Gebruikershandleiding Nokia 6710 Navigator Uitgave 4
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-491 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. © 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Reverse engineering van de software in het apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover deze gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingsplichten en aansprakelijkheden van Nokia, gelden deze beperkingen op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoedingsplicht en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers.
Inhoudsopgave Veiligheid.............................................................7 Over dit apparaat.......................................................................7 Netwerkdiensten.......................................................................8 1. Aan de slag.......................................................9 SIM-kaart en batterij plaatsen..................................................9 Een geheugenkaart plaatsen....................................................
Inhoudsopgave De invoertaal wijzigen............................................................42 Tekst kopiëren en verwijderen..............................................42 11. Foto's............................................................57 8. Berichten........................................................43 12. Camera.........................................................58 Berichten, hoofdweergave.....................................................43 Berichten schrijven en verzenden....
Inhoudsopgave Wekker......................................................................................73 Klokinstellingen.......................................................................73 18. Kantoortoepassingen..................................74 Woordenboek..........................................................................74 Omrekenen...............................................................................74 Rekenmachine ..........................................................
Veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
Veiligheid van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele aangesloten computers. Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Deze zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
1. Aan de slag SIM-kaart en batterij plaatsen Batterij veilig verwijderen. Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. 1. Verwijder de achtercover door deze vanaf de onderkant van het apparaat op te lichten. 2. Til de cover eraf. 3. Als u de batterij wilt verwijderen, licht u hem aan de achterkant op. 4. Schuif de SIMkaart in de SIM-kaarthouder. Zorg ervoor dat het goudkleurige contactgebied op de kaart naar beneden en de schuine hoek naar de sleuf is gericht.
Aan de slag 2. Plaats de kaart in de sleuf met de contactpunten naar beneden gericht (2). 3. Druk de kaart licht aan totdat hij op zijn plaats klikt. Sluit het klepje (3). Een geheugenkaart verwijderen Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de kaart worden aangetast. 1.
kan het enkele minuten duren voordat de batterijindicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen. Het apparaat in- en uitschakelen Houd de aan/uit-toets ingedrukt om het apparaat in en uit te schakelen. Als u kort op deze toets drukt, wordt een actief gesprek beëindigd of een toepassing gesloten. Als u wordt gevraagd om een PINcode, toetst u deze in en selecteert u OK. Als u wordt gevraagd om de blokkeringscode, toetst u deze in en selecteert u OK.
Aan de slag misschien een PIN-code invoeren die u van de serviceprovider hebt gekregen. 12 © 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
2. Het apparaat Toetsen en onderdelen 1 — Luidspreker 2 — Scherm 3 — Selectietoetsen 4 — Menutoets 5 — Beltoets 6 — Navigatietoets met GPS-lampje 7 — Tweede camera 8 — Lichtsensor © 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Het apparaat 16 — Volume-/zoomtoetsen 17 — Opnametoets 18 — Flitser 19 — Hoofdcamera 20 — Stereoluidsprekers 21 — Micro USB-aansluiting 22 — Geheugenkaartsleuf 23 — Oogje van polsband 24 — Microfoon Houd het apparaat uit de buurt van magneten en magneetvelden. Zoomgebied Uw apparaat heeft een zoomgebied onder het scherm. Veeg in het zoomgebied naar links of naar rechts om in of uit te zoomen. De zoomfunctie werkt in de toepassingen Kaarten, Browser, Foto's en Camera.
Selecteer > Organiser > Rekenmach. als u de rekenmachine wilt gebruiken. Selecteer > Toepassngn > Klok als u de tijd en de datum wilt beheren of een alarm wilt instellen. > Berichten en Opties > Instellingen als u Selecteer berichtinstellingen wilt beheren. U kunt de muziekspeler openen door > Toepassngn > Muziekspeler te selecteren. > Toepassngn > Radio als u de FM-radio wilt Selecteer openen. Selecteer > Instellingen > Instellingen en Telefoon als u oproepinstellingen wilt beheren.
Het apparaat Er is een Bluetooth-verbinding tot stand gebracht. Als het symbool knippert, probeert het apparaat verbinding te maken met een ander apparaat. Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding actief is. geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat. Er is een EGPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding actief is. geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat.
Het profiel Offline Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst de telefoonfunctie activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode invoeren.
Het apparaat Volumeregeling Waarschuwing: Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is. Als u het volume van het oortje of de luidspreker tijdens een gesprek of tijdens het luisteren naar een geluidsbestand wilt aanpassen, drukt u op de volumetoetsen. Selecteer Luidspreker of Telefoon om de luidspreker tijdens een gesprek in of uit te schakelen.
nodig. Mogelijk worden extra kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens van het apparaat verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-locatie of de leverancier van uw apparaat. ● Het blokkeerwachtwoord is vereist als u Oproepen blokkeren gebruikt om oproepen van en naar de telefoon te beperken (netwerkdienst). Extern blokkeren U kunt uw apparaat vanaf een ander apparaat vergrendelen met behulp van een SMS-bericht (van 5-20 tekens lang).
Het apparaat Polsband Haal de polsband erdoor en trek deze strak. 20 © 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
3. Nuttige informatie Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale Nokia-website voor de meest recente gebruikersgidsen, aanvullende informatie, downloads en services die te maken hebben met uw Nokia-product. Help van het apparaat Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op het apparaat. Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u > Toepassngn > Help > Help en de toepassing waarbij u hulp nodig hebt.
