Gebruikershandleiding Nokia E5–00 Uitgave 1.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheid Over dit apparaat Netwerkdiensten Over Digital Rights Management (DRM) Verwijderen van de batterij 6 7 8 8 10 Basistoepassing Startscherm Sneltoetsen Tekst invoeren Contacten Agenda Klok Multitasking Zaklantaarn 23 23 24 25 27 30 33 34 35 35 35 36 37 51 Aan de slag Toetsen en onderdelen De SIM-kaart en de batterij plaatsen De geheugenkaart plaatsen De geheugenkaart verwijderen Polsband De batterij opladen Het toetsenbord vergrendelen of de vergrendeling opheff
Inhoudsopgave Berichtenmappen Berichten indelen E-mail Nokia Messaging Berichtenlezer Spraak Tekst- en multimediaberichten Speciale berichttypen Infodienst Berichtinstellingen Over Chat Office Communicator instellen 52 52 53 58 58 59 59 65 66 67 70 71 Connectiviteit Gegevensverbindingen en toegangspunten Netwerkinstellingen Draadloos LAN Actieve gegevensverbindingen Synchronisatie Bluetooth-verbinding Gegevenskabel Pc-verbindingen Informatie over het eigen netwerk 71 Internet Webpagina's weergeven Werkb
Inhoudsopgave Kaarten Overzicht van Kaarten Uw locatie en de kaart weergeven Kaartweergave De weergave van de kaart wijzigen Kaarten downloaden en bijwerken Over positiebepalingsmethoden Een locatie zoeken Locatiedetails weergeven Plaatsen en routes opslaan Plaatsen of routes weergeven en ordenen Plaatsen naar uw vrienden verzenden Locatie delen Uw favorieten synchroniseren Spraakaanwijzingen activeren Naar uw bestemming rijden Navigatieweergave Verkeers- en veiligheidsinformatie opvragen Navigatiesyste
Inhoudsopgave Mobiel VPN 166 Instellingen Algemene instellingen Telefooninstellingen Verbindingsinstellingen Toepassingsinstellingen 168 169 174 176 189 Sneltoetsen Algemene sneltoetsen 189 189 Woordenlijst 192 Ondersteuning 197 Hulp zoeken Ondersteuning Apparaatsoftware bijwerken Help van het apparaat Haal meer uit uw apparaat Instellingen Levensduur van de batterij verlengen Geheugen vrijmaken 202 202 202 204 204 205 Groene tips Energie besparen Recyclen 208 208 208 205 207 © 2010 Nokia.
Veiligheid Veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
Veiligheid WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. Over dit apparaat Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het UMTS 900-, 1900- en 2100 MHz-netwerken en GSM 850-, 900-, 1800- en 1900 MHznetwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Veiligheid belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen. Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan. De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat. Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding.
Veiligheid Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat u afbeeldingen, muziek en andere inhoud kunt kopiëren, wijzigen of overdragen. De eigenaren van inhoud kunnen verschillende technologieën voor het Digital Rights Management (DRM) gebruiken voor de bescherming van hun intellectuele eigendom, inclusief auteursrechten. Op dit apparaat worden diverse soorten DRM-software gebruikt om inhoud met DRMbeveiliging te openen. Met dit apparaat kunt u inhoud openen die wordt beschermd met WMDRM 10 en OMA DRM 2.0.
Veiligheid mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw apparaat nogmaals te gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Sommige licenties zijn mogelijk gekoppeld aan een specifieke SIM-kaart. In dat geval kunt u alleen toegang tot de beschermde inhoud krijgen als die SIM-kaart in het apparaat is geplaatst. Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal.
Aan de slag Aan de slag Hier leest u hoe u aan de slag kunt met uw apparaat. Toetsen en onderdelen 1 2 3 4 5 6 7 Oordop Scherm Linker- en rechterselectietoets Home-toets Beltoets Navi™-toets (bladertoets). Wordt ook gebruikt om in of uit te zoomen en om foto's te maken als de camera wordt gebruikt. Microfoon © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 Lichtsensor SMS-toets Aan/uit-toets Toetsenbord Zaklantaarntoets.
Aan de slag 20 Luidspreker 21 Polsbandopening 1 2 3 4 5 6 Functietoets Shift-toets. Sym-toets Backspace-toets Enter-toets Ctrl-toets (dempen) Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Aan de slag 2 Verwijder de batterij (indien geplaatst). 5 3 13 Plaats de cover weer op het apparaat. Verschuif de SIM-kaarthouder om deze te ontgrendelen en draai deze open. Plaats de SIM-kaart met het contactoppervlak naar beneden gericht en draai de houder dicht. Verschuif en vergrendel de kaarthouder. De geheugenkaart plaatsen Het is mogelijk dat er al een geheugenkaart in het apparaat is geplaatst.
Aan de slag De geheugenkaart verwijderen 1 Het apparaat uitschakelen. 2 Verwijder de achtercover en de batterij. 3 Open de geheugenkaarthouder en verwijder de geheugenkaart. Sluit de geheugenkaarthouder. 4 Plaats de batterij en achtercover terug. 3 4 5 Plaats de geheugenkaart, met de contactpunten omlaag. Draai de kaarthouder weer op zijn plaats. Verschuif en vergrendel de kaarthouder. Plaats de batterij en achtercover terug.
Aan de slag 2 3 Sluit de stekker van de lader aan op het apparaat. Als u een USB-lader gebruikt, sluit u de stekker van de lader aan op de USB-connector. Wanneer wordt aangegeven dat de batterij volledig is opgeladen, ontkoppelt u de oplader van het apparaat en haalt u deze uit het stopcontact. U hoeft de batterij niet gedurende een bepaalde periode op te laden en u kunt het apparaat gebruiken terwijl het wordt opgeladen.
Aan de slag Instellen dat het toetsenbord na een bepaalde tijd automatisch wordt vergrendeld Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIMkaart > Per. autom. blokk. ttsnb. > Door gebr. gedef. en selecteer de gewenste duur. De vergrendeling van het toetsenbord opheffen Selecteer Blok. oph. > OK. Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Aan de slag 17 De vooraf ingestelde blokkeringscode is 12345. Als u de code bent vergeten en het apparaat is geblokkeerd, kunnen er extra servicekosten in rekening worden gebracht. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-locatie of de leverancier van uw apparaat. Als u het apparaat wilt uitschakelen, drukt u kort op de aan/uit-toets en selecteert u Uitschakelen!. Antennelocaties Het apparaat kan interne en externe antennes hebben.
Aan de slag Inhoud van uw oude apparaat kopiëren Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals telefoonnummers, adressen, agenda-items en afbeeldingen van uw vorige compatibele Nokia-apparaat naar uw nieuwe apparaat kopiëren. 2 3 De eerste keer inhoud kopiëren 1 Als u voor het eerst gegevens uit het andere apparaat naar dit apparaat wilt overbrengen, selecteert u Menu > Bed. paneel > Overdracht.
Aan de slag overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens. Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt af van het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt overbrengen. Als het apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens tussen de apparaten ook synchroniseren. Er wordt een bericht weergegeven als het andere apparaat niet compatibel is. Inhoud synchroniseren, ophalen of verzenden Selecteer Menu > Bed. paneel > Overdracht.
Aan de slag Een overdracht herhalen met een snelkoppeling Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling met de instellingen voor de overdracht in de hoofdweergave opslaan om dezelfde overdracht later te herhalen. Als u de snelkoppeling wilt bewerken, selecteert u Opties > Snelkoppellingsinstllngn. U kunt bijvoorbeeld de snelkoppeling een naam geven of deze naam wijzigen. Na elke overdracht wordt een overdrachtslogbestand weergegeven.
Aan de slag wordt bepaald de instellingen die zijn geselecteerd. Om Ovi Suite te kunnen gebruiken, hebt u een pc nodig met Microsoft XP (SP2 of later) of Windows Vista (SP1 of later). De pc moet tevens compatibel zijn met een USB-kabel of Bluetooth-verbinding. Ovi Suite is niet compatibel met Apple Macintosh-computers. Raadpleeg de ingebouwde Help of ga naar www.nokia.com/support voor meer informatie over Ovi Suite. Nokia Ovi Suite installeren 1 Controleer of de geheugenkaart in uw Nokia E5-00 is geplaatst.
Toegangscodes Welke diensten beschikbaar zijn hangt ook af van het land of de regio en bovendien worden niet alle talen ondersteund. Om de Ovi-diensten van Nokia te kunnen gebruiken, gaat u naar www.ovi.com en registreert u uw eigen Nokia-account. Ga naar het ondersteuningsgedeelte op www.ovi.com voor meer informatie. Over Ovi Store In Ovi Store kunt u mobiele spelletjes, toepassingen, video's, afbeeldingen, thema's en beltonen downloaden naar het apparaat.
Basistoepassing code maken en wijzigen en het apparaat zo instellen dat om de code wordt gevraagd. Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij het apparaat). Als u de code bent vergeten en het apparaat is geblokkeerd, is extra service nodig. Mogelijk worden extra kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens van het apparaat verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-centrum of de leverancier van het apparaat.
Basistoepassing Contactenbalk Selecteer het pictogram Toevoegen en een contact uit de lijst als u een contact aan het startscherm wilt toevoegen. Als u een nieuw contact wilt maken, selecteert u Opties > Nieuw contact, voert u de gegevens in en selecteert u Gereed. U kunt ook een afbeelding toevoegen aan de contactinformatie. 1 2 3 Contactenbalk Plug-ins bij toepassingen Snelkoppelingen naar toepassingen Selecteer Menu > Bed.
Basistoepassing Home-toets Als u naar het startscherm wilt, drukt u kort op de home-toets. Druk nogmaals kort op de home-toets om het menu te openen. Als u een lijst van actieve toepassingen wilt zien, drukt u een aantal seconden op de home-toets. Als de lijst is geopend, drukt u kort op de home-toets om door de lijst te navigeren. Als u de geselecteerde toepassing wilt openen, drukt u een aantal seconden op de home-toets, of u drukt op de navigatietoets.
Basistoepassing Van hoofdletters naar kleine letters omschakelen en omgekeerd Als u wilt schakelen tussen de modus voor hoofdletters en de modus voor kleine letters, drukt u tweemaal op de shift-toets. Als u één hoofdletter in een kleine letter wilt wijzigen of andersom, drukt u eenmaal op de shift-toets en typt u vervolgens de gewenste letter.
Basistoepassing 3 Ga naar de plek waar u de tekst wilt plakken en druk op ctrl + V. De schrijftaal wijzigen of tekstinvoer met tekstvoorspelling activeren Selecteer Opties > Invoeropties. Tekstvoorspelling Als u tekstinvoer met tekstvoorspelling wilt activeren, selecteert u Opties > Invoeropties > Voorspell. wordt inschakelen. De indicator weergegeven. Wanneer u een woord begint te schrijven, worden er automatisch mogelijke woorden voorgesteld.
Basistoepassing Het synchroniseren van uw contacten en het ophalen van statusupdates zijn netwerkdiensten. Mogelijk worden kosten voor roaming en gegevensoverdracht in rekening gebracht. Als de dienst voor sociale netwerken niet beschikbaar is of niet goed functioneert, kunt u de statusupdates niet synchroniseren of ophalen. Kopiëren annuleren Selecteer Annuleren. U wordt gevraagd of u de contacten van de SIM-kaart in de lijst met contacten wilt weergeven. Selecteer OK om de contacten weer te geven.
Basistoepassing 29 Een contact kopiëren Ga naar een contact, selecteer Opties > Kopiëren en de gewenste locatie. Namen en nummers opslaan en bewerken Selecteer Menu > Contacten. Een contact naar een ander apparaat verzenden Selecteer het contact en Opties > Details bekijken > Opties > Visitekaartje verz.. Een nieuw contact aan de lijst met contacten toevoegen 1 Selecteer Opties > Nieuw contact. 2 Vul de betreffende velden in en selecteer Gereed.
Basistoepassing Als u een beltoon voor een contact of contactgroep wilt definiëren, selecteert u het contact of de contactgroep en Opties > Details bekijken > Opties > Beltoon. Selecteer vervolgens een beltoon. Als u de oproeptekst voor een contact wilt definiëren, selecteert u het contact en Opties > Details bekijken > Opties > Tekst voor oproep tvgn. Voer de oproeptekst in en selecteer OK.
Basistoepassing U kunt de volgende typen agenda-items maken: • • • • • Afspraken herinneren u aan gebeurtenissen die plaatsvinden op een specifieke datum en tijd. Vergaderverzoeken zijn uitnodigingen die u kunt verzenden naar de deelnemers. Voordat u vergaderverzoeken kunt maken, moet u eerst een compatibele mailbox op het apparaat hebben ingesteld. Memo's zijn gerelateerd aan een hele dag, maar niet aan een specifiek tijdstip op de dag.
Basistoepassing mailbox op het apparaat hebben ingesteld. U maakt als volgt een afspraak: 1 2 3 4 5 6 7 8 Selecteer een dag en Opties > Nieuw item > Vergaderverzoek om een afspraak voor een vergadering te maken. Voer de namen van de beoogde deelnemers in. Om de namen uit de lijst met contacten toe te voegen, voert u de eerste letters van de namen in en selecteert u uit de voorgestelde namen die overeenkomen. Als u optionele deelnemers wilt toevoegen, selecteert u Opties > Optionele deelnrs toev..
