Nokia 810 autotelefoon Gebruikershandleiding Installatiehandleiding 9356682 Uitgave 4
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart hierbij dat dit TFE-4R product voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EG. Het product voldoet aan de limieten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2004/104/EC (amendement op Richtlijn 72/ 245/EEC), bijlage I, alinea 6.5, 6.6, 6.8 en 6.9. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. 0434 © 2005-2006 Nokia.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voor uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 Overzicht van de autotelefoon en bijbehorende apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . 7 Voordat u de telefoon in gebruik neemt . . . . 11 Stickers in het pakket . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Toegangscodes voor de SIM-kaart . . . . . . . . . 12 De autotelefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 Display . . . . . .
Inhoudsopgave HSCSD (High Speed Circuit Switched Data) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Naslaginformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57 De Nokia 810 autotelefoon . . . . . . . . . . . . . . . 57 Veiligheid voor alles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Geluidsinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de regels kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer gedetailleerde informatie vindt u in de gebruikershandleiding. UIT-STAND Als het gebruik van een mobiele telefoon niet is toegestaan of tot storing of gevaarlijke situaties kan leiden, moet u de autotelefoon in de uit-stand zetten. U doet dit door ingedrukt te houden terwijl het contactslot is ingeschakeld.
Netwerkdiensten BELLEN Zorg ervoor dat het contactslot van de auto is ingeschakeld. Selecteer het gewenste telefoonnummer of toets het telefoonnummer, inclusief het netnummer, in en druk vervolgens op . Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op . Als u een oproep wilt beantwoorden, drukt u op . ANTENNE Vanwege de voorwaarden voor blootstelling aan RFsignalen van mobiele zendapparaten, geldt dat u minimaal 20 cm afstand moet houden tussen de antenne en individuen.
Algemene informatie 1. Algemene informatie Overzicht van de autotelefoon en bijbehorende apparatuur 2. Hieronder worden de verschillende onderdelen van de autotelefoon beschreven: 3. 4. Apparatuur voor de autotelefoon 1. Radio-eenheid TFE-4R De radio-eenheid is een (E)GSM 900/1800-autotelefoon waarin de draadloze technologie van Bluetooth is ingebouwd. Hierop kunt u een compatibele externe GSMantenne en compatibele externe apparaten aansluiten, 5.
Overzicht van de autotelefoon en bijbehorende apparatuur mede afhankelijk van de locatie waar de microfoon wordt gemonteerd. Zie "Installatie" op pagina 57. 6. Systeemkabels PCU-4 Er wordt een set kabels meegeleverd waarmee u het apparaat op de stroomvoorziening en het contactslot kunt aansluiten en waarmee u het geluid van de radio kunt dempen. 7.
Overzicht van de autotelefoon en bijbehorende apparatuur Speciale functies Voor extra veiligheid en bedieningsgemak bij mobiel bellen in de auto is de autotelefoon voorzien van een aantal functies die speciaal ontworpen zijn voor gebruik in de auto. Hierna wordt een aantal van deze functies toegelicht: Voicedialling U kunt een nummer kiezen door het spraaklabel uit te spreken dat u aan een contactpersoon hebt toegekend. U kunt aan 12 contactpersonen een spraaklabel toekennen.
Overzicht van de autotelefoon en bijbehorende apparatuur Opmerking Opmerking U kunt deze functie alleen gebruiken als de mobiele telefoon en de autotelefoon via draadloze Bluetoothtechnologie aan elkaar zijn gepaard. Zie "Draadloze Bluetooth-technologie" op pagina 49 voor meer informatie. U kunt deze functie alleen gebruiken als de draadloze hoofdtelefoon en de autotelefoon via draadloze Bluetooth-technologie aan elkaar zijn gepaard.
