Gebruikershandleiding 9241699 Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-111 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het product.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade. De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt.
Inhoudsopgave Snelstartgids ...................................................................................................... 11 De telefoon in- of uitschakelen............................................................................................................ 11 De SIM-kaart installeren ........................................................................................................................ 11 Bellen ...............................................................................
Normaal gebruik ....................................................................................................................................... 25 Draagriempje.............................................................................................................................................. 26 2. De telefoon .................................................................................................... 27 Toetsen en aansluitingen ......................................................
De mappen Opgeslagen items en Mijn mappen........................................................................... 43 Multimediaberichten (MMS)................................................................................................................. 43 Multimediaberichten intoetsen en verzenden.............................................................................. 45 Multimediaberichten lezen en beantwoorden..............................................................................
9. Instellingen .................................................................................................... 58 Profielen ...................................................................................................................................................... 58 Thema's........................................................................................................................................................ 58 Tooninstellingen.................................................
Mediaspeler................................................................................................................................................ 75 De telefoon instellen voor een streaming-dienst ........................................................................ 75 Music player............................................................................................................................................... 76 Muzieknummers afspelen................................................
13.Web............................................................................................................... 89 De telefoon instellen voor een dienst................................................................................................. 89 Verbinding maken met een dienst....................................................................................................... 90 Browsen door pagina's..............................................................................................
17.Informatie over de batterij........................................................................ 106 De batterij opladen en ontladen ....................................................................................................... 106 Verzorging en onderhoud ............................................................................... 107 Aanvullende veiligheidsinformatie................................................................. 109 Index................................................
Snelstartgids ■ De telefoon in- of uitschakelen Houd de eindtoets ingedrukt om de telefoon in of uit te schakelen. ■ De SIM-kaart installeren U kunt de SIM-kaartsleuf openen door de SIM-vergrendeling naar links te schuiven. Plaats de SIM-kaart met de goudkleurige contactpunten naar beneden gericht in de sleuf. Gebruik de SIM-vergrendeling om de SIM-kaart in de SIMkaartsleuf te drukken. Druk op de SIM-vergrendeling totdat u een klik hoort. Schuif de SIM-vergrendeling naar rechts om deze te sluiten.
■ Bellen Houd de middelste selectietoets ingedrukt in de standby-modus en voer het netnummer en telefoonnummer in. U voert het telefoonnummer in door naar het gewenste cijfer in de tekenbalk te gaan en Select. te selecteren. Herhaal deze procedure voor elk cijfer van het telefoonnummer. U kunt ook bellen door een nummer te kiezen in de lijst met contacten of door eenmaal op de beltoets te drukken om de lijst met laatstgebruikte nummers te openen.
om het bericht te verzenden. Toets het telefoonnummer van de ontvanger in of selecteer Opties > Zoeken om het telefoonnummer op te zoeken in Contacten. Selecteer Opties > Akkoord om het bericht te verzenden. ■ Toetsen blokkeren Selecteer Menu of Vrijgev. en druk vervolgens binnen anderhalve seconde op de gesprekstoets om de toetsen te vergrendelen of vrij te geven. ■ Nokia Xpress-audioberichten Selecteer Menu >Audiobericht om een audiobericht te maken en verzenden. De recorder wordt geopend.
■ Verbeterde spraakopdrachten Houd vanuit de standby-modus de onderste selectietoets ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Nu spreken wordt weergegeven. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. Als de spraakherkenning is gelukt, wordt een lijst met treffers weergegeven. De spraakopdracht voor de treffer boven aan de lijst wordt afgespeeld. Na een timeout van anderhalve seconde wordt het nummer gekozen.
Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd. TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
Algemene informatie ■ Informatie over het apparaat Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het EGSM 900-, GSM 1800- en GSM 1900-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken. Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat, aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen.
mogelijk afzonderlijk een bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen dat met andere functies wordt gedeeld. Voor de bestanden in de Galerij is een ander geheugen beschikbaar. Zie Galerij op pagina 73 voor meer informatie. ■ Toegangscodes • Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers): de beveiligingscode beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. Deze code wordt bij de telefoon geleverd. De standaardcode is 12345.
• Module-PIN en ondertekenings-PIN: de module-PIN is nodig voor toegang tot de informatie in de beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 96. De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie Beveiligingsmodule op pagina 96. ■ Netwerkdiensten Als u de telefoon wilt gebruiken voor netwerkdiensten, moet u zich hierop abonneren via een serviceprovider. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk.
op te slaan. Mogelijk ontvangt u van de serviceprovider een PIN-code die u nodig hebt om de instellingen op te slaan. Neem contact op met uw netwerkoperator, serviceprovider of de dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-leverancier voor meer informatie over de beschikbaarheid van instellingen. U kunt ook naar de ondersteuningspagina van de Nokia-website gaan: www.nokia.com/support. Na ontvangst van een configuratiebericht wordt Configuratie-instellingen ontv. weergegeven.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software. ■ Nokia-ondersteuning en contactinformatie Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product. Op de website kunt u informatie over het gebruik van Nokia-producten en – diensten vinden.
1. Aan de slag ■ De SIM-kaart installeren Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn. U kunt de SIM-kaartsleuf openen door de SIMvergrendeling naar links te schuiven (1) en te openen (2). Plaats de SIM-kaart met de goudkleurige contactpunten naar beneden en de rand met de afgeronde hoek naar binnen gericht.
