Operation Manual
NEDERLANDS
die door Nokia zijn goedgekeurd en
bestemd zijn voor dit apparaat.
Als u een batterij voor de eerste keer
gebruikt of als u de batterij langere tijd
niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat
u de lader moet aansluiten, ontkoppelen
en vervolgens opnieuw moet aansluiten
om het opladen te starten. Als de batterij
volledig ontladen is, kan het enkele
minuten duren voordat het licht van de
batterij-indicator wordt weergegeven.
Haal de lader uit het stopcontact
wanneer u deze niet gebruikt. Houd een
volledig opgeladen batterij niet
gekoppeld aan de lader omdat de
levensduur van de batterij kan afnemen
wanneer deze wordt overladen. Als een
volledig opgeladen batterij niet wordt
gebruikt, wordt deze na verloop van tijd
automatisch ontladen.
Probeer de batterij altijd te bewaren op
een temperatuur tussen 15 °C en 25 °C.
Bij extreme temperaturen nemen de
capaciteit en levensduur van de batterij
af. Een apparaat met een warme of koude
batterij kan gedurende bepaalde tijd
onbruikbaar zijn. De batterijprestaties
zijn met name beperkt in temperaturen
beduidend onder het vriespunt.
Gooi batterijen niet in het vuur.
De batterijen kunnen dan ontploffen.
Verwerk batterijen in overeenstemming
met de lokale regelgeving. Lever
batterijen indien mogelijk in voor
recycling. Gooi batterijen niet weg
met het huishoudafval.
Gebruik nooit een beschadigde lader.
De gebruiksduur s slechts een schatting.
De werkelijke prestaties zijn afhankelijk
van een aantal factoren, zoals de
geselecteerde instellingen, de gebruikte
functies (of functies die op de
achtergrond worden uitgevoerd),
de staat van de batterij en de
omgevingstemperatuur.










