Gebruikershandleiding voor de Nokia 7270 9231614 Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-8 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. Copyright © 2004 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
USE OF THIS PRODUCT IN ANY MANNER THAT COMPLIES WITH THE MPEG-4 VISUAL STANDARD IS PROHIBITED, EXCEPT FOR USE DIRECTLY RELATED TO (A) DATA OR INFORMATION (i) GENERATED BY AND OBTAINED WITHOUT CHARGE FROM A CONSUMER NOT THEREBY ENGAGED IN A BUSINESS ENTERPRISE, AND (ii) FOR PERSONAL USE ONLY; AND (B) OTHER USES SPECIFICALLY AND SEPARATELY LICENSED BY MPEG LA, L.L.C. Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling.
Inhoudsopgave VOOR UW VEILIGHEID ...................................................................................... 11 Algemene informatie ........................................................................................ 15 Toegangscodes .......................................................................................................................................... 15 Dienst voor configuratie-instellingen....................................................................................
3. Algemene functies......................................................................................... 35 Opbellen ...................................................................................................................................................... 35 Bellen met behulp van de lijst met contacten.............................................................................. 35 Snelkeuze.....................................................................................................
Het chatmenu openen...................................................................................................................... 60 Verbinding maken met de chatdienst en de verbinding verbreken..................................... 61 Een chatsessie starten...................................................................................................................... 61 Een chatuitnodiging accepteren of weigeren ...........................................................................
Een afbeelding toevoegen aan een contact .................................................................................. 79 Gegevens van een contact wijzigen of verwijderen.................................................................... 79 Contacten verwijderen ........................................................................................................................ 80 Contacten met aanwezigheidsstatus - Mijn aanwezigheid......................................................
GPRS-verbinding................................................................................................................................ 96 GPRS-inbelinstellingen .................................................................................................................... 97 Oproepinstellingen................................................................................................................................ 98 Telefooninstellingen ...................................................
Groepen maken en instellen ........................................................................................................... Instellingen voor DVS........................................................................................................................ Organiser.................................................................................................................................................. Alarmklok......................................................................
De telefoon instellen voor een browserdienst ........................................................................... Verbinding maken met een dienst ................................................................................................ Bladeren door de pagina's ............................................................................................................... De toetsen van de telefoon gebruiken tijdens het browsen...............................................
VOOR UW VEILIGHEID Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd. TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
■ INFORMATIE OVER HET APPARAAT Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het EGSM900-, GSM1800- en GSM1900-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken. Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat, aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen. Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor de technologie van sommige functies van deze telefoon, zoals MMS, browsen, expresberichten, e-mail, chatten, snel beschikbare contacten, SynchML op afstand en het downloaden van content via browser of MMS, is netwerkondersteuning nodig. ■ GEDEELD GEHEUGEN De telefoon heeft drie verschillende geheugens.
Algemene informatie ■ Toegangscodes • Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers): de beveiligingscode beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon. U kunt de telefoon instellen op het vragen naar de code (zie Beveiligingsinstellingen op pagina 102).
worden bij de SIM-kaart geleverd als de SIM-kaart voorzien is van een beveiligingsmodule. Als u drie keer na elkaar een onjuiste PIN-code hebt ingetoetst, wordt PIN geblokkeerd of PIN-code geblokkeerd weergegeven en wordt u gevraagd de PUK-code in te toetsen. • De PUK-code en PUK2-code (8 cijfers): de PUK-code (Personal Unblocking Key) of PUK2-code is nodig om een geblokkeerde PIN-code of PIN2-code te wijzigen.
met de netwerkoperator, serviceprovider of dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-leverancier voor meer informatie over de beschikbaarheid van instellingen. U kunt de configuratie-instellingen ontvangen voor multimediaberichten, chatberichten en aanwezigheidsberichten, drukken-voor-spreken, e-mail, synchronisatie, streaming en de browser. Als u de instellingen in een configuratiebericht hebt ontvangen en de instellingen niet automatisch worden opgeslagen en geactiveerd, wordt de melding Configuratie-inst. ontv.
1. Aan de slag ■ De klep openen Wanneer u de telefoon opent, springt de klep automatisch ongeveer 150 graden open. Probeer niet de telefoon nog verder te openen. ■ De covers van de telefoon U kunt de telefoon aanpassen met verwisselbare textielcovers. Als u een cover wilt plaatsen, bevestigt u deze op de telefoon zoals in de afbeelding wordt aangegeven. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
U kunt de cover verwijderen door deze eerst aan beide kanten van het scharnier los te maken (1) en vervolgens van de uiteinden van de telefoon te verwijderen (2). De textielcovers onderhouden U kunt de textielcover dagelijks reinigen met een zachte borstel of een droge doek. Verwijder de cover en wrijf het textiel schoon met een witte, licht vochtige katoenen doek. Vermijd het gebruik van bedrukte stoffen of papier, omdat deze inkt op de textielcovers kunnen achterlaten.
centrifugeren. Zorg altijd dat de cover goed droog is voordat u deze op de telefoon bevestigt. Borstel de cover voorzichtig op met een zachte borstel. ■ De batterij en de SIM-kaart installeren Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn. Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. 1.
3. Trek voorzichtig aan de vergrendelingsclip van de SIM-kaarthouder om de houder te openen (3). Plaats de SIM-kaart met de goudkleurige contactpunten naar beneden gericht in de SIM-kaarthouder (4). Zorg ervoor dat de SIM-kaart juist is geplaatst. Druk het afdekplaatje van de SIM-kaarthouder (5) omlaag totdat dit vastklikt. 4. Plaats de batterij terug (6). 5. Plaats de cover terug door eerst de palletjes op de cover in de uitsparingen in de telefoon te plaatsen (7).
■ Het draagkoordje bevestigen Verwijder de cover van de telefoon. Zie stap 1 bij De batterij en de SIM-kaart installeren op pagina 20. Rijg het koordje door de daarvoor bestemde opening zoals in de afbeelding. Sluit de cover. Zie stap 5 in De batterij en de SIM-kaart installeren op pagina 20. ■ De batterij opladen Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model.
1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting aan de onderkant van de telefoon. 2. Sluit de lader aan op een stopcontact. Tijdens het laden schuift de indicatiebalk voor de batterij in het display. Als de telefoon is ingeschakeld, wordt kort de tekst Batterij laadt op weergegeven wanneer het laden wordt gestart. Als de batterij helemaal leeg is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator wordt weergegeven of voordat u kunt bellen. U kunt de telefoon tijdens het opladen gewoon gebruiken.
Als u wordt gevraagd een PIN-code of beveiligingscode in te toetsen, opent u de telefoon om de code in te toetsen en drukt u op OK. Zie ook Toegangscodes op pagina 15. Uw apparaat heeft een interne antenne. Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld.
2. De telefoon ■ Overzicht van de telefoon - gesloten klep 1. Minidisplay 2. Luidspreker 3. Aansluiting voor de lader 4. Microfoon 5. Pop-PortTM -aansluiting, bijvoorbeeld voor hoofdtelefoon en gegevenskabel. 6. Cameralens 7. Aan / uit-toets waarmee u de telefoon in- en uitschakelt. Als de toetsen zijn geblokkeerd, wordt het display ongeveer 15 seconden verlicht als u op de aan / uit-toets drukt. Als de toetsen niet zijn geblokkeerd, kunt u de profielen wijzigen.
8. Infraroodpoort 9. DVS-toets om te bellen via drukken-voor-spreken (push-to-talk). Zie Een DVS-oproep verzenden of ontvangen op pagina 115. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
■ Overzicht van de telefoon - geopende klep 1. Luistergedeelte 2. Hoofddisplay 3. Linkerselectietoets , middelste selectietoets , rechterselectietoets De functie van deze toetsen is afhankelijk van de tekst die boven de toetsen wordt weergegeven. Zie Standby-modus op pagina 28. 4. Met beëindigt u een actief gesprek. Houd de toets ingedrukt om een functie te beëindigen. 5. Met kunt u cijfers en letters invoeren. en worden voor verschillende bewerkingen in verschillende functies gebruikt. 6.
