Gebruikershandleiding voor de Nokia 7200 9311083 Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RH-23 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. Copyright © 2004 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
GEBRUIK VAN DIT PRODUCT OP ENIGE WIJZE DAT OVEREENSTEMT MET DE VISUELE NORM MPEG-4 IS VERBODEN, BEHALVE VOOR GEBRUIK DAT RECHTSTREEKS BETREKKING HEEFT OP (A) GEGEVENS OF INFORMATIE (i) GEGENEREERD DOOR EN KOSTENLOOS VERKREGEN VAN EEN KLANT BUITEN HET KADER VAN ENIGE BEDRIJFSACTIVITEIT, EN (ii) UITSLUITEND BESTEMD VOOR PERSOONLIJK GEBRUIK; EN (B) ANDER GEBRUIK DAT SPECIFIEK EN AFZONDERLIJK ONDER LICENTIE IS TOEGESTAAN DOOR MPEG LA, L.L.C.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave VOOR UW VEILIGHEID ........................................................................................12 Algemene informatie ..........................................................................................16 Toegangscodes ...........................................................................................................................................16 Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers).....................................................................
Inhoudsopgave Minidisplay in de standby-modus .....................................................................................................33 Hoofddisplay in de standby-modus ..................................................................................................34 Achtergrond .........................................................................................................................................35 Screensaver ...............................................................
Inhoudsopgave Opties voor het verzenden van berichten....................................................................................59 E-mailberichten opstellen en verzenden via SMS.....................................................................59 Een SMS-bericht of e-mailbericht lezen en beantwoorden via SMS..................................60 De mappen Inbox en Verzonden items.........................................................................................62 Distributielijsten..........
Inhoudsopgave Contacten voor chatsessies .............................................................................................................85 Berichten blokkeren en vrijgeven...................................................................................................86 Groepen .................................................................................................................................................86 Spraakberichten.....................................................
Inhoudsopgave Contactgegevens kopiëren ............................................................................................................... 111 Een visitekaartje zenden en ontvangen........................................................................................ 112 Snelkeuze............................................................................................................................................... 112 Spraakgestuurde nummerkeuze..........................................
Inhoudsopgave Media (menu 6)....................................................................................................................................... 138 Camera ................................................................................................................................................... 139 Foto’s maken..................................................................................................................................... 139 Een videoclip opnemen ............
Inhoudsopgave Instellingen voor de portefeuille ................................................................................................. 161 Richtlijnen voor betalingen met de portefeuille..................................................................... 161 Toepassingen (menu 8) ......................................................................................................................... 162 Spelletjes .................................................................................
Inhoudsopgave Cookies................................................................................................................................................... 179 Browserbeveiliging ............................................................................................................................. 180 Beveiligingsmodule ......................................................................................................................... 180 Certificaten................................
VOOR UW VEILIGHEID VOOR UW VEILIGHEID Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de regels kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is, of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Parkeer de auto eerst. STORING Alle draadloze telefoons zijn gevoelig voor storing.
VOOR UW VEILIGHEID GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG Gebruik de telefoon alleen zoals het is bedoeld. Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren. ACCESSOIRES EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte producten aan.
VOOR UW VEILIGHEID ■ Netwerkdiensten De draadloze telefoon zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik op het EGSM 900- en GSM 1800-netwerk. De beschikbaarheid van dualband is afhankelijk van het netwerk. Vraag uw netwerkexploitant of u zich op deze dienst kunt abonneren. De draadloze telefoon Nokia 7200 is een 3GPP GSM Release 99-terminal met ondersteuning voor (E)GPRS. De telefoon is zodanig ontworpen dat deze ook Release 97 GPRS-netwerken ondersteunt.
VOOR UW VEILIGHEID ■ Accessoires Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een oplader. Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: ACP-12, ACP-8, ACP-7, AC-1, LCH-9 en LCH-12. Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en accessoires die door de fabrikant van de telefoon zijn goedgekeurd voor gebruik met dit type telefoon. Het gebruik van andere types kan de goedkeuring en garantie doen vervallen en kan bovendien gevaarlijk zijn.
Algemene informatie Algemene informatie ■ Toegangscodes Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) De beveiligingscode beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon. Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 133 voor informatie over het wijzigen van de code en het instellen van de telefoon om de code te vragen.
Algemene informatie • De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 180. De module-PIN wordt bij de SIM-kaart geleverd als de SIM-kaart voorzien is van een beveiligingsmodule. • De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie Digitale handtekening op pagina 182. De ondertekenings-PIN wordt bij de SIM-kaart geleverd als de SIM-kaart voorzien is van een beveiligingsmodule.
Algemene informatie Portefeuillecode (4 tot 10 cijfers) De portefeuillecode is vereist voor toegang tot de portefeuillediensten. Als u driemaal een verkeerde portefeuillecode intoetst, wordt de portefeuillecode gedurende vijf minuten geblokkeerd. Wanneer u opnieuw driemaal een onjuiste code intoetst, wordt de toepassing twee keer zo lang geblokkeerd. Zie Portefeuille op pagina 156 voor meer informatie.
Algemene informatie • EDGE (Enhanced Data rates for GSM Evolution), zie (E)GPRS op pagina 124. EDGE is een radiomodulatietechniek voor het versnellen van GPRS-datatransmissies. • Via MMS (Multimedia Messaging Service) kunnen multimediaberichten bestaande uit tekst, een afbeelding, een geluidsclip en een videoclip worden verzonden en ontvangen. De afbeeldingen en beltonen kunt u opslaan om de telefoon aan uw wensen aan te passen. Zie Multimediaberichten op pagina 66.
Algemene informatie Gedeeld geheugen De volgende functies in de telefoon maken gebruik van het gedeelde geheugen: contacten, tekst-, chat- en multimediaberichten, e-mails, spraaklabels en SMS-distributielijsten, afbeeldingen, beltonen, videoclips en spraakclips in de Galerij, camera, agenda, takenlijstnotities, Java-spelletjes en -toepassingen, en de notitietoepassing.
Aan de slag 1. Aan de slag ■ De SIM-kaart installeren • Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert. Voordat u de SIM-kaart plaatst of verwijdert, moet u de telefoon altijd uitschakelen en eventuele toebehoren loskoppelen. 1.
Aan de slag 2. U maakt de SIM-kaarthouder los door de kaarthouder naar achteren te schuiven (2) en te openen (3). 3. Plaats de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder (4). Zorg ervoor dat de SIM-kaart juist is geplaatst en dat de goudkleurige contactpunten naar beneden zijn gericht. Sluit de SIM-kaarthouder (5) en schuif deze naar voren totdat deze vastklikt (6). Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Aan de slag 4. Schuif de cover van de SIM-kaart tegen de vergrendelingen van de telefoon en schuif de SIM-kaart terug op zijn plaats (7). ■ De batterij installeren en verwijderen 1. Sluit de telefoon, draai de achterkant naar boven, druk voorzichtig op de cover van de batterij en schuif deze van de telefoon (1). Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Aan de slag 2. Verwijder de batterij door deze bij de uitsparing uit de telefoon te tillen (2). Plaats de batterij terug (3). 3. Plaats de cover op de vergrendelingen van de telefoon en schuif de cover van de batterij terug op zijn plaats (4). Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Aan de slag ■ De textielcovers van de telefoon Schakel de telefoon altijd uit en zorg ervoor dat de telefoon niet met een oplader of een ander apparaat is verbonden als u de cover wilt wisselen. Raak de elektronische onderdelen niet aan als u de covers verwisselt. Zorg er altijd voor dat u de covers weer bevestigt voordat u de telefoon opbergt of gebruikt. • Zie stap 1 en 4 in De SIM-kaart installeren op pagina 21 voor informatie over het verwijderen en terugplaatsen van de cover van de SIM-kaart.
Aan de slag ■ De batterij opladen 1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting aan de onderkant van de telefoon. 2. Sluit de lader aan op een stopcontact. Tijdens het laden schuift de indicatiebalk voor de batterij in het hoofddisplay. Als de telefoon is ingeschakeld, wordt kort de tekst Batterij wordt opgeladen weergegeven wanneer het laden wordt gestart. Als de batterij helemaal leeg is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator wordt weergegeven of voordat u kunt bellen.
Aan de slag ■ De telefoon in- en uitschakelen Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Houd de aan/uit-toets ingedrukt. Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider als de tekst SIM plaatsen wordt weergegeven ook al is de SIM-kaart juist geplaatst, of als SIM-kaart niet ondersteund wordt weergegeven. De telefoon ondersteunt geen 5-volts SIM-kaarten en de kaart moet mogelijk worden verwisseld.
Aan de slag TIPS VOOR EFFICIËNT GEBRUIK: De telefoon heeft een ingebouwde antenne. Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat de telefoon meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is.
Aan de slag ■ Hoofdtelefoon U kunt de hoofdtelefoon HS-3 bijvoorbeeld dragen zoals in de afbeelding wordt weergegeven. Waarschuwing: Door het dragen van deze hoofdtelefoon hoort u het geluid rondom u mogelijk minder goed. Gebruik deze hoofdtelefoon niet in onveilige omstandigheden. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
De telefoon 2. De telefoon ■ Overzicht van de telefoon – gesloten klep 1. Minidisplay 2. Cameralens 3. Aansluiting voor de lader 4. Pop-PortTM-aansluiting, bijvoorbeeld voor hoofdtelefoon en datakabel. 5. Microfoon 6. Aan/uit-toets waarmee u de telefoon in- en uitschakelt. Als de toetsen zijn geblokkeerd, wordt het display ongeveer 15 seconden verlicht als u op de aan/uit-toets drukt. Zie Profielen op pagina 117 voor informatie over het wijzigen van profielen met de aan/uit-toets. 7. Infraroodpoort 8.
De telefoon ■ Overzicht van de telefoon – geopende klep Wanneer u de telefoon opent, springt de klep automatisch ongeveer 150 graden open (1). Het scharnier is flexibel en u kunt de telefoon verder openen tot ongeveer 180 graden (2). Probeer niet de telefoon nog verder te openen. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
De telefoon 1. Luistergedeelte 2. Hoofddisplay 3. Selectietoetsen , middelste selectietoets , De functie van deze toetsen is afhankelijk van de tekst die boven de toetsen wordt weergegeven. Zie Standby-modus op pagina 33. 4. Met beëindigt u een actief gesprek. Houd de toets ingedrukt om een functie te beëindigen. 5.