Voordat u de telefoon in gebruik neemt Mobiele gegevenscommunicatie via draadloze Bluetoothtechnologie of een RS232-kabel De autotelefoon heeft een handige functie waarmee u compatibele externe apparaten zoals een laptopcomputer of compatibele in de auto ingebouwde systemen op de autotelefoon kunt aansluiten, hetzij draadloos via Bluetoothtechnologie, hetzij via een RS232-kabel.
Toegangscodes voor de SIM-kaart Toegangscodes voor de SIM-kaart PIN-code (4-8 cijfers): De PIN-code (Personal Identification Number) beschermt de SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart verstrekt. Bij sommige serviceproviders kunt u ervoor kiezen dat u bij het inschakelen geen PIN-code hoeft in te voeren. y PIN2-code (4-8 cijfers): De PIN2-code wordt bij sommige SIM-kaarten verstrekt en is nodig om bepaalde functies te activeren.
De autotelefoon 2. De autotelefoon Displaypictogrammen Display Hieronder worden de pictogrammen beschreven die op het display te zien zijn. Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en er nog geen tekens zijn ingevoerd, wordt het standby-display weergegeven (zie afbeelding). Ook wordt het logo van de netwerkexploitant weergegeven. Als u een functie wilt activeren met een spraaklabel, moet u eerst het spraakdisplay weergeven. Druk hiervoor op in het standby-display.
Displaypictogrammen Geeft aan dat roaming geactiveerd is. De coderingsfunctie is door het netwerk uitgeschakeld. De beltoon is uitgeschakeld. De draadloze Bluetooth-technologie is geactiveerd. Zie "Draadloze Bluetooth-technologie" op pagina 49. Gebruikersprofiel 1 is in gebruik. Zie "Contacten downloaden" op pagina 52. Gebruikersprofiel 2 is in gebruik. Zie "Contacten downloaden" op pagina 52. Algemene pictogrammen Geeft aan dat er handmatig naar een netwerk wordt gezocht.
Basisonderdelen van de telefoonhoorn Meldingspictogrammen Geeft aan dat een item is gewist. Geeft aan dat de invoer onjuist of ongeldig is. Bevestiging van een gekozen instelling of optie. Geeft aan dat er aanvullende informatie is. Duidt op een waarschuwing. Geeft aan dat uw tekstbericht wordt verzonden (niet dat het bericht ook is ontvangen). Basisonderdelen van de telefoonhoorn De telefoonhoorn bestaat uit de functieelementen, het alfanumerieke toetsenblok, de microfoon en de hoorn.
Basisonderdelen van de telefoonhoorn Druk op deze toets – om een gesprek te beëindigen. – om een ingevoerd teken of cijfer te verwijderen. – om terug te gaan naar het vorige menu-item of display. Navi-knop Draai de Navi-knop om het volume van de beltoon voor een inkomende oproep te regelen of om tijdens een telefoongesprek het volume van de luidspreker te regelen. U kunt de Navi-knop ook gebruiken om door een menu te bladeren.
Basisonderdelen van de telefoonhoorn X Als u speciale tekens wilt invoeren, drukt u herhaaldelijk op . X Als u een spatie wilt invoeren, drukt u op . X Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u op . X Gebruik de Navi-knop om de cursor in de ingevoerde tekst te verplaatsen. Als u bijvoorbeeld de letter C wilt invoeren, drukt u drie keer op . Zodra rechts van de ingevoerde letter een knipperende cursor verschijnt, kunt u het volgende teken selecteren.
Aan de slag 3. Aan de slag X Schuif de SIM-kaarthouder (3) in de aangegeven richting om deze te ontgrendelen. X Open de SIM-kaarthouder door deze aan één kant omhoog te tillen (4). X Plaats de SIM-kaart voorzichtig in de houder (5). Zorg ervoor dat de SIM-kaart juist is geplaatst en dat de goudkleurige contactpunten naar u toe zijn gericht. X Duw de SIM-kaarthouder weer op zijn plaats en klik de houder vast door deze in de aangegeven richting te schuiven.