7. Met de gesprekstoets kunt u een telefoonnummer kiezen en een oproep beantwoorden. 8. Met de volumetoetsen kunt u het volume van het luistergedeelte en de luidspreker aanpassen, of het volume van de hoofdtelefoon als deze op de telefoon is aangesloten. Wanneer de telefoon gesloten is, kunt u er de beltoon van een inkomende oproep mee uitschakelen, de alarmklok instellen op snooze of het waarschuwingssignaal van een agendanotitie uitschakelen.
Hoofddisplay 1. Toont het operatorlogo of de naam van het netwerk om aan te geven welk cellulair netwerk op dit moment wordt gebruikt. 2. Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie. Hoe hoger de balk, des te sterker het signaal. 3. Toont de capaciteit van de batterij. Hoe hoger de balk, des te groter de capaciteit van de batterij. 4. De linkerselectietoets in de standby-modus is Favor.. U kunt de toets gebruiken als sneltoets naar uw favoriete functies. Druk op Favor.
5. De middelste selectietoets in de standby-modus is Menu. 6. De rechterselectietoets in de standby-modus kan Contact. zijn om het menu Contacten te openen, een operatortoets waarmee u de homepage van de operator kunt openen of een specifieke functie die u hebt geselecteerd in het menu Rechter selectietoets. Zie Persoonlijke snelkoppelingen op pagina 94. Achtergrond U kunt een afzonderlijke achtergrondafbeelding instellen voor het hoofddisplay en het minidisplay in de standby-modus.
U hebt een of meer chatberichten ontvangen en u bent verbonden met de chatdienst. De toetsen van de telefoon zijn geblokkeerd. De telefoon gaat niet over bij een inkomende oproep of een inkomend tekstbericht als Oproepsignaal is ingesteld op Stil en / of geen bellergroepen zijn ingesteld om te worden gewaarschuwd met de instelling Waarschuwen bij terwijl Berichtensignaaltoon is ingesteld op Uit. De alarmklok is ingesteld op Aan. De timer is actief. De stopwatch wordt uitgevoerd in de achtergrond.
Alle spraakoproepen doorschak., alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer. Als u over twee telefoonlijnen beschikt, is het doorschakelpictogram voor de eerste lijn en voor de tweede lijn. De luidspreker is actief. Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep. , , of Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid, hoorapparaat of muziekstandaard op de telefoon aangesloten. Het tijdelijke profiel is geselecteerd. of De DVS-verbinding is actief of onderbroken.
• Druk op de bladertoets-rechts om de Groepslijst voor de DVS-functie te openen (netwerkdienst). • Druk op de bladertoets-omlaag om de naam van een contactpersoon te zoeken. • Druk op de bladertoets-links om snel te beginnen met het intoetsen van tekstberichten. • U kunt de zoeker van de camera openen in de weergave voor standaardfoto's door op de bladertoets-omhoog te drukken. Als u de cameramodus, bijvoorbeeld video, snel wilt wijzigen, houdt u de bladertoets-links of -rechts ingedrukt.
telefoon op de normale wijze worden gebruikt. Wanneer u het gesprek beëindigt of weigert, worden de toetsen automatisch weer geblokkeerd. Zie Toetsenblokkering in de sectie Telefooninstellingen op pagina 99 voor meer informatie over de toetsblokkering. Zie Opties tijdens een gesprek op pagina 37 als u de toetsen wilt vergrendelen tijdens een gesprek. Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
3. Algemene functies ■ Opbellen 1. Open de telefoon en toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een onjuist teken intoetst, kunt u op Wis drukken om het teken te verwijderen. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het internationale prefix (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en toetst u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in. 2. Druk op de gesprekstoets om het nummer te kiezen. 3.
Overige functies in Contacten op pagina 86. U kunt het nummer dan op een van de volgende manieren kiezen: • Druk op de gewenste snelkeuzetoets en vervolgens op de gesprekstoets . • Als Snelkeuze is ingeschakeld, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. U kunt Snelkeuze instellen op Aan of Uit. Zie Oproepinstellingen op pagina 98. ■ Oproepen beantwoorden of weigeren Als een oproep binnenkomt wanneer de telefoon is gesloten, opent u deze om de oproep te beantwoorden.
Druk op of sluit de telefoon om het gesprek te beëindigen. Als op de telefoon een compatibele hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets is aangesloten, kunt u een oproep beantwoorden en beëindigen door op de hoofdtelefoontoets te drukken. Wanneer iemand u belt, geeft de telefoon de naam weer van de beller, evenals diens telefoonnummer of de tekst Privé-nummer dan wel Oproep.
selecteert u Privé-oproep en selecteert u de gewenste deelnemer. Als u weer aan het conferentiegesprek wilt deelnemen, selecteert u Toev. aan conf.. • DTMF verzenden wordt gebruikt om DTMF (Dual Tone Multi-Frequency)-toonreeksen, bijvoorbeeld wachtwoorden of rekeningnummers, te verzenden. Het DTMF-systeem wordt gebruikt door alle touch-tone telefoons. U kunt het wachtteken w en het pauzeteken p intoetsen door herhaaldelijk op te drukken.
4. Tekst intoetsen U kunt op twee verschillende manieren tekst intoetsen, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor gewone tekstinvoer en via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Tijdens het intoetsen van tekst wordt de modus voor tekstinvoer met woordenboek aangegeven met bovenaan in het display, en normale tekstinvoer met . De lettergrootte wordt aangegeven met , of naast de aanduiding voor de modus voor tekstinvoer. Druk op om de lettergrootte te wijzigen.
■ De schrijftaal selecteren Druk op Opties of houd ingedrukt terwijl u tekst intoetst in de lettermodus. Selecteer Schrijftaal om tijdelijk een andere taal te gebruiken voor het intoetsen van tekst. Als u verschillende talen wilt instellen voor de schrijftaal en de displaytekst, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen, Telefooninstellingen en Taalinstellingen.
Samengestelde woorden intoetsen Toets het eerste deel van het woord in en bevestig de invoer door op de bladertoets-rechts te drukken. Toets het laatste deel van het woord in en bevestig de invoer. ■ Gewone tekstinvoer Druk herhaaldelijk op een cijfertoets ( tot en met ) totdat het gewenste teken verschijnt. Op de toetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn. De beschikbare tekens zijn afhankelijk van de taal die is geselecteerd voor het intoetsen van tekst.
• Als u een teken links van de cursor wilt verwijderen, drukt u op Wis. Houd Wis ingedrukt om de tekens sneller te verwijderen. Als u tijdens het intoetsen van een bericht alle tekens tegelijkertijd wilt verwijderen, drukt u op Opties en selecteert u Tekst wissen. • Als u een woord wilt invoegen wanneer de modus voor tekstinvoer met woordenboek is geactiveerd, drukt u op Opties en selecteert u Woord invoegen. Toets het woord in via de methode voor normale tekstinvoer en druk op Opslaan.
5. De menu’s gebruiken De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's. Bij de meeste functies is een korte Help-tekst beschikbaar. Als u de Help-tekst wilt bekijken, gaat u naar de gewenste menufunctie en wacht u 15 seconden. Als u de Help-tekst wilt sluiten, drukt u op Terug. U kunt Automatische Help-tekst instellen om de Help-teksten al dan niet weer te geven. Zie Telefooninstellingen op pagina 99. ■ Een menufunctie activeren Door te bladeren 1.
Via het indexnummer De menu’s, submenu’s en opties zijn genummerd en sommige kunnen worden geactiveerd via het indexnummer. Druk op Menu om het hoofdmenu te openen. Toets binnen twee seconden het indexnummer in van de menufunctie die u wilt activeren. Druk op Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau en druk op Uit om het hoofdmenu af te sluiten. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
■ Overzicht van de menufuncties 1. Berichten 1. Bericht maken 2. Inbox 3. Outbox 4. Verzonden items 5. Opgeslagen items 6. Chatberichten 7. E-mail 8. Spraakberichten 9. Informatieber. 10. Dienstopdrachten 11. Berichten verwijd. 12. Berichtinstellingen 13. Berichtenteller 2. Contacten 1. Zoeken 2. Nw contact tvgn 3. Verwijderen 4. Mijn aanwezigheid 5. Abonneenamen 6. Kopiëren 7. Instellingen Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
8. Snelkeuze 9. Spraaklabels 10. Infonummers1 11. Dienstnummers1 12. Eigen nummers2 13. Bellersgroepen2 3. Oproep-info 1. Gemiste oproepen 2. Ontvangen oproepen 3. Laatst gekozen nummers 4. Laatste oproepen verwijderen 5. Gespreksduur tonen 6. GPRS-gegevensteller 7. GPRS-verbindingstimer 8. Berichtenteller 9. Positiebepaling 4. Instellingen 1. Profielen 2. Thema's 3. Tooninstellingen 1. Weergegeven indien ondersteund door de SIM-kaart.
