NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM–12 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/ phones/declaration_of_conformity/ Copyright © 2005 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid .................................... 9 Aan de slag .............................................. 12 Onderdelen van de smartphone ......................................12 Voorkant en bovenkant ..............................................12 Onderkant en rechterkant .........................................13 Achterkant .....................................................................14 De SIM–kaart en de batterij installeren........................
Instellingen peninvoer ....................................................... 38 Profielen ...................................................48 E-mail lezen en beantwoorden ............................... 55 E–mail verzenden ........................................................ 56 Stijl van het verzonden e-mailbericht................... 57 Plannen .......................................................................... 57 E-mailbijlagen ..............................................................
Agenda–items beheren ......................................................71 Weekweergave .....................................................................72 Pictogrammen ......................................................................73 Achtergrond ..................................................................83 Diepte..............................................................................84 Belichting.......................................................................84 Taken ...
Spraakrecorder.........................................99 Opnemen en afspelen ........................................................ 99 Geluidsclips beheren .......................................................... 99 Instellingen voor Spraakrecorder..................................100 Documenten .......................................... 101 Werken met documenten ...............................................101 Opmaakstijlen bewerken.................................................102 Werkblad ....
PIN–codes ................................................................... 127 Gespreksblokkering................................................... 128 Schermkalibratie............................................................... 128 Thema's................................................................................ 128 Taal voor het apparaat.................................................... 128 Serviceopdrachten............................................................
Nokia PC Suite ...........................................................153 Gegevens kopiëren van compatibele apparaten ....................................................................153 Configuratie op afstand (netwerkdienst) ...................153 Een nieuwe configuratieserver maken profiel ..154 Gegevensoverdracht.........................................................155 Synchronisatie ...................................................................
Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK–UPS Maak een back–up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens. AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding bij het apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten. de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn opgeslagen. Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Aan de slag Aan de slag De multimedia smartphone Nokia 7710 biedt een aantal mediatoepassingen, zoals Camcorder, Music Player, Visual RadioTM, Video Player en een webbrowser. Daarnaast bevat de smartphone tal van andere functies, zoals een tekstverwerker, een klok, een rekenmachine en een agenda. Onderdelen van de smartphone 1 2 3 Voorkant en bovenkant 4 5 Figuur 1 Voorkant en bovenkant 12 Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved. 6 Spraak–toets.
Bureaublad–toets. Druk op deze toets om de toepassing Bureaublad te openen, ofwel de hoofdweergave voor de smartphone. Zie “Bureaublad” op pagina 34 voor meer informatie. Houd de toets lang ingedrukt voor een lijst met laatst gebruikte toepassingen die u kunt activeren. 8 Esc–toets. Hiermee sluit u dialoogvensters of keert u terug naar de vorige weergave. Hiermee worden ook bewerkingen geannuleerd in dialoogvensters met een knop Annuleren.
Aan de slag Achterkant • De SIM–kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert. • Schakel de smartphone altijd uit voordat u de cover verwijdert en koppel de lader en eventuele andere toebehoren los. Zorg er altijd voor dat u de cover weer bevestigt voordat u de smartphone opbergt of gebruikt.
Aan de slag Figuur 5 De batterij verwijderen Figuur 7 De SIM–kaart en de geheugenkaart plaatsen 3 Open de vergrendeling van de SIM–kaarthouder (zie 4 Sluit de vergrendeling van de SIM–kaarthouder (zie figuur 6) en schuif de SIM–kaart zijwaarts in de SIM– kaarthouder (zie figuur 7). Zorg ervoor dat de afgeronde hoek van de SIM–kaart naar binnen wijst en dat de goudkleurige contactpunten naar beneden zijn gericht. figuur 8).
Aan de slag De geheugenkaart verwijderen en installeren Uw smartphone wordt geleverd met een geheugenkaart(MMC) die klaar is voor gebruik. De kaart bevat mogelijk vooraf geïnstalleerde bestanden en toepassingen. U kunt de geheugenkaart gebruiken om uw bestanden, toepassingen, back–ups, enzovoort, te beheren, net zoals op de smartphone. Figuur 9 De batterij plaatsen 6 Druk de cover vast. (Zie figuur 10.) Belangrijk: Verwijder de kaart niet terwijl u bezig bent met een bewerking.
De batterij opladen Gebruik tijdens het laden geen functies zoals de webbrowser of RealOne Player, die veel energie verbruiken. Wanneer functies teveel energie verbruiken, kan de batterij mogelijk niet juist worden opgeladen. 1 Sluit de aansluiting van de lader aan op de onderkant van de smartphone (zie figuur 2 op page 13). 2 Sluit de lader aan op een stopcontact. In het statusgebied ziet u de indicatorbalk voor de batterij bewegen. U kunt de smartphone tijdens het opladen gewoon gebruiken.
Aan de slag de buurt van de smartphone. De vergrendelingscode kan uit 5 tot 10 cijfers bestaan. Opmerking: Uw smartphone heeft een interne antenne. Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als de smartphone is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat de smartphone meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is.
datum en tijd in. Als u niet verder wilt gaan met het definiëren van instellingen, tikt u op Voltooien. 6 U kunt verschillende optionele instellingen wijzigen, bijvoorbeeld de instellingen van uw e-mailaccount of uw persoonlijke gegevens. Selecteer de gewenste instelling in de lijst en tik op Openen. Als u de instellingen op dit moment niet wilt wijzigen, tikt u op Voltooien om het definiëren van instellingen te voltooien.
Aan de slag Uw smartphone is uitgerust met een schermbeveiliging. Als gedurende bepaalde tijd geen acties hebben plaatsgevonden, wordt de schermbeveiliging actief. U kunt de schermbeveiliging uitschakelen door op het scherm te tikken of een willekeurige toets in te drukken. U kunt het uiterlijk van de schermbeveiliging niet wijzigen. Zie “Scherm” op pagina 117 voor meer informatie.
Tip: De menuopdrachten en opdrachtknoppen veranderen al naar gelang het geselecteerde item in het scherm. Ga met de bladertoets naar een item of tik op het item en selecteer de gewenste menuopdracht of opdrachtknop. Afzonderlijke items of bestanden in een lijst selecteren: tik op een item, druk op en selecteer Bewerken > Markeren/markering opheffen > Markeren. U kunt nu op de overige items tikken om ze te markeren. Naast de geselecteerde items wordt een vinkje geplaatst.
Aan de slag Een oproep beantwoorden: tik op Antwoord. of druk op aan de bovenkant van de smartphone. Zie figuur ”1” on page 12 voor de locatie van de microfoon en het luistergedeelte. Een oproep weigeren: tik op Weigeren of druk op . Zie “Telefoon” op pagina 40 voor meer informatie. De geluiden van de smartphone uitschakelen: selecteer het profiel Stil. Als u het profiel wilt selecteren, opent u de toepassing Profielen of drukt u op de aan/uit–knop en selecteert u Stil in de lijst.
U kunt de volgende functies terugvinden in verschillende toepassingen: Een snelkoppeling naar een item toevoegen: selecteer een item in de toepassing Bestandsbeheer of een andere toepassing die bestanden verwerkt. Druk op en selecteer de menuopdracht Toevoegen aan Bureaublad... als deze beschikbaar is. In Afbeeldingen selecteert u bijvoorbeeld Extra > Toevoegen aan Bureaublad.... Selecteer de Bureaublad–groep waaraan u de snelkoppeling wilt toevoegen en tik op OK.
Aan de slag U gebruikt het profiel Stil. De telefoon geeft geen beltoon als een oproep of bericht binnenkomt. Tik om het dialoogvenster voor profielselectie te openen. De alarmklok is actief. Alle oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer. Als u met twee telefoonlijnen werkt, geeft een cijfer aan naar welke lijn de oproep wordt doorgeschakeld. geeft aan dat alle oproepen worden doorgeschakeld naar voicemail. Tik op het pictogram om de instellingen voor doorschakelen te wijzigen.
Aan de slag De GPRS–verbinding is actief. Het GPRS–symbool wordt weergegeven als de GPRS–verbinding onderbroken is, bijvoorbeeld als u belt of een oproep ontvangt tijdens een GPRS–verbinding. Tik op het pictogram om het dialoogvenster Verbindingsbeheer te openen. Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Algemene informatie Algemene informatie Stickers in het verkooppakket De stickers in het verkooppakket bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning. U vindt in het pakket ook instructies voor het gebruik van de stickers. Toegangscodes U kunt worden gevraagd naar de volgende beveiligingscodes: • Vergrendelingscode (5 tot 10 cijfers): De vergrendelingscode beveiligt uw smartphone tegen onbevoegd gebruik. De code wordt bij de smartphone verstrekt.
door regelmatig gegevens te verwijderen of naar een geheugenkaart over te brengen. U kunt een geheugenkaart gebruiken om extra opslagruimte te verkrijgen. Als het geheugen van de smartphone bijna vol is, kunt u gegevens verplaatsen naar een geheugenkaart. Omdat geheugenkaarten kunnen worden overschreven, kunt u herhaaldelijk gegevens opslaan op een geheugenkaart en gegevens indien nodig ook weer verwijderen.
Algemene informatie weer vergrendeld. De automatische toetsvergrendeling inschakelen: open de toepassing Configuratiescherm en open Scherm. Schakel het selectievakje Beveilig. vergr. scherm/ toetsen: in en tik op OK. Het touchscreen en de toetsen worden automatisch vergrendeld nadat de schermbeveiliging is geactiveerd. Volumeregeling Het volume instellen tijdens een gesprek: druk op om de geluidsinstellingen te openen.
u worden toegezonden in een multimediabericht, als emailbijlage of via Bluetooth. Waarschuwing: Wanneer u de stereohoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de stereohoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen. Belangrijk: Installeer alleen toepassingen van bronnen die voldoende beveiliging bieden tegen schadelijke software.