Druk op de SIM-vergrendeling totdat u een klik hoort. Schuif de SIM-vergrendeling naar rechts om deze te vergrendelen. U kunt de SIM-kaart ontgrendelen door de SIMvergrendeling naar links te schuiven. Druk de SIM-vergrendeling naar binnen totdat u een klik hoort en de SIM-kaart wordt vrijgegeven. ■ De batterij opladen Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: AC-1, ACP-7, ACP-12 of LCH-12. 1. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. Als de telefoon is ingeschakeld, wordt de tekst Batterij laadt op kort weergegeven. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen. 2.
Houd de eindtoets ingedrukt om de telefoon in of uit te schakelen. Als de PIN-code of de beveiligingscode wordt gevraagd, selecteert u het gewenste cijfer in de tekenbalk. Herhaal deze procedure voor elk cijfer van de code. Als u een onjuist teken intoetst, kunt u Wissen selecteren om het teken te verwijderen. Selecteer Opties > Akkoord om de juiste code te bevestigen. Zie ook PIN-code vragen in Beveiligingsinstellingen op pagina 71 en Toegangscodes op pagina 18.
■ Draagriempje Rijg het draagriempje op de aangegeven manier (zie afbeelding) door het daarvoor bestemde oog en bevestig het riempje stevig. Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
2. De telefoon ■ Toetsen en aansluitingen • Luistergedeelte (1) • Display en spiegel (2) • Bovenste selectietoets, onderste selectietoets, middelste selectietoets (3) De functie van deze toetsen is afhankelijk van de tekst die naast de toetsen wordt weergegeven. Zie Standby-modus op pagina 29. • NaviTM -draaitoets (4) De draaitoets wordt gebruikt om door de tekenbalk te bladeren tijdens het invoeren van tekst en cijfers, om door verschillende lijsten te bladeren en om door berichten te bladeren.
• Met de gesprekstoets (6) kunt u een telefoonnummer kiezen en een oproep beantwoorden. Vanuit de standby-modus kunt u met deze toets de laatstgekozen nummers weergeven. • Knipperende voedingsindicator (7) • Cameralens (8) • Cameraflitser (9) • Microfoon (10) • Aansluiting voor toebehoren (11), bijvoorbeeld om een hoofdtelefoon aan te sluiten • Aansluiting voor de lader (12) • Luidspreker (13) • SIM-kaartsleuf(14) Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
■ Draaitoets U kunt de draaitoets gebruiken voor het invoeren van tekens, om door verschillende lijsten te bladeren en om door berichten te bladeren. U gebruikt de draaitoets door deze naar rechts of naar links te draaien. De middelste selectietoets bevindt zich midden op de draaitoets. De draaiknop gebruiken: Houd de middelste selectietoets ingedrukt om een telefoonnummer in te voeren.
• Signaalsterkte van het cellulaire netwerk (1) • Naam van het netwerk of het operatorlogo (2) • Capaciteit van de batterij (3) • De bovenste selectietoets (4) is Favoriet. • De middelste selectietoets (5) is Menu • De onderste selectietoets (6) kan Namen zijn Zie ook Belangrijke indicatoren op pagina 31. Achtergrond en screensaver U kunt de telefoon instellen om een achtergrondafbeelding en screensaver weer te geven als het hoofdmenu actief is. Zie Weergave-instellingen op pagina 59.
Belangrijke indicatoren U hebt een of meer tekst- of multimediaberichten ontvangen. Zie Een SMS-bericht of e-mailbericht via SMS lezen en beantwoorden op pagina 41 of Multimediaberichten lezen en beantwoorden op pagina 46. De toetsen van de telefoon zijn geblokkeerd. Zie Toetsen blokkeren op pagina 32. De telefoon geeft geen belsignaal bij een inkomend gesprek of tekstbericht wanneer Oproepsignaal is ingesteld op Stil en Berichtensign.toon is ingesteld op Uit. Zie Tooninstellingen op pagina 59.
De luidspreker is geactiveerd. Zie Opties tijdens een gesprek op pagina 36. Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep. Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 71. , , Een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid, hoorapparaat of vergelijkbare toebehoren is op de telefoon aangesloten. ■ Toetsen blokkeren U kunt de toetsen blokkeren om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt. Selecteer Menu of Vrijgev.
3. Algemene functies ■ Bellen 1. Houd de middelste selectietoets ingedrukt in de standby-modus en voer het netnummer en telefoonnummer in. U voert het telefoonnummer in door het gewenste cijfer in de tekenbalk te selecteren. Herhaal deze procedure voor elk cijfer van het telefoonnummer. Als u een onjuist teken intoetst, kunt u Wissen selecteren om het teken te verwijderen.
Uw voicemail bellen Houd vanuit de standby-modus de middelste selectietoets ingedrukt, selecteer 1 en druk op de gesprekstoets. Zie ook Nokia Xpress-audioberichten op pagina 48. Als dit door het netwerk wordt ondersteund, geeft het pictogram aan dat nieuwe voicemailberichten zijn ontvangen. Selecteer Luister om het voicemailnummer te bellen. Tijdens een gesprek een ander gesprek starten (netwerkdienst) Selecteer Opties > Nieuwe oproep tijdens een gesprek.
Opmerking: Het gebruik van spraakopdrachten kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraakopdrachten afhankelijk bent. 1. Houd vanuit de standby-modus de onderste selectietoets ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Nu spreken wordt weergegeven. Als u een compatible hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets gebruikt, houdt u de hoofdtelefoontoets ingedrukt om spraakgestuurde nummerkeuze te starten. 2.
