Gebruikershandleiding Nokia E50 9248800 Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart, NOKIA CORPORATION, dat het toestel RM-170 / RM-171 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid.......................................................................6 Informatie over het apparaat................................................................6 NETWERKDIENSTEN....................................................................................6 Toebehoren, batterijen en laders.........................................................7 1. Aan de slag................................................................................
Inhoudsopgave Berichten verwijderen........................................................................42 E-mailmappen.......................................................................................42 E-mailberichten opstellen en verzenden......................................42 Instellingen e-mailaccount...............................................................42 Gebruikersinstellingen:...................................................................43 Instellingen voor ophalen..........
Inhoudsopgave Toebehoreninstellingen........................................................................77 Instellingen Teksttelefoon................................................................77 14. Instrumenten.......................................................................78 Positiebepaling........................................................................................78 Navigator....................................................................................................
Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
Voor uw veiligheid Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten. Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat.
1. Aan de slag Opmerking: Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu weergegeven. Verder is uw apparaat mogelijk speciaal geconfigureerd voor uw netwerkoperator. Deze configuratie kan wijzigingen in pictogrammen, menunamen en de volgorde van de menu's tot gevolg hebben. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Aan de slag 6. Plaats de batterij. 7. Plaats de cover terug. De geheugenkaart plaatsen Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia gebruikt de goedgekeurde industriestandaarden voor geheugenkaarten, maar het is mogelijk dat niet alle andere merken goed werken of volledig compatibel zijn met dit apparaat. Met een geheugenkaart spaart u het geheugen van het apparaat.
Aan de slag 3. Duw de kaart op zijn plaats. U hoort een klik als de kaart goed is geplaatst. 4. Plaats het klepje van de batterij terug. De geheugenkaart uitnemen Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet terwijl er een bewerking met de kaart plaatsvindt. Als de kaart midden in een bewerking wordt verwijderd, kan dit schade toebrengen aan het apparaat, de geheugenkaart en de gegevens op de kaart. 1. Selecteer Menu > Instrumenten > Geheugenkaart > Opties > Geh.krt verwijderen. 2.
Aan de slag Toetsen en onderdelen 1 — Aan/uit-toets 2 — Geïntegreerde luidspreker 3 — Druk op deze toets om Contacten of een andere toepassing die is gedefinieerd door uw operator te openen. 4 — Wijzigtoets 5 — Scherm 6 — Selectietoetsen. Druk op een van de twee selectietoetsen om de functie uit te voeren die boven de selectietoets wordt weergegeven op het scherm. 7 — Wistoets 8 — Eindetoets.
Aan de slag Aansluitingen Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen. Pop-Port™-aansluiting voor hoofdtelefoon en andere toebehoren Aansluiting voor batterijlader Antenne's Uw apparaat heeft een interne antenne.
Aan de slag Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar. Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief. Er staat een GPRS-packet-gegevensverbinding in de wachtstand. Er is een EGPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar. Er is een EGPRS-verbinding actief. Er staat een EGPRS-packet-gegevensverbinding in de wachtstand. en Uw apparaat is met een USB-kabel aangesloten op een pc. Geven de telefoonlijn aan die u hebt geselecteerd als u een abonnement voor twee telefoonlijnen hebt (netwerkdienst).
2. Het apparaat Menu-toets en joystick Als u de toepassingen in uw apparaat wilt gebruiken, drukt u vanuit een standby-modus op de Menu-toets. Als u vanuit een toepassing wilt terugkeren naar Menu maar de toepassing op de achtergrond geopend wilt houden, drukt u op de Menu-toets. Houd de Menu-toets ingedrukt om een lijst met geopende toepassingen weer te geven en tussen de toepassingen te schakelen.
Het apparaat Als u het geheugengebruik van verschillende toepassingen en gegevens in het apparaat of op de geheugenkaart wilt weergeven of de hoeveelheid vrij geheugen wilt controleren, selecteert u Opties > Gegevens geheugen. Als u de map opnieuw wilt ordenen, gaat u naar de toepassing die u wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Verplaatsen. Naast de toepassing verschijnt een vinkje. Ga naar een nieuwe locatie en selecteer OK.
Het apparaat • Druk herhaaldelijk op 1–9 tot het gewenste teken wordt weergegeven. Er zijn voor een cijfertoets meer tekens beschikbaar dan op de toets zijn afgedrukt. • Als u een nummer wilt invoegen, houdt u de cijfertoets ingedrukt. • Als u tussen de letter- en cijfermodus wilt schakelen, houdt u # ingedrukt. • Als de volgende letter met dezelfde toets moet worden ingevoerd als de huidige letter, wacht u tot de cursor wordt weergegeven en voert u de letter in.
Het apparaat Profielen Waarschuwing: In het profiel Offline kunt u geen oproepen doen of ontvangen, en kunnen ook overige functies waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. Soms kunt u nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat vergrendeld is, moet u de beveiligingscode invoeren. Selecteer Menu > Instrumenten > Profielen.