Basistoepassing • In de agendaweergave staat een lijst met alle gebeurtenissen op de geselecteerde dag. Als u een andere weergave wilt, selecteert u Opties > Weergave wijzigen en kiest u de gewenste weergave. Tip: Als u de weekweergave wilt openen, selecteert u het weeknummer. Als u de volgende of vorige dag wilt weergeven in de maand-, week-, dag- of agendaweergave, selecteert u de gewenste dag. Als u de standaardweergave wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen > Standaardweergave.
Basistoepassing automatisch de datum-, tijd- en tijdzonegegevens op het apparaat te laten bijwerken (netwerkdienst). Wereldklok Selecteer Menu > Toepassngn > Klok. Open het tabblad Wereldklok om de tijd op de verschillende locaties weer te geven. Selecteer Opties > Locatie toevoegen als u locaties aan de lijst wilt toevoegen. U kunt maximaal 15 locaties toevoegen aan de lijst.
Oproepen tot stand brengen Voorbeeld: Als u tijdens een actieve oproep uw agenda wilt controleren, drukt u op de home-toets om naar het menu te gaan en opent u de toepassing Agenda. De oproep blijft op de achtergrond actief. Voorbeeld: Als u een bericht invoert en naar een website wilt gaan, drukt u de home-toets in om naar het menu te gaan en opent u een webbrowser. Selecteer een bookmark of voer het internetadres handmatig in, en selecteer Ga naar.
Oproepen tot stand brengen nummer in de lijst en drukt u op de beltoets. Tijdens een oproep De microfoon dempen of de demping opheffen Selecteer Opties > Dempen of Dempen opheffen. Een actieve oproep in de wachtstand zetten Selecteer Opties > Standby. De luidspreker activeren Selecteer Opties > Luidspreker inschakelen. Als u een compatibele headset met Bluetooth-verbinding hebt aangesloten, selecteert u Opties > Handsfree insch. om het geluid naar de headset te voeren.
Oproepen tot stand brengen 37 Alle oproepen beëindigen Selecteer Opties > Alle oproep. beëindigen. Als u het mailboxnummer wilt wijzigen, selecteert u de mailbox en kiest u Opties > Nummer wijzigen. Veel van de opties die beschikbaar zijn tijdens een spraakoproep, zijn netwerkdiensten. Een oproep beantwoorden of weigeren Voicemail Selecteer Menu > Bed. paneel > Opr.mailbox.
Oproepen tot stand brengen Conferentiegesprekken tussen maximaal zes deelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund. Als u weigeren van oproepen met een tekstbericht wilt activeren of deactiveren, selecteert u Menu > Bed. paneel > Instellingen en Telefoon > Oproep > Oproep weig. met bericht. Als u de inhoud van het bericht dat naar de beller wordt gestuurd, wilt wijzigen, selecteert u Berichttekst. Selecteer Opties > Conferentie > Privé als u een privé-gesprek wilt voeren met een van de deelnemers.
Oproepen tot stand brengen Bellen met snelkeuze Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Telefoon > Oproep > Snelkeuze om de functie te activeren. 1 2 Selecteer Menu > Bed. paneel > Snelkeuze als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan een van de cijfertoetsen (2-9). Ga naar de toets waaraan u het telefoonnummer wilt toewijzen en selecteer Opties > Toewijzen. 1 is gereserveerd voor de voicemailbox.
Oproepen tot stand brengen U kunt inkomende oproepen doorschakelen naar uw voicemailbox of naar een ander telefoonnummer. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Selecteer het type oproepen dat u wilt doorschakelen en maak een keuze uit de volgende opties: Alle spraakoproepen, Alle gegevensen video-oproepen, of Alle faxoproepen — Alle inkomende spraak-, data-, video- en faxoproepen doorschakelen. U kunt deze oproepen niet beantwoorden, alleen doorschakelen naar een ander nummer.
Oproepen tot stand brengen Oproepen blokkeren Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Telefoon > Oproepen blokk.. U kunt oproepen die met het apparaat worden gemaakt of ontvangen blokkeren (netwerkdienst). U hebt het blokkeringswachtwoord van uw serviceprovider nodig om deze instellingen te wijzigen. Het blokkeren van oproepen is van toepassing op alle typen oproepen.
Oproepen tot stand brengen nemen. Het apparaat maakt een spraaklabel voor de contactgegevens en vergelijkt de ingesproken spraaklabel daarmee. De spraakherkenning in het apparaat past zich aan de stem van de hoofdgebruiker aan, zodat de spraakopdrachten beter worden herkend. Het spraaklabel voor een contactpersoon is de naam die voor het contact wordt opgeslagen.
Oproepen tot stand brengen het apparaat het eerst beschikbare nummer op een contactkaart. U kunt de naam en het type telefoonnummer (bijvoorbeeld mobiel of thuis) ook uitspreken. Een video-oproep plaatsen Wanneer u een video-oproep doet (netwerkdienst), ziet u een video in real-time van uzelf en de ontvanger van de oproep. De ontvanger van de videooproep krijgt het live-videobeeld of het videobeeld dat door de camera in uw apparaat wordt vastgelegd, te zien.
3 Oproepen tot stand brengen De video-oproep is actief wanneer u twee video-afbeeldingen ziet en het geluid hoort via de luidspreker. De ontvanger van de oproep kan de verzending van video ( ) weigeren. In dat geval hoort u alleen geluid en wordt er mogelijk een foto of een grijze achtergrondafbeelding weergegeven. Druk op de end-toets als u het videogesprek wilt beëindigen.
Oproepen tot stand brengen Druk op de beltoets als u de videooproep wilt beantwoorden. Verzenden videobericht naar beller toestaan? wordt weergegeven. Selecteer Ja als u wilt beginnen met het verzenden van live videobeelden. Als u de video-oproep niet activeert, hoort u alleen maar het geluid van de beller. In plaats van een videobeeld wordt een grijs scherm weergegeven. Als u in plaats van het grijze scherm een foto wilt weergeven die u met de camera van het apparaat hebt gemaakt, selecteert u Menu > Bed.
• • Oproepen tot stand brengen Zorg ervoor dat u een actieve 3Gverbinding hebt en dat u zich binnen het dekkingsgebied van het 3G-netwerk bevindt. Als u tijdens het delen van video het dekkingsgebied van het 3Gnetwerk verlaat, wordt het delen van video gestopt, maar blijft de spraakoproep actief. Zorg ervoor dat zowel de afzender als de ontvanger bij het 3G-netwerk zijn geregistreerd.
Oproepen tot stand brengen delen (indien ondersteund door de provider van de netwerkdienst). Uw 3G-verbinding instellen Neem contact op met uw serviceprovider om een overeenkomst op te stellen voor het gebruik van het 3G-netwerk. Controleer of de verbindingsinstellingen voor het 3Gtoegangspunt van het apparaat correct zijn geconfigureerd. Neem voor meer informatie over de instellingen contact op met uw serviceprovider.
3 Oproepen tot stand brengen Hiermee dempt u de microfoon of heft u de demping op. Hiermee schakelt u de luidspreker in en uit. Hiermee onderbreekt of hervat u het delen van video. Hiermee schakelt u over naar de modus Volledig scherm (alleen beschikbaar voor de ontvanger). Selecteer Stoppen om het delen van de video te stoppen. Beëindig de spraakoproep door op de beëindigingstoets te drukken. Wanneer u het gesprek beëindigt, wordt ook het delen van video beëindigd.
Oproepen tot stand brengen uitnodiging hebt geweigerd. U kunt ook op de beëindigingstoets drukken om de uitnodiging te weigeren en de spraakoproep te beëindigen. Als u het geluid van de video op uw apparaat wilt dempen, selecteert u Opties > Dempen. Selecteer Opties > Oorspronkelijk volume om de video af te spelen op het oorspronkelijke volume. Dit is niet van invloed op de audioweergave van de andere deelnemer aan het telefoongesprek. Selecteer Stoppen als u de deelsessie wilt beëindigen.
Oproepen tot stand brengen Instellingen — Selecteer Duur vermelding log en de tijdsduur dat de communicatiegegevens in het logboek worden opgeslagen. Als u Geen logboek selecteert, worden geen gegevens in het logboek opgeslagen. Gespreksduur Selecteer Menu > Logboek. Selecteer Duur oproep om de geschatte duur weer te geven van uw laatste gesprek en van gesprekken die u hebt gestart en ontvangen. Packet-gegevens Selecteer Menu > Logboek.
Berichten die wordt aangeduid met Pack. en selecteert u Opties > Weergeven. Als u een telefoonnummer uit het logboek naar het klembord wilt kopiëren en het bijvoorbeeld in een SMS-bericht wilt plakken, selecteert u Opties > Nummer gebruiken > Kopiëren. webdienstberichten, infodienstberichten en speciale berichten met gegevens ontvangen en dienstopdrachten verzenden.
Berichten u deze instellingen handmatig definiëren of contact opnemen met uw serviceprovider voor het configureren van de instellingen. Berichtenmappen Selecteer Menu > Berichten. Berichten en gegevens die via Bluetooth-verbindingen worden ontvangen, worden opgeslagen in de map Inbox. E-mailberichten worden opgeslagen in de map Mailbox. Berichten die u hebt opgesteld, kunnen worden opgeslagen in de map Concepten.
Berichten bericht, en kiest u Opties > Verplaatsen naar map, de map en OK. Selecteer Opties > Sorteren op als u berichten in een specifieke volgorde wilt sorteren. Selecteer het bericht en kies vervolgens Opties > Berichtgegevens als u de eigenschappen van een bericht wilt weergeven. E-mail E-mailinstellingen definiëren Met de e-mailwizard, kunt u een zakelijke e-mailaccount instellen, zoals Mail for Exchange en uw e-mailaccount voor internet.
3 4 5 6 Berichten selecteert u Opties > Meer > BCCveld weergeven. Voer in het veld Onderwerp het onderwerp van het e-mailbericht in. Schrijf uw bericht in het tekstgebied. Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: Bijlage toevoegen — Hiermee voegt u een bijlage aan het bericht toe. Prioriteit — Hiermee stelt u de prioriteit van het bericht in. Vlag — Hiermee markeert u het bericht voor een vervolgactie. Sjabloon invoegen — Hiermee voegt u tekst vanuit een sjabloon in.
Berichten Als u een ontvangen e-mailbericht wilt lezen, selecteert u de mailbox en kiest u het bericht in de lijst. Als u een antwoord aan de afzender van het bericht wilt sturen, selecteert u Opties > Beantwoorden. Als u een antwoord aan de afzender en aan alle andere geadresseerden wilt sturen, selecteert u Opties > Allen beantwoorden. Als u het bericht wilt doorsturen, selecteert u Opties > Doorsturen. Bijlagen downloaden Selecteer Menu > Berichten en een mailbox.
Berichten Doorsturen — Het vergaderverzoek doorsturen naar een andere geadresseerde. Verw. uit agenda — Een geannuleerde vergadering uit uw agenda verwijderen. E-mailberichten zoeken Selecteer Menu > Berichten en een mailbox. Als u items wilt zoeken in de geadresseerden, de onderwerpen en de tekst van de e-mailberichten in de mailbox, selecteert u Opties > Zoeken. Als u het zoeken wilt beëindigen, selecteert u Opties > Zoeken stoppen.
Berichten Als u de synchronisatie tussen het apparaat en de e-mailserver wilt annuleren en met uw e-mail wilt werken zonder draadloze verbinding, selecteert u Opties > Verbinding verbreken. Als uw mailbox de optie Verbinding verbreken niet heeft, selecteert u Opties > Afsluiten om de verbinding met de mailbox te verbreken. Als u de synchronisatie weer wilt starten, selecteert u Opties > Verbinden. Een afwezigheidsbericht instellen Selecteer Menu > Kantoor > Email.
Berichten Nokia Messaging De dienst Nokia Messaging stuurt automatisch e-mailberichten vanaf uw bestaande e-mailadres naar uw Nokia E5-00. U kunt e-mails lezen, beantwoorden en ordenen terwijl u onderweg bent. De dienst Nokia Messaging biedt ondersteuning voor diverse e-mailproviders via internet die vaak worden gebruikt voor persoonlijke e-mails, zoals de e-maildiensten van Google.
Berichten 59 Druk op de bladertoets als u het voorlezen wilt onderbreken of hervatten. Blader naar rechts om meteen naar het volgende bericht te gaan. Blader naar links als u het huidige bericht of de huidige e-mail opnieuw wilt beluisteren. Blader aan het begin van het bericht naar links om meteen naar het vorige bericht te gaan. Selecteer Stem om de spreekstem in te stellen. De stem hangt af van de geselecteerde taal.
Berichten Een multimediabericht (MMS) kan tekst bevatten en objecten zoals afbeeldingen, geluidclips of videoclips. Voordat u multimediaberichten kunt verzenden of ontvangen op uw apparaat, moet u de instellingen voor multimediaberichten definiëren. Het is mogelijk dat het apparaat de serviceprovider van de SIM-kaart herkent en automatisch de juiste instellingen voor multimediaberichten configureert.
Berichten 3 4 5 Audiobericht als u een multimediabericht met één geluidsclip wilt verzenden. Selecteer E-mail als u een e-mail wilt verzenden. Druk in het veld Aan op de bladertoets als u ontvangers of groepen wilt selecteren uit de lijst met contacten of voer het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger in. U kunt ook het nummer of adres kopiëren en plakken via het Klembord. Voer in het onderwerpveld het onderwerp van het multimedia- of e-mailbericht in.