Nuttige informatie Het apparaat controleert mogelijk periodiek of er nieuwe software-updates beschikbaar zijn met Nokia Software Checker. Selecteer > Instellingen > Sw-update. Tip: Voer op het startscherm *#0000# in als u wilt weten welke softwareversie er op het apparaat is geïnstalleerd. Geheugen vrijmaken Selecteer > Organiser > Best.beheer als u wilt zien hoeveel geheugen beschikbaar is voor verschillende gegevenstypen. Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan.
● ● ● ● gegevensverbinding tot stand te brengen. Selecteer Packet-ggvns > Wanneer nodig om de bedrijfsduur van het apparaat te verlengen. Met de toepassing Kaarten worden nieuwe kaartgegevens gedownload als u naar nieuwe gedeelten van de kaart gaat. Dit vergt extra batterijcapaciteit. U kunt voorkomen dat nieuwe kaarten automatisch worden gedownload. Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk erg varieert in uw gebied, moet het apparaat herhaaldelijk zoeken naar het beschikbare netwerk.
4. Oproepfuncties Spraakoproepen Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee oproepen worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. De functies voor het blokkeren en doorschakelen van oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn. Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Spraakoproepen Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten. Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van de stem van de spreker. U hoeft dus niet op voorhand spraaklabels op te nemen. Het apparaat maakt een spraaklabel voor de contactgegevens en vergelijkt de ingesproken spraaklabel daarmee. De spraakherkenning in het apparaat past zich aan de stem van de hoofdgebruiker aan, zodat de spraakopdrachten beter worden herkend.
Oproepfuncties Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is toegewezen wilt wissen, bladert u naar de snelkeuzetoets en selecteert u Opties > Verwijderen. Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is toegewezen wilt wijzigen, bladert u naar de snelkeuzetoets en selecteert u Opties > Wijzigen. Voicemail Selecteer > Instellingen > Opr.mailbox. Wanneer u de toepassing Voicemail (netwerkdienst) voor het eerst opent, wordt u gevraagd om het nummer van uw voicemailbox in te voeren.
gesprek wordt dan in de wacht gezet. Druk op de eindetoets om de actieve oproep te beëindigen. Oproep- en gegevensregisters Selecteer > Logboek. U kunt recent gemiste, ontvangen en zelf gemaakte oproepen bekijken door Recente opr. te selecteren. Tip: Druk op de beltoets om de gekozen nummers te bekijken vanaf het startscherm. U kunt de geschatte duur van oproepen naar en van het apparaat bekijken door Duur oproep te selecteren.
Oproepfuncties toestaan? wordt weergegeven. Selecteer Ja als u wilt beginnen met het verzenden van live videobeelden. Als u de video-oproep niet activeert, hoort u alleen maar het geluid van de beller. In plaats van een videobeeld wordt een grijs scherm weergegeven. Als u in plaats van het grijze scherm een foto wilt weergeven die u met de camera van het apparaat hebt gemaakt, selecteert u > Instellingen > Instellingen en Telefoon > Oproep > Afbeeld. in videooproep.
U kunt inkomende oproepen doorschakelen naar uw voicemailbox of naar een ander telefoonnummer. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Selecteer het type oproepen dat u wilt doorschakelen en maak een keuze uit de volgende opties: ● Alle spraakoproepen, Alle gegevens- en videooproepen, of Alle faxoproepen — Alle inkomende spraak-, data-, video- en faxoproepen doorschakelen. U kunt deze oproepen niet beantwoorden, alleen doorschakelen naar een ander nummer.
Oproepfuncties ● Internationaal behalve naar eigen land — Oproepen naar het buitenland blokkeren maar oproepen naar uw eigen land toestaan. Als u de status van de oproepblokkering wilt controleren, selecteert u de blokkeeroptie en kiest u vervolgens Opties > Status controleren. Als u alle blokkeringen van spraakoproepen wilt deactiveren, selecteert u een blokkeringsoptie en Opties > Alle blokk. uitschakelen.
● Zorg ervoor dat zowel de afzender als de ontvanger bij het UMTS-netwerk zijn geregistreerd. Als u iemand uitnodigt voor het delen van video, maar het apparaat van de ontvanger zich niet in het dekkingsgebied van het UMTSnetwerk bevindt, de optie voor het delen van video niet is geïnstalleerd op diens apparaat of de verbindingen van persoon tot persoon niet zijn ingesteld, krijgt de ontvanger geen uitnodigingen.
Oproepfuncties naar de weergave voor het delen van video's om verder te gaan met de deelsessie. Internetoproepen Informatie over internetoproepen Met de internetgespreksdienst (netwerkdienst) kunt u oproepen plaatsen en ontvangen via internet. Internetoproepen zijn mogelijk tussen computers, tussen mobiele telefoons, en tussen een VoIP-apparaat en een traditionele telefoon. U moet zich op de dienst abonneren en over een gebruikersaccount beschikken om de dienst te kunnen gebruiken.
Instellingen voor internetoproepen Oproepfuncties Selecteer > Contacten. Blader naar links en selecteer in de lijst de internetoproepdienst. Als u de instellingen voor internetoproepen wilt weergeven of bewerken, selecteert u Opties > Instellingen en een van de volgende opties: ● Dienstverbindingen — Selecteer de bestemmingsinstellingen voor de verbinding voor internetoproepen en bewerk de bestemmingsgegevens. Als u een bestemming wilt wijzigen, gaat u naar de dienst en selecteert u Wijzigen.