Het apparaat Als u een thema wilt bewerken, markeert u het thema en selecteert u Opties > Bewerken. Selecteer Achtergrond om de achtergrondafbeelding in de stand-by modi te wijzigen, of selecteer Energiespaarstand om een tekst of de datum en tijd te gebruiken als energiebesparing voor het scherm wanneer gedurende bepaalde tijd geen toetsen zijn ingedrukt.
Het apparaat Geheugen Er zijn twee typen geheugens waarin u gegevens kunt opslaan of toepassingen kunt installeren: apparaatgeheugen en verwijderbaar geheugen. Apparaatgeheugen Geheugen dat in uw apparaat is geïntegreerd, is een dynamische geheugen-'pool' die door vele toepassingen wordt gedeeld. De hoeveelheid beschikbaar intern geheugen varieert, maar is gelimiteerd tot het maximum van de fabrieksinstelling.
Het apparaat • • • • Geh.kaart formatt. — Een geheugenkaart voor het apparaat formatteren. Naam geh.kaart — De naam van de geheugenkaart wijzigen. Wachtw. instellen — Een wachtwoord voor de geheugenkaart maken. Gegevens geheugen — Het geheugengebruik van verschillende toepassingen en gegevens bekijken. Geheugenkaart formatteren Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren.
3. Oproepen en spraaktoepassingen Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Oproepen Als u een nummer wilt kiezen terwijl het apparaat in het profiel Offline staat, moet u mogelijk de beveiligingscode intoetsen en het apparaat instellen op een belprofiel voordat u een nummer kiest, ook als het een alarmnummer betreft.
Oproepen en spraaktoepassingen Weigeren — Een inkomende oproep weigeren tijdens een gesprek als Oproep in wachtrij actief is. Toetsblk. blokkeren — Toetsen blokkeren tijdens een gesprek. Conferentie — Een actief gesprek en een gesprek in de wachtstand samenvoegen in een conferentiegesprek (netwerkdienst). Privé — Een privégesprek voeren met een geselecteerde deelnemer in het conferentiegesprek (netwerkdienst). Wisselen — Schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand (netwerkdienst).
Oproepen en spraaktoepassingen Als u een DTMF-toonreeks aan contactkaarten wilt koppelen, selecteert u Menu > Contacten. Open een contact en selecteer Opties > Bewerken > Opties > Detail toevoegen > DTMF. Voer de toonreeks in. Druk driemaal op * om p in te voegen, een pauze van ongeveer 2 seconden vóór of tussen DTMF-tonen. Selecteer Gereed.
Oproepen en spraaktoepassingen • Toon P2T-oproep — Selecteer Ingesteld met profiel als u wilt dat de waarschuwingsinstelling voor PTT-oproepen gelijk is aan uw profielinstellingen. Als het profiel Stil is geselecteerd, bent u niet beschikbaar voor PTT-gebruikers, met uitzondering van terugbelverzoeken. • Toon terugbelverzoek — De beltoon voor terugbelverzoeken instellen. • Toepassing starten — Instellen of u zich wilt aanmelden bij de PTT-dienst wanneer u het apparaat inschakelt.
Oproepen en spraaktoepassingen Een kanaal maken Een kanaal is vergelijkbaar met een chatruimte: u kunt het kanaal oproepen om te zien of er iemand on line is. Met de oproep naar het kanaal roept u geen andere deelnemers op. Deelnemers melden zich aan bij het kanaal en beginnen met elkaar te praten. Als u een kanaal wilt maken, selecteert u Opties > Nieuw kanaal > Nieuw maken. Selecteer Opties en definieer de volgende opties: • • • • Kanaalnaam — Voer de naam van het kanaal in.
Oproepen en spraaktoepassingen • PIN-code — De PIN-code wijzigen. De PIN-code moet 4 tot 8 cijfers lang zijn en beschermt uw SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Deze code wordt geleverd bij de SIM-kaart. Nadat driemaal achter elkaar een verkeerde PIN-code is ingevoerd, wordt de PIN-code geblokkeerd en moet u de blokkering opheffen met de PUK-code voordat u de SIM-kaart weer kunt gebruiken. • PIN2-code — De PIN2-code wijzigen.
Oproepen en spraaktoepassingen Wanneer u de voicemailtoepassing voor het eerst opent, wordt u gevraagd om het nummer van uw voicemail in te voeren. Als u het nummer wilt wijzigen, selecteert u Opties > Nummer wijzigen. Als u het nummer wilt bellen, selecteert u Opties > Voicemailbox bellen. Tip: Als u uw voicemail wilt bellen (netwerkdienst) vanuit de stand-by modus, houdt u 1 ingedrukt of drukt u op 1 en vervolgens op de beltoets. Spraakopdrachten Selecteer Menu > Instrumenten > Spraakop..
