Nokia carkit CK-200 Gebruikers- en installatiehandleiding Uitgave 2.
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product CK-200 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Dit product is conform de limieten zoals deze zijn gedefinieerd in richtlijn 2004/104/EG (wijziging van richtlijn 72/245/EEC), Bijlage I, alinea 6.5, 6.6, 6.8 en 6.9. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid................... 5 Snel aan de slag....................... 6 De eerste keer instellen ....................... 6 Afstandsbediening................................. 6 1. Inleiding................................ 8 Over dit document ................................ 8 Software-updates.................................. 9 Draadloze Bluetoothtechnologie.............................................. 9 2. Aan de slag......................... 10 Onderdelen ........................
Andere problemen .............................. 29 32 33 35 37 Installatie met behulp van de voedingskabel CA-153P en directe inputkabel CA-161 ........... Installatie-instellingen ...................... Optionele accessoires ........................ Oplaadkabel ...................................... Microfoon .......................................... Externe antenne............................... De werking van de carkit controleren ........................................... 38 Zorg en onderhoud ....
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikers- en installatiehandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van een mobiele telefoon verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houdt u aan de lokale wetgeving.
Snel aan de slag Snel aan de slag In dit hoofdstuk worden de basisfuncties van de carkit kort beschreven. Zie de betreffende hoofdstukken in deze handleiding voor nadere informatie. ■ De eerste keer instellen 1. Schakel de carkit (zie pagina 15) en uw mobiele telefoon in. 2. Als u wordt gevraagd om een taal te selecteren, draait u aan de NaviTM-toets (hierna de toets genoemd) om naar de gewenste taal te bladeren en drukt u op de toets. 3.
Snel aan de slag • Als u een contactpersoon wilt opzoeken in de contactenlijst, draait u in de stand-bymodus de toets naar rechts. • Als u het volume wilt regelen tijdens een gesprek of u als u door menu-items wilt bladeren, draait u de toets naar links of naar rechts. • Als u bijvoorbeeld Menu in de stand-bymodus wilt selecteren of de gemarkeerde functie in het menu, drukt u op de toets. 4.
Inleiding 1. Inleiding Met de Nokia Carkit CK-200 kunt u handsfree bellen en gebeld worden. U kunt ook de lijst met contactpersonen van twee compatibele mobiele telefoons naar de carkit kopiëren en de gekopieerde contacten op het ingebouwde scherm bekijken om via de verbonden telefoon te bellen. De carkit wordt geleverd met een draadloze afstandsbediening waarmee u de carkit handig vanaf een afstand kunt bedienen. U kunt Bluetooth gebruiken om de carkit te verbinden met twee compatibele telefoons tegelijk.
Inleiding ■ Software-updates U kunt de software van de carkit bijwerken. Download en installeer de update-toepassing voor de Nokia carkit vanaf www.nokia.com/support naar een compatibele computer. Gebruik een USB-gegevenskabel met aan het ene uiteinde een standaard USB-stekker en aan het andere uiteinde een micro USBstekker om het scherm van de carkit aan te sluiten op de computer. Deze kabel wordt apart verkocht. Open de update-toepassing en volg de weergegeven instructies.
Aan de slag 2. Aan de slag ■ Onderdelen De carkit bevat de volgende onderdelen: 1 3 2 4 5 1. Hoofdeenheid CK-200 met scherm 2. Bevestigingsplaat voor hoofdeenheid CK-200 3. Afstandsbediening CU-13R met Navi-toets 4. Klem op stuur voor afstandsbediening CU-13R 5. CD die deze handleiding bevat Daarnaast bevat het pakket kabels en andere onderdelen die u nodig hebt bij de installatie van de carkit.
Aan de slag ■ Afstandsbediening CU-13R U kunt de afstandsbediening gebruiken om de carkit te bedienen. Het apparaat beschikt over een Navi-toets die u kunt draaien of indrukken. 1. Toets voor spraakgestuurde nummerkeuze / dempen 2. Schakeltoets 3. Navi-toets 4. Beltoets 5. Eindetoets ■ Scherm- en stand-bymodus Schermonderdelen Het scherm heeft de volgende onderdelen: 1 1. Aan/uit-toets 2. Microfoon 3.