Algemene informatie naar uw mailbox, opent u het e-mailbericht en dubbeltikt u op het installatiebestand om de installatie te starten. De software verwijderen: zie “Toepassingsbeheer” op pagina 113. Tip: Zie “Toepassingsbeheer” op pagina 113 voor meer informatie over het installeren van software. JavaTM –toepassingen installeren 1 Zoek in het geheugen van de smartphone of op de geheugenkaart naar het installatiebestand en dubbeltik op het bestand om de installatie te starten.
verzwakt als gevolg van geografische omstandigheden of grote gebouwen. Ruis – Interferentie van elektronische apparatuur en van andere telefoons is van invloed op de kwaliteit van draadloze gegevensverbindingen. Signaalverzwakking – Afstand en obstakels zijn factoren waardoor signalen uit fase kunnen raken. Bovendien kunnen zij de oorzaak zijn van het terugkaatsen van signalen. In beide gevallen treedt een verlies in signaalsterkte op.
Algemene informatie gegevensverbinding pas mogelijk op een locatie met een betere signaalontvangst. Gegevensverbindingen GSM–gegevensoproepen Een GSM–oproep heeft een transmissiesnelheid van maximaal 14,4 Kbps. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van gegevensdiensten. Hoge–snelheid gegevensoproepen (High Speed Circuit Switched Data, HSCSD) HSCSD heeft een transmissiesnelheid van maximaal 43,2 Kbps.
Algemene informatie gebruik van (E)GPRS in plaats van GPRS als het netwerk die mogelijkheid biedt. Tarieven voor GPRS en toepassingen Gegevensoverdracht via GPRS en (E)GPRS wordt door de operator in rekening gebracht. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de tarieven. Toegangspunten Een gegevensverbinding verzorgt de verbinding van uw smartphone met internet via een toegangspunt.
Bureaublad Bureaublad Druk op of tik op in de statusbalk om de toepassing Bureaublad te openen. Tip: Houd de toets lang ingedrukt voor een lijst met laatst gebruikte toepassingen die u kunt activeren. Het Bureaublad is de werkruimte van waaruit u alle toepassingen kunt openen en snelkoppelingen kunt maken naar verschillende items, zoals documenten, afbeeldingen, toepassingen of contactkaarten.
Groepen beheren U kunt de toepassingen en snelkoppelingen die op het bureaublad worden weergegeven, in verschillende groepen indelen. Door met verschillende groepen te werken, kunt u toepassingen en snelkoppelingen gemakkelijker beheren. Dezelfde toepassing of snelkoppeling kan in verschillende groepen worden opgenomen. Toevoegen. Als u een toepassing of snelkoppeling wilt verwijderen, selecteert u het item in de lijst rechts in het venster en tikt u op Verwijderen.
Tekst invoeren Tekst invoeren Er zijn twee opties voor het invoeren van letters, cijfers en speciale tekens. Met handschriftherkenning kunt u tekens rechtstreeks op het scherm schrijven met de stylus. U kunt het schermtoetsenbord gebruiken om de gewenste tekens in te tikken. Mogelijk zijn er in sommige toepassingen nog andere invoermethoden beschikbaar. Om deze invoermethoden te kunnen gebruiken moeten deze zijn geïnstalleerd in het geheugen van het apparaat.
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters: tik op . Wanneer u een woord invoert, kunt u aangeven of het woord in hoofdletters of in kleine letter moet worden weergegeven. Het is ook mogelijk halverwege het invoeren van een woord te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. Zinnen die volgen op de tekens ! ? & ¡ en . beginnen automatisch met een hoofdletter, tenzij u deze optie hebt uitgeschakeld in het Configuratiescherm Instellingen peninvoer.
Tekst invoeren Schermtoetsenbord Het schermtoetsenbord gebruiken: tik met de stylus op de toetsen van het toetsenbord. 7 Spatiebalk. Hiermee kunt u een spatie invoeren. Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters: tik op . Schakel Caps Lock in door te tikken op . Alle zinnen die volgen op de tekens ! ? & ¡ en . beginnen automatisch met een hoofdletter, tenzij u deze optie hebt uitgeschakeld in het Configuratiescherm Instellingen peninvoer. Cijfers of speciale tekens invoeren: tik op .
Tekst invoeren Hoofdlettergebruik: – Als u woorden met een hoofdletter wilt beginnen na de tekens . ! ? & ¡ en een spatie, selecteert u Na '.', '?' of '!' met spatie. Als u woorden met een hoofdletter wilt beginnen zonder een spatie in te voegen, selecteert u Na '.', '?' of '!' . Als u beginhoofdletters wilt uitschakelen, selecteert u Nee. Tekenherkenning: – Hiermee kunt u de snelheid voor handschriftherkenning aanpassen. Lijndikte: – Hiermee kunt u de dikte van het spoor van de stylus wijzig.
Telefoon Telefoon Ga naar Bureaublad > Telefoon. De microfoon en het luistergedeelte bevinden zich beiden aan de voorkant van het apparaat (zie figuur ”1” op pagina 12). Bellen Nummers kiezen met behulp van het numerieke toetsenblok: open de toepassing Telefoon, tik het telefoonnummer in via het toetsenblok en tik op Bellen. Ingetikte nummers wissen: tik op . Als u tussen weergaven wilt schakelen, drukt u op .
cijfer 1 gereserveerd voor oproepen naar uw standaard voicemailbox. Zie “Instellingen voicemailbox” op pagina 44 voor meer informatie. Het volume aanpassen tijdens een gesprek: tik op Audioinstellingen. Verplaats het schuifblokje om het volume aan te passen. Selecteer Luidspreker: om de handsfree luidspreker en microfoon te gebruiken of Microfoon: om de microfoon uit te schakelen. Tip: Druk tijdens een gesprek op om de geluidsinstellingen te openen.
Telefoon Beantwoorden Een oproep beantwoorden: tik op Antwoord. of druk op . Een oproep weigeren: tik op Weigeren of druk op .. Een oproep beëindigen: druk op . De beltoon uitschakelen: tik op Stil. Zie “Overige instellingen” op pagina 45 als u de beltoon wilt uitschakelen en wilt beantwoorden met een standaardbericht. Spraakgestuurde nummerkeuze U kunt een nummer kiezen door een spraaklabel uit te spreken dat aan de contactkaart is gekoppeld. Elk gesproken woord kan een spraaklabel zijn.
Alle oproepen: – Hiermee worden alle inkomende oproepen doorgeschakeld. Indien bezet: – Hiermee worden inkomende oproepen doorgeschakeld wanneer u in gesprek bent. Indien niet opgenomen: – Hiermee worden inkomende oproepen doorgeschakeld wanneer deze niet binnen een bepaalde tijd worden beantwoord. Indien buiten bereik: – Hiermee worden inkomende oproepen doorgeschakeld wanneer het apparaat uitgeschakeld of buiten het bereik van het netwerk is.
Telefoon 2 U kunt het volgende opgeven: Alle inkomende oproepen: – Als deze optie is ingeschakeld, kunnen geen oproepen worden ontvangen. Inkomende oproepen, buitenland: – Als deze optie is ingeschakeld, kunnen geen oproepen worden ontvangen wanneer u zich in het buitenland bevindt. Alle uitgaande oproepen: – Als deze optie is ingeschakeld, kunnen geen oproepen worden geplaatst. Internationale oproepen: – Als deze optie is ingeschakeld, kunt u niet bellen naar andere landen of regio's.
Druk op en selecteer Extra > Instellingen > Overige instellingen.... U kunt het volgende opgeven: Pagina Oproep Oproep in de wacht: (netwerkdienst) – Als u de wachtfunctie hebt geactiveerd, meldt het netwerk nieuwe binnenkomende oproepen terwijl u in gesprek bent. Met de optie Status controleren kunt u controleren of de wachtfunctie is in– of uitgeschakeld. Mijn beller-id verzenden: (netwerkdienst) – Bepaalt welk nummer wordt verborgen voor of weergegeven aan de ontvanger.
Telefoon Pagina Beveiliging Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Gesloten gebruikersgroep: – Geef een groep mensen op naar wie u kunt bellen en die u kunnen bellen. Selecteer Standaard voor het activeren van de groep die u met de netwerkoperator overeen bent gekomen.
Handmatig DTMF–tonen invoeren tijdens een gesprek: tik op Kiezer of druk op . Voer de DTMF– reeks in. Tip: Er zijn twee speciale tekens die u kunt gebruiken door te dubbeltikken op * op het toetsenbord: • p (pauze) – Hiermee voegt u een pauze van drie seconden in tussen de cijfers in een DTMF–toonreeks. Alle cijfers na de pauze worden beschouwd als DTMF–tonen. • w (wachten) – Hiermee onderbreekt u het verzenden van DTMF–cijfers totdat u op Verzenden tikt.
Profielen Profielen Ga naar Bureaublad > Profielen. Profielen definiëren de tonen en het geluidsniveau van de smartphone in verschillende gebruiksomgevingen, gebeurtenissen en bellergroepen. Van profiel wisselen: selecteer het gewenste profiel in de lijst en tik op Activeren. Een profiel verwijderen: selecteer het profiel in de lijst, druk op en selecteer Profiel > Verwijderen. Standaardprofielen kunnen niet worden verwijderd. Tip: U kunt ook van profiel wisselen door kort op de aan/uit–toets te drukken.
Trilalarm: – U kunt de smartphone instellen om te trillen bij inkomende spraakoproepen, berichten en waarschuwingssignalen. Waarschuwing: Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele apparaten verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Melding voor berichten: – Selecteer deze optie als u een waarschuwing wilt ontvangen bij inkomende berichten. Profielen bewerken Een profiel bewerken: selecteer het profiel in de lijst en tik op Aanpassen.
Berichten Berichten Ga naar Bureaublad > Berichten. In de toepassing Berichten kunt u verschillende berichttypen maken, verzenden, ontvangen, bekijken, bewerken en indelen: tekstberichten, multimediaberichten, e-mailberichten en OTA–berichten (speciale tekstberichten met gegevens). U kunt ook berichten en gegevens ontvangen via Bluetooth, WAP– dienstberichten en cell broadcast–berichten ontvangen, en dienstopdrachten verzenden.