Oproepen en spraaktoepassingen Maak een keuze uit de volgende opties: • Contacten — De items in uw lijst met contacten beluisteren. Gebruik deze optie niet als u meer dan 500 contacten hebt. • Rcnte oproepen — Gegevens van gemiste en ontvangen oproepen, gekozen nummers en vaak herhaalde nummers beluisteren. • Voicemailbox — Spraakberichten ophalen en beluisteren. • Bellen — Een telefoonnummer kiezen. • Klok — De huidige tijd en datum beluisteren. Als u meer opties wilt horen, selecteert u Opties.
Oproepen en spraaktoepassingen Blader naar een stem en maak een keuze uit de volgende opties: • Spraak afspelen — De geselecteerde stem beluisteren. • Spraakgegevens — Informatie over de stem weergeven. • Verwijderen — De geselecteerde stem verwijderen. Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
4. Contacten Selecteer Menu > Contacten. Beheer al uw contactgegevens, zoals telefoonnummers en adressen. Voeg een persoonlijke beltoon, een spraaklabel of een miniatuurafbeelding toe aan een contactpersoon. Verzend contactgegevens naar compatibele apparaten of ontvang contactgegevens als visitekaartje van compatibele apparaten en voeg ze toe aan uw eigen lijst met contacten. Als u een contact wilt toevoegen, selecteert u Opties > Nieuw contact. Voer de contactgegevens in en selecteer Gereed.
Contacten Contacten kopiëren tussen de SIM-kaart en het apparaatgeheugen Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn. Als u contacten wilt kopiëren van een SIM-kaart naar het apparaatgeheugen, selecteert u Opties > SIM-contacten > SIMtelefoonb. om de SIM-map te openen. Markeer de contacten die u wilt kopiëren of selecteer Alle markeren om alle contacten te kopiëren.
5. Agenda Selecteer Menu > Agenda. In de Agenda kunt u geplande gebeurtenissen en afspraken noteren en bekijken. U kunt ook een alarm instellen voor agendaitems. Met behulp van Nokia PC Suite kunt u de agenda-items synchroniseren met een compatibele computer. Zie de handleiding bij Nokia PC Suite voor meer informatie over synchroniseren. Agenda-items maken U kunt vier typen agenda-items maken: • Vergadering-items hebben een specifieke datum en tijd.
Agenda Agendaweergaven Als u wilt schakelen tussen de verschillende agendaweergaven, selecteert u Opties in een van deze weergaven. Selecteer een weergavetype in de lijst. Tip: Wanneer u de Agenda in een van de weergaven bekijkt, kunt u op * drukken om snel naar een andere weergave te gaan. Druk op # om de huidige datum in de maandweergave te bekijken. Als u de standaard agendaweergave wilt instellen, selecteert u Opties > Instellingen > Standaardweergave > Maandweergave.
6. Berichten Selecteer Menu > Berichten. Voordat u berichten kunt verzenden of ontvangen, moet u wellicht het volgende doen: • Een geldige SIM-kaart in het apparaat plaatsen en controleren of het apparaat zich binnen het bereik van het netwerk bevindt. • Controleren of het netwerk de berichtfuncties ondersteunt die u wilt gebruiken en of deze zijn geactiveerd op de SIM-kaart. • Internettoegangspunten (IAP) definiëren in het apparaat. Zie 'Toegangspunten', p. 74.
Berichten • Sorteren op — Berichten sorteren op afzender, type of andere gegevens. • Verplaats naar map — Een bericht in een andere map opslaan. Ga naar de gewenste map en selecteer OK. • Nieuwe map — Nieuwe mappen maken. De beschikbare opties kunnen verschillen. Als u een bericht of map wilt verwijderen, gaat u naar het gewenste item en drukt u op de wistoets. Conceptberichten Berichten die u gemaakt hebt maar nog niet hebt verzonden, worden opgeslagen in de map Ontwerpen.
Berichten Maak een keuze uit de volgende opties: • Verzonden ber. opsl. — Geef aan of u verzonden berichten wilt opslaan in de map Verzonden. • Aantal opgesl. ber. — Geef op hoeveel verzonden berichten u wilt opslaan. Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt het oudste bericht verwijderd. • Gebruikt geheugen — Geef aan waar ontvangen berichten moeten worden opgeslagen. U kunt berichten alleen op de geheugenkaart opslaan als er een is geïnstalleerd.
Berichten 3. Selecteer een map en OK om te beginnen met kopiëren. Als u berichten die zijn opgeslagen op de SIM-kaart wilt weergeven, opent u de map waarin u de berichten hebt gekopieerd en opent u een bericht. Als u een SMS-bericht van de SIM-kaart wilt verwijderen, selecteert u het bericht en drukt u op de wistoets. Instellingen voor SMS-berichten Selecteer Opties > Instellingen > SMS. Definieer de volgende opties: • Berichtencentrales — De beschikbare berichtencentrales voor uw apparaat weergeven.
Berichten Multimediaberichten opstellen en verzenden De standaardinstelling voor de multimediaberichtendienst is meestal ingeschakeld. Selecteer Nieuw bericht > Multimediabericht. Op bepaalde afbeeldingen, beltonen en andere inhoud rust mogelijk copyright, wat betekent dat de desbetreffende inhoud niet mag worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. 1.