Berichten De beschikbare opties kunnen verschillen. Opmerking: Als het pictogram of de tekst Bericht verzonden op het beeldscherm van het apparaat verschijnt, betekent dit niet dat het bericht op de bedoelde bestemming is aangekomen. Het apparaat ondersteunt tekstberichten die langer zijn dan de limiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening brengen.
Berichten Berichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of de pc. Tip: Als u multimediaberichten ontvangt met objecten die niet door uw apparaat worden ondersteund, kunt u deze niet openen. Probeer deze objecten naar een ander apparaat te versturen, bijvoorbeeld een computer, en open ze daar. 1 2 3 Als u een multimediabericht wilt beantwoorden, opent u het bericht en selecteert u Opties > Beantwoorden.
4 5 6 Berichten u in de presentatie kunt opnemen en waar deze worden weergegeven. Bovendien bevat een sjabloon de overgangseffecten tussen afbeeldingen en dia's. Blader naar het tekstgebied en voer de tekst in. Als u afbeeldingen, geluid, videoclips of notities wilt invoegen in uw presentatie, gaat u naar het desbetreffende objectgebied en selecteert u Opties > Inhoud invoegen. Als u dia's wilt toevoegen, selecteert u Opties > Inhoud invoegen > Nieuwe dia.
Berichten bijvoorbeeld gebruiken om te bellen, berichten te verzenden of bookmarks te maken. Multimediabijlagen weergeven en opslaan Als u multimediaberichten als complete presentaties wilt weergeven, opent u het bericht en selecteert u Opties > Presentatie afspelen. Tip: Als u een multimedia-object in een multimediabericht wilt weergeven of afspelen, selecteert u Afbeelding bekijken, Geluidsclip afspelen of Videoclip afspelen.
Berichten alvorens het te downloaden, selecteert u Opties > Berichtgegevens. Dienstopdrachten verzenden U kunt een bericht met een aanvraag voor een dienst (ook wel een USSDopdracht genoemd) naar uw serviceprovider verzenden en daarmee activatie van bepaalde netwerkdiensten aanvragen. Neem contact op met uw serviceprovider voor de vereiste dienstaanvraagtekst. Als u een dienstaanvraagbericht wilt verzenden, selecteert u Opties > Dienstopdrachten.
Berichten een onderwerp en kies vervolgens Opties > Direct melden. Als u onderwerpen wilt toevoegen, bewerken of verwijderen, selecteert u Opties > Item. Berichtinstellingen Selecteer Menu > Berichten en Opties > Instellingen. Open het betreffende berichttype en definieer alle velden die zijn gemarkeerd met Te definiëren of met een rood sterretje.
Berichten bijvoorbeeld fax of e-mail. Wijzig deze optie alleen als u zeker weet dat de berichtencentrale SMS-berichten kan converteren naar deze andere indelingen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Voorkeursverbinding — Selecteer de verbindingsmethode die uw voorkeur heeft bij het verzenden van tekstberichten vanaf uw apparaat. Antw. via zelfde centrale — Selecteer of het antwoordbericht moet worden verzonden via hetzelfde berichtencentralenummer (netwerkdienst).
Berichten multimediaberichten op te halen uit de berichtencentrale of Uit om het ontvangen van alle multimediaberichten te voorkomen. Automatisch ophalen wordt mogelijk niet in alle regio´s ondersteund. Anon. berichten toestaan — Berichten ontvangen van onbekende afzenders. Advertenties ontvangen — Berichten ontvangen die als advertenties zijn gedefinieerd. Rapporten ontvangen — Verzoek om aflevering en rapporten lezen van verzonden berichten (netwerkservice).
Berichten automatisch kunnen worden gedownload. Infodienstinstellingen Selecteer Menu > Berichten en Opties > Instellingen > Infodienst. Als u infodienstberichten wilt ontvangen, selecteert u Ontvangst > Aan. Als u wilt aangeven in welke talen u infodienstberichten wilt ontvangen, selecteert u Taal. Als u nieuwe onderwerpen wilt weergeven in de lijst van infodienstberichtonderwerpen, selecteert u Itemherkenning > Aan. Overige instellingen Selecteer Menu > Berichten en Opties > Instellingen > Overige.
Connectiviteit Aan het gebruik van netwerkdiensten en het downloaden van materiaal naar uw apparaat kunnen kosten voor gegevensverkeer verbonden zijn. Office Communicator instellen Met de toepassing Office Communicator kunt u met uw collega's communiceren en zien of zij beschikbaar zijn. 1 2 Selecteer Menu > Kantoor > Communicator. Hier kunt u de instellingen definiëren. Sommige diensten zijn mogelijk niet in alle landen beschikbaar en zijn mogelijk uitsluitend beschikbaar in bepaalde talen.
Connectiviteit verschillende soorten toegangspunten definiëren, zoals: • • MMS-toegangspunten, voor het verzenden en ontvangen van multimediaberichten; Internettoegangspunten, voor het verzenden en ontvangen van e-mail en om verbinding te maken met internet. Vraag uw serviceprovider welk type toegangspunt u nodig hebt voor de dienst die u wilt gebruiken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de beschikbaarheid van en abonnementen op diensten voor packetgegevensverbindingen.
Connectiviteit Weergave info dienst — Stel het apparaat zodanig in dat wordt aangegeven wanneer het apparaat gebruik maakt van een mobiel netwerk op basis van de MCN-technologie (Micro Cellular Network) en om de ontvangst van relevante informatie te activeren. Draadloos LAN Uw apparaat kan draadloze LAN's (WLAN) opsporen en er verbinding mee maken. Met een WLAN kunt u verbinding maken met internet en compatibele apparaten die WLAN ondersteunen.
Connectiviteit U kunt een WLAN gebruiken tijdens een gesprek of wanneer pakketgegevens actief zijn. U kunt met maximaal één WLAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding hebben, maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfde internettoegangspunt gebruiken. Als het offline profiel is ingesteld voor het apparaat, kunt nog steeds een WLAN gebruiken (indien beschikbaar). Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een WLANverbinding tot stand brengt en gebruikt.
Connectiviteit geselecteerde netwerken niet weergegeven. Details — Hiermee kunt u de details bekijken van een netwerk dat in de lijst wordt weergegeven. Als u een actieve verbinding selecteert, worden de verbindingsgegevens weergegeven. Bedieningsmodi Een WLAN heeft twee bedieningsmodi: infrastructuur en adhoc.
Connectiviteit Als u het unieke MAC-adres (Media Access Control) voor het apparaat wilt controleren, typt u *#62209526# in het startscherm. Het MAC-adres verschijnt dan in beeld. Actieve gegevensverbindingen Selecteer Menu > Bed. paneel > Connect. > Verb.beheer. Selecteer Act. gegevensverbindingen.
Connectiviteit eerder gebruikt sychronisatieprofiel weergegeven. Inhoudstypen opnemen of uitsluiten Selecteer een inhoudstype. Gegevens synchroniseren Selecteer Opties > Synchroniseren. Een nieuw synchronisatieprofiel maken Selecteer Opties > Nieuw synchron.profiel. Synchronisatieprofielen beheren Selecteer Opties en de gewenste optie.
Connectiviteit Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af. Als het apparaat is geblokkeerd, zijn er alleen verbindingen met geautoriseerde apparaten mogelijk. Bluetooth-instellingen Selecteer Menu > Bed. paneel en Connectiviteit > Bluetooth. Maak een keuze uit de volgende opties: Bluetooth — Activeer Bluetoothverbindingen. Waarneemb.
Connectiviteit Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit Er kunnen verschillende Bluetoothverbindingen tegelijk actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden bent met een compatibele hoofdtelefoon, kunt u tegelijkertijd ook bestanden uitwisselen met een ander compatibel apparaat. 1 2 Open de toepassing waar het item dat u wilt verzenden, is opgeslagen. Blader naar een item en selecteer Opties > Verzenden > Via Bluetooth.
Connectiviteit gebruiken. Bij apparaten zonder gebruikersinterface wordt het wachtwoord gebruikt dat in de fabriek is ingesteld. Het wachtwoord is voor eenmalig gebruik. 1 2 3 Selecteer Opties > Nw gekoppeld apparaat als u het apparaat wilt koppelen aan een ander apparaat. Apparaten die zich binnen het bereik bevinden, worden weergegeven. Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord in. Op het andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord worden ingevoerd.
Connectiviteit 81 weergegeven en wordt het item in de map Inbox van Berichten geplaatst. Berichten die zijn ontvangen via een Bluetooth-verbinding, worden aangeduid met . Blokkering van een apparaat opheffen Ga op het tabblad Geblokkrde. apparaten naar een apparaat en selecteer Opties > Verwijderen. Tip: Als er wordt gemeld dat het geheugen vol is wanneer u probeert gegevens te ontvangen via een Bluetooth-verbinding, moet u de geheugenkaart instellen als het geheugen waar de gegevens worden opgeslagen.
Connectiviteit schakelt u het gebruik van de externe SIM-modus in. Activeer de externe SIM-modus vanaf het andere apparaat. Wanneer de externe SIM-modus is ingeschakeld op het apparaat, wordt Externe SIM-modus weergegeven in de stand-by modus. De verbinding met het draadloze netwerk wordt uitgeschakeld, zoals wordt aangegeven in de aanduiding voor de met signaalsterkte, en u kunt geen SIMkaartdiensten of -functies gebruiken die een mobiel netwerk vereisen.
Connectiviteit 83 Als u Nokia Ovi Suite voor uw apparaat wilt gebruiken, installeert u Nokia Ovi Suite op uw pc, sluit u de gegevenskabel aan en selecteert u PC Suite als de USBverbindingsmodus. toepassingen voor pc-verbindingen en gegevenscommunicatie. Zo kunt u met Nokia Ovi Suite bestanden en afbeeldingen van uw apparaat naar een compatibele computer overbrengen.
Internet Het apparaat is compatibel met UPnP (Universal Plug and Play) en gecertificeerd door de Digital Living Network Alliance. U kunt een thuisnetwerk maken met een apparaat met draadloos LAN (WLAN) toegangspunt of router. U kunt compatibele en voor WLAN geschikte UPnP-apparaten met DLNA-certificering op het netwerk aansluiten. In het thuisnetwerk worden de beveiligingsinstellingen van de draadloze netwerkverbinding (WLAN) gebruikt.
Internet Selecteer Menu > Internet > Web. Sneltoets: U kunt de browser openen door 0 (nul) ingedrukt te houden op het startscherm. Ga naar een webpagina Selecteer in de bookmarksweergave een bookmark of begint u met het invoeren van een webadres (het veld wordt automatisch geopend) en selecteer Ga naar. Sommige webpagina's kunnen materiaal bevatten, bijvoorbeeld videoclips, die alleen kunnen worden bekeken als uw apparaat over veel geheugen beschikt.
Internet Tip: Als u de browser naar de achtergrond wilt verzenden zonder de toepassing te verlaten of de verbinding te verbreken, drukt u eenmaal op de end-toets. Werkbalk in de browser Met de werkbalk in de browser kunt u veelgebruikte browserfuncties selecteren. De werkbalk openen Houd de bladertoets ingedrukt op een blanco gedeelte van een webpagina. Verplaatsen binnen de werkbalk Druk de bladertoets naar links of rechts.
Internet 87 Over de miniweergave schuiven Druk de bladertoets naar links of naar rechts, omhoog of omlaag. Als u de gewenste plaats hebt bereikt, stopt u met bladeren. U komt dan terug in de normale weergave, op de geselecteerde plaats. bijvoorbeeld de meest recente nieuwskoppen of weblogs te delen. Webfeeds zijn te vinden op web-, blogen wikipagina's. Met paginaoverzicht informatie vinden op een webpagina 1 Druk op 8. Er wordt een miniatuurafbeelding van de huidige webpagina geopend.
Internet Selecteer Menu > Internet > Web. Naar tekst op de huidige webpagina zoeken Selecteer Opties > Trefwoord zoeken. Blader omhoog of omlaag om het vorige of volgende resultaat weer te geven. Tip: Als u op de huidige webpagina tekst wilt zoeken, drukt u op 2. Bookmarks U kunt uw favoriete webpagina's opslaan in Bookmarks, zodat u er direct toegang tot hebt. Selecteer Menu > Internet > Web.
Internet toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen. De verbinding verbreken Als u de verbinding wilt beëindigen en de browser wilt sluiten, selecteert u Opties > Afsluiten. Als u de gegevens wilt verwijderen die door de netwerkserver worden verzameld over de door u bezochte webpagina's, selecteert u Opties > Privacyggvns wissen > Cookies.
Internet eigenaar van het certificaat kan worden vertrouwd en of het certificaat werkelijk van de opgegeven eigenaar afkomstig is. Webinstellingen Selecteer Menu > Internet > Web en Opties > Instellingen en maak een keuze uit de volgende opties: Algemene instellingen Toegangspunt — Hiermee wijzigt u het standaard toegangspunt. Mogelijk zijn sommige of alle toegangspunten door uw serviceprovider vooraf ingesteld voor uw apparaat. Deze kunt u mogelijk niet wijzigen, aanmaken, bewerken of verwijderen.
