Elektronische handleiding als uitgave bij "Nokia Handleidingen - Voorwaarden en bepalingen, 7 juni 1998" (“Nokia User’s Guides Terms and Conditions, 7th June, 1998”.
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA MOBILE PHONES Ltd verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product NSM-3NX conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad:1999/5/EG. Copyright © Nokia Mobile Phones 2000.Alle rechten voorbehouden. Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden. US Patent No 5818437 and other pending patents.
Naslaggids Proficiat met de aankoop van deze telefoon! Op deze pagina’s worden enkele handige tips gegeven voor het gebruik van de telefoon. Lees de gebruikershandleiding voor uitvoerigere informatie. In deze gids worden alle toetsaanslagen weergegeven door pictogrammen, zoals en . De eerste keer bellen • Voordat u de eerste keer kunt bellen, leest u eerst het gedeelte “Aan de slag” om te leren hoe u de SIM-kaart plaatst, • de batterij installeert en laadt • en de telefoon inschakelt. 1.
Telefoonlijstfuncties Snel opslaan Toets het telefoonnummer in en druk op Sla op. Toets de naam in en druk op OK. Snel zoeken Druk vanuit de standby-modus op , toets de eerste letter van de naam in en blader met of naar de gewenste naam. Telefoonlijst tijdens Druk tijdens een gesprek op Opties, ga naar een gesprek Namen en druk op Kies. gebruiken Menu’s openen Een menu openen / Druk op Menu, ga met of naar afsluiten de gewenste menufunctie en druk op Kies.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid .............. 8 Algemene informatie ........ 10 Labels op de telefoon .................... 10 Beveiligingscode ............................. 10 Netwerkdiensten ............................ 10 Accessoires ....................................... 11 Typografische conventies in deze handleiding ...................................... 11 1.De telefoon ..................... 12 Toetsen .............................................. 12 Aansluitingen ................................
.Menufuncties ................. 43 Berichten (menu 1) ........................43 Een bericht lezen (Inbox, menu 1-1) .......................43 Uw eigen berichten bekijken (Outbox, menu 1-2) ...................44 Een tekstbericht verzenden (Berichten intoetsen, menu 1-3) .....................................44 Afbeeldingen (menu 1-4) .........48 Berichtenopties (menu 1-5) ....49 Infodienst (menu 1-6) ...............51 Fax- of data-oproep (menu 1-7) ....................................
Informatie over de batterij .......... 80 De batterij opladen en ontladen ........................................ 80 Instructies voor het wijzigen van de gekleurde Nokia Xpress-on™-klep ................ 82 Onderhoud ......................... 84 Belangrijke veiligheidsinformatie ........ 86 ©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de regels kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Parkeer eerst de auto. INTERFERENTIE Alle draadloze telefoons zijn gevoelig voor interferentie, waardoor de werking van de telefoon kan worden beïnvloed. SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN ZIEKENHUIZEN Volg alle regels en aanwijzingen op.
DESKUNDIG ONDERHOUD Laat alleen bevoegd servicepersoneel het apparaat installeren of repareren. ACCESSOIRES EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte producten aan. MAAK RESERVEKOPIEËN Denk eraan om reservekopieën van alle belangrijke gegevens te maken. AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, moet u de gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde veiligheidsinstructies.
Algemene informatie In dit hoofdstuk vindt u algemene informatie over uw nieuwe telefoon en over deze gebruikershandleiding. Labels op de telefoon De telefoon is voorzien van labels. Deze labels zijn belangrijk voor de service en aanverwante zaken. Zorg er daarom voor dat u de labels en de informatie daarop niet kwijtraakt. Beveiligingscode Bij de telefoon wordt de beveiligingscode 12345 geleverd. Wijzig deze code in het menu Instellingen (menu 4-6-6-1) om onbevoegd gebruik van de telefoon te voorkomen.
Accessoires De Li-Ion-batterij BLB-2 is de door de fabrikant goedgekeurde, oplaadbare batterij voor uw telefoon. WAARSCHUWING! Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: ACP-7, ACP-8, LCH-9 en DCV-1B. Gebruik op andere manieren maakt eventuele goedkeuringen op deze apparatuur ongeldig en kan gevaarlijk zijn. WAARSCHUWING! Gebruik alleen batterijen, laders en accessoires die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de telefoon voor gebruik met dit type telefoon.
1. De telefoon Toetsen In dit hoofdstuk worden de toetsen en de schermindicatoren in de standby-modus van de telefoon beschreven. Uitvoerigere informatie vindt u elders in deze gebruikershandleiding. 1. Aan/uit-toets. Met de aan/uittoets bovenop de telefoon schakelt u de telefoon in en uit. Wanneer u deze toets kort indrukt in de standby-modus of tijdens een gesprek, wordt de lijst met profielen geopend.
3. Met de schuiftoetsen kunt u bladeren door namen, telefoonnummers, menu’s of menufuncties en instellingen in de telefoonlijst. Wanneer u een bericht intoetst, kunt u de cursor naar links verplaatsen met en naar rechts met . 4. Hiermee kunt u een gesprek beantwoorden en een telefoonnummer kiezen. In de standby-modus worden hiermee de laatstgekozen nummers weergegeven. 5. tot en met te toetsen. Door worden gebruikt om cijfers en letters in ingedrukt te houden, belt u uw voicemail.