5. Media Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen. Muziekspeler Selecteer > Toepassngn > Muziekspeler. Met de Muziekspeler kunt u muziekbestanden afspelen en afspeellijsten maken en beluisteren. Muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen zoals MP3 en AAC.
● Zender opslaan — Hiermee slaat u de zender waarop u momenteel hebt afgestemd, op in uw lijst met zenders. ● Zenders — Hiermee opent u de lijst met opgeslagen zenders. ● Afsp. in achtergrond — Hiermee gaat u terug naar het startscherm terwijl u op de achtergrond naar de FM-radio blijft luisteren. Waarschuwing: Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume.
Media U kunt de opnamekwaliteit en de opslaglocatie voor uw geluidsclips selecteren door Opties > Instellingen te kiezen. Opgenomen geluidsclips worden opgeslagen in de map Geluidsclips van de Galerij. Als u een telefoongesprek wilt opnemen, opent u de opnamefunctie tijdens een spraakoproep en selecteert u . Gedurende de opname horen beide partijen regelmatig een toon. 36 © 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
6. Positionering Informatie over GPS De coördinaten van het GPS worden uitgedrukt in het internationale WGS-84-systeem voor coördinaten. De beschikbaarheid van de coördinaten kan per regio verschillen. Het GPS-systeem (Global Positioning System) valt onder het beheer van de regering van de Verenigde Staten, die als enige verantwoordelijk is voor de nauwkeurigheid en het onderhoud van het systeem.
Positionering positiebepaling > Methoden pos.bepaling > Assisted GPS > Opties > Uitschakelen. U moet op uw apparaat een internettoegangspunt definiëren als u via een gegevensverbinding hulpgegevens van de Nokia A-GPS-dienst wilt ophalen. Het toegangspunt voor A-GPS kan worden gedefinieerd in positiebepalingsinstellingen. Voor deze dienst kan geen draadloos LAN-toegangspunt (WLAN) worden gebruikt. Er kan alleen internettoegangspunt voor een gegevensverbinding worden gebruikt.
Plaatsen U kunt Plaatsen gebruiken om de positiegegevens van specifieke locaties in het toestel op te slaan. U kunt de opgeslagen locaties onderverdelen in verschillende categorieën, zoals bedrijf, en andere informatie hieraan toevoegen, zoals adressen. U kunt uw opgeslagen plaatsen gebruiken in compatibele toepassingen, zoals GPS-gegevens. Selecteer > Toepassngn > Plaatsen. De coördinaten in de GPS worden uitgedrukt in het internationale coördinatensysteem WGS-84.
Positionering Positiegegevens ophalen Selecteer > Toepassngn > GPS-ggvns en Positie. In de positieweergave kunt u de positiegegevens van uw huidige locatie bekijken. U ziet ook een schatting van de juistheid van de locatie. U kunt uw huidige locatie opslaan als plaats door Opties > Positie opslaan te selecteren. Plaatsen zijn opgeslagen locaties met extra informatie en kunnen worden gebruikt in andere compatibele toepassingen en kunnen worden uitgewisseld tussen compatibele apparaten. 40 © 2009 Nokia.
7. Tekst invoeren Traditionele tekstinvoer geeft de traditionele tekstinvoer aan. en geven aan of er kleine letters of hoofdletters geeft aan dat de eerste letter van de worden gebruikt. zin met een hoofdletter en de andere letters automatisch met kleine letters geschreven worden. geeft de cijfermodus aan. Als u tekst met het toetsenblok wilt invoeren, druk u herhaaldelijk op een cijfertoets, 2-9, totdat het gewenste letterteken wordt weergegeven.
Tekst invoeren De invoertaal wijzigen Bij het schrijven van een tekst, kunt u de schrijftaal wijzigen. Als u bijvoorbeeld 6 keer op een toets moet drukken voor een bepaalde karakter, dan kunt u de schrijftaal wijzigen waardoor u in een andere volgorde toegang krijgt tot de karakters. Als u een tekst schrijft met een niet-Latijns alfabet en u wilt Latijnse karakters gebruiken, bijvoorbeeld in een e-mail- of internetadres, dan moet u wellicht de schrijftaal wijzigen.
8. Berichten Alleen apparaten met compatibele functies kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De weergave van een bericht kan verschillen afhankelijk van het ontvangende apparaat. Berichten, hoofdweergave Selecteer > Berichten (netwerkdienst). Selecteer Nieuw bericht als u een nieuw bericht wilt maken. Tip: Als u veelvuldig gebruikte berichten niet steeds opnieuw wilt schrijven, gebruikt u teksten in de map Sjablonen in Mijn mappen. Ook kunt u uw eigen sjablonen creëren en opslaan.
Berichten probeert het apparaat geregeld om het opnieuw te verzenden. Voor het verzenden van e-mail is een gegevensverbinding vereist en bij herhaalde pogingen om email te verzenden kunnen de kosten van gegevensoverdracht oplopen. In de map Outbox kunt u een dergelijk bericht verwijderen of verplaatsen naar de map Concepten. 1.
Gegevens, instellingen en webdienstberichten Uw apparaat kan vele berichttypen ontvangen die gegevens bevatten, zoals visitekaartjes, beltonen, operatorlogo's, agenda-items en e-mailwaarschuwingen. Wellicht ontvangt u ook instellingen van uw serviceprovider in een configuratiebericht. Selecteer Opties en de betreffende optie als u de gegevens in het bericht wilt opslaan. Webdienstberichten zijn meldingen (bijvoorbeeld van nieuwsberichten) en kunnen een SMS-bericht of een koppeling bevatten.