De telefoon 7. Met kunt u een telefoonnummer kiezen en een oproep beantwoorden. 8. Met de volumetoetsen kunt u het volume van het luistergedeelte en de luidspreker aanpassen, of het volume van de hoofdtelefoon als deze op de telefoon is aangesloten. Wanneer de telefoon gesloten is, kunt u er de beltoon van een inkomende oproep mee uitschakelen, de alarmklok instellen op snooze of het waarschuwingssignaal van een agendanotitie uitschakelen.
De telefoon Hoofddisplay in de standby-modus 1. Toont het operatorlogo of de naam van het netwerk om aan te geven welk cellulair netwerk op dit moment wordt gebruikt. 2. Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie. Hoe hoger de balk, des te sterker het signaal. 3. Toont de capaciteit van de batterij. Hoe hoger de balk, des te groter de capaciteit van de batterij. 4. De linkerselectietoets modus is Favor. in de standby- Druk op Favor.
6. De rechterselectietoets hebben: De telefoon 5. De middelste selectietoets in de standby-modus is Menu. in de standby-modus kan de volgende functies • Contact., waarmee u het menu Contacten kunt openen. • de operatortoets, waarmee u de homepage van de operator kunt openen. • een specifieke functie die u hebt geselecteerd in het menu Rechter selectietoets. Zie Persoonlijke snelkoppelingen op pagina 122.
De telefoon Belangrijke indicatoren in de standby-modus U hebt een of meer tekst- of afbeeldingberichten ontvangen. Zie Een SMS-bericht of e-mailbericht lezen en beantwoorden via SMS op pagina 60. U hebt een of meer multimediaberichten ontvangen. Zie Multimediaberichten lezen en beantwoorden op pagina 69. of De telefoon is verbonden met een chatdienst en de beschikbaarheidsstatus is on line of off line. Zie Verbinding maken met de chatdienst en de verbinding verbreken op pagina 80.
De telefoon De stopwatch wordt uitgevoerd in de achtergrond. Zie Stopwatch op pagina 168. Wanneer de (E)GPRS-verbindingsmodus Altijd online is geselecteerd en als de EGPRS-dienst beschikbaar is, wordt het pictogram linksboven in het display weergegeven. Zie (E)GPRS-verbinding op pagina 125. Wanneer een (E)GPRS-verbinding tot stand is gebracht, wordt het pictogram linksboven in het display weergegeven. Zie (E)GPRS-verbinding op pagina 125 en Browsen door de pagina’s van een dienst op pagina 173.
De telefoon Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep. Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 133. , , of Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid, hoorapparaat of muziekstandaard op de telefoon aangesloten. Het tijdelijke profiel is geselecteerd. Zie Profielen op pagina 117. Tijd en datum Zie Datum- en tijdsinstellingen op pagina 121. Handige sneltoetsen in de standby-modus • Druk eenmaal op om de lijst met gekozen nummers te openen.
De telefoon • U kunt de zoeker van de camera snel openen in de weergave voor standaardfoto’s door op te drukken. Houd of ingedrukt om snel de cameramodus, zoals video, te wijzigen. • Wanneer de toetsen niet zijn geblokkeerd, kunt u snel het profiel wijzigen door het gewenste profiel te selecteren in de lijst met profielen en kort op de aan/uit-toets te drukken. Houd de aan/uit-toets ingedrukt om het profiel te activeren.
De telefoon Zie Toetsenblokkering in de sectie Telefooninstellingen op pagina 130 voor meer informatie over de toetsblokkering. Zie Opties tijdens een gesprek op pagina 45 als u de toetsen wilt vergrendelen tijdens een gesprek. Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon (bijvoorbeeld 112, 911 of een ander officieel alarmnummer). Toets het alarmnummer in en druk op .
De telefoon • Als u de ontvangen instellingen wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteert u Opslaan. Als de melding PIN voor inst. invoeren: verschijnt, toetst u de PIN-code voor de instellingen in en drukt u op OK. Vraag de PIN-code op bij de serviceprovider die de instellingen levert. Als er nog geen instellingen zijn opgeslagen, worden de instellingen opgeslagen onder de eerste vrije verbindingsset. • Als u de ontvangen instellingen wilt weergeven, drukt u op Opties en selecteert u Bekijken.
Algemene functies 3. Algemene functies ■ Opbellen 1. Open de telefoon en toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een onjuist teken intoetst, kunt u op Wis drukken om het teken te verwijderen. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het internationale prefix (het + -teken vervangt de internationale toegangscode) en toetst u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in. 2. Druk op om een nummer te bellen. 3.
Algemene functies Snelkeuzetoetsen Voordat u snelkeuze kunt gebruiken, moet u een telefoonnummer programmeren onder een van de snelkeuzetoetsen (van tot en met , zie Snelkeuze op pagina 112). U kunt het nummer dan op een van de volgende manieren kiezen: • Druk op de gewenste snelkeuzetoets en vervolgens op . • Als Snelkeuze is ingeschakeld, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. Zie Oproepinstellingen op pagina 127 voor aanwijzingen voor het inschakelen van snelkeuze.
Algemene functies Als op de telefoon een compatibele hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets is aangesloten, kunt u een oproep beantwoorden en beëindigen door op de hoofdtelefoontoets te drukken. Tip: Als de functie Doorschakelen indien in gesprek is ingeschakeld om gesprekken door te schakelen, bijvoorbeeld naar uw voicemail, worden ook geweigerde gesprekken doorgeschakeld. Zie Oproepinstellingen op pagina 127.
Algemene functies ■ Opties tijdens een gesprek Een groot aantal opties die u tijdens gesprekken kunt selecteren, zijn netwerkdiensten. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie over de beschikbaarheid van deze functies. Druk op Opties tijdens een gesprek voor onder meer de volgende mogelijkheden: • Microfoon uit of Microfoon aan, Beëindigen, Alles afsluiten, Contacten, Menu en Standby of Uit standby, Toetsen blokk.
Algemene functies • De functie Wisselen kunt u gebruiken om over te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand (netwerkdienst). Met Doorverbinden kunt u een gesprek in de wachtstand doorverbinden met een actief gesprek en zelf de verbinding verbreken (netwerkdienst). • Druk tijdens een gesprek op Luidspreker om de telefoon te gebruiken als luidspreker. Houd de telefoon niet tegen het oor als u de luidsprekerfunctie gebruikt, aangezien het volume zeer hoog kan zijn.
Tekst intoetsen 4. Tekst intoetsen U kunt op twee verschillende manieren tekst intoetsen, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor gewone tekstinvoer en via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Tijdens het intoetsen van tekst wordt de modus voor tekstinvoer met woordenboek aangegeven met en de modus voor normale tekstinvoer met linksboven in het display. De modus voor de lettergrootte wordt aangeduid met , of naast de aanduiding voor de modus voor tekstinvoer.
Tekst intoetsen ■ Tekstinvoer met woordenboek U kunt letters met één druk op een toets invoeren. Deze tekstinvoer is gebaseerd op een ingebouwd woordenboek, waaraan u nieuwe woorden kunt toevoegen. 1. Gebruik de toetsen tot en met om een woord in te toetsen. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Het woord verandert na elke toetsaanslag. Als u een cijfer wilt invoegen terwijl de lettermodus is geactiveerd, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt.
Tekst intoetsen Samengestelde woorden intoetsen Toets het eerste deel van het woord in en bevestig de invoer door op drukken. Toets het laatste deel van het woord in en bevestig de invoer. te ■ Gewone tekstinvoer Druk herhaaldelijk op een cijfertoets ( tot en met ) totdat het gewenste teken verschijnt. Op de toetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn. De beschikbare tekens zijn afhankelijk van de taal die is geselecteerd voor het intoetsen van tekst.
Tekst intoetsen • Als u een teken links van de cursor wilt verwijderen, drukt u op Wis. Houd Wis ingedrukt om de tekens sneller te verwijderen. Als u tijdens het intoetsen van een bericht alle tekens tegelijkertijd wilt verwijderen, drukt u op Opties en selecteert u Tekst wissen. • Als u een woord wilt invoegen wanneer de modus voor tekstinvoer met woordenboek is geactiveerd, drukt u op Opties en selecteert u Woord invoegen. Toets het woord in via de methode voor normale tekstinvoer en druk op Opslaan.
De menu’s gebruiken 5. De menu’s gebruiken De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu’s. Bij de meeste functies is een korte Help-tekst beschikbaar. Als u de Help-tekst wilt bekijken, gaat u naar de gewenste menufunctie en wacht u 15 seconden. Als u de Help-tekst wilt sluiten, drukt u op Terug. Zie Telefooninstellingen op pagina 130. ■ Een menufunctie activeren Door te bladeren 1. Druk op Menu om het hoofdmenu te openen. 2.
De menu’s gebruiken 3. Als het menu is onderverdeeld in submenu’s, selecteert u het gewenste submenu, bijvoorbeeld Oproepinstellingen. 4. Als het geselecteerde submenu ook weer submenu’s bevat, herhaalt u stap 3. 5. Selecteer de instelling van uw keuze. 6. Druk op Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau en druk op Uit om het hoofdmenu af te sluiten. Via het indexnummer De menu’s, submenu’s en opties zijn genummerd en sommige kunnen worden geactiveerd via het indexnummer.
De menu’s gebruiken ■ Overzicht van de menufuncties 1. Berichten 1. Tekstberichten 2. Multimediaber. 3. E-mail 4. Chatten 5. Spraakberichten 6. Informatieber. 7. Berichtinstellingen 8. Dienstopdrachten 2. Oproep-info 1. Gemiste oproepen 2. Ontvangen oproepen 3. Laatst gekozen nummers 4. Laatste oproepen verwijderen 5. Gespreksduur tonen 6. GPRS-gegevensteller 7. GPRS-verbindingstimer 3. Contacten 1. Zoeken 2. Contact toev. 3. Verwijderen 4. Mijn aanwezigheid Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
De menu’s gebruiken 5. Abonneenamen 6. Kopiëren 7. Instellingen 8. Snelkeuze 9. Spraaklabels 10. Infonummers1 11. Dienstnummers1 12. Eigen nummers2 13. Bellersgroepen2 4. Instellingen 1. Profielen 2. Tooninstellingen 3. Weergave-instellingen 4. Instellingen tijd en datum 5. Favorieten 6. Connectiviteit 7. Oproepinstellingen 8. Telefooninstellingen 9. Instellingen chat & aanwezigheid 1. Weergegeven indien ondersteund door de SIM-kaart.