4. Instellingen hoofddisplay 5. Instellingen minidisplay 6. Instellingen tijd en datum 7. Favorieten 8. Connectiviteit 9. Oproepinstellingen 10. Telefooninstellingen 11. Toebehoreninstellingen1 12. Configuratie-instellingen 13. Beveiligingsinstellingen 14. Fabrieksinstellingen terugzetten 5. Galerij 1. Afbeeldingn 2. Videoclips 3. Thema's 4. Grafisch 5. Tonen 6. Opnamen 6. Media 1. Camera 2. Mediaspeler 1.
3. Radio 4. Spraakrecorder 7. DVS 1. DVS inschakelen / DVS uitschakelen 2. Terugbelinbox 3. Groepslijst 4. Contactenlijst 5. Groep toevoegen 6. DVS-instellingen 7. Configuratie-instellingen 8. Diensten 8. Organiser 1. Alarmklok 2. Agenda 3. Taken 4. Notities 5. Synchronisatie 6. Portefeuille 7. Rekenmachine 8. Stopwatch 9. Timerfunctie 9. Toepassingen 1. Spelletjes 2. Verzameling Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
10. Diensten 1. Home 2. Bookmarks 3. Download links 4. Ltste webadres 5. Dienstinbox 6. Instellingen 7. Ga naar adres 8. Cache wissen 11. SIM-diensten1 1. Alleen weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en inhoud zijn afhankelijk van de SIM-kaart. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
6. Menufuncties ■ Berichten U kunt tekstberichten, multimediaberichten en e-mailberichten lezen, intoetsen, verzenden en opslaan. Alle berichten worden ingedeeld in mappen. Opmerking: Wanneer u berichten verzendt, geeft het apparaat mogelijk de tekst Bericht verzonden weer. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in het apparaat is geprogrammeerd. Dit is geen indicatie dat het bericht is ontvangen door de doellocatie.
Bovenaan het display wordt de berichtlengte aangegeven, terugtellend vanaf 160. 10/2 betekent bijvoorbeeld dat u nog 10 tekens kunt toevoegen als u de tekst in twee berichten wilt verzenden. Het gebruik van speciale (Unicode-)tekens zoals ë, â, á en ì kost meer ruimte. Opmerking: Alleen apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen beeldberichten ontvangen en weergeven. SMS-berichten intoetsen en verzenden 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Bericht maken en SMS. 2.
• Selecteer Verzndn als e-mail als u een bericht wilt verzenden als SMS e-mailbericht. Toets het e-mailadres van de ontvanger in of haal dit op uit Contacten en druk op OK. • Als u een bericht wilt verzenden met behulp van een vooraf ingesteld berichtprofiel, selecteert u Verzendprofiel en kiest u het gewenste berichtprofiel. Zie Berichtinstellingen op pagina 71 als u een berichtprofiel wilt definiëren.
3. Druk op Beantw. om een bericht te beantwoorden. Als u het bericht wilt beantwoorden als tekstbericht, selecteert u SMS en om het bericht te beantwoorden als multimediabericht, selecteert u Multimediabericht Als u een e-mail beantwoordt, moet u eerst het e-mailadres en onderwerp bevestigen of wijzigen. 4. U kunt het bericht verzenden naar het weergegeven nummer door op Verzend. of op de gesprekstoets en op OK te drukken.
Multimediaberichten kunnen tekst, geluid, een afbeelding, een agendanotitie, een visitekaartje of een videoclip bevatten. Als een bericht te groot is, kunt u het bericht waarschijnlijk niet ontvangen. In sommige netwerken ontvangt u een tekstbericht met een internetadres waar u het multimediabericht kunt bekijken. U kunt geen multimediaberichten ontvangen tijdens het bellen, als een spelletje of andere Java-toepassing actief is of tijdens een actieve verbindingssessie voor GSM-gegevens.
• Als u een visitekaartje of kalendernotitie in het bericht wilt invoegen, drukt u op Opties, selecteert u Invoegen en selecteert u Visitekaartje of Kalendernot.. • De telefoon ondersteunt multimediaberichten met verschillende pagina's (dia's). Elke dia kan tekst, een afbeelding, een agendanotitie, een visitekaartje en een geluidsfragment bevatten. Druk op Opties en selecteer Invoegen en Dia om een dia aan het bericht toe te voegen.
voortgangsindicator in het display weergegeven en kunt u de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken. Als het verzenden van het bericht wordt onderbroken, probeert de telefoon de verzending enkele malen te hervatten. Als het bericht na enkele pogingen nog niet kan worden verzonden, blijft het in de map Outbox staan. U kunt het later opnieuw proberen. De berichten die u hebt verzonden, worden opgeslagen in de map Verzonden items als de optie Verzonden berichten opslaan is ingesteld op Ja.
Het knipperende symbool geeft aan dat het geheugen voor multimediaberichten vol is. Zie Multimediaberichtengeheugen vol op pagina 58. 1. Als u een ontvangen multimediabericht wilt lezen, drukt u op Tonen. Als u het bericht later wilt bekijken, drukt u op Uit. Als u het bericht later wilt lezen, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Berichten en Inbox. Een ongelezen bericht wordt in de lijst met berichten aangeduid met . Ga naar het bericht dat u wilt lezen en druk op Select.. 2.
Nadat u het antwoordbericht hebt verzonden, kunt u het bewerken en vervolgens bijvoorbeeld aan anderen zenden of als e-mailbericht verzenden. Multimediaberichtengeheugen vol Als een nieuw multimediabericht is binnengekomen terwijl het berichtengeheugen vol is, knippert het pictogram en wordt Multimediageh. vol, wachtend bericht bekijk. weergegeven. Als u het bericht wilt bekijken, drukt u op Tonen.
multimediaberichten selecteert u de optie Bericht opslaan. Niet-verzonden berichten worden aangeduid met . • U kunt uw tekstberichten indelen door berichten naar de map Mijn mappen te verplaatsen of door nieuwe mappen voor uw berichten toe te voegen. Selecteer Berichten, Opgeslagen items, Tekstberichten en Mijn mappen. Als u een map wilt toevoegen, drukt u op Opties en selecteert u Map toevoegen. Als u geen mappen hebt opgeslagen, drukt u op Toevoeg..
Wanneer u met de chatdienst verbonden bent, kunt u de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken terwijl de chatsessie op de achtergrond actief blijft. Afhankelijk van het netwerk, kan de batterij van de telefoon bij een actieve chatsessie sneller leegraken en moet u de telefoon wellicht aansluiten op de lader. Het chatmenu openen Als u het menu Chatberichten wilt openen terwijl u off line bent, drukt u op Menu en selecteert u Berichten en Chatberichten.
Selecteer Wachtwoord om het wachtwoord in te toetsen dat u van de serviceprovider hebt ontvangen. Verbinding maken met de chatdienst en de verbinding verbreken Als u verbinding wilt maken met de chatdienst, opent u het menu Chatberichten, selecteert u zo nodig de gewenste chatdienst en selecteert u Aanmelden. Zodra de verbinding tot stand is gebracht, wordt Aanmelding voltooid weergegeven. Selecteer Afmelden als u de verbinding met de chatdienst wilt verbreken.
geeft aan dat u een nieuw bericht van een contact hebt ontvangen. geeft een on line contact en geeft een off line contact aan in de lijst met contacten in het telefoongeheugen. geeft een geblokkeerd contact aan. Zie Berichten blokkeren en vrijgeven op pagina 65. U kunt contacten aan de lijst toevoegen. Zie Contacten voor chatsessies op pagina 65. • Selecteer Groepen en Openbare groepen (wordt grijs weergegeven als de groepsfunctie niet door het netwerk wordt ondersteund).
