Gebruikershandleiding 9354847 Uitgave 3
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product NHL-4U conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EC. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade. De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt.
Inhoudsopgave VOOR UW VEILIGHEID ........................................................................................11 Algemene informatie ..........................................................................................14 Toegangscodes ...........................................................................................................................................14 Overzicht van de functies van de telefoon........................................................
Inhoudsopgave Toetsen blokkeren......................................................................................................................................31 De covers verwisselen ..............................................................................................................................32 3. Algemene functies...........................................................................................34 Opbellen ....................................................................
Informatienummers ..................................................................................................................................51 Dienstnummers ..........................................................................................................................................52 Eigen nummers...........................................................................................................................................52 Bellergroepen......................................
Inhoudsopgave Instellingen voor tekst- en e-mailberichten...............................................................................78 Instellingen overschrijven ................................................................................................................79 Instellingen voor multimediaberichten ........................................................................................80 Instelling lettergrootte.............................................................................
Netwerk kiezen....................................................................................................................................92 SIM-dienstactie bevestigen?...........................................................................................................92 Automatische Help-tekst .................................................................................................................92 Starttoon.............................................................................
Inhoudsopgave Geheugenstatus voor spelletjes ...................................................................................................... 111 Instellingen voor spelletjes............................................................................................................... 111 Toepassingen (menu 10)....................................................................................................................... 111 Een toepassing starten ..............................................
Bladeren door de pagina’s van een WAP-dienst........................................................................ 128 De toetsen van de telefoon gebruiken op WAP-pagina's .................................................... 128 Opties tijdens het browsen ........................................................................................................... 128 Direct bellen.................................................................................................................................
VOOR UW VEILIGHEID VOOR UW VEILIGHEID Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de regels kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Parkeer de auto eerst. INTERFERENTIE Alle draadloze telefoons zijn gevoelig voor storing.
GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG Gebruik de telefoon alleen zoals het is bedoeld. Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren. ACCESSOIRES EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte producten aan. AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, moet u de gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde veiligheidsinstructies.
VOOR UW VEILIGHEID ■ Netwerkdiensten De draadloze telefoon zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik in de netwerken EGSM 900, GSM 1800 en GSM 1900. De tribandfunctie is een netwerkfunctie. Vraag de exploitant van uw telefoonnetwerk of u zich op deze functie kunt abonneren. Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn speciale diensten waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren.
Algemene informatie ■ Toegangscodes • Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers): de beveiligingscode beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. Deze code wordt bij de telefoon geleverd. De code is standaard ingesteld op 12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon. Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 97 voor informatie over het wijzigen van de code en het instellen van de telefoon om de code te vragen.
Algemene informatie Als de codes niet bij de SIM-kaart worden geleverd, neemt u contact op met uw netwerkexploitant om de codes te verkrijgen. • Blokkeerwachtwoord (4 cijfers): het blokkeerwachtwoord is nodig als u Oproepen blokkeren gebruikt (zie Beveiligingsinstellingen op pagina 97). U krijgt dit wachtwoord van uw netwerkexploitant. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Overzicht van de functies van de telefoon De Nokia 6610 biedt een groot aantal functies die handig zijn in het dagelijks gebruik, zoals de Agenda, Klok, Wekker, Rekenmachine en vele andere. Bovendien is een uitgebreid assortiment gekleurde Nokia Xpress-onTM-covers beschikbaar voor de telefoon. Zie De covers verwisselen op pagina 32 voor het verwisselen van de covers.
Overzicht van de functies van de telefoon U kunt polyfone tonen ook ontvangen via de multimediadienst (zie Multimediaberichten lezen en beantwoorden op pagina 73), downloaden via het menu Galerij (zie Galerij (menu 7) op pagina 103) of ophalen via PC Suite (zie PC Suite op pagina 137). ■ GPRS (General Packet Radio Service) GPRS is een technologie waarmee mobiele telefoons kunnen worden gebruikt voor het verzenden en ontvangen van gegevens via een IP-netwerk (Internet Protocol).
Tarieven voor GPRS en toepassingen Neem contact op met uw netwerkexploitant voor meer informatie over de tarieven. ■ Luidspreker Met de luidsprekerfunctie kunt u de telefoon als luidspreker gebruiken, bijvoorbeeld tijdens een conferentiegesprek of terwijl u naar de radio luistert. Zie Luidspreker op pagina 38. ■ MIDP JavaTM-toepassingen De telefoon ondersteunt Java en bevat een aantal Java-toepassingen en spelletjes die speciaal voor mobiele telefoons zijn ontworpen.
Overzicht van de functies van de telefoon ■ OTA-dienstinstellingen (Over the Air) Voor het gebruik van WAP, MMS, GPRS en overige draadloze diensten moeten de juiste instellingen op de telefoon zijn geconfigureerd. U kunt deze instellingen rechtstreeks ontvangen als OTA-bericht, zodat u de instellingen alleen nog maar in de telefoon hoeft op te slaan.
1. De telefoon ■ Toetsen en aansluitingen 1. Aan/uit-toets Hiermee schakelt u de telefoon in en uit. Als de toetsen zijn geblokkeerd, wordt het display van de telefoon ongeveer 15 seconden verlicht als u op de aan/uit-toets drukt. 2. Volumetoetsen Toetsen om het volume van het luistergedeelte, de hoofdtelefoon en de luidspreker aan te passen. 3. Bladertoetsen in 4 richtingen , , en . Hiermee kunt u door namen, telefoonnummers, menu's of instellingen bladeren. Copyright © 2003 Nokia.