Selecteer Opnem. of druk op de gesprekstoets om het gesprek in de wachtstand te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. ■ Opties tijdens een gesprek Een groot aantal opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Informeer bij uw netwerkoperator naar de beschikbaarheid. U kunt de volgende gespreksopties kiezen: Volume, Dempen of Dempen uit, Cijferinvoer, Contacten, Menu, Opnemen, Toetsen blokkeren, Luidspreker of Telefoon.
4. Tekst intoetsen Tijdens het intoetsen van een bericht, kunt u letters, cijfers en speciale tekens invoeren door deze te selecteren in de tekenbalk onderaan in het display. Ga naar het gewenste teken en selecteer dit. U kunt het selecteren versnellen via de methode van tekensuggestie, waarbij de meestgebruikte tekens aan het begin van de tekenlijst worden geplaatst. Welke tekens via tekensuggestie worden voorgesteld, is afhankelijk van de tekens die u eerder hebt geselecteerd.
• Selecteer om tekens met accent in te voeren. • Selecteer om cijfers in te voeren. • Selecteer om speciale tekens in te voeren. Overige beschikbare opties vindt u onder Opties. Selecteer Opties > Akkoord om tekst of een cijfer te accepteren. ■ Tips voor het intoetsen van tekst Mogelijk zijn ook de volgende opties voor tekstinvoer beschikbaar: Als u een teken links van de cursor wilt verwijderen, selecteert u Wissen. Houd Wissen ingedrukt om de tekens links van de cursor sneller te verwijderen.
5. De menu’s gebruiken De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's. Bij de meeste functies is een korte Help-tekst beschikbaar. Als u de Help-tekst wilt bekijken, gaat u naar de gewenste menufunctie en wacht u. U kunt de Help-tekst in- of uitschakelen met de optie Help-tekst aan in het menu Telefooninstellingen. Zie Telefooninstellingen op pagina 67. ■ Een menufunctie activeren 1. Selecteer Menu vanuit de standby-modus. 2.
6. Berichten Berichtdiensten kunnen alleen worden gebruikt als ze worden ondersteund door uw netwerk en serviceprovider (netwerkdiensten). Opmerking: Wanneer u berichten verzendt, geeft het apparaat mogelijk de tekst Bericht verzonden weer. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in het apparaat is geprogrammeerd. Dit is geen indicatie dat het bericht is aangekomen op de doellocatie.
Opmerking: Alleen apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen beeldberichten ontvangen en weergeven. De functie voor tekstberichten maakt gebruik van het gedeeld geheugen. Zie Gedeeld geheugen op pagina 17. Berichten intoetsen en verzenden Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > SMS. Voer een bericht in. Druk op de gesprekstoets of selecteer Opties > Verzenden om het bericht te verzenden.
het berichtengeheugen vol is. U kunt pas weer nieuwe berichten ontvangen als u een aantal oude berichten hebt verwijderd. 1. Selecteer Tonen om het nieuwe bericht te lezen of selecteer Uit als u het bericht later wilt bekijken. Als u meerdere berichten hebt ontvangen, selecteert u het bericht dat u wilt lezen. Een ongelezen bericht of SMS-e-mailbericht worden aangeduid met . 2. Selecteer Opties tijdens het bekijken van het bericht om de beschikbare opties weer te geven. 3.
Sjablonen De telefoon bevat tekstsjablonen (aangeduid met (aangeduid met ). ) en afbeeldingsjablonen U kunt de lijst met sjablonen openen door Menu > Berichten > Opgeslagen items > Tekstberichten > Sjablonen te selecteren. De mappen Opgeslagen items en Mijn mappen U kunt uw berichten indelen door berichten naar de map Opgeslagen items te verplaatsen of door nieuwe mappen voor uw berichten toe te voegen. Selecteer Opties > Bericht verplaatsen als u een bericht naar een bepaalde map wilt verplaatsen.
een afbeelding in een compatibele indeling bevat, wordt deze aangepast aan het display. De functie voor multimediaberichten maakt gebruik van het gedeeld geheugen. Zie Gedeeld geheugen op pagina 17. Als Ontv. multim. toest. is ingesteld op Ja of In eigen netwerk, brengt de netwerkexploitant of serviceprovider mogelijk elk ontvangen bericht in rekening. De instelling voor het ontvangen van multimediaberichten is standaard ingeschakeld. Zie Instellingen voor multimediaberichten op pagina 51.
Multimediaberichten intoetsen en verzenden Zie Instellingen voor multimediaberichten op pagina 51 voor de instellingen voor multimediaberichten. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van de multimediaberichtendienst. Op bepaalde afbeeldingen, beltonen en andere inhoud rust mogelijk copyright, wat betekent dat de desbetreffende inhoud niet mag worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. 1.
opslaan. Daarnaast zijn bij Meer opties de volgende mogelijkheden beschikbaar: Contact invoegen, Nummer invoegen, Details bericht en Onderwerp bewrkn. 3. Druk op de gesprekstoets om het bericht te verzenden, of selecteer Opties > Verzenden naar om een van de verzendopties te selecteren: Onlangs gebruikt, Naar telef.nummer, Naar e-mailadres of Naar meerdere. 4. Toets het telefoonnummer (of e-mailadres) van de ontvanger in of selecteer Opties > Zoeken om dit op te halen uit Contacten.
