. Selecteer Opties > Nieuw toegangspunt. Als u een bestaand toegangspunt wilt gebruiken als basis voor een nieuw
toegangspunt, selecteert u Huidige inst. gebruik.. Als u wilt beginnen met een leeg toegangspunt, selecteert u Standaardinst.
gebr..
3. Definieer de volgende instellingen:
• Naam verbinding — Voer een beschrijvende naam in voor de verbinding.
• Drager gegevens — Selecteer Wireless LAN.
• WLAN-netwerknaam — Als u de SSID (Service Set Identifier) wilt invoeren waarmee het specifieke draadloze LAN-netwerk
wordt aangeduid, selecteert u Handmatig opgeven. Als u een van de draadloze LAN-netwerken wilt selecteren die binnen
bereik zijn, selecteert u Netw.namen zken.
• Netwerkstatus — Selecteer Verborgen als het netwerk waarmee u verbinding maakt, verborgen is, of Openbaar als het
niet verborgen is.
• WLAN-netwerkmodus — Als u Infrastructuur selecteert, kunnen apparaten met elkaar en met andere LAN-apparaten
communiceren via een toegangspunt voor draadloze LAN-netwerken. Als u Ad-hoc selecteert, kunnen apparaten onderling
rechtstreeks gegevens verzenden en ontvangen en is er geen toegangspunt voor draadloze LAN-netwerken nodig.
• WLAN-beveil.modus — U moet dezelfde beveiligingsmodus selecteren die voor het draadloze LAN-toegangspunt wordt
gebruikt. Als u WEP (Wired Equivalent Privacy), 802.1x of WPA2 (Wi-Fi Protected Access) selecteert, moet u ook de relevante
aanvullende instellingen configureren.
• WLAN-beveil.instell. — Bewerk de beveiligingsinstellingen voor de geselecteerde WLAN-beveil.modus.
D r a a d l o o s L A N - n e t w e r k ( W L A N )
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 75










