Gebruikershandleiding voor de Nokia 6810 9311568 Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-2 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. Copyright © 2004 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven. In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade. De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt.
Tips en hints voor het gebruik van uw nieuwe Nokia 6810 en voor het overbrengen van gegevens van uw vorige telefoon naar de nieuwe telefoon. ■ Gegevens overbrengen vanaf uw vorige telefoon • Als uw vorige telefoon geen ondersteuning bood voor PC Suite, kunt u alleen gegevens overbrengen via de SIM-kaart. 1. Breng alle contactgegevens (namen en telefoonnummers) van de oude telefoon over naar de SIM-kaart. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de oude telefoon voor meer informatie. 2.
Opmerking: U moet de versie van PC Suite op de oude telefoon verwijderen voordat u de nieuwe versie kunt installeren. 2. Start Nokia Content Copier. 3. Als u de oude telefoon nog hebt, verbind deze dan met de pc en kopieer de gegevens van de telefoon naar de pc als u dat al een tijdje niet meer hebt gedaan. 4. Verbind de nieuwe telefoon met de pc en kopieer de gegevens van de oude telefoon vanaf de pc naar de Nokia 6810.
• Nokia 6610 • Nokia 6650 • Nokia 6800 • Nokia 6820 • Nokia 7200 • Nokia 7210 • Nokia 7250 • Nokia 7250i • Nokia 7600 • Nokia 8310 • Nokia 8910 • Nokia 8910i • Contacten en items in de Agenda van de Nokia 6210, 6250 en 7110 • Alleen Contacten van de Nokia 5210, 8210 en 8850 U kunt geen backup maken van de e-mailinstellingen van de telefoon en deze instellingen daarom niet overbrengen van de oude naar de nieuwe telefoon. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
• Druk op om terug te keren naar de standby-modus vanuit een willekeurige positie in het menu. ■ De telefoon gebruiken in de standby-modus • Verplaats de joystick naar links om een bericht in te toetsen. • Verplaats de joystick naar rechts om de huidige maand in de Agenda te bekijken. • Verplaats de joystick omhoog of omlaag om de lijst met contacten te openen. • Druk op om de lijst met de laatste 20 gekozen nummers te openen. Selecteer het gewenste nummer en druk nogmaals op om het nummer te kiezen.
, ga naar het profiel dat u wilt activeren en ■ Toetsenblokkering gebruiken • Met de toetsenblokkering vergrendelt u de toetsen van de telefoon aan de hand van een beveiligingscode. Zie Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) op pagina 24. De toetsenblokkering blijft actief als u de klep opent. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Meer instellingen, Telefooninstellingen en Toetsenblokkering. Voer de beveiligingscode in. Selecteer Aan om de toetsenblokkering in te schakelen.
• Als u de e-mailtoepassing van de telefoon wilt gebruiken, moet u de e-mail- en verbindingsinstellingen configureren. Zie Instellingen voor de emailtoepassing op pagina 106 of de folder Richtlijnen voor instellingen van uw e-mailtoepassing in het verkooppakket van de telefoon. Ga naar www.nokia.com/phonesettings voor informatie over het instellen van de e-maildienst voor uw operator. ■ Een Bluetooth-verbinding instellen 1.
■ Contacten weergeven • Als u een contactnaam met het standaardnummer wilt weergeven, houdt u ingedrukt als u bij de naam komt terwijl u door de lijst Contacten bladert. ■ De agenda en agendanotities weergeven • U kunt snel de huidige maand in de Agenda weergeven door de joystick vanuit de standby-modus naar rechts te drukken. • Druk de joystick tijdens het bekijken van de agendanoties naar rechts om door de notities te bladeren. ■ Favorieten aanpassen • Druk op Favor.
• U kunt terugkeren naar de standby-modus door kort op ingedrukt om de radio uit te schakelen. te drukken. Houd • Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als de antenne van de radio. Zorg dus dat het snoer ongehinderd omlaag hangt. • U kunt een radiozender opslaan op locatie 1 tot en met 9 door de desbetreffende cijfertoets ingedrukt te houden, de naam van de zender in te toetsen en op OK te drukken.
Inhoudsopgave Tips en hints ..........................................................................................................4 VOOR UW VEILIGHEID ........................................................................................20 Algemene informatie ..........................................................................................24 Toegangscodes ...........................................................................................................................................
Inhoudsopgave Achtergrond.............................................................................................................................................46 Belangrijke indicatoren in de standby-modus...............................................................................46 Toetsen blokkeren......................................................................................................................................48 Dienst voor OTA-instellingen ..................................
Opties voor het verzenden van berichten....................................................................................72 E-mailberichten intoetsen en verzenden via SMS ....................................................................73 Een SMS-bericht of e-mailbericht lezen en beantwoorden...................................................74 De mappen Inbox en Verzonden items.........................................................................................76 De map Archief en Mijn mappen.....
Inhoudsopgave Uw eigen gegevens wijzigen ...........................................................................................................99 Contacten voor chatsessies .............................................................................................................99 Berichten blokkeren en vrijgeven................................................................................................ 100 Groepen ................................................................................
Abonnement op een contact opzeggen .................................................................................... 125 Contactgegevens kopiëren ............................................................................................................... 125 Een visitekaartje zenden en ontvangen........................................................................................ 126 Snelkeuze............................................................................................................
Inhoudsopgave Fabrieksinstellingen terugzetten .................................................................................................... 151 Galerij (menu 5) ...................................................................................................................................... 151 Radio (menu 6)........................................................................................................................................ 155 Een radiozender instellen ......................
Extra's..................................................................................................................................................... 177 Opname-eenheid ............................................................................................................................. 177 Rekenmachine .................................................................................................................................. 178 Timerfunctie .............................................
Inhoudsopgave 7. Pc-verbinding ............................................................................................... 196 PC Suite ..................................................................................................................................................... 196 EGPRS, HSCSD en CSD....................................................................................................................... 198 Toepassingen voor gegevenscommunicatie gebruiken .........................
VOOR UW VEILIGHEID Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de regels kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. STORING Alle draadloze telefoons zijn gevoelig voor storing. Dit kan de werking van de telefoon beïnvloeden.
VOOR UW VEILIGHEID GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG Gebruik de telefoon alleen zoals het is bedoeld. Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren. ACCESSOIRES EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Druk zo vaak als nodig is op om het scherm leeg te maken (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een menu af te sluiten, enzovoort). Toets het alarmnummer in en druk op . Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek niet voordat u daarvoor toestemming hebt gekregen. ■ Netwerkdiensten De draadloze telefoon zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik op het EGSM 900-, GSM 1800- en GSM 1900-netwerk.
VOOR UW VEILIGHEID ■ Toebehoren Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een oplader. Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: ACP-7, ACP-8, ACP-9, ACP-12, LCH-8, LCH-9, LCH-12 en AC-1. Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en accessoires die door de fabrikant van de telefoon zijn goedgekeurd voor gebruik met dit type telefoon. Het gebruik van andere types kan de goedkeuring en garantie doen vervallen en kan bovendien gevaarlijk zijn.
Algemene informatie ■ Toegangscodes Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) De beveiligingscode beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. Als u de code hebt gewijzigd, houdt u de nieuwe code geheim en bewaart u deze op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon. Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 150 voor informatie over het wijzigen van de code en het instellen van de telefoon om de code te vragen.
Algemene informatie • De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 191. De module-PIN wordt bij de SIM-kaart geleverd als de SIM-kaart voorzien is van een beveiligingsmodule. • De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie Digitale handtekening op pagina 193. De ondertekenings-PIN wordt bij de SIM-kaart geleverd als de SIM-kaart voorzien is van een beveiligingsmodule.
Portefeuillecode (4 tot 10 cijfers) De portefeuillecode is vereist voor toegang tot de portefeuillediensten. Als u verschillende keren een verkeerde portefeuillecode intoetst, wordt de portefeuillecode gedurende vijf minuten geblokkeerd. Zie Portefeuille op pagina 164 voor meer informatie. ■ Overzicht van de functies van de telefoon Uw Nokia 6810 is goedgekeurd voor gebruik in de netwerken EGSM 900, GSM 1800 en GSM 1900.
Algemene informatie • Een gebruiksvriendelijk toetsenbord voor het invoeren van tekst, zie Berichten intoetsen en verzenden op pagina 72. • Een e-mailfunctie voor het intoetsen, verzenden en ophalen van emailberichten van uw e-mailaccount. Zie E-mailtoepassing op pagina 87. • Multimedia messaging service (MMS), waarmee u multimediaberichten met tekst, een afbeelding, geluid of videoclips kunt verzenden naar en ontvangen van compatibele apparaten.
Gedeeld geheugen De volgende functies in de telefoon maken gebruik van het gedeelde geheugen: contacten, tekst-, chat- en multimediaberichten, de e-mailtoepassing, spraaklabels en SMS-distributielijsten, afbeeldingen, beltonen, video- en geluidsclips in de Galerij, agenda, takenlijstnotities, Java-spelletjes en toepassingen, en de notitietoepassing. Als u een van deze functies gebruikt, is er minder geheugen beschikbaar is voor andere functies die gebruikmaken van het gedeelde geheugen.
Aan de slag 1. Aan de slag ■ De SIM-kaart en de batterij installeren • Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. • De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert. • Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u de telefoon altijd uitschakelen, eventuele toebehoren loskoppelen en de batterij verwijderen. 1.
beneden zijn gericht. 3. Sluit de SIM-kaarthouder (5) en schuif deze op zijn plaats (6). Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Aan de slag 4. Plaats de batterij terug (7). 5. Plaats de achtercover tegen de vergrendelingen op de voorcover (8) en schuif de cover terug totdat deze vastklikt (9). Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
■ De batterij opladen 1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting aan de onderkant van de telefoon. 2. Sluit de lader aan op een stopcontact. Als de telefoon is ingeschakeld, wordt de tekst Batterij wordt opgeladen kort weergegeven. Als de batterij helemaal leeg is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator wordt weergegeven of voordat u kunt bellen. U kunt de telefoon tijdens het opladen gewoon gebruiken. De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij.
Aan de slag Houd de aan/uit-toets ingedrukt. • Als de PIN-code of een beveiligingscode wordt gevraagd, toetst u de code in en drukt u op OK. Zie ook Beveiligingsinstellingen op pagina 150 en Algemene informatie op pagina 24. • Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider als de tekst SIM plaatsen wordt weergegeven terwijl de SIM-kaart juist is geplaatst, of als SIM-kaart niet ondersteund wordt weergegeven.
De klep openen 1. Houd de telefoon met beide handen vast en open de klep zoals in de afbeelding (1) wordt aangegeven. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Aan de slag 2. Draai de klep totdat u een klik hoort (2). Zorg ervoor dat de goudkleurige contactpuntjes van de klep en de telefoon elkaar raken. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
3. Draai de telefoon horizontaal en houd deze vast zoals in de afbeelding (3). De luidsprekerfunctie wordt automatisch geactiveerd wanneer de klep geopend is. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Aan de slag De toetsenbordverlichting in- of uitschakelen • De toetsenbordverlichting gaat niet automatisch aan als u de klep opent. U kunt de verlichting inschakelen door op de toets voor verlichting in de linkerbovenhoek van het toetsenbord te drukken. De toetsenbordverlichting wordt na bepaalde tijd uitgeschakeld, maar wordt weer ingeschakeld zodra u op een willekeurige toets drukt.