Opmerking: Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het ontvangende apparaat. 1. Selecteer Tonen om het bericht te lezen of selecteer Uit als u het bericht later wilt bekijken. 2. Het bericht later lezen: selecteer Menu > Berichten > Inbox. Een ongelezen multimediabericht wordt aangeduid met . 3. U kunt bladeren om het bericht te bekijken.
opslaan. Als u oude berichten wilt verwijderen, selecteert u de map en selecteert u de oude berichten die u wilt verwijderen. Als u het wachtende bericht wilt negeren, selecteert u Uit > Ja. Als u Nee selecteert, kunt u het bericht bekijken. ■ Nokia Xpress-audioberichten Dit is een multimediaberichtendienst waarmee u snel spraakberichten kunt maken en verzenden. U moet eerst de multimediaberichtendienst activeren voordat u deze dienst kunt gebruiken. Een audiobericht maken en verzenden 1.
Spelen om het bericht te controleren voordat u het verzendt. Volume om het volume voor de opname te verhogen of verlagen. Luidspreker om het geluid te horen via de luidspreker. Gel.clip vervangen om een nieuw bericht op te nemen. Bericht opslaan om het bericht op te slaan in de Galerij. Geluidsclip opslaan om een geluidsclip uit het bericht op te slaan. Onderwerp bewrkn om de inhoud van het bericht te bewerken. Details bericht om de berichtdetails te bekijken.
kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het weer of verkeersinformatie. Vraag uw serviceprovider welke items beschikbaar zijn en wat de nummers daarvan zijn. ■ Dienstopdrachten Selecteer Menu > Berichten > Dienstopdrachten. Vanuit dit submenu verzendt u serviceaanvragen (ook wel USSD-opdrachten genoemd) naar de netwerkoperator. Dit kunnen bijvoorbeeld activeringsopdrachten voor netwerkdiensten zijn. ■ Alle berichten uit een map verwijderen Selecteer Menu > Berichten > Berichten verwijd.
Verz. berichten opsl. > Ja: hiermee stelt u in dat verzonden tekstberichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden items. Auto. opn. verzenden: hiermee schakelt u automatisch opnieuw verzenden in of uit. Instellingen voor multimediaberichten Als Ontv. multim. toest. is ingesteld op Ja of In eigen netwerk, brengt de netwerkexploitant of serviceprovider mogelijk elk ontvangen bericht in rekening. De instelling voor het ontvangen van multimediaberichten is standaard ingeschakeld.
Ink. multim.berichten — Selecteer Ophalen als nieuwe multimediaberichten automatisch moeten worden opgehaald, of selecteer Weigeren als u geen multimediaberichten wilt ontvangen. Deze instelling wordt niet weergegeven als de optie Ontv. multim. toest. is ingesteld op Nee. Configuratie-instellingen — Selecteer Configuratie en selecteer de serviceprovider waarvan u standaard multimediaberichten ophaalt. Selecteer Account voor een overzicht van accounts die beschikbaar zijn bij de serviceprovider.
7. Contacten U kunt namen en nummers (contactgegevens) opslaan in het geheugen van de telefoon en het geheugen van de SIM-kaart. U kunt namen en nummers opslaan in het geheugen van de telefoon. Bij elke naam kunt u verschillende details, zoals tekstaantekeningen en spraaklabels, opnemen. U kunt ook een afbeelding aan de contactpersoon koppelen. Contacten maakt gebruikt van het gedeelde geheugen. Zie Gedeeld geheugen op pagina 17.
■ Info opslaan, bewerken of verwijderen U kunt verschillende typen telefoonnummers, afbeeldingen en korte tekstitems opslaan, bewerken of verwijderen in de lijst met contacten van de telefoon. Het eerste nummer dat is opgeslagen, wordt automatisch ingesteld als het standaardnummer. Dit nummer wordt aangeduid met een kader rond de nummertype-indicator, bijvoorbeeld .
Type wijzigen om het type van het geselecteerde nummer te wijzigen. Nummer kopiëren om het geselecteerde nummer te kopiëren. Visitek. verzenden om een visitekaartje naar het geselecteerde nummer te verzenden. Afbeelding wijzigen om de afbeelding te wijzigen die aan de contactpersoon is gekoppeld. Opslaan in Galerij om de afbeelding op te slaan in de Galerij. Verwijder contact om alle gegevens van een contactpersoon te verwijderen.
Kopiëren. Standaardnummers wordt weergegeven als u van de telefoon naar de SIM-kaart kopieert. Alleen de standaardnummers worden gekopieerd. 4. Selecteer Origineel behouden of Origineel verplaatsen om aan te geven of u de oorspronkelijke namen en nummers wilt behouden of wissen. Als u Alles kopiëren of Standaardnummers selecteert, selecteert u Ja wanneer Contacten kopiëren? of Contacten verplaatsen? wordt weergegeven.
8. Registratie Uw telefoon registreert gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen, evenals de lengte van uw gesprekken. Oproepen worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt en als de telefoon ingeschakeld is en zich binnen het servicegebied van het netwerk bevindt.
9. Instellingen ■ Profielen De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen ofwel profielen, waarvoor u de telefoongeluiden voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen kunt instellen. Selecteer Menu > Instellingen > Profielen en een profiel. Selecteer Activeer om het geselecteerde profiel te activeren. Selecteer Aanpassen en de gewenste instelling als u het profiel wilt aanpassen. Zie Tooninstellingen op pagina 59 als u tooninstellingen wilt definiëren.
map en ga naar een thema. Selecteer Opties > Thema toepassen. Selecteer Themadownloads om nieuwe thema's te downloaden. ■ Tooninstellingen U kunt de instellingen van het geselecteerde profiel wijzigen. Selecteer Menu > Instellingen > Tooninstellingen en selecteer een van de volgende opties: Oproepsignaal, Type beltoon, Beltoonvolume, Trilsignaal, Berichtensign.toon, Toetsenvolume en Waarschuw.tonen. Dezelfde instellingen vindt u ook in het menu Profielen. Zie Profielen op pagina 58.