Aansluitingen 1. Aansluiting laadapparaat 2. Aansluiting hoofdtelefoon 3. Infraroodpoort Schermindicatoren in de standby-modus De indicatoren die hieronder worden beschreven, zijn zichtbaar wanneer de telefoon klaar is voor gebruik en nog geen tekens zijn ingevoerd door de gebruiker. De naam van het huidige cellulaire netwerk wordt in het scherm weergegeven. en balk Toont de sterkte van het radiosignaal van het cellulaire netwerk dat op dit moment wordt gebruikt.
2. Aan de slag De SIM-kaart en de batterij installeren • Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. • De SIM-kaart en de contactpunten kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert. • Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u de telefoon altijd uitschakelen en de batterij verwijderen. 1. Houd de telefoon vast met de achterzijde naar u toe en druk op de knop voor het openen van de achterklep.
3. Bevestig de SIM-kaart onder het metalen plaatje. Zorg dat de goudkleurige aansluitingen naar beneden gericht zijn (in de richting van de aansluiting op de telefoon) en dat de schuine hoek zich rechts bevindt. Opmerking: Als u de SIM-kaart moet verwijderen, schuift u deze voorzichtig uit de SIM-kaartsleuf. 4. Plaats de batterij terug. 5. Schuif de achterklep terug op zijn plaats. 16 ©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
De batterij opladen 1. Sluit de stekker van de lader voorzichtig aan op aansluiting (1.) aan de onderzijde van de telefoon. Opmerking: Aansluiting (2.) is de aansluiting voor de hoofdtelefoon. Sluit de hoofdtelefoon niet aan op de aansluiting voor de lader. Hierdoor kunt u de aansluiting voor de lader beschadigen. 2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. De indicatiebalk voor de batterij begint te schuiven. De tekst Batterij wordt opgeladen wordt kort weergegeven als de telefoon is ingeschakeld.
De telefoon in- en uitschakelen Houd de aan/uit-toets ingedrukt. Als een PIN-code moet worden opgegeven: • Toets de PIN-code in (deze wordt weergegeven met asterisken ✱) en druk op OK. Zie ook ‘Naslaginformatie’ ‘Toegangscodes’. Als een beveiligingscode moet worden opgegeven: • Toets de beveiligingscode in (deze wordt weergegeven met asterisken ✱) en druk op OK. Zie ook ‘Algemene informatie’ - ‘Beveiligingscode’.
De prestaties van de antenne en de gesprekstijd van de telefoon zijn optimaal als u het gebied rond de antenne niet aanraakt tijdens een telefoongesprek. Normale positie: Houd de telefoon net zo vast als elke andere telefoon. ©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
3. Belfuncties Bellen en gebeld worden Bellen 1. Toets het netnummer en abonneenummer in. Als u een nummer in het scherm wilt wijzigen, drukt u op of om de cursor te verplaatsen. Druk op Wis om het teken links van de cursor te verwijderen. 2. Druk op om het nummer te kiezen. 3. Druk op om het gesprek te beëindigen of het kiezen te onderbreken. Internationale oproepen 1. Druk tweemaal kort op voor het internationale prefix (het teken + vervangt de internationale toegangscode). 2.
Laatste nummer herhalen De laatste tien telefoonnummers die u hebt gebeld of geprobeerd te bellen, zijn in het geheugen van de telefoon opgeslagen. Ga als volgt te werk om een van de laatstgekozen nummers te herhalen: 1. Druk in de standby-modus eenmaal op laatstgekozen nummers weer te geven. 2. Ga met naam. of om de lijst met naar het gewenste nummer of de gewenste Voicemail bellen 1. Houd modus. ingedrukt in de standby- 2.
Gebeld worden 1. Als u een oproep wilt beantwoorden, drukt u op 2. Druk op . om het gesprek te beëindigen. TIP: Als u een inkomend gesprek wilt weigeren, drukt u op . Als de functie Doorschakelen indien in gesprek is ingeschakeld om gesprekken door te schakelen (bijvoorbeeld naar uw voicemail), wordt een inkomend gesprek ook doorgeschakeld door het gesprek te weigeren. Zie ‘Doorschakelen’.
Standby of Uit standby om een gesprek in de wachtstand te plaatsen of vrij te geven Nieuwe opr. om een nieuw gesprek te beginnen terwijl u een ander gesprek voert DTMF zenden Alles afsluiten om DTMF-tonen te verzenden Namen om de telefoonlijst te openen Menu om de menufuncties te activeren Microfoon uit om de microfoon van de telefoon uit te schakelen Doorverbindn om een actief gesprek en een gesprek in de wachtstand met elkaar te verbinden en zelf de verbinding te verbreken.
• Druk op Wissel of op om tussen de teleconferentie en het afzonderlijke gesprek te schakelen. 6. Als u terug wilt keren naar de teleconferentie, kiest u opnieuw Conferentie . Zie stap 3. 7. Druk op om de teleconferentie te beëindigen. Toetsenbordvergrendeling De toetsenbordvergrendeling voorkomt dat u per ongeluk toetsen indrukt, bijvoorbeeld wanneer de telefoon zich in uw zak of handtas bevindt. Het toetsenbord vergrendelen • Druk in de standby-modus op Menu en vervolgens kort op .
Opmerking: Wanneer de functie Toetsenbordvergrendeling is ingeschakeld, kunt u nog wel het alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Toets het alarmnummer in en druk op . Het nummer wordt alleen weergegeven als alle cijfers zijn ingetoetst. ©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
4. Telefoonlijst (Namen) U kunt telefoonnummers en de bijbehorende namen opslaan in het geheugen van de telefoon (interne telefoonlijst) of van de SIM-kaart (SIM-telefoonlijst). In de interne telefoonlijst kunnen 250 namen (elk van maximaal 20 tekens) en telefoonnummers (elk van maximaal 30 cijfers) worden opgeslagen. De telefoon ondersteunt SIM-kaarten waarop maximaal 250 namen en telefoonnummers kunnen worden opgeslagen.