Nokia-kantoortoepassingen Pop-ups blokkeren — Hiermee staat u het automatisch openen van verschillende pop-ups tijdens het browsen toe of blokkeert u deze functie. Automat. opnieuw laden — Hiermee selecteert u of webpagina's automatisch moeten worden vernieuwd tijdens het browsen. Lettergrootte — De tekengrootte voor webpagina's definiëren. Privacy-instellingen Onlangs bezochte pags. — Hiermee schakelt u het verzamelen van automatische bookmarks in of uit.
Nokia-kantoortoepassingen boodschappenlijstjes. U kunt afbeeldingen, video's en geluid invoegen in de notities. U kunt notities koppelen aan andere toepassingen, zoals Contacten, en notities naar anderen verzenden. Notitie kopp. aan opr. — Selecteer Contacten toevoegen om een notitie aan een contact te koppelen. De notitie wordt weergegeven wanneer u een oproep plaatst of een oproep ontvangt van het contact. Notities maken en bewerken Selecteer Menu > Kantoor > Act. notities.
Nokia-kantoortoepassingen 93 koppelingen tussen notities en contactkaarten te verwijderen. selecteert u Opties > Laatste resultaat. Rekenmachine Selecteer Menu > Kantoor > Rekenmach.. Als u de uitkomst van een berekening wilt opslaan, selecteert u Opties > Geheugen > Opslaan. Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen.
Nokia-kantoortoepassingen Bestanden zoeken en organiseren Selecteer Menu > Kantoor > Best.beheer. Selecteer Opties > Zoeken om naar een bestand te zoeken. Selecteer waar u wilt zoeken en voer een zoekterm in die gelijk is aan de bestandsnaam. Selecteer Opties > Indelen om bestanden en mappen te verplaatsen of nieuwe mappen te maken. De geheugenkaart bewerken U kunt een geheugenkaart formatteren om alle gegevens te verwijderen, of u kunt de gegevens op de geheugenkaart met een wachtwoord beveiligen.
Nokia-kantoortoepassingen weergeven van Microsoft Excelwerkbladen, Quickpoint voor Microsoft PowerPoint-presentaties en Quickmanager voor inkoopsoftware. U kunt documenten in Microsoft Office 2000, XP, 2003 en 2007 (bestandsindelingen DOC, XLS en PPT) weergeven met Quickoffice. Als u over de editorversie van Quickoffice beschikt, kunt u ook bestanden bewerken. Niet alle bestandsindelingen en functies worden ondersteund. Omrekenen Selecteer Menu > Kantoor > Omrekenen.
1 2 3 4 Nokia-kantoortoepassingen Als u de wisselkoers voor de valutaeenheid wilt instellen, gaat u naar het typeveld en selecteert u Opties > Wisselkoersen. Ga naar het valutatype en voer de wisselkoers in die u wilt instellen voor één valuta-eenheid. Als u de basisvaluta wilt wijzigen, gaat u naar de valuta en selecteert u Opties > Basisvaluta. Selecteer Ja > Gereed om de wijzigingen op te slaan. Wanneer u alle benodigde wisselkoersen hebt ingesteld, kunt u valuta converteren.
Nokia-kantoortoepassingen 97 Selecteer Opties > Afdrukopties en kies een van de volgende opties: Afdrukken — Een document afdrukken. Als u wilt afdrukken naar een bestand, selecteert u Afdrukken naar bestand en definieert u de locatie voor het bestand. Pagina-instelling — U kunt het papierformaat en de afdrukstand wijzigen, de marges definiëren en en kop- of voettekst invoegen. De kop- en voettekst mogen maximaal 128 tekens lang zijn.
Nokia-kantoortoepassingen Host — Definieer de host. Gebruiker — Voer de gebruiker in. Wachtrij — Voer de wachtrij in. Afdrukstand — Selecteer de afdrukstand. Papierformaat — Selecteer het papierformaat. Mediatype — Selecteer het mediatype. Kleur — Selecteer de kleurmodus. Printermodel — Selecteer het printermodel. De beschikbare opties kunnen verschillen. Afbeelding afdrukken U kunt afbeeldingen op het apparaat afdrukken met een printer die compatibel is met PictBridge.
Nokia-kantoortoepassingen Indeling — De lay-out voor de afbeeldingen selecteren. Papierformaat — Het papierformaat selecteren. Afdrukkwaliteit — De afdrukkwaliteit selecteren. Woordenboek Hiermee kunt u woorden van de ene in de andere taal vertalen. Niet alle talen worden ondersteund. Een te vertalen woord opzoeken 1 Selecteer Menu > Kantoor > Woordenbk. 2 Voer tekst in het zoekveld in. Terwijl u tekst invoert worden voorstellen gedaan voor te vertalen woorden. 3 Selecteer het woord in de lijst.
Positiebepaling (GPS) Als u een notitie wilt synchroniseren of synchronisatie-instellingen wilt definiëren voor een notitie, selecteert u Opties > Synchronisatie. Selecteer Starten om de synchronisatie te initialiseren of Instellingen om de synchronisatie-instellingen voor de notitie te definiëren. Positiebepaling (GPS) Met toepassingen zoals GPS-gegevens kunt u uw positie bepalen of afstanden berekenen. Voor deze toepassingen is een GPS-verbinding vereist.
Positiebepaling (GPS) 101 beschikbaarheid van de coördinaten kan per regio verschillen. A-GPS (Assisted GPS) Uw apparaat ondersteunt ook A-GPS (Assisted GPS). Voor A-GPS is netwerkondersteuning vereist. Assisted-GPS (A-GPS) wordt gebruikt voor het verkrijgen van aanvullende gegevens via een pakketgegevensverbinding, zodat u gemakkelijker de coördinaten van uw huidige locatie kunt berekenen wanneer het apparaat signalen ontvangt van satellieten.
Positiebepaling (GPS) • • • Het kan enkele seconden tot enkele minuten duren voordat een GPSverbinding tot stand is gebracht. In een voertuig duurt dit mogelijk langer. De GPS-ontvanger kost batterijvermogen. Als u de GPSontvanger gebruikt, is de batterij mogelijk sneller leeg. Tips voor het maken van een GPSverbinding Houd rekening met het volgende als het apparaat geen satellietsignaal kan detecteren: • • Als u binnen bent, ga dan naar buiten om een beter signaal te ontvangen.
Positiebepaling (GPS) 103 hoe sterker het satellietsignaal is. Als uw apparaat voldoende gegevens heeft ontvangen van het satellietsignaal om de coördinaten van uw locatie te berekenen, verandert de kleur van de balk. In eerste instantie moet het apparaat signalen van minstens vier satellieten ontvangen om de coördinaten van uw locatie te kunnen berekenen. Nadat de eerste berekening is gemaakt, kunnen de coördinaten van uw locatie in sommige gevallen verder met drie satellieten worden berekend.
Positiebepaling (GPS) wilt selecteren, selecteert u Selecteren op kaart. Als u de positiegegevens handmatig in wilt voeren, selecteert u Handmatig opgeven. Bewerken — Hiermmee voegt u informatie (zoals een adres) toe aan een opgeslagen plaats of bewerkt u deze. Toevoegen aan categorie — Hiermee voegt u een plaats toe aan een categorie in Plaatsen. Selecteer elke categorie waaraan u de plaatsbepaling wilt toevoegen. Verzenden — Hiermee verzendt u een of meerdere plaatsen naar een compatibel apparaat.
Positiebepaling (GPS) 105 Als u de ingestelde reisbestemming wilt verwijderen, selecteert u Navigatie stoppen. Instellingen voor positionering Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Algemeen > Positiebepaling. Tripmeter Selecteer Menu > Toepassngn > Locatie > GPS-gegevens en Tripafstand. Methoden voor positionering Maak een keuze uit de volgende opties: Integrated GPS — Hiermee gebruikt u de geïntegreerde GPS-ontvanger van het apparaat.
Kaarten behulp van het netwerk, zoals Assisted GPS of positionering via het netwerk. Het is mogelijk dat de positiebepalingsserver vooraf is ingesteld door de serviceprovider, en mogelijk kunt u de instellingen niet bewerken. Notatie-instellingen Als u wilt opgeven welk meetsysteem u voor snelheden en afstanden wilt gebruiken, selecteert u Meetsysteem > Metrisch of Brits.
Kaarten 107 Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraat en volledig. Vertrouw nooit uitsluitend op de cartografie die u voor dit apparaat hebt gedownload. Content zoals satellietbeelden, gidsen, informatie over weer en verkeer en verwante diensten worden onafhankelijk van Nokia door derden aangeleverd. Deze content kan onjuistheden of omissies bevatten en is mogelijk niet altijd beschikbaar. Vertrouw nooit uitsluitend en volledig op deze content en diensten.
Kaarten Kaartweergave 1 2 3 4 Geselecteerde locatie Indicatorgebied Interessante locatie (PoI - Point of Interest), bijvoorbeeld een station of museum Informatiegebied De weergave van de kaart wijzigen Bekijk de kaart in verschillende modi, zodat u gemakkelijk kunt vaststellen waar u zich bevindt. Selecteer Menu > Kaarten en Mijn positie. Druk op 1 en maak uw keuze uit de volgende opties: Kaart — In de standaardkaartweergave zijn details, zoals locatienamen of wegnummers, eenvoudig te lezen.
Kaarten 109 compatibele computer, gaat u naar www.ovi.com. Tip: Sla nieuwe kaarten op uw apparaat op voordat u op reis gaat, zodat u de kaarten kunt doorbladeren zonder gebruik te maken van een internetverbinding wanneer u het buitenland bezoekt. U kunt ervoor zorgen dat uw apparaat geen gebruikmaakt van een internetverbinding door in het hoofdmenu Opties > Instellingen > Internet > Verbinding > Offline te selecteren.
Kaarten beïnvloed door een gebrekkige satellietconfiguratie. De beschikbaarheid en kwaliteit van GPSsignalen kunnen negatief worden beïnvloed door uw positie, gebouwen, natuurlijke obstakels en weersomstandigheden. GPS-signalen zijn in gebouwen of onder de grond mogelijk niet beschikbaar en kunnen worden gehinderd door materialen zoals beton en metaal.
Kaarten 111 Andere soorten plaatsen in de buurt zoeken Selecteer Door categorieën bladeren en een categorie, zoals winkelen, accommodatie of transport. Als geen zoekresultaten worden gevonden, controleert u of de spelling van de zoektermen correct is. Problemen met de internetverbinding kunnen de resultaten tijdens online zoeken ook beïnvloeden.
Kaarten 4 5 Selecteer Nieuw routepunt toev. en de betreffende optie. Selecteer Route weerg. > Opties > Route opslaan. Uw opgeslagen plaatsen en routes weergeven Selecteer Favorieten > Plaatsen of Routes. Plaatsen of routes weergeven en ordenen Gebruik uw Favorieten om snel toegang te krijgen tot de plaatsen en routes die u hebt opgeslagen. Groepeer de plaatsen en routes in een verzameling, bijvoorbeeld bij het plannen van een reis. Selecteer Menu > Kaarten en Favorieten.
Kaarten 113 Een plaats naar een compatibel apparaat van een vriend verzenden Selecteer een locatie, druk op de bladertoets en selecteer Verzenden. Uw Facebook-account beheren Selecteer Opties > Account > Locatieinstellingen delen > Facebook in de hoofdweergave. Locatie delen Publiceer uw huidige locatie op Facebook, met tekst en een foto. Uw Facebook-vrienden kunnen op een kaart uw locatie zien. U hebt een internetverbinding nodig om uw locatie te delen en de locatie van anderen te bekijken.
Kaarten apparaat en open het plan terwijl u onderweg bent. Als u plaatsen, routes of verzamelingen wilt synchroniseren tussen uw mobiele apparaat en de internetdienst Ovi Kaarten, hebt u een Nokia-account nodig. Als u er nog geen hebt, selecteert u Opties > Account > Nokiaaccount > Nieuwe account maken in de hoofdweergave. Opgeslagen plaatsen, routes en verzamelingen synchroniseren Selecteer Favorieten > Synchroniseren met Ovi. Als u nog geen Nokia-account hebt, wordt u gevraagd er een te maken.
Kaarten 115 De taal voor spraakaanwijzingen wijzigen Selecteer in de hoofdweergave Opties > Instellingen > Navigatie > Per auto-begeleiding of Te voetbegeleiding en de gewenste optie. De spraakaanwijzingen herhalen voor autonavigatie Selecteer Opties > Herhalen in de navigatieweergave. Het volume van de spraakaanwijzingen voor autonavigatie aanpassen Selecteer Opties > Volume in de navigatieweergave.
Kaarten verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt. snelheidswaarschuwingen, als deze voor uw land of regio beschikbaar zijn. Navigatieweergave Selecteer Menu > Kaarten en Per auto. Verkeersproblemen op de kaart weergeven Selecteer tijdens de autonavigatie Opties > Verkeersinf.. De gebeurtenissen worden als driehoekjes en lijnen op de kaart weergegeven. Verkeersinformatie bijwerken Selecteer Opties > Verkeersinf. > Verkeersinfo bijwerken.