Screensaver om een animatie of stilstaande afbeelding te selecteren onder Grafisch. Timeout en stel de timeout in voor het activeren van de screensaver. Selecteer Aan om de screensaver te activeren. Kleurenschema's om de kleur van bepaalde schermelementen te wijzigen. Lett.typekl. standby om de kleur van de tekst in de standby-modus te wijzigen. Operatorlogo om het operatorlogo weer te geven (netwerkdienst). ■ Instellingen tijd en datum Selecteer Menu > Instellingen > Instellingen tijd en datum.
Onderste selectietoets Selecteer Menu > Instellingen > Favorieten > Onderste sel.toets om een telefoonfunctie uit de standaardlijst toe te voegen aan de onderste selectietoets. Zie Standby-modus op pagina 29. Sommige netwerkoperators bieden geen ondersteuning voor dit menu. Verbeterde spraakopdrachten De telefoon is voorzien van een functie voor spraakherkenning, waarmee u spraakopdrachten kunt geven om nummers te bellen en bepaalde telefoonfuncties uit te voeren.
Alles toevoegen om spraakopdrachten voor alle telefoonfuncties in de lijst met spraakopdrachten te activeren. Alles verwijderen om spraakopdrachten voor alle telefoonfuncties in de lijst met spraakopdrachten uit te schakelen. ■ Connectiviteit U kunt de telefoon via Bluetooth verbinden met een compatibel apparaat en u kunt de instellingen definiëren voor inbelverbindingen voor packet-gegevens. Draadloze technologie via Bluetooth Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 1.
verbinding kan worden gebruikt voor het verzenden van afbeeldingen, videoclips, tekst, visitekaartjes en agendanotities. U kunt via Bluetooth ook een draadloze verbinding tot stand brengen met compatibele apparaten die Bluetoothtechnologie gebruiken, zoals computers. Niet alle computers die Bluetoothtechnologie gebruiken, zijn echter compatibel. Een Bluetooth-verbinding instellen 1. Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth. 2. Selecteer Bluetooth > Aan om de Bluetooth-functie te activeren.
Actief apparaat om te controleren welke Bluetooth-verbinding actief is. Als u de verbinding met het geselecteerde apparaat wilt sluiten, selecteert u Verbind. verbreken. Gekoppelde apparaten om een lijst weer te geven met de Bluetooth-apparaten die met de telefoon gekoppeld zijn. Ga naar het gewenste apparaat. Selecteer Opties voor de volgende mogelijkheden, afhankelijk van de status van het apparaat en de Bluetooth-verbinding. Selecteer Korte naam toewijz.
Packet-gegevens GPRS (General Packet Radio Service) is een netwerkdienst waarmee mobiele telefoons kunnen worden gebruikt voor het verzenden en ontvangen van gegevens via een IP (Internet Protocol)-netwerk. EGPRS (Enhanced GPRS) is vergelijkbaar met GPRS maar biedt snellere verbindingen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de beschikbaarheid van (E)GPRS en over de snelheid van gegevensoverdracht, de tarieven en de abonnementsmogelijkheden.
Modeminstellingen voor packet-gegevens U kunt de telefoon via draadloze Bluetooth-technologie aansluiten op een compatibele pc en de telefoon gebruiken als modem om de packetgegevensverbinding via de pc in te schakelen. Als u de instellingen voor packet-gegevensverbindingen vanaf de pc wilt instellen, selecteert u Menu > Instellingen > Connectiviteit > Packet-gegevens > Packetgegevensinstellingen en selecteert u een van de volgende opties: Actief toegangspunt om het gewenste toegangspunt te activeren.
Wachtfunctie-opties > Activeer: het netwerk waarschuwt u als er een nieuwe binnenkomende oproep is terwijl u een gesprek voert (netwerkdienst). Zie Wachtfunctie op pagina 35. Samenv. na oproep > Aan : na elk gesprek worden kort de duur en de kosten van het gesprek weergegeven (netwerkdienst). Identificatie verzndn (netwerkdienst): selecteer Ja of Netwerkinstelling.
Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het officiële alarmnummer kiezen. Zie Toetsen blokkeren op pagina 32. Celinformatie > Aan om informatie te ontvangen van het netwerk, afhankelijk van het gebruikte netwerk (netwerkdienst). Welkomsttekst en toets het bericht in dat u kort wilt weergeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Als u de notitie wilt opslaan, selecteert u Opties >Opslaan.
aangesloten of aangesloten geweest. Afhankelijk van de toebehoren, kunt u de volgende opties selecteren: Standaard profiel of Automat. opnemen. ■ Configuratie-instellingen Voor sommige netwerkdiensten moeten de juiste configuratie-instellingen op de telefoon worden ingesteld. U kunt de instellingen via een configuratiebericht ontvangen van de serviceprovider of uw persoonlijke instellingen handmatig intoetsen.
Voorkeurstoegangspunt om een ander toegangspunt te selecteren. Normaal gesproken wordt het toegangspunt van de standaardnetwerkoperator gebruikt. Verb. mt onderst. serviceprovider om de configuratie-instellingen te downloaden van de serviceprovider als dit door de serviceprovider wordt ondersteund. Persoonlijke config.instellingen om nieuwe persoonlijke accounts voor verschillende diensten toe te voegen en te activeren.