De pictogrammen geven het type bericht, de prioriteit en eventuele bijlagen aan. Dit zijn enkele van de pictogrammen die kunnen worden weergegeven: Nieuwe e-mail in externe mailbox Nieuw tekstbericht Nieuw multimediabericht Nieuwe uitnodiging voor agenda Ongelezen e-mail E–mail met hoge prioriteit bijvoorbeeld in de wachtrij worden geplaatst wanneer de smartphone is ingeschakeld, terwijl wordt gewacht totdat het signaal sterk genoeg is of terwijl wordt gewacht totdat het telefoongesprek wordt beëindigd.
Berichten op Verzenden uitstellen om het bericht in de wachtrij te plaatsen in de Outbox. Concepten – Bevat conceptberichten die niet verzonden zijn. Verzonden – Bevat berichten die verzonden zijn. De berichten of gegevens die via een Bluetooth–verbinding zijn verzonden, worden niet in de map Verzonden opgeslagen. Externe mailbox – Wanneer u deze map opent, kunt u verbinding maken met uw externe mailbox om nieuwe e-mailberichten op te halen of uw eerder opgehaalde e– mailberichten off line te bekijken.
Een mailbox instellen als de standaardmailbox: druk op en selecteer Extra > Berichtinstellingen > Email.... Selecteer de mailbox die u als standaard wilt instellen en tik op Als standaard. Pagina Ophalen Ophalen: – Hiermee geeft u op wat er wordt opgehaald uit de externe mailbox wanneer de verbinding tot stand is gekomen. De optie Berichten is alleen beschikbaar als de mailbox van het type IMAP4 is. Berichten Uitgaande server (SMTP): - Het IP–adres of de hostnaam van de computer die uw e-mail verzendt.
Berichten Pagina Verzenden Standaardindeling e-mail: – Het type e–mail dat u met de smartphone kunt opstellen en verzenden. E-mailbericht verzenden: – De wijze waarop e–mail vanaf uw smartphone wordt verzonden. Origineel opnemen: – Selecteer deze optie als u het oorspronkelijke bericht wilt opnemen in uw antwoord op dat bericht. Leesbevestiging vragen: – Als u deze optie selecteert, ontvangt u een bevestiging wanneer de ontvanger uw bericht heeft geopend.
E-mail ophalen uit een externe mailbox: druk op en selecteer E-mail > Ophalen en verzenden. Selecteer de juiste opdracht om e-mail op te halen uit alle mailboxen of uit een geselecteerde mailbox. Als er emailberichten in uw Outbox aanwezig zijn, worden deze berichten tegelijkertijd verzonden. Tip: Als u geen wachtwoord hebt opgegeven bij de instellingen voor de externe mailbox, wordt naar een wachtwoord gevraagd wanneer u voor het eerst verbinding maakt met de externe mailbox.
Berichten Een bericht verwijderen uit de Inbox of externe mailbox: tik op Verwijderen. Indien nodig kunt u opgeven of u het bericht alleen van de smartphone wilt verwijderen of ook van de e-mailserver. E–mail verzenden 1 Druk op en selecteer Bericht > Nieuw... > E-mail in de hoofdweergave van de toepassing Berichten. 2 Geef het e-mailadres op in het veld Aan:. Voeg een puntkomma (;) toe tussen afzonderlijke ontvangers. Als de ontvanger in uw lijst met contactpersonen is opgenomen, tikt u op .
in het scherm bevat tevens hulpmiddelen voor het bewerken van tekst. Als de werkbalk niet wordt weergegeven, drukt u op en selecteert u Scherm > Werkbalk. Leesbevestiging vragen: – Selecteer deze optie als u een melding wilt ontvangen als de ontvanger uw bericht geopend heeft. Geselecteerde alinea's uitlijnen: druk op en selecteer Opmaak > Uitlijnen > Links, Rechts of Centreren. Gebruikte mailbox: – De externe mailbox die voor het verzenden van dit bericht werd gebruikt.
Berichten E-mailbijlagen U kunt de meeste documenten en berichten die u in de overige toepassingen van de smartphone maakt, verzenden als e-mailbijlage. Belangrijk: Objecten in e–mailberichten kunnen virussen bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC. Open geen bijlagen als u niet weet of de afzender betrouwbaar is. E-mailbijlagen toevoegen: druk op in de emaileditor en selecteer Bijvoegen > Bestand toevoegen.
kunnen uitsluitend niet–opgemaakte, platte tekst bevatten. Tip: Houd er bij het verzenden van een tekstbericht dat speciale tekens of tekens met accenten bevat rekening mee dat niet alle telefoons speciale tekens ondersteunen. Met uw smartphone kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan 160 tekens. Als een bericht langer is dan 160 tekens, wordt het als een reeks van twee of meer berichten verzonden.
Berichten Bericht verzenden als: – Wijzig deze optie alleen als u er zeker van bent dat uw berichtencentrale tekstberichten in andere indelingen kan omzetten. Raadpleeg de netwerkoperator. Instellingen tekstberichten Tekstberichten ontvangen Druk op in de hoofdweergave van de toepassing Berichten en selecteer Extra > Berichtinstellingen > Tekstbericht....
Antwoorden via dezelfde centrale: (netwerkdienst) – Selecteer deze optie als het antwoord via dezelfde berichtencentrale moet worden verzonden. Antwoord inclusief origineel: – Deze optie bepaalt of het ontvangen tekstbericht naar uw antwoord wordt gekopieerd. Voorkeursverbinding: – U kunt tekstberichten verzenden via het gewone GSM–netwerk of via GPRS, als dit door het netwerk wordt ondersteund. Een nieuwe berichtencentrale toevoegen: druk op en selecteer Extra > Berichtinstellingen > Tekstbericht....
Berichten 3 Voer het bericht in en voeg een mediaobject toe. Gebruik de werkbalkknop of de menuopdracht Invoegen om afbeeldingen, geluid of videoclips aan uw bericht toe te voegen. Zie onder voor meer informatie. Als de werkbalk niet wordt weergegeven, drukt u op en selecteert u Scherm > Werkbalk. 4 Als het bericht gereed is, tikt u op Verzenden. Figuur 18: Een multimediabericht verzenden Tip: Een multimediabericht kan verschillende pagina's bevatten.
Tekst opmaken: sleep de stylus over de tekst om de tekst te selecteren, druk op en selecteer Extra > Tekst opmaken.... U kunt ook eerst de opmaak selecteren en daarna de tekst invoeren. (Niet beschikbaar in Beperkte modus:.) De achtergrondkleur van een bericht wijzigen: druk op en selecteer Extra > Achtergrondkleur instellen.... Tik op het kleurvierkantje om een nieuwe kleur te kiezen. (Niet beschikbaar in Beperkte modus:.
Berichten Werkbalk Als de werkbalk niet wordt weergegeven, drukt u op en selecteert u Scherm > Werkbalk. 1 Een foto nemen of een video opnemen. 2 Een geluidsclip opnemen of een bestaande geluidsclip 3 4 5 6 7 invoegen. Een schets maken. Een afbeelding invoegen. Een muziekclip invoegen. Een videoclip invoegen. Een pagina–einde invoegen. Multimediaberichten ontvangen U ontvangt multimediaberichten in de Inbox. Multimediaberichten kunt u net zoals andere berichten openen, beantwoorden en doorsturen.
Bericht verzenden: - U kunt selecteren wanneer het bericht verzonden moet worden. Geldigheid bericht: - (netwerkdienst) Als de ontvanger van een bericht niet binnen de geldigheidsperiode wordt bereikt, wordt het bericht uit de multimediaberichtencentrale verwijderd. Het netwerk moet deze functie ondersteunen. Maximumtijd is de maximaal door het netwerk toegestane tijd. Pagina Ophalen Bij ontvangst van berichten: - Selecteer Onmiddellijk ophalen als u multimediaberichten wilt ontvangen.
Berichten scriptinstellingen voor aanmelding bij een toegangspunt en e-mailinstellingen als OTA–bericht ontvangen. Dienstberichten Dienstberichten kunnen bijvoorbeeld nieuwsmeldingen zijn en kunnen een tekstbericht of een koppeling bevatten. Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden. 66 Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Ga naar Bureaublad > Contacten. U kunt de toepassing Contacten gebruiken om uw contactgegevens, zoals telefoonnummers en adressen, in te voeren, te bewerken en te beheren. Raadpleeg de handleiding bij Nokia PC Suite op de cd in het verkooppakket voor informatie over het synchroniseren van uw contacten met compatibele pc–toepassingen. Contactgegevens weergeven en opzoeken die met de letter N begint en driemaal voor contactpersonen met een naam die met de letter O begint.
Contacten Contactkaarten maken en bewerken Een contactkaart verwijderen: selecteer de contactpersoon, druk op en selecteer Contact > Verwijderen. Uw eigen kaart kunt u niet verwijderen. en tik op Toevoegen om de afbeelding toe te voegen zonder deze te bewerken of Bewerken om de afbeelding te openen in een beeldeditor waarin u de afbeelding kunt wijzigen. Gebruik de stylus of de bladertoets om het gebied van de afbeelding te selecteren dat u wilt invoegen.
Meerdere velden aan een contactkaart toevoegen: open de contactkaart en tik op Veld toevoegen. Selecteer het gewenste veld in de lijst. Een geselecteerd veld verwijderen: druk op en selecteer Contact > Veld verwijderen. Deze wijzigingen hebben alleen invloed op de kaart die u op dit moment wijzigt. De naam van een veld wijzigen: selecteer een veld, druk op en selecteer Contact > Naam van veld wijzigen.... Voer de nieuwe naam in. Als de menuopdracht Naam van veld wijzigen...
Contacten Een spraaklabel instellen voor een contactkaart: dubbeltik op de contactkaart om deze te openen. Druk op en selecteer Extra > Spraaklabel toevoegen.... Selecteer het telefoonnummer waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen en tik op OK. Tik op Beginnen. Na de toon spreekt u de woorden die u als spraaklabel wilt opnemen duidelijk uit in de microfoon. Als de opname is voltooid, wordt de opgenomen spraaklabel afgespeeld en opgeslagen.
Ga naar Bureaublad > Agenda. In de toepassing Agenda kunt u geplande activiteiten en afspraken maken en controleren. U kunt bovendien voor alle agenda–items waarschuwingstonen instellen. Als u de smartphone aansluit op een compatibele pc, kunt u uw agenda synchroniseren met Microsoft Outlook 98/ 2000/2002/2003, Microsoft Outlook Express, Lotus Notes 5.0/6.0 of Lotus Organizer 5.0/6.0. Raadpleeg de handleiding bij Nokia PC Suite op de cd voor meer informatie over synchronisatie.
Agenda duurt, geeft u een begin– en eindtijd op. Een herinnering instellen voor een agenda–item: selecteer de optie Herinnering:. Geef de dag en tijd voor de herinnering op. Een agenda–item herhalen: tik op Herhalen. Definieer het herhalingsinterval en de mogelijke einddatum. Tik op Voltooid als u alle gewenste details hebt opgegeven. Een agenda–item bewerken: dubbeltik op het item en breng de gewenste wijzigingen aan. Tik vervolgens op Voltooid.
Agenda Een tijdvak openen: tik op het tijdvak. Dubbeltik op een tijdvak om een nieuw agenda–item toe te voegen. Als u naar de vorige of volgende week wilt gaan, tikt u op de pijlen in de bovenhoeken van de weekweergave. Als een tijdvak een agenda–item bevat, worden in het gebied onderaan in het scherm de details van het item weergegeven. Als een tijdvak meerdere items bevat, geven de cijfers in de rechterhoek van het scherm op het aantal items in het tijdvak aan.
Taken Taken Ga naar Bureaublad > Taken. Met de toepassing Taken kunt u taaklijsten maken en beheren. Een nieuwe taak maken: tik op Nieuwe taak. Geef in alle velden een waarde op. Een herinnering voor de taak instellen: selecteer Vervaldatum: en Herinnering: en geef de dag en het tijdstip op waarop het herinneringssignaal moet klinken. De taak herhalen: tik op Herhalen. Definieer het herhalingsinterval en de mogelijke einddatum. Een taak bewerken: dubbeltik op de taak en breng de gewenste wijzigingen aan.
Taken Pictogrammen De volgende pictogrammen worden gebruikt in de toepassing Taken: - Taak - Taak met hoge prioriteit - Taak met lage prioriteit - Taak met herinnering - Herhaalde taak Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Web Web Ga naar Bureaublad > Web. Verbinding maken met internet: • Het draadloze netwerk waarvan u gebruikmaakt, ondersteunt gegevensoproepen of GPRS. • De gegevensdienst is geactiveerd voor uw SIM–kaart. • U moet een internettoegangspunt en verbindingsinstellingen configureren. Zie “Internetinstelling” op pagina 118 voor meer informatie. gegevensdiensten en de vereiste instellingen kunt ontvangen. Deze functie moet worden ondersteund door uw netwerkoperator.
Als u het selectievakje Vragen vóór verbinding: hebt ingeschakeld bij het instellen van de internetverbinding, wordt een dialoogvenster geopend waarin u wordt gevraagd de verbinding te bevestigen of het toegangspunt te wijzigen. U kunt ervoor kiezen om dit dialoogvenster niet weer te geven wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht. Zie “Instellingen voor internetverbinding” op pagina 122.
Web onderbreken. U kunt ook de opdrachten in het menu Navigeren gebruiken. Tip: U kunt een webadres in een tekstvak of document gebruiken als hyperlink. Tik op het adres of plaats de cursor erop met behulp van de bladertoets. U ziet nu een koppeling met een klein pictogram. Tik op het pictogram om naar de website te gaan als een internetverbinding actief is.
De cache leegmaken: druk op , selecteer Extra > Details van cache en tik op Wissen. De naam of het adres van een bookmark bewerken: selecteer de bookmark, druk op en selecteer Favoriet > Bewerken.... Informatie over de huidige pagina weergeven: druk op en selecteer Extra > Details van pagina. Een nieuwe bookmark toevoegen: tik op Favoriet toevoegen. Voer een naam voor de bookmark in en geef het webadres of de maplocatie op.
Web Pagina Algemeen Maximale cachegrootte (kB): – Definieer de hoeveelheid intern geheugen die u als schijfcache wilt gebruiken om het browsen te versnellen. Frames weergeven: – Sommige webpagina's zijn opgedeeld in verschillende frames, waardoor het lezen wordt bemoeilijkt. U kunt de frames uitschakelen. Veel pagina's werken echter niet goed als u de frames uitschakelt. Standaardtekencodering: – Kies de standaardtekenset.
U kunt foto's maken en video's opnemen met de toepassing Camera. U kunt afbeeldingen weergeven en bewerken met de toepassing Afbeeldingen en de afbeeldingen verzenden als multimediaberichten. U kunt video's afspelen en verzenden als multimediaberichten met de toepassing RealPlayer. Schakelen tussen de camera en de camcorder: tik op de gewenste afbeelding links op het scherm. De toepassing Camera openen: tik op Camera op het bureaublad of tik op Ga naar camera in de toepassing Afbeeldingen.
Camera Tip: In de rechterbovenhoek van de zoeker ziet u het geselecteerde kwaliteitsniveau van de video en hoe lang u nog kunt opnemen met het beschikbare geheugen. Tik op dit gebied om de Camera–instellingen te openen. Camera–instellingen Figuur 23: Een foto maken Tip: In de rechterbovenhoek van de zoeker ziet u hoeveel foto's u nog kunt maken met het beschikbare geheugen. De sterretjes geven het kwaliteitsniveau van de foto aan. Tik op dit gebied om de Camera– instellingen te openen.
Tips voor het maken van goede foto's Voorbeeld voor opslaan: – Als u deze optie selecteert, kunt u de foto die u gemaakt hebt, eerst bekijken en besluiten of u de foto al dan niet wilt bewaren. Als u deze optie niet hebt ingeschakeld, worden alle foto's die u maakt automatisch opgeslagen en wordt geen voorbeeld weergegeven. Pagina Afbeelding Pagina Video Kwaliteit: – Aangegeven met sterretjes in de hoek van de zoeker. Hoe beter de kwaliteit, des te meer geheugen de video in beslag neemt.
Camera Diepte Bij het fotograferen van landschappen en natuurschoon kunt u diepte in uw foto's aanbrengen door objecten op de voorgrond te plaatsen. Houd er wel rekening mee dat als het voorgrondobject zich te dicht bij de camera bevindt, het object wazig kan worden. Belichting Door de bron, de hoeveelheid en de richting van het licht te wijzigen, kan de kwaliteit van een foto sterk worden verbeterd. Enkele punten waarop u bij de belichting kunt letten: • Achterbelichting.
Gebruik de toepassing Afbeeldingen om foto's weer te geven en te bewerken. U kunt foto's maken met de toepassing Camera en deze weergeven en wijzigen in de toepassing Afbeeldingen. Vervolgens kunt u de afbeeldingen verzenden als multimediabericht. U kunt de foto's die u met de camera hebt gemaakt, bewerken, of nieuwe schetsen maken die tekst en meetkundige vormen bevatten. De toepassing Afbeeldingen openen: tik op Afbeeldingen op het bureaublad of tik op Ga naar afbeeldingen in de toepassing Camera.
Afbeeldingen Afbeeldingen en mappen beheren Gedetailleerde informatie over een afbeelding weergeven: selecteer een afbeelding, druk op en selecteer Extra > Details. De volgende informatie wordt weergegeven: Naam: – Naam van de afbeelding. U kunt de standaardnaam wijzigen vanuit de toepassing Camera: druk op en selecteer Extra > Instellingen.... Bewerk de naam in het veld Standaardnaam voor afbeelding:. Type: – De indeling van het afbeeldingbestand.
en selecteer De volgende opdrachten zijn uitsluitend beschikbaar in de lijstweergave: Een afbeelding naar een andere map verplaatsen: druk op en selecteer Bewerken > Verplaatsen naar map.... Ga naar de doelmap of tik op Nieuw om een nieuwe map te maken. Een afbeelding dupliceren: druk op en selecteer Bewerken >Dupliceren. Maak altijd een kopie van een afbeelding die u gaat bewerken. Bewerk de kopie en houd het origineel intact.
Afbeeldingen Afbeeldingen bewerken Schetshulpmiddelen U kunt afbeeldingen in de indelingen JPEG, GIF, BMP, TIFF/ F, PNG of WBMP bewerken of nieuwe tekeningen maken. TIFF/F–afbeeldingen met meerdere pagina's kunnen niet worden bewerkt. De werkbalk bevat snelkoppelingen naar de belangrijkste schetshulpmiddelen. Deze hulpmiddelen zijn ook als menuopdracht beschikbaar: druk op en selecteer Extra > Schetshulpmiddelen. De werkbalk weergeven of verbergen: druk op en selecteer Scherm > Werkbalk.
Afbeeldingen Wijzigingen ongedaan maken: druk op en selecteer Bewerken > Ongedaan maken / Alles ongedaan maken. Transformaties De achtergrondkleur van een selectie transparant maken: druk op en selecteer Opties > Transparant maken. De afbeelding draaien: druk op en selecteer Opties > Draaien > Rechts of Links. De afbeelding wordt 90 graden in de gekozen richting gedraaid. De afbeelding spiegelen: druk op en selecteer Opties > Spiegelen > Horizontaal of Verticaal.
RealPlayer RealPlayer Ga naar Bureaublad > RealPlayer of tik Ga naar RealPlayer in Camera (Camcordermodus). De toepassing RealPlayer ondersteunt niet noodzakelijk alle variaties van een bestandsindeling. RealPlayer opent alleen rtsp–koppelingen, geen http–koppelingen. Video's afspelen Een video afspelen die u net hebt opgenomen met de camcorder van de smartphone: tik op Ga naar RealPlayer in Camera, selecteer de video die u hebt opgenomen en tik op Openen.
Tip: U kunt RealPlayer ook bedienen via het menu. Druk op en selecteer Opties en de gewenste opdracht. Het volume regelen: sleep de volumebalk rechtsboven in het scherm, of druk op en op de bladertoets. Het geluid uitschakelen: tik op het luidsprekerpictogram naast de volumebalk. De huidige videoclip vooruit– of terugspoelen: tik op en sleep . Het afspelen van een videoclip onderbreken: tik op . Tik nogmaals om het afspelen te hervatten.
RealPlayer Videoclips sorteren: druk op en selecteer Scherm > Sorteren. U kunt de bestanden sorteren op naam, datum of bestandsgrootte. Details over een videoclip bekijken: druk op selecteer Extra > Details. en Videoclips verzenden: tik op Verzenden en selecteer de gewenste verzendmethode. Op bepaalde afbeeldingen, beltonen en andere inhoud rust mogelijk copyright, wat betekent dat de desbetreffende inhoud niet mag worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. 92 Copyright © 2005 Nokia.
Ga naar Bureaublad > Music Player. Met de toepassing Music Player kunt u luisteren naar de muziek– en andere geluidsbestanden die op uw smartphone of de geheugenkaart zijn opgeslagen. Music Player ondersteunt de volgende bestandsindelingen: MP3, WAV, MIDI, AAC, AMR, AU, RMF en M3U. Music Player ondersteunt niet noodzakelijk alle variaties van een bestandsindeling. U kunt naar muziek luisteren via de interne luidspreker of met een compatibele hoofdtelefoon.
Music Player Tip: U kunt de Music Player ook bedienen via het menu. Druk op en selecteer Opties en de gewenste opdracht. Tracks afspelen Een track afspelen: dubbeltik op de track of selecteer de track en tik op . Tip: U kunt de Music Player ook openen door op een compatibel geluidsbestand te dubbeltikken in de toepassing Bestandsbeheer of Berichten, of door een snelkoppeling op het bureaublad te openen. Het geluid uitschakelen: tik op het luidsprekerpictogram naast de volumebalk.
Music Player Op bepaalde afbeeldingen, beltonen en andere inhoud rust mogelijk copyright, wat betekent dat de desbetreffende inhoud niet mag worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. Een track opslaan die als bijlage bij een multimediabericht binnenkomt: open de bijlage in Berichten, druk op en tik op Opslaan. Tracklijsten U kunt geen nieuwe tracklijsten maken in Music Player, maar u kunt wel tracklijsten die u ergens anders hebt gemaakt naar uw smartphone overbrengen.
Visual Radio Visual Radio Ga naar Bureaublad > Visual Radio. TM U kunt de toepassing Visual Radio gebruiken als een gewone FM–radio met de mogelijkheid tot automatisch afstemmen op zendkanalen en vooringestelde kanalen, of met parallelle visuele informatie op het scherm als u afstemt op stations die Visual Radio ondersteunen. De dienst Visual Radio maakt gebruik van GPRS (netwerkdienst). U kunt naar de FM–radio luisteren terwijl u andere toepassingen van de smartphone gebruikt.
informatie. Meer informatie over het kanaal weergeven, zoals de id voor de visuele service: tik op Details. De ontvangstkwaliteit van de radio hangt af van de dekking van het radiostation. De radio in– of uitschakelen: sluit een compatibele hoofdtelefoon aan op de smartphone en tik op in Visual Radio. Tip: U kunt de radio ook bedienen via het menu. Druk op en selecteer Radio en de gewenste opdracht.
Visual Radio Tip: U kunt zoeken naar de id van de visuele service van een kanaal door op te drukken en Extra > Lijst met kanalen... te selecteren. Selecteer het zendkanaal en tik op Details. Instellingen voor Visual Radio Een vooringesteld kanaal beluisteren: tik op een kanaal in de lijstweergave. Autostart visuele server: – Wanneer u deze optie selecteert, wordt de Visual Radio–dienst automatisch gestart wanneer u op een vooringesteld kanaal tikt dat een visuele service te bieden heeft.
Ga naar Bureaublad > Spraakrecorder. Met de toepassing Spraakrecorder kunt u gesproken memo's opnemen. U kunt ook eigen opnamen en andere geluidsbestanden beluisteren of spraakclips toevoegen aan multimediaberichten. De maximumlengte van een opname is afhankelijk van het beschikbare geheugen. . Tip: U kunt de Spraakrecorder ook bedienen via het menu. Druk op en selecteer Opties en de gewenste opdracht. Een geluidsclip verzenden: druk op Geluidsclip > Verzenden en selecteer de verzendmethode.
Spraakrecorder Details over een geluidsclip bekijken: druk op selecteer Extra > Details. en Instellingen voor Spraakrecorder De instellingen van Spraakrecorder bewerken: druk op en selecteer Extra > Instellingen.... U kunt het volgende opgeven: Naam van clip: – Voer de naam in die u wilt gebruiken als basis voor de geluidsclips. Als u bijvoorbeeld 'Geluid' invoert, worden de standaardnamen van de volgende geluidsclips Geluid(01), Geluid(02), Geluid(03), enzovoort.
Ga naar Bureaublad > Documenten. Met behulp van de toepassing Documenten kunt u nieuwe tekstdocumenten schrijven en bestaande documenten bewerken. In de documenten kunt u afbeeldingen en andere bestanden invoegen en weergeven. U kunt documenten ook verzenden en ontvangen als SMS– bericht, MMS en e-mailbijlage of via de Bluetooth– technologie. Documenten die gemaakt zijn met Microsoft Word voor Windows 97 of meer recente versies, kunt u openen, bewerken en opslaan.
Documenten Tik op het pictogram om het nummer te bellen, de emaileditor te openen of naar de website te gaan als een internetverbinding actief is. Opmaakstijlen bewerken Een opmaakstijl bestaat uit een reeks opmaakkenmerken waarmee u snel het uiterlijk van de tekst kunt aanpassen. 1 Druk op en tik op Formatteren > Stijl.... 2 Selecteer de stijl die u wilt bewerken en tik op Bewerken. Tik op Nieuw om een nieuwe opmaakstijl te definiëren.
Ga naar Bureaublad > Werkblad. In de toepassing Werkblad kunt u werken met gegevens en deze opslaan in een bestand dat een werkmap wordt genoemd. Elke werkmap bevat ten minste één werkblad. Een werkmap kan ook grafieken bevatten. Een grafiekblad bevat een grafiek die gebaseerd is op gegevens in een werkblad. In de toepassing Werkblad kunt u documenten openen die gemaakt zijn met Microsoft Excel 97 voor Windows of later.
Werkblad Naar een bepaalde cel of benoemd gebied gaan: tik op Ga naar. Geef de cel of het benoemde gebied op waar u naartoe wilt gaan en tik op OK. Tip: Met behulp van het werkbalkpictogram kunt u automatisch de som voor een reeks cellen invoegen. Selecteer de cel waar u de som wilt invoegen en tik op . De voorgestelde formule wordt weergegeven in het formuleveld boven aan het werkblad.
Een grafiek tot in detail opmaken: druk op en selecteer Opmaak. Selecteer het object dat u wilt bewerken. De selectie van instellingen is afhankelijk van het type grafiek. Tip: U kunt sommige dialoogvensters voor de instellingen openen door op het desbetreffende item in de grafiek te tikken. Zo wordt het dialoogvenster Instellingen voor x–as geopend wanneer u dubbeltikt op de x–as van de grafiek. Lettertype – U kunt het lettertype, evenals de grootte en kleur van het lettertype wijzigen.
Werkblad 106 Een duplicaat van een grafiek maken: tik op Werkbladen / grafieken. Selecteer de grafiek en tik op Duplic.. De naam van een grafiekblad wijzigen: tik op Werkbladen / grafieken. Selecteer de grafiek en tik op Naam wijzigen. Voer de nieuwe naam in en tik op OK. Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Ga naar Bureaublad > Presentaties. U kunt presentaties openen en weergeven die gemaakt zijn met Microsoft PowerPoint 97 of later. Houd er rekening mee dat niet alle functies en opmaak van de oorspronkelijke documenten worden ondersteund. U kunt deze presentaties verzenden en ontvangen via e–mail of Bluetooth–technologie. In de lijstweergave ziet u een overzicht van alle presentaties in de geselecteerde map. De naam van de map wordt weergegeven in het titelgebied.
Presentaties 108 en selecteer Bewerken > Alle tekst kopiëren. Alle tekst in de dia's en notities wordt naar het klembord gekopieerd. Als u alle tekst in de dia's naar het klembord wilt kopiëren, selecteert u Alle tekst in dia's kopiëren. Wilt u alle tekst in de notities kopiëren, selecteer dan Alle tekst in notities kopiëren. Het is mogelijk dat daarbij opmaakelementen verloren gaan. Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Klok Klok Ga naar Bureaublad > Klok. De huidige datum en tijd instellen: tik op Datum en tijd. Selecteer de optie Autom. aanpassen datum en tijd: als de datum en tijd op de smartphone automatisch via het netwerk moeten worden bijgewerkt. Dit is een netwerkdienst. Als u de datum en tijd niet automatisch wilt laten bijwerken, tikt u op en tikt u op de pijlen om de tijd te wijzigen. Tik op om de datum te wijzigen. Als u zomertijd wilt instellen, selecteert u de optie Zomertijd toepassen:.
Klok Het geluid van een alarmsignaal uitschakelen: tik op Stoppen. Als de smartphone was uitgeschakeld op het moment dat het alarmsignaal afging, wordt gevraagd of u de smartphone wilt inschakelen. Druk op Annuleren om de smartphone uit te schakelen of op Inschakelen om de smartphone in te schakelen. Druk niet op Inschakelen wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren. Een alarmsignaal tien minuten uitstellen: tik op Snooze.
Deze smartphone is voorzien van een rekenmachine voor elementaire berekeningen. Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen. Tip: Het percentagesymbool wordt als volgt gebruikt: x% is gelijk aan x/100. Getallen verwijderen in het invoerveld: tik op . Rekenmachine Rekenmachine Het is niet mogelijk een ingevoerd operatorsymbool uit het invoerveld te verwijderen.
Rekenmachine Werken met het geheugen van de rekenmachine U kunt één getalwaarde tegelijk vastleggen in het geheugen van de rekenmachine en die waarde naderhand oproepen om een waarde op te tellen bij of af te trekken van de waarde in het geheugen. Wanneer er een getalwaarde anders dan nul (0) in het geheugen wordt opgeslagen, verschijnt de letter M linksboven in het invoerveld. Als nul (0) wordt opgeslagen, is dat hetzelfde als het geheugen wissen.
Config.scherm Config.scherm Ga naar Bureaublad > Config.scherm. In het Configuratiescherm kunt u diverse instellingen van de smartphone definiëren en wijzigen. Door deze instellingen te wijzigen, beïnvloedt u de werking van diverse toepassingen van de smartphone. De fabrieksinstellingen herstellen: druk op en selecteer Oude instell. herstellen. Tik op Herstellen om het herstellen te bevestigen. Toepassingsbeheer Figuur 30 Toepassingsbeheer Ga naar Bureaublad > Config.scherm > Toepassingsbeheer.
Config.scherm volledige back–up uit te voeren waarin het verwijderde pakket is opgenomen. Als u een softwarepakket verwijdert, kunt u in de meeste gevallen geen documenten meer openen die met dit pakket zijn gemaakt. Als een ander softwarepakket afhankelijk is van het pakket dat u hebt verwijderd, is het mogelijk dat het andere softwarepakket niet meer werkt. Raadpleeg de documentatie bij het geïnstalleerde softwarepakket voor meer informatie.
Figuur 31: Certificaat–beheer Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet u controleren of de eigenaar van het certificaat kan worden vertrouwd en of het certificaat werkelijk van de opgegeven eigenaar afkomstig is. Installatie van toepassingen - Selecteer deze optie als u met dit certificaat de herkomst van nieuwe Java–software wilt verifiëren. Config.scherm mailservers en wanneer u software installeert.
Config.scherm De echtheid van een certificaat controleren 1 Selecteer het certificaat en tik op Details. De details van het certificaat worden weergegeven. 2 In het veld Verleend aan: wordt de eigenaar van het certificaat vermeld. Controleer of dit de naam is van de partij waarvan u meent dat het certificaat afkomstig is. 3 Schuif het dialoogvenster totdat het veld Vingerafdruk: wordt weergegeven, waarin een unieke id van het certificaat wordt vermeld.
Config.scherm Datum en tijd Ga naar Bureaublad > Config.scherm > Datum en tijd. De huidige datum en tijd instellen : voer de datum en tijd rechtstreeks in de daarvoor bestemde velden in of tik op en . Tik op de pijltjes om de datum en tijd te wijzigen. De datum en tijd in de smartphone automatisch laten bijwerken door het netwerk: selecteer Autom. aanpassen datum en tijd:. Dit is een netwerkdienst.
Config.scherm Het touchscreen en de toetsen automatisch vergrendelen: selecteer de optie Beveilig. vergr. scherm/ toetsen:. Het touchscreen en de toetsen worden automatisch vergrendeld wanneer de schermbeveiliging is geactiveerd. Zie “Touchscreen– en toetsvergrendeling” op pagina 27 voor meer informatie. Toebehoren Ga naar Bureaublad > Config.scherm > Toebehoren. Hier kunt u enkele instellingen definiëren voor de hoofdtelefoon en inductielus die bij de smartphone kunnen worden gebruikt.
De toepassing Berichten gebruikt het internettoegangspunt ook voor het verzenden en ontvangen van e–mail en multimediaberichten. Zie “Berichten” op pagina 50. Voor gegevensoverdracht via GPRS wordt mogelijk een extra vergoeding in rekening gebracht. Een internettoegangspunt instellen: tik op Nieuw. U kunt een bestaand toegangspunt bewerken door te tikken op Toegangspunten.
Config.scherm wordt meestal onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. VPN–details U moet over ten minste één internettoegangspunt beschikken en ten minste één VPN–beleid hebben geïnstalleerd voordat u een VPN–toegangspunt kunt definiëren. Zie “Een VPN–beleid beheren” op pagina 131 voor meer informatie over het installeren van een VPN– beleid. Internettoegangspunt: – Selecteer het toegangspunt voor VPN–toegang.
instelling wordt ook wel het 'dynamisch IP–adres' genoemd. Als u een internetverbinding met het intranet van uw bedrijf hebt gemaakt en u kunt geen webpagina's ophalen van het algemene internet, moet u wellicht een proxyserver instellen om webpagina's buiten het intranet te kunnen ophalen. IP-adres: – Het IP–adres van de smartphone. Als het IP– adres automatisch wordt opgehaald, hoeft u hier niets in te voeren. Protocol: – Selecteer het protocoltype van de proxy.
Config.scherm Tip: Wellicht kan uw internetprovider u een script verschaffen. Tip: Voor het tot stand brengen van een verbinding zijn meestal geen scripts nodig. Informeer bij uw internetprovider of u een script nodig hebt. Pagina Overige Aanmelden met normale tekst: – Met deze optie kunt u het wachtwoord voor verbinding als normale tekst verzenden. Schakel deze optie uit als u optimale beveiliging wenst. Sommige internetproviders eisen echter dat deze optie is ingeschakeld.
Verbr. bij inactiviteit van: – Geef aan na hoeveel tijd de GPRS–verbinding in de standby–modus wordt gezet als de verbinding niet wordt gebruikt. GPRS-verbinding: – Selecteer Indien beschikbaar om de GPRS–verbinding actief te houden en zo nodig de overdracht van packet–gegevens snel in te schakelen. Als u Indien nodig selecteert, maakt de smartphone alleen gebruik van een GPRS–verbinding als u een toepassing of actie start die een dergelijke verbinding nodig heeft.
Config.scherm Prioriteit Privacy–instellingen Op de pagina Prioriteit kunt u de prioriteit van de verschillende positioneringsmethoden opgeven. Ga naar Bureaublad > Config.scherm > Privacyinstellingen. De prioriteit van de positioneringsmethode wijzigen, tik op en selecteer de gewenste methode. Pagina Algemeen Details De instellingen op deze pagina hebben voorrang op alle afzonderlijke instellingen.
RealPlayer–instellingen Op de pagina Individueel kunt u de privacy–instellingen voor afzonderlijke contacten en diensten instellen. Ga naar Bureaublad > Config.scherm > RealPlayerinstell.. De pagina bevat een lijst met contacten en diensten met specifieke privacy–instellingen. Wanneer door een contactpersoon of dienst een positionering is aangevraagd, kan deze worden toegevoegd aan de privacy–lijst. U kunt alleen contacten aan de lijst toevoegen in dit dialoogvenster.
Config.scherm Proxy Datum Proxy gebruiken: – Selecteer deze optie als u de proxyserver wilt gebruiken. Datumopmaak: – Selecteer de volgorde van de datumonderdelen. Serveradres: – Het IP–adres van de server of de domeinnaam. Enkele voorbeelden van domeinnamen zijn: bedrijf.com en organisatie.org. Scheidingsteken: – Selecteer het scheidingsteken tussen de datumonderdelen. Poortnummer: – Het nummer van de proxypoort. Het poortnummer is gekoppeld aan het gebruikte protocol. De standaardpoort is 1091.
Beveiliging Ga naar Bureaublad > Config.scherm > Beveiliging. Hier kunt u het beveiligingsniveau van de telefoon in uw smartphone definiëren. Codes worden weergegeven als sterretjes. Als u een code wijzigt, wordt u gevraagd tweemaal de huidige code en de nieuwe code in te voeren. Zie “Toegangscodes” op pagina 26 voor meer informatie over de toegangscodes. Gebruik geen codes die veel lijken op alarmnummers, zoals 112, om te voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer belt.
Config.scherm SIM-services bevestigen: (netwerkdienst) – Met deze optie worden bevestigingsberichten weergegeven wanneer u gebruikmaakt van een SIM–kaartdienst. Thema's PIN-code: – De PIN–code moet 4 tot 8 cijfers lang zijn. Thema's zijn speciale bestanden die opmaakgegevens, afbeeldingen en geluiden bevatten. Met behulp van thema's kunt u het uiterlijk en de geluiden van uw smartphone wijzigen. De standaardthema’s kunnen niet worden verwijderd. PIN2-code: –De PIN2–code moet 4 tot 8 cijfers lang zijn.
Config.scherm Serviceopdrachten Ga naar Bureaublad > Config.scherm > Serviceopdrachten. U kunt dienstaanvragen naar uw serviceprovider verzenden, zoals activeringsopdrachten voor bepaalde netwerkdiensten. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Een aanvraag verzenden: voer de aanvraag in het veld in en tik op Verzenden. Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
VPN (Virtual private networking) VPN (Virtual private networking) Met VPN (Virtual private networking) kunt u gecodeerde verbindingen tot stand brengen om toegang te verkrijgen tot gegevens vanaf een externe locatie. Dankzij deze gecodeerde toegang kunt u e–mail, databasetoepassingen en het intranet van uw bedrijfsnetwerk raadplegen en beheren. Extern netwerkverkeer moet worden beveiligd. In uw bedrijf wordt mogelijk een VPN gebruikt om netwerkverkeer te kanaliseren en een beveiligingsbeleid toe te passen.
VPN–toegangspunten omvatten een internettoegangspunt en een VPN–beleid. Zie “Een internettoegangspunt instellen” op pagina 118 voor meer informatie over het maken van toegangspunten. Opmerking: In VPN–toegangspunten wordt een VPN–beleid gecombineerd met een internettoegangspunt. Wanneer u een VPN– beleidsserver voor de eerste keer synchroniseert, wordt voor elk beleid dat u op de smartphone installeert een overeenkomstig VPN–toegangspunt gemaakt.
VPN (Virtual private networking) 7 Controleer de id–code van de VPN–beleidsserver en voer de ontbrekende tekens in om een vertrouwde verbinding tussen de smartphone en de VPN– beleidsserver tot stand te brengen. Tik vervolgens op OK. U kunt deze stap overslaan als u de instellingen voor de VPN–beleidsserver installeert vanuit een SIS– bestand. Tip: De id–code van een VPN–beleidsserver is de vingerafdruk van het VPN–beleidsservercertificaat, waarmee het certificaat wordt geïdentificeerd.
• • • • De beleidsstatus controleren Voor Beleidsstatus: kunnen de volgende waarden zijn ingesteld: In gebruik – u hebt een verbinding tot stand gebracht met een VPN–toegangspunt dat is gekoppeld aan het VPN– beleid. Wanneer u verbinding maakt, wordt het VPN– beleid geactiveerd. Gekoppeld aan VPN–toegangspunt – u hebt het VPN–beleid gekoppeld aan en of meer VPN–toegangspunten. U kunt een van de VPN–toegangspunten selecteren om het VPN– beleid te activeren.
VPN (Virtual private networking) Nog niet geldig – een of meer certificaten zijn nog niet geldig. Deze waarde kan er ook op duiden dat de datum en tijd van de smartphone niet juist zijn ingesteld, dat de tijdzones niet juist zijn ingesteld of dat de zomertijd is ingesteld. Het VPN–beleid verwijderen: tik op Verwijderen. De detailweergave van het VPN–beleid sluiten: tik op Sluiten.
Wanneer u een VPN–beleid installeert vanaf een VPN– beleidsserver, stelt u een vertrouwde verbinding in tussen de smartphone en de VPN–beleidsserver. Om een vertrouwde verbinding te maken, moet u de VPN– beleidsserver verifiëren en moet de VPN–beleidsserver uw smartphone verifiëren. Nadat uw smartphone door de VPN–beleidsserver is geverifieerd, genereert de VPN–client een persoonlijke sleutel en wordt een bijbehorend certificaat aangevraagd.
VPN (Virtual private networking) VPN–beleidsserver van uw beheerder. Controleer de id– code van de VPN–beleidsserver en voer het ontbrekende deel in. De code wordt door de VPN–client gecontroleerd. Nadat de verificatie is uitgevoerd, vraagt de VPN–client een certificaat aan vanaf de VPN–beleidsserver voor latere verificatie van de VPN–beleidsserver. Een VPN–beleidsserver toevoegen: tik op Nieuw.
Tip: Het aanvragen van een certificaat betekent dat een certificatieverzoek wordt verzonden naar een certificatie–organisatie en dat een certificaat wordt ontvangen. U kunt nu VPN–toegangspunten maken en deze koppelen aan toepassingen. U kunt het Serveradres: niet wijzigen nadat u een VPN– beleid hebt geïnstalleerd vanaf de VPN–beleidsserver, omdat de VPN–beleidsserver het adres tijdens de eerste verbinding verzendt naar VPN–beheer. Een VPN–beleidsserver verwijderen : tik op Verwijderen.
VPN (Virtual private networking) met een VPN–beleidsserver om een VPN–beleid te installeren of bij te werken, moet u mogelijk certificaten aanvragen vanaf de VPN–beleidsserver VPN–certificaten aanvragen VPN –client maakt een certificatieverzoek voor elk vereist certificaat en verzendt het verzoek naar de VPN– beleidsserver. De VPN–beleidsserver vraagt elk vereist certificaat aan bij een certificatie–organisatie en stuurt dit terug naar de VPN–client.
Sleutelopslagwachtwoorden intoetsen Bij Wachtwoord kunt u een sleutelopslagwachtwoord maken of wijzigen. Een sleutelopslagwachtwoord beveiligt persoonlijke sleutels in de smartphone en de VPN– beleidsserververbinding tegen ongeoorloofd gebruik. U moet het sleutelopslagwachtwoord intoetsen in de volgende gevallen: • Bij de installatie van een nieuw of bijgewerkt VPN– beleid vanaf een VPN–beleidsserver.
VPN (Virtual private networking) door een vertrouwde certificatie–organisatie. U vraag on line een certificaat aan of installeert certificaten wanneer u het VPN–beleid installeert vanuit een SIS– bestand. • Conventionele verificatie – u voert een gebruikersnaam en wachtwoord of een code in voor de verificatie. Beheerders maken gebruikersnamen en wachtwoorden of geven u een SecurID–token waarmee een code kan worden gegenereerd. Verificatie op basis van een certificaat: toets het sleutelopslagwachtwoord in.
Kan niet aanmelden bij beleidsserver. Zie VPN–logboek voor details. De geldigheidsperiode van het certificaat aan de hand waarvan de verificatie op de VPN–beleidsserver plaatsvindt, is nog niet begonnen. toepassing verbinding maakt met een VPN–toegangspunt, wordt het VPN–beleid automatisch bijgewerkt. Wacht totdat de update van het VPN–beleid voltooid is en probeer het opnieuw. Kan niet aanmelden bij beleidsserver. Verwijder de server en definieer de details opnieuw.
VPN (Virtual private networking) Onjuiste id–code van server U hebt een onjuiste id–code voor de VPN–beleidsserver ingevoerd. Vergelijk de id–code van de VPN–beleidsserver met de code die u van de beheerder hebt ontvangen en toets de ontbrekende tekens opnieuw in. Kan VPN–verbinding niet activeren. Zie VPN–logboek voor details. De conventionele verificatie is mislukt of het certificaat waarmee uw aanmelding bij de VPN–gateway wordt geverifieerd ontbreekt, is verlopen of is nog niet geldig.
Ga naar Bureaublad > Bestandsbeheer. In de toepassing Bestandsbeheer kunt u bestanden en mappen verplaatsen, kopiëren, een andere naam geven en openen. Op bepaalde afbeeldingen, beltonen en andere inhoud rust mogelijk copyright, wat betekent dat de desbetreffende inhoud niet mag worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. Tip: Gebruik Bestandsbeheer samen met een geheugenkaart om bestanden en mappen uit het interne geheugen te verwijderen en zodoende geheugen vrij te maken.
Bestandsbeheer De sorteervolgorde van de bestanden wijzigen: druk op en selecteer Scherm > Sorteren.... Selecteer zowel de categorie op basis waarvan de bestanden moeten worden gesorteerd, als de sorteervolgorde. Mappen beheren Een map sluiten en een niveau hoger plaatsen in de hiërarchie van mappen: tik op Niveau omhoog. Een nieuwe map maken: druk op en selecteer Bestand > Nieuwe map.... Geef de nieuwe map een naam en selecteer een locatie.
Ga naar Bureaublad > Logboek. Met de toepassing Logbestand kunt u telefoongesprekken, berichten en gegevensverbindingen controleren die door de smartphone zijn geregistreerd. U kunt het logbestand zodanig filteren dat één type gebeurtenissen wordt weergegeven. U kunt ook contactkaarten maken op basis van de gegevens in het logbestand.
Logboek Recente oproepen In het dialoogvenster Recente oproepen kunt u gekozen, ontvangen en gemiste oproepen bekijken. U kunt ook een telefoonnummer selecteren en dat nummer kiezen of aan de lijst met contacten toevoegen. De telefoonnummers van gekozen, ontvangen en gemiste oproepen controleren: druk op en selecteer Opties > Recente oproepen.
Ga naar Bureaublad > Infodienst. In gebieden waar Cell Broadcast Service (CBS) beschikbaar is, kunt u van uw serviceprovider berichten over tal van onderwerpen ontvangen, zoals het weerbericht of verkeersinformatie. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbare onderwerpen en de bijbehorende nummers. Cell broadcast is een netwerkdienst. Informeer bij uw serviceprovider of CBS beschikbaar is. Houd er rekening mee dat een GPRS–verbinding de ontvangst van CBS kan verhinderen.
Cell broadcast Een nieuwe onderwerpenlijst maken: druk op en selecteer Lijsten > Lijsten beheren.... Tik op Nieuw en voer een naam in voor de nieuwe lijst. Taal: - Selecteer de taal van de onderwerpen die u wilt ontvangen. Selecteer Alle als u onderwerpen in alle talen wilt ontvangen. De naam van een onderwerpenlijst wijzigen: druk op en selecteer Lijsten > Lijsten beheren.... Selecteer de lijst waarvan u de naam wilt wijzigen en tik op Naam wijz.. Hiervoor moet de ontvangst worden uitgeschakeld.
Bluetooth-verbinding Ga naar Bureaublad > Config.scherm > Bluetooth. Deze smartphone voldoet aan de Bluetooth–specificatie 1.1 die de volgende profielen ondersteunt: Dial-Up Networking, Object Push, File Transfer en Handsfree. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die Bluetooth–technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Connectiviteit 4 Als u de optie Zichtbaar voor iedereen: selecteert, zijn 3 Als u eerder naar Bluetooth–apparaten hebt gezocht, uw smartphone en de naam die u daarvoor hebt gekozen, zichtbaar voor andere gebruikers van Bluetooth–apparaten. Als u deze optie uitschakelt, kan uw smartphone niet door andere apparaten worden gevonden. 5 Tik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. Bluetooth uitschakelen: tik op in het statusgebied en selecteer Uitschakelen.
Om gegevens via Bluetooth te kunnen ontvangen, moet Bluetooth zijn ingeschakeld en moet u de optie Zichtbaar voor iedereen: in het dialoogvenster Bluetooth hebben geselecteerd. Wanneer u via Bluetooth gegevens ontvangt van een niet– geverifieerd apparaat, wordt u eerst gevraagd of u het Bluetooth–bericht wilt accepteren. Als u het bericht accepteert, wordt het item opgeslagen in de map Inbox van de toepassing Berichten. Gekoppelde apparaten Koppelen betekent verifiëren.
Connectiviteit Gekoppelde apparaten verifiëren: open de toepassing Configuratiescherm, selecteer Bluetooth en tik op Gekoppelde apparaten. Selecteer het gekoppelde apparaat dat u wilt verifiëren en tik op Bewerken. Schakel de optie Aanvraag bevestigen: uit. Verbindingen tussen uw smartphone en het andere apparaat kunnen tot stand worden gebracht zonder dat speciale kennis is vereist. Hiervoor is geen speciale acceptatie– of verificatieprocedure nodig.
De software Nokia PC Suite bevindt zich op de cd die bij uw smartphone wordt geleverd. Met Nokia PC Suite kunt u bijvoorbeeld lijsten met contacten en agendanotities synchroniseren tussen uw smartphone en een pc, een back–up van gegevens maken op uw pc, maar ook foto's beheren die u gemaakt hebt met de camera in het apparaat. Meer informatie over de toepassingen in Nokia PC Suite kunt u vinden in de handleiding bij Nokia PC Suite op de cd en in de on line Help bij elke toepassing.
Connectiviteit Configuratie uitschakelen: druk op en selecteer Configuratie > Alles uitschakelen. U kunt geen configuratie–instellingen ontvangen van een van de configuratieservers waarvoor u een profiel hebt. Schakel deze optie uit om ontvangst van configuratie– instellingen mogelijk te maken van servers waarvoor u een profiel hebt en configuratie hebt toegestaan. Een nieuwe configuratieserver maken profiel Een configuratieserverprofiel bevat de instellingen voor de server op afstand.
Ga naar Bureaublad > Gegevensoverdracht. Met de toepassing Gegevensoverdracht kunt u de agenda en de lijst met contacten synchroniseren met of kopiëren naar een andere mobiele telefoon met Bluetoothondersteuning. De wizard Gegevensoverdracht starten: tik op Nieuw en volg de instructies. U kunt het type en de richting van de overdracht aangeven en de gegevens selecteren die u wilt overdragen. Synchronisatie Ga naar Bureaublad > Sync.
Connectiviteit Gegevensdrager: – Geef op of u wilt synchroniseren via internet of via een lokale verbinding. Toegangspunt: – Selecteer het toegangspunt voor de gegevensverbinding. Hostadres: – Informeer bij uw serviceprovider of systeembeheerder naar de juiste waarde. Poort: – Informeer bij uw serviceprovider of systeembeheerder naar de juiste waarde. Gebruikersnaam: – Uw gebruikers–id voor de synchronisatieserver. Informeer bij uw serviceprovider of systeembeheerder naar de juiste id.
Problemen oplossen • De smartphone start niet - Controleer of de batterij op de juiste manier is geïnstalleerd en is opgeladen. - Controleer of de contactpunten op de batterij schoon zijn. - Probeer de smartphone in te schakelen door de aan/ uit–toets enkele seconden ingedrukt te houden. - Verwijder de batterij, wacht minimaal tien seconden en plaats de batterij terug in het apparaat. • Het scherm of de toetsen van de telefoon knipperen als ik probeer de batterij op te laden.
Problemen oplossen 158 • De toepassingen en de aan/uit–toets reageren niet - Verwijder de batterij, wacht minimaal tien seconden en plaats de batterij terug in de smartphone. - Probeer de smartphone op te laden. Als de hierboven beschreven oplossingen niet helpen, kunt u, voordat u contact opneemt met uw leverancier, nog proberenhet interne geheugen van de smartphone te formatteren.
• Ik kan een Bluetooth–verbinding niet beëindigen. - Als een ander apparaat verbinding heeft met uw smartphone en de verbinding open houdt zonder dat er gegevens worden verzonden, kunt u de verbinding verbreken door de Bluetooth–verbinding volledig uit te schakelen. Open de toepassing Configuratiescherm en selecteer Bluetooth. Schakel de optie Bluetooth inschakelen: uit. • Ik kan geen ander Bluetooth-apparaat vinden. - Controleer of Bluetooth op beide apparaten is geactiveerd.
Problemen oplossen 160 • Ik ondervind problemen met de verbinding met de pc. - Controleer of Nokia PC Suite 6.41 of later op uw pc is geïnstalleerd en actief is. Raadpleeg de handleiding bij PC Suite voor meer informatie. - Als u een kabelverbinding gebruikt, controleert u of de kabel aan beide uiteinden juist is aangesloten. Als u een Bluetooth–verbinding gebruikt, controleert u of de pc compatibel is met Bluetooth en of er op de pc Bluetooth–stuurprogramma's geïnstalleerd en geactiveerd zijn.
Opladen en ontladen veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop deze is aangesloten. Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand–by–tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, kunt u beter een nieuwe batterij kopen.
VERZORGING EN ONDERHOUD 162 VERZORGING EN ONDERHOUD Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities. Gebruik alleen toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, teneinde te voldoen aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiofrequentiesignalen.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSINFORMATIE Voertuigen Explosiegevaarlijke omgevingen RF–signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip–of antiblokkeer–remsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen).
1 Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontvangst voldoende is. ingedrukt om de telefoontoetsen in het scherm weer te geven. 3 Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie. 4 Druk op de toets . Waarschuwing: In het profiel Vlucht kunt u geen oproepen doen (of ontvangen), ook geen alarmoproepen. Ook overige functies waarvoor netwerkdekking vereist is, kunnen niet worden gebruikt.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSINFORMATIE 166 De hoogste SAR–waarde die dit apparaat heeft bereikt tijdens tests voor gebruik naast het oor is 0,53 W/kg. Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF–signalen wanneer het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal 2,2 cm van het lichaam bevindt.
Index A aanmeldingsscripts 121 aanpassen 128 volume 28 aansluitingen 12 aantikken 20 achtergrond 35 achtergrondafbeeldingen 35 adresveld beleidsserver 136 Afbeeldingen achtergrondafbeeldingen 35 bewerken 88 indelen 86 instellingen 87 schetshulpmiddelen 88 afspeellijsten 95 afspelen muziek 93, 130 videoclips 90 Agenda 71 dagweergave 71 herinnering 72 items 71 pictogrammen 73 synchroniseren 155 weekweergave 72 alarmsignalen 109 algemene functies 23 Apparaatbeheer 153 instellingen 154 autom.
Bluetooth synchroniseren 155 Bluetooth–apparaten koppelen 151 Bluetooth–verbindingen 149 gegevens ontvangen 151 gegevens verzenden 150 koppelen 151 verificatie 151 bookmarks 78 browser Zie Web Bureaublad 34 groepen 35 terugkeren naar 20 toets 13 bureaubladrekenmachine 111 C cache 79 Camera 81 foto's maken 81 instellingen 82 CBS 147 instellingen 148 onderwerpenlijsten 147 cd–rom 152 Cell broadcast (CBS) 147 instellingen 148 onderwerpenlijsten 147 certificaatbeheer 114 certificaten 168 Copyright © 2005 Nok
Outbox 51 toegangspunten 118 verzenden 56 e-mail ophalen 54 externe mailbox 52 F foto's camera 81 frames 80 functies algemeen 23 basis 21 G geavanceerde internetinstellingen 120 gebeurtenissenlogbestand 145 gegevens kopiëren 153 tellers 146 terugzetten 144 toegangspunten 33, 118 verbindingen 33 verbindingspictogrammen 24 gegevensoproepen 32, 33 GSM 32 hoge–snelheid 32 gegevensoproepen blokkeren 116 Gegevensoverdracht 155 gegevensverbindingen 32 geheugen 26 beschikbaar 123 cache 79 geheugen vrijmaken 27 g
toepassingen en software 29 VPN–beleid 131, 137 instellingen afbeeldingen 87 Camera 82 cell broadcast 148 configuratie op afstand 153 datum en tijd 117 datumnotatie 125, 126 e-mail 52 getalnotatie 126 internettoegangspunt 118 landinstellingen 126 mailbox 52 multimediaberichten 64 scherm 117 Spraakrecorder 100 telefoon 42 thema's 128 tijdnotatie 126 touchscreen 128 valutanotatie 126 voicemailbox 44 webbrowser 79 instellingen peninvoer 38 Internet Zie ook Web internet toegangspuntinstellingen 118 toegangsvere
navigeren 20 web 77 navigeren op het web 77 O off line 48 onderdelen van scherm 19 van smartphone 12 onderwerpenlijsten voor CBS 147 opbellen 40 opdrachtknoppen 21 openen Bureaublad 20 menu 20 toepassingen 20 ophalen e-mail 54 opladen batterij 17 opmaak e-mail 57 opmaakstijlen 102 opmaken werkbladen 104 oproepen beantwoorden 42 blokkeren 43 doorschakelen 42 gegevensoproepen 33 instellingen 42 recente oproepen 146 volume aanpassen 41 weigeren 42 oproepen blokkeren 116 OTA–berichten 65 Outbox 51 overbrengen
handschriftherkenning 36 SecurID–code 140 selecteren items 21 signaalsterktepictogram 24 SIM–kaart installeren 14 sleutelopslagwachtwoorden info 139 intoetsen 139 maken 139 SMS opstellen en verzenden 51 Zie tekstberichten snelkeuze 68 snelkiezen 41 snelkoppelingen 34 software details weergeven van 113 echtheid 114 installeren 29 verwijderen 113 speciale tekens invoegen 101, 103 spraakgestuurde nummerkeuze 42, 69 spraaklabels 69 Spraakrecorder 99 instellingen 100 statuspictogrammen 23 stickers 26 172 Copyr
V valutanotatie 126 velden adresveld beleidsserver 136 internettoegangspunt 136 Volgende code 140 vergrendelen touchscreen en toetsen 27 vergrendelingscode 26, 127 invoeren 17 verificatie van Bluetooth–apparaten 151 verwijderen 134 batterij 14 geheugenkaarten 16 toepassingen 113 VPN–beleid 134 VPN–beleidsservers 137 verzenden contactkaarten 69 e-mail 56 gegevens via Bluetooth 150 multimediaberichten 61 tekstberichten 58 tekstdocumenten 101 video player 90 Visual Radio 96 id van visuele service 98 inhoud wee
IP–adressen 121 overige instellingen 122 proxy–instellingen 120 weergave sleutelopslagwachtwoorden 139 weergeven afbeeldingen 85 inhoud van Visual Radio 97 presentaties 107 weigeren oproepen 42 werkbalken 19, 21 Werkblad 103 werkbladen 103 opmaken 104 werkmappen 103 World Wide Web Zie Web Z Zoeken 22 174 Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.