2. De telefoon ■ Toetsen (met gesloten klep) 1. Aan/uit-toets Hiermee schakelt u de telefoon in en uit. Als de toetsen zijn geblokkeerd, wordt het display van de telefoon ongeveer 15 seconden verlicht als u op de aan/uittoets drukt. 2. Volumetoets Toets om het volume van het luistergedeelte, de hoofdtelefoon en de luidspreker aan te passen. 3. Selectietoetsen en De functie van de toetsen is afhankelijk van de tekst die boven de toetsen wordt weergegeven (zie Standby-modus op pagina 44).
De telefoon 4. Joystick beweegbaar in vijf richtingen Hiermee kunt u door namen, telefoonnummers, menu's of instellingen bladeren. Met de joystick kunt u ook de cursor omhoog en omlaag of naar rechts en naar links verplaatsen wanneer u tekst intoetst, in de agenda bladert en bepaalde spelletjes of toepassingen gebruikt.
■ Aansluitingen 1. Aansluiting voor de lader 2. Pop-PortTM -aansluiting voor hoofdtelefoons, gegevenskabel en andere toebehoren. Sluit toebehoren aan op de Pop-Portaansluiting zoals in de afbeelding wordt weergegeven. 3. Infraroodpoort 4. Luidspreker 5. Microfoon ■ Hoofdtelefoon Sluit de compatibele hoofdtelefoon aan op de Pop-Port-aansluiting van de telefoon. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
De telefoon Waarschuwing: Door het dragen van deze hoofdtelefoon, hoort u het geluid rondom u mogelijk minder goed. Gebruik de hoofdtelefoon niet in onveilige omstandigheden. U kunt de hoofdtelefoon bijvoorbeeld dragen zoals aangegeven in de afbeelding. ■ Toetsen (met geopende klep) Wanneer u de klep opent, worden de afbeeldingen in het display 90 graden gedraaid en veranderen de linker-, middelste en rechterselectietoets van plaats. De tekst boven de selectietoetsen verandert niet.
toetsenbord voor berichten op pagina 58 voor het gebruik van de toetsen bij het intoetsen en bewerken van tekst. 1. Met de toets voor toetsenbordverlichting kunt u de toetsenbordverlichting inschakelen voor extra verlichting tijdens het gebruik van het toetsenbord. Zie ook De toetsenbordverlichting in- of uitschakelen op pagina 37. 2. Door kort op de profieltoets te drukken, opent u een lijst met profielen. Door de toets ingedrukt te houden, schakelt u de telefoon uit. 3.
De telefoon 6. De Shift-toetsen en dienen voor het invoeren van hoofdletters en symbolen. U kunt eerst op de Shift-toets en vervolgens op de gewenste toets drukken of beide toetsen tegelijkertijd indrukken. 7. Met de spatietoetsen en voert u een spatie in. 8. Joystick beweegbaar in vijf richtingen . Zie Toetsen (met gesloten klep) op pagina 38 voor informatie over het gebruik van de joystick.
■ Standby-modus Wanneer de telefoon klaar is voor gebruik (de klep kan open of gesloten zijn) en u geen tekens hebt ingetoetst, bevindt de telefoon zich in de standby-modus. 1. Toont het operatorlogo of de naam van het netwerk om aan te geven welk cellulair netwerk op dit moment wordt gebruikt. 2. Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie. Hoe hoger de balk, des te sterker het signaal. 3.Toont de capaciteit van de batterij.
De telefoon Als u de inhoud van het menu Favor. om een of andere reden hebt verwijderd, drukt u op Toevoeg. om een functie toe te voegen. 5. De middelste selectietoets in de standby-modus is Menu. 6. De rechterselectietoets in de standby-modus is Contact., een operatortoets of een snelkoppeling naar een geselecteerde functie. Als u op de rechterselectietoets drukt als deze is ingesteld op • Contact., kunt u het menu Contacten openen. • de operatortoets, kunt u de website van de operator openen.
Achtergrond U kunt de telefoon instellen om een achtergrondafbeelding weer te geven als de telefoon zich in de standby-modus bevindt (zie Weergave-instellingen op pagina 133). Belangrijke indicatoren in de standby-modus U hebt een of meer tekst- of afbeeldingberichten ontvangen. Zie Een SMS-bericht of e-mailbericht lezen en beantwoorden op pagina 74. U hebt een of meer multimediaberichten ontvangen. Zie Multimediaberichten lezen en beantwoorden op pagina 83.
De telefoon De telefoon geeft geen belsignaal bij een inkomend gesprek of tekstbericht wanneer Oproepsignaal is ingesteld op Stil en Berichtensignaaltoon is ingesteld op Uit. Zie Tooninstellingen op pagina 132. De alarmklok is ingesteld op Aan. Zie Alarmklok op pagina 158. De timerfunctie is actief. Zie Timerfunctie op pagina 179. De stopwatch wordt uitgevoerd in de achtergrond. Zie Stopwatch op pagina 180.
Alle oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt, is het doorschakelpictogram voor de eerste lijn en het pictogram voor de tweede lijn. Zie Oproepinstellingen op pagina 144. of Als u over twee telefoonlijnen beschikt, geeft dit pictogram de geselecteerde telefoonlijn aan. Zie Oproepinstellingen op pagina 144. De luidspreker is geactiveerd. Zie Opties tijdens een gesprek op pagina 55. Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep.
De telefoon • De toetsen blokkeren Druk vanuit de standby-modus op Menu en druk vervolgens binnen anderhalve seconde op . • De toetsen vrijgeven Druk op Vrijgev. en vervolgens binnen anderhalve seconde op , of open de klep. De toetsenblokkering wordt niet automatisch geactiveerd wanneer u de klep sluit en u geen automatische toetsblokkering hebt ingeschakeld. Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd, drukt u op .
■ Dienst voor OTA-instellingen Voor het gebruik van MMS, EGPRS en overige draadloze diensten moeten de juiste verbindingsinstellingen op de telefoon zijn geconfigureerd. U kunt de instellingen rechtstreeks ontvangen in een OTA-bericht en vervolgens opslaan in de telefoon. Neem contact op met uw netwerkoperator, serviceprovider of de dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-leverancier voor meer informatie over de beschikbaarheid van instellingen.
De telefoon Zie Verbinding maken met een dienst op pagina 183 voor meer informatie over het activeren van de instellingen. Als u een verbindingsset uit de telefoon wilt verwijderen, toetst u *#335738# (*#delset# in letters) in de standby-modus in, selecteert u de verbindingsset die u wilt verwijderen en drukt u op Verwijd.. Bevestig uw keuze. De standby-modus wordt weer geactiveerd. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
3. Algemene functies ■ Opbellen 1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een onjuist teken intoetst, drukt u op Wis om het teken te verwijderen. Als u wilt bellen terwijl de klep geopend is, toets u het telefoonnummer in met de cijfertoetsen. De luidspreker wordt altijd geactiveerd als u de klep opent. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het internationale prefix of drukt u op het +-teken als de klep geopend is (het +teken vervangt de internationale toegangscode).
Algemene functies Laatste nummer herhalen • Druk vanuit de standby-modus eenmaal op om de lijst met de 20 laatstgekozen nummers weer te geven. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op om het nummer te bellen. Uw voicemail bellen (netwerkdienst) • Houd ingedrukt in de standby-modus terwijl de klep gesloten is, of druk op en . Wanneer de klep geopend is, houdt u de overeenkomstige cijfertoets ingedrukt. Als uw voicemailnummer wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op OK.
• Als Snelkeuze is ingeschakeld, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. ■ Inkomende oproepen beantwoorden of weigeren Druk op als u een inkomende oproep wilt beantwoorden en druk op het gesprek wilt beëindigen. Druk op als u om een inkomende oproep te weigeren. Als u op Stil drukt, wordt alleen de beltoon uitgeschakeld. U kunt de oproep vervolgens beantwoorden of weigeren.
Algemene functies Wachtfunctie De wachtfunctie is een netwerkdienst. Tijdens het gesprek drukt u op om het gesprek in de wachtstand te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. Druk op om het actieve gesprek te beëindigen. Zie Oproepinstellingen op pagina 144 voor meer informatie over het activeren van de functie Wachtfunctieopties. ■ Opties tijdens een gesprek Bepaalde opties die tijdens gesprekken beschikbaar zijn, zijn netwerkdiensten.
als u het privé-gesprek wilt beëindigen en wilt terugkeren naar het conferentiegesprek. • DTMF verzenden wordt gebruikt om DTMF (Dual Tone Multi-Frequency)toonreeksen, bijvoorbeeld wachtwoorden of rekeningnummers, te verzenden. Het DTMF-systeem wordt gebruikt door alle touch-tone telefoons. Toets de DTMF-toonreeks in of haal deze op uit Contacten. U kunt het wachtteken w en het pauzeteken p intoetsen door herhaaldelijk op te drukken.
Algemene functies De luidspreker wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u de oproep beëindigt, een compatibele handsfree-eenheid of een hoofdtelefoon op de telefoon aansluit of wanneer u de klep sluit. Als u een compatibele handsfree-eenheid of hoofdtelefoon op de telefoon hebt aangesloten, wordt de optie Telefoon respectievelijk vervangen door Handsfree of door Hoofdtelefoon in de lijst met opties. De selectietoets Norm. wordt respectievelijk vervangen door Handsf. of Hfdtel..
4. Tekst intoetsen De telefoon is speciaal ontworpen om snel en gemakkelijk tekst te kunnen intoetsen. De meest eenvoudige wijze om tekst in te toetsen is door uw duimen te gebruiken op het toetsenbord voor berichten. U kunt bijvoorbeeld beginnen met het intoetsen van een bericht via het toetsenbord voor berichten, vervolgens de klep sluiten en het bericht afmaken in de modus voor normale tekstinvoer of de modus voor tekstinvoer met woordenboek.
Tekst intoetsen • Druk op de cijfertoetsen om cijfers in te toetsen. Door vanuit de standbymodus op een cijfertoets te drukken, wordt het kiezen van een nummer gestart. • U kunt schakelen tussen kleine letters en hoofdletters (aangeduid met , of linksboven in het display) of symbolen intoetsen door op of op het toetsenbord te drukken. Druk eerst op de shift-toets en vervolgens op het gewenste teken, of houd de shift-toets en de gewenste lettertoets gelijktijdig ingedrukt.
• Als u een teken met accent wilt gebruiken dat zich niet in de lijst met speciale tekens onder bevindt, bijvoorbeeld ?, houdt u ingedrukt en drukt u tegelijkertijd herhaaldelijk op 'a' totdat de gewenste geaccentueerde variant van de 'a' in het display verschijnt. ■ Tekst intoetsen terwijl de klep gesloten is U kunt de methode voor gewone tekstinvoer of de methode voor tekstinvoer met woordenboek gebruiken als de klep gesloten is.