Schakelen tussen aan/uit- en uit-stand Schakelen tussen aan/uit- en uit-stand Opmerking De telefoonlijstitems die op de autotelefoon worden weergegeven zijn afkomstig uit het interne geheugen van de autotelefoon en niet van de SIM-kaart. Waarschuwing! Als het gebruik van een mobiele telefoon niet is toegestaan of tot storing of gevaarlijke situaties kan leiden, moet u de autotelefoon in de uit-stand zetten. De autotelefoon is dan uitgeschakeld, ook als het contactslot van de auto is ingeschakeld.
Belfuncties 4. Belfuncties Voicedialling U kunt een nummer kiezen door het spraaklabel uit te spreken dat aan een nummer in de lijst met contactpersonen is toegekend. U kunt aan maximaal twaalf nummers een naamlabel in de lijst met contactpersonen toekennen. Als spraaklabel kunt u elk gesproken woord (of meerdere woorden) gebruiken, bijvoorbeeld de naam van een persoon. Houd rekening met het volgende voordat u voicedialling gebruikt: y Voicelabels zijn niet taalgevoelig.
Nummer herhalen U kunt als volgt een van de andere nummers bellen die bij een naam zijn opgeslagen: X Druk op en ga naar het gewenste symbool of telefoonnummer. X Druk op om het nummer te bellen. Nummer herhalen Als u een nummer dat u onlangs hebt gebeld opnieuw wilt bellen, kunt u een lijst weergeven met de laatste tien nummers die u hebt gebeld of geprobeerd te bellen. X Druk in het standby-display op . X Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam. X Druk op om het nummer te bellen.
Opties tijdens een gesprek X Ga naar Instellingen en druk op . X Ga naar Oproepinstellingen en druk op . X Ga naar Wachtfunctie en druk op . X Ga naar de gewenste instelling en druk op Opties tijdens een gesprek . De volgende opties zijn beschikbaar: y Activeren Met deze optie schakelt u de wachtfunctie in. y Annuleren Met deze optie schakelt u de wachtfunctie uit. y Status contr. Met deze optie kunt u controleren of deze service is in- of uitgeschakeld voor de autotelefoon.
Opties tijdens een gesprek X Ga naar rechts naar de lijst met contactpersonen en selecteer een vooraf gedefinieerde en opgeslagen reeks cijfers. X Ga naar links en voer een reeks cijfers in. X Druk op om het gewenste item te selecteren. X Als u de lijst met contactpersonen hebt geopend, gaat u naar de gedefinieerde reeks en drukt u op . of X Als u de gewenste reeks wilt invoeren, gebruikt u het toetsenblok. Zie "Basisonderdelen van de telefoonhoorn" op pagina 15 voor meer informatie.
Opties tijdens een gesprek Waarschuwing! Houd u aan de lokale wetgeving met betrekking tot het opnemen van gesprekken. Gebruik deze functie niet op onrechtmatige wijze. X Houd ingedrukt als u tijdens een telefoongesprek een opname wilt starten. X Druk op om de opname te stoppen. Zie "Recorder" op pagina 47 voor meer informatie. X Druk tijdens een actief gesprek op . X Ga naar de gewenste optie en druk op . X Volg de instructies op het display.
Het menu gebruiken 5. Het menu gebruiken De Nokia 810 autotelefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's. Overzicht van de menufuncties ■ Berichten Een menufunctie activeren Druk vanuit het standby-display op de Navi-knop om het menu te activeren. U kunt als volgt door het menu navigeren: Draai de Navi-knop naar links om van beneden naar boven door een lijst met functies te bladeren.
Overzicht van de menufuncties ■ Oproepen Gemiste oproepen Ontvangen oproepen Gekozen nummers ■ Contacten Zoeken Contact toevoegen Contact bewerken Verwijderen Nr toevoegen Geheugenstat. Snelkeuzen ■ Tonen Beltoonvolume Beltoon Signaaltonen ■ Instellingen 26 Instellingen tijd Oproepinstellingen Mijn nummer verzenden Netwerkinstelling Aan Uit Doorschakelen Alle spraakopr. doorschakelen Doorschakelen bij bezet Doorschak. bij niet opnemen Doorsch.