■ Beveiligingsinstellingen Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Selecteer Menu > Instellingen > Beveiligingsinstellingen en selecteer een van de volgende opties: PIN-code vragen als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN-code te vragen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
■ Fabrieksinstellingen terugzetten Als u bepaalde menu-instellingen op de oorspronkelijke waarden wilt terugzetten, selecteert u Menu > Instellingen > Fabrieksinstellingen terugzetten. Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
10. Galerij In dit menu kunt u foto's, afbeeldingen, videoclips, opnamen en tonen beheren. Deze bestanden zijn ingedeeld in mappen. Uw telefoon ondersteunt een systeem voor beheer van digitale rechten (DMR, Digital Rights Management) ter bescherming van opgehaalde content. Controleer altijd de leveringsvoorwaarden van content en activeringssleutel voordat u tot aanschaf overgaat, omdat er van een tarief of andere vergoeding sprake kan zijn.
11. Media Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. ■ Camera U kunt foto's maken of videoclips opnemen met de ingebouwde 2-megapixel camera van de telefoon. De cameralens en de flitser bevinden zich aan de achterzijde van de telefoon en het display van de telefoon werkt als zoeker.
Als er weinig licht is of als u de flitser wilt gebruiken, selecteert u Opties > Nachtmodus aan of Flitser aan. Een videoclip opnemen Selecteer Menu > Media > Camera. Blader naar links of rechts om de videomodus te selecteren, of selecteer Opties > Video en selecteer Opnem.. Selecteer Pauze als u de opname wilt onderbreken en Activeer om de opname te hervatten. Selecteer Stop om het opnemen te stoppen. De opname wordt opgeslagen in Galerij > Videoclips. Selecteer Opties om de opties weer te geven.
Selecteer Menu > Media > Mediaspeler > Instell. streaming en selecteer een van de volgende opties: Configuratie om een configuratie te activeren. Account om een account te activeren. ■ Music player De telefoon is uitgerust met een muziekspeler waarmee u kunt luisteren naar muzieknummers, opnamen of andere MP3- of AAC-geluidsbestanden die u naar de telefoon hebt overgebracht met de toepassing Nokia Audio Manager. Muziekbestanden worden automatisch waargenomen en toegevoegd aan de standaardlijst met opnamen.
3. Selecteer om het afspelen te stoppen. Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Instellingen muziekspeler In het menu Muziekspeler zijn de volgende mogelijkheden beschikbaar: Volume om het volume te wijzigen. Druk de navigatietoets naar links of naar rechts. Afsp.
Tip: Als u een hoofdtelefoon gebruikt en naar de volgende track wilt gaan, drukt u op de hoofdtelefoontoets. Verzenden om het geselecteerde bestand te verzenden via MMS of een Bluetoothverbinding. Muziekdownloads om verbinding te maken met een browserdienst die met de huidige track verbonden is. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het adres van de dienst in de track is opgenomen. Geheugenstatus om de hoeveelheid vrij en gebruikt geheugen weer te geven.
Kanaal opslaan. Toets de naam van het zendkanaal in en selecteer Opties > Akkoord. De radio gebruiken Terwijl de radio aanstaat, selecteert u of om naar het vorige of volgende opgeslagen zendkanaal te gaan, of selecteert u Opties en een van de volgende opties: Uitschakelen om de radio uit te zetten. Volume om het volume van de radio in te stellen. Kanalen om de lijst met zendkanalen weer te geven. Selecteer Opties als u een kanaalnaam wilt wijzigen of een kanaal wilt verwijderen.
De opnamefunctie kan niet worden gebruikt wanneer er een dataoproep of een GPRSverbinding actief is. Opnemen 1. Selecteer Menu > Media > Spraakrecorder. 2. Voor het starten van de opname gaat u met de draaiknop naar de virtuele opnameknop en selecteert u deze met de middelste selectietoets. Als u wilt opnemen tijdens een gesprek, selecteert u Opties > Opnemen. Terwijl een gesprek wordt opgenomen, horen beide partijen ongeveer elke vijf seconden een zachte pieptoon. 3.
12. Organiser ■ Wekker U kunt instellen dat op het gewenste tijdstip een alarmsignaal klinkt. Selecteer Menu > Organiser > Wekker. Selecteer Wektijd en voer een tijdstip in om de alarmtoon in te stellen. Als u het alarmtijdstip wilt wijzigen wanneer dit is ingesteld, selecteert u Aan. Selecteer Alarm herhalen om op te geven dat een waarschuwingssignaal moet klinken op geselecteerde dagen van de week. Selecteer Alarmtoon en selecteer de standaardalarmtoon.
■ Agenda De agenda maakt gebruik van het gedeelde geheugen. Zie Gedeeld geheugen op pagina 17. Selecteer Menu > Organiser > Agenda. De huidige dag wordt aangeduid met een kader. Als voor de betreffende dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven. U kunt de notities voor de dag bekijken door Bekijken te selecteren. Als u een week wilt weergeven, selecteert u Opties > Weekweergave. Selecteer Bekijken om een afzonderlijke notitie te bekijken.
Waarschuwingstoon voor notitie Er klinkt een pieptoon en de notitie wordt weergegeven. Als een notitie van het type wordt weergegeven, kunt u het weergegeven nummer kiezen door op de beltoets te drukken. Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen zonder de notitie te bekijken, selecteert u Bekijken. Selecteer Snooze als de waarschuwingstoon na tien minuten opnieuw moet klinken. Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen zonder de notitie te bekijken, selecteert u Uit.