Kaarten 117 aangegeven. In sommige landen is het gebruik van dergelijke informatie verboden of aan regels gebonden. Nokia is niet verantwoordelijk voor de betrouwbaarheid van de gegevens over de locaties van flitspalen of voor de consequenties van het gebruik van deze gegevens. Navigatiesysteem voor voetgangers Als u aanwijzingen nodig hebt voor het volgen van een route te voet, leidt Kaarten u over pleinen en door parken, voetgangerszones en zelfs winkelcentra. Selecteer Menu > Kaarten en Lopen.
Kaarten De volgorde van de routepunten wijzigen 1 Ga naar een routepunt. 2 Druk op de bladertoets en selecteer Verplaatsen. 3 Ga naar de plaats waar u het routepunt naartoe wilt verplaatsen en selecteer OK. De locatie van een routepunt bewerken Ga naar het routepunt, druk op de bladertoets en selecteer vervolgens Bewerken en daarna de gewenste optie. De route op de kaart weergeven Selecteer Route weerg.. Navigeren naar de bestemming Selecteer Route weerg. > Opties > Rit starten of Wandeling starten.
Aanpassen 119 De geoptimaliseerde rijroute gebruiken Open het tabblad Instellingen en selecteer Per auto > Routeselectie > Geoptimaliseerd. Bij de geoptimaliseerde rijroute worden voordelen van zowel de kortere als de snellere route gecombineerd. U kunt er ook voor kiezen bijvoorbeeld grote wegen, tolwegen of veerponten te vermijden of juist toe te staan.
Aanpassen gedefinieerde profielen kunt u niet verwijderen. Wanneer het profiel Offline is geactiveerd, is de verbinding met het mobiele netwerk gesloten. Er worden geen radiofrequentiesignalen tussen het apparaat en het mobiele netwerk uitgewisseld. Als u probeert een bericht te verzenden, wordt het in de outbox geplaatst en pas verzonden wanneer een ander profiel wordt geactiveerd. U kunt uw apparaat ook zonder SIMkaart gebruiken. Als u de SIM-kaart verwijdert, wordt het profiel Offline geactiveerd.
Aanpassen 121 Als u de berichttoon wilt wijzigen, selecteert u Opties > Aanpassen > Berichtensignaaltoon. Profielen aanpassen Selecteer Menu > Bed. paneel > Profielen. Selecteer Opties > Aanpassen en maak een keuze uit de volgende opties: Beltoon — Hiermee selecteert u een beltoon in de lijst of selecteert u Geluiden downldn om een map te openen met daarin een lijst met bookmarks voor het downloaden van tonen via de browser. Toon video-oproep — Selecteer een beltoon voor video-oproepen.
Aanpassen profielen Algemeen en Offline kunnen niet worden gewijzigd. Het schermthema wijzigen Selecteer Menu > Bed. paneel > Thema's. Selecteer een van de volgende opties: Algemeen — Het thema wijzigen dat in alle toepassingen wordt gebruikt. Menuweergave — Het thema wijzigen dat gebruikt wordt in het hoofdmenu. Standby — Het thema wijzigen dat gebruikt wordt in het startscherm. Achtergrond — De achtergrondafbeelding van het startscherm wijzigen.
Media 123 Maak een keuze uit de volgende opties om het 3D-effect te wijzigen: Snelheid geluidsbaan — Selecteer de snelheid waarmee geluid zich van de ene in de andere richting verplaatst. Deze instelling is niet voor alle effecten beschikbaar. Galm — Selecteer het gewenste effect om de hoeveelheid echo aan te passen. Doppler-effect — Selecteer Aan om de beltoon hoger te laten klinken wanneer u zich dichter bij het apparaat bevindt en lager wanneer u zich verderaf bevindt.
Media Hiermee schakelt over naar de panoramamodus. Het videolicht uitschakelen (alleen in de videomodus) Het videolicht inschakelen (alleen in de videomodus) De flitsmodus selecteren (alleen voor afbeeldingen). De zelfontspanner activeren (alleen voor afbeeldingen). De reeksmodus activeren (alleen voor afbeeldingen). Een kleurtoon selecteren. De witbalans instellen. Welke opties beschikbaar zijn, hangt af van de modus die actief is. De standaardinstellingen worden teruggezet wanneer u de camera sluit.
Media 125 De vastgelegde afbeeldingen worden in een raster weergegeven op het scherm. U kunt een afbeelding bekijken door ernaartoe te gaan en op de navigatietoets te drukken. Als u een tijdsinterval hebt gebruikt, staat alleen de laatste afbeelding op het scherm; de andere afbeeldingen staan in de Galerij. Selecteer een van de volgende werkbalkitems: Verzenden — De afbeelding verzenden naar een compatibel apparaat.
Media 3 4 Als u de opname wilt onderbreken, selecteert u Pauze. Selecteer Doorgaan om de opname te hervatten. Als u de opname wilt beëindigen, selecteert u Stoppen. De videoclip wordt automatisch opgeslagen in de Galerij. De maximumduur van de videoclip is afhankelijk van het beschikbare geheugen. Een videoclip afspelen Selecteer Menu > Media > Camera. Als u een opgenomen videoclip wilt afspelen, selecteert u Afspelen op de werkbalk.
Media 127 Uitgebr. digitale zoom — De optie Aan (continu) zorgt voor een vloeiende overgang tussen digitaal zoomen en uitgebreid digitaal zoomen. De optie Uit zorgt voor een beperkte zoommogelijkheid waarbij de afbeeldingsresolutie behouden blijft. Opnametoon — De toon instellen die wordt weergegeven wanneer u een afbeelding vastlegt. Gebruikt geheugen — Geef op waar de foto's moeten worden opgeslagen. Instellingen herstellen — De standaardinstellingen van de camera terugzetten.
Media en streaming koppelingen kunt opslaan. Hoofdweergave Selecteer Menu > Media > Galerij. Maak een keuze uit de volgende opties: Afbeeldingen — Afbeeldingen en videoclips weergeven in Foto's. — Videoclips weergeven Videoclips in het Videocentr.. Tracks — De Muziekspeler openen. Geluidsclips — Naar geluidsclips luisteren. Streaming kop. — Streaming koppelingen weergeven en openen. Presentaties — Presentaties bekijken. U kunt mappen openen en hierin bladeren.
Media 129 Als u naar een geluidsbestand wilt luisteren, selecteert u het bestand uit de lijst. Om snel vooruit of achteruit te spoelen, bladert u naar links of rechts. Selecteer Geluiden dwnl. om geluiden te downloaden. Koppelingen naar streaming-media Selecteer Menu > Media > Galerij en Streaming kop.. Als u een streaming koppeling wilt openen, selecteert u de koppeling uit de lijst. Als u een nieuwe streaming koppeling wilt toevoegen, selecteert u Opties > Nieuwe koppeling.
Media Informatie over Foto's Selecteer Menu > Media > Galerij > Afbeeldingen en maak een keuze uit de volgende opties: Vastgelegd — Alle afbeeldingen en video's bekijken die u hebt gemaakt. Maanden — Afbeeldingen en video's bekijken die zijn ingedeeld op de maand waarin ze zijn gemaakt. Albums — De standaardalbums en de door u gemaakte albums bekijken. Labels — De labels bekijken die u voor elk item hebt gemaakt.
Media 131 Afbeeldingen en videoclips kunnen ook vanaf een compatibel apparaat naar u verzonden worden. Als u een ontvangen afbeelding of videoclip in Foto's wilt weergeven, moet u deze eerst opslaan. Selecteer Opties > Naar album > Later afdr. om afbeeldingen naar een album te verplaatsen waar u ze later kunt afdrukken. De afbeeldings- en videoclipbestanden worden in een lus en gesorteerd op datum en tijd weergegeven. Het aantal bestanden wordt weergegeven.
Media Albums — Weergeven in welke albums het huidige bestand te vinden is. Resolutie — De grootte van de afbeelding in pixels weergeven. Duur — De lengte van de videoclip weergeven. Gebruiksr. — Als u de DRM-rechten van het huidige bestand wilt weergeven, selecteert u Wrg.. De beschikbare opties kunnen verschillen. Afbeeldingen en video's organiseren Selecteer Menu > Media > Galerij > Afbeeldingen.
Media 133 Selecteer een afbeelding of een videoclip en een van de volgende opties: De afbeelding in liggende of staande modus weergeven. De videoclip afspelen. De afbeelding of videoclip verzenden. De afbeelding of videoclip uploaden naar een compatibel online album (alleen beschikbaar als u een account bij een compatibel online album hebt ingesteld). Het item toevoegen aan een album. Labels en andere eigenschappen van het item beheren.
Media Labelbeheer om het Labelbeheer te openen. Als u een label wilt maken, selecteert u Opties > Nieuw label. Als u een label aan een afbeelding wilt toekennen, selecteert u de afbeelding en Opties > Labels toevoegen. Als u de labels die u gemaakt hebt wilt bekijken, selecteert u Labels. De grootte van de labelnaam komt overeen met het aantal items waar het label aan toegekend is. Als u alle afbeeldingen wilt zien waar een bepaald label aan toegekend is, selecteert u het label uit de lijst.
Media 135 selecteren en een van de volgende opties te kiezen: Muziek — Geluid aan de diavoorstelling toevoegen. Nummer — Een muziekbestand uit de lijst kiezen. Vertraging tussen dia's — De snelheid van de diavoorstelling aanpassen. Als u het volume tijdens de diavoorstelling wilt aanpassen, drukt u op de volumetoetsen. Afbeeldingen bewerken Afbeeldingseditor Selecteer Opties > Bewerken als u de zojuist gemaakte foto's, of de foto's die in Foto's zijn opgeslagen, wilt bewerken. De foto-editor wordt geopend.
Media gebied dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u het formaat van het gemarkeerde gebied wijzigen. Druk op de bladertoets om het geselecteerde gebied te bevriezen. Met de bladertoets kunt u het gebied binnen de foto verplaatsen. Druk op de bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden. Rode ogen reduceren 1 Selecteer Menu > Media > Galerij > Afbeeldingen. 2 Selecteer een afbeelding en (RodeOpties > Bewerken > ogenreductie).
Media 137 Als u videoclips in Foto's wilt bewerken, bladert u naar een videoclip en selecteert u Opties > Bewerken en maakt u uw keuze uit de volgende opties. Samenvoegen — om een afbeelding of een videoclip aan het begin of het einde van de geselecteerde videoclip toe te voegen. Geluid wijzigen — om een nieuwe geluidsclip toe te voegen en het originele geluid in de videoclip te vervangen. Tekst toevoegen — om tekst aan het begin of het einde van de videoclip toe te voegen.
Media Printer selecteren Selecteer de afbeelding en de afdrukoptie om afbeeldingen met Afbeelding afdrukken af te drukken. Als u Afbeeldingen afdrukken de eerste keer gebruikt, wordt een lijst met beschikbare compatibele printers weergegeven. Selecteer een printer. De printer wordt ingesteld als de standaardprinter. Als u een printer wilt gebruiken die compatibel is met PictBridge, sluit u de compatibele gegevenskabel aan voordat u de afdrukoptie selecteert.
Media 139 Selecteer Papierformaat, het gewenste papierformaat in de lijst en OK als u het formaat wilt selecteren. Selecteer Annuleren als u wilt terugkeren naar de vorige weergave. PrintOnline Met PrintOnline kunt u online afdrukken van uw afbeeldingen bestellen en direct laten bezorgen bij u thuis of in een winkel waar u deze kunt ophalen. U kunt ook verschillende producten met de geselecteerde afbeelding bestellen, zoals mokken of muismatten.
Media Met de toepassing Nokia Podcasting kunt u podcasts zoeken, ontdekken, zich erop abonneren en downloaden via de ether. U kunt met uw apparaat ook podcasts afspelen, beheren en delen. Stel de verbindings- en downloadopties in voordat u de toepassing gebruikt. Selecteer Opties > Instellingen > Verbinding en Downloaden. Als u nieuwe poscast-episodes wilt zoeken om u erop te abonneren, selecteert u Mappen. Als u podcasts wilt zoeken op trefwoorden en weergavetitels, selecteert u Zoeken.
Media 141 Als u zich op een podcast wilt abonneren, gaat u naar de podcast-titel en selecteert u Opties > Bijwerken. Nadat u zich hebt geabonneerd op de episodes van een podcast, kunt u deze downloaden, beheren en afspelen in het podcastmenu. 1 2 Als u een nieuwe webmap of map wilt toevoegen, selecteert u Opties > Nieuw > Webmap of Map. Selecteer een titel, een webadres van het .opml-bestand (outline processor markup language) en Gereed. Selecteer Opties > OPML-best. importeren om een .
Media Als u de gegevens van een podcast wilt weergeven, selecteert u Opties > Beschrijving. Instellingen voor Podcasting Als u de verbindingsinstellingen wilt bewerken, selecteert u Opties > Instellingen > Verbinding. Als u de downloadinstellingen wilt bewerken, selecteert u Opties > Instellingen > Downloaden. Als u de standaardinstellingen wilt terugzetten, opent u de betreffende instellingen en selecteert u Opties > Standaardinstellingen. Muziekspeler Selecteer Menu > Media > Muziekspeler.
Media 143 Als u de toon van de afgespeelde muziek wilt aanpassen, selecteert u Opties > Equalizer. Als u een nieuwe afspeellijst wilt maken, selecteert u Opties > Nieuwe afspeellijst. Als u de balans en het stereobeeld wilt wijzigen of de bassen wilt versterken, selecteert u Opties > Instellingen. Als u liedjes aan de afspeellijst wilt toevoegen, selecteert u het liedje en vervolgens Opties > Toevgn aan afspeellijst > Opgeslag. afspeellijst of Nieuwe afspeellijst.