Berichten Tip: Als u het bericht wilt opslaan in Ontwerpen zonder het te verzenden, selecteert u Gereed. Multimediaberichten ontvangen en beantwoorden Belangrijk: Objecten in multimediaberichten kunnen virussen bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC. Open geen bijlagen als u niet weet of de afzender betrouwbaar is. Voordat u multimediaberichten kunt verzenden en ontvangen, moet u eerst de instellingen voor multimediaberichten definiëren.
Berichten • Grootte afbeelding — Selecteer Klein of Groot om de grootte van afbeeldingen in multimediaberichten aan te passen. Selecteer Origineel om de oorspronkelijke grootte van multimediaberichten te behouden. • MMS-aanmaakmodus — Selecteer Beperkt om te voorkomen dat uw apparaat inhoud in multimediaberichten invoegt, die niet wordt ondersteund door het netwerk of door het ontvangende apparaat. Selecteer Met begeleiding als u een waarschuwing wilt ontvangen voor dergelijke inhoud.
Berichten Wanneer u een nieuwe mailbox maakt, wordt Mailbox in de hoofdweergave van Berichten vervangen door de naam van de mailbox. U kunt maximaal zes mailboxen instellen. Uw standaardmailbox selecteren Als u meerdere mailboxen hebt gedefinieerd, kunt u een van de mailboxen instellen als standaardmailbox. Als u de standaardmailbox wilt definiëren, selecteert u Opties > Instellingen > E-mail > Mailbox in gebruik en de mailbox.
Berichten Tip: Als u een e-mailbericht wilt verzenden dat bestanden als bijlage bevat, worden de bijlagen niet in het antwoord opgenomen. Als u het ontvangen e-mailbericht doorstuurt, worden de bijlagen wel opgenomen. Als u de prioriteit van een bericht wilt instellen, selecteert u Opties > Zendopties > Prioriteit en maakt u een keuze uit de volgende opties. Als u de afzender van een e-mailbericht wilt bellen, opent u het e-mailbericht en selecteert u Opties > Bellen.
Berichten • Toegangsp. in gebr. — Selecteer het internettoegangspunt waarmee het apparaat de door u ontvangen e-mailberichten ophaalt. • Standaardmailbox — Voer een naam in voor de mailbox. • Mailboxtype — Selecteer het mailboxprotocol dat de serviceprovider van uw externe mailbox heeft aanbevolen. De opties zijn POP3 en IMAP4. U kunt deze optie slechts één keer instellen. De instelling kan niet worden gewijzigd als u de mailboxinstellingen hebt opgeslagen of hebt afgesloten.
Berichten Chat Selecteer Menu > Connect. > Chatten. Met Chat kunt u door middel van expresberichten praten met anderen en deelnemen aan discussieforums over bepaalde onderwerpen. Verschillende serviceproviders hebben chatservers waarbij u zich kunt aanmelden nadat u zich hebt geregistreerd bij een chatdienst. De functies die worden ondersteund kunnen per serviceprovider verschillen.
Berichten Chatgroepen In de weergave Chatgroepen wordt een lijst weergegeven van alle chatgroepen die u hebt opgeslagen of waarvan u momenteel lid bent. Chatgroepen is alleen beschikbaar als u zich bij het openen van de chattoepassing hebt aangemeld bij een chatserver en deze server chatgroepen ondersteunt. Als u een chatgroep wilt maken, selecteert u Opties > Nwe groep maken. Als u lid wilt worden van een chatgroep of een groepsgesprek wilt voortzetten, gaat u naar de groep en drukt u op de joystick.
Berichten Tip: Chatgebruikers met de juiste rechten kunnen groepsinstellingen bewerken en andere gebruikers uitnodigen om lid te worden van de groep of gebruikers toegang tot de groep ontzeggen. Als u leden van de groep wilt machtigen om de groep te bewerken, selecteert u Opties > Editor toevoegen en maakt u een keuze uit de volgende opties: • Van chatcontacten — Een of meer chatcontacten toevoegen. • Gebr-ID invoeren — De ID van de chatgebruiker invoeren.
Berichten Opgenomen chatgesprekken Als u een opgenomen gesprek wilt weergeven, selecteert u Opgen. chats, gaat u naar het gesprek en drukt u op de joystick. U kunt ook naar het opgenomen gesprek gaan en Opties selecteren. Maak een keuze uit de volgende opties: • Zenden — De chatsessie naar een compatibel apparaat verzenden. • Aanmelden — Verbinding maken met een chatserver als u zich niet hebt aangemeld bij het openen van de toepassing. Als u de verbinding wilt verbreken, selecteert u Afmelden.
7. Team-suite Hiermee kunt u teams maken, bewerken en verwijderen, en berichten versturen, teamwebpagina's bekijken en bellen naar hele teams tegelijk. Selecteer Menu > Kantoor > Team-suite. Als u een nieuw team wilt maken, selecteert u Opties > Team > Maken. Als u een team wilt bewerken, selecteert u het team en vervolgens Opties > Team > Bewerken. Als u een team wilt verwijderen, selecteert u het team en vervolgens Opties > Team > Verwijd..