Een chatuitnodiging accepteren of weigeren Wanneer u verbinding hebt gemaakt met de chatdienst en de standby-modus is geactiveerd, wordt Nieuwe uitnodiging ontvangen weergegeven als u een chatuitnodiging ontvangt. Druk op Lezen om het bericht te lezen. Wanneer u meerdere uitnodigingen hebt ontvangen, gaat u naar de gewenste uitnodiging en drukt u op Openen. • Druk op Accept. om deel te nemen aan het privé-groepsgesprek. Voer de schermnaam in die u tijdens het chatten als alias wilt gebruiken.
telefoongeheugen staat, drukt u op Opties en selecteert u Contact opslaan. Als u een nieuw gegeven aan het geselecteerde contact wilt toevoegen, selecteert u Toev. aan contact. Deelnemen aan een chatsessie Druk op Schrijven als u wilt deelnemen aan een actieve chatsessie of als u een sessie wilt starten, of toets de gewenste tekst in.
Wanneer u bent verbonden met de chatdienst, geeft dat u off line bent. aan dat u on line bent en Contacten voor chatsessies U kunt contacten toevoegen aan de lijst met chatcontacten. 1. Selecteer Chatcontacten om verbinding te maken met de chatdienst. 2. Druk op Opties en selecteer Contact toev..
Selecteer Blokkeerlijst om verbinding te maken met de chatdienst als u berichten wilt vrijgeven. Ga naar het contact wiens berichten u wilt vrijgeven en druk op Deblokk.. U kunt de blokkering van berichten ook opheffen vanuit de lijst met contacten. Groepen Als groepen door het netwerk worden ondersteund, kunt u privé-groepen voor een specifieke chatsessie samenstellen of de openbare groepen gebruiken die door de serviceprovider worden ingebracht. Maak verbinding met de chatdienst en selecteer Groepen.
E-mailberichten Met de e-mailtoepassing, die gebruikmaakt van (E)GPRS (netwerkdienst), kunt u vanaf de telefoon toegang verkrijgen tot uw e-mailaccount wanneer u onderweg bent. U moet beschikken over een compatibel e-mailsysteem om de e-mailfunctie van de telefoon te kunnen gebruiken. U kunt met de telefoon e-mailberichten opstellen, verzenden en lezen. U kunt ook e-mails op een compatibele pc opslaan en verwijderen. De telefoon ondersteunt POP3- en IMAP4-e-mailservers.
1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, E-mail en E-mail schrijven. 2. Toets het e-mailadres van de ontvanger in, of druk op Bewerk en toets het e-mailadres in. Of: zoek het e-mailadres op in Contacten, druk op Bewerk en Opties en selecteer Zoeken. Druk op OK. 3. Toets desgewenst een onderwerp voor het e-mailbericht in en druk op OK. Als u op Opties drukt, kunt u de berichteneditor selecteren, een nieuwe ontvanger toevoegen of een ontvanger van een cc of bcc toevoegen. 4.
Als het berichtengeheugen vol is, moet u een aantal oudere berichten wissen voordat u nieuwe berichten kunt downloaden. De telefoon maakt verbinding met de e-maildienst. Er wordt een voortgangsbalk weergegeven terwijl de e-mailberichten naar de telefoon worden gedownload. 2. Druk op Select. om het nieuwe bericht te openen in de Inbox of druk op Terug als u het bericht later wilt bekijken. Als u meerdere berichten hebt ontvangen, selecteert u het bericht dat u wilt lezen.
De map Inbox en de map Overige In het menu E-mail bevinden zich de volgende mappen: • Inbox om e-mailberichten op te slaan die u van uw e-mailaccount hebt gedownload. • Overige bevat de mappen: Concepten voor e-mailberichten die nog niet af zijn, Archief om uw e-mailberichten in te delen en op te slaan, Outbox voor e-mailberichten die nog niet verzonden zijn (als u Later verzenden hebt geselecteerd, zie E-mailberichten intoetsen en verzenden op pagina 67) en Verz.
Informatieberichten Met de netwerkdienst Informatieber. kunt u berichten over verschillende onderwerpen ontvangen van de serviceprovider. Vraag uw serviceprovider welke items beschikbaar zijn en wat de nummers daarvan zijn. Dienstopdrachten Vanuit dit menu kunt u serviceaanvragen verzenden naar uw serviceprovider (netwerkdienst). Berichten verwijderen Als u alle berichten uit een map wilt verwijderen, drukt u op Menu en selecteert u Berichten, Berichten verwijd..
• Nr. berichtencentrale om het telefoonnummer van de berichtencentrale voor het verzenden van tekstberichten op te slaan. Dit nummer krijgt u van de serviceprovider. • Berichten verzenden als om het berichttype Tekst, E-mail, Semafoonoproep of Fax te selecteren. • Geldigheid van berichten om op te geven hoe lang het netwerk moet proberen om uw bericht af te leveren. • Standaard nr.
Instellingen voor multimediaberichten U kunt de configuratie-instellingen voor multimedia ontvangen als OTA-bericht van de netwerkoperator of serviceprovider. Zie Dienst voor configuratieinstellingen op pagina 16 voor meer informatie over het ontvangen van instellingen als OTA-bericht (over-the-air). Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen en Multimediaber.. U kunt de volgende instellingen selecteren: • Verzonden berichten opslaan.
• Configuratie-instellingen en selecteer Configuratie. Alleen de configuraties die multimediaberichten ondersteunen, worden weergegeven. Selecteer een serviceprovider, of selecteer Standaard of Pers. configuratie voor multimediaberichten. Mogelijk ontvangt u de instellingen in een configuratiebericht (zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 16). Zie Configuratie-instellingen op pagina 101 als u de instellingen handmatig wilt intoetsen.
• Mijn mailnaam. Toets uw naam of chatbenaming in. • E-mailadres. Toets het e-mailadres in. • Ondertekening bijvoegen. U kunt een handtekening definiëren die automatisch aan het einde van uw e-mailbericht moet worden toegevoegd wanneer u het bericht opstelt. • Antwoordadres. Toets het e-mailadres in waarnaar de antwoorden moeten worden gestuurd. • SMTP-gebruikersnaam. Toets de naam in die u voor uitgaande e-mailberichten wilt gebruiken. • SMTP-wachtwoord. Toets het wachtwoord voor uitgaande e-mail in.
Overige instellingen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen en Overige inst. om de overige instellingen voor berichten te selecteren. Selecteer Lettergrootte als u de lettergrootte voor het lezen en intoetsen van berichten wilt wijzigen. Berichtenteller Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtenteller en Verzonden berichten of Ontvangen berichten om te bekijken hoeveel tekst- en multimediaberichten u hebt verzonden en ontvangen.
Zoeken naar een contact Druk op Menu en selecteer Contacten en Zoeken of druk op de bladertoets-omlaag vanuit de standby-modus. Blader omhoog of omlaag naar de gewenste naam. Als het contact is opgeslagen in het geheugen van de SIM-kaart, wordt bovenaan in het display weergegeven. Druk op Gegev. en blader om de gegevens van het geselecteerde contact te bekijken. De aangemelde namen worden verschillend weergegeven, afhankelijk van de keuze voor Weergave Contacten.
nummertype-indicator, bijvoorbeeld . Wanneer u een naam in de lijst met contacten selecteert, bijvoorbeeld om te bellen, wordt automatisch het standaardnummer gekozen, tenzij u een ander nummer selecteert. 1. Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen Telefoon of Telefoon en SIM is. Zie Instellingen voor contacten op pagina 84. 2. Als u de lijst met namen en telefoonnummers wilt weergeven, drukt u op de bladertoets-omlaag vanuit de standby-modus. 3.
6. Toets het nummer of de tekst in en druk op OK om de gegevens op te slaan. 7. Druk op Terug en vervolgens op Uit om terug te keren naar de standby-modus. Een afbeelding toevoegen aan een contact U kunt een afbeelding in een ondersteunde indeling toevoegen aan een bepaald aantal contacten in het geheugen van de telefoon. Druk op de bladertoets-omlaag vanuit de standby-modus, ga naar het contact waaraan u een afbeelding wilt toevoegen en druk op Gegev.. Druk op Opties en selecteer Afb. toevoegen.