Media Voor het downloaden van muziek en de overdracht van grote hoeveelheden gegevens (netwerkdienst) worden mogelijk extra kosten in rekening gebracht. Neem meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht contact op met uw netwerkprovider. Als u Ovi Muziek wilt bezoeken, moet u beschikken over een geldig internettoegangspunt op het apparaat. Mogelijk wordt u gevraagd het toegangspunt te selecteren dat u moet gebruiken wanneer u met Ovi Muziek verbindt.
Media 145 PC Suite als verbindingsmodus. Er moet een compatibele geheugenkaart in het apparaat zijn geplaatst. Als u voor de frequentiebanden de oorspronkelijke waarden wilt instellen, selecteert u Opties > Std.waarden herstellen. Als u de standaard USBverbindingsmodus wilt wijzigen, selecteert u Menu > Bed. paneel > Connect. > USB en USBverbindingsmodus. Als u uw eigen frequentie-instelling wilt definiëren, selecteert u Opties > Nieuwe voorinstelling.
Media een mediabestandsindeling ondersteund. Videoclips en streaming media afspelen Als u een videoclip wilt afspelen, selecteert u Videoclips en een clip. Als u onlangs afgespeelde bestanden wilt weergeven, selecteert u in de hoofdweergave van de toepassing Onlangs afgesp.. Als u de inhoud draadloos wilt laten streamen (netwerkdienst), selecteert u Streaming kopp. en een koppeling. RealPlayer herkent twee soorten koppelingen: een rtsp:// URL en een http:// URL dat naar een RAM-bestand verwijst.
Media 147 Gegevens over een mediaclip weergeven Selecteer Opties > Gegevens clip als u de eigenschappen van een video- of geluidsclip of van een webkoppeling wilt weergeven. De weergegeven informatie kan bijvoorbeeld uit de bitsnelheid of de internet internetkoppeling van een streamingbestand bestaan. Instellingen voor RealPlayer Selecteer Menu > Media > RealPlayer. U kunt de RealPlayer-instellingen ontvangen in een bericht van uw serviceprovider.
Media Nokia Internetradio Selecteer Menu > Media > Radio > Internetradio. Met de toepassing Nokia Internetradio (een netwerkdienst) kunt u naar beschikbare radiozenders op internet luisteren. Als u radiozenders wilt beluisteren, moet u een draad LAN(WLAN) of packetgegevenstoegangspunt hebben gedefinieerd op uw apparaat. Bij het luisteren naar de zenders worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden.
Media 149 als u de zender handmatig hebt opgeslagen). Als u naar een zender luistert die in uw favorieten is opgeslagen, drukt u de bladertoets naar links of rechts om naar de vorige of volgende opgeslagen zender te luisteren. Favoriete zenders Selecteer Menu > Media > Radio > Internetradio. U kunt uw favoriete zenders weergeven en beluisteren door Favorieten te selecteren. U kunt een zender handmatig aan uw favorieten toevoegen door Opties > Zender handm. toev. te selecteren.
Media Als u een zender als een van uw favorieten wilt opslaan, selecteert u deze en selecteert u Opties > Toev. aan Favorieten. Selecteer Opties > Opnieuw zoeken als u een andere zoekopdracht wilt uitvoeren. Lijst met zenders Selecteer Menu > Media > Radio > Internetradio en Zenderoverzicht. De lijst met zenders wordt door Nokia bijgehouden.
Beveiliging en gegevensbeheer 151 De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk van de geselecteerde verbindingssnelheid. Hoe hoger de snelheid, des te beter de kwaliteit. U kunt buffering vermijden door de hoogste kwaliteit alleen bij snelle verbindingen te gebruiken. startscherm wordt weergegeven en selecteert u Blokkeer telefoon. Beveiliging en gegevensbeheer Als u de blokkeringscode wilt wijzigen, selecteert u Menu > Bed. paneel > Instellingen en Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart.
Beveiliging en gegevensbeheer U kunt het apparaat ook op afstand blokkeren door middel van een SMSbericht. Uw apparaat op afstand blokkeren 1 Als u blokkeren op afstand wilt inschakelen, selecteert u Menu > Bed. paneel > Instellingen en Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart > Ext. telef.vergrendeling > Ingeschakeld. 2 Voer de tekst voor het bericht in. Deze kan 5-20 tekens lang zijn en zowel uit hoofdletters als kleine letters bestaan. 3 Voer dezelfde tekst nogmaals in ter verificatie.
Beveiliging en gegevensbeheer 153 Als u het wachtwoord van een vergrendelde geheugenkaart vergeten bent, kunt u de kaart formatteren om de kaart te ontgrendelen. Het wachtwoord is dan ook verwijderd. Als u een geheugenkaart formatteert, verliest u wel alle gegevens die op de kaart opgeslagen zijn. Codering Selecteer Menu > Bed. paneel > Gegev.beh. > Codering. U kunt het apparaat of de geheugenkaart coderen, zodat anderen geen toegang tot belangrijke gegevens hebben.
Beveiliging en gegevensbeheer Als u het apparaatgeheugen wilt decoderen, selecteert u Telefoongeheugen. Als u de geheugenkaart wilt decoderen zonder de coderingssleutel te vernietigen, selecteert u Geheugenkaart > Decoderen. Als u de geheugenkaart wilt decoderen én de coderingssleutel wilt vernietigen, selecteert u Geheugenkaart > Decoderen en coderen uitschakelen. Vaste nummers Selecteer Menu > Contacten en Opties > SIM-nummers > Nrs. vaste contacten.
Beveiliging en gegevensbeheer 155 nummer van de berichtencentrale voor SMSberichten toevoegen aan de lijst met vaste nummers. Certificaatbeheer Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Algemeen > Beveiliging > Certificaatbeheer. Digitale certificaten worden gebruikt om de oorsprong van software te controleren, maar ze bieden geen waarborg voor de veiligheid. Er zijn vier typen certificaten: autorisatiecertificaten, persoonlijke certificaten, vertrouwde certificaten en servercertificaten.
Beveiliging en gegevensbeheer Geldigheid certificaat verstreken — De geldigheidsperiode van het geselecteerde certificaat is verlopen. Certificaat nog niet geldig — De geldigheidsperiode is nog niet ingegaan voor het geselecteerde certificaat. Certificaat beschadigd — Het certificaat kan niet worden gebruikt. Neem contact op met degene die het certificaat heeft uitgegeven. Vertrouwensinstellingen van een certificaat Selecteer Menu > Bed.
Beveiliging en gegevensbeheer 157 vertrouwensinstellingen van een persoonlijk certificaat niet wijzigen. Afhankelijk van het certificaat verschijnt er een lijst met toepassingen die het certificaat kunnen gebruiken: Symbian-installatie — Nieuwe toepassing voor het Symbianbesturingssysteem. Internet — E-mail en afbeeldingen. Toep.installatie — Nieuwe Javatoepassing. Online certif.controle — Online certificaatstatusprotocol. Beveiligingsmodules weergeven en bewerken Selecteer Menu > Bed.
Beveiliging en gegevensbeheer configuratie-instellingen ontvangen van uw serviceproviders of de afdeling informatiebeheer van uw bedrijf. Onder configuratie-instellingen vallen bijvoorbeeld ook instellingen van de verbinding die door andere toepassingen in het apparaat worden gebruikt. De beschikbare opties kunnen verschillen. De server start meestal de externe configuratieverbinding als de instellingen van het apparaat moeten worden bijgewerkt.
Beveiliging en gegevensbeheer 159 Gebruikersnaam netwerk en Wachtwoord netwerk — Voer uw gebruikers-ID en wachtwoord in voor de http-verificatie. Deze instelling is alleen beschikbaar als u Netwerkverificatie heeft geselecteerd voor gebruik. Selecteer Opties > Configuratie starten als u verbinding wilt maken met de server om de configuratieinstellingen voor uw apparaat te ontvangen. Als u het configuratielogboek van het geselecteerde profiel wilt weergeven, selecteert u Opties > Logboek bekijken.
Beveiliging en gegevensbeheer • • JME-toepassingen gebaseerd op Java-technologie met .jad- of .jarbestandsextensies Andere software en toepassingen die geschikt zijn voor het Symbianbesturingssysteem met de bestandsextensie .sis of .sisx Met pictogrammen wordt het volgende weergegeven: SIS- of SISX-toepassing Java-toepassing Toepassing is niet volledig geïnstalleerd Toepassing is op de geheugenkaart geïnstalleerd Installeer alleen software die compatibel is met uw apparaat.
Beveiliging en gegevensbeheer 161 • Als u een bestand installeert dat een update of fix voor een bestaande toepassing bevat, kunt u het oorspronkelijke programma alleen herstellen als u beschikt over het oorspronkelijke installatiebestand of een volledige back-up van het verwijderde softwarepakket. Als u de oorspronkelijke toepassing wilt herstellen, verwijdert u de toepassing en installeert u deze opnieuw op basis van het oorspronkelijke installatiebestand of de back-up.
Beveiliging en gegevensbeheer softwarepakketten zijn geïnstalleerd of verwijderd en wanneer dit is gebeurd. Belangrijk: Het apparaat ondersteunt slechts één antivirustoepassing. Het gebruik van meer dan één toepassing met antivirusfunctionaliteit kan een negatieve invloed hebben op de prestaties en werking of ervoor zorgen dat het apparaat het niet meer doet. Nadat u toepassingen op een compatibele geheugenkaart hebt geïnstalleerd, blijven de installatiebestanden (.sis, .
Beveiliging en gegevensbeheer 163 Instellingen toepassingsbeheer Selecteer Menu > Bed. paneel > Gegev.beh. > Toep.beheer. Selecteer Opties > Instellingen en maak een keuze uit de volgende opties: Software-installatie — Hiermee geeft u aan of Symbian-software zonder geverifieerde digitale handtekening mag worden geïnstalleerd. Online certificaatcontrole — Zo controleert u de online certificaten voordat u een toepassing installeert.
Beveiliging en gegevensbeheer Met de licenties voor dergelijke bestanden kan het gebruik van de bestanden worden beperkt. Bij sommige licenties mag u bijvoorbeeld slechts een beperkt aantal keren naar een muzieknummer luisteren. Tijdens een afspeelsessie mag u het nummer terug- of vooruitspoelen of het nummer onderbreken, maar als u het stopt, hebt u één afspeelmogelijkheid gebruikt.
Beveiliging en gegevensbeheer 165 De volgende details worden voor elk mediabestand weergegeven: Status — De status is Licentie is geldig, Licentie verlopen of Licentie nog niet geldig. Inhoud verzenden — Toegestaan geeft aan dat u de bestanden naar een ander apparaat kunt verzenden. Inhoud op telefoon — Ja geeft aan dat het bestand op het apparaat aanwezig is en het pad naar het bestand wordt weergegeven. Nee geeft aan dat het bestand niet op het apparaat aanwezig is.
Beveiliging en gegevensbeheer synchronisatie. Wanneer u de toepassing opent, wordt het standaardsynchronisatieprofiel of eerder gebruikt sychronisatieprofiel weergegeven. Inhoudstypen opnemen of uitsluiten Selecteer een inhoudstype. Gegevens synchroniseren Selecteer Opties > Synchroniseren. Een nieuw synchronisatieprofiel maken Selecteer Opties > Nieuw synchron.profiel. Synchronisatieprofielen beheren Selecteer Opties en de gewenste optie. Mobiel VPN Selecteer Menu > Bed.
Beveiliging en gegevensbeheer 167 kunt installeren en bijwerken. Beleidsservers hebben betrekking op Nokia Security Service Manager (NSSM), dat niet altijd nodig is. VPN-logbestand — Het VPNlogbestand weergeven. Hierin staan de geïnstalleerde beleidsinstellingen, updates, synchronisatieacties en andere VPN-verbindingen. VPN-toegangspunten bewerken Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Verbinding > Bestemmingen. Een toegangspunt is het punt waar uw telefoon een verbinding met het netwerk maakt.
Instellingen Neem contact op met de IT-afdeling van uw bedrijf voor de juiste instellingen. Een VPN-verbinding gebruiken in een toepassing Gebruikers die zich aanmelden bij een bedrijfsnetwerk moeten soms hun identiteit bewijzen. Neem contact op met de IT-afdeling van uw bedrijf voor meer informatie over aanmeldgegevens. Om een VPN-verbinding te kunnen gebruiken in een toepassing, moet de toepassing zijn gekoppeld aan een VPN (virtual private network)toegangspunt.
Instellingen 169 • • • Een waarde selecteren uit een lijst. Een teksteditor openen om een waarde in te voeren. Een schuifregelaar openen en naar links of naar rechts schuiven om een waarde aan te passen. Algemene instellingen Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Algemeen. Selecteer een van de volgende opties: Persoonlijk — Wijzig de weergaveinstellingen en pas het apparaat aan uw voorkeuren aan. Datum en tijd — De datum en tijd wijzigen. Toebehoren — Wijzig de instellingen voor uw accessoires.