De menu’s gebruiken 10. Toebehoreninstellingen 11. Beveiligingsinstellingen 12. Fabrieksinstellingen terugzetten 5. Galerij 1. Afbeeldingn 2. Videoclips 3. Grafisch 4. Tonen 5. Opnamen 6. Media 1. Camera 2. Radio 3. Opname-eenheid 7. Organiser 1. Alarmklok 2. Agenda 3. Taken 4. Notities 5. Gegevens bijw. 6. Portefeuille Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
De menu’s gebruiken 8. Toepassingen 1. Spelletjes 2. Verzameling 3. Extra’s 1. Rekenmachine 2. Timerfunctie 3. Stopwatch 9. Diensten 1. Home 2. Bookmarks 3. Dienstinbox 4. Instellingen 5. Ga naar adres 6. Cache wissen 10.SIM-diensten1 1. Alleen weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en inhoud zijn afhankelijk van de SIM-kaart. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Menufuncties 6. Menufuncties ■ Berichten (menu 1) U kunt tekstberichten, multimediaberichten en e-mailberichten lezen, intoetsen, verzenden en opslaan. Alle berichten worden ingedeeld in mappen. Voordat u een tekstbericht, afbeeldingbericht of e-mailbericht kunt verzenden, moet u het nummer van het berichtencentrum opslaan (zie Berichtinstellingen op pagina 89).
Menufuncties Berichten intoetsen en verzenden Het aantal beschikbare tekens en het nummer van het huidige gedeelte van een bericht uit meerdere delen wordt rechtsboven in het scherm weergegeven, bijvoorbeeld 120/2. Speciale tekens (Unicode), zoals á, nemen mogelijk meer ruimte in dan andere tekens. 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Tekstberichten en Bericht opstellen. Tip: U kunt snel beginnen met het intoetsen van berichten door op te drukken in de standby-modus. 2.
Menufuncties Opties voor het verzenden van berichten Nadat u een bericht hebt ingetoetst, drukt u op Opties en selecteert u Verzendopties. • Als u een bericht naar verschillende ontvangers wilt zenden, selecteert u Meer kopieën. Wanneer u het bericht aan alle gewenste ontvangers hebt verzonden, drukt u op OK. • Als u het bericht wilt verzenden via een distributielijst, selecteert u Distributielijst. Zie Distributielijsten op pagina 62 als u een distributielijst wilt definiëren.
Menufuncties 3. Desgewenst kunt u een onderwerp voor het e-mailbericht intoetsen. Druk op OK. 4. Toets het e-mailbericht in. Zie Tekst intoetsen op pagina 47. Het totaal aantal tekens dat u kunt intoetsen, wordt rechtsboven in het display weergegeven. Het e-mailadres en de onderwerpregel zijn in het aantal tekens inbegrepen. Zie ook Sjablonen op pagina 64. U kunt geen afbeeldingen invoegen. 5. Druk op Verzend. of om het bericht te verzenden.
Menufuncties 1. Druk op Tonen om het bericht te lezen of op Uit als u het bericht later wilt bekijken. Het bericht later lezen: Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Tekstberichten en Inbox. Een ongelezen bericht wordt in de lijst met berichten aangeduid met . 2. Als u meerdere berichten hebt ontvangen, gaat u naar het gewenste bericht en drukt u op Select. om het te bekijken. 3. Druk op Opties voor de verschillende mogelijkheden.
Menufuncties 4. Druk op Beantw. om het bericht te beantwoorden. Selecteer Origineel bericht om het originele bericht in het antwoord op te nemen, selecteer een standaardantwoord of selecteer Leeg scherm. Als u een e-mail beantwoordt, moet u eerst het e-mailadres en onderwerp bevestigen of wijzigen. Toets vervolgens het antwoord in. Druk op Verzend. of nummer te zenden.
Menufuncties Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Tekstberichten en Distributielijsten. De namen van de beschikbare distributielijsten worden weergegeven. • Als u geen lijsten hebt opgeslagen, drukt u op Toevoeg. om een lijst te maken. Toets de naam voor de lijst in en druk op OK. Als u een naam aan de lijst wilt toevoegen, drukt u op Bekijken en Toevoeg. en selecteert u een contactpersoon in de lijst met contacten in het geheugen van de telefoon of de SIM-kaart.
Menufuncties Sjablonen De telefoon bevat tekstsjablonen (aangeduid met (aangeduid met ). ) en afbeeldingsjablonen U kunt de lijst met sjablonen openen door op Menu te drukken en achtereenvolgens Berichten, Tekstberichten en Sjablonen te selecteren. Als u een tekst- of afbeeldingsjabloon wilt toevoegen aan een bericht, selecteert u de sjabloon, drukt u op Opties en selecteert u Bewerken (of Tekst bewerken voor een afbeeldingsjabloon) om het bericht aan te passen.
Menufuncties De mappen Archief en Mijn mappen U kunt uw berichten indelen door berichten naar de map Archief te verplaatsen of door nieuwe mappen voor uw berichten toe te voegen. Druk tijdens het lezen van een bericht op Opties. Selecteer Verplaatsen, ga naar de map waarin u het bericht wilt plaatsen en druk op Select. Als u een map wilt toevoegen of verwijderen, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Berichten, Tekstberichten en Mijn mappen.
Menufuncties Multimediaberichten Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als deze wordt ondersteund door uw netwerkexploitant. U kunt alleen multimediaberichten ontvangen en weergeven op toestellen die deze functie ondersteunen. Multimediaberichten kunnen tekst, beeld en geluid of een videoclip bevatten. De telefoon ondersteunt multimediaberichten van maximaal 100 kB. Als een bericht groter dan 100 kB is, kunt u het bericht waarschijnlijk niet ontvangen.
Menufuncties U kunt geen multimediaberichten ontvangen tijdens het bellen, als een spelletje of andere Java-toepassing actief is, of tijdens een actieve verbindingssessie voor GSM-gegevens (zie De dienstinstellingen handmatig intoetsen op pagina 171). De aflevering van multimediaberichten kan om verschillende redenen mislukken. Het is daarom raadzaam voor essentiële communicatie niet uitsluitend op deze berichten te vertrouwen.
Menufuncties • De telefoon ondersteunt het verzenden en ontvangen van multimediaberichten van meerdere pagina’s (dia’s). Druk op Opties en selecteer Invoegen en Dia om een dia aan het bericht toe te voegen. Elke dia kan tekst, één afbeelding en één geluidsclip bevatten. Als een bericht meerdere dia’s bevat, opent u de gewenste dia door op Opties te drukken en Vorige dia, Volgende dia of Lijst met dia’s te selecteren. Druk op Opties en selecteer Timing dia’s om de interval tussen de dia’s in te stellen.
Menufuncties Het verzenden van een multimediabericht duurt langer dan het verzenden van een tekstbericht. Tijdens het verzenden van het multimediabericht wordt de voortgangsindicator in het display weergegeven. U kunt de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken. Als het verzenden van het bericht wordt onderbroken, probeert de telefoon de verzending enkele malen te hervatten. Als dit niet lukt, blijft het bericht in de map Outbox en kunt u het later opnieuw proberen.
Menufuncties 2. Druk op Select. om het bericht te bekijken. De functie van de middelste selectietoets verandert al naar gelang de bijlage bij het bericht. • Druk op Beantw. om het bericht te beantwoorden. • Als het ontvangen bericht een presentatie bevat, kunt u op Spelen drukken om het hele bericht te bekijken.
Menufuncties • Allen antwoorden om het bericht te beantwoorden. Druk op Verzend. om het antwoord te verzenden. • Gebruik gegev. om nummers, e-mailadressen en website-adressen uit het huidige bericht te gebruiken. • Doorst. naar nr, Drst. naar e-mail of Meer doorsturen om het bericht door te sturen. • Bewerken om een bericht te wijzigen. U kunt alleen berichten wijzigen die u zelf hebt geschreven. Zie Multimediaberichten intoetsen en verzenden op pagina 67.
Menufuncties Multimediaberichtengeheugen vol Als een nieuw multimediabericht is binnengekomen terwijl het berichtengeheugen vol is, knippert het pictogram en wordt Multimediageh. vol, wachtend bericht bekijk. weergegeven. Als u het bericht wilt bekijken, drukt u op Tonen. Als u het bericht wilt opslaan, drukt u op Opslaan en verwijdert u eerst oude berichten door de map te openen en een oud bericht te selecteren. Als u het wachtende bericht wilt negeren, drukt u op Uit en Ja.
Menufuncties E-mailberichten Met de e-mailtoepassing kunt u vanaf de telefoon toegang verkrijgen tot uw e-mailaccount wanneer u onderweg bent. Het compatibele e-mailsysteem dat u op kantoor of thuis gebruikt, wordt mogelijk ondersteund door de e-mailfunctie van de telefoon. U kunt met de telefoon e-mailberichten opstellen, verzenden en lezen. U kunt ook e-mails op een compatibele pc opslaan en verwijderen. De telefoon ondersteunt POP3- en IMAP4-e-mailservers.
Menufuncties E-mailberichten intoetsen en verzenden Toets eerst het e-mailbericht in voordat u verbinding maakt met de e-maildienst, of maak eerst verbinding met de dienst, toets vervolgens het bericht in en verzend de e-mail. 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, E-mail en E-mail schrijven. Het bericht wordt weergegeven. 2. Toets het e-mailadres van de ontvanger in en druk op OK of druk op Bewerk, toets het e-mailadres in en druk op OK.
Menufuncties • Later verzenden als u het e-mailbericht later wilt verzenden. Het bericht wordt opgeslagen in de map Outbox. Als u het e-mailbericht later wilt afmaken of wilt wijzigen, kunt u het bericht opslaan in de map Concepten door Conceptber. opsl. te selecteren. Het e-mailbericht later verzenden: druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, E-mail, Overige opties en Nu verzenden of Ophalen en verz.
Menufuncties 2. De telefoon maakt verbinding met de e-maildienst. Er wordt een voortgangsbalk weergegeven terwijl de e-mailberichten naar de telefoon worden gedownload. 3. Druk op Select. om het nieuwe bericht te openen in de Inbox of druk op Terug als u het bericht later wilt bekijken. Als u meerdere berichten hebt ontvangen, selecteert u het bericht dat u wilt lezen. Een ongelezen tekstbericht wordt aangeduid met . Een e-mailbericht lezen en beantwoorden 1.
Menufuncties Inbox en andere mappen (Concepten, Archief, Outbox en Verzonden items) In het menu E-mail bevinden zich de volgende mappen: • Inbox om e-mailberichten op te slaan die u van uw e-mailaccount hebt gedownload.
Menufuncties Chatten is een methode voor het verzenden van korte, eenvoudige tekstberichten die via TCP/IP-protocollen worden afgeleverd aan on line gebruikers (netwerkdienst). In uw lijst met contacten wordt aangegeven wanneer contacten on line zijn en beschikbaar om deel te nemen aan een chatsessie. Wanneer u het bericht hebt ingetoetst en verzonden, blijft het in het display. Het antwoord wordt onder het oorspronkelijke bericht weergegeven. Voordat u kunt chatten, moet u zich op deze dienst abonneren.