Tekst intoetsen Tekstinvoer met woordenboek U kunt letters met één druk op een toets invoeren. Deze tekstinvoer is gebaseerd op een ingebouwd woordenboek, waaraan u nieuwe woorden kunt toevoegen. 1. Gebruik de toetsen tot en met om een woord in te toetsen. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Het woord verandert na elke toetsaanslag.
normale tekstinvoer) en drukt u op Opslaan. Als het woordenboek vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord dat u hebt toegevoegd. 4. Start met het intoetsen van het volgende woord. Samengestelde woorden intoetsen Toets het eerste deel van het woord in en bevestig de invoer door de joystick naar rechts te bewegen. Toets het laatste deel van het woord in en bevestig de invoer door de joystick naar rechts te bewegen.
Tekst intoetsen Tips voor het intoetsen van tekst Mogelijk zijn ook de volgende opties beschikbaar in de modus voor normale tekstinvoer of de modus voor tekstinvoer met woordenboek: • Druk op om een spatie in te voegen. • Druk de joystick in de gewenste richting om de cursor naar rechts, links, boven of onder te verplaatsen. • Als u tekens uit het display wilt wissen, drukt u op Wis. Houd Wis ingedrukt om de tekens sneller te verwijderen.
Tijdens het intoetsen van tekstberichten zijn de volgende opties beschikbaar: • Als u een cijfer wilt intoetsen terwijl de lettermodus is geactiveerd, drukt u op Opties en selecteert u Nummer invoegen. Toets het telefoonnummer in of haal dit op uit Contacten en druk op OK. • Als u een naam uit Contacten wilt invoegen, drukt u op Opties en selecteert u Contact invoegen. Als u een telefoonnummer of een aan een naam gekoppeld tekstitem wilt toevoegen, drukt u op Opties en selecteert u Gegev. bekijken.
De menu’s gebruiken 5. De menu’s gebruiken De telefoon biedt een uitgebreide keuze aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's. Bij de meeste functies is een korte Help-tekst beschikbaar. Als u de Helptekst wilt bekijken, gaat u naar de gewenste menufunctie en wacht u 15 seconden. Als u de Help-tekst wilt sluiten, drukt u op Terug. Zie Telefooninstellingen op pagina 146. ■ Een menufunctie activeren Door te bladeren 1. Druk op Menu om het hoofdmenu te openen. 2.
6. Druk op Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau en druk op Uit om het hoofdmenu af te sluiten. Via een indexnummer De menu’s, submenu’s en opties zijn genummerd en de meeste kunnen worden geactiveerd via het indexnummer. • Druk op Menu om het hoofdmenu te openen. Toets binnen twee seconden het indexnummer in van de menufunctie die u wilt activeren. Voor de functies in menu 1 drukt u op Menu en toetst u en in. Toets vervolgens de overige cijfers van het gewenste indexnummer in.
De menu’s gebruiken ■ Overzicht van de menufuncties 1. Berichten 1. Tekstberichten 2. Multimediaber. 3. E-mail 4. Chatten 5. Spraakberichten 6. Informatieber. 7. Berichtinstellingen 8. Dienstopdrachten 2. Oproep-info 1. Gemiste oproepen 2. Ontvangen oproepen 3. Laatst gekozen nummers 4. Laatste oproepen verwijderen 5. Timers en tellers 3. Contacten 1. Zoeken 2. Contact toev. 3. Verwijderen 4. Mijn aanwezigheid Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
5. Abonneenamen 6. Kopiëren 7. Instellingen 8. Snelkeuze 9. Spraaklabels 10.Infonummers1 11.Dienstnummers1 12.Eigen nummers 13.Bellersgroepen 4. Instellingen 1. Profielen 2. Instellingen chat & aanwezigheid 3. Tooninstellingen 4. Weergave-instellingen 5. Instellingen tijd en datum 6. Favorieten 7. Connectiviteit 8. Meer instellingen 9. Fabrieksinstellingen terugzetten 1. Weergegeven indien ondersteund door de SIM-kaart.
De menu’s gebruiken 5. Galerij 1. Videoclips 2. Grafisch 3. Tonen 4. Opnamen 6. Radio 7. Organiser 1. Alarmklok 2. Agenda 3. Taken 4. Notities 5. Portefeuille 6. Synchronisatie 8. Toepassingen 1. Spelletjes 2. Verzameling 3. Extra's 9. Diensten 1. Home 2. Bookmarks 3. Download links Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
4. Dienstinbox 5. Instellingen 6. Ga naar adres 7. Cache wissen 10. SIM-diensten1 1. Alleen weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en inhoud zijn afhankelijk van de SIM-kaart. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Menufuncties 6. Menufuncties ■ Berichten (menu 1) U kunt tekstberichten, multimediaberichten en e-mailberichten lezen, intoetsen, verzenden en opslaan. Alle berichten worden ingedeeld in mappen. Voordat u e-mail-, afbeelding- of tekstberichten (SMS) kunt verzenden, moet u het nummer van uw berichtencentrale opslaan (zie Berichtinstellingen op pagina 103).
Berichten intoetsen en verzenden Het aantal beschikbare tekens en het nummer van het huidige gedeelte van een bericht uit meerdere delen wordt rechtsboven in het scherm weergegeven, bijvoorbeeld 120/2. Het gebruik van speciale tekens (Unicode) zoals ? kan meer ruimte in beslag nemen dan andere tekens. 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Tekstberichten en Bericht opstellen.
Menufuncties drukt u op OK. Aan elke ontvanger wordt een afzonderlijk tekstbericht verzonden. • Als u een bericht wilt verzenden met behulp van een distributielijst, selecteert u Distributielijst. Zie Distributielijsten op pagina 78 als u een distributielijst wilt definiëren. • Als u een bericht wilt verzenden met behulp van een berichtprofiel, selecteert u Verzendt profiel en kiest u het gewenste berichtprofiel. Zie Berichtinstellingen op pagina 103 als u een berichtprofiel wilt definiëren.
2. Toets het e-mailadres van de ontvanger in of haal dit op uit Contacten en druk op OK. 3. Desgewenst kunt u een onderwerp voor het e-mailbericht intoetsen. Druk op OK. 4. Toets het e-mailbericht in. Zie Tekst intoetsen op pagina 58. Het totaal aantal tekens dat u kunt intoetsen, wordt rechtsboven in het display weergegeven. Het e-mailadres en de onderwerpregel zijn in het aantal tekens inbegrepen. Zie ook Sjablonen op pagina 77. U kunt geen afbeeldingen invoegen. 5. Druk op Verzend.
Menufuncties 1. Druk op Tonen om het bericht te lezen of op Uit als u het bericht later wilt bekijken. Het bericht later lezen: Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Tekstberichten en Inbox. 2. Als u meerdere berichten hebt ontvangen, selecteert u het bericht dat u wilt lezen. Een ongelezen tekstbericht wordt voorafgegaan door . 3. Druk tijdens het lezen van het bericht op Opties. U hebt verschillende mogelijkheden.
4. Selecteer Beantw. om het bericht te beantwoorden. Selecteer Origineel bericht om het originele bericht in het antwoord op te nemen, selecteer een standaardantwoord of selecteer Leeg scherm. Als u een e-mail beantwoordt, moet u eerst het e-mailadres en onderwerp bevestigen of wijzigen. Toets vervolgens het antwoord in. 5. Druk op Verzend. of verzenden.
Menufuncties • Als u een map wilt verwijderen, gaat u naar de gewenste map, drukt u op Opties en selecteert u Map verwijderen. Sjablonen De telefoon bevat tekstsjablonen (aangeduid met (aangeduid met ). ) en afbeeldingsjablonen U kunt de lijst met sjablonen openen door op Menu te drukken en achtereenvolgens Berichten, Tekstberichten en Sjablonen te selecteren. • Als u een tekstsjabloon wilt invoegen in het bericht of de e-mail die u opstelt of beantwoordt, drukt u op Opties.
Distributielijsten Als u regelmatig berichten naar een vaste groep ontvangers moet verzenden, kunt u daarvoor een distributielijst definiëren. U kunt in de distributielijsten zowel contacten uit het telefoongeheugen als uit het SIM-geheugen opslaan. Het bericht wordt afzonderlijk aan elke ontvanger in de lijst gezonden. Het verzenden van een bericht via een distributielijst kan dus meer kosten dan het verzenden van een bericht aan één ontvanger.
Menufuncties • Als u een naam uit de lijst met contacten wilt invoegen, drukt u op Toevoeg. en selecteert u de gewenste naam in Contacten. • Als u de contactgegevens van een ontvanger wilt bekijken, gaat u naar de gewenste naam, drukt u op Opties en selecteert u Gegev. bekijken. • Als u een ontvanger uit de lijst wilt verwijderen, gaat u naar de gewenste naam, drukt u op Opties en selecteert u Contact verwijd..
Een multimediabericht kan tekst, één afbeelding, één geluidsfragment, één videoclip of dia's bevatten. De telefoon ondersteunt multimediaberichten van maximaal 100 kB. Als een bericht groter dan 45 kB is, kunt u het bericht waarschijnlijk niet ontvangen. Afhankelijk van uw netwerk, ontvangt u een tekstbericht waarin een internetadres is opgenomen waar u het multimediabericht op de pc kunt bekijken. Als het bericht een afbeelding bevat, wordt deze mogelijk aangepast aan het display.
Menufuncties De telefoon ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle variaties van de voorgaande bestandsindelingen. Als een bericht elementen bevat die niet worden ondersteund, worden deze elementen vervangen door de bestandsnaam en de tekst Objectindeling niet ondersteund. U kunt geen multimediaberichten ontvangen tijdens het bellen, als een spelletje of andere Java-toepassing actief is, of tijdens een actieve browsersessie voor GSMgegevens (zie De dienstinstellingen handmatig intoetsen op pagina 183).
• De telefoon ondersteunt het zenden en ontvangen van multimediaberichten van meerdere pagina's (dia's'). Als u een dia in het bericht wilt invoegen, drukt u op Opties en selecteert u Invoegen en Dia. Elke dia kan tekst, één afbeelding, één videoclip en één geluidsfragment bevatten. • Als het bericht verschillende dia's bevat, kunt u de gewenste dia openen door te drukken op Opties en Vorige dia, Volgende dia of Lijst met dia's te selecteren.
Menufuncties 5. Toets het telefoonnummer (of e-mailadres) van de ontvanger in of haal dit op uit Contacten. Druk op OK. Het bericht wordt verplaatst naar de map Outbox om te worden verzonden. Het verzenden van een multimediabericht duurt langer dan het verzenden van een tekstbericht. Tijdens het verzenden van het multimediabericht wordt de voortgangsindicator in het display weergegeven. U kunt de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken.
1. Druk op Tonen om het bericht te lezen of op Uit als u het bericht later wilt bekijken. Het bericht later lezen: druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Multimediaber. en Inbox. U kunt bladeren om het bericht te bekijken. 2. Druk op Select. om het bericht nu te bekijken. De functie van de middelste selectietoets is afhankelijk van het weergegeven object. • Druk op Beantw. om het bericht te beantwoorden. • Druk op Verwijd. als u een object uit het bericht wilt verwijderen.
Menufuncties • Doorst. naar nr, Drst. naar e-mail of Meer kopieën om het bericht door te sturen. • Bewerken om een reeds ingetoetst bericht te wijzigen. Zie Multimediaberichten intoetsen en verzenden op pagina 81. • Details bericht om het onderwerp, de grootte en de klasse van het bericht weer te geven. • Presentatie afsp. om de presentatie bij het bericht weer te geven. • Ag.not. openen of V.krtje openen om een agendanotitie of visitekaartje te bekijken.
Multimediaberichtengeheugen vol Als een nieuw multimediabericht is binnengekomen terwijl het berichtengeheugen vol is, knippert het pictogram en wordt Multimediageh. vol, wachtend bericht bekijk. weergegeven. Als u het bericht wilt bekijken, drukt u op Tonen. Als u het bericht wilt opslaan, drukt u op Opslaan en verwijdert u eerst oude berichten door de map te openen en een oud bericht te selecteren. Als u het wachtende bericht wilt negeren, drukt u op Uit en Ja.
Menufuncties E-mailtoepassing Met de e-mailtoepassing krijgt u via de telefoon toegang tot uw e-mailaccount. De compatibele e-mailtoepassing die u op kantoor of thuis gebruikt, wordt mogelijk ondersteund door de e-mailfunctie in de telefoon. U kunt met de telefoon e-mailberichten opstellen, verzenden en lezen. De telefoon ondersteunt POP3- en IMAP4-mailservers. De functie voor e-mailberichten maakt gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 28).
1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, E-mail en E-mail schrijven. 2. Toets het e-mailadres van de ontvanger in en druk op OK, of druk op Bewerk, toets het e-mailadres in en druk op OK. Druk op Opties en selecteer Zoeken om het e-mailadres op te zoeken in Contacten. 3. Toets desgewenst een onderwerp voor het e-mailbericht in en druk op OK.
Menufuncties Het e-mailbericht later verzenden: druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, E-mail, Overige opties en Nu verzenden of Ophalen en verz.. Opmerking: Wanneer u e-mailberichten verzendt, wordt de melding Bericht verzonden weergegeven. Deze melding betekent dat het bericht is verzonden naar de e-mailserver. Het wil niet zeggen dat het e-mailbericht op de bestemming is aangekomen. Neem contact op met de netwerkexploitant voor meer informatie over e-maildiensten.
Als u meerdere berichten hebt ontvangen, selecteert u het bericht dat u wilt lezen. Een ongelezen tekstbericht wordt aangeduid met . Een bericht lezen en beantwoorden met de e-mailtoepassing 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, E-mail en Inbox. 2. Druk tijdens het lezen van het bericht op Opties.
Menufuncties • Overige mappen bevat de volgende mappen: Concepten voor e-mailberichten die nog niet af zijn, Archief om uw e-mailberichten in te delen en op te slaan, Outbox voor e-mailberichten die nog niet verzonden zijn (als u Later verzenden hebt geselecteerd, zie Berichten intoetsen en verzenden met de emailtoepassing op pagina 87) en Verzonden items voor e-mailberichten die verzonden zijn.
ingetoetst en verzonden, blijft het zichtbaar in het display. Het antwoord wordt boven het oorspronkelijke bericht weergegeven. Voordat u kunt chatten, moet u zich op deze dienst abonneren. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en abonnementmogelijkheden voor de dienst. Bij de netwerkoperator of serviceprovider kunt u ook een unieke ID, een wachtwoord en de instellingen voor de chatdienst ophalen.
Menufuncties Zie Contacten voor chatsessies op pagina 99 als u een lijst met chatcontacten wilt definiëren. • Zie Groepen in Een chatsessie starten op pagina 95 als u wilt deelnemen aan een openbare chatsessie. Zie Een chatuitnodiging accepteren of weigeren op pagina 96 om via een uitnodigingsbericht deel te nemen aan een chatgroep. Zie Groepen op pagina 100 als u zelf chatgroepen wilt samenstellen of als u een openbare groep wilt toevoegen of verwijderen.
Het chatmenu openen Als u het menu Chatten wilt openen (off line chatten), drukt u op Menu en selecteert u Berichten en Chatten. U kunt de volgende opties selecteren: • Aanmelden om verbinding te maken met de chatdienst. Zie Verbinding maken met de chatdienst en de verbinding verbreken op pagina 94 als u de telefoon wilt instellen om automatisch verbinding te maken met de chatdienst zodra u het menu Chatten opent. • Opgeslagen conv.
Menufuncties Een chatsessie starten Open het menu Chatten en maak verbinding met de chatdienst. U kunt de volgende opties selecteren: • Gesprekken om een lijst weer te geven met nieuwe en gelezen chatberichten, of chatuitnodigingen die tijdens de actieve chatsessie werden ontvangen. Ga naar het gewenste bericht of de gewenste uitnodiging en druk op Openen om het bericht te lezen. staat voor nieuwe chatberichten en voor gelezen chatberichten.
starten, gaat u naar de groep en drukt u op Deelnm.. Voer de schermnaam in die u tijdens het chatten als alias wilt gebruiken. Wanneer u bij de chatsessie bent aangemeld, worden de tekst Aangemeld bij groep: en de groepsnaam weergegeven. Zie Groepen op pagina 100 als u een privé-groep wilt definiëren. • Zoeken en selecteer Gebruikers of Groepen om te zoeken naar andere chatgebruikers of openbare groepen in het netwerk.
Menufuncties • Druk op Accept. om deel te nemen aan het privé-groepsgesprek. Voer de schermnaam in die u als alias wilt gebruiken. Wanneer u bij de chatsessie bent aangemeld, worden de tekst Aangemeld bij groep: en de groepsnaam weergegeven. • Druk op Opties en selecteer Weigeren of Verwijderen om de uitnodiging te negeren of te verwijderen.
• Toev. aan contact. Selecteer het contact waaraan u gegevens wilt toevoegen en druk op Toevoeg.. Deelnemen aan een chatsessie Als u een chatsessie wilt starten of aan een chatsessie wilt deelnemen, drukt u op Schrijven. Tip: Als tijdens een chatsessie een nieuw bericht binnenkomt van iemand die niet bij de huidige chatsessie betrokken is, wordt het pictogram boven in het display weergegeven. Toets het bericht en druk op Verzend. of voor de volgende mogelijkheden: om het te verzenden.
Menufuncties Uw eigen gegevens wijzigen Open het menu Chatten en maak verbinding met de chatdienst. Selecteer Mijn instellingen om uw eigen beschikbaarheidsgegevens of schermnaam weer te geven of te wijzigen. Selecteer Beschikbaarheid en Beschikb. v. allen of Beschikb. v. contn (of Offline aangeven) om in te stellen dat alle andere chatgebruikers of alleen de contacten in de lijst u kunnen zien als zijnde on line of off line wanneer u verbinding hebt gemaakt met de chatdienst.
• Contact blokkeren (of Contact deblokk.) om de berichten van het geselecteerde contact te blokkeren (of deblokkeren). • Contact toev. om een nieuw contact vanuit het geheugen van de telefoon toe te voegen. • Contact verwijd. om een contact uit de lijst met chatcontacten te verwijderen. Berichten blokkeren en vrijgeven Maak verbinding met de chatdienst en selecteer Gesprekken of Chatcontacten. Markeer in de lijst met contacten de naam van het contact waarvan u de inkomende berichten wilt blokkeren.
Menufuncties Openbare groepen U kunt bookmarks aanbrengen voor openbare groepen die uw serviceprovider inbrengt. Maak verbinding met de chatdienst en selecteer achtereenvolgens Groepen en Openbare groepen. Ga naar de groep waarmee u wilt chatten en druk op Deelnm.. Als u niet in de groep bent opgenomen, toetst u uw schermnaam in als alias voor de groep. Als u op Opties drukt, kunt u Groep verwijderen selecteren om een groep uit de lijst met groepen te verwijderen.
Spraakberichten Voicemail is een netwerkdienst, waarop u zich mogelijk eerst moet abonneren. Neem contact op met de netwerkoperator voor meer informatie en voor het voicemailnummer. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Spraakberichten. Selecteer • Luisteren naar voicemail als u uw voicemail wilt bellen via het telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in het menu Nummer voicemailbox.
Menufuncties Berichtinstellingen De berichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop de berichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven. Instellingen voor tekst- en e-mailberichten via SMS 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen, Tekstberichten en Verzendt profiel. 2. Als meer dan één berichtprofielset door de SIM-kaart wordt ondersteund, selecteert u de set die u wilt wijzigen. • Selecteer Nr.
• Selecteer GPRS gebruiken en selecteer Ja om GPRS in te stellen als de gewenste SMS-drager. Stel ook de GPRS-verbinding in op Altijd online (zie EGPRS op pagina 141). • Selecteer Antwoord via zelfde centrale om de ontvanger van uw bericht toe te staan een antwoord te verzenden via uw berichtencentrale (netwerkdienst). • Selecteer Naam van dit profiel wijzigen om de naam van het geselecteerde berichtprofiel te wijzigen.
Menufuncties De instellingen handmatig intoetsen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen en Multimediaber.. Selecteer • Verzonden berichten opslaan. Selecteer Ja om op te geven dat verzonden multimediaberichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden items. Als u Nee selecteert, worden de verzonden berichten niet opgeslagen. • Afleveringsrapporten om het netwerk te vragen om afleveringsrapporten van uw berichten te verzenden (netwerkdienst).
Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in. Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider voor de instellingen. • Advertenties toestaan. U kunt opgeven of u berichten met advertenties wilt ontvangen of weigeren. Deze instelling wordt niet weergegeven als de optie Ontvangst multimedia toestaan is ingesteld op Nee.
Menufuncties U wordt gevraagd of u de opgeslagen instellingen wilt activeren. Bevestig dit als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken. • Als u de ontvangen instellingen eerst wilt weergeven, selecteert u Bekijken. • Als u de instellingen wilt verwijderen, selecteert u Wegdoen. Als de OMA-service niet beschikbaar is, kunt u de instellingen ook handmatig intoetsen. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen en E-mailberichten.
• Als u het servertype POP3 hebt geselecteerd, worden Inkomende (POP3) server, POP3-gebruikersnaam en POP3-wachtwoord weergegeven. Als u het servertype IMAP4 hebt geselecteerd, worden Inkomende (IMAP4) server, IMAP4-gebruikersnaam en IMAP4-wachtwoord weergegeven. Toets het serveradres voor binnenkomende e-mail in en geef vervolgens de gebruikersnaam en het wachtwoord op om toegang te krijgen tot de emailaccount.
Menufuncties • Inkomende (POP3) poort. Toets het poortnummer in dat u van de emailprovider hebt gekregen. • Antwoordadres. Toets het e-mailadres in waarnaar de antwoorden moeten worden gestuurd. • Beveiligde aanmelding. Selecteer Beveiligde aanmelding aan als voor de verbinding een gecodeerde aanmelding nodig is. Als dit niet het geval is, laat u Beveiligde aanmelding uit ingeschakeld. Raadpleeg de serviceprovider als u niet zeker bent.
Als u het servertype IMAP4 hebt geselecteerd, worden de volgende opties weergegeven: • Inkomende (IMAP4) poort. Toets het poortnummer in dat u van de emailprovider hebt gekregen. • Antwoordadres. Toets het e-mailadres in waarnaar de antwoorden moeten worden gestuurd. • E-mails ophalen. Geef aan hoeveel e-mailberichten u per keer wilt ophalen. Het maximale aantal is 50. • Ophaalmethode. Selecteer Laatste e-mail als u alle nieuwe emailberichten wilt ophalen of selecteer Laatste ongelez.
Menufuncties Dienstopdrachten Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Dienstopdrachten. Vanuit dit submenu verzendt u serviceaanvragen (ook wel USSD-opdrachten genoemd) naar de netwerkoperator. Dit kunnen bijvoorbeeld activeringsopdrachten voor netwerkdiensten zijn. ■ Oproep-info (menu 2) Uw telefoon registreert gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen, evenals de lengte van uw gesprekken.
Tip: Wanneer een melding over een gemiste oproep wordt weergegeven, kunt u op Tonen drukken om de lijst met telefoonnummers weer te geven. Ga naar het nummer dat u wilt terugbellen en druk op . • Ontvangen oproepen om een lijst weer te geven met de laatste 20 telefoonnummers waarvan u oproepen hebt geaccepteerd (netwerkdienst). • Laatst gekozen nummers om een lijst weer te geven met de laatste 20 telefoonnummers van personen die u hebt gebeld of geprobeerd te bellen.
Menufuncties Als u over twee telefoonlijnen beschikt (netwerkdienst), kan elke telefoonlijn eigen gespreksduurtellers hebben. De tellers voor de geselecteerde lijn worden weergegeven. Zie Oproepinstellingen op pagina 144. • GPRS-gegevensteller. Blader om de grootte in bytes van verzonden of ontvangen gegevens te controleren, de totale hoeveelheid ontvangen en verzonden gegevens te bekijken en de tellers op 0 te zetten. De beveiligingscode is vereist om de tellers op 0 te zetten. • GPRS-verbindingstimer.
• De telefoon ondersteunt SIM-kaarten waarop maximaal 250 namen en telefoonnummers kunnen worden opgeslagen. Namen en nummers die in het geheugen van de SIM-kaart zijn opgeslagen, worden aangeduid met . In de dynamische lijst met contacten (Aanwezigheid) kunt u uw huidige aanwezigheidsindicatie uitwisselen met compatibele apparaten die toegang hebben tot deze dienst en die deze informatie opvragen.
Menufuncties Namen telefoonnummers opslaan (Contact toevoegen) Namen en nummers worden opgeslagen in het actieve geheugen (zie Instellingen selecteren voor de lijst met contacten hierboven). 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Contact toev.. 2. Toets de naam in en druk op OK. Zie Gewone tekstinvoer op pagina 62. 3. Toets het telefoonnummer in en druk op OK. Zie Opbellen op pagina 52 voor het intoetsen van nummers. 4. Wanneer de naam en het nummer zijn opgeslagen, drukt u op OK.
3. Blader in de lijst met contacten in het interne geheugen naar de naam waaraan u een nieuw nummer of een nieuwe tekstaantekening wilt toevoegen en druk op Gegev.. 4. Druk op Opties en selecteer Nr. toevoegen of Info toevoegen. 5. Als u een nummer of gegeven wilt toevoegen, selecteert u respectievelijk een van de nummertypen of teksttypen.
Menufuncties Een afbeelding toevoegen aan een naam of nummer in de lijst met contacten U kunt een afbeelding in een ondersteunde indeling toevoegen aan een naam of nummer in het interne geheugen van de telefoon. Druk de joystick omlaag vanuit de standby-modus, ga naar de gewenste naam (en het gewenste nummer) en druk op Gegev.. Druk op Opties en selecteer Afb. toevoegen. Een lijst met mappen in de Galerij wordt geopend. Ga naar de gewenste afbeelding, druk op Opties en selecteer Opsl. in contn.
logo en het statusbericht worden weergegeven. Druk op Gegev. om alle veranderbare gegevens weer te geven. Tip: Als u snel een bepaalde naam met het standaardnummer wilt weergeven terwijl de klep gesloten is, houdt u ingedrukt als u bij de naam komt terwijl u door Contacten bladert. Als u het volledige statusbericht wilt weergeven, drukt u op Gegev. en houdt u ingedrukt wanneer u bij het dynamische contact komt terwijl u door de lijst met contacten bladert.
Menufuncties Gegevens van een contact wijzigen of verwijderen Druk de joystick omlaag vanuit de standby-modus, ga naar de gewenste naam en druk op Gegev.. Ga naar de naam, het nummer, de tekst of de afbeelding die u wilt wijzigen of verwijderen. • Druk op Bewerk of op Wijzigen, of druk op Opties en selecteer achtereenvolgens Naam bewerken, Nr. bewerken, Info bewerken of Afb. wijzigen, afhankelijk van de keuze voor Weergave Contacten (zie Instellingen selecteren voor de lijst met contacten op pagina 114).
Voordat u de aanwezigheidsindicatie kunt gebruiken, moet u zich op deze dienst abonneren. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en abonnementmogelijkheden voor de dienst. Bij de netwerkoperator of serviceprovider kunt u ook een unieke ID, een wachtwoord en de instellingen voor de dienst ophalen. Zie Instellingen voor chatten en Mijn aanwezigheid op pagina 131 voor de configuratie van de vereiste instellingen voor de aanwezigheidsdienst.
Menufuncties • Mijn aanwezigheidslogo om uw persoonlijke logo te selecteren in de map Grafisch in de Galerij. Als u het standaardlogo selecteert, wordt dit niet gepubliceerd. • Tonen aan om de groepen te selecteren waaraan u uw aanwezigheidsindicatie wilt weergegeven of niet wilt weergeven. Selecteer Privé en openbaar als u contacten in uw privé-lijst toegang wilt verlenen tot uw aanwezigheidsgegevens: beschikbaarheid, statusbericht en logo. Andere contacten kunnen alleen uw beschikbaarheid bekijken.
• Huidige aanwez. standby tonen om het huidige statuspictogram in de standby-modus weer te geven. • Synchroniseren met profielen om te selecteren of u Mijn aanwezigheidsbericht en Mijn beschikbaarheid handmatig of automatisch wilt koppelen aan het actieve profiel. U kunt geen aangepast statuslogo koppelen aan een profiel. Zie ook Profielen op pagina 130. • Verbindingstype om te selecteren of automatisch verbinding met de dienst moet worden gemaakt wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
Menufuncties Contacten toevoegen aan de geabonneerde contacten 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Abonneenamen. Als u niet verbonden bent met de aanwezigheidsdienst, wordt gevraagd of u nu verbinding wilt maken. 2. Als u geen contacten hebt opgenomen in de lijst, drukt u op Toevoeg.. Anders drukt u op Opties en selecteert u Nieuw abonneren. De lijst met contacten wordt weergegeven. 3. Selecteer een contact in de lijst.
De statusinformatie van het eerste contact in de dynamische lijst met contacten wordt weergegeven. Dit kan onder meer bestaan uit tekst en de volgende pictogrammen: , of geven aan dat de persoon beschikbaar, bezet of niet beschikbaar is. geeft aan dat de aanwezigheidsgegevens van de persoon niet beschikbaar zijn. 2. Ga naar het gewenste contact en druk op Gegev. om de gegevens van het geselecteerde contact te bekijken.
Menufuncties Abonnement op een contact opzeggen • Als u het abonnement op een contact in de lijst Contacten wilt opzeggen, drukt u de joystick omlaag vanuit de standby-modus en gaat u naar het gewenste contact. Druk op Gegev., selecteer de ID en druk vervolgens op Opties. Druk op Abonn. opzeggen en druk op OK om te bevestigen. • Zie De geabonneerde contacten weergeven op pagina 123 voor meer informatie over het opzeggen van een abonnement via Abonneenamen.
Een visitekaartje zenden en ontvangen U kunt contactgegevens als visitekaartje verzenden naar en ontvangen van een compatibel apparaat. Wanneer u een visitekaartje hebt ontvangen, drukt u op Tonen en selecteert u Opslaan om het visitekaartje op te slaan in het telefoongeheugen. Als u het visitekaartje wilt negeren, drukt u op Uit en vervolgens op OK. Zoek naar de gewenste naam en het gewenste telefoonnummer in Contacten, druk achtereenvolgens op Gegev. en Opties en selecteer Visitek.
Menufuncties Spraakgestuurde nummerkeuze U kunt een telefoonnummer kiezen door een spraaklabel voor het nummer in te spreken. Elk gesproken woord, bijvoorbeeld een naam, kan een spraaklabel vormen. U kunt maximaal tien spraaklabels toevoegen. Houd rekening met het volgende voordat u voicedialling gebruikt: • Voice tags zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker. • Voice tags zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de voice tags op en speel ze af in een rustige omgeving.
1. Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Contacten en Zoeken. Ga naar het gewenste contact en druk op Gegev.. 2. Druk op Opties en selecteer Spraaklabel toev.. 3. Druk op Starten en spreek de woorden die u als spraaklabel wilt opnemen, duidelijk uit. Na de opname wordt de spraaklabel afgespeeld. 4. Als de spraaklabel is opgeslagen, wordt de tekst Spraaklabel opgeslagen weergegeven, klinkt een toon en wordt het pictogram achter het telefoonnummer met de spraaklabel weergegeven.
Menufuncties Infonummers en dienstnummers De serviceprovider heeft mogelijk informatienummers of dienstnummers op de SIM-kaart opgenomen. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Infonummers of Dienstnummers. Ga naar een dienstnummer of naar het gewenste informatienummer binnen een categorie en druk op om het nummer te bellen. Eigen nummers De telefoonnummers die aan de SIM-kaart zijn toegekend, worden opgeslagen onder Eigen nummers, als dit door de kaart wordt ondersteund.
Druk op Menu, selecteer achtereenvolgens Contacten, Bellersgroepen en selecteer de gewenste bellergroep. U kunt de volgende opties selecteren: Groepstitel, Groepsbeltoon, Groepslogo, Leden. Als u Leden selecteert, drukt u op Toevoeg. om een naam aan de groep toe te voegen. Ga naar de gewenste naam en druk op Toevoeg.. Als u een naam uit de bellergroep wilt verwijderen, gaat u naar de gewenste naam en drukt u op Verw..
Menufuncties U kunt de instellingen ook wijzigen in het menu Tooninstellingen (zie Tooninstellingen op pagina 132). Selecteer Profielnaam als u de naam van een profiel wilt wijzigen. De naam van het profiel Normaal kan niet gewijzigd worden. • Selecteer Mijn aanwezigheid om uw aanwezigheidsindicatie te wijzigen. Dit menu is beschikbaar als u Synchroniseren met profielen hebt ingesteld op Aan. Zie Mijn aanwezigheid op pagina 119.
U moet de verbindingsset activeren waarin u de instellingen wilt opslaan. Een verbindingsset is een verzameling instellingen die nodig zijn om verbinding te maken met de chat- en aanwezigheidsdienst. 3. Selecteer Instell. actieve chat & aanw. bew.. Selecteer de instellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in op basis van de richtlijnen die u van de netwerkoperator of serviceprovider hebt ontvangen. U kunt de verbindingsinstellingen vinden in het menu Instellingen verbinding.
Menufuncties Tip: Als u een beltoon downloadt of ontvangt via OTA, kunt u de beltoon opslaan in de Galerij. • Trilsignaal om het trilalarm voor inkomende spraakoproepen en berichten in te stellen. Het trilalarm werkt niet wanneer de telefoon is aangesloten op een lader, bureaulader of carkit. • Berichtensignaaltoon om de signaaltoon voor inkomende berichten in te stellen. • Chatwaarschuwingstoon om de signaaltoon voor inkomende chatberichten in te stellen.
multimediabericht of afbeeldingen ophalen van een compatibele pc met PC Suite en vervolgens opslaan in het menu Galerij. De telefoon ondersteunt de indelingen JPEG, GIF, WBMP, BMP, OTA-BMP en PNG, maar niet noodzakelijkerwijs alle variaties van deze bestandsindelingen. • Selecteer Achtergr. select. en open een afbeeldingenmap. Ga naar de afbeelding die u als achtergrond wilt instellen, druk op Opties en selecteer Inst. als achtergr..
Menufuncties De screensaver in de vorm van een digitale klok wordt gebruikt om energie te besparen. De digitale klok wordt geactiveerd wanneer gedurende bepaalde tijd geen telefoonfunctie is gebruikt. Druk op een willekeurige toets om de screensaver uit te schakelen. De screensaver wordt ook uitgeschakeld als de telefoon zich buiten het bereik van het netwerk bevindt. De screensaver komt in de plaats van afbeeldingen en tekst die in de standby-modus in het display worden weergegeven.
• Datum en Datum tonen (of Datum verbergen) om de datum rechtsboven in het display weer te geven (of te verbergen) wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt. Selecteer Datum instellen om de datum aan te passen. U kunt tevens de datumnotatie en het scheidingsteken voor de datum selecteren. • Datum en tijd autom. aanpassen om in te stellen dat de datum en tijd automatisch moeten worden bijgewerkt op basis van de huidige tijdzone (netwerkdienst). Selecteer Aan.
Menufuncties • Spraakopdrachten, selecteer de gewenste opdrachtenmap, ga naar de functie waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen en druk op Toevoeg.. Als voor de functie al een spraaklabel aanwezig is, wordt het pictogram weergegeven. Zie Spraakgestuurde nummerkeuze op pagina 127 voor meer informatie over het toevoegen en activeren van spraaklabels.
Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor een juiste samenwerking van Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de leveranciers van andere Bluetooth-apparaten voor informatie over de compatibiliteit met deze telefoon. In sommige landen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-apparaten. Vraag dit na bij de bevoegde instanties in uw land. Met het SAP-profiel (SIM Access Profile) kunt u verbinding maken met compatibele apparaten zoals de carkit RAN 610 van Nokia.
Menufuncties 4. Toets het Bluetooth-wachtwoord van het apparaat in om de apparaten op elkaar af te stemmen ('te koppelen') en verbind het apparaat met de telefoon. U hoeft dit wachtwoord uitsluitend op te geven wanneer u het apparaat voor het eerst aansluit. Bluetooth-verbinding Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Connectiviteit en Bluetooth. Selecteer • Actief apparaat om te controleren welke Bluetooth-verbinding actief is.
Instellingen Bluetooth Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Connectiviteit, Bluetooth en Instellingen Bluetooth om te definiëren hoe de telefoon aan andere Bluetooth-apparaten moet worden weergegeven. Selecteer • Waarneembaarheid mijn telefoon en kies Waarneembaar om de telefoon weer te geven aan alle andere Bluetooth-apparaten, of kies Verborgen om de telefoon alleen weer te geven aan de gekoppelde apparaten.
Menufuncties • U stelt de infraroodpoort van de telefoon in op het ontvangen van gegevens via infrarood door op Menu te drukken en achtereenvolgens Instellingen, Connectiviteit en Infrarood te selecteren. • De gebruiker van het zendende toestel selecteert vervolgens de gewenste infraroodfunctie om de gegevenstransmissie te starten. Als de gegevenstransmissie niet binnen twee minuten na het activeren van de infraroodpoort wordt gestart, wordt de verbinding verbroken en moet u opnieuw beginnen.
informatie over de beschikbaarheid van EGPRS en de snelheid van gegevensoverdracht. Toepassingen die gebruikmaken van EGPRS zijn multimedia, chatten en tekstberichten, browsersessies, e-mail, OMA-gegevenssynchronisatie op afstand, downloaden van Java-toepassingen en pc-inbeldiensten (bijvoorbeeld internet en e-mail). Voordat u EGPRS-technologie kunt gebruiken • Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor de beschikbaarheid van en het abonneren op de EGPRS-dienst.
Menufuncties Wanneer u een toepassing start die gebruikmaakt van EGPRS, wordt een verbinding tussen de telefoon en het netwerk tot stand gebracht, waarna gegevens kunnen worden overgedragen. Wanneer u de toepassing beëindigt, wordt ook de EGPRS-verbinding beëindigd, maar blijft de telefoon geregistreerd bij het EGPRS-netwerk. Als u een oproep of een tekstbericht ontvangt terwijl een GPRS-verbinding actief is, wordt het pictogram rechtsboven in het display weergegeven.
• Ga naar Alias voor toegangspunt en druk op Select.. Toets de gewenste naam voor het geactiveerde toegangspunt in en druk op OK. • Ga naar GPRS-toegangspunt en druk op Select.. Toets de naam van het toegangspunt in om een verbinding met een EGPRS-netwerk tot stand te brengen. Neem contact op met de netwerkoperator voor de naam van het toegangspunt. U kunt de EGPRS-inbelinstellingen (naam van toegangspunt) ook configureren op de pc met behulp van de software Nokia Modem Options. Zie PC Suite op pagina 196.
Menufuncties Selecteer Activeren om de doorschakeloptie in te schakelen en selecteer vervolgens de timeout om de oproep door te schakelen (indien beschikbaar voor de doorschakeloptie). Als u het doorschakelen van oproepen wilt uitschakelen, selecteert u Annuleren. U kunt controleren of een doorschakeloptie is geactiveerd door Status control. te selecteren als deze mogelijkheid voor de doorschakeloptie beschikbaar is. Er kunnen verschillende doorschakelopties tegelijkertijd actief zijn.
• Samenvatting na oproep. Selecteer Aan om na elk gesprek kort de duur van het gesprek weer te geven (netwerkdienst). • Identificatie verzenden. Selecteer Ja om uw telefoonnummer weer te geven aan degene naar wie u belt (netwerkdienst). Selecteer Netwerkinstelling als u de instelling wilt gebruiken die u bent overeengekomen met uw netwerkoperator. • Lijn uitgaande oproepen (netwerkdienst) om telefoonlijn 1 of 2 voor gesprekken te selecteren.
Menufuncties • Geheugenstatus om de hoeveelheid vrij, gebruikt en totaal beschikbaar geheugen voor elke functie weer te geven. U kunt de informatie over het geheugen ook vinden in het menu van bepaalde functies, zoals het menu Toepassingen. • Selecteer Automatische toetsblokkering om in te stellen dat de toetsen automatisch moeten worden geblokkeerd na een bepaalde, vooraf ingestelde tijd wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt en geen telefoonfuncties worden gebruikt.
• Celinformatie. Selecteer Aan om de telefoon zodanig in te stellen dat wordt aangegeven wanneer de telefoon in een cellulair netwerk wordt gebruikt dat op MCN-technologie (Micro Cellular Network) is gebaseerd. • Welkomsttekst. Toets het bericht in dat u kort wilt weergeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Als u de tekst wilt opslaan, drukt u op Opslaan. • Operatorselectie. Selecteer Automatisch om automatisch een van de netwerkoperators te selecteren die in uw regio beschikbaar zijn.
Menufuncties Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Meer instellingen en Toebehoreninstellingen. U kunt het gewenste toebehoren selecteren in de lijst, mits het betreffende toebehoren op de telefoon is aangesloten of aangesloten geweest. Selecteer • Standaard profiel om automatisch het gewenste profiel te selecteren wanneer u verbinding maakt met de geselecteerde toebehoren. U kunt een ander profiel selecteren terwijl het toebehoren is aangesloten.
Beveiligingsinstellingen Opmerking: Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld die oproepen beperken (zoals Oproepen blokkeren, Beperkte groep gebruikers en Vaste nummers), kunnen in sommige netwerken nog wel bepaalde alarmnummers gekozen worden (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Meer instellingen en Beveiligingsinstellingen.
Menufuncties • Beveiligingsniveau. Selecteer Telefoon als de beveiligingscode gevraagd moet worden zodra een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst. Selecteer Geheugen als de beveiligingscode gevraagd moet worden wanneer het geheugen van de SIM-kaart is geselecteerd en u het gebruikte geheugen wilt wijzigen (zie Instellingen selecteren voor de lijst met contacten op pagina 114). Zie Contactgegevens kopiëren op pagina 125 als u van het ene naar het andere geheugen wilt kopiëren.
In het menu Galerij kunt u de afbeeldingen, foto's, opnamen, tonen en videoclips beheren die in de telefoon zijn opgeslagen en die u bijvoorbeeld hebt ontvangen in multimediaberichten. Zie Multimediaberichten lezen en beantwoorden op pagina 83. Uw telefoon ondersteunt gebruiksrechten ter bescherming van opgehaalde content. Content, zoals een beltoon, kan beschermd zijn en onderworpen aan bepaalde gebruiksregels, bijvoorbeeld een beperking in aantal te gebruiken keren en periode van gebruik.
Menufuncties • Type weergave om te selecteren hoe de mappen moeten worden weergegeven. • Lijst activ.sleutels om een lijst met beschikbare gebruiksrechten weer te geven. • Downloads om meer afbeeldingen en tonen te downloaden. Selecteer Graf. downloads of Beltonendownlds. De lijst met beschikbare browserbookmarks wordt weergegeven. Selecteer Meer bookmarks om de lijst met bookmarks in het menu Diensten te openen (zie Bookmarks op pagina 188).
• Verwijderen, Verzenden, Verplaatsen, Naam wijzigen, Inst. als achtergr., Inst. als beltoon, Afb. bewerken, Gegevens, Type weergave, Sorteren, Alle verwijderen, Open in volgorde, Spelen, Audio onderdruk. (Audio vrijgeven), Contrast instellen. • Verzenden om het geselecteerde bestand te verzenden via MMS, Bluetooth of infrarood. • Alle verwijderen om alle bestanden in de geselecteerde map te verwijderen. • Afb. bewerken om tekst, een kader of illustraties aan de geselecteerde afbeelding toe te voegen.