Overzicht van de menufuncties Beveiligingsinstellingen PIN-code vragen PIN-code wijzigen Beperkte groep gebruikers Standaard Aan Uit Vaste nummers Uit Lijst met nrs Aan Instellingen equalizer Luidspreker Radioluidspr. Fabriekinst. herstellen ■ Spraak Spraaklabels Nieuw spraaklabel Lijst met spraaklabels Spelen Wijzigen Verwijderen Spraakopdrachten Nieuwe spraakopdr. Lijst met sprk.
Menufuncties X 6. Menufuncties Berichten U kunt niet alleen tekstberichten op de autotelefoon ontvangen en lezen, maar ook tekstberichten schrijven, verzenden en opslaan. Voordat u tekstberichten kunt verzenden, moet u de benodigde Instellingen Ber. definiëren. Opmerking Verkeersveiligheid heeft altijd voorrang. Gebruik de hoorn van de telefoon niet terwijl u een auto bestuurt en gebruik de functies van de autotelefoon alleen als de verkeerssituatie het toelaat.
Berichten X Ga naar Sjablonen bekijken en druk op om de lijst weer te geven. X Blader door de lijst met sjablonen en druk op om de gewenste sjabloon te selecteren. X Druk ter bevestiging op . Opslaan als sjabloon Met deze handige optie kunt u een ontvangen tekstbericht opslaan als een sjabloon. Als u de sjabloon wilt gebruiken, selecteert u Antwoorden met sjabloon om de lijst weer te geven en het bericht te verzenden. X Ga naar Opslaan als sjabloon en druk op .
Berichten Verwijderen Selecteer deze optie om een tekstbericht te verwijderen. Verzonden berichten U kunt een verzonden bericht openen, de details ervan bekijken of het bericht verwijderen. X Druk in het standby-display op . X Selecteer Berichten en druk op . X Ga naar Verzonden berichten en druk op . X Ga naar het gewenste bericht en druk op . X Druk ter bevestiging op . X Ga naar de gewenste optie en druk op . Openen Met deze optie opent u het geselecteerde tekstbericht.
Oproepregistratie X Blader door de lijst met sjablonen en druk op om de gewenste sjabloon te selecteren. X Druk op om de selectie van de sjabloon te bevestigen. X Ga naar de gewenste optie en druk op . X Volg de instructies op het display. Verzenden De geselecteerde sjabloon wordt verzonden. Verwijderen Als u de opgeslagen sjablonen wilt verwijderen, gaat u naar Verwijderen en drukt u op om de sjabloon te verwijderen.
Oproepregistratie Gemiste oproepen Gekozen nummers U kunt als volgt een lijst weergeven met de tien laatst geregistreerde oproepen: X Druk in het standby-display op . X Ga naar Oproepen en druk op . X Ga naar Gemiste oproepen en druk op om de lijst weer te geven. X Blader door de lijst. X Houd ingedrukt om terug te keren naar het standbydisplay. U kunt een snelle methode gebruiken om vanuit het standbydisplay de lijst met de tien laatst gekozen nummers weer te geven: houd ingedrukt.
Contacten Contacten Alle items die u aanmaakt in de lijst met contactpersonen, worden opgeslagen in het interne geheugen van de autotelefoon. U kunt ook items naar de autotelefoon kopiëren vanaf een SIM-kaart of een compatibele mobiele telefoon met ondersteuning voor draadloze Bluetoothtechnologie. Zie "Contacten downloaden" op pagina 52 voor meer informatie. U kunt voor elk gebruikersprofiel maximaal 1000 namen opslaan in het geheugen van de autotelefoon samen met vijf nummers voor elke naam.