Menufuncties • Zie Chatcontacten in Een chatsessie starten op pagina 81 als u een chatsessie wilt beginnen met een van uw contacten. Zie Contacten voor chatsessies op pagina 85 als u een lijst met chatcontacten wilt definiëren. • Zie Groepen in Een chatsessie starten op pagina 81 als u wilt deelnemen aan een openbare chatsessie. Zie Een chatuitnodiging accepteren of weigeren op pagina 82 om via een uitnodigingsbericht deel te nemen aan een chatgroep.
Menufuncties • Zie Berichten blokkeren en vrijgeven op pagina 86 als u contacten wilt blokkeren of vrijgeven. • Zie Verbinding maken met de chatdienst en de verbinding verbreken op pagina 80 als u de verbinding met de chatdienst wilt verbreken. Het chatmenu openen Als u het menu Chatten wilt openen terwijl u off line bent, drukt u op Menu en selecteert u Berichten en Chatten. U kunt de volgende opties selecteren: • Aanmelden om verbinding te maken met de chatdienst.
Menufuncties Tip: Als u de telefoon wilt instellen om automatisch verbinding te maken met de chatdienst zodra u het menu Chatten opent, maakt u verbinding met de chatdienst en selecteert u achtereenvolgens Mijn instellingen, Automatisch aanmelden en Bij start chatprog. Selecteer Afmelden als u de verbinding met de chatdienst wilt verbreken. Een chatsessie starten Open het menu Chatten en maak verbinding met een chatdienst.
Menufuncties Zie Contacten voor chatsessies op pagina 85 voor meer informatie over het toevoegen van contacten aan de lijst. • Groepen en Openbare groepen. Hiermee wordt de lijst met bookmarks naar openbare groepen weergegeven die door de netwerkoperator of serviceprovider worden geleverd. Als u een chatsessie wilt starten, gaat u naar een groep en drukt u op Deelnm. Voer de schermnaam in die u tijdens het chatten als alias wilt gebruiken.
Menufuncties Als u meerdere uitnodigingen hebt ontvangen, wordt het aantal berichten gevolgd door nieuwe uitnodigingen ontvangen weergegeven. Druk op Lezen, ga naar een uitnodiging en druk op Openen. • Druk op Accept. om deel te nemen aan het privé-groepsgesprek. Voer de schermnaam in die u tijdens het chatten als alias wilt gebruiken. Wanneer u bij de chatsessie bent aangemeld, worden de tekst Aangemeld bij groep: en de groepsnaam weergegeven.
Menufuncties • Contact opslaan. Voer de naam van de persoon in. Het contact wordt opgeslagen in het geheugen van de telefoon. • Toev. aan contact. Selecteer in het telefoongeheugen voor contacten het contact waaraan u de nieuwe gegevens wilt toevoegen en druk op Toevoeg. Deelnemen aan een chatsessie Druk op Schrijven als u wilt deelnemen aan een actieve chatsessie of als u een sessie wilt starten en toets de gewenste tekst in.
Menufuncties Uw eigen instellingen wijzigen Open het menu Chatten en maak verbinding met de chatdienst. Selecteer Mijn instellingen om uw eigen beschikbaarheidsgegevens of schermnaam weer te geven en te wijzigen. Selecteer Beschikbaarheid en Beschikb. v. allen of Beschikb. v. contn (of Offline aangeven) om in te stellen dat alle andere chatgebruikers of alleen de contacten in de lijst kunnen zien dat u on line bent wanneer u verbinding hebt gemaakt met de chatdienst.
Menufuncties • Contact toev. om een nieuw contact vanuit het geheugen van de telefoon toe te voegen. • Contact verwijd. om een contact uit de lijst met chatcontacten te verwijderen. Berichten blokkeren en vrijgeven Maak verbinding met de chatdienst en selecteer Gesprekken of Chatcontacten om deel te nemen aan een chatsessie of een nieuwe sessie te starten. Selecteer in de lijst met contacten het contact wiens inkomende berichten u wilt blokkeren.
Menufuncties Openbare groepen U kunt bookmarks aanbrengen voor de openbare groepen die uw serviceprovider inbrengt. Maak verbinding met de chatdienst en selecteer achtereenvolgens Groepen en Openbare groepen. Druk op Deelnm.; voer uw schermnaam in als u geen lid bent van de groep. Druk op Opties en selecteer • Groep verwijderen om een groep uit de lijst te verwijderen. • Groepen zoeken om naar een groep te zoeken op groepslid, groepsnaam, onderwerp of ID.
Menufuncties Spraakberichten Voicemail is een netwerkdienst, waarop u zich mogelijk eerst moet abonneren. Neem contact op met de netwerkoperator voor meer informatie en voor het voicemailnummer. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Spraakberichten. Selecteer • Luisteren naar voicemail als u uw voicemail wilt bellen op het telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in het menu Nummer voicemailbox.
Menufuncties Berichtinstellingen De berichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop de berichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven. Instellingen voor tekst- en e-mailberichten 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen, Tekstberichten en Verzendt profiel. 2. Als meer dan één berichtprofielset door de SIM-kaart wordt ondersteund, selecteert u de set die u wilt wijzigen. • Selecteer Nr.
Menufuncties • Selecteer GPRS gebruiken en selecteer Ja om GPRS in te stellen als de gewenste SMS-drager. Stel bovendien de GPRS-verbinding in op Altijd online (zie (E)GPRS-verbinding op pagina 125). • Selecteer Antwoord via zelfde centrale om de ontvanger van uw bericht toe te staan een antwoord te verzenden via uw berichtencentrale (netwerkdienst). • Selecteer Naam van dit profiel wijzigen om de naam van het geselecteerde berichtprofiel te wijzigen.
Menufuncties De instellingen handmatig intoetsen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen en Multimediaber. Selecteer • Verz. berichten opslaan. Selecteer Ja om op te geven dat verzonden multimediaberichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden items. Als u Nee selecteert, worden de verzonden berichten niet opgeslagen. • Afleveringsrapporten om het netwerk te vragen om afleveringsrapporten van uw berichten te verzenden (netwerkdienst).
Menufuncties Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in. Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider voor de instellingen. • Naam set instellingen. Toets een nieuwe naam in voor de verbindingset en druk op OK. • Homepage. Toets het homepage-adres van de gewenste serviceprovider in, druk op voor een punt en druk op OK. • Proxy’s. Selecteer Inschakelen of Uitschakelen.
Menufuncties Instellingen voor e-mail U kunt de e-mailinstellingen van de netwerkoperator of serviceprovider ontvangen als OTA-bericht. Zie Dienst voor OTA-instellingen op pagina 40 voor meer informatie over het ontvangen van instellingen als OTA-bericht (over-the-air). De instellingen handmatig intoetsen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen en E-mailberichten. • Selecteer eerst Actieve e-mailinstellingen en activeer de set waarin u de instellingen wilt opslaan.
Menufuncties • Als u POP3 hebt geselecteerd als servertype, worden de opties Inkomende (POP3) server, POP3-gebruikersnaam en POP3-wachtwoord weergegeven. Als u IMAP4 hebt geselecteerd als servertype, worden de opties Inkomende (IMAP4) server, IMAP4-gebruikersnaam en IMAP4-wachtwoord weergegeven. Toets het adres in van de e-mailserver voor inkomende e-mail en toets vervolgens de gebruikersnaam en het wachtwoord in voor de toegang tot de mailbox.
Menufuncties Als u POP3 hebt geselecteerd als servertype, worden de volgende opties weergegeven: • Inkomende (POP3) poort. Toets het poortnummer in dat u van de e-mailprovider hebt gekregen. • Antwoordadres. Toets het e-mailadres in waarnaar antwoorden moeten worden verzonden. • Beveiligde aanmelding. Selecteer Beveiligde aanmelding aan als voor de verbinding een gecodeerde aanmelding nodig is. Als dit niet het geval is, laat u Beveiligde aanmelding uit ingeschakeld.
Menufuncties Als u IMAP4 hebt geselecteerd als servertype, worden de volgende opties weergegeven: • Inkomende (IMAP4) poort. Toets het poortnummer in dat u van de e-mailprovider hebt gekregen. • Antwoordadres. Toets het e-mailadres in waarnaar antwoorden moeten worden verzonden. • E-mails ophalen. Geef aan hoeveel e-mailberichten u per keer wilt ophalen. • Ophaalmethode. Selecteer Laatste e-mail als u alle nieuwe e-mailberichten wilt ophalen of selecteer Laatste ongelez.
Menufuncties Dienstopdrachten Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Dienstopdrachten. Vanuit dit submenu verzendt u serviceaanvragen (ook wel USSD-opdrachten genoemd) naar de netwerkoperator. Dit kunnen bijvoorbeeld activeringsopdrachten voor netwerkdiensten zijn. ■ Oproep-info (menu 2) Uw telefoon registreert gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen, evenals de lengte van uw gesprekken.
Menufuncties Tip: Berichten over gemiste oproepen worden weergegeven op het hoofddisplay en het minidisplay. Druk op Tonen om de lijst met telefoonnummers te openen. Ga naar het nummer dat u wilt terugbellen en druk op . • Ontvangen oproepen om een lijst weer te geven met de laatste 20 telefoonnummers waarvan u oproepen hebt geaccepteerd (netwerkdienst). • Laatst gekozen nummers om een lijst weer te geven met de laatste 20 telefoonnummers die u hebt gebeld of geprobeerd te bellen.
Menufuncties Als u over twee telefoonlijnen beschikt (netwerkdienst), kan elke telefoonlijn eigen gespreksduurtellers hebben. De tellers voor de geselecteerde lijn worden weergegeven. Zie Oproepinstellingen op pagina 127. • GPRS-gegevensteller. Blader om de hoeveelheid verzonden of ontvangen gegevens uit de laatste sessie te controleren, de totale hoeveelheid ontvangen en verzonden gegevens te bekijken en de tellers op 0 te zetten. De tellereenheid is een byte.
Menufuncties • De telefoon ondersteunt SIM-kaarten waarop maximaal 250 namen en telefoonnummers kunnen worden opgeslagen. Namen en nummers die in het geheugen van de SIM-kaart zijn opgeslagen, worden aangeduid met . In de dynamische lijst met contacten (Mijn aanwezigheid) kunt u uw huidige beschikbaarheidsstatus publiceren om te communiceren met personen die toegang hebben tot deze dienst en die deze informatie opvragen.