Aan de slag Het scherm op de bevestigingsplaat monteren U kunt de carkit gebruiken zodra het scherm op de bevestigingsplaat is geschoven. Als u het scherm wilt losmaken, schakelt u de carkit eerst uit en schuift u het scherm naar boven, van de bevestigingsplaat af. Het scherm draaien Wanneer het scherm op het dashboard is bevestigd door middel van de meegeleverde bevestigingsplaat, kunt u het scherm ongeveer 15 graden naar links, rechts, omhoog of omlaag draaien in het kogelscharnier.
Aan de slag 4. De Bluetooth-naam van het verbonden apparaat. Als de carkit is verbonden met twee telefoons, wordt de primaire telefoon weergegeven boven de secundaire telefoon. 5. Met de functie Menu kunt u de lijst met menufuncties openen. Open de lijst door op de toets te drukken. Als u een telefoonnummer handmatig wilt invoeren of snelkeuzetoetsen wilt gebruiken, draait u de toets naar links. Als u een contactpersoon wilt opzoeken in de contactenlijst van de carkit, draait u de toets naar rechts.
Aan de slag Alleen oproep-gerelateerde tonen van de aangesloten telefoon worden afgespeeld via de luidsprekers van de carkit. Als de batterij van de aangesloten telefoon bijna leeg is, wordt Batterij bijna leeg kort weergegeven. Als de batterij van de afstandsbediening bijna leeg is, wordt Batterij afstandsbediening bijna leeg weergegeven. ■ De batterij in de afstandsbediening plaatsen De draadloze afstandsbediening bevat één CR2032 lithium knoopcelbatterij.
Aan de slag Als u de afstandsbediening vervangt of meerdere afstandsbedieningen gebruikt in combinatie met de carkit Als u de afstandsbediening vervangt of meerdere afstandsbedieningen gebruikt in combinatie met de carkit, moet u de nieuwe afstandsbediening handmatig aan de carkit koppelen. Draai de contactsleutel in de uitstand, en haal het scherm gedurende minstens 10 seconden los van de bevestigingsplaat.
Aan de slag Zodra de carkit is ingeschakeld, wordt geprobeerd een Bluetoothverbinding tot stand te brengen met een of twee van de meest recentelijk verbonden telefoons, afhankelijk van de instellingen van de Multipoint-verbinding. Uitschakelen Als de contactsensordraad is aangesloten, zet u de motor uit of drukt u op de Aan/uit-toets.
Aan de slag U koppelt en verbindt de carkit als volgt met een compatibele telefoon: 1. Als de carkit nog niet is gekoppeld met een telefoon, schakelt u de carkit en de telefoon in. De carkit komt in de koppelingsmodus. Als u al eerder een koppeling met een telefoon hebt gemaakt, maakt u in de stand-bymodus een koppeling met een andere telefoon door Menu > Instellingen > Verbinding > Connection Manager > Nieuw apparaat koppelen te selecteren. 2.
Aan de slag De carkit automatisch verbinden Mogelijk kunt u de mobiele telefoon zo instellen dat de carkit er automatisch verbinding mee maakt. Als u deze functie wilt activeren, moet u de instellingen voor koppelen van apparaten in het Bluetoothmenu van uw telefoon wijzigen. De carkit loskoppelen Als u de carkit wilt loskoppelen van uw mobiele telefoon, sluit u de verbinding in het Bluetooth-menu van uw telefoon.
Algemene gebruiksinstructies 3. Algemene gebruiksinstructies ■ Contacten kopiëren vanaf aangesloten telefoons U kunt contacten (namen en telefoonnummers) kopiëren vanaf compatibele mobiele telefoons die u aansluit op de carkit. wordt tijdens het kopiëren weergegeven. Het kopiëren kan enkele minuten duren, afhankelijk van het aantal contacten. Terwijl de contacten worden gekopieerd, kunt u de carkit niet gebruiken.
Algemene gebruiksinstructies ■ Bellen Tijdens een telefoongesprek moet u spreken in de richting van het scherm of de externe microfoon die is aangesloten op de carkit. U verkrijgt het beste resultaat als u ervoor zorgt dat zich geen voorwerpen vóór de microfoon bevinden. Tijdens een gesprek wordt weergegeven. U kunt alleen gebruikmaken van de contacten op aangesloten telefoons als u deze naar de carkit hebt gekopieerd. Iemand bellen U kunt met de afstandsbediening alleen bellen op de primaire telefoon.