8. Kantoortoepassingen Selecteer Menu > Kantoor. Mogelijk zijn niet alle kantoortoepassingen in alle talen beschikbaar. Het kan zijn dat het openen van grote bestanden niet mogelijk is of lang duurt. Notities Selecteer Menu > Kantoor > Notities. U kunt notities maken en verzenden naar andere compatibele apparaten en u kunt tekstbestanden (indeling .txt) opslaan die u ontvangt in Notities. Als u een nieuwe notitie wilt schrijven, selecteert u Opties > Nieuwe notitie.
Kantoortoepassingen Basisvaluta en wisselkoers instellen Opmerking: Als u een basisvaluta wijzigt, moet u nieuwe wisselkoersen opgeven omdat alle eerder ingestelde wisselkoersen worden gewist. Voordat u valuta kunt converteren, moet u een basisvaluta instellen en wisselkoersen invoeren. De koers van de basisvaluta is altijd 1. De basisvaluta bepaalt de wisselkoers van de andere valuta. 1.
Kantoortoepassingen Quickword Met Quickword kunt u Microsoft Word-documenten weergeven op het scherm van het apparaat. Quickword ondersteunt kleuren en de opmaaktypen vet en onderstreept. Quickword ondersteunt het weergeven van documenten die zijn opgeslagen in de indeling .doc van Microsoft Word 97, 2000 en XP. Niet alle variaties of functies van de genoemde bestandsindelingen worden ondersteund. Met de joystick kunt u door het document bladeren.
Kantoortoepassingen Als een alarm is ingesteld wordt weergegeven. Als u het alarm wilt uitschakelen, selecteert u Stop of Snooze om het alarm gedurende 5 minuten te onderbreken. Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen.
9. Connectiviteit Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. Uw apparaat biedt verschillende opties om verbinding te maken met internet, een intranet of een ander apparaat of pc. Het apparaat ondersteunt een vaste verbinding via een USB-kabel (Universal Serial Bus) voor Nokia PC Suite. U kunt ook communiceren via een PTT-, chat- en fax/modemverbinding.
Connectiviteit • Terugbellen gebruik. — Selecteer Ja als u werkt met een dienst die terugbelt naar het apparaat wanneer u een internetverbinding tot stand brengt. • Terugbellen — Selecteer Gebruik servernr. of Gebruik ander nr., afhankelijk van de instructies van uw serviceprovider. • Terugbelnummer — Het telefoonnummer voor gegevensoproepen van uw apparaat invoeren. Dit nummer wordt door de terugbelserver gebruikt.
Connectiviteit • Vragen bij verbinding — Selecteer of u altijd naar het apparaattype wilt worden gevraagd zodra u de gegevenskabel op het apparaat aansluit. • PC Suite — Gebruik de gegevenskabel om het apparaat te verbinden met PC Suite en gebruik het apparaat als modem. • Gegevensoverdracht — U kunt de kabelverbinding gebruiken om gegevens zoals muziekbestanden of afbeeldingbestanden te openen en uit te wisselen met de computer.
Connectiviteit Gegevens verzenden Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen tegelijkertijd actief zijn. U kunt bijvoorbeeld een verbinding hebben met een hoofdtelefoon en tegelijk bestanden overzetten naar een ander compatibel apparaat. 1. Open de toepassing waarin het item dat u wilt verzenden is opgeslagen. 2. Selecteer het item en selecteer Opties > Zenden > Via Bluetooth. Het apparaat zoekt naar andere bereikbare apparaten met Bluetooth-technologie en geeft deze weer.
Connectiviteit • Geautoriseerd — Er kan zonder uw tussenkomst een verbinding tussen uw apparaat en het andere apparaat tot stand worden gebracht. U hoeft de verbinding niet te accepteren of te autoriseren. Gebruik deze optie alleen voor uw eigen apparaten, bijvoorbeeld een compatibele hoofdtelefoon of pc, of voor apparaten van iemand die u vertrouwt. • Niet geautoriseerd — Een verzoek om verbinding van het andere apparaat moet altijd worden geaccepteerd.
Connectiviteit Gegevens verzenden en ontvangen 1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van beide apparaten naar elkaar toe gericht zijn. De onderlinge positie van de apparaten is belangrijker dan de hoek of de afstand. 2. Selecteer Menu > Connect. > Infrarood en druk op de joystick om infrarood op uw apparaat in te schakelen. Schakel infrarood in op het andere apparaat. 3. Wacht enkele seconden totdat de infraroodverbinding tot stand is gebracht. 4.
Connectiviteit Als u verbinding wilt maken met een compatibele computer via een infaroodverbinding, drukt u op de joystick. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van het apparaat en de computer op elkaar gericht zijn en dat er zich geen obstakels tussen beide apparaten bevinden. Als u uw apparaat wilt verbinden met een computer via draadloze Bluetooth-technologie, start u de verbinding vanaf de computer. U activeert Bluetooth in uw apparaat door achtereenvolgens Menu > Connect.