Contacten verwijderen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Verwijderen om contacten en alle bijbehorende gegevens te verwijderen. Selecteer Eén voor één of Alles verwijderen om contacten één voor één of allemaal tegelijk te verwijderen. Contacten met aanwezigheidsstatus - Mijn aanwezigheid Via de aanwezigheidsdienst (netwerkdienst) kunt u uw aanwezigheidsstatus delen met andere gebruikers, zoals familieleden, vrienden of collega's.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Mijn aanwezigheid. U kunt de volgende opties selecteren: • Verbinden met aanwezigh.dienst (of Verbinding verbreken) om verbinding te maken met de dienst (of om de verbinding te verbreken). • Mijn huidige aanwezigheid om bijvoorbeeld uw huidige privé- of openbare status te bekijken of te wijzigen, om uw aanwezigheidsstatus te wijzigen of om de groepen te selecteren waarmee u uw aanwezigheidsgegevens wilt delen.
Mogelijk ontvangt u de instellingen in een configuratiebericht (zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 16). Zie Configuratie-instellingen op pagina 101 als u de instellingen handmatig wilt intoetsen. • Selecteer Account en selecteer een aanwezigheidsaccount in de actieve configuratie-instellingen. • Selecteer Gebruikers-ID om de gebruikers-ID in te toetsen die u van de serviceprovider hebt ontvangen.
2. Druk op Toevoeg. als uw lijst met contacten leeg is. Anders drukt u op Opties en selecteert u Nieuw abonneren. 3. Selecteer een contact in de lijst. Als voor het contact een ID is opgeslagen, wordt het contact toegevoegd aan de lijst met abonneenamen. Tip: Als u zich wilt abonneren op een contact in de lijst Contacten, zoekt u het contact, drukt u op Gegev. en vervolgens op Opties. Selecteer Aanw.info aanvr. en Als abonnement. Selecteer Aanw.info aanvr.
Abonnement op een contact opzeggen Als u het abonnement op een contact wilt opzeggen, zoekt u het contact in de lijst Contacten en drukt u op Gegev.. Selecteer de gebruikers-ID, druk op Opties, selecteer Abonn. opzeggen en druk op OK. Contactgegevens kopiëren Druk op Menu en selecteer Contacten en Kopiëren om namen en telefoonnummers van het telefoongeheugen naar het SIM-kaartgeheugen te kopiëren en vice versa.
Wanneer u een visitekaartje hebt ontvangen, drukt u op Tonen en Opslaan om het visitekaartje op te slaan in het telefoongeheugen. Zoek naar de gewenste naam en het gewenste telefoonnummer in de lijst met contacten. Druk op Gegev. en selecteer achtereenvolgens Opties en Visitek. verzenden. Selecteer Via infrarood, Via SMS (netwerkdienst) of Via multimedia (netwerkdienst).
1. Druk vanuit de standby-modus op de bladertoets-omlaag en ga naar het contact waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen. 2. Druk op Gegev., ga naar het gewenste telefoonnummer, druk op Opties en selecteer Spraaklabel toev.. 3. Druk op Starten en spreek de woorden die u als spraaklabel wilt opnemen, duidelijk uit. Na de opname wordt de spraaklabel afgespeeld. Het pictogram wordt weergegeven achter telefoonnummers in Contacten waarvoor u een spraaklabel hebt opgegeven.
• Snelkeuze om een telefoonnummer toe te kennen aan een snelkeuzetoets. Ga naar het gewenste snelkeuzenummer en druk op Wijs toe of druk op Opties en selecteer Wijzigen als al een nummer aan de toets is toegewezen. Druk op Zoeken en selecteer eerst de naam en dan het nummer dat u aan de toets wilt toekennen. Zie ook Snelkeuze in Oproepinstellingen op pagina 98 en Snelkeuze op pagina 35. • Spraaklabels om de opgeslagen spraaklabels te beluisteren of om deze te verwijderen of te wijzigen.
■ Oproep-info Uw telefoon registreert de telefoonnummers van gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen, evenals DVS-adressen voor individuele DVS-oproepen. Hier kunt u ook de duur van uw gesprekken controleren. Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt, de telefoon ingeschakeld is en zich binnen het servicegebied van het netwerk bevindt.
Gesprekstellers en kostentellers Opmerking: De gespreksduur die door de netwerkexploitant in rekening wordt gebracht voor oproepen en diensten kan variëren afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. Druk op Menu, selecteer Oproep-info en selecteer een van de volgende opties: • Gespreksduur tonen. Blader om de tijdsduur van inkomende en uitgaande gesprekken weer te geven in uren, minuten en seconden. • GPRS-gegevensteller.
• Druk op Accept. of Weiger om het locatieverzoek te accepteren of te weigeren. Als u het verzoek mist, wordt het verzoek automatisch geaccepteerd of geweigerd, overeenkomstig uw afspraken met de netwerkoperator of serviceprovider. In het display wordt 1 gemist positieverzoek weergegeven. Druk op Tonen om het gemiste locatieverzoek weer te geven.
Selecteer Mijn aanwezigheid om uw aanwezigheidsgegevens te wijzigen. Dit menu is beschikbaar als u Synchroniseren met profielen hebt ingesteld op Aan. Zie Contacten met aanwezigheidsstatus - Mijn aanwezigheid op pagina 80. Selecteer Profielnaam als u de naam van een profiel wilt wijzigen. De naam van het profiel Normaal kan niet gewijzigd worden.
DVS-waarschuwingstonen en spreekstatus instellen, het belvolume instellen en de telefoon instellen om alleen over te gaan bij inkomende oproepen van telefoonnummers die behoren tot een geselecteerde bellergroep. Instellingen hoofddisplay Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Instellingen hoofddisplay. U kunt de volgende instellingen wijzigen: • Achtergrond om een achtergrondafbeelding in het hoofddisplay van de telefoon weer te geven als de telefoon zich in standby-modus bevindt.
Instellingen minidisplay Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Instellingen minidisplay. U kunt de volgende instellingen wijzigen: • Achtergrond om een achtergrondafbeelding in het minidisplay van de telefoon weer te geven als de telefoon zich in standby-modus bevindt. De achtergrond wordt niet weergegeven als de screensaver wordt geactiveerd. Selecteer Graf. downloads om meer afbeeldingen te downloaden die u als afbeelding wilt gebruiken.
Als de batterij gedurende langere tijd uit de telefoon verwijderd is geweest of leeg is geweest, moet de tijd mogelijk opnieuw worden ingesteld. Persoonlijke snelkoppelingen Als u een functie voor de rechterselectietoets wilt selecteren en spraakopdrachten voor bepaalde functies wilt toevoegen, drukt u op Menu en selecteert u Instellingen en Favorieten. • Selecteer Rechter selectietoets om de functie van de rechterselectietoets te selecteren. Ga naar de gewenste functie en selecteer deze.
U kunt de telefoon instellen op het verzenden en ontvangen van gegevens via de infraroodpoort. Via de infraroodpoort van de telefoon kunt u gegevens zoals visitekaartjes zenden naar of ontvangen van een compatibele telefoon of een compatibel gegevensapparaat (bijvoorbeeld een computer). Als u een infraroodverbinding wilt gebruiken, moet het apparaat waarmee u verbinding wilt maken IrDA-compatibel zijn.
Enhanced GPRS (EGPRS) maakt gebruik van EDGE (Enhanced Data rates for Global Evolution), een radiomodulatietechniek voor het versnellen van GPRS-gegevenstransmissies. Toepassingen die gebruikmaken van (E)GPRS zijn berichten, browsersessies, e-mail, externe synchronisatie, DVS, downloaden van toepassingen en pc-inbeldiensten (bijvoorbeeld internet en e-mail).
de toepassing beëindigt, wordt ook de (E)GPRS-verbinding beëindigd, maar blijft de telefoon geregistreerd bij het (E)GPRS-netwerk. Als een oproep of tekstbericht binnenkomt of als u belt terwijl een (E)GPRS-verbinding actief is, wordt de (E)GPRS-verbinding onderbroken. De indicatoren voor GPRS en (E)GPRS zijn hetzelfde.