Berichten 1. Selecteer uw mailbox en vervolgens Opties > Nieuw emailbericht. 2. Ga naar het veld Aan en voer het e-mailadres van de geadresseerde in. Als het e-mailadres van de geadresseerde voorkomt in Contacten, begint u met het invoeren van de naam van de geadresseerde en selecteert u vervolgens de vervanger uit de lijst met voorgestelde opties. Als u meerdere geadresseerden toevoegt, gebruikt u een ; om de e-mailadressn van elkaar te scheiden.
selecteert u Lijst weergeven om een lijst weer te geven waarin wordt aangegeven welke bijlagen zijn gedownload en welke niet. Als u de geselecteerde bijlage of alle bijlagen uit de lijst naar het apparaat wilt downloaden, selecteert u Opties > Downloaden of Alles downloaden. De bijlagen worden niet in het apparaat opgeslagen en worden verwijderd wanneer u het bericht verwijderd.
Berichten en sorteren terwijl u onderweg bent. De dienst Nokia Berichten werkt met een aantal internet-e-mailproviders die vaak worden gebruikt voor persoonlijke e-mail, zoals de emaildiensten van Google. Voor de dienst Nokia Berichten worden mogelijk kosten berekend. Voor informatie over mogelijke kosten neemt u contact op met uw serviceprovider of de dienst Nokia Berichten. De dienst Nokia Berichten moet worden ondersteund door uw netwerk en is mogelijk niet beschikbaar in alle regio's.
Instellingen voor SMS-berichten Selecteer > Berichten en Opties > Instellingen > SMS. Maak een keuze uit de volgende opties: ● Berichtencentrales — Hiermee geeft u een lijst met alle gedefinieerde SMS-berichtencentrales weer. ● Berichtcentr. in gebruik — Selecteer de berichtencentrale voor het bezorgen van SMS-berichten. ● Tekencodering — Selecteer Bep. ondersteuning als tekens moeten worden geconverteerd naar een ander coderingssysteem wanneer dit beschikbaar is.
Berichten ● Anon. berichten toestaan — Berichten van anonieme afzenders weigeren. ● Advertenties ontvangen — Multimediaberichtadvertenties ontvangen (netwerkdienst). ● Rapporten ontvangen — De status van verzonden berichten in het logboek weergeven (netwerkdienst). ● Rapportverz. weigeren — Voorkomen dat uw apparaat leveringsrapporten van ontvangen berichten verzendt.
9. Contacten Informatie over Contacten Selecteer > Contacten. Met Contacten kunt u contactgegevens, zoals telefoonnummers, thuisadressen of e-mailadressen van uw contacten,- opslaan en bijwerken. U kunt een persoonlijke beltoon of een miniatuurafbeelding toevoegen aan een contact. U kunt ook contactgroepen maken om met meerdere contacten tegelijk te communiceren en om contactgegevens uit te wisselen met compatibele apparaten.
Contacten Contactgroepen maken Selecteer > Contacten. 1. Als u een nieuwe contactgroep wilt maken, gaat u naar de contacten die u aan de groep wilt toevoegen en selecteert u Opties > Markeringen aan/uit > Markeren. 2. Selecteer Opties > Groepen > Toevoegen aan groep > Nieuwe groep maken en geef een naam op voor de groep. Als u conferentiegesprekken met de groep wilt voeren via een conferentiedienst, moet u het volgende doen: ● Nr. conferentiedienst — Het nummer voor conferentiegesprekken invoeren.
Als u een beltoon wilt toevoegen voor een contact, selecteert u de contact, Opties > Beltoon en een beltoon. De beltoon klinkt wanneer u door het contact wordt gebeld. Contacten Als u een beltoon wilt toevoegen voor een contactgroep, selecteert u de contactgroep, Opties > Groepen > Beltoon en een beltoon. Selecteer Standaard beltoon in de lijst met beltonen om de beltoon te verwijderen. Contactinstellingen wijzigen Selecteer > Contacten.
10. Agenda Informatie over Agenda Selecteer > Agenda. Met Agenda kunt u geplande gebeurtenissen en afspraken maken en weergeven, en overschakelen tussen verschillende agendaweergaven. In de maandweergave worden agenda-items gemarkeerd met een driehoekje. Jaarlijks terugkerende items worden ook gemarkeerd met een uitroepteken. De items van de geselecteerde dag worden in een lijst weergegeven. U kunt agenda-items openen door een agendaweergave en een agenda-item te selecteren.
Voordat u vergaderverzoeken kunt maken, moet u eerst een compatibele mailbox op het apparaat hebben ingesteld. U maakt als volgt een afspraak: 1. Selecteer een dag en Opties > Nieuw item > Vergaderverzoek om een afspraak voor een vergadering te maken. 2. Voer de namen van de beoogde deelnemers in. Om de namen uit de lijst met contacten toe te voegen, voert u de eerste letters van de namen in en selecteert u uit de voorgestelde namen die overeenkomen.
Agenda ● In de dagweergave staan de gebeurtenissen van de geselecteerde dag op basis van de begintijd ingedeeld in tijdvakken. ● In de takenlijst worden alle taken weergegeven. ● In de agendaweergave staat een lijst met alle gebeurtenissen op de geselecteerde dag. Als u een andere weergave wilt, selecteert u Opties > Weergave wijzigen en kiest u de gewenste weergave. Tip: Als u de weekweergave wilt openen, selecteert u het weeknummer.
11. Foto's Informatie over Foto's Selecteer > Galerij > Afbld. en video's en maak een keuze uit de volgende opties: ● Vastgelegd — Alle afbeeldingen en videoclips weergeven die u hebt opgenomen. ● Maanden — Afbeeldingen en videoclips weergeven die gesorteerd zijn op de maand waarin ze zijn opgenomen. Alleen van toepassing op inhoud die is vastgelegd of opgenomen met uw apparaat. ● Albums — Standaardalbums en zelfgemaakte albums weergeven. ● Labels — De labels weergeven die u voor elk item hebt gemaakt.
12. Camera Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser gebruikt. Richt de flitser niet van dichtbij op mensen of dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt. Uw apparaat heeft twee camera's om foto's te maken en video's op te nemen. Aan de achterzijde van het apparaat bevindt zich een hoofdcamera met een hoge resolutie die de liggende modus gebruikt, en aan de voorzijde van het apparaat bevindt zich een tweede camera met een lagere resolutie die de staande modus gebruikt.
Een panoramafoto maken 1. Selecteer Opties > Panoramamodus als u de panoramamodus wilt gebruiken. 2. Druk op de opnametoets. Een voorbeeld van het panorama wordt weergegeven. 3. Draai langzaam naar rechts of links. U kunt de richting niet veranderen. Als de pijl op het scherm rood is, draait u te snel. 4. Druk op de opnametoets als u wilt stoppen met het maken van de panoramafoto. Video's opnemen Selecteer > Camera. 1. Als de camera in de afbeeldingsmodus staat, selecteert u de videomodus op de werkbalk.
13. Internet Webbrowser Met de webbrowser kunt u HTML-webpagina's (HyperText Markup Language) op internet weergeven zoals deze oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ook bladeren door webpagina's die specifiek zijn ontworpen voor mobiele apparaten en XHTML (eXtensible HyperText Markup Language) of WML (Wireless Markup Language) gebruiken. Als u wilt browsen op het web, moet op uw apparaat een internettoegangspunt zijn geconfigureerd. Op internet surfen Selecteer > Internet > Web.
Werkbalk in de browser Met de werkbalk in de browser kunt u veelgebruikte browserfuncties selecteren. 1. Houd de bladertoets ingedrukt op een lege plek van een webpagina om de werkbalk te openen. 2. Druk de bladertoets naar links of naar rechts om over de werkbalk te navigeren. 3. Druk op de bladertoets om een functie te selecteren. Op de actieve werkbalk kunt u de volgende opties selecteren: ● Ga naar webadres — Een webadres invoeren. ● Onl. bezochte webpgs.
Internet Selecteer Opties > Ga naar > Bookmarks. U kunt webadressen selecteren uit een lijst of uit een verzameling bookmarks in de map Onlangs bezochte pag.. Als u begint met het invoeren van een webadres, wordt het veld automatisch geopend. geeft de homepage aan die voor het standaardtoegangspunt is gedefinieerd. Als u naar een nieuwe webpagina wilt gaan, selecteert u Opties > Ga naar > Nieuwe webpagina.
wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid. Als wordt aangegeven dat het certificaat is verlopen of dat het nog niet geldig is, terwijl het certificaat geldig zou moeten zijn, controleert u dan of de huidige datum en tijd van het apparaat goed zijn ingesteld.
Internet ● Formulierggvns opslaan — Hiermee selecteert u of u wilt dat de wachtwoordgegevens of gegevens die u invoert in verschillende formulieren op een webpagina worden opgeslagen en gebruikt wanneer u die pagina de volgende keer opent. ● Cookies — Hiermee schakelt u het ontvangen en verzenden van cookies in of uit. Instellingen voor webfeeds ● Toeg.p. voor autom. aanp. — Hiermee selecteert u het gewenste toegangspunt voor bijwerken. Deze optie is alleen beschikbaar als Automatische updates actief is.
Internet Als u een afbeelding, videoclip of geluidsclip aan de post wilt toevoegen, selecteert u Opties > Invoegen. Videoclips weergeven en downloaden Als u labels wilt toevoegen aan de post, selecteert u Labels:. 1. Selecteer > Internet > Videocentr.. 2. Als u verbinding wilt maken met een dienst om videodiensten te installeren, selecteert u Nieuwe diensten toev. en de gewenste videodienst in de dienstencatalogus. Voer, indien van toepassing, een titel of beschrijving voor de post in.
Internet Waarschuwing: Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is. Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: ● Downloaden hervatten — Hiermee zet u een onderbroken of niet-geslaagde download voort. ● Downloaden annuleren — Hiermee annuleert u een download. ● Voorbeeld — Hiermee bekijkt u een voorbeeld van een videoclip.
Ovi Music Internet Met Ovi Music (netwerkdienst) kunt u muziek zoeken, doorzoeken en downloaden naar uw apparaat. De dienst Ovi Music zal op termijn de Music Store vervangen. Selecteer > Toepassngn > Ovi Muziek. Om muziek te kunnen downloaden, moet u zich eerst voor deze dienst registreren. Voor het downloaden van muziek worden mogelijk extra kosten in rekening gebracht en dit kan gepaard gaan met de overdracht van grote hoeveelheden gegevens (netwerkdienst).
14. Ovi-diensten Nokia Ovi Suite biedt een nieuwe, gebruikersvriendelijker benadering voor pc-software van Nokia. Met de pctoepassing hebt u eenvoudig toegang tot de bestanden op uw computer, uw Nokia-apparaat en Ovi binnen één venster. compatibel is met uw mobiele apparaat en die aan uw interesses en locatie voldoet. Over Ovi Selecteer > Internet > Contacten. Met Ovi-contacten kunt u contact houden met de mensen die het belangrijkst voor u zijn. Zoek contacten en ontdek vrienden in de Ovi-gemeenschap.
Over Ovi Files Ovi-diensten Selecteer > Internet > Ovi Files. Met Ovi Files hebt u met uw apparaat toegang tot de bestanden op uw computer. Installeer de toepassing Ovi Files op elke computer waartoe u toegang wilt met Ovi Files. U kunt de volgende taken uitvoeren: ● Afbeeldingen en documenten op uw computer zoeken en weergeven. ● Liedjes overdragen vanaf de computer naar het apparaat. ● Bestanden en mappen vanaf de computer verzenden, zonder ze eerst naar het apparaat over te dragen.
15. Persoonlijk Weergavevolgorde wijzigen Selecteer > Instellingen > Thema's. Selecteer een van de volgende opties: ● Algemeen — Het thema wijzigen dat in alle toepassingen wordt gebruikt. ● Menuweerg. — Het thema wijzigen dat gebruikt wordt in het hoofdmenu. ● Standby — Het thema wijzigen dat gebruikt wordt in het startscherm. ● Achtergrond — De achtergrondafbeelding van het startscherm wijzigen. ● Spaarstand — Een animatie selecteren voor de screensaver. ● Oproepafbld.
Persoonlijk Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst de telefoonfunctie activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode invoeren.
16. Spraakopdrachten Houd rekening met het volgende voordat u spraaklabels gebruikt: ● Spraaklabels zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker. ● U moet de naam van het spraaklabel exact zo uitspreken zoals u deze hebt opgenomen. ● Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de spraaklabels op en gebruik ze in een rustige omgeving. ● Zeer korte namen worden niet geaccepteerd.
17. Tijdbeheer Wekker Selecteer > Toepassngn > Klok. Als u actieve en inactieve alarmsignalen wilt bekijken, opent u het tabblad Alarm. Selecteer Opties > Nieuw alarm als u een nieuw alarmsignaal wilt instellen. Definieer desgewenst de herhaling. Als een alarm is ingesteld, wordt weergegeven. Selecteer Stoppen als u het geluid van het alarmsignaal wilt uitschakelen. Selecteer Snooze om het alarmsignaal gedurende een bepaalde periode te stoppen.
18. Kantoortoepassingen Woordenboek Selecteer > Organiser > Woordenbk. Voer in het zoekveld tekst in om woorden vanuit een taal te vertalen naar een andere taal. Terwijl u tekst invoert worden voorstellen gedaan voor te vertalen woorden. Als u een woord wilt vertalen, selecteert u het uit de lijst. Mogelijk worden niet alle talen ondersteund. Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: ● Luisteren — Hiermee luistert u naar het geselecteerde woord.
1. Selecteer in het veld Type de maateenheid die u wilt gebruiken. 2. Selecteer in het eerste veld Eenheid de maateenheid die u wilt omrekenen. 3. Selecteer in het andere veld Eenheid de maateenheid waarnaar u wilt omrekenen. 4. In het eerste veld Eenheid, voert u de waarde in die u wilt omrekenen. De omgerekende waarde komt dan automatisch in het andere veld Eenheid te staan. Rekenmachine Selecteer > Organiser > Rekenmach..
Kantoortoepassingen ● Verzenden — De notitie verzenden. ● Notitie kopp. aan opr. — Selecteer Contacten toevoegen om een notitie aan een contact te koppelen. De notitie wordt weergegeven wanneer u een oproep plaatst of een oproep ontvangt van het contact. Instellingen voor Actieve notities Selecteer > Organiser > Act. notities en Opties > Instellingen. Als u wilt opgeven waar u notities wilt opslaan, selecteert u Gebruikt geheugen en kiest u het gewenste geheugen.
Notities Kantoortoepassingen Notities maken Selecteer > Organiser > Notities. Start met het invoeren van de tekst om een notitie te schrijven. De notitieeditor wordt automatisch geopend. U kunt platte-tekstbestanden (.txt-bestandsindeling) opslaan die u in Notities ontvangt. Notities beheren Selecteer > Organiser > Notities. Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: ● Openen — De notitie openen. ● Verzenden — De notitie naar andere compatibele apparaten sturen.
19. Instellingen Instelwizard Selecteer > Instellingen > Inst.wizard. De instelwizard configureert uw apparaat voor operator- en e-mailinstellingen op basis van de instellingen van uw serviceprovider. Er zijn misschien ook andere instellingen die u kunt configureren. Het kan zijn dat u contact moet opnemen met uw serviceprovider om een gegevensverbinding of andere diensten te activeren om gebruik te maken van deze diensten.
wordt gecontroleerd. Hierna kan de volgende informatie worden weergegeven: ● Certificaat niet vertrouwd — U hebt nog geen toepassing ingesteld voor het certificaat. ● Geldigheid certificaat verstreken — De geldigheidsperiode van het certificaat is verstreken. ● Certificaat nog niet geldig — De geldigheidsperiode van het certificaat is nog niet begonnen. ● Certificaat beschadigd — Het certificaat kan niet worden gebruikt. Neem contact op met het bedrijf dat het certificaat heeft uitgegeven.
20. Gegevensbeheer Informatie over Bestandsbeheer Selecteer > Organiser > Best.beheer. Met Bestandsbeheer kunt u bestanden op de telefoon, de geheugenkaart of een compatibel extern station zoeken, beheren en openen. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van het type geheugen dat u hebt geselecteerd. Toepassingen installeren Selecteer > Toepassngn > Toep.beheer.
Deze gegevens ontvangt u van de leverancier of producent van de toepassing. Als u software of een toepassing wilt installeren, gaat u als volgt te werk: 1. Als u naar een installatiebestand wilt zoeken, selecteert u > Toepassngn > Toep.beheer. U kunt ook naar installatiebestanden zoeken via Bestandsbeheer of Berichten > Inbox selecteren en een bericht openen dat een installatiebestand bevat. 2. Selecteer in Toepassingsbeheer Opties > Installeren.
Gegevensbeheer de documentatie van het geïnstalleerde softwarepakket voor meer informatie. Apparaatbeheer Externe configuratie Selecteer > Instellingen > Apparaatbeheer. Met Apparaatbeheer kunt u instellingen, gegevens en software op uw apparaat extern beheren. U kunt een verbinding met een server maken om configuratie-instellingen voor uw apparaat te ontvangen.
Als u de software van het apparaat wilt bijwerken via de lucht, selecteert u Opties > Controleren op updates. Door het bijwerken worden uw instellingen niet gewist. Als u het updatepakket op het apparaat hebt ontvangen, volgt u de aanwijzingen op het scherm. Het apparaat wordt opnieuw gestart als de installatie is voltooid. Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens overgedragen (netwerkdienst).
Gegevensbeheer het apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook mogelijk dat de activeringssleutels en de inhoud verloren gaan als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt. Het verlies van de activeringssleutels of de inhoud kan uw mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw apparaat nogmaals te gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Sommige activeringssleutels zijn mogelijk gekoppeld aan een specifieke SIM-kaart.
21. Connectiviteit Inhoud overbrengen vanaf een ander apparaat Selecteer > Instellingen > Overdracht. Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals contacten, van het ene naar het andere compatibele Nokia-apparaat overbrengen. Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt af van het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt overbrengen. Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens tussen het andere apparaat en uw apparaat ook synchroniseren.
Connectiviteit Pc-verbindingen U kunt uw mobiele apparaat gebruiken met een keur aan compatibele toepassingen voor pc-verbindingen en gegevenscommunicatie. Zo kunt u met Nokia Ovi Suite bestanden en afbeeldingen van uw apparaat naar een compatibele computer overbrengen. Zie www.ovi.com voor meer informatie over Ovi Suite en de downloadkoppeling.
Koppel het apparaat niet met een onbekend apparaat. Apparaten koppelen Selecteer > Instellingen > Connect. > Bluetooth. Open het tabblad voor gekoppelde apparaten. Bepaal voordat u gaat koppelen uw eigen toegangscode (1-16 cijfers) en vraag de gebruiker van het andere apparaat om dezelfde code te gebruiken. Apparaten zonder gebruikersinterface hebben een vaste toegangscode. U hebt de toegangscode alleen nodig als u de apparaten voor het eerst met elkaar verbindt.
Connectiviteit autorisatie vereist. Gebruik deze status alleen voor uw eigen apparaten, zoals een compatibele hoofdtelefoon of computer, of apparaten van mensen die u volledig vertrouwt. Als u verbindingsverzoeken vanuit het andere apparaat elke keer opnieuw wilt accepteren, selecteert u Niet geautoriseerd. Als u een Bluetooth-audioaccessoire wilt gebruiken, bijvoorbeeld een Bluetooth-handsfree of -hoofdtelefoon, moet u het apparaat aan het accessoire koppelen.
geluidssignaal en wordt u gevraagd of u het bericht wilt accepteren waarin de gegevens zijn opgenomen. Als u accepteert, wordt het bericht in de map Inbox van Berichten geplaatst. Tip: U kunt de bestanden in het apparaat of op de geheugenkaart bekijken met een compatibele accessoire die de dienst File Transfer Profile Client (bijvoorbeeld een laptop) ondersteunt. Een Bluetooth-verbinding wordt automatisch verbroken na het verzenden of ontvangen van gegevens.
Connectiviteit synchroniseren met verschillende compatibele toepassingen op een compatibele computer of op internet. U kunt de synchronisatie-instellingen ontvangen in een speciaal bericht van de serviceprovider. Een synchronisatieprofiel bevat de noodzakelijke instellingen voor synchronisatie. Wanneer u de toepassing Synchronisatie opent, wordt het standaardsynchronisatieprofiel of eerder gebruikt sychronisatieprofiel weergegeven.
● Synchronisatietijd — Stel de tijd in waarop de automatische synchronisatie moet worden gestart. ● Synchronisat. bij roaming — Synchronisatie toestaan buiten uw eigen netwerk om. De beschikbare opties kunnen verschillen. WLAN-wizard Opmerking: In Frankrijk mag WLAN uitsluitend binnenshuis worden gebruikt. Als functies gebruikmaken van draadloos LAN, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af. Selecteer > Instellingen > Connect. > WLAN-wiz..