Instellingen Als u wilt instellen hoe snel het scherm na de laatste toetsdruk verduistert, selecteert u Weergave > Time-out verlichting. Signaalinstellingen Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen. Selecteer Algemeen > Persoonlijk > Tonen en een van de volgende opties: Beltoon — Hiermee selecteert u een beltoon in de lijst of selecteert u Geluiden downldn om een map te openen met daarin een lijst met bookmarks voor het downloaden van tonen via de browser.
Instellingen 171 Displaytaal — Hiermee wijzigt u de taal van het apparaat. Invoertaal — Hiermee selecteert u de taal die wordt gebruikt voor het schrijven van notities en berichten. Tekstvoorspelling — Hiermee activeert u tekstvoorspelling. Invoeropties — Hiermee definieert u de instellingen voor tekstvoorspelling. Instellingen van SMS-toets Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Algemeen > Persoonlijk > Berichtentoets.
Instellingen Definieer welk profiel is geactiveerd als u een accessoire aansluit op het apparaat, selecteer het accessoire en kies vervolgens Standaardprofiel. Als u het apparaat automatisch na 5 seconden oproepen wilt laten beantwoorden wanneer een accessoire is aangesloten, selecteert u het accessoire en Automatisch antwoorden > Aan. Als het beltoontype in het geselecteerde profiel is ingesteld op Eén piep of Stil, is automatische beantwoording uitgeschakeld.
Instellingen 173 achter elkaar foutief invoert, wordt de code geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig om deze blokkering op te heffen en de SIM-kaart weer te kunnen gebruiken. Als u de toetsen automatisch wilt vergrendelen na een bepaalde tijd, selecteert u Telefoon en SIM-kaart > Per. autom. blokk. ttsnb..
Instellingen Als u een bepaalde methode voor positiebepaling wilt gebruiken om de locatie van uw apparaat te detecteren, selecteert u Methoden pos.bepaling. Als u een positiebepalingsserver wilt selecteren, selecteert u Positiebepalingsserver. Als u een meetsysteem voor snelheden en afstanden wilt selecteren, selecteert u Notatievoorkeuren > Meetsysteem.
Instellingen 175 Eigen video in ontv. oprp. — Geef aan of u wilt toestaan dat tijdens een videooproep vanaf uw apparaat videobeelden worden verzonden. Afbeeld. in video-oproep — Als tijdens een video-oproep geen videobeelden kunnen worden verzonden, een afbeelding selecteren die wordt weergegeven in plaats van de videobeelden. Automatisch herkiezen — Stel uw apparaat in om maximaal tien keer te proberen de verbinding tot stand te brengen.
Instellingen Als u het apparaat zodanig wilt instellen dat wordt aangegeven wanneer het wordt gebruikt in een MCN (Micro Cellular Network), selecteert u Weergave info dienst > Aan. Verbindingsinstellingen Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Verbinding. Selecteer een van de volgende opties: Bluetooth — De Bluetoothinstellingen bewerken. USB — De gegevenskabelinstellingen bewerken. Bestemmingen — Nieuwe toegangspunten instellen of bestaande toegangspunten bewerken.
Instellingen 177 Configuraties — Vertrouwde servers waarvan het apparaat configuratieinstellingen kan ontvangen bekijken of verwijderen. Toegangspunten Een nieuw toegangspunt maken Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Verbinding > Bestemmingen. Tip: U kunt internettoegangspunten in een WLAN maken met de WLAN-wizard. Selecteer Toegangspunt als u een nieuw toegangspunt wilt maken. U wordt gevraagd de beschikbare verbindingen te controleren.
Instellingen Drager gegevens — Selecteer het type gegevensverbinding. Afhankelijk van de geselecteerde gegevensverbinding zijn slechts bepaalde velden beschikbaar. Vul alle velden in die zijn voorzien van de aanduiding Te definiëren of een rood sterretje (*). De overige velden hoeft u alleen in te vullen als uw serviceprovider dat aangeeft. Als u een gegevensverbinding wilt gebruiken, moet de serviceprovider deze functie ondersteunen en zo nodig activeren op de SIM-kaart.
Instellingen 179 best. als u een bestaand toegangspunt uit een andere groep wilt kopiëren. Blader naar een toegangspunt en selecteer Opties > Indelen > Prioriteit wijzigen als u de prioriteitsvolgorde van toegangspunten binnen een groep wilt wijzigen. Toegangspunten voor gegevensverbindingen Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Verbinding > Bestemmingen > Toegangspunt en volg de instructies op het scherm.
Instellingen Homepage — Voer het internetadres of het adres van de multimediaberichtencentrale in, afhankelijk van het toegangspunt dat u instelt. Toegangspunt gebruiken — Selecteer Na bevestiging als u wilt dat het apparaat om bevestiging vraagt voordat de verbinding via dit toegangspunt wordt gemaakt, of Automatisch als u wilt dat het apparaat met de bestemming verbindt door dit toegangspunt automatisch te gebruiken. Selecteer Opties > Geavanc.
Instellingen 181 WLAN-netwerknaam — Selecteer Handmatig opgeven of Netw.namen zoeken. Als u een bestaand netwerk selecteert, worden WLANnetwerkmodus en WLANbeveiligingsmodus bepaald door de instellingen van het toegangspuntapparaat. Netwerkstatus — Definieer of de netwerknaam moet worden weergegeven. WLAN-netwerkmodus — Selecteer Ad-hoc om een ad hoc netwerk te maken en sta de apparaten toe rechtstreeks gegevens te verzenden en ontvangen; u hebt dan geen WLANtoegangspunt nodig.
Instellingen gedef. als u een kanaalnummer (1-11) handmatig wilt invoeren. Proxyserveradres — Voer het adres voor de proxyserver in. Proxypoortnummer — Het poortnummer van de proxyserver opgeven. packet-gegevensnetwerk als u het apparaat inschakelt in een ondersteund netwerk, of Wanneer nodig om alleen een packet-gegevensverbinding tot stand te brengen als een toepassing of actie dit vereist. Deze instelling is van invloed op alle toegangspunten voor packet-gegevensverbindingen.
Instellingen 183 naar netwerken. Deze instelling is alleen beschikbaar als u Beschkbrhd WLAN tonen > Ja selecteert. U kunt het apparaat zodanig instellen dat auotomatisch de internetcapaciteit van het geselecteerde WLAN wordt getest, dat telkens om toestemming wordt gevraagd of dat de connectiviteitstest nooit wordt uitgevoerd door Internetverbindingstest > Automat. uitvoeren, Altijd vragen of Nooit uitvoeren te selecteren. Als u Automat.
Instellingen Energiespaarstand — Geef aan of het energiebesparingsmechanisme voor WLAN moet worden gebruikt om energie van de batterij in het apparaat te besparen. Door gebruik te maken van het energiebesparingsmechanisme verbeteren de batterijprestaties maar kunnen de interoperabiliteit van het WLAN verslechteren. Als u alle oorspronkelijke instellingen wilt terugzetten, selecteert u Opties > Stndrdinstell. herstellen. WLAN-beveiligingsinstellingen Selecteer Menu > Bed.
Instellingen 185 WEP-sleutelinstellingen In een ad-hocnetwerk moet op alle apparaten dezelfde WEP-sleutel worden gebruikt. Selecteer WLAN-beveiligingsinstell. > Instellingen WEP-sleutel en maak een keuze uit de volgende opties: WEP-codering — Stel de gewenste lengte van de WEP-sleutel in. Indeling WEP-sleutel — Stel in of u de WEP-sleutelgegevens wilt invoeren in de indeling ASCII of Hexadecimaal. WEP-sleutel — Voer de WEPsleutelgegevens in. 802.1x-beveiligingsinstellingen Selecteer 802.
Instellingen Vooraf ged. sleutel — Als u WPA/ WPA2 > Vooraf ged. sleutel hebt geselecteerd, voert u de gedeelde privésleutel in waarmee uw apparaat wordt geïdentificeerd op het WLANnetwerk waarmee u verbinding maakt. Alleen WPA2 (modus) — Om zowel TKIP- als AES (Advanced Encryption Standard)-codering toe te staan, selecteert u Uit. Als u alleen AES wilt toestaan, selecteert u Aan Plug-ins voor draadloos LAN Selecteer Menu > Bed.
Instellingen 187 Als u de prioriteit van een EAP-plug-in wilt wijzigen, selecteert u Opties > Prioriteit verhogen om, wanneer u via het toegangspunt verbinding met het netwerk maakt, de desbetreffende plug-in eerder te gebruiken dan andere plug-ins, of Opties > Prioriteit verlagen om deze plug-in pas voor netwerkverificatie te gebruiken nadat andere plug-ins zijn geprobeerd. Zie de Help bij het apparaat voor meer informatie over EAP-plug-ins.
Instellingen Openb. gebruikersnaam — Voer uw gebruikersnaam in. U ontvangt deze naam van uw serviceprovider. Compressie gebruiken — Stel in of gegevenscompressie wordt gebruikt. Registratie — Selecteer de wijze van registratie. Beveiliging gebruiken — Stel in of beveiligingsonderhandeling moet worden uitgevoerd. Proxyserver — Voer de proxyserverinstellingen voor dit SIPprofiel in. Registrarserver — Voer de registratieserverinstellingen voor dit SIP-profiel in.
Sneltoetsen 189 gebruikersnaam en wachtwoord voor de registratieserver in. Overdrachtstype — Selecteer UDP, Automatisch of TCP. Poort — Voer het poortnummer van de registratieserver in. worden geleverd, worden ook verwijderd. Configuratie-instellingen Selecteer Menu > Bed. paneel > Instellingen en Verbinding > Configuraties. Selecteer een toepassing in de lijst om daarvan de instellingen aan te passen.
Sneltoetsen Ctrl-toets Ingedrukt houden om het stille profiel te activeren of te deactiveren. Ctrl + C Tekst kopiëren. Ctrl + X Tekst knippen. Ctrl + V Tekst plakken. Ctrl + A Alles selecteren. Startscherm Linkerselec tietoets + rechtersele ctietoets Hiermee vergrendelt of ontgrendelt u het toetsenblok en toetsenbord. Beltoets Hiermee opent u het logboek met oproepen. 0 Houd deze toets ingedrukt om uw startpagina in de webbrowser weer te geven.
Sneltoetsen 191 6 De huidige pagina opnieuw laden. F Het e-mailbericht doorsturen. 7 De pagina in het volledige scherm weergeven. O Het geselecteerde emailbericht openen. 8 Hiermee geeft u het paginaoverzicht weer. J Een pagina omhooggaan in het e-mailbericht. 9 Hiermee opent u het dialoogvenster waarin u een nieuw webadres kunt opgeven. K Een pagina omlaaggaan in het e-mailbericht. T Naar het eerste emailbericht in de mailbox gaan of naar het begin van een e-mailbericht.
Woordenlijst V Een vergaderverzoek weigeren. W E-mailberichten sorteren I De berichten uitvouwen of samenvouwen. S De zoekopdracht starten. Woordenlijst Woordenlijst 3G Sneltoetsen voor Agenda op toetsenbord A De agendaweergave openen. D De dagweergave openen. W De weekweergave openen. M De maandweergave openen. T De taakweergave openen. N Een nieuwe vergadering toevoegen. Derde generatie mobiele communicatie.
Woordenlijst 193 DNS DTMFtonen interesses zijn, wat u wilt lezen, enzovoort. EAP Domain name service. Een internetdienst die domeinnamen zoals www.nokia.com vertaalt in IP-adressen zoals 192.100.124.195. Domeinnamen zijn gemakkelijker te onthouden, maar deze vertaling is nodig omdat het internet draait om IPadressen. Extensible authentication protocol. EAP plug-ins worden in draadloze netwerken gebruikt om draadloze apparaten en verificatieservers te verifiëren. EGPRS Enhanced GPRS.
Woordenlijst van gegevens in kleine pakketjes is dat het netwerk dan alleen bezet is tijdens het verzenden of ontvangen van gegevens. Als GPRS het netwerk efficiënt gebruikt, kan er een snelle gegevensverbinding worden opgezet met hoge gegevensoverdrachtssnelh eden. U moet aangemeld zijn bij de GPRS-dienst. Voor de beschikbaarheid en aanmelding bij GPRS, neemt u contact op met uw serviceprovider. Tijdens een spraakoproep kunt u geen GPRSverbinding tot stand brengen.
Woordenlijst 195 werking WLAN verbonden zijn via smodus een WLAN-toegangspunt. PIN Persoonlijk identiteitsnummer. De PINcode beschermt uw apparaat tegen onbevoegd gebruik. De PIN-code wordt meegeleverd met de SIMkaart. Als het verzoek om een PIN-code geselecteerd is, moet de code elke keer dat het apparaat wordt ingeschakeld worden ingevoerd. De PIN-code moet uit 4 tot 8 cijfers bestaan. PIN2 De PIN2-code wordt meegeleverd met de SIMkaart.
Woordenlijst Als u dit apparaat gebruikt in GSM- en UMTSnetwerken, kunnen er meerdere gegevensverbindingen tegelijkertijd actief zijn, en toegangspunten kunnen een gegevensverbinding delen. In het UMTS-netwerk blijven gegevensverbindingen tijdens spraakoproepen actief. U kunt bijvoorbeeld sneller over het web surfen dan eerder mogelijk was, terwijl u tegelijkertijd de telefoon gebruikt om te bellen. UPIN PIN-code die wordt gebruikt in een UMTSnetwerk. UPUK UPIN Unblocking Key.