Contacten Namen en telefoonnummers bewerken U kunt namen en telefoonnummers van contactpersonen bewerken: X Druk in het standby-display op . X Ga naar Contacten en druk op . X Ga naar Contact bewerken en druk op . X Ga naar de eerste letter van de gewenste naam en druk op om alle namen weer te geven die met deze letter beginnen. X Ga naar de gewenste contactpersoon en druk op . X U kunt het item nu bewerken. Ga naar het teken dat u wilt wijzigen en breng de gewenste wijzigingen aan.
Tonen Als u de snelkiesoptie wilt inschakelen (Aan) of uitschakelen (Uit), selecteert u Instellingen > Oproepinstellingen > Snelkeuze. Een telefoonnummer aan een snelkeuzetoets toekennen U kunt elk willekeurig telefoonnummer in de lijst met contactpersonen toekennen aan een snelkeuzetoets ( tot en met ). De toets is gereserveerd als snelkeuzetoets voor uw voicemailbox. Voor elke van de keuzetoetsen zijn de volgende opties beschikbaar: Nr bekijken, Wijzigen of Verwijderen. X Druk in het standby-display op .
Instellingen Signaaltonen Instellingen Met deze optie kunt u speciale signaaltonen in- of uitschakelen. De tijd en datum instellen X X X X X X X Druk in het standby-display op . Ga naar Instellingen en druk op . Ga naar Instellingen tijd en druk op . Ga naar Tijd instellen en druk op . Blader om de uren in te stellen. Druk op om de instelling op te slaan en verder te gaan met de minuten. Herhaal de bovenstaande stap voor het instellen van de minuten.
Instellingen Aan Met deze optie activeert u uw beller-ID: degene die door u wordt gebeld, kan het nummer van uw autotelefoon zien. y Uit Als u niet wilt dat uw nummer wordt verzonden wanneer u iemand belt, gebruikt u deze optie om de functie uit te schakelen. X Ga naar de gewenste optie en druk op . y Doorschakelen (netwerkdienst) Met Doorschakelen kunt u inkomende oproepen doorschakelen naar een ander nummer, bijvoorbeeld het nummer van uw voicemailbox.
Instellingen Opmerking De fabrieksinstelling voor de vertragingstijd is vijf seconden. Aan de pictogrammen op het display kunt u zien welke doorschakelopties zijn ingeschakeld. Zie "Displaypictogrammen" op pagina 13 voor meer informatie. Automatisch beantwoorden Met deze functie kunt u inkomende oproepen automatisch beantwoorden als de telefoon eenmaal is overgegaan. De autotelefoon moet hiervoor zijn ingeschakeld en niet in de uitstand staan. U kunt deze functie naar wens in- of uitschakelen.
Instellingen Snelkeuze De snelkiesoptie is een handige functie waarmee u snel en gemakkelijk een telefoonnummer kunt kiezen dat aan een cijfertoets is toegekend. Als u de snelkiesoptie wilt in- of uitschakelen, selecteert u Instellingen > Oproepinstellingen > Snelkeuze Aan of Uit. Zie "Snelkeuze" op pagina 34 voor meer informatie. Telefooninstellingen U kunt verschillende basisinstellingen voor de autotelefoon definiëren. Taal Met deze optie selecteert u de taal voor de displayteksten.
Instellingen Handmatig U kunt een lijst met beschikbare netwerken weergeven en een netwerk selecteren dat een registratieovereenkomst met uw eigen netwerkexploitant heeft. De handmatige modus blijft geactiveerd totdat de automatische modus wordt geselecteerd of een andere SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst. U kunt als volgt het gewenste cellulaire netwerk selecteren: X Druk in het standby-display op . X Ga naar Instellingen en druk op . X Ga naar Telefooninstellingen en druk op .
Instellingen X y Luisteren naar spraakberichten U kunt als volgt luisteren naar spraakberichten: X Druk in het standby-display op . X Ga naar Instellingen en druk op . X Ga naar Voicemailbox en druk op . X Ga naar Luisteren naar spraakbericht. en druk op U kunt als volgt een GPRS-toegangspunt instellen: X Druk in het standby-display op . X Ga naar Instellingen en druk op . X Ga naar GPRS-modem en druk op .