Algemene gebruiksinstructies telefoonnummers zijn voor de contactpersoon, selecteert u eerst het gewenste nummer en drukt u daarna op de Navi-toets of de beltoets. Een recentelijk gebeld nummer opnieuw bellen Als u het nummer dat u het laatst hebt gebeld opnieuw wilt kiezen (als de telefoon nummerherhaling met de carkit ondersteunt), drukt u tweemaal op de beltoets wanneer er geen gesprek actief is.
Algemene gebruiksinstructies De naam die bij het nummer is opgeslagen, wordt weergegeven als u deze naam en het nummer naar de carkit hebt gekopieerd. Als de naam en het nummer niet beschikbaar zijn, wordt Privénummer weergegeven. Om de oproep te beantwoorden op de primaire of secundaire telefoon, drukt u op de beltoets of op de Navi-toets. Als de batterij van de afstandsbediening leeg is, drukt u op de Aan/uit-toets van de carkit. Als u de oproep wilt weigeren, drukt u op de eindetoets.
Algemene gebruiksinstructies Als u een oproep in de wachtstand wilt weigeren, selecteert u Gespreksopties > Binnenkomend gesprek weigeren. Als u het actieve gesprek wilt beëindigen en van de oproep in de wachtstand het actieve gesprek wilt maken, drukt u op de eindetoets. Als u heen en weer wilt schakelen tussen het actieve gesprek en de oproep in de wachtstand, drukt u op de beltoets.
Algemene gebruiksinstructies Als u recente oproepen wilt bekijken in de stand-bymodus, selecteert u Menu > Recente gesprekken en een oproeptype. Blader naar een contactpersoon en druk op de toets om de gegevens van de oproep te bekijken of druk op de beltoets om de contactpersoon te bellen. Wanneer u oproepen hebt gemist, wordt weergegeven. ■ Tekstberichten bekijken Het menu Berichten wordt alleen weergegeven als de verbonden telefoon de verbindingsinterface van Nokia ondersteunt.
Instellingen 4. Instellingen ■ Verbindingsinstellingen Als u Bluetooth-verbindingen wilt instellen, selecteert u in de standbymodus Menu > Instellingen > Verbinding en maakt u een selectie uit de volgende opties: • Connection Manager — Als u de carkit wilt koppelen en verbinden met een compatibele telefoon, selecteert u Nieuw apparaat koppelen. Als u de carkit wilt verbinden met een eerder gekoppelde telefoon of een telefoon wilt loskoppelen, selecteert u de telefoon in de lijst.
Instellingen • Schermkleur — Selecteer de kleur voor het achtergrondlicht van het scherm. Als u zelf een kleur wilt definiëren, selecteert u Aangepast en draait u aan de toets om de hoeveelheid rood (R), groen (G) en blauw (B) in de kleur te bepalen. Als u een kleur wilt kiezen tussen deze tinten, drukt u op de toets. • Automatisch dimmen — Selecteer hoe lang het moet duren voordat het scherm wordt gedimd.
Instellingen • Taal — Selecteer welke taal u wilt gebruiken. • Downloaden contacten starten — Kopieer de contacten van de aangesloten primaire telefoon naar de carkit. Wanneer de contacten worden gekopieerd, wordt weergegeven. • Automatisch contacten downloaden — Stel in dat de carkit de contacten automatisch bijwerkt vanaf een compatibele telefoon telkens wanneer u deze telefoon met de carkit verbindt. De carkit kan niet worden gebruikt tijdens het kopiëren.
Problemen oplossen 5. Problemen oplossen ■ De carkit opnieuw instellen De carkit reageert niet op wat ik doe. Hoe kan ik de carkit opnieuw instellen? Haal het scherm gedurende minstens 10 seconden van de bevestigingsplaat af en druk op de Aan/uit-toets om de carkit in te schakelen. ■ Problemen met de verbinding Ik kan Bluetooth niet gebruiken om de carkit te verbinden met mijn telefoon. • Zorg ervoor dat de carkit is ingeschakeld en is gekoppeld met uw telefoon.