Een telefoonnummer met een naam opslaan (Nieuwe invoer) U kunt namen en telefoonnummers opslaan in de interne telefoonlijst of de SIM-telefoonlijst. 1. Druk in de standby-modus op Namen. 2. Ga naar Nieuwe invoer en druk op Kies. 3. Toets de naam in en druk op OK. Gebruik de lettertoetsen ( ) om de naam in te toetsen. Druk eenmaal op de toets voor de eerste op de toets afgebeelde letter, druk tweemaal voor de tweede letter, druk driemaal voor de derde letter, enzovoort.
TIP: Als u het plusteken (+) voor het internationale prefix intoetst (druk tweemaal op ) vóór de landcode, kunt u hetzelfde telefoonnummer gebruiken wanneer u vanuit het buitenland belt. TIP: SNEL OPSLAAN: Toets het telefoonnummer in vanuit de standby-modus en druk op Sla op. Toets de naam in en druk op OK. Naam en telefoonnummer opvragen 1. Druk in de standby-modus op Namen. 2. Ga naar Zoeken en druk op Kies. 3. Toets de eerste letter(s) in van de naam waarnaar u zoekt. 4.
5. Als u Eén voor één kiest: • Geef aan of u de oorspronkelijke naam en bijbehorend telefoonnummer wilt behouden of wissen en druk op Kies. • Ga naar de gewenste naam en/of het gewenste telefoonnummer. Druk op Kopieer om het kopiëren te starten of druk op Terug om de bewerking te annuleren. Als u Alles kopiëren kiest: • Geef aan of u de oorspronkelijke namen en telefoonnummers wilt behouden of wissen en druk op Kies. • Druk op OK om het kopiëren te starten of druk op Terug om de bewerking te annuleren.
Alles wissen 1. Druk in de standby-modus op Namen. 2. Ga naar Wissen en druk op Kies. 3. Ga naar Alles wissen en druk op Kies. 4. Selecteer het gewenste geheugen, Telefoon of SIM-kaart. Druk op Kies. 5. Druk bij de vraag Weet u het zeker? op OK. 6. Toets de beveiligingscode in en druk op OK. Zie ‘Naslaginformatie’ – ‘Toegangscodes’ voor meer informatie over de beveiligingscode.
Bellergroepen U kunt de namen en telefoonnummers in de telefoonlijst indelen in bellergroepen, bijvoorbeeld Familie en Collega’s. Voor elke bellergroep kunt u een specifieke beltoon instellen en een vooraf geselecteerd logo in het scherm weergeven wanneer u een oproep ontvangt van een telefoonnummer uit een groep. U kunt de telefoon ook zodanig instellen dat deze uitsluitend overgaat wanneer u een oproep ontvangt van telefoonnummers die tot een bepaalde bellergroep behoren. Zie ‘Profielen (menu 3)’.
• Beltoon voor groep Ga naar de gewenste beltoon en druk op OK. Standaard is de toon die geselecteerd is voor het actieve profiel. • Groepslogo Ga naar Aan, Uit, Logo bekijken, Zenden via IR, Logo zenden (zenden via SMS) en druk op Kies. Als u de netwerkdienst Logo zenden hebt gekozen, toetst u het telefoonnummer van de ontvanger in of selecteert u dit in de telefoonlijst en drukt u op OK.
Het type weergave instellen 1. Druk in de standby-modus op Namen. 2. Ga naar Opties en druk op Kies. 3. Ga naar Type weergave kiezen en druk op Kies. 4. Ga naar Namenlijst, Naam & Nr. of Grote letters en druk op OK. Servicenummers (Servicenrs.) Met deze functie kunt u snel de servicenummers van uw netwerkexploitant bellen. Deze functie wordt alleen weergegeven als uw netwerkexploitant servicenummers op de SIM-kaart heeft opgeslagen. 1. Druk in de standby-modus op Namen. 2. Ga naar Servicenrs.
2. Als de naam en het telefoonnummer naar de telefoon zijn gekopieerd, drukt u op Opties en gaat u naar Bekijken, Opslaan of Wegdoen. Druk op OK. Kopiëren en afdrukken vanaf uw telefoon U kunt namen en telefoonnummers kopiëren vanuit de telefoonlijst van een compatibele telefoon of via een geschikte toepassing op de pc. U kunt namen en telefoonnummers ook afdrukken op een de compatibele printer. 1.
• Houd de telefoon tijdens het opnemen of inspreken van een spraaknummer in de normale positie, tegen het oor. De telefoon moet zich in een servicegebied bevinden met een voldoende krachtig cellulair signaal. • De maximumlengte voor een spraakopname is 1,5 seconden. Zeer korte namen worden echter niet geaccepteerd. • U kunt maximaal acht spraaknummers in het telefoongeheugen opslaan. Opmerking: De telefoon moet zich in een servicegebied bevinden met een voldoende krachtig cellulair signaal.
4. Druk op Starten. Er klinkt een waarschuwingstoon en de tekst Nu spreken a.u.b. wordt weergegeven. 5. Spreek het woord of de woorden die u als spraaknummer wilt opnemen, duidelijk in. 6. Het opgenomen spraaknummer wordt afgespeeld en de tekst SpraakNr. wordt afgespeeld wordt weergegeven. Als u de opname niet wilt opslaan, drukt u Uit. 7. Wanneer het spraaknummer met succes is opgeslagen, wordt de tekst Spraaknummer opgeslagen weergegeven.