Instellingen gebruikmaakt van GPRS. Neem contact op met de netwerkexploitant of serviceprovider voor informatie over eventuele kosten. Beveiligingsinstellingen Waarschuwing! Voor sommige beveiligingsinstellingen, bijvoorbeeld wanneer oproepen zijn beperkt tot een gebruikersgroep of vaste nummers, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Instellingen U kunt kiezen uit drie opties voor deze functie bij gebruik van de auto-SIM-kaart die in de autotelefoon is geïnstalleerd: y Uit De functie voor vaste nummers is uitgeschakeld. y Lijst met nrs Met deze optie geeft u de lijst met telefoonnummers weer die mogen worden gebeld. y Aan De functie voor vaste nummers is ingeschakeld. U kunt als volgt vaste nummers instellen: X Druk in het standby-display op . X Ga naar Instellingen en druk op . X Ga naar Beveiligingsinstellingen en druk op .
Spraak Spraak y y y y Voor het opnemen van spraaklabels of het gebruik van voicedialling is de volgende informatie van belang: Voicelabels zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker. Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de opdrachten op en gebruik ze in een rustige omgeving. Wanneer u een spraaklabel opneemt of een nummer belt door een spraaklabel uit te spreken, moet u duidelijk in de microfoon spreken. Erg korte namen worden niet geaccepteerd.
Spraak X X X y y y Ga naar de contactpersoon die u wilt bewerken en druk op . Ga naar de gewenste optie en druk op . Volg de instructies op het display. De volgende opties zijn beschikbaar: Spelen Met deze optie speelt u het opgenomen spraaklabel af. Wijzigen U kunt elk spraaklabel vervangen door een nieuw label. Selecteer deze optie en spreek het nieuwe label uit.
Spraak y Verb. m. Bluetooth-hoofdtel. Met deze optie kunt u een draadloze verbinding tot stand brengen met een compatibele gepaarde hoofdtelefoon met ondersteuning voor Bluetooth-technologie. Als er geen hoofdtelefoon is gepaard met de autotelefoon, wordt de tekst Audiotoebehoren zoeken weergegeven. Zie "Apparaten zoeken die Bluetooth-technologie ondersteunen" op pagina 53 voor meer informatie.
Recorder Spraakopdrachten uitvoeren Opmerking U kunt geen spraakopdrachten uitvoeren als een toepassing die gebruikmaakt van de GPRS-verbinding, bezig is met het verzenden of ontvangen van gegevens. U moet deze toepassing eerst afsluiten. U kunt als volgt een spraakopdracht uitvoeren: X Druk op . De tekst Nu spreken wordt weergegeven. X Spreek de opdracht luid en duidelijk uit. De spraakopdracht wordt afgespeeld en het bijbehorende functie wordt automatisch uitgevoerd.
Recorder Opmerking Als u deze snelle methode wilt gebruiken, moet u een spraakopdracht toewijzen aan deze functie in de autotelefoon. Zie "Spraakopdrachten" op pagina 45 voor meer informatie. Opnemen Met deze optie kunt u spraak opnemen. De opname wordt automatisch opgeslagen. U kunt als volgt een opname maken: X Druk in het standby-display op . X Ga naar Recorder en druk op . X Ga naar Opnemen en druk op . X Druk op om de opname te stoppen. U kunt deze functie ook tijdens een actief gesprek gebruiken.
Draadloze Bluetooth-technologie Draadloze Bluetooth-technologie Draadloze Bluetooth-technologie is een internationale standaard voor draadloze communicatie binnen een beperkt bereik. Dankzij deze technologie kunt u draadloos verbinding maken tussen de autotelefoon en een compatibel apparaat met Bluetooth-ondersteuning. Dit kan bijvoorbeeld een mobiele telefoon zijn, een laptopcomputer of een draadloze hoofdtelefoon.