Menufuncties ■ Radio (menu 6) Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Als u naar de radio in de telefoon wilt luisteren, sluit u de compatibele hoofdtelefoon aan op de overeenkomstige aansluiting aan de onderzijde van de telefoon. Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als de antenne van de radio.
Tip: U kunt terugkeren naar de standby-modus door kort op Houd ingedrukt om de radio snel uit te schakelen. te drukken. Een radiozender instellen Zet de radio aan en druk de joystick omhoog of omlaag om naar een radiozender te zoeken. Het zoeken stopt wanneer een radiozender is gevonden. Als u de zender wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteert u Kanaal opslaan. Toets de naam van de zender in en druk op OK. Selecteer de locatie waar u de zender wilt opslaan.
Menufuncties opslaan, drukt u op OK en selecteert u Kanaal opslaan (zie de procedure hierboven). Tip: Als u snel de optie Handm. afstem. wilt selecteren, drukt u op vanuit het menu Radio. • Kies frequentie. Als u de frequentie van de gewenste radiozender kent (tussen 87.5 MHz en 108.0 MHz), toetst u de frequentie in en drukt u op OK. Sla het kanaal op (zie Kanaal opslaan hierboven). Tip: Als u snel de optie Kies frequentie wilt selecteren, drukt u op vanuit het menu Radio. • Kanaal verwijd..
Wanneer een toepassing die gebruikmaakt van een GPRS- of HSCSD-verbinding, bezig is met het verzenden of ontvangen van gegevens, kan dit de radio-ontvangst storen. Waarschuwing: Zet de muziek niet te hard. Voortdurende blootstelling aan harde muziek kan uw gehoor beschadigen. ■ Organiser (menu 7) Opmerking: U kunt de functies in het menu Organiser alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Menufuncties Als u de radio als alarmgeluid selecteert, wordt daarvoor de laatste zender gebruikt die u via de luidspreker hebt beluisterd. Als u de hoofdtelefoon loskoppelt, wordt in plaats van de radio het standaard waarschuwingssignaal gebruikt. Als het alarmtijdstip is aangebroken Er klinkt een alarmsignaal, de tekst Alarm! knippert en het alarmtijdstip wordt in het display weergegeven.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Agenda. Tip: U kunt snel de huidige maand in de Agenda weergeven door de joystick vanuit de standby-modus naar rechts te drukken. Blader naar de gewenste dag. De huidige dag is gemarkeerd met een kader. Als voor de betreffende dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven. • Als u een notitie wilt weergeven, gaat u naar de gewenste notitie en drukt u op Bekijken. U kunt door de notitie bladeren.
Menufuncties notities voor de dag zijn, of druk op Opties, selecteer Notitie maken en selecteer een van de volgende mogelijkheden: • Vergadering - toets het onderwerp in en druk op Opslaan (of druk op Opties en zoek de naam op in Contacten). Toets vervolgens de locatie voor de vergadering in en druk op Opslaan. Toets de aanvangstijd voor de vergadering in en druk op OK. Toets ook de eindtijd voor de vergadering in en druk op OK.
• Herinnering - toets het onderwerp voor de herinnering in, druk op Opslaan. Als u een waarschuwingstoon voor de notitie wilt instellen, selecteert u Alarm aan en stelt u de tijd voor het signaal in. Als een waarschuwingstoon is ingesteld, wordt het pictogram wanneer u de notities weergeeft. weergegeven Notitiemelding Er klinkt een piepsignaal en de notitie wordt weergegeven. Als een notitie van het type wordt weergegeven, kunt u het weergegeven nummer kiezen door op te drukken.
Menufuncties notitie. Als u de deadline wilt wijzigen, opent u de notitie en selecteert u de optie voor de deadline. Zie Tekstinvoer met woordenboek in- en uitschakelen op pagina 60 voor meer informatie over het Woordenboek. • Als u vanuit de takenlijst op Opties drukt, kunt u de taken sorteren op prioriteit of deadline, taken naar een andere telefoon sturen, een taak opslaan als agendanotitie of de agenda openen.
3. Toets de notitie in en druk op Opslaan. Als u op Opties drukt, kunt u Tijd & datum inv. selecteren om de huidige datum en tijd aan de notitie toe te voegen. Als er niet voldoende ruimte is om de datum en tijd in te voegen, wordt gevraagd of u het benodigde aantal tekens uit de notitie wilt verwijderen. Als de notitie te lang is om als bericht te worden verzonden, wordt gevraagd of u het benodigde aantal tekens uit de notitie wilt verwijderen.
Menufuncties De portefeuille openen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Portefeuille. Toets de portefeuillecode in en druk op OK. Selecteer • Port. profielen om kaartcombinaties te maken, bijvoorbeeld voor verschillende diensten. Een portefeuilleprofiel is handig als u tijdens het browsen wordt gevraagd om veel gegevens in te vullen. U kunt dan het juiste portefeuilleprofiel selecteren in plaats van verschillende kaarten afzonderlijk te moeten selecteren.
2. Ga naar een van de volgende kaarttypen om de gegevens op te slaan en druk op Select.. • Betaalkaart voor creditkaarten en betaalkaarten. • Klantenpas voor klantenkaarten. • Toegangskaart voor persoonlijke gebruikersnamen en wachtwoorden voor on line diensten. • Gebruikersgegevenskaart voor aangepaste persoonlijke voorkeuren voor on line diensten. • Adreskaarten voor algemene contactgegeven voor thuis/kantoor. 3. Als nog geen kaarten in de map aanwezig zijn, drukt u op Toevoeg.
Menufuncties Persoonlijke notities U kunt persoonlijke notities opslaan, bijvoorbeeld rekeningnummers, wachtwoorden, codes of notaties. Open de portefeuille en selecteer Persoonl. notitie. Druk op Toevoeg. om een nieuwe persoonlijke notitie te maken. Als u een notitie wilt weergeven, gaat u naar de gewenste notitie in de lijst en drukt u op Bekijken. Druk op Bewerk als u de weergegeven notitie wilt wijzigen.
• Selecteer nu gebruikersgegevenskaart: selecteer een kaart in de lijst met gebruikerskaarten. • Selecteer nu factureringsadres: selecteer een adres in de lijst met adreskaarten. • Selecteer nu verzendadres: selecteer een adres in de lijst met adreskaarten. • Selecteer nu leveringsadres voor ontvngstbew.: selecteer een adres in de lijst met adreskaarten. • Selecteer nu leveringsmethode voor ontvngstbew.
Menufuncties • Als u voor de gewenste items wilt betalen, wordt gevraagd of u al dan niet de portefeuille wilt gebruiken. Bovendien wordt gevraagd naar de portefeuillecode. • Selecteer de kaart waarmee u wilt betalen in de lijst Betaalkaart. De creditkaartgegevens of gegevens uit het portefeuilleprofiel worden automatisch ingevuld, mits het gegevensformulier dat u van de serviceprovider krijgt, de ECML (Electronic Commerce Modelling Language)-norm ondersteunt. • Bevestig de aankoop.
synchronisatiesessie te starten vanaf de pc. De contactgegevens op de SIM-kaart worden niet gesynchroniseerd. Wanneer u tijdens het synchroniseren een oproep beantwoordt, wordt de synchronisatiesessie beëindigd en moet u deze opnieuw starten. Synchroniseren vanaf de telefoon Voordat u met de telefoon een synchronisatiesessie kunt starten, moet u mogelijk eerst: • Een abonnement nemen op een synchronisatiedienst.
Menufuncties 3. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser, Synchronisatie en Synchroniseren. De gemarkeerde gegevens in de actieve set worden gesynchroniseerd na uw bevestiging. Als de lijst met contacten en de agenda vol zijn, kan het synchroniseren bij een eerste synchronisatiesessie of na een onderbroken synchronisatiesessie wel 30 minuten duren.
• Te synchroniseren gegevens. Markeer de gegevens die u wilt synchroniseren (Contacten, Agenda en/of Notities) en druk op OK. • Adressen database. Selecteer Database contacten , Database agenda en/of Notitiedatabase. • Gebruikersnaam. Toets de gebruikersnaam in en druk op OK. • Wachtwoord. Toets het wachtwoord in en druk op OK. Controleer het wachtwoord en druk op OK. • Synchronisatieserver. Toets de naam van de server in en druk op OK. • Instellingen verbinding.
Menufuncties ■ Toepassingen (menu 8) Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Spelletjes Spelletjes maken gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 28). Druk op Menu en selecteer Toepassingen. Een lijst met mappen wordt weergegeven.
Sommige spelletjes verbruiken veel batterijvermogen; mogelijk moet u de telefoon op de lader aansluiten. Verzameling Het menu Verzameling maakt gebruik van het gedeelde geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 28). Druk op Menu en selecteer Toepassingen. Een lijst met mappen wordt weergegeven. Selecteer Verzameling en selecteer vervolgens • Toepassing select. en ga naar de gewenste toepassing of de set toepassingen (de naam is afhankelijk van de toepassing). Druk op Openen om een toepassing te starten.
Menufuncties Als u een vooraf geïnstalleerde toepassing of set toepassingen van de telefoon hebt verwijderd, kunt u deze mogelijk opnieuw naar de telefoon downloaden vanaf www.nokia.com. • Details: hiermee kunt u meer informatie over de toepassing weergeven. • Versiecontrole: hiermee kunt u controleren of een nieuwe versie van de toepassing beschikbaar is om via de diensten te downloaden (netwerkdienst).
• Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Verzameling en Toep.downloads, of druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Spelletjes en Spel.downloads. De lijst met beschikbare browserbookmarks wordt weergegeven. Selecteer Meer bookmarks om de lijst met bookmarks in het menu Diensten te openen (zie Bookmarks op pagina 188). Selecteer de juiste bookmark om verbinding te maken met de gewenste site.
Menufuncties Wanneer u een spelletje of toepassing downloadt, wordt dit item mogelijk opgeslagen in het menu Spelletjes in plaats van het menu Verzameling. Download alleen content van bronnen die u vertrouwt. Extra's Opname-eenheid U kunt bijvoorbeeld een naam en telefoonnummer opnemen om deze later te noteren. Opmerking: Houd u aan de lokale wetgeving met betrekking tot het opnemen van gesprekken. Gebruik deze functie niet op onrechtmatige wijze. Opnemen 1.
Lijst met opnamen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Extra's, Spraakrecorder en Opnamelijst. De lijst met mappen in de Galerij wordt weergegeven. Ga naar Opnamen, druk op Openen en selecteer de gewenste opties voor bestanden in de Galerij. Zie Galerij (menu 5) op pagina 151. Rekenmachine Met de rekenmachine in uw telefoon kunt u optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, het kwadraat en de wortel berekenen, en valuta omzetten.
Menufuncties 4. Toets het tweede getal in. 5. Druk op Uitkomst voor het resultaat. Herhaal stap 3 tot en met 5 zo vaak als nodig is. 6. Als u een nieuwe berekening wilt uitvoeren, houdt u eerst Wis ingedrukt. Valuta's omrekenen 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Extra's en Rekenmachine. 2. Als u de wisselkoers wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteert u Wisselkoers. Selecteer een van de twee opties die worden weergegeven.