Menufuncties Namen telefoonnummers opslaan (Contact toevoegen) Namen en nummers worden opgeslagen in het actieve geheugen (zie Instellingen selecteren voor de lijst met contacten hierboven). 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Contact toev. 2. Toets de naam in en druk op OK. Zie Gewone tekstinvoer op pagina 49. 3. Toets het telefoonnummer in en druk op OK. Zie Opbellen op pagina 42 voor het intoetsen van nummers. 4. Wanneer de naam en het nummer zijn opgeslagen, drukt u op OK.
Menufuncties 3. Blader in de lijst met contacten in het interne geheugen naar de naam waaraan u een nieuw nummer of een nieuwe tekstaantekening wilt toevoegen en druk op Gegev. 4. Druk op Opties en selecteer Nr. toevoegen of Info toevoegen. 5. Als u een nummer of gegeven wilt toevoegen, selecteert u respectievelijk een van de nummertypen of teksttypen.
Menufuncties Een afbeelding toevoegen aan een naam of nummer in de lijst met contacten U kunt een afbeelding in een ondersteunde indeling toevoegen aan een bepaald aantal contacten in het interne geheugen van de telefoon. Druk vanuit de standby-modus op , ga naar het contact waaraan u een afbeelding wilt toevoegen en druk op Gegev. Druk op Opties en selecteer Afb. toevoegen. Een lijst met mappen in de Galerij wordt geopend.
Menufuncties De aangemelde namen worden verschillend weergegeven, afhankelijk van de keuze voor Weergave Contacten (zie Instellingen selecteren voor de lijst met contacten op pagina 100). Ofwel alleen het beschikbaarheidspictogram wordt weergegeven, ofwel het beschikbaarheidspictogram, het persoonlijke logo en het statusbericht worden weergegeven. Druk op Gegev. om alle dynamische gegevens weer te geven. Tip: Een contact weergeven.
Menufuncties Gegevens van een contact wijzigen of verwijderen Zoek naar het contact dat u wilt wijzigen of verwijderen en druk op Gegev. Ga naar de naam, het nummer, het tekstitem of de afbeelding die u wilt wijzigen of verwijderen. • Druk op Bewerk of Wijzigen of druk op Opties en selecteer Naam bewerken, Nr. bewerken, Info bewerken of Afb. wijzigen, afhankelijk van de selectie voor Weergave Contacten in Instellingen selecteren voor de lijst met contacten op pagina 100.
Menufuncties Voordat u de aanwezigheidsdienst kunt gebruiken, moet u zich op deze dienst abonneren. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en abonnementmogelijkheden voor de dienst. Bij de netwerkoperator of serviceprovider kunt u ook een unieke ID, een wachtwoord en de instellingen voor de dienst ophalen. Zie Instellingen voor chatten en aanwezigheid op pagina 131 voor de configuratie van de vereiste instellingen voor de aanwezigheidsdienst.
Menufuncties • Mijn aanwezigheidslogo om uw persoonlijke logo te selecteren in de map Grafisch in de Galerij. Als u het standaardlogo selecteert, wordt dit niet gepubliceerd. • Tonen aan om de groepen te selecteren waaraan u uw aanwezigheidsstatus wilt weergegeven of niet wilt weergeven. Selecteer Privé en openbaar als u contacten in uw privé-lijst toegang wilt verlenen tot al uw aanwezigheidsgegevens: beschikbaarheid, statusbericht en logo. Andere contacten kunnen alleen uw beschikbaarheid bekijken.
Menufuncties • Instellingen en selecteer • Huidige aanwez. standby tonen om het huidige statuspictogram in de standby-modus weer te geven. • Gegevens bijw. met profielen om te selecteren of u Mijn aanwezigheidsbericht en Mijn beschikbaarheid handmatig of automatisch wilt bijwerken door koppeling aan het actieve profiel. Zie ook Profielen op pagina 117. U kunt geen aangepast statuslogo koppelen aan een profiel.
Menufuncties Als u verbinding wilt maken met de aanwezigheidsdienst, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Contacten, Mijn aanwezigheid en Verbinden met aanwezigh.dienst. U kunt de geabonneerde contacten ook bekijken wanneer u niet met de aanwezigheidsdienst verbonden bent, maar de aanwezigheidsinformatie van het contact wordt dan niet weergegeven. Contacten toevoegen aan de abonneenamen 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Abonneenamen.
Menufuncties De abonneenamen weergeven Zie ook Zoeken naar een contact op pagina 103 voor informatie over het weergeven van aanwezigheidsgegevens. 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Abonneenamen. De statusgegevens van het eerste contact in de lijst met abonneenamen worden weergegeven. De gegevens die deze persoon wil weergeven aan anderen, kunnen onder meer bestaan uit tekst en de volgende pictogrammen: , of geven aan dat de persoon beschikbaar, verborgen of niet beschikbaar is.
Menufuncties Abonnement op een contact opzeggen • Als u het abonnement op een contact in de lijst Contacten wilt opzeggen, drukt u vanuit de standby-modus op en gaat u naar het gewenste contact. Druk op Gegev., selecteer de gebruikers-ID en druk vervolgens op Opties. Druk op Abonn. opzeggen en druk op OK om te bevestigen. • Zie De abonneenamen weergeven op pagina 110 voor meer informatie over het opzeggen van een abonnement via Abonneenamen.
Menufuncties 4. Selecteer Origin. behouden of Origin. verpl. om aan te geven of u de oorspronkelijke namen en nummers wilt behouden of wissen. • Als u Alles kopiëren of Standaard nrs. selecteert, drukt u op Ja wanneer Beginnen met kopiëren? of Verplaatsen starten? wordt weergegeven. Een visitekaartje zenden en ontvangen U kunt contactgegevens als visitekaartje verzenden naar en ontvangen van een compatibel apparaat dat de vCard-norm ondersteunt.
Menufuncties Druk op Wijs toe of druk op Opties en selecteer Wijzigen als al een nummer aan de toets is toegewezen. Druk op Zoeken en selecteer eerst de naam en dan het nummer dat u aan de toets wilt toekennen. Als de functie Snelkeuze is uitgeschakeld, wordt gevraagd of u deze functie wilt activeren. Zie ook Snelkeuze in Oproepinstellingen op pagina 127. Zie Snelkeuzetoetsen op pagina 43 voor meer informatie over het bellen met behulp van snelkeuzetoetsen.
Menufuncties Spraaklabels toevoegen en beheren Zorg dat in het telefoongeheugen de contacten aanwezig zijn waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen. U kunt ook spraaklabels toevoegen aan namen in het geheugen van de SIM-kaart. Als u de SIM-kaart echter door een nieuwe kaart vervangt, moet u eerst de oude spraaklabels verwijderen voordat u nieuwe spraaklabels kunt toevoegen. Spraaklabels maken gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 20). 1. Druk vanuit de standby-modus op . 2.
Menufuncties Bellen met behulp van een spraaklabel Als u gebruik maakt van een toepassing die de GPRS-verbinding gebruikt voor het verzenden of ontvangen van gegevens, moet u eerst deze toepassing sluiten voordat u spraakgestuurde nummerkeuze kunt gebruiken. 1. Houd vanuit de standby-modus de toets volume-omlaag ingedrukt of houd de selectietoets ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Nu spreken a.u.b. wordt weergegeven. 2. Spreek de spraaklabel duidelijk uit.
Menufuncties Bellergroepen U kunt de namen en telefoonnummers in Contacten indelen in bellergroepen. Voor elke bellergroep kunt u instellen dat een bepaalde beltoon moet klinken en een geselecteerde afbeelding in het display moet worden weergeven wanneer u wordt gebeld door een telefoonnummer uit de groep (zie onder).
Menufuncties ■ Instellingen (menu 4) Profielen De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen ofwel profielen, waarvoor u de telefoongeluiden voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen kunt instellen. Nadat u de profielen aan uw wensen hebt aangepast, hoeft u een profiel alleen maar te activeren als u dit wilt gebruiken. De volgende profielen zijn beschikbaar:Normaal, Stil, Vergadering, Buiten, Mijn stijl 1 en Mijn stijl 2. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Profielen.
Menufuncties Selecteer Profielnaam als u de naam van een profiel wilt wijzigen. De naam van het profiel Normaal kan niet gewijzigd worden. Tip: Wanneer de toetsen niet zijn geblokkeerd, kunt u vanuit de standby-modus snel het profiel wijzigen door het gewenste profiel te selecteren in de lijst met profielen en kort op de aan/uit-toets te drukken. Houd de aan/uit-toets ingedrukt om het profiel te activeren. Tooninstellingen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Tooninstellingen.
Menufuncties Selecteer Beltoonvolume en Trilsignaal voor inkomende spraakoproepen en berichten. Het trilsignaal werkt niet wanneer de telefoon is aangesloten op een lader, bureaulader of carkit. Selecteer Berichtensignaaltoon en Chatwaarschuwingstoon om de signaaltoon voor inkomende berichten in te stellen. Selecteer Toetsenvolume of Waarschuwingstonen om een waarschuwingstoon in te stellen die bijvoorbeeld klinkt als de batterij bijna leeg is.
Menufuncties Als u een achtergrondafbeelding wilt instellen, selecteert u Achtergr. select. en opent u een afbeeldingenmap. Ga naar de afbeelding die u als achtergrond wilt instellen, druk op Opties en selecteer Inst. als achtergr. U kunt de achtergrond in- of uitschakelen door respectievelijk Aan of Uit te selecteren. De achtergrondafbeelding wordt niet weergegeven als de screensaver wordt geactiveerd.
Menufuncties Datum- en tijdsinstellingen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Instellingen tijd en datum. • Selecteer Klok en Klok afbeelden (of Klok verbergen) om de tijd rechtsboven in het display weer te geven (of te verbergen) wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt. Selecteer Tijd instellen om de juiste tijd in te stellen en Tijdnotatie om de 12-uurs of 24-uurs tijdnotatie in te stellen.
Menufuncties Het automatisch bijwerken van de datum en tijd heeft geen invloed op de tijd die u hebt ingesteld voor de alarmklok, agenda of notities. Deze behouden de lokale tijd. Door het bijwerken van de datum en tijd kunnen ingestelde alarmtijdstippen verlopen. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid van deze functie. Persoonlijke snelkoppelingen U kunt een specifieke functie toewijzen aan de rechter selectietoets. Zie Standby-modus op pagina 33.