Draadloze Bluetooth-technologie Paren aan apparaten met Bluetooth-technologie Als u voor het eerst verbinding maakt met een apparaat, kan het zijn dat u Bluetooth-wachtwoorden met dat apparaat moet uitwisselen. Dit wordt paren genoemd. Het Bluetoothwachtwoord is een numerieke code van 1 tot 16 tekens. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, moet u het wachtwoord van het desbetreffende apparaat opgeven.
Draadloze Bluetooth-technologie Autorisatie vragen U kunt definiëren of de verbinding van het gepaarde apparaat automatisch tot stand moet worden gebracht (Nee) of dat de autotelefoon om autorisatie moet vragen voor het paren wanneer het apparaat dat u wilt paren zich binnen het bereik voor Bluetooth van de autotelefoon bevindt (Ja). Bluetooth-naam bew. Met deze optie wijzigt u de naam van het apparaat met Bluetooth-technologie dat is gepaard met de autotelefoon. X Druk in het standby-display op .
Gebruikersgegevens Gebruikersgegevens Opmerking In de autotelefoon kunt u gegevens of instellingen opslaan en beheren met twee verschillende gebruikersprofielen. Een gebruikersprofiel bevat contactpersonen, naamlabels en spraakopdrachten, of instellingen van de autotelefoon. Op deze manier kunnen twee personen die gedeeld gebruikmaken van de auto via dezelfde SIM-kaart elk hun eigen gebruikersgegevens gebruiken door eenvoudigweg hun eigen persoonlijke gebruikersprofiel te activeren.
Gebruikersgegevens Opmerking U kunt de optie Autorisatie vragen uitschakelen in de mobiele telefoon, zodat verbindingen tussen de apparaten met draadloze Bluetooth-technologie automatisch tot stand worden gebracht zonder dat u deze hoeft te accepteren of autoriseren. Ga naar de menuopdracht Gepaarde app. bekijken, selecteer Autorisatie vragen en stel deze optie in op Uit. Zie de gebruikershandleiding bij de compatibele mobiele telefoon met Bluetooth-technologie voor meer informatie.
Gegevenscommunicatie 7. Gegevenscommunicatie autotelefoon op te slaan. Als u het visitekaartje niet wilt opslaan, selecteert u Wegdoen. Draadloze Bluetooth-technologie Een visitekaartje verzenden Bluetooth is een technologie die draadloze verbindingen tussen compatibele elektronische apparaten mogelijk maakt binnen een straal van maximaal 10 meter. Gebruik de autotelefoon als modem voor fax- en gegevenscommunicatie of voor een draadloze verbinding met compatibel toebehoren met Bluetooth-technologie.
HSCSD (High Speed Circuit Switched Data) HSCSD (High Speed Circuit Switched Data) U kunt met de autotelefoon gebruikmaken van GSMgegevensdiensten met hoge snelheid (netwerkdienst). U kunt deze functie gebruiken wanneer de autotelefoon via een RS232-kabel- of Bluetooth-verbinding is aangesloten op een compatibele computer, en als de modemstuurprogramma’s met ondersteuning voor een hoge overdrachtssnelheid op de computer zijn geïnstalleerd en als actieve modem zijn geselecteerd.
Naslaginformatie wordt daarom afgeraden. Faxoverdracht wordt gemakkelijker negatief beïnvloed dan overdracht van gegevens of tekstberichten. Controleer de signaalsterkte op het display van de autotelefoon. Als de cellulaire signalen niet sterk genoeg zijn voor een spraakoproep, moet u pas proberen een gegevensverbinding te maken als u een locatie met een betere ontvangst hebt gevonden.
Installatie 8. Installatie De Nokia 810 autotelefoon De Nokia 810 autotelefoon is ontworpen voor montage in gemotoriseerde voertuigen. De telefoon is voorzien van een handig apparaat voor handenvrij bellen, een aparte telefoonhoorn voor meer belgemak en een goed leesbaar display. Opmerking De Nokia 810 autotelefoon mag alleen worden gemonteerd door een bevoegd technicus of monteur en er mag alleen gebruik worden gemaakt van de meegeleverde, goedgekeurde originele Nokiaonderdelen.