■ Notities U kunt de toepassing Notities gebruiken om notities in te toetsen en via draadloze Bluetooth-technologie, SMS of MMS naar compatibele apparaten te zenden. De toepassing Notities maakt gebruik van het gedeelde geheugen. Zie Gedeeld geheugen op pagina 17. Selecteer Menu > Organiser > Notities. Selecteer Notitie of selecteer Opties > Notitie maken om een notitie toe te voegen. Toets de notitie in en selecteer Opties > Opslaan.
Synchroniseren vanaf de telefoon Voordat u kunt synchroniseren vanaf de telefoon, moet u zich abonneren op een synchronisatiedienst en de configuratie-instellingen opvragen bij uw provider. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid van en de instellingen voor de synchronisatiedienst. De synchronisatie starten vanaf de telefoon: 1. Activeer de verbindingsinstellingen voor de synchronisatiesessie. Zie Instellingen voor synchronisatie vanaf de telefoon op pagina 85. 2.
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Gegevensoverdracht > Serversynchronisatie > Synchr.instellingen. Selecteer Configuratie, ga naar de serviceprovider waarvan u de instellingen wilt gebruiken en selecteer deze. Selecteer Account voor een overzicht van accounts die beschikbaar zijn bij de serviceprovider. Als er meerdere accounts worden weergegeven, selecteert u de account die u wilt gebruiken.
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Gegevensoverdracht > Serversynchron.. Afhankelijk van de gegevens, selecteert u Synchr. gestart of Kopiëren strtn. Als de lijst met contacten en de agenda vol zijn, kan het synchroniseren bij een eerste synchronisatiesessie of na een onderbroken synchronisatiesessie wel 30 minuten duren.
Gegevensoverdracht met een compatibel apparaat Voor synchronisatie wordt draadloze Bluetooth-technologie gebruikt. Het andere apparaat bevindt zich in de standby-modus. Om de gegevensoverdracht te starten, selecteert u Menu > Instellingen > Connectiviteit > Geg.overdracht. Selecteer een overdrachtspartner in de lijst. Dit moet een andere partner dan Serversynchron. of Computersynchr. zijn. Afhankelijk van de instellingen worden de geselecteerde gegevens gekopieerd of gesynchroniseerd.
13. Web U hebt toegang tot verschillende mobiele internetdiensten met de browser van de telefoon. Informeer bij de serviceprovider waarvan u een dienst wilt gebruiken naar de beschikbaarheid en tarieven van deze dienst. Met de browser van de telefoon kunt u diensten weergeven die op hun pagina's gebruikmaken van WML (Wireless Mark-Up Language) of XHTML (extensible HyperText Markup Language). De weergave kan verschillen, afhankelijk van de displaygrootte.
Neem voor meer informatie en voor de juiste instellingen contact op met de serviceprovider die de gewenste dienst aanbiedt. ■ Verbinding maken met een dienst Controleer of de webinstellingen van de gewenste dienst zijn geactiveerd. Selecteer Menu > Web > Instellingen > Configuratie-instellingen > Configuratie en selecteer de configuratieset die u wilt activeren.
Volg de instructies in het display van de telefoon. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Als GPRS is geselecteerd als de gegevensdrager, wordt tijdens het browsen het pictogram linksboven in het display weergegeven. Als een oproep of tekstbericht binnenkomt of als u belt terwijl een (E)GPRS-verbinding actief is, wordt het pictogram linksboven in het display weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat de (E)GPRS-verbinding is onderbroken.
Direct bellen De browser ondersteunt functies waartoe u toegang hebt tijdens het browsen. U kunt telefoneren en een naam en telefoonnummer van een pagina opslaan. ■ Cachegeheugen Ga als volgt te werk om de cache te legen: • Selecteer Opties > Overige opties > Cache wissen tijdens het browsen. • Selecteer Menu > Web, > Cache wissen vanuit de standby-modus. Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan.
Tekstterugloop. — Selecteer Aan als de tekst moet doorlopen naar de volgende regel. Als u Uit selecteert, wordt de tekst afgekapt. Afbeeldingen tonen. — Selecteer Nee als u afbeeldingen op de pagina niet wilt weergeven. Waarschuwingen — Selecteer Wrsch. onbeveil. verb. > Ja om in te stellen dat een waarschuwingssignaal klinkt wanneer een beveiligde verbinding tijdens het browsen verandert in een onbeveiligde verbinding. Selecteer Wrsch. onbev.
■ Bookmarks Selecteer tijdens het browsen Opties > Bookmarks, of selecteer Menu > Web > Bookmarks vanuit de standby-modus. Ga naar de gewenste bookmark en selecteer deze om verbinding te maken met de pagina die aan de bookmark is gekoppeld. U kunt ook Opties selecteren en de naam en het adres van de geselecteerde bookmark weergeven, de geselecteerde bookmark wijzigen of verwijderen, de bookmark naar een andere telefoon zenden als bookmark of als tekstbericht en een nieuwe bookmark maken.
Selecteer Beltonendownlds, Grafische downloads, Videodownloads of Themadownloads. Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software. Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van de verschillende diensten. ■ Dienstinbox De telefoon kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider worden gezonden (netwerkdienst).