Connectiviteit • Ww. beveil. sleutel — Het wachtwoord van de persoonlijke sleutelopslag wijzigen. Het wachtwoord wordt automatisch gemaakt wanneer het de eerste keer nodig is. Het VPN-logboek weergeven Selecteer VPN-beheer > VPN-logbestand > Openen. Een VPN-logboek houdt bij wanneer u VPN-servers benadert om VPN-beleid en uw VPN-verbindingen te installeren, bij te werken en te synchroniseren. Foutberichten, waarschuwingen en informatieberichten worden gemarkeerd met een pictogram links van het item.
Connectiviteit • Sync.verz. accept. — Selecteer Nee als u wilt dat uw apparaat om bevestiging vraagt voordat synchronisatie vanaf de server wordt geaccepteerd. • Netwerkverificatie — Selecteer Ja om uw apparaat te verifiëren voor toegang tot het netwerk voordat synchronisatie plaatsvindt. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord voor het netwerk in.
10. Web Selecteer Menu > Web (netwerkdienst). De browser Web is een van de twee browsers op het apparaat. Met Web kunt u gewone websites weergeven. Deze pagina's maken gebruik van XHTML (Extensible Hypertext Markup Language) of HTML (Hypertext Markup Language). Als u WAP-pagina's wilt weergeven, gebruikt u Menu > Media > Diensten. Beide browsers gebruiken dezelfde bookmarks. De koppelingen in de berichten die u ontvangt, kunt u openen in de browser Diensten.
Web Een verbinding verbreken Als u de verbinding wilt beëindigen en de pagina offline wilt bekijken, selecteert u Opties > Geavanc. opties > Verbind. verbreken. Selecteer Opties > Afsluiten om de verbinding te verbreken en de browser te sluiten. Cache leegmaken Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan.
Web De browser Diensten is een van de twee browsers op het apparaat. Met Diensten kunt u WAP-pagina's weergeven die speciaal zijn ontworpen voor mobiele apparaten. Zo kunnen netwerkoperatoren WAP-pagina's voor mobiele apparaten hebben. Als u wilt browsen op gewone webpagina's, gebruikt u de andere browser in Menu > Web. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van diensten. De aanbieder kan u ook instructies geven voor het gebruik van deze diensten.
11. Camera Modelnummer: E50-1 (RM-170). In dit onderdeel wordt de camera van uw E50-1-apparaat beschreven. Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle regelgeving en eerbiedig de lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen. Met de ingebouwde camera kunt u foto's maken of videoclips opnemen. De cameralens bevindt zich op de achterkant van het apparaat en het scherm fungeert als zoeker. De camera slaat foto's op in de .jpeg-indeling en videoclips in de .
Camera • Stand.naam afbeeld. — Selecteer Datum of Tekst voor de standaardnaam die aan een foto wordt toegewezen. Met de optie Datum wordt de datum als bestandsnaam gebruikt. Met de optie Tekst wordt door u gedefinieerde tekst en een nummer als bestandsnaam gebruikt. • Gebruikt geheugen — Selecteer het geheugen waarin afbeeldingen worden opgeslagen: Telefoongeheugen of Geheugenkaart.
12. Mediatoepassingen Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. Selecteer Menu > Media. Media bevat verschillende mediatoepassingen waarmee u afbeeldingen kunt opslaan en weergeven, geluiden kunt opnemen en geluidsfragmenten kunt afspelen. Galerij Selecteer Menu > Media > Galerij.
Mediatoepassingen Als u een afbeelding als achtergrond wilt instellen, selecteert u de afbeelding en Opties > Inst. als achtergr.. Als u een afbeelding aan een contactkaart wilt toevoegen, selecteert u de afbeelding en Opties > Toew. aan contact. De contactenweergave wordt geopend en u kunt het contact voor de afbeelding selecteren. Afbeeldingen ordenen Als u een nieuwe map wilt maken waarin u berichten kunt onderbrengen, selecteert u Opties > Organiseren > Nieuwe map.
Mediatoepassingen Videobestanden ontvangen Selecteer Menu > Berichten. Open een bericht dat een videoclip bevat. Ga naar de clip en druk op de joystick. Selecteer Pauze of Stoppen en selecteer vervolgens Opties en: • Afspelen — De clip vanaf het begin afspelen. • Op volledig scherm — De clip in een volledig scherm afspelen. Liggende clips worden 90 graden gedraaid. Als u wilt terugschakelen naar de normale weergave, drukt u op een willekeurige toets. • Doorgaan — Het afspelen hervatten. • Drg. op voll.
Mediatoepassingen Als u de bandbreedte zelf wilt invoeren, selecteert u Door gebr. gedef.. Neem contact op met uw serviceprovider voor de juiste instellingen. Als u de instellingen wilt opslaan, drukt u op Terug. Music Player Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Selecteer Menu > Media > Muziekspeler. Met Music Player kunt u luisteren naar muziekbestanden en tracklijsten maken en beluisteren.