22. Groene tips Hier volgen enkele tips die u helpen een bijdrage te leveren aan de bescherming van het milieu. Energie besparen Als de batterij volledig is opgeladen en u hebt de lader losgekoppeld van het apparaat, moet u de lader uit het stopcontact trekken. U hoeft de batterij minder vaak op te laden als u de volgende regels in acht neemt: ● Sluit toepassingen, diensten en verbindingen af en schakel ze uit als u ze niet gebruikt.. ● Verminder de helderheid van het scherm.
Product- en veiligheidsinformatie Accessoires Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, opladers en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit specifieke model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn. Met name het gebruik van niet-goedgekeurde laders of batterijen kan het risico met zich meebrengen van brand, explosie, lekkage of ander gevaar. Vraag de leverancier naar de beschikbare goedgekeurde accessoires.
Product- en veiligheidsinformatie De houder bevestigen Als u de houder van de mobiele telefoon wilt bevestigen, schuift u het vergrendelingspalletje van het bevestigingssysteem in de sleuf aan de achterzijde van de houder. Draai de houder ongeveer 90 graden rechtsom totdat deze vastklikt. Zorg er bij het bevestigen van de houder voor de mobiele telefoon voor dat het scherm van de telefoon duidelijk zichtbaar is voor de gebruiker. Voor uw veiligheid is het aan te raden de houder rechtop te bevestigen.
Om het toestel uit de houder te halen, schuift u het dicht, drukt u het vergrendelingspalletje in en schuift u het toestel uit de houder door het van onderaf naar boven te duwen. Om de zuignap van de voorruit te halen, draait u het bevestigingssysteem linksom, trekt u aan de band aan de rand van de zuignap en trekt u de houder met het bevestigingssysteem van de voorruit. Batterij Informatie over de batterij en de lader Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij.
Product- en veiligheidsinformatie batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn. De batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt. Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij. (Deze klemmen zien eruit als metalen strips.
2. Wanneer u het hologram onder een hoek naar links, rechts, omlaag en omhoog houdt, hoort u op iedere zijde respectievelijk 1, 2, 3 en 4 stippen te zien. Een succesvolle uitvoering van de stappen biedt geen totale garantie voor de echtheid van de batterij.
Product- en veiligheidsinformatie ● Gebruik laders binnenshuis. ● Maak een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren, zoals contactpersonen en agendanotities. ● Voor optimale prestaties kunt het apparaat het beste zo nu en dan resetten door de stroom uit te schakelen en de batterij te verwijderen. Deze tips gelden zowel voor het apparaat als voor de batterij, de oplader en andere toebehoren.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie. Schakel uw apparaat uit wanneer dat wordt voorgeschreven door instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruikmaken van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.
Product- en veiligheidsinformatie Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit in een omgeving met een mogelijk explosieve atmosfeer. Volg alle aanwezige instructies op. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving een explosie of brand veroorzaken die kan resulteren in letsel of de dood. Schakel het apparaat uit op plekken waar brandstoffen worden getankt, zoals op benzinestations.
Informatie over certificatie (SAR) Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven. Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan radiogolven die worden aanbevolen door internationale richtlijnen, niet worden overschreden.
Index A accessoires 93 instellingen 79 achtergrondafbeelding 70 actieve notities 75 instellingen 76 Actieve notities 75 activeringssleutels 83 afspelen berichten 45 agenda 54 items maken 54 locatie 55 vergaderverzoeken 54 weergaven 55 A-GPS (Assisted GPS) 37 antennes 11 apparaatbeheer 82 audioberichten 43 automatisch bijwerken, datum/ tijd 73 B batterij 10 energie besparen 22 oplaadniveau 15 plaatsen 9 102 beltonen contacten 52 berichten berichten voor weigeren van oproepen 28 instellingen 48 mappen vo
E e-mail 47 algemene instellingen 47 bijlagen downloaden 46 instellen 45 lezen 46 verbinding verbreken 47 verzenden 45 energiebesparing 17 externe configuratie 82 F FM-radio G 34 gedeelde video live video delen 31 videoclips delen 31 gegevensverbindingen Pc-verbindingen 86 synchronisatie 89 geheugen vrijmaken 22 webcache 62 geheugenkaart 9, 10 GPS (Global Positioning System) 37 H handtekening, digitale 78 © 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Index muziekspeler afspelen 34 N netwerk instellingen 30 Nokia Berichten 47 notities 77 O offline 17 omrekenen 74 Online delen 64 abonnementen nemen 64 diensten activeren 64 een post creëren 64 oorspronkelijke instellingen 79 oorspronkelijke instellingen herstellen 79 operator selecteren 30 oproepblokkering 29 oproep doorschakelen 28 oproepen beantwoorden 26 conferentiegesprek 26 identificatie 28 instellingen 28 internetoproepen 32 in wachtrij 28 plaatsen 24 104 snelkeuze 25 type selecteren 28 voicema
T taal veranderen 42 tekst cijfermodus 41 lettermodus 41 traditionele invoer 41 voorspelling bij invoer 41 tekstberichten verzenden 43 tekstvoorspelling 41 thema's 70 tijd en datum 73 toegangscodes 18 toetsen en onderdelen 13 traditionele tekstinvoer 41 U UPIN 18 USB-kabelverbinding 89 W webverbinding 60 wekker 73 Wizard WLAN 91 WLAN toegangspunten 91 woordenboek 74 Z V valuta omrekenen 74 verbindingsmethoden Bluetooth 88 vertrouwensinstellingen verzenden via Bluetooth 88 Index videocentrum downlo