Spraaknummers wijzigen 1. Druk in de standby-modus op Namen. 2. Ga naar Spraaknummer en druk op Kies. 3. Ga naar de naam (of het telefoonnummer) met het spraaknummer dat u wilt wijzigen en druk op Opties. 4. Ga naar Wijzigen en druk op OK. Druk op Start en spreek in na de toon wordt weergegeven. 5. Druk op Starten. Er klinkt een waarschuwingstoon en de tekst Nu spreken a.u.b. wordt weergegeven. 6. Spreek het woord of de woorden in die u als nieuw spraaknummer wilt opnemen.
5. De menu’s gebruiken De telefoon heeft verschillende functies waarmee u zelf kunt bepalen hoe u de telefoon gebruikt. Deze functies zijn gerangschikt in menu’s en submenu’s. Bij de meeste functies is een korte helptekst beschikbaar. Als u de helptekst wilt weergeven, gaat u naar de gewenste menufunctie en wacht u 15 seconden. U kunt de menu’s en submenu’s openen met de selectietoetsen of met behulp van indexnummers. Een menufunctie activeren via de selectietoetsen 1.
Een menufunctie activeren via het indexnummer Alle menu’s, submenu’s en instellingen zijn genummerd en kunnen via hun indexnummer worden geactiveerd. Het indexnummer verschijnt rechtsboven in het scherm. Raadpleeg het overzicht van de menufuncties voor de indexnummers van de menu’s. 1. Druk in de standby-modus op Menu. 2. Toets binnen drie seconden het eerste cijfer van het indexnummer in. Herhaal dit voor elk cijfer van het indexnummer.
Overzicht van de menufuncties 1. Berichten 1. Inbox 2. Outbox 3. Berichten intoetsen 4. Afbeeldingen 5. Berichtenopties 1. Set 1 1 1. Nummer van berichtencentrale 2. Berichten verzenden als 3. Geldigheid van berichten 4. Naam van deze set wijzigen 2. Algemeen2 1. Afleverrapporten 2. Antwoord via zelfde centrale 6. Infodienst 7. Fax- of data-oproep3 1. Fax en data 2. Met spraak 3. Fax-mailbox 4. Data-mailbox 8. Netwerkopdrachteneditor 9. Spraakberichten 1. Voicemailberichten opvragen 2.
2. Soort beltoon 3. Beltoonvolume 4. Trilalarm 5. Type beltoon voor berichten 6. Toetsenbordvolume 7. Alarm- en spelgeluiden 2. Stil 1. Activeren 2. Aanpassen (zelfde submenu’s als Normaal) 3. Naam wijzigen 3. Vergadering (zelfde submenu’s als Stil) 4. Buiten (zelfde submenu’s als Stil) 5. Semafoon (zelfde submenu’s als Stil) 6. Hoofdtelefoon1 • Aanpassen (zelfde submenu’s als Normaal, plus Automatisch opnemen) 7. Auto2 (zelfde submenu’s als Hoofdtelefoon, plus Licht) 4. Instellingen 1. Alarmklok 2. Klok 3.
1. Beveiligingscode wijzigen 2. PIN-code wijzigen 3. PIN2-code wijzigen 4. Blokkeerwachtwoord wijzigen • Toegang tot andere lijn1 7. Terug naar fabrieksinstellingen 5. Doorschakelen2 1. Alle spraakoproepen stil doorschakelen 2. Doorschakelen indien in gesprek 3. Doorschakelen indien niet opgenomen 4. Doorschakelen indien uit of buiten bereik 5. Bij uit, in gesprek of buiten bereik 6. Alle fax-oproepen doorschakelen 7. Alle data-oproepen doorschakelen 8. Alle doorschakelingen annuleren 6. Spelletjes 1.
6. Menufuncties Berichten (menu 1) Een bericht lezen (Inbox, menu 1-1) Waneer u een tekstbericht ontvangt, verschijnt en het aantal nieuwe berichten gevolgd door berichten ontvangen en hoort u een korte toon. • Druk op Lees om de lijst met berichten direct weer te geven of op Uit om de lijst later te bekijken. De lijst met berichten later weergeven 1. Open het menu Berichten, ga naar Inbox en druk op Kies. 2. Ga naar het gewenste bericht en druk op Lees om het bericht te lezen.
• Details om de details van het bericht weer te geven: de naam of het telefoonnummer van de zender, het gebruikte berichtencentrum, de datum en tijd van ontvangst en de beschikbaarheid van antwoordregels. Opmerking: is gelezen. vóór de koptekst betekent dat het bericht nog niet vóór de koptekst geeft een afleverrapport aan. Wanneer knippert, is er geen ruimte meer voor nieuwe berichten. U moet een aantal bestaande berichten wissen.
Een tekstbericht intoetsen en verzenden Vanuit het menu Berichten intoetsen kunt u tekstberichten van maximaal 160 tekens intoetsen. U kunt via twee methoden een tekstbericht intoetsen: • via de methode die gewoonlijk wordt gebruikt voor mobiele telefoons, aangegeven door , en • via de methode ‘tekstinvoer met woordenlijst’, aangegeven door . 1. Open het menu Berichten, ga naar Berichten intoetsen en druk op Kies. 2. Toets een bericht in.
haal het nummer op uit de telefoonlijst door op Zoek te drukken. Zoek het gewenste nummer op en druk op OK. 6. Druk op OK om het bericht te verzenden. Tekstinvoer met woordenlijst Via tekstinvoer met woordenlijst kunt u tekens intoetsen met één enkele druk op een toets. Deze methode is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst waaraan u nieuwe woorden kunt toevoegen. Taal voor tekstinvoer met woordenlijst selecteren 1. Selecteer Berichten intoetsen en druk op Opties. 2. Ga naar Woordenboek en druk op OK. 3.