Menufuncties U kunt geen spraakopdrachten activeren of toevoegen tijdens een gesprek of wanneer een toepassing die gebruik maakt van de (E)GPRS-verbinding, bezig is met het verzenden of ontvangen van gegevens. Connectiviteit Infrarood Richt de infraroodstraal niet op de ogen van iemand en let op dat er geen storingen optreden met andere infraroodapparaten. Dit apparaat is een laserproduct van Klasse 1. U kunt de telefoon instellen op het ontvangen van gegevens via de infraroodpoort.
Menufuncties Als de datatransmissie niet binnen twee minuten na het activeren van de infraroodpoort wordt gestart, wordt de verbinding verbroken en moet u opnieuw beginnen. Pictogram infraroodverbinding • Wanneer onafgebroken wordt weergegeven, is de infraroodverbinding geactiveerd en is de telefoon gereed voor het verzenden of ontvangen van gegevens via de infraroodpoort. • Wanneer knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat of is de infraroodverbinding verbroken.
Menufuncties Voordat u (E)GPRS-technologie kunt gebruiken: • Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor de beschikbaarheid van en het abonneren op de (E)GPRS-dienst. • Sla (E)GPRS-instellingen op voor alle toepassingen die u via (E)GPRS gebruikt. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de tarieven voor het gebruik van deze functie.
Menufuncties Als een oproep of tekstbericht binnenkomt of als u belt terwijl een (E)GPRS-verbinding actief is, wordt het pictogram rechtsboven in het display weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat de (E)GPRS-verbinding is onderbroken. GPRS en EGPRS worden niet afzonderlijk aangegeven. De indicatoren voor GPRS en EGPRS zijn hetzelfde. • Selecteer Wanneer nodig als u wilt dat de (E)GPRS-registratie en -verbinding tot stand worden gebracht wanneer dit voor een toepassing nodig is.
Menufuncties • Selecteer Alias voor toegangspunt. Toets de gewenste naam voor het geactiveerde toegangspunt in en druk op OK. • Selecteer GPRS-toegangspunt. Toets de naam van het toegangspunt in om een verbinding met een (E)GPRS-netwerk tot stand te brengen en druk op OK. Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider voor de naam van het toegangspunt. U kunt de (E)GPRS-inbelinstellingen (naam van toegangspunt) ook configureren op de pc met behulp van de software Nokia Modem Options.
Menufuncties Selecteer Activeren om de doorschakeloptie in te schakelen. Selecteer vervolgens de timeout voor het doorschakelen van de oproep, als deze mogelijkheid voor de doorschakeloptie beschikbaar is. Selecteer Annuleren om de doorschakeloptie uit te schakelen of selecteer Status control. (als deze mogelijkheid voor de doorschakeloptie beschikbaar is) om te controleren of de optie al dan niet is geactiveerd. Er kunnen verschillende doorschakelopties tegelijkertijd actief zijn.
Menufuncties • Als u Samenvatting na oproep instelt op Aan, worden na elk gesprek kort de duur en de kosten van het gesprek weergegeven (netwerkdienst). • Als u Identificatie verzenden instelt op Ja, wordt uw telefoonnummer weergegeven voor degene naar wie u belt (netwerkdienst). Selecteer Netwerkinstelling als u de instelling wilt gebruiken die u bent overeengekomen met uw netwerkoperator.
Menufuncties Telefooninstellingen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Telefooninstellingen. • Taalinstellingen en Taal display om de taal voor de displayteksten in te stellen. Als Automatisch is geselecteerd, wordt de taal geselecteerd op basis van de informatie op de SIM-kaart. Als u een andere taal wilt gebruiken voor het intoetsen van tekst, selecteert u Schrijftaal.
Menufuncties • Selecteer Welkomsttekst en toets het bericht in dat u kort wilt weergeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Als u het bericht wilt opslaan, drukt u op Opslaan. • Stel Operatorselectie in op Automatisch om automatisch een van de cellulaire netwerken te selecteren die in uw regio beschikbaar zijn. Als u Handmatig selecteert, kunt u een netwerk selecteren dat een registratieovereenkomst met uw eigen netwerkoperator heeft.
Menufuncties Selecteer Actieve instell. chat & aanw., ga naar de verbindingsset die u wilt activeren, druk op Activeer en toets de instellingen in. Selecteer Instellingen chat & aanw. bewerken. Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in op basis van de richtlijnen die u van de netwerkoperator of serviceprovider hebt ontvangen. U kunt de verbindingsinstellingen vinden in het menu Instellingen verbinding.
Menufuncties • Verlichting om de verlichting permanent in te schakelen (Aan). Selecteer Automatisch om de verlichting na het indrukken van een toets 15 seconden ingeschakeld te laten. • Als de telefoon is aangesloten op de volledige carkit, selecteert u Ontstekingsdetector en Aan om de telefoon automatisch uit te schakelen ongeveer 20 seconden nadat u de auto hebt uitgezet.
Menufuncties • Vaste nummers als u uitgaande oproepen en tekstberichten wilt beperken tot geselecteerde telefoonnummers als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig. Als de optie voor vaste nummers is ingeschakeld, zijn (E)GPRS-verbindingen alleen mogelijk wanneer u tekstberichten via een (E)GPRS-verbinding verzendt. In dat geval moeten het telefoonnummer en het nummer van de berichtencentrale in de lijst met vaste nummers worden opgenomen. • Beperkte groep gebruikers.
Menufuncties Fabrieksinstellingen terugzetten Als u bepaalde menu-instellingen op de oorspronkelijke waarden wilt terugzetten, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen en Fabrieksinstellingen terugzetten. Toets de beveiligingscode in en druk op OK. De gegevens die u hebt ingetoetst of gedownload, zoals de namen en telefoonnummers in de lijst met contacten, worden niet verwijderd. ■ Galerij (menu 5) Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Menufuncties De Galerij maakt gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 20). 1. Druk op Menu en selecteer Galerij. De lijst met mappen wordt weergegeven. De mappen Afbeeldingn, Videoclips, Grafisch, Tonen en Opnamen zijn de oorspronkelijke mappen van de telefoon. 2. Ga naar de gewenste map en druk op Openen om de lijst met bestanden in de map te bekijken of druk op Opties om de lijst met beschikbare opties weer te geven.
Menufuncties Informeer bij de netwerkoperator en/of serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van de verschillende diensten. Download alleen content van bronnen die u vertrouwt. 3. Nadat u een map hebt geopend, gaat u naar het gewenste bestand. Druk op Openen om het bestand te bekijken of op om het bestand via MMS te verzenden. Op de telefoon kunnen videoclips met een 3GP-indeling (H.263 baseline en MPEG-4 simple profile) worden afgespeeld.
Menufuncties • Inst. als achtergr. om het geselecteerde afbeeldingbestand in te stellen als achtergrond. • Inst. als beltoon om het geselecteerde geluidsbestand in te stellen als beltoon. • Gegevens om de gegevens, bijvoorbeeld de datum, van het bestand te bekijken. • Sorteren om de bestanden en mappen te sorteren op datum, tijd, naam of grootte. • Alle verwijderen om alle bestanden uit de geselecteerde map te verwijderen. • In volgorde zien om de bestanden in de map op volgorde weer te geven.
Menufuncties Camera Opmerking: Houd u aan de lokale wetgeving met betrekking tot het nemen van foto’s. Gebruik deze functie niet op onrechtmatige wijze. U kunt foto’s maken of videoclips opnemen met de ingebouwde camera van de telefoon. De cameralens bevindt zich op de klep van de telefoon en het hoofddisplay van de telefoon werkt als zoeker. Met de camera kunt u afbeeldingen in JPEG-indeling en videoclips in H.263 (SubQCIF)-indeling maken.
Menufuncties 3. Druk op Foto om de foto te maken. Wanneer u een foto maakt, hoort u een toon van de sluiter. De foto wordt opgeslagen in de map Afbeeldingn van het menu Galerij. De opgeslagen foto wordt in het display weergegeven. Zie Standaard titel in Instellingen voor de camera op pagina 141 als u een standaardtitel voor de foto wilt definiëren. 4. Selecteer Terug om nog een foto te nemen, of druk op Verwijd. om de opgeslagen foto te verwijderen.
Menufuncties U kunt het opnemen onderbreken door op Pauze te drukken en weer hervatten door op Activeer te drukken. 3. Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u op Stop. De opname wordt opgeslagen in de map Videoclips van het menu Galerij. Druk op Spelen om de opname te bekijken of druk op Opties en selecteer bijvoorbeeld een optie om de opgeslagen videoclip te verwijderen, de titel ervan te wijzigen, de clip te verzenden als multimediabericht of via infrarood, of om de Galerij te openen.
Menufuncties Radio Voordat u naar de radio kunt luisteren, moet u de compatibele hoofdtelefoon aansluiten op de onderkant van de telefoon. Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als de antenne van de radio. Zorg dus dat het snoer ongehinderd omlaag hangt. De kwaliteit van het geluid is afhankelijk van het bereik van de radiozender in uw gebied. 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Media en Radio om de radio in te schakelen.
Menufuncties Een radiozender instellen Zet de radio aan en houd of ingedrukt om naar zenders te zoeken. Het zoeken stopt wanneer een zender is gevonden. Als u de radiozender wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteert u Kanaal opslaan. Toets de naam van de zender in en druk op OK. Selecteer de locatie waar u de zender wilt opslaan. Tip: U kunt snel een zender opslaan op locatie 1 tot en met 9 door de desbetreffende cijfertoets ingedrukt te houden, de naam van de zender in te toetsen en op OK te drukken.
Menufuncties • Kies frequentie. Als u de frequentie van de gewenste radiozender kent (tussen 87,5 MHz en 108,0 MHz), toetst u de frequentie in en drukt u op OK. Sla de zender op (zie Kanaal opslaan hierboven). Tip: Als u snel de optie Kies frequentie wilt selecteren, drukt u op vanuit het menu Radio. • Kanaal verwijd. Als u een opgeslagen zender wilt verwijderen, gaat u naar de zender en drukt u achtereenvolgens op Verwijd. en OK. • Naam wijzigen.
Menufuncties Opname-eenheid U kunt tot 3 minuten spraak, geluid of een actief gesprek opnemen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u een naam en telefoonnummer wilt opnemen om dit later te noteren. U kunt een opname ook instellen als beltoon. Opmerking: Houd u aan de lokale wetgeving met betrekking tot het opnemen van gesprekken. Gebruik deze functie niet op onrechtmatige wijze. Opnemen 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Media en Opname-eenheid. 2. Druk op Opnemen om het opnemen te starten.
Menufuncties ■ Organiser (menu 7) Opmerking: U kunt de functies in het menu Organiser alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Alarmklok Voor de alarmklok wordt de tijdsnotatie gebruikt die is ingesteld voor de klok. De alarmklok werkt ook als de telefoon is gesloten of is uitgeschakeld, mits de batterij voldoende is opgeladen.