Instellingen dienstinbox Selecteer Menu > Web > Instellingen > Instellingen dienstinbox en selecteer een van de volgende opties: Dienstberichten > Aan (of Uit) om de telefoon in te stellen op het ontvangen (of weigeren) van dienstberichten. Berichtfilter > Aan om in te stellen dat de telefoon alleen dienstberichten ontvangt van content die door de serviceprovider is goedgekeurd. Selecteer Vertrwde kanalen om een lijst weer te geven met goedgekeurde contentkanalen. Autom. verbinden.
Bovendien biedt de module de mogelijkheid een digitale handtekening te gebruiken. De certificaten worden in de beveiligingsmodule opgeslagen door de serviceprovider. Selecteer Menu > Web > Instellingen > Beveiligingsinstellingen > Instellingen beveiligingsmodule en selecteer een van de volgende opties: Gegevens beveiligingsmodule om de titel, status, fabrikant en het serienummer van de beveiligingsmodule weer te geven.
Als de gegevenstransmissie tussen de telefoon en de contentserver is gecodeerd, wordt tijdens een verbinding het beveiligingspictogram weergegeven. Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder.
Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externe verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele bescherming. De beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid.
Controleer of de koptekst Lezen en het pictogram voor digitale ondertekening worden weergegeven. Opmerking: Als het pictogram voor digitale ondertekening niet wordt weergegeven, wilt dit zeggen dat er een beveiligingsprobleem is en dat u geen persoonlijke gegevens, zoals een ondertekenings-PIN, moet invoeren. Voordat u de tekst ondertekent, leest u eerst alle informatie. Vervolgens selecteert u Tekenen. De tekst past mogelijk niet geheel in het display. Blader eerst door de hele tekst voordat u ondertekent.
14. SIM-dienst Naast de functies die in de telefoon zelf beschikbaar zijn, kan uw SIM-kaart extra diensten bieden die u kunt activeren via dit menu. Dit menu wordt uitsluitend weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en inhoud van het menu zijn afhankelijk van de SIM-kaart. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over de beschikbaarheid, tarieven en het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
15. Cijferinvoer Met behulp van deze functie kunt u de cijfermodus activeren, zodat u kunt bellen of andere bewerkingen kunt uitvoeren met het ingevoerde telefoonnummer. Selecteer Menu > Cijferinvoer en voer het gewenste nummer in. Selecteer Opties en selecteer een van de volgende opties: Opslaan om het nummer aan uw contactpersonen toe te voegen. Cursor verpltsn om de cursormodus te wijzigen. Toev.
16. Pc-verbinding U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen en verbinding maken met internet terwijl de telefoon via een Bluetooth-verbinding is aangesloten op een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. Met Nokia PC Suite kunt u bijvoorbeeld contactgegevens, agendanotities en andere notities synchroniseren tussen de telefoon en de compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst).
• Create wallpapers Afbeeldingen omzetten in compatibele achtergronden, multimediaberichten en contactportretten. • File manager Contacten, afbeeldingen, clips en audiobestanden beheren. • Send text messages Tekstberichten verzenden vanaf de pc. • Store images Automatisch nieuwe afbeeldingen en videoclips van de telefoon ophalen wanneer u verbinding maakt. • Synchronize Contacten, agenda- en takenlijstnotities en andere notities synchroniseren.
Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van de gegevensdiensten. Het gebruik van HSCSD-diensten belast de batterij van de telefoon zwaarder dan gewone spraak- of gegevensoproepen. Mogelijk moet u de telefoon tijdens datatransmissies aansluiten op een lader. Zie Modeminstellingen voor packet-gegevens op pagina 66.
17. Informatie over de batterij ■ De batterij opladen en ontladen Dit apparaat heeft een interne oplaadbare batterij die niet kan worden verwijderd. Probeer de batterij niet uit het apparaat te verwijderen, want hierdoor kunt u het apparaat beschadigen. Breng het apparaat naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als de batterij moet worden vervangen.
Verzorging en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
• Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen van het apparaat blokkeren en de correcte werking belemmeren. • Gebruik laders binnenshuis. • Maak de lenzen (zoals de cameralens, nabijheidsensor en lichtsensor) schoon met een zachte, schone, droge doek. • Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Nietgoedgekeurde antennes, aanpassingen of toebehoren kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot radioapparaten.
Aanvullende veiligheidsinformatie Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. ■ Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities.
■ Medische apparatuur Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven instructies.
■ Voertuigen RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip-of antiblokkeerremsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant, of diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde apparatuur, voor meer informatie.
dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij benzinestations. Houd u aan de beperkingen voor het gebruik van radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met explosiegevaar zijn vaak, maar niet altijd, duidelijk aangegeven.
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Als het apparaat in het profiel Offline of Vlucht staat, moet u het profiel wijzigen om de telefoonfunctie te activeren voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie.
niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het netwerk. De hoeveelheid benodigde energie hangt af van een aantal factoren, zoals de afstand tot een zendmast waarop u zich bevindt. De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnen voor gebruik van het apparaat bij het oor is 0,65 W/kg.
Index A F alarmnummer kiezen ................... 112 audioberichten .......................... 13, 48 B fabrieksinstellingen terugzetten . 72 favorieten ........................................... 60 G berichtenteller ...................................52 beveiligingsinstellingen ..................71 digitale handtekening ............99 bluetooth ............................................62 bookmark ............................................
oproepinstellingen ...........................66 organiser .............................................81 T taken .................................................... 83 telefooninstellingen ........................ 67 thema's ........................................58, 59 toebehoreninstelling ....................... 68 Toegangscodes .................................. 71 toetsenblokkering ............................ 32 P packet-gegevens ..............................