• Als u een teken wilt wissen, drukt u op Wis. • Als u de lettergrootte wilt wijzigen, drukt u op • Houd . ingedrukt om te schakelen tussen cijfers en letters. • Druk op Opties om een woord in te voegen. Ga naar Wrd invoegen. Toets het woord in en druk op OK. • Als u één cijfer wilt invoegen in de tekenmodus, houdt u de betreffende cijfertoets ingedrukt. • Druk op Opties als u meerdere cijfers wilt intoetsen. Ga naar Nr. invoegen en druk op OK. Toets de gewenste cijfers in en druk op OK.
Opmerking: Als de woordenlijst te vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord dat u in de woordenlijst hebt ingevoerd. Samengestelde woorden intoetsen 1. Toets het eerste deel van het woord in en bevestig dit door op te drukken. 2. Toets het laatste deel van het samengestelde woord in en bevestig het woord door op of te drukken. Afbeeldingen (menu 1-4) U kunt met uw telefoon tekstberichten ontvangen en verzenden waarin afbeeldingen zijn opgenomen. Dit zijn afbeeldingsberichten.
Als de weergegeven afbeelding niet de gewenste afbeelding is, drukt u op Terug en herhaalt u stap 1. 3. Toets het bericht in Als u het hele bericht wilt bekijken voordat u het verzendt, drukt u op Opties, gaat u naar Bekijken en drukt u op OK. 4. Als u het bericht wilt verzenden, drukt u op Opties, kiest u Zenden en drukt u op OK. Alleen telefoons met de functie Afbeeldingen kunnen afbeeldingsberichten ontvangen en weergeven. Opmerking: Een afbeeldingsbericht is opgebouwd uit verschillende tekstberichten.
Toets het telefoonnummer in of wijzig het nummer en druk op OK om te bevestigen. • Berichten verzenden als U kunt de netwerkexploitant vragen uw Tekst -berichten om te zetten in de formaten Fax, Semafoonopr. of E-mail (netwerkdienst). De ontvanger moet beschikken over de juiste apparatuur (bijvoorbeeld een fax) om een omgezet bericht te kunnen ontvangen.
Infodienst (menu 1-6) Via deze netwerkdienst kunt u van uw netwerkexploitant berichten ontvangen over een scala aan onderwerpen (bijvoorbeeld het weer of het verkeer). Vraag uw netwerkexploitant welke items beschikbaar zijn en wat de nummers daarvan zijn. Als u Aan selecteert, ontvangt u berichten over de actieve onderwerpen. Index haalt een lijst met beschikbare onderwerpen op bij het netwerk. Via Items kunt u een item toevoegen aan de lijst met onderwerpen.
Een fax- of data-oproep ontvangen U kunt een data- of fax-oproep op de normale wijze beantwoorden, zelfs wanneer het toetsenbord vergrendeld is. De fax- of data-mailbox bellen U kunt uw fax- of data-mailbox bellen via de menu’s Fax-mailbox en Data-mailbox, die beschikbaar zijn als u zich op de betreffende netwerkdiensten hebt geabonneerd. In menu 5, ‘Doorschakelen’, kunt u uw fax- en data-oproepen doorschakelen naar deze mailboxen.
Oproep-info (menu 2) De telefoon registreert uitsluitend gemiste en ontvangen oproepen als uw netwerk de functie Calling Line Identification ondersteunt en de telefoon is ingeschakeld en zich binnen het bereik van het netwerk bevindt. Gemiste oproepen (menu 2-1) Met deze functie kunt u een lijst bekijken van de laatste tien telefoonnummers vanwaar iemand u zonder succes heeft geprobeerd te bellen (netwerkdienst).
Laatste oproepen wissen (menu 2-4) Met deze functie kunt u alle telefoonnummers in menu 2-1 tot en met 2-3 verwijderen. Deze telefoonnummers worden gewist in de volgende gevallen: • Wanneer u de telefoon inschakelt met daarin een SIM-kaart die niet een van de vijf meest recent in de telefoon gebruikte SIM-kaarten is. • Wanneer u de instelling van het beveiligingsniveau in menu 4-6-5 wijzigt.
Gesprekskosteninstellingen (menu 2-7) Oproepkostenlimiet (menu 2-7-1) Met deze netwerkdienst kunt u de kosten van uw gesprekken beperken tot een geselecteerd aantal kosteneenheden of valutaeenheden. Als u Aan hebt geselecteerd, wordt het aantal resterende eenheden weergegeven in de standby-modus. U kunt bellen en oproepen op uw kosten ontvangen zolang de opgegeven kostenlimiet niet wordt overschreden. Afhankelijk van uw SIM-kaart is voor het instellen van de kostenlimiet de PIN2-code nodig.
Profielen aanpassen 1. In het menu Profielen verschijnt de volgende lijst met profielen: • Normaal dit is de standaardinstelling • Stil onderdrukt alle beltonen • Vergadering zachte pieptoon • Buiten harde beltoon • Semafoon stil, het lampje en het nummer van de beller knipperen • Hoofdtelefoon 1 • Auto 2 2. Ga naar het gewenste profiel dat u wilt aanpassen, bijvoorbeeld het profiel Normaal, en druk op Opties. 3. Selecteer Aanpassen en druk op OK.