Problemen oplossen • Spreek in de richting van het scherm of de optionele externe microfoon die is aangesloten op de carkit. U verkrijgt het beste resultaat als u ervoor zorgt dat zich geen voorwerpen vóór de microfoon bevinden. • Controleer of u de microfoon niet per ongeluk hebt gedempt. De geluidskwaliteit is niet goed of ik hoor geen geluid. • Als de carkit op de autoradio is aangesloten, controleer dan of het volume van de autoradio goed is ingesteld.
Installatie 6. Installatie ■ Veiligheidsinformatie Neem de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht bij het monteren van de carkit. • De carkit mag alleen worden gemonteerd door een bevoegd technicus of monteur en er mag alleen gebruik worden gemaakt van de meegeleverde, goedgekeurde originele Nokia-onderdelen. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is, doen vervallen.
Installatie • Sluit geen onderdelen van de carkit aan op de hoogspanningsdraden van het contactsysteem. • Let er bij de montage van de onderdelen van de carkit op dat geen enkel onderdeel een belemmering vormt voor het stuur- of remsysteem of andere systemen die worden gebruikt voor de werking van het voertuig (bijvoorbeeld airbags). Zorg ervoor dat de carkit en de onderdelen zo worden gemonteerd dat u er niet mee in contact komt in het geval van een botsing of aanrijding.
Installatie Gebruik een USB-gegevenskabel met aan het ene uiteinde een standaard USB-stekker en aan het andere uiteinde een micro USBstekker om het scherm van de carkit aan te sluiten op de computer. Deze kabel wordt apart verkocht. Open de update-toepassing en volg de weergegeven instructies. De USBkabel moet aangesloten blijven terwijl de software wordt bijgewerkt.
Installatie Voorbeeld van juiste montage, waarbij de afstandsbediening is bevestigd op het dashboard, met een optionele externe microfoon. De externe microfoon is alleen nodig als er lawaai is in de passagiersruimte. Afstandsbediening CU-13R De afstandsbediening moet zich binnen handbereik van de gebruiker bevinden. Plaats de afstandsbediening niet op een plek waar bij een botsing het hoofd tegenaan zou kunnen komen.
Installatie 2. Trek het beschermlaagje van het dunste stuk plakband en druk het plakband op de onderzijde van de afstandsbediening. Let erop dat u niet over het batterijdeksel van de afstandsbediening heen plakt. 3. Druk de stukjes plakband stevig tegen elkaar en controleer of de afstandsbediening goed op zijn plaats blijft zitten. Monteren op het stuur met behulp van de meegeleverde band Monteer de afstandsbediening aan de binnenkant van het stuur.
Installatie 6. Druk de afstandsbediening in de houder (7). U haalt de afstandsbediening los door deze van onderaf door de opening in de houder te duwen. Als u de band los wilt halen, trekt u de vergrendeling van het stuur af (8). 7 8 Beeldscherm U kunt het beeldscherm op het dashboard bevestigen met behulp van de meegeleverde bevestigingsplaat. Het scherm moet zo worden geplaatst dat het gemakkelijk zichtbaar is voor de gebruiker en gemakkelijk naar links, rechts, omhoog of omlaag gedraaid kan worden.
Installatie 3. Voer de schermkabel CA-165 van de bevestigingsplaat bijvoorbeeld door het ventilatiesysteem (zie de documentatie van de auto voor nadere gegevens) en sluit de kabel aan op de betreffende aansluiting op de verdeelkast RX-73. Het scherm op de bevestigingsplaat monteren 1. Schuif het scherm op de bevestigingsplaat (1). 2. Zet het scherm in de juiste positie (2). 1 2 3.
Installatie Verdeelkast RX-73 De verdeelkast beschikt over de volgende connectoren: 1 4 3 2 5 6 1. Connector voor directe inputkabel CA-161 2. Connector voor voedingskabel CA-153P of voedingskabel van ISO-kabel CA-160 3. Connector voor optionele luidspreker (zoals de Nokia SP-3) of luidsprekerkabel van ISO-kabel CA-160 4. Connector voor optionele laadkabel (zoals CA-134) 5. Connector voor schermkabel CA-165 6.
Installatie ■ Integratie met een autoradiosysteem U kunt de carkit op drie manieren op een autoradiosysteem aansluiten. Selecteer de juiste optie aan de hand van de meegeleverde onderdelen. Raadpleeg ’Verdeelkast RX-73’ op pagina 37 voor informatie over de connectoren op de verdeelkast RX-73. U kunt de carkit aansluiten op een luidspreker met een impedantie van ten minste 4 ohm. Als de impedantie groter is dan 8 ohm, is het uitgangsvermogen aanzienlijk lager dan normaal.