U kunt de (E)GPRS-inbelinstellingen (naam van toegangspunt) ook configureren op de pc met behulp van de software Nokia Modem Options. Als u de instellingen op zowel de pc als de telefoon hebt geconfigureerd, worden de instellingen van de pc gebruikt. Oproepinstellingen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Oproepinstellingen.
• Samenvatting na oproep om in te stellen dat na elk gesprek kort de duur en de kosten van het gesprek worden weergegeven (netwerkdienst). • Identificatie verzenden om in te stellen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven voor degene naar wie u belt (netwerkdienst). Selecteer Netwerkinstelling als u de instelling wilt gebruiken die u bent overeengekomen met uw netwerkoperator. • Lijn uitgaande oproepen om telefoonlijn 1 of 2 te selecteren voor een uitgaande oproep (netwerkdienst).
• Toetsenblokkering om in te stellen dat de beveiligingscode gevraagd moet worden als u de toetsen weer wilt vrijgeven. Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Toets het alarmnummer in en druk op de gesprekstoets . • Celinformatie om in te stellen dat wordt aangegeven wanneer de telefoon wordt gebruikt in een cellulair netwerk dat op MCN (Micro Cellular Network)-technologie is gebaseerd.
Toebehoreninstellingen Het menu Toebehoreninstellingen wordt alleen weergegeven als de telefoon is aangesloten of aangesloten geweest op bepaalde mobiele toebehoren, zoals de handsfree-eenheid. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Toebehoreninstellingen. U kunt een toebehorenmenu selecteren als het betreffende toebehoren op de telefoon is aangesloten of aangesloten is geweest.
toepassingen weer te geven die door de configuratie-instellingen van serviceprovider worden ondersteund. Druk op Opties en selecteer Als standaard om de configuratie-instellingen van de serviceprovider als standaard in te stellen. Selecteer Verwijderen als u de configuratie-instellingen wilt verwijderen. • Std. activeren in alle toepassingen om de standaard configuratie-instellingen voor ondersteunde toepassingen te activeren. • Voorkeurstoegangspunt bevat de namen van de opgeslagen toegangspunten.
Beveiligingsinstellingen zijn instellingen voor toegangscodes en andere beveiligingsfuncties. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Beveiligingsinstellingen. U kunt de volgende instellingen selecteren: • PIN-code vragen als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN-code te vragen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Sommige SIM-kaarten ondersteunen het uitschakelen van de PIN-code niet. • Oproepen blokkeren (netwerkdienst) om oproepen te beperken.
wilt wijzigen of als u van het ene naar het andere geheugen wilt kopiëren (Contactgegevens kopiëren op pagina 84). • Toegangscodes als u de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code of het blokkeerwachtwoord wilt wijzigen. Fabrieksinstellingen terugzetten Als u bepaalde menu-instellingen op de oorspronkelijke waarden wilt terugzetten, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen en Fabrieksinstellingen terugzetten. Toets de beveiligingscode in en druk op OK.
Uw telefoon ondersteunt een DRM-systeem (Digital Rights Management) ter bescherming van opgehaalde content. Content, zoals een beltoon, kan beschermd zijn en onderworpen aan bepaalde gebruiksregels, bijvoorbeeld een beperking voor het aantal te gebruiken keren en de periode van gebruik. De regels zijn vastgelegd in de activeringssleutel bij de content die samen met de content wordt geleverd of onafhankelijk daarvan, afhankelijk van de serviceprovider.
• Lijst activ.sleutels om een lijst weer te geven met alle beschikbare activeringssleutels. U kunt ook activeringssleutels verwijderen, bijvoorbeeld als deze verlopen zijn. 3. Nadat u een map hebt geopend, gaat u naar het gewenste bestand. Druk op Openen om het bestand te bekijken of op de gesprekstoets om het bestand via MMS te verzenden. Op de telefoon kunnen videoclips in 3GP-indeling (H.263 baseline en MPEG4 simple profile) en korte MP3- en AAC-audioclips worden afgespeeld.
Druk op Opties voor de opties van de zoeker en selecteer bijvoorbeeld een optie om de gewenste modus in te stellen, in of uit te zoomen op de afbeelding, of de Galerij of camera-instellingen te openen. Voor één foto tegelijk kunt u ook de zelfontspanner van de camera activeren en u kunt ervoor kiezen het minidisplay te gebruiken als zoeker. 2. Druk op Foto om de foto te maken. De foto wordt opgeslagen in de map Afbeeldingn van het menu Galerij. 3. Druk op Terug om nog een foto te maken of op Verzend.
beeldkwaliteit, de opnametijd van videoclips, de camerageluiden, de standaardtitel en de standaardmodus instellen. Mediaspeler Met de mediaspeler kunt u bestanden van verschillende bronnen weergeven, afspelen en downloaden, bijvoorbeeld afbeeldingbestanden, audiobestanden, videobestanden en bestanden met geanimeerde afbeeldingen. Ook kunt u compatibele streaming-video's op een netwerkserver bekijken (netwerkdienst). Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Media en Mediaspeler.
• Selecteer Account en selecteer een streaming-account in de actieve configuratie-instellingen. Radio De FM-radio gebruikt de kabel van de hoofdtelefoon als antenne. De FM-radio functioneert alleen naar behoren als er een compatibele hoofdtelefoon op het apparaat is aangesloten. Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen.
Wanneer een toepassing die gebruikmaakt van een (E)GPRS- of HSCSD-verbinding bezig is met het verzenden of ontvangen van gegevens, kan dit de radio-ontvangst storen. Een radiozender instellen Zet de radio aan en houd de bladertoets-omlaag of -omhoog ingedrukt om naar zenders te zoeken. Het zoeken stopt wanneer een zender is gevonden. Als u de radiozender wilt opslaan, drukt u op Opslaan, of drukt u op Opties en selecteert u Kanaal opslaan. Toets de naam van de zender in en druk op OK.
2. Druk op Opnemen om het opnemen te starten. Als wilt opnemen tijdens een gesprek, drukt u op Opties en selecteert u Opnemen. Houd de telefoon tijdens het opnemen in de normale positie tegen het oor. Beide partijen horen ongeveer elke vijf seconden een zachte pieptoon. 3. Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u op Stop. De opname wordt opgeslagen in de map Opnamen van het menu Galerij. U kunt de lijst met opgeslagen opnamen openen door Opnamelijst te selecteren.
Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid, de kosten en de abonnementsmogelijkheden van de dienst. De mogelijkheden om in andere netwerken te communiceren zijn mogelijk beperkter dan voor normale oproepen. Voordat u de DVS-dienst kunt gebruiken, moet u de DVS-instellingen definiëren. Tijdens de verbinding met de DVS-dienst kunnen de overige functies van de telefoon gewoon worden gebruikt. De DVS-dienst verloopt niet via de traditionele netwerken voor gesproken communicatie.
• Selecteer Configuratie-instellingen om de vereiste instellingen voor de DVS-verbinding te definiëren. • Selecteer Diensten om de browser te starten en verbinding te maken met het DVS-netwerkportaal dat uw serviceprovider heeft opgegeven. Verbinding maken met de DVS-dienst en de verbinding verbreken Als u verbinding wilt maken met de DVS-dienst, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens DVS en DVS inschakelen. geeft aan dat de DVS-verbinding is geactiveerd.
Een terugbelverzoek verzenden • Open het menu DVS en selecteer Contactenlijst om een terugbelverzoek te verzenden vanuit de lijst met contacten. Ga naar een contact, druk op Opties en selecteer Terugbellen. • Als u een terugbelverzoek wilt verzenden vanuit Contacten, drukt u in de standby-modus op de bladertoets-omlaag en gaat u naar het gewenste contact. Druk op Gegev., ga naar het DVS-adres, druk op Opties en selecteer Terugbellen.