Menufuncties Als het alarmtijdstip is aangebroken Er klinkt een alarmgeluid, de tekst Alarm! knippert en de huidige tijd wordt in het display weergegeven. Druk op Stop om het alarm te stoppen. Als u het alarmgeluid een minuut lang laat klinken of op Snooze of op een willekeurige toets behalve Stop drukt, wordt het alarmgeluid ongeveer tien minuten onderbroken en vervolgens weer hervat. Wanneer de telefoon is gesloten, kunt u op de volumetoetsen drukken om de alarmklok in te stellen op snooze.
Menufuncties Blader naar de gewenste dag. De huidige dag is gemarkeerd met een kader. Als voor de betreffende dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven. • Als u op Bekijken drukt, kunt u de dagnotities bekijken. • Als u een specifieke notitie wilt bekijken, gaat u naar die notitie en drukt u op Bekijken. In de notitieweergave kunt u de details van de geselecteerde notitie bekijken. U kunt door de notitie bladeren. • Druk op Opties.
Menufuncties Een agendanotitie toevoegen Zie Tekst intoetsen op pagina 47 voor het intoetsen van letters en cijfers. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Agenda. Ga naar de gewenste datum, druk op Opties en selecteer Notitie maken. Selecteer een van de volgende notitietypen: • Vergadering – toets het onderwerp in (of druk op Opties en zoek de naam op in de lijst met contacten) en druk op Opslaan. Toets de locatie voor de vergadering in en druk op Opslaan.
Menufuncties • Memo – toets het onderwerp in en druk op Opslaan. Toets de begindatum voor de notitie in en druk op OK. Toets ook de einddatum voor de notitie in en druk op OK. Als u een waarschuwingstoon voor de notitie wilt instellen, selecteert u Met geluid of Stil (geen waarschuwingstoon) en stelt u de tijd voor het signaal in. • Herinnering – toets het onderwerp voor de herinnering in en druk op Opslaan.
Menufuncties Taken U kunt een notitie opslaan voor een taak die u moet uitvoeren, een prioriteitsniveau voor de notitie instellen en de taak als voltooid markeren als u deze hebt uitgevoerd. De notities kunt u sorteren op prioriteit of op datum. De takenlijst maakt gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 20). Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Taken. • Druk op Toevoeg.
Menufuncties Notities U kunt de toepassing Notities gebruiken om notities in te toetsen en via infrarood, tekst- of multimediaberichten naar compatibele apparaten te zenden. De toepassing Notities maakt gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 20). Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Notities om de toepassing Notities te openen. U wordt gevraagd om de datum en tijd in te stellen als deze nog niet zijn ingesteld toen u met de notitie begon.
Menufuncties Gegevens bijwerken (synchroniseren) Door synchronisatie kunt u de gegevens in de agenda en de lijst met contacten op een externe internetserver of een compatibele pc opslaan. Als u gegevens hebt opgeslagen op een internetserver, kunt u de synchronisatiesessie starten vanaf de telefoon. Synchronisatie met een externe server is een netwerkdienst. U kunt de gegevens in de lijst met contacten en de agenda van de telefoon ook vanaf de pc synchroniseren met de gegevens op een compatibele pc.
Menufuncties De synchronisatie starten vanaf de telefoon: 1. Activeer de verbindingsinstellingen voor de synchronisatiesessie. Zie De telefoon instellen voor een dienst op pagina 171. 2. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser, Gegevens bijw., Instellingen en Actieve internet-bijw. instellingen. Ga naar de set die u wilt activeren en druk op Activeer. Markeer de gegevens die u wilt synchroniseren. Zie Overal bij te werken gegevens in Instellingen voor de synchronisatiesessie op pagina 154. 3.
Menufuncties De instellingen handmatig intoetsen 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser, Gegevens bijw. en Instellingen. 2. Selecteer Actieve internet-bijw. instellingen. 3. Ga naar de set die u wilt activeren en druk op Activeer. U moet de verbindingsset activeren waarin u de synchronisatie-instellingen wilt opslaan. Een verbindingsset is een verzameling instellingen die nodig zijn om verbinding te maken met een bepaalde dienst. 4. Selecteer Act. internet-bijw. instell. bewerken.
Menufuncties • Instellingen verbinding. Definieer de verbindingsinstellingen voor de synchronisatiesessie. Zie De dienstinstellingen handmatig intoetsen op pagina 171. Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in. Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider voor de instellingen. Selecteer PC-synchronisatie-instellingen om de instellingen voor synchronisatie via de server in te toetsen. Selecteer • Gebruikersnaam. Toets de gebruikersnaam in en druk op OK.
Menufuncties De gegevens in de portefeuille zijn beveiligd met een portefeuillecode, die u kunt definiëren wanneer u de portefeuille voor het eerst gebruikt. Toets de code in bij de vraag Code portefeuille maken: en druk op OK om de code te bevestigen. Toets de code opnieuw in bij Portefeuillecode verifiëren: en druk op OK. Zie ook Portefeuillecode (4 tot 10 cijfers) op pagina 18.
Menufuncties • Kaarten om vertrouwelijke kaartgegevens op te slaan. U kunt gegevens van betaalkaarten en klantenkaarten opslaan, kaartgegevens weergeven, bijvoorbeeld gebruikersnamen en wachtwoordcombinaties voor verschillende diensten, en adressen en gebruikersgegevens opslaan. Zie Kaartgegevens opslaan op pagina 158. • Tickets voor het opslaan van aankondigingen van e-tickets die u hebt gekocht. Als u de tickets wilt bekijken, drukt u op Opties en selecteert u Bekijken. • Ontvngstbwijz.
Menufuncties 3. Als er nog geen kaart is toegevoegd, drukt u op Toevoeg. Anders drukt u op Opties en selecteert u Nwe toevoegen. 4. Vul de gewenste velden in met de gegevens. Als dit door de serviceprovider wordt ondersteund, kunt u ook kaartgegevens voor de telefoon ontvangen via een OTA-bericht. De categorie van de kaarten wordt vermeld. U kunt de ontvangen kaart opslaan, negeren, weergeven en de naam ervan wijzigen, maar u kunt de kaart niet wijzigen.
Menufuncties Een portefeuilleprofiel maken Wanneer u gegevens van persoonlijke kaarten hebt opgeslagen, kunt u deze combineren in een portefeuilleprofiel. Dit profiel kunt u vervolgens gebruiken om portefeuillegegevens voor verschillende kaarten op te halen tijdens het browsen. 1. Open de portefeuille en selecteer Port. profielen. 2. Druk op Toevoeg. als dit het eerste portefeuilleprofiel is. Als de lijst wel profielen bevat, drukt u op Opties en selecteert u Nwe toevoegen. 3. Vul de volgende velden in.
Menufuncties • Selecteer nu leveringsmethode voor ontvngstbew.: selecteer de aflevermethode voor het ontvangstbewijs, Naar tel.nummer of Naar e-mailadres. • Naam portefeuilleprofiel: voer een naam voor het profiel in. Instellingen voor de portefeuille Open de portefeuille en selecteer Instellingen. Selecteer • Code wijzigen om de portefeuillecode te wijzigen. • Telefoon-ID om de RFID-code in te stellen.
Menufuncties • Selecteer de kaart waarmee u wilt betalen in de lijst met betaalkaarten. De creditkaartgegevens of gegevens uit het portefeuilleprofiel worden automatisch ingevuld, mits het gegevensformulier dat u van de serviceprovider krijgt, de ECML-norm ondersteunt. • Bevestig de aankoop. De informatie wordt doorgezonden. • Mogelijk ontvangt u een bevestiging of digitale kwitantie van de aankoop. • Selecteer Portef. sluiten om de portefeuille te sluiten.
Menufuncties Spelletjes Spelletjes maken gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 20). Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen en Spelletjes. Selecteer • Selecteer spel om een spelletje te selecteren en te starten. Ga naar het gewenste spelletje of de set spelletjes (de naam is afhankelijk van het spelletje) en druk op Openen of . Zie Opties die voor elke toepassing of set toepassingen beschikbaar zijn op pagina 164 voor meer opties.
Menufuncties Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen en Verzameling. Selecteer • Toepassing select. om een toepassing te selecteren en te starten. Ga naar een toepassing of set toepassingen (de naam is afhankelijk van de toepassing) en druk op Openen of . Zie Opties die voor elke toepassing of set toepassingen beschikbaar zijn op pagina 164 voor meer opties. • Toep.downloads om een toepassing te downloaden naar de telefoon. Zie Een spelletje of toepassing downloaden op pagina 165.
Menufuncties • Verbinden via voor sommige toepassingen die specifieke dienstinstellingen nodig hebben. De telefoon is ingesteld om standaard de dienstinstellingen voor de browser te gebruiken. • Details om meer informatie over de toepassing weer te geven. Een spelletje of toepassing downloaden De telefoon ondersteunt J2METM Java-toepassingen. Controleer eerst of de toepassing of het spelletje compatibel is met de telefoon voordat u de toepassing of het spelletje downloadt.
Menufuncties • Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Downloads. Download de gewenste toepassing of het gewenste spelletje. Zie Downloaden op pagina 177. • Zie Spelletjes op pagina 163 voor het gebruik van de download-optie voor spelletjes. • Gebruik de Nokia Application Installer in PC Suite om de toepassingen naar de telefoon te downloaden. Nokia staat niet garant voor toepassingen van sites die niet van Nokia zijn.
Menufuncties Tip: U kunt ook eenmaal op drukken voor optellen, tweemaal voor aftrekken, driemaal voor vermenigvuldigen of viermaal voor delen. 4. Toets het tweede getal in als dit nodig is voor de berekening. 5. Druk op Uitkomst als u het resultaat van de berekening wilt weergeven. Herhaal stap 3 tot en met 5 zo vaak als nodig is. 6. Als u een nieuwe berekening wilt uitvoeren, houdt u eerst Wis ingedrukt.
Menufuncties Timerfunctie Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Extra’s en Timerfunctie. Toets het alarmtijdstip in en druk op OK. Desgewenst kunt u een tekstnotitie intoetsen die moet worden weergegeven als het tijdstip voor de waarschuwingstoon is aangebroken. Druk op OK om de timerfunctie te starten. • Selecteer Tijd wijzigen als u de tijd voor de timerfunctie wilt wijzigen of selecteer Timer stoppen om de timerfunctie te stoppen.