Veiligheid voor alles Veiligheid voor alles Opmerking y y y y y Lees de onderstaande basisrichtlijnen voordat u met de montage begint. Zorg ervoor dat het contactslot is uitgeschakeld en koppel de accu los voordat u de telefoon monteert. Zorg er tevens voor dat de accu niet weer per ongeluk kan worden aangesloten. Rook niet als u aan de auto werkt. Zorg ervoor dat u niet in de buurt bent van open vuur.
Montage Radio-eenheid TFE-4R (1) Display XDW-1R (2) Het wordt aangeraden de radio-eenheid TFE-4R op een niet al te zichtbare plek in de auto te monteren. Zorg er echter wel voor dat u de eenheid zo installeert dat u nog gemakkelijk bij de SIM-kaart kunt en dat de kabels voor de microfoon en luidspreker nog zo ver reiken dat u deze onderdelen op de gewenste locatie kunt monteren.
Montage Microfoon MP-2 (5) Opmerking Gebruik alleen de microfoon MP-2 die bij de autotelefoon is geleverd. Als u een andere microfoon gebruikt, zoals een apparaat dat al in de auto is geïnstalleerd, kan dit de telefoon storen, bijvoorbeeld als gevolg van ruis. Monteer de handenvrije microfoon op ongeveer 30 cm afstand van het hoofd van de gebruiker en zorg dat de microfoon naar de mond van de gebruiker is gericht.
Geluidsinstellingen Geluidsinstellingen Onderdelen van het pakket Er zijn verschillende opties voor het gebruik van een luidspreker: y Directe aansluiting op de meegeleverde SP-2 luidspreker. y Aansluiting op een compatibele autoradioluidspreker via een extra relais waardoor de audio-uitvoer wordt overgeschakeld naar de luidspreker (relais wordt niet meegeleverd). y Aansluiting op een compatibele autoradioluidspreker via de audio-ingang van de autoradio.
Verzorging en onderhoud 9. Verzorging en onderhoud Uw autotelefoon is een geavanceerd apparaat, dat met zorg is ontworpen en geproduceerd. Ga er zorgvuldig mee om. Door de volgende adviezen in acht te nemen, voldoet u aan de garantievoorwaarden en zult u jarenlang plezier hebben van dit product. y Houd de autotelefoon en alle onderdelen en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen. y Houd de autotelefoon droog.
Belangrijke veiligheidsinformatie 10. Belangrijke veiligheidsinformatie Verkeersveiligheid Gebruik geen telefoonhoorn terwijl u een voertuig bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
Voertuigen Voertuigen De autotelefoon mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze telefoonapparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert.
Technische specificaties 11. Technische specificaties Accuspanning 12,6 VDC (10,8 - 16,0 V) Negatieve aarding (GND). Huidige belasting 1,5 A (1 mA in uit-stand) Bedrading 1. Rood, ACCU, +12V 2. Zwart, GND, geaard 3. Geel, UIT, radio uit Overschakeling van +12V naar 0V als een oproep tot stand wordt gebracht. 4. Blauw, ACC / IGN, ontsteking 5. Zekering van 2A 6.
Woordenlijst 12. Woordenlijst DTMF-tonen DTMF-tonen (Dual Tone Multi-Frequency) zijn de tonen die u hoort als u op de cijfertoetsen op het toetsenblok drukt. Via DTMF-tonen kunt u bijvoorbeeld met voicemailboxen en geautomatiseerde telefoonsystemen communiceren. GPRS Met GPRS (General Packet Radio Service) is draadloze gegevensoverdracht mogelijk. Voor draadloze toegang tot gegevensnetwerken hebt u een GPRS-toegangspunt nodig van uw netwerkexploitant of serviceprovider.