2. Druk op Opties en selecteer DVS-adres tonen om het DVS-adres van de afzender weer te geven. Druk op Opties en selecteer Opslaan als of Toev. aan contact om een nieuw contact op te slaan of het DVS-adres toe te voegen aan een contact. Een DVS-oproep verzenden of ontvangen Geef aan of u de luidspreker of het luistergedeelte van de telefoon wilt gebruiken voor de DVS-communicatie. Wanneer u het luistergedeelte kiest, kunt u de telefoon gewoon tegen uw oor houden.
uitgesproken bent. Degene die het eerste reageert, krijgt het woord. Nadat iemand is opgehouden met spreken, gaat het woord naar degene die het eerst de DVS-toets indrukt. Een individueel gesprek voeren • Selecteer Contactenlijst om een individueel gesprek te starten vanuit de lijst met contacten, waaraan u het DVS-adres hebt toegevoegd dat u hebt ontvangen van de serviceprovider. Ga naar een contact en druk op de DVS-toets. U kunt het contact ook selecteren in Contacten.
Als u op de DVS-toets drukt om te spreken in een groep terwijl een andere persoon spreekt, hoort u een wachttoon en wordt In wachtrij weergegeven zolang u de DVS-toets ingedrukt houdt. Houd de DVS-toets ingedrukt en wacht tot de andere persoon is uitgesproken. Daarna kunt u spreken. Individuele contacten toevoegen U kunt de namen opslaan van personen waarmee u vaak individuele gesprekken voert.
Elk groepslid wordt aangeduid met een alias, die wordt weergegeven als identificatie. Groepsleden kunnen voor elke groep een alias kiezen. Groepen worden geregistreerd met een URL-adres. Een gebruiker registreert de groeps-URL in het netwerk wanneer hij of zij voor de eerste keer deelneemt aan een groepssessie. Er zijn drie typen DVS-groepen: • Vastgestelde groepen zijn gesloten groepen waartoe alleen deelnemers zijn toegelaten die hiervoor toestemming hebben gekregen van de serviceprovider.
3. Toets de naam voor de groep in en druk op OK. 4. Selecteer de status voor de groep: Standaard, Gescand of Niet-actief. In het display wordt aangegeven dat de groep is opgeslagen en wordt de status van de groep weergegeven. Standaard en Gescand geven actieve groepen aan. Wanneer u op de DVS-toets drukt om een oproep naar een groep te verzenden, wordt de standaardgroep gebeld als u geen andere groep of geen ander contact hebt geselecteerd. 5.
U kunt de verbindingsinstellingen voor de dienst van de netwerkoperator of serviceprovider ontvangen als configuratiebericht. Zie Dienst voor configuratieinstellingen op pagina 16. Zie Configuratie-instellingen op pagina 101 als u de instellingen handmatig wilt intoetsen. Als u de instellingen voor verbinding met de dienst wilt weergeven, drukt u op Menu en selecteert u achtereeenvolgens DVS en Configuratie-instellingen. U kunt de volgende opties selecteren: • Configuratie.
1-op-1 oproepen en Melden als u met een beltoon wilt worden gewaarschuwd bij inkomende individuele oproepen. • Gescande groepen en Aan om de gescande groepen te activeren. • DVS-status bij opstarten en Ja om automatisch verbinding te maken met de DVS-dienst zodra de telefoon wordt ingeschakeld. • Verzend mijn DVS-adres en Nee om uw DVS-adres te verbergen voor groepen en individuele oproepen.
Als het alarmtijdstip is aangebroken Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u op Stop drukt, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen. Druk op Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of op Ja als u het apparaat wilt gebruiken om te bellen en gebeld te worden.
waarschuwingstoon voor de notitie is ingesteld, wordt het pictogram weergegeven. • Druk op Opties. U kunt opties kiezen om een notitie te maken, een notitie te verzenden via infrarood, een notitie rechtstreeks naar de agenda van een andere compatibele telefoon te zenden of om een notitie als tekst- of multimediabericht te verzenden. Instellingen om bijvoorbeeld de datum, tijd, datum- of tijdnotatie of de eerste dag van de week in te stellen. Met de optie Autom. verwijd.
Wanneer de telefoon is gesloten, kunt u op de volumetoetsen drukken om de waarschuwingstoon uit te schakelen. Taken U kunt een notitie opslaan voor een taak die u moet uitvoeren, een prioriteitsniveau voor de notitie instellen en de taak als voltooid markeren als u deze hebt uitgevoerd. De notities kunt u sorteren op prioriteit of op datum. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Taken. Druk op Toevoeg.
toevoegen. Selecteer Afsluiten om de teksteditor te sluiten zonder de wijzigingen op te slaan. • Druk op Opties en selecteer een optie om de notitie naar een compatibel apparaat te zenden via infrarood of als tekst- of multimediabericht. Als de notitie te lang is om als bericht te verzenden, wordt gevraagd of u het benodigde aantal tekens uit de notitie wilt verwijderen.
De synchronisatie starten vanaf de telefoon: 1. Selecteer de configuratie-instellingen voor de synchronisatiesessie. Zie Instellingen voor synchronisatie op pagina 126. 2. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser, Synchronisatie, Server-synchronisatie en Te synchroniseren gegevens. Markeer de gegevens die u wilt synchroniseren. 3. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser, Synchronisatie, Server-synchronisatie en Synchroniseren.
Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 16). Zie Configuratieinstellingen op pagina 101 als u de instellingen handmatig wilt intoetsen. Selecteer Account en selecteer een synchronisatie-account in de actieve configuratie-instellingen. 3. Selecteer PC-synchronisatieinstellingen om de instellingen voor synchronisatie via de server in te toetsen. Selecteer Gebruikersnaam en Wachtwoord. De gebruikersnaam en het wachtwoord van de telefoon en de pc moeten hetzelfde zijn.
Als u de volledige inhoud van de portefeuille inclusief de portefeuillecode wilt verwijderen, toetst u *#7370925538# (*#res wallet# in letters) in vanuit de standby-modus. U hebt ook de beveiligingscode van de telefoon nodig. Open het menu Portefeuille als u inhoud aan het menu wilt toevoegen of inhoud wilt wijzigen. Als u de inhoud van de portefeuille wilt gebruiken voor een mobiele dienst, opent u de portefeuille via de browser (zie Web op pagina 136).
2. Als nog geen kaart is toegevoegd, drukt u op Toevoeg.. Anders drukt u op Opties en selecteert u Nwe toevoegen. Vul de gewenste velden in met de gegevens. Als uw serviceprovider OTA-diensten ondersteunt, kunt u de kaartgegevens als OTA-bericht ontvangen. De categorie van de kaarten wordt vermeld. U kunt de ontvangen kaart opslaan, negeren, weergeven en de naam ervan wijzigen, maar u kunt de kaart niet wijzigen.
Een portefeuilleprofiel maken Wanneer u gegevens van persoonlijke kaarten hebt opgeslagen, kunt u deze combineren in een portefeuilleprofiel. Dit profiel kunt u vervolgens gebruiken om portefeuillegegevens voor verschillende kaarten op te halen tijdens het browsen. 1. Open de portefeuille en selecteer Port. profielen. 2. Druk op Toevoeg. als dit het eerste portefeuilleprofiel is. Anders drukt u op Opties en selecteert u Nwe toevoegen. 3.
Valuta's omrekenen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Rekenmachine. Als u de wisselkoers wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteert u Wisselkoers. Selecteer een van de weergegeven opties, toets de wisselkoers in en druk op OK. De wisselkoers blijft in het geheugen aanwezig totdat u een andere koers intoetst. Toets het bedrag in dat u wilt omrekenen, druk op Opties en selecteer In eigen valuta of In vreemde valuta. U kunt ook valuta omrekenen in de standby-modus.
• Selecteer Doorgaan als u de tijdsopname met de stopwatch op de achtergrond wilt weergeven. • Selecteer Laatste tonen om de meest recente tijdsopname weer te geven als de stopwatch niet is teruggezet. • Selecteer Tijden bekijken of Tijden verwijder. als u de opgeslagen tijden wilt weergeven of wissen. Timerfunctie U kunt de timerfunctie instellen om tijd op te nemen. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Timerfunctie.
toets wordt ingedrukt, stopt het signaal automatisch binnen 30 seconden. Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen en de tekst wilt wissen, drukt u op Uit. Druk op Opn. strt. als u de timerfunctie opnieuw wilt starten. Wanneer de telefoon is gesloten, kunt u op de volumetoetsen drukken om de waarschuwingstoon uit te schakelen. ■ Toepassingen Vanuit de mappen Spelletjes en Verzameling kunt u de Java-spelletjes en -toepassingen in de telefoon starten en beheren.