Tooninstellingen voor profielen Oproepsignaal Deze instelling bepaalt hoe de telefoon u waarschuwt bij een inkomende oproep. De volgende opties zijn beschikbaar: Bellen, Oplopend, 1 x bellen, 1 x piepen, Bellergroepen en Stil. Bellergroepen De telefoon gaat alleen over wanneer u oproepen ontvangt van telefoonnummers die tot een geselecteerde bellergroep behoren. (Er wordt ook een logo weergegeven als dat aan de groep is toegekend.
Alarm- en spelgeluiden Hiermee stelt u een waarschuwingstoon in. Deze klinkt bijvoorbeeld wanneer de batterij leegraakt of wanneer u een van de spelletjes op de telefoon speelt. Deze instelling heeft geen invloed op de tonen die verbonden zijn aan netwerkdiensten. Overige instellingen voor profielen Automatisch opnemen (alleen in de profielen Auto en Hoofdtelefoon) Hiermee stelt u de telefoon in om een inkomende spraakoproep te beantwoorden na één keer overgaan. Ga naar Aan of Uit en druk op OK.
Instellingen (menu 4) Alarmklok (menu 4-1) In dit menu kunt u de telefoon zodanig instellen dat op een bepaald tijdstip een alarmsignaal klinkt. Als het alarmsignaal is ingesteld, selecteert u Aan om de tijd te wijzigen of Uit om de alarmklok uit te schakelen. De alarmklok werkt ook als de telefoon is uitgeschakeld. De alarmklok gebruikt de tijdsnotatie die is ingesteld voor de klok, de 12-uurs- of 24-uursnotatie. Zie menu 4-2.
Opmerking: Als de batterij langere tijd uit de telefoon is verwijderd, moet u de tijd wellicht opnieuw instellen. Datum en tijd automatisch (menu 4-3) Deze netwerkdienst zorgt ervoor dat de klok in de telefoon in overeenstemming is met de actieve tijdzone. De volgende opties zijn beschikbaar: • Aan om de datum en tijd automatisch bij te werken. • Eerst bevest. om eerst bevestiging te geven. • Uit de datum en tijd wordt niet bijgewerkt.
Eigen nummer zenden (menu 4-4-5) Via deze netwerkdienst kunt u instellen of uw telefoonnummer moet worden weergegeven aan of verborgen voor de persoon die u belt. Standaard herstelt de standaardinstelling (Aan of Uit) die u bent overeengekomen met de netwerkexploitant. Gebruikte telefoonlijn (menu 4-4-6) Met deze netwerkdienst kunt u telefoonlijn (ofwel abonneenummer) 1 0f 2 selecteren voor het bellen van een nummer. U kunt ook voorkomen dat een lijn wordt geselecteerd.
SIM-dienstactie bevestigen? (menu 4-5-3) In dit menu kunt u de telefoon zodanig instellen dat een bevestigingsbericht wordt weergegeven wanneer u de SIMkaartdiensten gebruikt. Lijst met eigen nummers (menu 4-5-4) Deze functie is een geheugensteun die u eventueel kunt gebruiken om uw eigen telefoonnummers te controleren. Als de SIM-kaart dit ondersteunt, kunt u in dit menu de aan de SIMkaart toegewezen telefoonnummers opslaan, wissen en wijzigen.
Beveiligingsinstellingen (menu 4-6) Uw telefoon is voorzien van een veelzijdig beveiligingssysteem waarmee u onbevoegd gebruik van de telefoon of de SIM-kaart kunt voorkomen. Zie ook ‘Naslaginformatie’ – ‘Toegangscodes’. PIN-code vragen (menu 4-6-1) In dit menu kunt u de telefoon zodanig instellen dat deze naar de PIN-code van uw SIM-kaart vraagt als de telefoon wordt ingeschakeld. U hebt de PIN-code nodig om deze functie in te schakelen.
Wanneer u belt terwijl de blokkeringsmodus is geactiveerd, kan een bericht worden weergegeven om u hieraan te herinneren. Opmerking: Wanneer oproepen zijn geblokkeerd, kunnen in sommige netwerken mogelijk nog wel bepaalde alarmnummers worden gekozen (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Vaste nummers (menu 4-6-3) Met deze dienst kunt u uw uitgaande oproepen beperken tot bepaalde telefoonnummers, als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund.
• Geheugen de beveiligingscode is vereist wanneer het telefoonlijstgeheugen wordt geselecteerd. • Telefoon de beveiligingscode is vereist wanneer een nieuwe SIM-kaart wordt geplaatst. Opmerking: Wanneer u het beveiligingsniveau wijzigt, worden de huidige gesprekkenlijsten gewist. Toegangscodes wijzigen (menu 4-6-6) Via dit menu kunt u de toegangscodes wijzigen: de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code en het blokkeerwachtwoord. Deze codes kunnen uitsluitend de cijfers 0 tot en met 9 bevatten.
Doorschakelen (menu 5) Deze netwerkdienst wordt gebruikt om inkomende oproepen door te schakelen naar uw voicemail (alleen spraak) of naar een ander nummer. Doorschakelopties die niet door de netwerkexploitant worden ondersteund, worden mogelijk niet weergegeven. 1. Open het menu Doorschak. De volgende modi zijn beschikbaar: • Alles spraakoproepen stil doorschakelen. • Doorschakelen indien in gesprek alleen voor spraakberichten. • Doorschakelen indien niet opgenomen alleen voor spraakberichten.