Mediatoepassingen 4. Selecteer Terug om de nieuwe frequentie-instelling op te slaan of selecteer Opties > Std.waarden herst. om de banden op een neutrale frequentie in te stellen en opnieuw te beginnen. Als u een preset wilt bewerken, selecteert u Opties > Nwe voorinstelling of Opties > Bewerken. Als u de frequentie voor een preset wilt aanpassen, gaat u naar de frequentiebanden en gaat u met de joystick omhoog of omlaag om de bijbehorende waarden te vergroten of te verkleinen.
Mediatoepassingen • Instellen als beltoon — Als het geselecteerde item een beltoon is, stelt u de beltoon met deze optie in als beltoon voor het apparaat. • Instellen als thema — Als het geselecteerde item een thema is, stelt u het thema met deze optie in als thema voor het apparaat. • On line informatie — Een website met informatie over het geselecteerde item openen, als deze beschikbaar is. • Aankoopgegevens — Details over uw aanschaf weergeven. • Lijst vernieuwen — Een bijgewerkte map downloaden.
13. Instell. Selecteer Menu > Instrum. > Instell.. U kunt verschillende instellingen op uw apparaat definiëren en wijzigen. Als u deze instellingen wijzigt, is dit van invloed op de werking van verschillende toepassingen op het apparaat. Sommige instellingen zijn vooraf op het apparaat ingesteld of worden door uw netwerkoperator of serviceprovider in een configuratiebericht aan u verzonden. Het is mogelijk dat u dergelijke instellingen niet kunt wijzigen.
Instell. • Time-out verlichting — Instellen hoeveel tijd er verstrijkt tussen de laatste keer dat u een toets indrukt en het moment waarop de schermverlichting wordt gedimd. Oproepinstellingen Selecteer Bellen en maak een keuze uit de volgende opties: • Identificatie verz. — Selecteer Ja om het telefoonnummer weer te geven aan de persoon met wie u belt of selecteer Ingst. door netw. om het netwerk te laten bepalen of uw beller-ID wordt verzonden.
Instell. Packet-gegevens Selecteer Menu > Instrum. > Instell. > Verbinding > Packet-gegevens. Uw apparaat ondersteunt packet-gegevensverbindingen, zoals GPRS bij het GSM-netwerk. Wanneer u uw apparaat gebruikt in het GSM-netwerk, kunnen meer gegevensverbindingen tegelijk actief zijn. Toegangspunten kunnen een gegevensverbinding delen en gegevensverbindingen kunnen actief blijven, bijvoorbeeld tijdens spraakoproepen. Zie 'Verbindingsbeheer', p. 58.
Instell. • • • • Beveiligingsdomein — Voer het adres van het registratieserverdomein in. Gebruikersnaam en Wachtwoord — Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord voor de registratieserver in. Overdrachtstype — Selecteer UDP of TCP. Poort — Voer het poortnummer van de registratieserver in. Instellingen voor gegevensoproepen Selecteer Menu > Instrum. > Instell. > Verbinding > Data-oproep.
Instell. Netwerkinstellingen Selecteer Menu > Instrum. > Instell. > Netwerk. Definieer de volgende opties: • Operatorselectie — Selecteer Handmatig om te kiezen uit de beschikbare netwerken of selecteer Automatisch om het netwerk automatisch te laten selecteren. • Weergave info dienst — Selecteer Aan om in te stellen dat het apparaat moet aangeven wanneer het wordt gebruikt in een MCN-netwerk (Micro Cellular Network). Toebehoreninstellingen Selecteer Menu > Instrum. > Instell. > Toebehoren.
14. Instrumenten Selecteer Menu > Instrum.. De map Instrum. bevat toepassingen die u gebruikt voor het configureren van andere toepassingen en van uw apparaat. Geheugenkaart—Zie 'Geheugenkaart', p. 19. Overdracht—Zie 'Inhoud uitwisselen tussen apparaten', p. 18. Profielen—Zie 'Profielen', p. 17. Instell.—Zie 'Instell.', p. 73.
Instrumenten • Opgeslagen locaties — De locaties weergeven die u tijdelijk in uw apparaat hebt opgeslagen om u te ondersteunen bij de navigatie. Reismeterweergave De reismeter berekent de gereisde afstand en de duur van uw reis en de gemiddelde en maximum reissnelheid. Maak een keuze uit de volgende opties: • • • • • • • • Starten — De reismeter activeren. Stoppen — De reismeter afsluiten. De berekende waarden blijven op het scherm. Hervatten — De reismeter blijven gebruiken.
Instrumenten naast de categorie te verwijderen. Ga naar de categorie of categorieën waaraan u de plaatsbepaling wilt toevoegen en druk op de joystick. Selecteer Accept.. Voor elke plaatsbepaling selecteert u Opties en maakt u een keuze uit de volgende opties: • Bewerken — Plaatsbepalingsgegevens wijzigen, bijvoorbeeld de naam, de categorie, het adres, de lengte- en breedtegraad en de hoogte. • Nieuwe plaats — Een plaatsbepaling rechtstreeks vanuit de categorie maken.