Als het timertijdstip is aangebroken als de telefoon zich in de standby-modus bevindt, klinkt een waarschuwingstoon en knippert de bijbehorende tekst als deze is ingesteld of wordt Tijd timer verstreken weergegeven. U kunt de waarschuwingstoon met een druk op een willekeurige toets onderbreken. Als geen toets wordt ingedrukt, stopt het signaal automatisch binnen 30 seconden. Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen en de tekst wilt wissen, drukt u op Uit. Druk op Opn. strt.
Menufuncties 3. Druk op Opslaan om de rondetijden of tussentijden als tijdset op te slaan. Als u de tijd opnieuw wilt instellen of de tijdsopname wilt voortzetten, drukt u op Opties en selecteert u Opnieuw instellen of Starten. Tijden weergeven en verwijderen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen, Extra's en Stopwatch. Als de stopwatch niet op 0 wordt gezet, kunt u Laatste tonen selecteren om de meest recente tijdsopname weer te geven.
Language) of xHTML (extensible HyperText Markup Language), of een combinatie daarvan. Informeer bij de netwerkoperator en/of serviceprovider waarvan u een dienst wilt gebruiken naar de beschikbaarheid en tarieven van deze dienst. Serviceproviders verstrekken u ook de instructies voor het gebruik van hun diensten.
Menufuncties Zie Dienst voor OTA-instellingen op pagina 50 voor meer informatie over het ontvangen van dienstinstellingen als OTA-bericht. De dienstinstellingen handmatig intoetsen 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten, Instellingen en Instellingen verbinding. 2. Selecteer Actieve dienstinstellingen. 3. Ga naar de verbindingsset die u wilt activeren en druk op Activeer. U moet de verbindingsset activeren waarin u de dienstinstellingen wilt opslaan.
Maak verbinding met de gewenste dienst. U kunt op drie manieren verbinding maken: • Open de startpagina van de dienst, bijvoorbeeld de homepage van de serviceprovider: Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Home, of houd ingedrukt vanuit de standby-modus. Wanneer de klep geopend is, houdt u de overeenkomstige cijfertoets ingedrukt. • Selecteer de bookmark van de dienst: Druk op Menu, selecteer achtereenvolgens Diensten en Bookmarks en selecteer een bookmark.
Menufuncties Als EGPRS is geselecteerd als de gegevensdrager, wordt tijdens het browsen het pictogram linksboven in het display weergegeven. Als u een oproep of een tekstbericht ontvangt terwijl een EGPRS-verbinding actief is, wordt het pictogram rechtsboven in het display weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat de EGPRS-verbinding is onderbroken. Na een oproep probeert de telefoon de EGPRSverbinding opnieuw tot stand te brengen.
• Opslaan in map om een actieve pagina als downloadkoppeling in een geselecteerde map op te slaan. • Overige opties om een lijst met andere opties te openen, bijvoorbeeld opties voor de portefeuille en een aantal beveiligingsopties. • Opnieuw laden om de huidige pagina opnieuw te laden en bij te werken. • Afsluiten. Zie De verbinding met een dienst verbreken op pagina 186.
Menufuncties Weergave-instellingen van de browser Druk tijdens het browsen op Opties en selecteer Overige opties en Weergaveinstell., of druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten, Instellingen en Weergave-instellingen. Selecteer • Tekstterugloop. Selecteer Aan als u de tekst wilt laten doorlopen op de volgende regel of selecteer Uit als u de tekst wilt inkorten. • Lettergrootte. Selecteer Klein, Normale letters of Grote letters. • Afbeeldingen tonen.
Cookies Een cookie bestaat uit gegevens die een site opslaat in het cachegeheugen in de telefoon. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld uw gebruikersgegevens of browservoorkeuren zijn. Cookies blijven opgeslagen totdat u het cachegeheugen leegmaakt (zie Cachegeheugen op pagina 190). 1. Druk tijdens het browsen op Opties en selecteer Overige opties, Beveiliging en Cookies of druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten, Instellingen, Beveiligingsinstellingen en Cookies. 2.
Menufuncties Opmerking: In de telefoon zijn mogelijk een aantal bookmarks voorgeïnstalleerd voor sites die niet met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of ondersteund. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u net zoals voor andere sites maatregelen treffen om de veiligheid of inhoud van de site te garanderen.
Dienstinbox De telefoon kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider worden gezonden. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten, Instellingen en Instellingen dienstinbox om de instellingen voor de dienstinbox te configureren of te wijzigen. Selecteer • Dienstberichten en Aan om de telefoon in te stellen op het ontvangen van dienstberichten. • Automatisch verbinden. Selecteer Aan om in te stellen dat de content die in het dienstbericht wordt vermeld, automatisch moet worden opgehaald.
Menufuncties • druk tijdens het browsen op Opties en selecteer achtereenvolgens Overige opties en Cache wissen, of • druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Cache wissen. Browserbeveiliging Voor sommige diensten, zoals bankdiensten of winkelen op een site, zijn beveiligingsfuncties nodig. Voor deze verbindingen hebt u beveiligingscertificaten nodig, en mogelijk een beveiligingsmodule die wellicht op de SIM-kaart beschikbaar is.
Toets de code in en selecteer Aan. Als u het verzoek om de module-PIN wilt uitschakelen, selecteert u Uit. • PIN voor module wijzigen om de module-PIN te wijzigen, als de beveiligingsmodule dit toestaat. Toets de huidige module-PIN in en toets vervolgens tweemaal de nieuwe code in. • OndertekeningsPIN wijzigen. Selecteer de ondertekenings-PIN die u wilt wijzigen. Toets de huidige PIN-code in en toets vervolgens tweemaal de nieuwe code in. Zie ook Toegangscodes op pagina 24.
Menufuncties Autorisatiecertificaten kunnen in de beveiligingsmodule zijn opgeslagen door de serviceprovider, of kunnen worden opgehaald van het netwerk als de dienst het gebruik van autorisatiecertificaten ondersteunt. • Gebruikerscertificaten worden uitgegeven door een certificerende autoriteit. Gebruikerscertificaten zijn bijvoorbeeld vereist om een digitale handtekening te zetten.
voeren. Het gebruik van de digitale handtekening voor een wettelijk document kan worden gelijkgesteld aan het fysiek ondertekenen daarvan. Selecteer een koppeling op een pagina, bijvoorbeeld de titel van een boek dat u wilt aanschaffen en de prijs van het boek. De te ondertekenen tekst (mogelijk inclusief het bedrag, de datum, enzovoort) wordt weergegeven. Controleer of de koptekst Lezen en het pictogram voor digitale ondertekening worden weergegeven.
Menufuncties ■ SIM-diensten (menu 10) Naast de functies die in de telefoon zelf beschikbaar zijn, kan uw SIM-kaart extra diensten bieden die u kunt activeren via menu 10. Menu 10 wordt uitsluitend weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en de inhoud van het menu zijn volledig afhankelijk van de beschikbare diensten.
7. Pc-verbinding U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen en verbinding maken met internet terwijl de telefoon via infrarood, Bluetooth of een gegevenskabel is aangesloten op een compatibele pc. U kunt bij de telefoon een hele reeks toepassingen voor pc-verbinding en gegevenscommunicatie gebruiken, mits u op de benodigde diensten bent geabonneerd. Meer informatie en bestanden die u kunt downloaden vindt u op de Nokiawebsite www.nokia.com.
Pc-verbinding • Nokia Content Copier om gegevens te kopiëren (bijvoorbeeld als reservekopie) van de telefoon naar een compatibele pc of naar een andere compatibele Nokia-telefoon. • Nokia Settings Manager om uw browserbookmarks te wijzigen en verzenden, of om de verbindingssets voor de telefoon bij te werken. • Nokia Phone Editor om tekstberichten (SMS) te verzenden en de contacten in uw telefoon te wijzigen.
• Language Selection om de taal te selecteren die tijdens de installatie van PC Suite en voor de toepassing PC Suite zelf moet worden gebruikt. • HTML Help voor ondersteuning bij het gebruik van de toepassing. Sommige afbeeldingen, beltonen en andere content zijn beschermd door auteursrecht en mogen niet worden gekopieerd, gewijzigd, overgebracht of doorgestuurd.
Pc-verbinding U krijgt betere prestaties als u de telefoon tijdens gegevenstransmissies met de toetsen naar beneden op een stevige ondergrond plaatst. Beweeg de telefoon niet en houd deze tijdens een dataoproep niet in uw hand. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
8. Informatie over de batterij ■ Opladen en ontladen De telefoon werkt op een oplaadbare batterij. De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gebruiksduur (stand-by- en gesprekstijd) aanzienlijk korter is dan normaal, kunt u beter een nieuwe batterij kopen.
Informatie over de batterij De capaciteit en de levensduur van batterijen nemen af wanneer u deze in extreem warme of koude temperaturen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in de vrieskou). Probeer er voor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de batterij tussen de 15°C en 25°C ligt. Een telefoon met een extreem warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen.
VERZORGING EN ONDERHOUD Uw telefoon is een geavanceerd apparaat, dat met zorg is ontworpen en geproduceerd. Ga er zorgvuldig mee om. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden en vele jaren plezier te hebben van dit product. • Houd de telefoon en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht bevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
VERZORGING EN ONDERHOUD • Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Nietgoedgekeurde antennes, aanpassingen of accessoires kunnen de telefoon beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regels met betrekking tot radioapparaten. Alle bovenstaande tips gelden voor de telefoon, de batterij, oplader en andere accessoires. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van deze onderdelen niet goed werkt.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE ■ Verkeersveiligheid Gebruik geen handtelefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 20 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze handtelefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Voertuigen RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip-remsystemen (of antiblokkeer-remsystemen), systemen voor elektronische snelheidsregeling, airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant van uw voertuig of een vertegenwoordiger van de fabrikant voor meer informatie.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE ■ Voertuigen De telefoon mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze-telefoonapparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert.
■ Alarmnummer kiezen Belangrijk: Zoals alle draadloze telefoons maakt ook deze telefoon gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken en kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. Het is daarom van groot belang dat u nooit alleen vertrouwt op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie (bijvoorbeeld bij medische noodgevallen).
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Vergeet niet bij het bellen van een alarmnummer alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Uw draadloze telefoon is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk; verbreek de verbinding niet voordat u daarvoor toestemming hebt gekregen. ■ Informatie over certificatie (SAR) DIT TYPE TELEFOON VOLDOET AAN DE EISEN DIE DE EUROPESE UNIE HANTEERT VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN.
Voordat een telefoon op de markt komt, moet eerst worden aangetoond dat deze voldoet aan de Europese R&TTE-richtlijn. Deze richtlijn bevat één essentiële vereiste en dat is de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker en alle andere personen. De hoogste SAR-waarde die voor dit telefoonmodel is bereikt tijdens tests voor gebruik naast het oor is 0,82 W/kg.