• Vertraging om de tijd op te geven waarna oproepen worden doorgeschakeld. U kunt verschillende opties tegelijkertijd inschakelen. Als alle oproepen worden doorgeschakeld, wordt in de standby-modus. weergegeven Voor elke telefoonlijn kunnen andere doorschakelopties worden ingesteld. TIP: Als Doorschakelen indien in gesprek is ingeschakeld, wordt een inkomend gesprek ook doorgeschakeld door het gesprek te weigeren. Spelletjes (menu 6) De telefoon biedt vier spelletjes: Pairs, Snake, Logic en Rotation.
• Doorgaan hiermee kunt u een spel hervatten dat werd onderbroken. • Eindscherm hiermee geeft u het eindscherm van een beëindigd spel weer direct na beëindiging van het spel. Een spel voor twee spelers starten Snake kan met twee spelers worden gespeeld. Voordat u een spel voor twee spelers start, selecteert u 2 spelers in menu 6-2-3 en controleert u of de IR-poorten van de twee apparaten op elkaar gericht zijn. Beide spelers moeten hetzelfde spelletje activeren op de telefoon.
Druk driemaal op om te vermenigvuldigen (* verschijnt). Druk viermaal op om te delen (/ verschijnt). Of: druk op Opties, ga naar de gewenste functie en druk op OK. 4. Toets het tweede getal in. Herhaal deze stappen zo vaak als nodig is. Druk op Wis om eventuele fouten te wissen. 5. Druk op Opties. Selecteer Uitkomst en druk op OK. Valuta’s omrekenen 1. Druk op Opties, ga naar Wisselkoers en druk op OK om de wisselkoers in te stellen. 2. Ga naar een van de weergegeven opties en druk op OK.
• Dag bekijken om de notities voor de geselecteerde dag te bekijken. Blader door de notitie(s). Door vanuit een notitie op Opties te drukken, hebt u toegang tot de volgende functies: • Wissen om het bericht te wissen. • Bewerken om de notitie te bewerken. • Verplaatsen om de datum en tijd van de notitie te wijzigen. • Notitie zenden om de notitie te verzenden als tekstbericht (SMS). • Zenden via IR om de notitie via de infraroodpoort naar een compatibele telefoon te kopiëren. • Notit.
• Notit. wissen om de geselecteerde notitie(s) te verwijderen. Kies een van de weergegeven opties: Van keuzedag, Eén voor één of Allemaal en druk op OK. • Alles bekijken om alle notities te bekijken. Blader door de notitie(s). Door op Opties te drukken, krijgt u toegang tot dezelfde functies als voor Dag bekijken. Ga naar de gewenste functie en druk op OK. • Naar datum om naar de gewenste datum te gaan. • Datum intypen om de huidige datum te wijzigen.
1. Controleer of beide telefoons zijn ingesteld op de IR-verbinding. 2. Open het menu Infrarood om de IR-poort te activeren voor de ontvangst van gegevens. 3. De gebruiker van de zendende telefoon selecteert de gewenste IR-functie om de gegevensoverdracht te starten. Als de gegevensoverdracht niet binnen 2 minuten na het activeren van de IR-poort wordt gestart, wordt de verbinding verbroken en moet opnieuw worden gestart.
Als niet wordt weergegeven, is geen IR-verbinding aanwezig. Als knippert, probeert de telefoon een verbinding tot stand te brengen met het andere apparaat of is de verbinding verbroken.’ Smart messaging diensten (menu 10) Nokia Smart Messaging maakt het gebruik mogelijk van een scala aan netwerkdiensten die worden aangeboden door operators of netwerkexploitanten. Bepaalde diensten kunnen via het Internet beschikbaar zijn.
Opmerking: Aangezien de beschikbare diensten kunnen variëren, kunnen in deze handleiding uitsluitend een aantal basisrichtlijnen voor het gebruik van deze diensten worden gegeven. Neem voor meer informatie over een bepaalde dienst contact op met uw netwerkexploitant en volg de helpteksten op het scherm van de telefoon. Operatordiensten gebruiken De volgende instructies bieden basisrichtlijnen voor het gebruik van Smart Messaging-diensten.
Een dienstbericht opslaan als bookmark Als het antwoordbericht van een netwerk een dienst of een lijst met diensten bevat, kunt u de dienst direct gebruiken of deze in menu 10-1 opslaan als een persoonlijke bookmark. Als u de dienst opslaat als bookmark, kunt u deze dienst de volgende keer snel en eenvoudig activeren. Een dienstbericht opslaan als persoonlijke bookmark 1. Nadat u de lijst met beschikbare diensten hebt ontvangen, selecteert u de gewenste dienst door deze te markeren en op OK te drukken. 2.
Overige diensten Sommige Smart Messaging-diensten kunnen anders worden opgeslagen en geactiveerd dan operatordiensten. De netwerkexploitant kan het dienstadres voor diensten naar uw telefoon zenden, of u kunt het dienstadres handmatig toevoegen via het menu Nieuwe dienst toevoegen. Neem contact op met de netwerkexploitant voor de beschikbare diensten en voor meer informatie.
SIM-diensten (menu 11) Naast de functies die in de telefoon beschikbaar zijn, biedt uw SIM-kaart mogelijk nog een aantal diensten die u kunt activeren via menu 11, SIM-diensten. Menu 11 wordt uitsluitend weergeven als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en inhoud van dit menu is geheel afhankelijk van de beschikbare diensten.
7. Naslaginformatie Toegangscodes U kunt de hier beschreven toegangscodes gebruiken om onbevoegd gebruik van uw telefoon en SIM-kaart te voorkomen. U kunt de toegangscodes (behalve de PUK- en PUK2-code) wijzigen via menu 4-6-6. Zie het volgende gedeelte. Beveiligingscode (5 cijfers) De beveiligingscode wordt gebruikt om onbevoegd gebruik van de telefoon tegen te gaan. Bij de telefoon wordt meestal de beveiligingscode 12345 geleverd. Wijzig de beveiligingscode voordat u de telefoon gaat gebruiken.