Installatie Installatie met behulp van de ISO-kabel CA-160 Wanneer u de carkit aansluit op de autoradio met behulp van de ISO-kabel CA-160, wordt de autoradio gedempt zodra u belt of gebeld wordt. CA-160 CA-134 CK-200 1. Ga als volgt te werk om de ISO-kabel aan te sluiten op de autoradio: • Koppel de twee ISO-stekkers voor voeding en luidsprekers los van de autoradio. • Sluit de vrouwelijke connector van de ISO-kabel aan op de voedings- en luidsprekerconnectoren van de kabelboom van de auto.
Installatie • Controleer de permanente +12 V voeding (rode draad) en contactvoeding (blauwe draad) op de connector op de verdeelkast. Indien nodig wisselt u de configuratieconnectoren "+12V battery" (+12V-accu) en "Ignition" (contact) van de ISOkabel om. Zoek de juiste locatie van het dempingssignaal voor de autoradio en sluit de configuratieconnector "Mute" (dempen) aan op de betreffende contrastekker (Mute1, Mute2 of Mute3).
Installatie Installatie met behulp van de voedingskabel CA-153P en een externe luidspreker In deze opstelling wordt de verdeelkast op de autoradio aangesloten met de voedingskabel CA-153P, en wordt een optionele externe luidspreker gebruikt voor het bellen.
Installatie 1. Sluit de draden van de voedingskabel CA-153P als volgt aan op de auto: • De zwarte draad moet naar de aarding van het voertuig. • De rode draad moet naar de permanente 12 V. Sluit de meegeleverde 2 A zekering altijd aan op deze leiding, dichtbij de bron. • De blauwe draad moet naar de Contact- of ACC-leiding (accessory). Sluit de meegeleverde 1 A-zekering altijd aan op deze leiding, dichtbij de bron. 2. Sluit de voedingskabel aan op de betreffende connector op de verdeelkast. 3.
Installatie Installatie met behulp van de voedingskabel CA-153P en directe inputkabel CA-161 In deze opstelling wordt de verdeelkast op de autoradio aangesloten met de voedingskabel CA-153P en de directe inputkabel CA-161, en worden de luidsprekers van de autoradio gebruikt voor het bellen.
Installatie 1. Sluit de draden van de voedingskabel CA-153P als volgt aan op de auto: • De zwarte draad moet naar de aarding van het voertuig. • De rode draad moet naar de permanente 12 V. Sluit de meegeleverde 2 A zekering altijd aan op deze leiding, dichtbij de bron. • De blauwe draad moet naar de Contact- of ACC-leiding (accessory). Sluit de meegeleverde 1 A-zekering altijd aan op deze leiding, dichtbij de bron. • De gele draad moet naar de dempingsinput van de autoradio. 2.
Installatie Houd in de stand-bymodus de Aan/uit-knop ongeveer 10 seconden ingedrukt en maak een selectie uit de volgende opties: • DSP-instellingen — Selecteer de audio-instellingen die aan uw wensen voldoen. Als u de nieuwe instellingen wilt activeren, moet u mogelijk de carkit uit- en weer inschakelen. • Microfooninstellingen — Selecteer de interne of externe microfoon aan de hand van de instellingen. ■ Optionele accessoires U kunt de functies van de carkit uitbreiden met optionele accessoires.
Installatie het verwarmings-, ventilatie- of aircosysteem. Gebruik het meegeleverde dubbelzijdige plakband om de microfoon te bevestigen. Steek de stekker van de microfoon in de microfoonconnector op de verdeelkast en draai de stekker met de klok mee om deze vast te klikken. Externe antenne De externe antenne zorgt voor betere ontvangst van de mobiele telefoon in de auto. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie.
Zorg en onderhoud Zorg en onderhoud Uw carkit is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Zorg dat de carkit droog blijft. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. • Gebruik of bewaar de carkit niet op stoffige, vuile plaatsen.
Aanvullende veiligheidsinformatie Aanvullende veiligheidsinformatie ■ Voertuigen RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip- of antiblokkeer-remsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen).