Gebruikershandleiding voor de Nokia 7390 9253457 Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat dit product RM-140 voldoet aan de essentiële vereisten en overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. 0434 De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het product.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privéen niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voor uw veiligheid ................... 6 Algemene informatie............. 10 Toegangscodes..................................... Dienst voor configuratie-instellingen .................. Content downloaden.......................... Nokia-ondersteuning ......................... 10 11 11 12 1. Aan de slag ........................ 13 SIM-kaart en batterij installeren.... Een microSD-kaart plaatsen ............ De batterij opladen.............................
Inhoudsopgave 58 59 59 60 66 67 68 69 70 71 Configuratie-instellingen.................. 95 Web ......................................................... 95 10. Operatormenu.................. 72 11. Galerij............................... 73 Browsen instellen ................................ 99 Verbinding maken met een dienst ... 99 Bladeren door pagina's ................... 100 Bookmarks .......................................... 101 Weergave-instellingen.................... 101 Beveiligingsinstellingen.
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving.
Voor uw veiligheid TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
Voor uw veiligheid ■ Netwerkdiensten Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken.
Voor uw veiligheid ■ Toebehoren Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren • Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
Algemene informatie Algemene informatie ■ Toegangscodes Beveiligingscode De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. Raadpleeg Beveiliging op pagina 69 voor informatie over het wijzigen van de code en hoe u de telefoon zo instelt dat de code moet worden ingetoetst.
Algemene informatie Blokkeerwachtwoord Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig wanneer u de Oproepen blokkeren gebruikt. Zie Beveiliging op pagina 69. ■ Dienst voor configuratie-instellingen Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS, Nokia Xpress-audioberichten en synchronisatie met een externe internetserver, moeten de juiste configuratie-instellingen op de telefoon worden ingesteld.
Algemene informatie ■ Nokia-ondersteuning Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product. Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten en -diensten. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, kunt u de lijst met plaatselijke Nokia Care-contactcentra raadplegen op www.nokia.com/customerservice. Als de telefoon onderhoud nodig heeft, kunt u op www.
Aan de slag 1. Aan de slag ■ SIM-kaart en batterij installeren Schakel het apparaat altijd uit en koppel de lader los voordat u de batterij verwijdert. Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BP-5M-batterij. Gebruik altijd originele Nokia-batterijen.
Aan de slag Plaats de batterij terug (6). Plaats de achtercover op de telefoon (7). Zorg dat deze op zijn plaats klikt, zodat de vergrendelingsschuif van de achtercover weer in de normale stand zit. ■ Een microSD-kaart plaatsen Houd alle microSD-geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. U kunt een microSD-kaart laden met beltonen, thema's, geluiden, beelden en video's. Als u deze kaart wist, vervangt of opnieuw laadt, werken deze functies mogelijk niet meer naar behoren.
Aan de slag 1. Verwijder de achtercover van de telefoon. Maak de microSD-geheugenkaarthouder open (1) 2. Plaats de kaart in de geheugenkaarthouder met de goudkleurige contactpunten omhoog gericht (2). 3. Sluit de kaarthouder (3 en 4) en schuif de achtercover terug op zijn plaats. ■ De batterij opladen Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een lader. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de lader AC-3 of AC-4 als voedingsbron.
Aan de slag De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader. Het opladen van een batterij van het type BP-5M met de AC-3-lader duurt ongeveer 2 uur en 20 minuten wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt. ■ De telefoon openen en sluiten U opent en sluit de telefoon handmatig. Wanneer u de telefoon openklapt, gaat deze ongeveer 155 graden open. Probeer de telefoon niet verder open te klappen. Afhankelijk van het thema klinkt er een geluid wanneer u de telefoon opent en sluit.
Aan de slag ■ Antenne Uw apparaat heeft een interne antenne. Opmerking: zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is.
De telefoon 2.
De telefoon 19 Cameralens 20 Cameraflits 21 Oogje voor telefoonkoord 22 USB-poort 23 Hoofdtelefoonaansluiting 24 Aansluiting voor de lader 25 Aan/uit-toets 26 Infraroodpoort ■ Standby-modus Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby-modus.
De telefoon Hoofdscherm 1 Netwerkmodusindicator 2 Signaalsterkte van het mobiele netwerk 3 Laadstatus van de batterij 4 Indicatoren 5 Naam van het netwerk of het operatorlogo 6 Klok 7 Hoofddisplay 8 De linkerselectietoets is Favoriet of een snelkoppeling naar een andere functie. Zie Linkerselectietoets op pagina 59. 9 De modus van de middelste selectietoets is Menu.
De telefoon Indicatoren Er zijn ongelezen berichten. Er zijn berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is mislukt. De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd. , De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en de aanwezigheidsstatus is on line of off line. Er zijn één of meer chatberichten. De toetsen zijn geblokkeerd. De telefoon gaat niet over wanneer een oproep of tekstbericht wordt ontvangen. De wekker is geactiveerd. De timer is actief.
De telefoon Het tijdelijke profiel is geselecteerd. , , of Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid, oortje of muziekstandaard op de telefoon aangesloten. ■ Vluchtmodus U kunt alle activiteiten van de radiofrequentie deactiveren en nog steeds toegang hebben tot de offline spelletjes, agenda en telefoonnummers. Gebruik de vluchtmodus in een omgeving die gevoelig is voor radiosignalen—aan boord van een vliegtuig of in een ziekenhuis. Wanneer de vluchtmodus actief is, wordt weergegeven.
De telefoon Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. ■ Functies die worden gebruikt zonder een SIM-kaart U kunt verschillende functies van uw telefoon gebruiken zonder een SIM-kaart te installeren (bijvoorbeeld gegevensoverdracht met een compatibele pc of een ander compatibel apparaat). Sommige functies worden grijs weergegeven en kunnen niet worden gebruikt.
Algemene functies 3. Algemene functies ■ Bellen 1. Voer het netnummer en telefoonnummer in. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in. 2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Algemene functies Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze U kunt een oproep plaatsen door de naam uit te spreken van de persoon die in de lijst met contacten van de telefoon is opgeslagen. Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Voor informatie over het instellen van de taal, zie Taal sprkherkenning in Telefoon op pagina 67. Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval.
Algemene functies Wachtfunctie Druk tijdens een gesprek op de beltoets om de oproep in de wachtstand te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. U beëindigt het actieve gesprek door op de toets Einde te drukken. Zie Oproepen op pagina 66 voor informatie over het activeren van de Wachtfunctieopties. ■ Opties tijdens een gesprek Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten.
Algemene functies ■ Een video-oproep tot stand brengen Tijdens een videogesprek verzendt u zonder vertraging videobeelden naar de ontvanger van de oproep. De ontvanger ziet het videobeeld dat door de camera op de achterkant van de telefoon wordt opgenomen. U kunt alleen videogesprekken voeren als u beschikt over een USIMkaart en u verbinding hebt met een WCDMA-netwerk. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van videogesprekken.
Algemene functies ■ Een video-oproep beantwoorden of weigeren Als er een video-oproep binnenkomt, wordt de tekst Video-oproep op het scherm weergegeven. 1. Druk op de beltoets om de video-oproep te beantwoorden. De tekst Verzenden videoafbeelding naar beller toestaan? wordt weergegeven. Als u Ja selecteert, worden de videobeelden die door de ingebouwde camera van uw telefoon worden opgenomen naar de beller verzonden.
Algemene functies weergegeven; druk op Ja en de videobeelden worden verzonden. Het geluid wordt naar de luidspreker geleid. Als u het delen van video wilt onderbreken, drukt u op Pauze. De middelste selectietoets wordt gewijzigd in Doorgaan. Als u het delen van video wilt hervatten, drukt u op Doorgaan. De middelste selectietoets wordt gewijzigd in Pauze. Als u de videosessie wilt beëindigen, drukt u op Stoppen en wordt op beide telefoons Video delen beëindigd weergegeven.
Tekst invoeren 4. Tekst invoeren U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Houd tijdens het invoeren van tekst Opties ingedrukt om te schakelen tussen normale tekstinvoer, aangegeven door , en tekstinvoer met woordenboek, aangegeven door . Niet alle talen worden ondersteund in de tekstinvoer met woordenboek.
Tekst invoeren een woordbetekenis heeft. De ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven. 2. Wanneer u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer met het toevoegen van een spatie door op 0 te drukken. Als het woord niet correct is, druk dan herhaaldelijk op * en selecteer het woord uit de lijst. Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, bevindt het woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek.
Navigeren door de menu's 5. Navigeren door de menu's De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's. 1. Druk op Menu om het menu te openen. U kunt de menuweergave wijzigen door Opties > Hoofdmenuwrgave > Lijst, Roosterweergave, Rooster met labels of Tab te selecteren. Als u de menu's anders wilt indelen, bladert u naar het menu dat u wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Indelen > Verplaats.
Berichten 6. Berichten U kunt SMS-, multimedia-, e-mail-, audio- en flitsberichten en kaarten lezen, invoeren, verzenden en opslaan. Alle berichten worden ingedeeld in mappen. ■ Tekstbericht (SMS) Met SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten verzenden en ontvangen en tevens berichten met afbeeldingen ontvangen (netwerkdienst). Voordat u een tekstbericht of e-mailbericht via SMS kunt verzenden, moet u het nummer van de berichtencentrale opslaan. Zie Berichtinstellingen op pagina 48.
Berichten 3. Als u een e-mailbericht via SMS wilt verzenden, voert u een onderwerp in het veld Onderwerp: in. 4. Typ uw bericht in het veld Bericht:. in. 5. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten verzenden op pagina 35. Berichten lezen en beantwoorden 1. Als u het ontvangen bericht wilt bekijken, selecteert u Tonen. Selecteer Uit als u het bericht later wilt bekijken. Als u het bericht later wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten > Inbox. 2.
Berichten 2. Schrijf het bericht. Als u een bestand wilt toevoegen, selecteert u Invoegen en dan één van de beschikbare opties. 3. U kunt het bericht bekijken voordat u het verzendt door de optie Opties > Bekijken te selecteren. 4. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten verzenden op pagina 35. 5. Voer één of meer telefoonnummers of e-mailadressen in het veld Aan: in. Als u een telefoonnummer of e-mailadres wilt ophalen uit het geheugen, selecteert u Toevgn. 6.
Berichten Opmerking: Wanneer u een bericht verzendt, wordt de voortgangsindicator weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in het apparaat is geprogrammeerd. Dit is geen indicatie dat het bericht is aangekomen op de doellocatie. Raadpleeg uw serviceprovider voor meer informatie over berichtdiensten. Als het verzenden van het bericht wordt onderbroken, probeert de telefoon de verzending enkele malen te hervatten.
Berichten bericht is aangegeven. MMS (Multimedia Messaging Service) moet zijn geactiveerd om deze dienst te kunnen gebruiken. Voordat u de kaartdienst kunt gebruiken, moet u zich op deze dienst abonneren. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid, kosten en abonnementsmogelijkheden voor deze dienst. Als u een briefkaart wilt verzenden, selecteert u Menu > Berichten > Bericht maken > Briefkaart. Vul het adres in, velden aangegeven met * moeten verplicht worden ingevuld.
Berichten ■ Nokia Xpress-audioberichten U kunt de multimediaberichtendienst gebruiken om op een eenvoudige manier een audiobericht te maken en te verzenden. MMS (Multimedia Messaging Service) moet zijn geactiveerd voordat u audioberichten kunt gebruiken. Een bericht maken 1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Audiobericht. De recorder wordt geopend. Zie Recorder op pagina 82 voor informatie over het gebruiken van de recorder. 2. Spreek uw bericht in. 3.
Berichten ■ Mappen Ontvangen berichten worden opgeslagen in de map Inbox. Berichten die nog niet verzonden zijn, worden opgeslagen in de map Outbox. Als u wilt instellen dat verzonden berichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden items, kunt u in Ver. berichten opsl. in Algemene instellingen op pagina 48 lezen hoe u dat kunt doen. Als u berichten die u hebt ingevoerd en opgeslagen in de map Concepten wilt bewerken en verzenden, selecteert u Menu > Berichten > Concepten.
Berichten op met uw e-mailprovider voor informatie over de beschikbaarheid van uw e-mailaccount. Controleer uw e-mailinstellingen bij uw e-mailprovider. Het is mogelijk dat u de configuratie-instellingen voor e-mail ontvangt als een configuratiebericht. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 11. U kunt de e-mailinstellingen activeren door Menu > Berichten > Bericht-instllngn > E-mailberichten te selecteren. Zie E-mailberichten op pagina 51.
Berichten 4. Als u de e-mail wilt verzenden, selecteert u Verzend. > Nu verzenden. Als u de e-mail wilt opslaan in de map Outbox om deze later te verzenden, selecteert u Verzend. > Later verzenden. Als u uw e-mailbericht later wilt bewerken of voltooien, selecteert u Opties > Opslaan als concept. Het e-mailbericht wordt opgeslagen in Outboxen > Concepten. Als u het e-mailbericht later wilt verzenden, selecteert u Menu > Berichten > E-mail > Opties > Nu verzenden of E-mail verz./ontv..
Berichten beantwoorden. Bevestig of wijzig het e-mailadres en het onderwerp en voer uw antwoord in. 3. Als u het bericht wilt verzenden, selecteert u Verzend. > Nu verzenden. E-mailmappen De telefoon slaat e-mailberichten die u vanaf uw e-mailaccount hebt gedownload op in de map Inboxen.
Berichten over het registeren voor een chatdienst contact op met uw serviceprovider. Zie Verbindingsinstllngn in Toegang op pagina 43 voor informatie over het definiëren van de juiste instellingen voor de chatdienst. De pictogrammen en tekst op het scherm zijn afhankelijk van de chatdienst. Opmerking: Afhankelijk van uw chatdienst hebt u mogelijk niet tot alle functies toegang die in deze handleiding worden beproken. Toegang Selecteer Menu > Berichten > Chatberichten.
Berichten Sessies Als u bent verbonden met de dienst, wordt uw status, zoals deze bij anderen wordt getoond, op een statusregel weergegeven: Mijn status: Online, Mijn status: Bezet of Stat.: Offl. aang. — Als u uw status wilt wijzigen, selecteert u Wijzig. Onder de statusregel worden drie mappen met contacten en hun status weergegeven: Conversaties, Online en Offline. Als u een map wilt uitvouwen, bladert u naar de desbetreffende map en vervolgens selecteert u Uitvouw. (of druk op de pijl-rechts).
Berichten starten, selecteert u de gewenste groep en vervolgens selecteert u Deelnmn. Voer de schermnaam in die u tijdens het gesprek als uw alias wilt gebruiken. Nadat u zich bij de groep hebt aangemeld, kunt u de groepschatsessie starten. U kunt ook een privé-groep maken. Zie Groepen op pagina 46. Zoeken > Gebruikers of Groepen — om op telefoonnummer, schermnaam, e-mailadres of naam te zoeken naar andere chatgebruikers of openbare groepen in het netwerk.
Berichten Als u tijdens een chatsessie een nieuw bericht ontvangt van iemand die niet bij de huidige chatsessie is betrokken, wordt weergegeven en klinkt er een waarschuwingssignaal. Voer de tekst in en selecteer Verzend. Uw bericht wordt weergegeven en het antwoordbericht wordt eronder weergegeven. Chatcontacten toevoegen Selecteer als u met de chatdienst bent verbonden, in het hoofdmenu voor chatberichten Opties > Contact toevoegen > Op mobiel nummer, ID handm.
Berichten voert u uw schermnaam in als uw alias voor de groep. Als u een groep uit uw lijst wilt verwijderen, selecteert u Opties > Groep verwijderen. Als u naar een groep wilt zoeken, selecteert u Groepen > Openbare groepen > Groepen zoeken. Besloten Maak verbinding met de chatdienst en selecteer in het hoofdmenu Opties > Groep maken. Voer de schermnaam in die u tijdens het gesprek als uw alias wilt gebruiken. Markeer de leden van de privé-groep in de lijst met contacten en voer een uitnodiging in.
Berichten ■ Berichten verwijderen Als u berichten wilt verwijderen, selecteert u Menu > Berichten > Berichtn vrwdrn > Per bericht om afzonderlijke berichten te verwijderen, Per map om alle berichten in een specifieke map te verwijderen of Alle berichten. ■ SIM-berichten SIM-berichten zijn tekstberichten die op uw SIM-kaart worden opgeslagen. U kunt deze berichten kopiëren of verplaatsen naar het geheugen van de telefoon, maar niet andersom.
Berichten Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > Tekstberichten en daarna één van de volgende opties: Afleveringsrapporten > Ja — om het netwerk te vragen afleveringsrapporten van uw berichten te verzenden (netwerkdienst). Berichtencentrales > Centrale toevoegen — om het telefoonnummer en de naam in te stellen van de berichtencentrale voor het verzenden van tekstberichten. Dit nummer krijgt u van uw serviceprovider. Ber.centrale in gebrk — om de berichtencentrale te selecteren die u gebruikt.
Berichten configuratie-instellingen op pagina 11. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 68. Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > Multimediaberichten en daarna één van de volgende opties: Afleveringsrapporten > Ja — om het netwerk te vragen afleveringsrapporten van uw berichten te verzenden (netwerkdienst). Afb.ft (m.media plus) — om de afbeeldingsgrootte in multimedia plusberichten in te stellen. Afb.frmt (multimed.
Berichten E-mailberichten De instellingen hebben invloed op de wijze waarop e-mailberichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven. Het is mogelijk dat u de instellingen ontvangt als configuratiebericht. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 11. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 68. Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > E-mailberichten en daarna één van de volgende opties: Configuratie — selecteer de set die u wilt activeren.
Contacten 7. Contacten U kunt namen en nummers (contacten) opslaan in het geheugen van de telefoon en het geheugen van de SIM-kaart. In het telefoongeheugen kunnen contacten worden opgeslagen met extra details, zoals diverse telefoonnummers en tekstitems. U kunt ook een afbeelding opslaan voor een beperkt aantal contacten. In het SIM-kaartgeheugen kunnen namen worden opgeslagen met één bijbehorend telefoonnummer. De contacten die in het SIMkaartgeheugen zijn opgeslagen, worden aangegeven door .
Contacten Zoek het contact waaraan u een gegeven wilt toevoegen en selecteer Gegevens > Opties > Info toevoegen. Selecteer één van de beschikbare opties. ■ Contacten kopiëren of verplaatsen U kunt contacten van het telefoongeheugen naar het SIMkaartgeheugen verplaatsen en kopiëren, en andersom. In het SIMkaartgeheugen kunnen namen worden opgeslagen met één bijbehorend telefoonnummer. Om contacten één voor één te verplaatsen of te kopiëren, selecteert u Menu > Contacten > Namen.
Contacten ■ Contacten verwijderen Als u alle contacten en bijbehorende gegevens uit het telefoongeheugen of het SIM-kaartgeheugen wilt verwijderen, selecteert u Menu > Contacten > Alle cont. verw. > Uit tel.geheugen of Van SIM-kaart. Als u een contact wilt verwijderen, gaat u naar het betreffende contact en selecteert u Opties > Verwijder contact. Als u een nummer, tekstitem of afbeelding wilt verwijderen dat aan het contact is gekoppeld, gaat u naar het betreffende contact en selecteert u Gegevens.
Contacten Lettergrootte — om de lettergrootte voor de lijst met contacten in te stellen. Geheugenstatus — om de hoeveelheid gebruikt en vrij geheugen weer te geven. ■ Groepen Selecteer Menu > Contacten > Groepen om de in het geheugen opgeslagen namen en nummers in te delen in bellergroepen met verschillende beltonen en afbeeldingen. ■ Snelkeuze Als u een nummer wilt toekennen aan een snelkeuzetoets, selecteert u Menu > Contacten > Snelkeuze en gaat u naar het gewenste snelkeuzenummer.
Logboek 8. Logboek Oproepen die u hebt gemist, ontvangen en geplaatst, worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functie ondersteunt, de telefoon is ingeschakeld en zich binnen het servicegebied van het netwerk bevindt. Als u de gegevens van uw oproepen wilt bekijken, selecteert u Menu > Logboek > Gemiste oproepn, Ontv. oproepen of Gekozen nrs. Als u de telefoonnummers van recent gemiste en ontvangen oproepen wilt bekijken, selecteert u Oproeplog.
Instellingen 9. Instellingen ■ Profielen De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen, ofwel profielen, waarvoor u de telefoongeluiden voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen kunt instellen. Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, het gewenste profiel en vervolgens één van de volgende opties: Activeer — om het geselecteerde profiel te activeren. Aanpassen — om het profiel aan te passen. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen en breng de gewenste wijzigingen aan.
Instellingen bellergroep, selecteert u Waarschuwen bij. Ga naar de gewenste bellergroep of naar Elke oproep en selecteer Markeer. Selecteer Opties > Opslaan om de instellingen op te slaan of Annuleren om de instellingen ongewijzigd te laten. Als u het hoogste beltoonvolume selecteert, bereikt de beltoon na een paar seconden het hoogste volume.
Instellingen Snelh. nieuwstikker — om te selecteren hoe snel de nieuwstikker over het scherm van de telefoon beweegt Aant. wrg. berichten— om aantal berichten te selecteren dat wordt weergegeven in de nieuwstikker Altern. drager gebr. — om een alternatieve methode voor de aflevering van berichten te selecteren ■ Tijd en datum U kunt de tijd, tijdzone en tijdnotatie wijzigen door Menu > Instellingen > Tijd en datum > Tijd, Datum of Datum/tijd aut. aanp. (netwerkdienst) te selecteren.
Instellingen Rechterselectietoets U kunt in de lijst een functie selecteren door Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Rechter selectietoets te selecteren. Navigatietoets Als u andere telefoonfuncties uit een voorgedefinieerde lijst wilt toekennen aan de navigatietoets (bladertoets), selecteert u Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Navigatietoets. Spraakopdrachten U kunt bellen en telefoonfuncties uitvoeren door spraakopdrachten uit te spreken. Spraakopdrachten zijn taalgevoelig.
Instellingen Draadloze Bluetooth-technologie Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.0 + EDR die de volgende profielen ondersteunt: generic access, netwerktoegang, generic object exchange, hands-free, headset, object push, file transfer, dial-up networking, SIM access en serial port. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die Bluetoothtechnologie ondersteunt.
Instellingen Voer het overeengekomen Bluetooth-wachtwoord van het apparaat in (maximaal 16 tekens) om het apparaat af te stemmen op de telefoon. U hoeft dit wachtwoord alleen op te geven wanneer u het apparaat voor het eerst afstemt. De telefoon maakt verbinding met het apparaat en u kunt met de overdracht van gegevens beginnen. Draadloze Bluetooth-verbinding Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth. Selecteer Actieve apparaten om te controleren welke Bluetooth-verbinding actief is.
Instellingen Als de datatransmissie niet binnen 2 minuten na het activeren van de infraroodpoort wordt gestart, wordt de verbinding verbroken en moet u opnieuw beginnen. Pictogram infraroodverbinding Wanneer onafgebroken wordt weergegeven, is de infraroodverbinding geactiveerd en is de telefoon gereed voor het verzenden of ontvangen van gegevens via de infraroodpoort. Wanneer knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat of is de infraroodverbinding verbroken.
Instellingen ggvnstoegpnt, voer de naam van het toegangspunt (APN) in om een verbinding met een netwerk tot stand te brengen en selecteer OK. U kunt de EGPRS-inbelinstellingen (naam van toegangspunt) ook definiëren op de pc met behulp van de Nokia Modem Options-software. Zie Nokia PC Suite op pagina 107. Als u de instellingen op zowel de pc als de telefoon hebt gedefinieerd, worden de instellingen van de pc gebruikt.
Instellingen Gegevensoverdracht met een compatibel apparaat Gebruik voor synchronisatie draadloze Bluetooth-technologie of een kabelverbinding. Het andere apparaat moet zijn geactiveerd voor ontvangst van gegevens. U start de gegevensoverdracht door Menu > Instellingen > Connectiviteit > Geg.overdracht te selecteren. Vervolgens selecteert u in de lijst het overdrachtscontact (Serversynchr. of PC-synchronisatie kunnen niet worden gekozen).
Instellingen Als u de telefoon wilt activeren voor het overdragen van gegevens of het afdrukken van een afbeelding, dan moet u de gegevenskabel aansluiten. Bevestig USB-gegevenskabel aangesloten. Selecteer modus.
Instellingen Snelkeuze > Aan — om namen en telefoonnummers te kiezen die aan de snelkeuzetoetsen 3 t/m 9 zijn toegewezen, door de desbetreffende cijfertoets ingedrukt te houden. Wachtfunctieopties > Activeer — het netwerk een melding laten genereren als er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek voert (netwerkdienst). Zie Wachtfunctie op pagina 26. Samenv. na oproep > Aan — om de telefoon na elk gesprek kort de duur en de kosten van het gesprek te laten weergeven (netwerkdienst).
Instellingen zich in de standby-modus bevindt en er geen telefoonfuncties worden gebruikt. Selecteer Aan, en stel de tijdsperiode in. Toetsenblokkering — om in te stellen dat de beveiligingscode moet worden gevraagd wanneer u de toetsen vrijgeeft. Voer de beveiligingscode en in selecteer Aan. Welkomsttekst — om de tekst in te voeren die wordt weergegeven als de telefoon wordt ingeschakeld Netwerkmodus — tweevoudige modus (UMTS en GSM), UMTS of GSM selecteren.
Instellingen Std.configuratie-inst. — om de serviceproviders weer te geven die in de telefoon zijn opgeslagen. Als u de configuratie-instellingen van de serviceprovider wilt instellen als standaardinstellingen, selecteert u Opties > Als standaard. Std. actv. in alle toep. — om de standaardconfiguratie-instellingen voor ondersteunde toepassingen te activeren. Voorkeurstoeg.punt — om de opgeslagen toegangspunten weer te geven.
Instellingen PIN2-codeaanvraag — om in te stellen of de PIN2-code is vereist wanneer een bepaalde telefoonfunctie wordt gebruikt die met de PIN2code is beveiligd. Bij sommige SIM-kaarten kan het vragen naar de PIN2-code niet worden uitgeschakeld. Oproepen blokkeren — om inkomende en uitgaande oproepen te beperken (netwerkdienst). Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.
Instellingen gewijzigd en ongelimiteerd worden gedistribueerd. Wanneer u beschermde bestanden naar uw telefoon downloadt, bijvoorbeeld een geluid, videofragment, thema's of beltonen, zijn deze bestanden gratis maar vergrendeld. U betaalt voor de sleutel waarmee u het bestand kunt activeren. De activeringssleutel wordt automatisch naar uw telefoon verzonden wanneer u het bestand downloadt.
Operatormenu 10. Operatormenu Dit menu biedt toegang tot een portal met diensten die door uw netwerkoperator worden aangeboden. De naam en het pictogram worden bepaald door de netwerkoperator. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkoperator. De operator kan dit menu bijwerken met een dienstbericht. Zie Dienstinbox op pagina 103 voor meer informatie.
Galerij 11. Galerij In dit menu kunt u afbeeldingen, videoclips, muziekbestanden, thema's, foto's, tonen, opnamen en ontvangen bestanden beheren. Deze bestanden worden opgeslagen in het telefoongeheugen of op een aangesloten microSD-geheugenkaart en kunnen in mappen worden ingedeeld. Uw telefoon ondersteunt een systeem met activeringssleutels ter bescherming van opgehaalde content.
Galerij U kunt afbeeldingen afdrukken wanneer deze een JPEG-indeling hebben. De foto’s die u met de camera maakt, worden automatisch in de JPEG-indeling opgeslagen. Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken en selecteer Opties > Afdrukken. ■ Geheugenkaart Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen.
Galerij Opties > Wachtw. instellen. Het wachtwoord mag maximaal acht tekens lang zijn. Het wachtwoord wordt op uw telefoon opgeslagen en u hoeft het niet meer in te voeren zolang u de geheugenkaart op dezelfde telefoon gebruikt. Als u de geheugenkaart op een andere telefoon wilt gebruiken, wordt u om het wachtwoord gevraagd. Als u het wachtwoord wilt verwijderen, selecteert u Opties > Wachtwoord verw..
Media 12. Media Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle regelgeving en respecteer lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen met inbegrip van auteursrechten. Met de ingebouwde camera met 3 megapixels en autofocus kunt u foto's maken of live videoclips opnemen. ■ Camera De camera maakt foto’s in .jpg-indeling en heeft een digitale zoomfactor 8. Een foto maken Selecteer Menu > Media > Camera om de zoeker van de camera te openen.
Media Wanneer een genomen foto op het scherm wordt weergegeven, kunt u Terug selecteren om een andere foto te nemen of Verzend om de foto als multimediabericht te verzenden. Dit apparaat ondersteunt een beeldresolutie van 1536 x 2048 pixels. Camera- en video-opties Om een filter te gebruiken, selecteert u Opties > Effecten > Normaal, Grijsschaal, Sepia, Negatief. Selecteer Opties > Instellingen om de camera- en video-instellingen te wijzigen. ■ Video U kunt videoclips in .3gp-indeling opnemen.
Media U kunt in- en uitzoomen door de volumetoets omhoog of omlaag te drukken, of door naar links of rechts te bladeren. ■ Mediaspeler Met de mediaspeler kunt u bestanden van verschillende bronnen bekijken, afspelen en downloaden, zoals afbeeldingbestanden, audiobestanden, videobestanden en bestanden met animaties. U kunt ook compatibele streamingvideo's van een netwerkserver bekijken (netwerkdienst). Selecteer Menu > Media > Mediaspeler > Galerij openen, Bookmarks, Ga naar adres of Mediadownloads.
Media Muziekbestanden die zijn opgeslagen in een map in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart, worden automatisch gedetecteerd en aan de standaard tracklijst toegevoegd. U opent de muziekspeler door Menu > Media > Muziekspeler te selecteren. Om de muziekspeler te openen wanneer de telefoon is ingeklapt, drukt u op de linker of rechter functietoets en selecteert u Muziek. Muziek afspelen Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume.
Media Wanneer u Opties selecteert, kunt u de tracklijst vernieuwen (bijvoorbeeld nadat u nieuwe nummers aan de lijst hebt toegevoegd) en de tracklijst wijzigen die wordt weergegeven wanneer het muziekspelermenu opent wanneer meerdere tracklijsten beschikbaar zijn op de telefoon. U kunt ook een nummer naar een andere telefoon verzenden. Muziekbibliotheek — geef de database van de beschikbare muzieknummers weer.
Media Om de muziekspeler te openen wanneer de telefoon is ingeklapt, drukt u op de linker of rechter selectietoets en selecteert u Radio. U kunt gebruikmaken van de grafische toetsen , , of op het scherm door met de linker- of rechternavigatietoets naar de gewenste toets te gaan en deze te selecteren. Radiofrequenties opslaan 1. Selecteer of en houd deze ingedrukt om naar een frequentie te zoeken. U kunt de radiofrequentie wijzigen, in stappen van 0,05 MHz, door kort op of te drukken. 2.
Media Selecteer ID visuele dienst om een ID voor de visuele dienst in te voeren die door de Visual Radio serviceprovider is verstrekt (netwerkdienst) Alle zenders zoeken — om naar nieuwe radiozenders te zoeken Kies frequentie — om de frequentie van de gewenste radiozender in te stellen. Zenderoverzicht — om het zenderoverzicht te activeren om beschikbare radiozenders op het netwerk te zoeken en ze op te slaan voor later. Vis.
Media 3. Selecteer om het opnemen te beëindigen. De opname wordt opgeslagen in Galerij > Opnamen. Selecteer Opties > Ltste opn. afspln om de laatste opname te beluisteren. Selecteer Opties > Ltste opn. verzndn om de laatste opname te verzenden. Selecteer Opties > Opnamelijst > Opnamen om een lijst met opnamen in Galerij te bekijken. ■ Equalizer U kunt de geluidskwaliteit van de muziekspeler regelen door frequentiebanden te versterken of te verzwakken. Selecteer Menu > Media > Equalizer.
Organizer 13. Organizer ■ Wekker U kunt instellen dat op een bepaald tijdstip een waarschuwingstoon klinkt. Selecteer Menu > Organiser > Wekker. Als u de wekker wilt instellen, selecteert u Wektijd en voert u het gewenste tijdstip in. Als u het alarmtijdstip wilt wijzigen nadat dit is ingesteld, selecteert u Aan. Selecteer Alarm herhalen om in te stellen dat op geselecteerde dagen van de week een alarmtoon moet klinken.
Organizer ■ Agenda Selecteer Menu > Organiser > Agenda. De huidige dag is gemarkeerd met een kader. Als voor de betreffende dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven en wordt onder de agenda het begin van de notitie weergegeven. U kunt de notities voor de dag bekijken door Bekijk te selecteren. Als u een week wilt bekijken, selecteert u Opties > Weekweergave.
Organizer ■ Takenlijst Als u een notitie wilt opslaan voor een taak die u moet uitvoeren, selecteert u Menu > Organiser > Takenlijst. Als er nog geen notities zijn toegevoegd en u wilt een notitie maken, selecteert u Toevgn. Als er al notities bestaan, selecteert u Opties > Toevoegen. Vul de velden in en selecteer Opslaan. Als u een notitie wilt bekijken, gaat u naar de gewenste notitie en selecteert u Bekijk.
Organizer Wisselkoers. Selecteer één van de twee opties die worden weergegeven. Voer de wisselkoers in, druk op # voor een decimaalteken en selecteer OK. De wisselkoers blijft in het geheugen aanwezig totdat u een andere koers invoert. Als u de valuta wilt omrekenen, voert u het bedrag in en selecteert u Opties > In eigen valuta of In vreemde valuta. Opmerking: Wanneer u de basisvaluta wijzigt, moet u de nieuwe koersen intoetsen, aangezien alle eerder ingestelde koersen op nul worden teruggezet.
Organizer Selecteer Opslaan als u de opgenomen tijd wilt opslaan. Als u de tijdsopname opnieuw wilt starten, selecteert u Opties > Starten. De nieuwe tijd wordt aan de vorige tijd toegevoegd. Selecteer Opnieuw instellen om de teller op 0 te zetten zonder de tijd op te slaan. Rondetijden — om rondetijden op te nemen. Doorgaan — om de tijdsopname weer te geven die u in de achtergrond hebt geactiveerd. Laatste tonen — om de laatste tijdsopname weer te geven als de stopwatch niet op 0 is gezet.
PTT (Push to Talk) 14. PTT (Push to Talk) Selecteer Menu > Push to Talk. PTT (Push to Talk) is een tweerichtingsradiodienst die beschikbaar wordt gesteld via een GPRS-netwerk (netwerkdienst). U kunt PTT gebruiken om te spreken met één persoon of met een groep personen (kanaal) die over compatibele apparaten beschikken. Tijdens een verbinding met de PTT-dienst kunt u de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken.
PTT (Push to Talk) Een kanaal toevoegen Als u een kanaal wilt toevoegen, selecteert u Menu > Push to Talk > Kanaal toevgn en bewerkt u de instellingen in de formuliervelden: Kanaalnaam: — Geef een naam op voor het nieuwe kanaal. Status kanaal: — Selecteer Actief om het kanaal in te stellen op actief of Niet actief om het kanaal uit te schakelen. Bijnaam in kanaal: — Voer uw alias in die in het nieuwe kanaal wordt weergegeven. Kanaalbeveiliging: > Selecteer Openbaar kanaal of Privé-kanaal.
PTT (Push to Talk) ■ PTT in- en uitschakelen Als u verbinding met de PTT-dienst wilt maken, selecteert u Menu > Push to Talk > P2T inschakelen of houdt de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt. geeft een PTT-verbinding aan. geeft aan dat de dienst tijdelijk niet beschikbaar is. Als u kanalen hebt toegevoegd, wordt u automatisch aangemeld bij de actieve kanalen. U kunt een standaardfunctie toewijzen aan de PTT-toets (volume omhoog) om de lijst met kanalen of contacten of een enkel kanaal of contact te openen.
PTT (Push to Talk) Een één-op-één-oproep plaatsen Als u een één-op-één-oproep wilt plaatsen vanuit de lijst met contacten waaraan u het PTT-adres hebt toegevoegd, selecteert u Contacten > Namen of Menu > Push to Talk > Contactenlijst. Ga naar het gewenste contact en houd de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt. Als u een één-op-één-oproep wilt starten vanuit de lijst met PTTkanalen, selecteert u Kanaallijst, gaat u naar het gewenste kanaal en selecteert u Leden.
PTT (Push to Talk) Als u hebt ingesteld dat u eerst een beltoon te horen krijgt bij ontvangst van één-op-één-oproepen, kunt u de oproep accepteren of weigeren. Als u de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt houdt wanneer de beller spreekt, hoort u een wachttoon en wordt In wachtrij weergegeven. Houd de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt en wacht totdat de andere persoon is uitgesproken. Hierna kunt u gaan praten.
PTT (Push to Talk) Als u een één-op-één-oproep wilt plaatsen, selecteert u het gewenste verzoek en houdt u de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt. Als u het terugbelverzoek met een terugbelverzoek wilt beantwoorden, selecteert u Opties > Terugbelvrz. verz.. Als u het verzoek wilt verwijderen, selecteert u Verwijder. Als u een nieuw contact wilt opslaan of het PTT-adres aan een contact wilt toevoegen die u een terugbelverzoek heeft gezonden, selecteert u Opties > Opslaan als of Toev. aan contact.
PTT (Push to Talk) Std.functie P2T-toets — om de volgende functies in te stellen voor de PTT-toets (volume omhoog): Contactlijst openen, Kanaallijst openen, Cont./groep bellen. Selecteer een contact, een groep of de optie P2Tkanaal bellen en selecteer een kanaal. Wanneer u de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt houdt, wordt de geselecteerde functie uitgevoerd. Mijn aanm.stat. wrg. — om het verzenden van de aanmeldstatus in of uit te schakelen.
Toepassingen 15. Toepassingen In dit menu kunt u toepassingen en spelletjes beheren. Deze bestanden worden opgeslagen in het telefoongeheugen of op een aangesloten microSD-geheugenkaart en kunnen in mappen worden ingedeeld. Zie Geheugenkaart op pagina 74 voor meer informatie over het formatteren of vergrendelen en ontgrendelen van de geheugenkaart. ■ Een spelletje starten In uw telefoon zijn enkele spelletjes geïnstalleerd. Selecteer Menu > Toepassingen > Spelletjes.
Toepassingen ■ Een toepassing downloaden De telefoon ondersteunt J2ME Java-toepassingen. Controleer eerst of de toepassing compatibel is met de telefoon voordat u de toepassing downloadt. Belangrijk: installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software.
SIM-diensten 16. SIM-diensten Mogelijk biedt uw SIM-kaart nog extra diensten. U kunt dit menu alleen openen als het wordt ondersteund door uw SIM-kaart. De naam en inhoud van het menu zijn afhankelijk van de beschikbare diensten. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Web 17. Web Met de browser van de telefoon hebt u toegang tot verschillende mobiele-internetdiensten. Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en instructies met betrekking tot de verschillende diensten.
Web 4. Selecteer Term.venster tonen > Ja als u een handmatige gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren Maak op één van de volgende manieren verbinding met de dienst: • Selecteer Menu > Web > Home. Als de telefoon in de standbymodus staat, houdt u 0 ingedrukt. • Als u een bookmark voor de dienst wilt instellen, selecteert u Menu > Web > Bookmarks. • Als u het laatste internetadres (URL) wilt gebruiken, selecteert u Menu > Web > Laatste webadr..
Web ■ Bookmarks U kunt adressen van pagina's opslaan als bookmark in het telefoongeheugen. 1. Selecteer tijdens het browsen Opties > Bookmarks. Als de telefoon in de standby-modus staat, selecteert u Menu > Web > Bookmarks. 2. Ga naar een bookmark en selecteer deze of druk op de beltoets om verbinding te maken met de pagina die aan de bookmark is gekoppeld. 3.