PIN2-code (4 tot 8 cijfers) De PIN2-code die bij sommige SIM-kaarten geleverd wordt, is nodig om toegang te krijgen tot bepaalde functies, zoals kostentellers. Deze functies zijn alleen beschikbaar als ze worden ondersteund door de SIM-kaart. Als u driemaal na elkaar een onjuiste PIN2-code hebt ingetoetst, toetst u de PUK2-code in en drukt u op OK. Toets een nieuwe PIN2code in en druk op OK. Toets de nieuwe code nogmaals in en druk op OK.
Blokkeerwachtwoord U hebt het blokkeerwachtwoord nodig wanneer u de functie ‘Oproepen blokkeren’ gebruikt. U krijgt dit nummer van uw netwerkexploitant. Coderingsindicator Afhankelijk van het netwerk kan de coderingsindicator weergegeven tijdens een gesprek om aan te geven dat gesprekscodering is uitgeschakeld. worden Raadpleeg uw netwerkexploitant voor meer informatie. Informatie over de batterij De Li-Ion-batterij BLB-2 is de door de fabrikant goedgekeurde, oplaadbare batterij voor uw telefoon.
• Als u een laadapparaat niet gebruikt, moet u de stekker uit het stopcontact halen. Laat de batterij nooit langer dan een week in een laadapparaat zitten omdat de gebruiksduur van de batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen. • Extreme temperaturen zijn van invloed op de oplaadcapaciteit van de batterij: laat de batterij eerst afkoelen of warmer worden.
Gebruikte batterijen moeten worden aangeboden voor hergebruik of op de voorgeschreven manier worden afgevoerd en mogen niet bij het huisvuil worden gegooid. Instructies voor het wijzigen van de gekleurde Nokia Xpress-on™klep • Schakel altijd de telefoon uit en koppel het toestel los van de lader of andere apparatuur voordat u de klep vervangt. • Zorg altijd dat de klep is bevestigd wanneer u de telefoon opbergt. • Lees de instructies in ‘Onderhoud’ aandachtig door.
• U bevestigt de klep weer door het onderste deel van de klep in de overeenkomstige uitsparing in de telefoon te plaatsen en vervolgens voorzichtig de gehele klep te sluiten. ©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
Onderhoud Uw telefoon is een geavanceerd apparaat, dat met zorg is ontworpen en geproduceerd. Ga er zorgvuldig mee om. De tips hieronder kunnen u helpen om aanspraak te blijven maken op de geldende garantie en vele jaren plezier te hebben van dit product. Voor het gebruik van de telefoon, batterij, lader of eventuele accessoires geldt: • Houd het apparaat en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kinderen. • Houd het apparaat droog.
• Gebruik alleen de meegeleverde antenne of eventueel een goedgekeurde antenne ter vervanging. Niet goedgekeurde antennes, veranderingen of aanvullingen kunnen de telefoon beschadigen en kunnen voorschriften voor radiozendapparatuur schenden. • Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als de telefoon, batterij, lader of een accessoire niet goed werkt. Het personeel daar zal u helpen en eventueel zorgen voor onderhoud of reparatie. ©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
Belangrijke veiligheidsinformatie Verkeersveiligheid Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Als u een telefoon wilt gebruiken, moet u de auto eerst parkeren voordat u een gesprek begint. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er een afstand van minimaal 20 cm moet worden betracht tussen een draadloze handtelefoon en een pacemaker om mogelijke interferentie met de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Voertuigen RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip-remsystemen (of antiblokkeer-remsystemen), systemen voor elektronische snelheidsregeling, airbag-systemen). Raadpleeg de fabrikant van uw voertuig of een vertegenwoordiger van de fabrikant voor meer informatie.
Controleer regelmatig of de draadloze-telefoonapparatuur in uw auto nog op de juiste wijze is gemonteerd en naar behoren functioneert. Zorg ervoor dat de telefoon, telefoononderdelen of -accessoires zich niet in dezelfde ruimte bevinden als brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of explosieven. Voor auto’s met een airbag geldt dat de airbag met zeer veel kracht wordt opgeblazen.
2. Druk zo vaak als nodig is op (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een menu af te sluiten, enzovoort) om het scherm leeg te maken. 3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers verschillen van land tot land. 4. Druk op de toets .
BEPERKTE GARANTIE VAN DE FABRIKANT GEDEELTE REGIO EUROPA EN AFRIKA Deze beperkte garantie zal van toepassing zijn in een gedeelte van de Regio Europa en Afrika van Nokia Mobile Phones tenzij een lokale garantie bestaat. Nokia Mobile Phones Ltd (“Nokia”) garandeert dat dit Nokia-product (“Product”) op het ogenblik van zijn originele aankoop vrij is van defecten in materialen, ontwerp en afwerking onder voorbehoud van de volgende bepalingen en voorwaarden: 1.
■ GARANTIEBEWIJS VUL IN IN BLOKLETTERS Naam Koper: __________________________________________________ Adres: __________________________________________________ __________________________________________________ Land: __________________________________________________ Telefoon: __________________________________________________ Datum aankoop (dd/mm/jj): |__|__| /|__|__| /|__|__| Type Product (op telefoon type etiket onder batterij): |__|__|__| − |__|__|__| Model Product (op telefoon type etiket onder batteri