Menufuncties Tijd bijhouden en tussentijden opnemen 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Extra’s, Stopwatch en Tussentijden. U kunt Doorgaan selecteren als u de tijdsopname op de achtergrond hebt geactiveerd. 2. Druk op Starten om de tijdsopname te starten. Druk op Interval elke keer dat u de tussentijd wilt opnemen. De tussentijden worden onder de lopende tijd in het display weergegeven. U kunt bladeren om de tijden te bekijken. 3. Druk op Stop om de tijdsopname te stoppen. 4.
Menufuncties Tijden weergeven en verwijderen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Extra’s en Stopwatch. Als de stopwatch niet op 0 wordt gezet, kunt u Laatste tonen selecteren om de laatste tijdsopname weer te geven. Selecteer Tijden bekijken om een lijst met namen of eindtijden van de tijdsets weer te geven. Selecteer de tijd die u wilt weergeven. Druk op Verwijd. om de tijd te wissen. Druk op Tijden verwijder. als u de opgeslagen tijden wilt wissen.
Menufuncties Basisstappen voor het activeren en gebruiken van diensten 1. Sla de dienstinstellingen op die nodig zijn voor toegang tot de gewenste dienst. Zie pagina 171. 2. Maak verbinding met de gewenste dienst. Zie pagina 172. 3. Start een browsersessie door de pagina’s van de dienst. Zie pagina 173. 4. Beëindig de verbinding met de dienst als u klaar bent. Zie pagina 175.
Menufuncties 3. Ga naar de verbindingsset die u wilt activeren en druk op Activeer. U moet de verbindingsset activeren waarin u de dienstinstellingen wilt opslaan. Een verbindingsset is een verzameling instellingen die nodig zijn om verbinding te maken met een bepaalde dienst. 4. Selecteer Actieve dienstinst. bewerken. Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in op basis van de richtlijnen die u van de netwerkoperator of serviceprovider hebt ontvangen.
Menufuncties • Selecteer een bookmark van de dienst: Druk op Menu, selecteer achtereenvolgens Diensten en Bookmarks en selecteer een bookmark. Als de bookmark niet werkt met de huidige dienstinstellingen, activeert u een andere set dienstinstellingen en probeert u het nogmaals. • Toets het adres van de dienst in: Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Ga naar adres. Toets het adres van de dienst in en druk op OK.
Menufuncties De toetsen van de telefoon gebruiken tijdens het browsen • U kunt alle bladertoetsen gebruiken om door de pagina te browsen. • Als u een gemarkeerd item wilt selecteren, drukt u op om de koppeling te openen. of op Openen • Als u letters en cijfers in de teksteditor wilt intoetsen, drukt u op de toetsen – . Druk op om speciale tekens in te toetsen. Opties tijdens het browsen Druk op Opties voor de volgende mogelijkheden. Mogelijk biedt uw serviceprovider nog andere opties. Selecteer • Gebr.
Menufuncties Opmerking: De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in de cache van de telefoon. Een cache is een buffergeheugen waarin gegevens tijdelijk worden opgeslagen. Als u gebruik hebt gemaakt of geprobeerd hebt gebruik te maken van vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven (bijvoorbeeld uw bankrekening), kunt u de cache van de telefoon na gebruik beter legen. Zie Het cachegeheugen op pagina 179 voor meer informatie over het legen van de cache.
Menufuncties • Lettergrootte en selecteer Klein, Normale letters of Grote letters. • Afbeeldingen tonen. en selecteer Nee als u geen afbeeldingen op de pagina wilt weergeven. Dit kan het browsen op pagina’s met veel afbeeldingen versnellen. • Waarschuwingen en selecteer Waarsch. voor onbev. verbinding en Ja om de telefoon te laten waarschuwen als een beveiligde verbinding tijdens het browsen wordt gewijzigd in een onbeveiligde verbinding. Selecteer Waarsch. voor onbev.
Menufuncties In de telefoon zijn mogelijk een aantal bookmarks voorgeïnstalleerd voor sites die niet met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of ondersteund. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u net zoals voor andere internetsites maatregelen treffen om de veiligheid of inhoud van de site te garanderen.
Menufuncties • Als u het ontvangen dienstbericht wilt bekijken, drukt u op Tonen. Als u op Uit drukt, wordt het bericht verplaatst naar de Dienstinbox. Als u de Dienstinbox later wilt activeren, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Diensten en Dienstinbox. • Druk tijdens het browsen op Opties en selecteer achtereenvolgens Overige opties en Dienstinbox.
Menufuncties Het cachegeheugen Opmerking: De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in de cache van de telefoon. Een cache is een buffergeheugen waarin gegevens tijdelijk worden opgeslagen. Als u gebruik hebt gemaakt of geprobeerd hebt gebruik te maken van vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven (bijvoorbeeld uw bankrekening), kunt u de cache van de telefoon na gebruik beter legen.
Menufuncties Browserbeveiliging Voor sommige diensten, zoals bankdiensten of winkelen op een site, zijn beveiligingsfuncties nodig. Voor deze verbindingen hebt u beveiligingscertificaten nodig, en mogelijk een beveiligingsmodule die wellicht op de SIM-kaart beschikbaar is. Neem contact op met de netwerkoperator voor meer informatie. Beveiligingsmodule De beveiligingsmodule bevat certificaten alsmede persoonlijke en publieke sleutels voor het werken met de certificaten.
Menufuncties Certificaten Er zijn drie soorten certificaten: servercertificaten, autorisatiecertificaten en gebruikerscertificaten. • Een servercertificaat wordt gebruikt om de beveiliging van de verbinding tussen de telefoon en de server te vergroten. De telefoon ontvangt het servercertificaat van de server voordat de verbinding tot stand wordt gebracht. De geldigheid van het certificaat wordt vervolgens gecontroleerd aan de hand van de autorisatiecertificaten die in de telefoon zijn opgeslagen.
Menufuncties Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten, Instellingen, Beveiligingsinstellingen, Gebruikerscertificaten en Certificatenlijst om de gebruikerscertificaten te bekijken. Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico’s van externe verbindingen en software-installaties beduidend verkleint, moeten de certificaten juist worden gebruikt om van deze verhoogde veiligheid gebruik te kunnen maken.
Menufuncties Selecteer een koppeling op een pagina, bijvoorbeeld de titel van het boek dat u wilt aanschaffen en de prijs van het boek. De te ondertekenen tekst (mogelijk inclusief het bedrag, de datum, enzovoort) wordt weergegeven. Controleer of de koptekst Lezen en het pictogram voor digitale ondertekening worden weergegeven.
Menufuncties ■ SIM-diensten (menu 10) Naast de functies die in de telefoon zelf beschikbaar zijn, kan uw SIM-kaart extra diensten bieden die u kunt activeren via menu 10. Dit menu wordt uitsluitend weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en de inhoud van het menu zijn volledig afhankelijk van de beschikbare diensten.
Pc-verbinding 7. Pc-verbinding U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen en verbinding maken met internet terwijl de telefoon via infrarood of een datakabel is aangesloten op een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. Met PC Suite kunt u bijvoorbeeld lijsten met contactpersonen synchroniseren en agenda- en takenlijstnotities uitwisselen tussen de telefoon en een compatibele pc.
Pc-verbinding • Nokia Modem Options bevat instellingen voor HSCSD- en GPRS-verbindingen. • Nokia Multimedia Player om geluid, afbeeldingen en videoclips af te spelen op een compatibele pc. • Nokia PC Sync om de lijst met contacten, agenda- en takenlijstnotities te synchroniseren tussen de telefoon en een compatibele pc. • Nokia Phone Browser om de inhoud van de map Galerij van de telefoon op een compatibele pc weer te geven.
Pc-verbinding (E)GPRS, HSCSD en CSD U kunt (E)GPRS- (Enhanced GPRS), GPRS- (General Packet Radio Service), HSCSD-(High Speed Circuit Switched Data) en CSD- (Circuit Switched Data, GSM-gegevens) gegevensdiensten voor de telefoon gebruiken. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementmogelijkheden van de gegevensdiensten. Het gebruik van HSCSD-diensten belast de batterij van de telefoon zwaarder dan gewone spraak- of gegevensoproepen.
Informatie over de batterij 8. Informatie over de batterij ■ Opladen en ontladen De telefoon werkt op een oplaadbare batterij. De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gebruiksduur (gesprekstijd en standby-tijd) aanzienlijk korter is dan normaal, kunt u beter een nieuwe batterij kopen.
Informatie over de batterij De capaciteit en de levensduur van batterijen nemen af wanneer u deze in extreem warme of koude temperaturen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in de vrieskou). Probeer er voor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de batterij tussen de 15 °C en 25 °C ligt. Een telefoon met een extreem warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen.
VERZORGING EN ONDERHOUD VERZORGING EN ONDERHOUD Uw telefoon is een geavanceerd apparaat, dat met zorg is ontworpen en geproduceerd. Ga er zorgvuldig mee om. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden en vele jaren plezier te hebben van dit product. • Houd de telefoon en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog.
VERZORGING EN ONDERHOUD • Verf de telefoon niet. Verf kan de bewegende onderdelen van het apparaat blokkeren en de werking belemmeren. • Maak de lenzen (zoals de cameralens, bewegingssensor en lichtsensor) schoon met een zachte, schone, droge doek. • Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Niet-goedgekeurde antennes, aanpassingen of accessoires kunnen de telefoon beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regels met betrekking tot radioapparaten.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE ■ Verkeersveiligheid Gebruik geen handtelefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 20 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze handtelefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Voertuigen RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip-remsystemen (of antiblokkeer-remsystemen), systemen voor elektronische snelheidsregeling, airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant van uw voertuig of een vertegenwoordiger van de fabrikant voor meer informatie.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE ■ Voertuigen De telefoon mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze-telefoonapparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE ■ Alarmnummer kiezen Belangrijk: Zoals alle draadloze telefoons maakt ook deze telefoon gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken en kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. Het is daarom van groot belang dat u nooit alleen vertrouwt op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie (bijvoorbeeld bij medische noodgevallen).
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE ■ Informatie over certificatie (SAR) DIT TYPE TELEFOON VOLDOET AAN DE EISEN DIE DE EUROPESE UNIE HANTEERT VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN. Deze mobiele telefoon is een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is ontworpen en geproduceerd in overeenstemming met de limieten voor blootstelling aan radiofrequentiesignalen (RF-signalen) die worden aanbevolen door de raad van de Europese Unie.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Voordat een telefoon op de markt komt, moet eerst worden aangetoond dat deze voldoet aan de Europese R&TTE-richtlijn. Deze richtlijn bevat één essentiële vereiste en dat is de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker en alle andere personen. De hoogste SAR-waarde die voor dit telefoonmodel is bereikt tijdens tests voor gebruik naast het oor is 0,36 W/kg.