Instrumenten 2. Selecteer uw e-mailserviceprovider in de lijst. 3. Selecteer de server voor uitgaande e-mail. Gebruik de standaardserver als u niet zeker bent. Als Instelwizrd u vraagt om de gegevens van uw E-mailadres (inclusief domeinnaam), Gebruikersnaam en Wachtwoord in te voeren, selecteert u deze gegevens een voor een en selecteert u Opties > Wijzigen. Voer de gegevens in en selecteer OK. 1. Selecteer Opties > OK wanneer u klaar bent. 2.
Instrumenten een softwarepakket hebt geïnstalleerd, kunt u met deze lijst proberen te achterhalen welk softwarepakket het probleem veroorzaakt. De informatie in deze lijst kan u ook helpen problemen te ontdekken die worden veroorzaakt door softwarepakketten die onderling niet compatibel zijn.
Instrumenten Persoonlijke certificaten beheren Persoonlijke certificaten zijn certificaten die aan u zijn uitgevaardigd. Als u certificaten aan uw apparaat wilt toevoegen, selecteert u een certificaatbestand en Opslaan. Als u het geselecteerde certificaat wilt verwijderen, selecteert u Opties > Verwijderen. Als u de betrouwbaarheid van een certificaat wilt controleren, selecteert u achtereenvolgens het certificaat en Gegevens bekijken. Een certificaat heeft een unieke handtekening.
15. Apparaatbeheer Gegevens en software op het apparaat beheren Instellingen voor serverprofielen Selecteer Menu > Connectiviteit > App.beh.. Als u een profiel wilt maken, selecteert u Opties > Nieuw serverprofiel en maakt u een keuze uit de volgende opties: • Servernaam — Voer een naam voor de configuratieserver in. • Server-ID — Voer de unieke ID van de configuratieserver in. Neem contact op met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.
Apparaatbeheer • Config. toestaan — Selecteer Ja als u wilt instellen dat de server een configuratiesessie initieert. • Autom. accepteren — Selecteer Ja als u niet wilt dat de server om bevestiging vraagt wanneer er een configuratiesessie wordt geïnitieerd. Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
Informatie over de batterij Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u een nieuwe batterij aanschaffen.
Informatie over de batterij 4. Controleer of de 20-cijferige code geldig is door de instructies op www.nokia.com/batterycheck te volgen. Als u een tekstbericht wilt maken, toetst u de 20-cijferige code in (bijvoorbeeld 12345678919876543210) en stuurt u het bericht naar +44 7786 200276. Er zijn nationale en internationale operatorkosten van toepassing. U dient een bericht te ontvangen dat aangeeft of de code is geverifieerd.
Verzorging en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
Aanvullende veiligheidsinformatie Gebruiksvoorschriften Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities.
Aanvullende veiligheidsinformatie op dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij benzinestations. Houd u aan de beperkingen voor het gebruik van radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met explosiegevaar worden vaak, maar niet altijd, duidelijk aangegeven.
Index A groepen 30 standaardgegevens toevoegen 30 contactgegevens 31 contactgroepen 30 aanpassen 17 aansluitingen 11 afbeeldingen instellen als achtergrond 67 inzoomen of uitzoomen 67 toevoegen aan contacten 67 afbeeldingsberichten 37 afspelen muziek 70 spraakopnamen 28 video en audio 68 agenda 32 apparaatbeheer 84 apparaat in- en uitschakelen 10 audiobestanden 68 automatisch antwoorden 77 autorisatiecertificaten 82 D dagweergave in agenda 33 de toetsen vergrendelen 11 dictafoon 28 dienstopdrachten 47 d
Index N SIM-kaart 8 toepassingen 81 instant messaging 44 instellingen agenda 32, 33 algemeen 73 berichtencentrales 35 beveiliging 25 Beveiliging voor Java-toepassingen 82 Bluetooth 55 externe configuratie 84 internet 53 multimediaberichten 39 netwerk 77 oproepen 74 profielen 17 scherm 73 serverprofiel 84 SMS-berichten 37 standby 73 teksttelefoon 77 TTY 77 verbinding 74 vertrouwen 83 Web 63 Instellingenwizard 80 instrumenten, map 78 internet 62 instellingen 53 instellingen internetoproepen 74 toegangspunte
Index software installeren 81 verwijderen 81 speciale berichten 47 Spraak 28 spraakgestuurd bellen 27 spraakopdrachten 27 spreadsheets 51 standby instellingen 73 modus 14 surfen in webpagina's 62, 63 Symbian-toepassingen 81 symbolen 12 alarm 12 Bluetooth 12 gemiste oproepen 12 infrarood 12 synchroniseren 60 verbindingsmethoden Bluetooth 55 infrarood 57 kabel 54 modem 58 vergrendelen apparaat 11 videoclips 65, 68 virtual private network visitekaartjes 31 voicemail 21 volume 16, 70 VPN 59 taal 73 takenlijs