Ondersteuning 197 WPA Wi-Fi Protected Access. Een beveiligingsmethode voor WLAN. WPA2 Wi-Fi Protected Access 2. Een beveiligingsmethode voor WLAN. Ondersteuning Als u veelgestelde vragen over het apparaat wilt bekijken, gaat u naar www.nokia.com/support. V: Wat is mijn blokkerings-, PIN- of PUK-code? A: De standaardblokkeringscode is 12345. Neem contact op met de leverancier van het apparaat als u de blokkeringscode bent vergeten of verloren.
Ondersteuning V: Waarom kan ik het apparaat van mijn vriend niet vinden als ik Bluetooth-connectiviteit gebruik? A: Controleer of beide apparaten compatibel zijn, Bluetoothconnectiviteit is ingeschakeld en de verborgen modus niet is geactiveerd. Controleer ook of de afstand tussen de twee apparaten niet groter dan 10 meter is en zorg ervoor dat er geen muren of andere obstakel tussen de apparaten in staan.
Ondersteuning 199 het batterijverbruik verder te beperken, kunt u instellen dat het Nokia-apparaat helemaal niet op de achtergrond zoekt, of minder vaak zoekt, naar beschikbare netwerken. Het WLAN wordt uitgeschakeld tussen scans op de achtergrond. Als u het zoeken op de achtergrond wilt beëindigen, selecteert u Menu > Bed. paneel > Instellingen en Verbinding > Wireless LAN > Beschkbrhd WLAN tonen > Nooit. U kunt nog steeds handmatig scannen op beschikbare WLAN´s en normaal verbinding met WLAN's maken.
Ondersteuning Controleer ook het volgende: de WPAmodus moet correct ingesteld zijn (preshared key of EAP), alle onnodige EAP-typen moeten uitgeschakeld zijn en alle instellingen van het EAP-type moeten juist ingevoerd zijn (wachtwoorden, gebruikersnamen, certificaten). V: Waarom kan ik geen contact voor mijn bericht selecteren? A: Op de contactkaart staat geen telefoonnummer, adres of e-mailadres. Selecteer Menu > Contacten en bewerk de contactkaart.
Ondersteuning 201 betrekking hebben op multimediaberichten. Als u het apparaat zodanig wilt instellen dat alleen een packetgegevensverbinding tot stand wordt gebracht als u een toepassing start of actie uitvoert die dit nodig heeft, selecteert u Menu > Bed. paneel > Instellingen en Verbinding > Packetggvns > Packet-ggvnsverbinding > Wanneer nodig. • Als dit niet helpt, start u het apparaat opnieuw.
Hulp zoeken • Sluit de toepassingen die u niet gebruikt. Houd de home-toets ingedrukt. Blader naar de toepassing en druk op de backspace-toets om de toepassing te sluiten. Hulp zoeken Ondersteuning Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt gebruiken of als u niet zeker weet hoe uw apparaat behoort te werken, gaat u naar www.nokia.com/ support. Voor mobiele apparaten kijkt u op www.nokia.mobi/support. U kunt ook Menu > Help > Help selecteren op uw apparaat.
Hulp zoeken 203 Waarschuwing: Tijdens het installeren van een software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u de installatie van een update aanvaardt. Bij het downloaden van softwareupdates worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens overgedragen (netwerkdienst).
Hulp zoeken Apparaatsoftware bijwerken met uw computer U kunt de pc-toepassing Nokia Software Updater gebruiken om uw apparaatsoftware bij te werken. Als u de software van uw apparaat wilt bijwerken, hebt u het volgende nodig: een compatibele computer, een snelle internetverbinding en een compatibele USB-gegevenskabel om uw apparaat op de computer aan te sluiten. Als u meer informatie wilt en de updatetoepassing voor Nokia-software wilt downloaden, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate.
Hulp zoeken 205 van software van derden die u helpen meer uit uw apparaat te halen. Voor het zoeken en downloaden van toepassingen bezoekt u de Ovi Store op store.ovi.com. Deze toepassingen worden uitgelegd in de handleidingen die beschikbaar zijn op de productondersteuningspagina's op www.nokia.com/support of op de lokale Nokia-website.
Hulp zoeken • • • gezocht naar beschikbare netwerken op de achtergrond. Als u Packet-ggvnsverbinding hebt ingesteld op Automat. bij signaal in de verbindingsinstellingen en er geen dekking voor een packetgegevensverbinding (GPRS) is, probeert het apparaat van tijd tot tijd een packetgegevensverbinding tot stand te brengen. Als u de bedrijfsduur van het apparaat wilt verlengen., selecteert u Menu > Bed. paneel > Instellingen en Verbinding > Packet-ggvns > Packet-ggvnsverbinding > Wanneer nodig.
Hulp zoeken 207 • Als u energie wilt besparen, activeert u de spaarstandmodus. Druk op de aan/uit-toets en selecteer Energiespaarst. inschkln. Als u deze wilt uitschakelen, drukt u op de aan/uittoets en selecteert u Energiespaarst. uitschkln. Mogelijk kunt u de instellingen van bepaalde toepassingen niet wijzigen als de spaarstandmodus is geactiveerd. Geheugen vrijmaken Selecteer Menu > Kantoor > Best.beheer als u wilt zien hoeveel geheugen beschikbaar is voor verschillende gegevenstypen.
Groene tips Groene tips Energie besparen U hoeft de batterij minder vaak op te laden als u het volgende in acht neemt (indien mogelijk voor het apparaat): • • • • Sluit toepassingen en gegevensverbindingen (zoals de Bluetooth-verbinding) wanneer u deze niet gebruikt. Verminder de helderheid van het scherm. Stel het apparaat zo in dat het in de spaarstand overgaat nadat het apparaat gedurende een minimumperiode niet is gebruikt, mits dit op uw apparaat mogelijk is.
Product- en veiligheidsinformatie 209 Product- en veiligheidsinformatie Toebehoren Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, opladers en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit specifieke model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn. Met name het gebruik van nietgoedgekeurde laders of batterijen kan het risico met zich meebrengen van brand, explosie, lekkage of ander gevaar.
Product- en veiligheidsinformatie Verwijdering. Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval. De echtheid van het hologram controleren 1 Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek het Nokia-symbool met de handen te zien en vanuit de andere hoek het Nokia Original Enhancements-logo.
Product- en veiligheidsinformatie 211 erkende Nokia dealer of een Nokia servicecentrum voor assistentie. • Zie www.nokia.com/battery voor meer informatie over originele Nokia batterijen. Uw apparaat onderhouden Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden. • • • • • Houd het apparaat droog.
Product- en veiligheidsinformatie Aanvullende veiligheidsinformatie Kleine kinderen Het apparaat en toebehoren zijn geen speelgoed. Ze kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd deze buiten het bereik van kleine kinderen. Gebruiksomgeving Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiosignalen in de normale positie aan het oor of wanneer het apparaat minstens 1,5 centimeter (5/8 inch) van het lichaam wordt gehouden.
Product- en veiligheidsinformatie 213 fabrikant van uw voertuig of van de hierin geïnstalleerde apparatuur. Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan risico's opleveren en de garantie ongeldig maken. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in de auto nog steeds goed bevestigd is en naar behoren functioneert.
Copyright- en andere vermeldingen 4 Druk op de beltoets. Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen. Informatie over certificatie (SAR) Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven. Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger.
Copyright- en andere vermeldingen 215 verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven. Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Copyright- en andere vermeldingen regio verschillen. Vraag uw Nokia-dealer naar meer informatie en naar de beschikbaarheid van taalopties. Dit apparaat kan grondstoffen, technologie of software bevatten waarop exportwetten en -regels van de Verenigde Staten en andere landen van toepassing zijn. Afleiding die in strijd is met de wet, is verboden.
Index 217 Index Symbolen/Numeriek 3D-beltonen 802.1x — beveiligingsinstellingen 122 185 A aan eigen voorkeuren aanpassen — scherm 169 aanpassen — taal wijzigen 170 aansluitingen 11 aan uw voorkeuren aanpassen 170 accessoires — instellingen 171 achtergrondafbeelding 122 Actieve notities 92 actieve werkbalk — in Foto's 132 afbeeldingen 130 — afdrukken 137, 139 — bewerken 135, 136 — kopiëren 18 afdrukken 96, 97 — afbeeldingen 137 afspelen — video en audio 146 © 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Index — in profielen 120 berichten 52 — configuratieberichten 189 — dienstberichten 65 — infodienstinstellingen 70 — instellingen 70 — mappen 52 — SMS-bericht, instellingen 67 — spraakopties 59 berichtlezer 58, 59 bestandsbeheer 93, 94 beveiliging — apparaat en SIM-kaart 172 — browser 89 — geheugenkaart 152 beveiligingscode 22, 151 beveiligingsmodule 157 bijlagen — multimediaberichten 65 blogs 87 blokkeren — apparaat 81, 151 — automatische blokkering apparaat 172 — toetsenblok 172 blokkeren op afstand 1
Index 219 — werkbalk 123 certificaten — gegevens 155 — instellingen 156 chatdiensten 70 chatten 70 coderen — apparaatgeheugen en geheugenkaart 153 computerverbindingen 83 Zie ook gegevensverbindingen conferentiegesprekken 38 configuratieberichten 189 contacten — afbeeldingen in 29 — beheren 28, 29 — beltonen 29 — in sociale netwerken 27 — kopiëren 18, 28 — spraaklabels 28 — synchroniseren 76, 165 contactenbalk 24 converteren — metingen 95 — valuta's 95 D datum — instellingen 171 © 2010 Nokia.
Index equalizer externe configuratie externe SIM-modus 145 157 81 F feeds, nieuws foto's — bestanden organiseren — bestandsgegevens — bewerken — werkbalk Foto's — labels 87 130 132 131 135 132 G galerij — geluidsclips — presentaties — streaming koppelingen gedeelde video — live video delen — uitnodiging aanvaarden — videoclips delen gegevenskabel gegevensverbindingen — Pc-verbindingen — synchronisatie geheugen — vrijmaken 133 127, 128 128 129 129 45 47 48 47 82 83 76, 165 207 — webcache 88 geheuge
Index 221 instellingen — accessoires — berichten — beveiliging — Bluetooth — browser — camera — certificaat — datum — dienstberichten — EAP-plug-ins — geavanceerd WLAN — GPRS — herstellen — infodienst — internetradio — klok — netwerk — oproep — packet-gegevens — podcasting — positiebepaling — printer — RealPlayer — scherm — signalen — SIP — SMS-berichten — taal 171 68 172 78 90 126 156 171 69 186 183 182 173 70 150 34 72, 175 174 182 142 105, 173 97 147 169 170 187 67 170 © 2010 Nokia.
Index — bladeren 107 — downloaden, kaarten 108 — Favorieten 112 — locatiedetails weergeven 111 — locaties delen 113 — locaties zoeken 110 — navigatie 115, 117 — opslaan, plaatsen 111 — opslaan, routes 111 — plaatsen ordenen 112 — plaatsen verzenden 112 — plannen, routes 117 — positiebepaling 109 — routes ordenen 112 — schermelementen 108, 116 — spraakaanwijzingen 114 — synchroniseren 113 — verkeersinformatie 116 — wandelroutes 117 — wijzigen, weergaven 108 kabelverbinding 82 klok 33 Klok — instellingen
Index 223 Nokiaondersteuningsinformatie Nokia Ovi Player notities nuttige informatie O Office Communicator ondersteuning Online delen — een post creëren oorspronkelijke instellingen oorspronkelijke instellingen herstellen operator — selecteren oproep doorschakelen oproepen — beantwoorden — beperken Zie vaste nummers — conferentie — duur van — instellingen — opties tijdens — voicemail — weigeren oproepen afwijzen oproepen beantwoorden 202 144 99 202 71 202 139 173 173 175 39 35 37 38 50 174 36 37 37 37 37
Index podcast — lijsten podcasting — instellingen — zoeken polsband positiebepaling — instellingen positioneringsgegevens presentaties printerinstellingen problemen oplossen profielen — aanpassen — beltonen selecteren — maken — personaliseren proxy-instellingen PUK-codes R RealPlayer — gegevens van clips bekijken — instellingen — mediaclips afspelen recente oproepen rekenmachine roaming rode ogen verwijderen 139 140 142 141 14 173 100 63, 129 97 197 121 120 119 119 180 22 147 147 146 49 93 72 136 S s
Index 225 spraak spraakopdrachten spraakoproepen Zie oproepen startscherm streaming koppelingen Symbian-toepassingen synchronisatie T taal — instellingen tekst — grootte wijzigen — voorspelling bij invoer tekstberichten — verzenden tekstinvoer tekstvoorspelling thema's — downloaden thuisnetwerk tijd — instellingen tijd en datum tijdzone-instellingen toegangscodes toegangspunten — groepen 59 41 23 129 159 76, 165 170 169 27 60 25 27, 170 122 122 83 171 33 34 22 74, 177 178 © 2010 Nokia.
Index videoclips — afspelen — gedeeld — gegevens video-oproepen virtual private network. — gebruiken in toepassingen voicemail — bellen — nummer wijzigen VPN — gebruiken in toepassingen — toegangspunten W webbrowser webverbinding weigeren, oproepen wekker welkomsttekst WEP — beveiligingsinstellingen — sleutels wereldklok wisselkoersen WLAN — 802.