Verzameling Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen en Verzameling. • Ga naar de gewenste toepassing en druk op Openen of druk op de gesprekstoets om een toepassing te selecteren en openen. Druk op Opties voor andere mogelijkheden (zie Opties voor toepassingen op pagina 134). • Druk op Opties en selecteer Downloads en Toep.downloads als u een toepassing naar de telefoon wilt downloaden. De configuratie-instellingen voor de browser moeten zijn ingesteld voordat u kunt downloaden.
Een spelletje of toepassing downloaden De telefoon ondersteunt J2METM Java-toepassingen. Tijdens het downloaden wordt de compatibiliteit gecontroleerd en wordt het downloaden bijvoorbeeld onderbroken als de telefoon de toepassing niet ondersteunt. Belangrijk: Installeer alleen toepassingen van bronnen die voldoende beveiliging bieden tegen schadelijke software. U kunt op verschillende manieren nieuwe Java-toepassingen downloaden: • Druk op Menu en selecteer Toepassingen.
■ Web U hebt toegang tot verschillende diensten met de browser van de telefoon. Dit kunnen bijvoorbeeld diensten zijn voor weerberichten, nieuws, beursberichten of vluchttijden. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider waarvan u een dienst wilt gebruiken naar de beschikbaarheid en tarieven van deze dienst. Serviceproviders verstrekken u ook de instructies voor het gebruik van hun diensten.
Zie Configuratie-instellingen op pagina 101 voor meer informatie over het beheren van alle configuratie-instellingen. Verbinding maken met een dienst Controleer eerst of de juiste configuratie-instellingen van de gewenste dienst zijn geactiveerd. • Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten, Instellingen en Configuratie-instellingen. • Selecteer Configuratie. Alleen de configuraties die een browserdienst ondersteunen, worden weergegeven.
Volg de instructies in het display van de telefoon. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Als GPRS is geselecteerd als de gegevensdrager, wordt tijdens het browsen het pictogram linksboven in het display weergegeven. Als een oproep of tekstbericht binnenkomt of als u belt terwijl een (E)GPRS-verbinding actief is, wordt het pictogram rechtsboven in het display weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat de (E)GPRS-verbinding is onderbroken.
• Bookmark toev. om de pagina op te slaan als bookmark. • Bookmarks. Zie Bookmarks op pagina 140. • Download links om een lijst te open met bookmarks die u kunt downloaden. • Overige opties om een lijst met andere opties te openen, bijvoorbeeld opties voor de portefeuille en een aantal beveiligingsopties. • Opnieuw laden om de huidige pagina opnieuw te laden en bij te werken. • Afsluiten. Zie De browsersessie afsluiten op pagina 139.
• Tekstterugloop en Aan om de tekst te laten doorlopen op de volgende regel. Selecteer Uit om de tekst in te korten. • Lettergrootte en selecteer Extra kl. letters, Klein of Normaal. • Afbeeldingen tonen. Selecteer Nee als u de afbeeldingen op de pagina niet wilt weergeven. Dit kan het browsen op pagina's met veel afbeeldingen versnellen. • Waarschuwingen en selecteer Waarsch. voor onbev.
In het apparaat zijn mogelijk een aantal bookmarks voorgeïnstalleerd voor sites die niet met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of ondersteund. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u voor andere sites treft.
• Als u het ontvangen dienstbericht wilt bekijken, drukt u op Tonen. Als u op Uit drukt, wordt het bericht verplaatst naar de Dienstinbox. Als u de Dienstinbox later wilt activeren, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Diensten en Dienstinbox. • Als u een dienstbericht tijdens het browsen wilt verwerken, drukt u op Opties en selecteert u Overige opties en Dienstinbox.
moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen. Het cachegeheugen leegmaken: • druk tijdens het browsen op Opties en selecteer achtereenvolgens Overige opties en Cache wissen; • druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Cache wissen. Cookies Een cookie bestaat uit gegevens die een site opslaat in het cachegeheugen in de telefoon.
Diensten, Instellingen, Beveiligingsinstellingen en Scripts via beveiligde verbinding. 2. Selecteer Toestaan als u de scripts wilt toestaan. Browserbeveiliging Voor sommige diensten, zoals bankdiensten of winkelen op een site, zijn beveiligingsfuncties nodig. Voor deze verbindingen hebt u beveiligingscertificaten nodig, en mogelijk een beveiligingsmodule die wellicht op de SIM-kaart beschikbaar is. Neem contact op met de netwerkoperator voor meer informatie.
• Ondertekenings- PIN wijzigen om een ondertekenings-PIN te selecteren en te wijzigen. Zie ook Toegangscodes op pagina 15. Certificaten Belangrijk: Verwittigt u ervan dat, zelfs als het gebruik van certificaten de risico's van externe verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, de certificaten wel op de juiste wijze gebruikt moeten worden om te kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging.
Digitale handtekening U kunt via de telefoon digitale handtekeningen plaatsen. Het ondertekenen met de digitale handtekening kan hetzelfde zijn als uw handtekening zetten onder een factuur, overeenkomst of ander document op papier. Selecteer een koppeling op een pagina, bijvoorbeeld de titel van het boek dat u wilt aanschaffen en de prijs van het boek. De te ondertekenen tekst (mogelijk inclusief het bedrag, de datum, enzovoort) wordt weergegeven.
ondersteund. De naam en de inhoud van het menu zijn volledig afhankelijk van de beschikbare diensten. U kunt de telefoon zodanig instellen dat de bevestigingsberichten worden weergegeven die tussen uw telefoon en het netwerk worden uitgewisseld bij gebruik van de SIM-kaartdiensten. Hiervoor drukt u op Menu en selecteert u Instellingen, Telefooninstellingen, SIM-dienstacties bevestigen en Vragen.
7. Pc-verbinding U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen en verbinding maken met internet terwijl de telefoon via infrarood of een gegevenskabel is aangesloten op een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. Met PC Suite kunt u bijvoorbeeld lijsten met contactpersonen synchroniseren en agenda- en takenlijstnotities uitwisselen tussen de telefoon en een compatibele pc.
8. Informatie over de batterij ■ Opladen en ontladen Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, kunt u beter een nieuwe batterij kopen.
Probeer ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de batterij tussen de 15°C en 25°C ligt. Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De batterijprestaties zijn beduidend minder in temperaturen onder het vriespunt. Gooi batterijen nooit in vuur! Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling.
9. Toebehoren Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren. • Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
VERZORGING EN ONDERHOUD Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Niet-goedgekeurde antennes, aanpassingen of toebehoren kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot radioapparaten. Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van de apparaten niet goed werkt. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSINFORMATIE ■ Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities. Gebruik alleen toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, teneinde te voldoen aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiofrequentiesignalen.
Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat, onderdelen daarvan of toebehoren zich bevinden Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen.
■ Veiligheidsinformatie over videospelletjes Lichtgevoeligheidsaanvallen Een zeer klein aantal personen kan een aanval krijgen bij blootstelling aan bepaalde visuele beelden, zoals lichtflitsen of beeldpatronen zoals deze kunnen verschijnen in videospelletjes. Zelfs personen die geen geschiedenis van aanvallen of epilepsie hebben, kunnen een medisch niet vastgestelde aandoening hebben die een lichtgevoelige epileptische aanval kan veroorzaken tijdens het kijken naar videospelletjes.
■ Alarmnummer kiezen Belangrijk: Draadloze telefoons zoals dit apparaat, maken gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen. Een alarmnummer kiezen: 1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd.
■ Informatie over certificatie (SAR) DIT APPARAAT VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN. Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is zo ontwikkeld en geproduceerd dat deze voldoet aan de emissiebeperkingen voor radiofrequentiesignalen (RF-signalen) die worden aanbevolen door internationale richtlijnen (ICNIRP).
gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet het product zich op een afstand van minimaal 1,5 cm van het lichaam bevinden. Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een dergelijke verbinding beschikbaar is.