Web Waarschuwingen > Waarschw. onbv. vb. > Ja — om in te stellen dat er een waarschuwingssignaal klinkt wanneer een veilige verbinding tijdens het browsen verandert in een onveilige verbinding. Waarschuwingen > Wrsch. vr onbv. items > Ja — om in te stellen dat een waarschuwingssignaal klinkt wanneer een veilige pagina een onveilig item bevat. Deze waarschuwingssignalen zijn geen garantie voor een veilige verbinding. Zie Browserbeveiliging op pagina 104 voor meer informatie.
Web standby-modus staat, selecteert u Menu > Web > Instellingen > Beveiligingsinstell. > WMLScripts bev. vb. > Toestaan. ■ Download-instellingen Als u alle gedownloade bestanden automatisch wilt opslaan in de Galerij, selecteert u Menu > Web > Instellingen > Downloadinstellingn > Automatisch opslaan > Aan. ■ Dienstinbox De telefoon kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider worden verzonden (netwerkdienst). Dienstberichten zijn kennisgevingen, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwskoppen.
Web Als u wilt dat de browser vanuit de standby-modus automatisch wordt geactiveerd wanneer een dienstbericht wordt ontvangen, selecteert u Automat. verbinden > Aan. Als u Uit selecteert, wordt de browser alleen geactiveerd als u Ophalen selecteert wanneer een dienstbericht wordt ontvangen. ■ Cachegeheugen Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan.
Web Certificaten Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externe verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele bescherming. De beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid.
Web en de prijs van het boek. De te ondertekenen tekst (mogelijk inclusief het bedrag en de datum) wordt weergegeven. Controleer of de koptekst Lezen en het pictogram voor digitale ondertekening worden weergegeven. Als het pictogram voor digitale ondertekening niet wordt weergegeven, wil dit zeggen dat er een beveiligingsprobleem is. Voer dan geen persoonlijke gegevens in, zoals een ondertekenings-PIN. Lees eerst alle informatie, voordat u de tekst ondertekent. Selecteer vervolgens Accepteer.
Pc-verbinding 18. Pc-verbinding U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen en verbinding maken met internet terwijl de telefoon via Bluetooth of een gegevenskabel verbonden is met een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. ■ Nokia PC Suite Met Nokia PC Suite kunt u contactgegevens, agendanotities en (taak)notities synchroniseren tussen de telefoon en de compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst).
Pc-verbinding het internet gemaakt. Om de NAP-dienst van de telefoon te gebruiken hoeft u geen software van de PC Suite te installeren. Zie Draadloze Bluetooth-technologie op pagina 61. ■ Toepassingen voor datacommunicatie Raadpleeg de bijbehorende documentatie voor meer informatie over het gebruik van een toepassing voor datacommunicatie. Tijdens een pc-verbinding wordt bellen met de telefoon afgeraden, omdat dit de werking kan verstoren.
Informatie over de batterij 19. Informatie over de batterij ■ De batterij opladen en ontladen Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen.
Informatie over de batterij batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt. Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
Informatie over de batterij 3. Kras aan de zijkant van het label om een 20-cijferige code zichtbaar te maken, bijvoorbeeld 12345678919876543210. Draai de batterij zo dat de cijfers rechtop staan. De 20-cijferige code moet worden gelezen te beginnen bij het cijfer op de bovenste rij, gevolgd door de onderste rij. 4. Controleer of de 20-cijferige code geldig is door de instructies op www.nokia.com/batterycheck te volgen.
Verzorging en onderhoud Verzorging en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht bevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
Verzorging en onderhoud apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot radioapparaten. • Gebruik laders binnenshuis. • Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren (zoals contactpersonen en agendanotities) voordat u het apparaat naar een servicepunt brengt. Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als enig apparaat niet goed werkt.
Aanvullende veiligheidsinformatie Aanvullende veiligheidsinformatie Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. ■ Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities.
Aanvullende veiligheidsinformatie Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Aanvullende veiligheidsinformatie Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn. ■ Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op.
Aanvullende veiligheidsinformatie profiel Offline of Vlucht staat, moet u het profiel wijzigen om de telefoonfunctie te activeren voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie. Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Index Index A aansluiting lader 19 accessoires Zie toebehoren.
Index D I datuminstellingen 59 dienst berichten 103 inbox 103 nummers 55 opdrachten 47 diensten 99 digitale handtekening 105 downloaden 11, 103 beschermde bestanden 70 galerij 73 gedeeld geheugen 8 gegevens communicatie 108 overdracht 64 gegevenskabel 65 geheugen vol 38 geheugenkaart 74 gehoorapparaat 115 GPRS 63 IMAP4 39 in- en uitschakelen 16 indicatoren 21 informatie over certificatie 117 informatieberichten 47 infraroodverbinding 62 installatie batterij 13 SIM-kaart 13 instellingen achtergrond 58 a
Index L lettergrootte 58 logboek 56 luidspreker 18, 26 luistergedeelte 18 M map voor ongewenste e-mailberichten 42 mediaspeler 78 menu 32 MMS. Zie multimediaberichten.
Index opdrachten 60 recorder 82 standby-modus 19, 59 statusindicatoren 19, 20 stopwatch 87 streamingdienst 78 swivel 58 synchronisatie 64 T taalinstellingen 67 takenlijst 86 tekst hoofdletters en kleine letters 30 invoeren 30 normale tekstinvoer 30 tekstinvoer met woordenboek 30 samengestelde woorden 30 tekst invoeren 30 tekstbericht 33 tekstinvoer met woordenboek 30 samengestelde woorden 30 telefoon configuratie 68 instellingen 67 onderdelen 18 openen 16 toetsen 18 telefoon blokkeren.