De telefoon 4. Selectietoetsen, en De functie van de toetsen is afhankelijk van de tekst die boven de toetsen wordt weergegeven, bijvoorbeeld Menu en Namen in de standby-modus. 5. Met kunt u een telefoonnummer kiezen en een oproep beantwoorden. Vanuit de standby-modus kunt u met deze toets het laatstgekozen nummer weergeven. 6. Met 7. Met beëindigt u een actief gesprek. Hiermee sluit u elke functie af. - kunt u cijfers en letters invoeren.
■ Standby-modus Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby-modus. 1. Geeft aan welk cellulair netwerk op dit moment wordt gebruikt. 2. Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie. Hoe hoger de balk, des te sterker het signaal. 3. Toont de capaciteit van de batterij. Hoe hoger de balk, des te groter de capaciteit van de batterij. 4. De linkerselectietoets in de standby-modus is Menu. 5.
De telefoon Achtergrond U kunt de telefoon instellen om een achtergrondafbeelding weer te geven als de telefoon zich in de standby-modus bevindt. Zie Achtergrond op pagina 93. Belangrijke indicatoren in de standby-modus U hebt een of meer tekst- of afbeeldingberichten ontvangen. Zie Een gewoon bericht of e-mailbericht lezen en beantwoorden op pagina 66. U hebt een of meer multimediaberichten ontvangen. Zie Multimediaberichten lezen en beantwoorden op pagina 73.
Wanneer een GPRS-verbinding tot stand is gebracht, wordt de indicator linksboven in het display weergegeven. Zie GPRS op pagina 120 en Bladeren door de pagina’s van een WAP-dienst op pagina 128. De GPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken, bijvoorbeeld bij een inkomende of uitgaande oproep tijdens een GPRS-inbelverbinding. De indicator wordt rechtsboven in het display weergegeven. Indicator infraroodverbinding (zie Infrarood op pagina 119). Alle spraakoproepen doorschak.
De telefoon Zie Klok op pagina 86 en Datum op pagina 86 als u de datum en tijd wilt weergeven in de standby-modus. ■ Hoofdtelefoon Sluit de hoofdtelefoon HDS-3 of HDB-4 aan op de PopPort-aansluiting op de telefoon (zie afbeelding). U kunt de hoofdtelefoon HDS-3 bijvoorbeeld dragen zoals aangegeven in de afbeelding. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
2. Aan de slag ■ De SIM-kaart en de batterij installeren • Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. • De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert. • Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u de telefoon altijd uitschakelen en de batterij verwijderen. 1.
Aan de slag 2. Verwijder de batterij door deze bij de uitsparing uit de telefoon te tillen (3). 3. U maakt de SIM-kaarthouder los door de kaarthouder naar achteren te schuiven (4) en te openen (5). 4. Plaats de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder (6). Zorg ervoor dat de SIM-kaart juist is geplaatst en dat de goudkleurige contactpunten naar beneden zijn gericht. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
5. Sluit de SIM-kaarthouder [(7) en (8)]. 6. Plaats de batterij terug (9). 7. Plaats de cover voor de achterkant terug: Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Aan de slag Plaats eerst de bovenzijde van de cover boven de daarvoor bestemde uitsparing boven aan de telefoon (10). Schuif de cover tegen de vergrendelingen aan beide zijden van de telefoon en klik de cover vast (11). ■ De batterij opladen 1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting op de onderkant van de telefoon. 2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. Als de telefoon is ingeschakeld, wordt de tekst Batterij wordt opgeladen kort weergegeven.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij. Het opladen van een batterij van het type BLD-3 met de lader ACP-12 duurt bijvoorbeeld maximaal anderhalf uur wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt. ■ De telefoon in- en uitschakelen Houd de aan/uit-toets ingedrukt. Neem contact op met de netwerkexploitant of serviceprovider als de tekst SIM plaatsen wordt weergegeven ook al is de SIMkaart juist geplaatst, of als SIM-kaart niet ondersteund wordt weergegeven.
Aan de slag TIPS VOOR EFFICIËNT GEBRUIK: De telefoon heeft een ingebouwde antenne. Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat de telefoon meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is.
Zie Automatische toetsblokkering op pagina 90 voor meer informatie over de automatische toetsblokkering. Zie Opties tijdens een gesprek op pagina 37 als u de toetsen wilt vergrendelen tijdens een gesprek. Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon (bijvoorbeeld 112, 911 of een ander officieel alarmnummer). Toets het alarmnummer in en druk op .
Aan de slag 3. Plaats het toetsensjabloon op de nieuwe cover voor de voorkant (2). 4. Plaats de cover voor de voorzijde terug door de palletjes onder aan de cover in de bijbehorende uitsparingen in de telefoon te plaatsen (3) en het palletje boven aan de cover voorzichtig door de uitsparing bovenop de telefoon te drukken (4). Druk de cover vast. 5. Plaats de cover voor de achterkant terug. Zie stap 7 onder De SIM-kaart en de batterij installeren op pagina 26. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
3. Algemene functies ■ Opbellen 1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een onjuist teken intoetst, drukt u op Wis om het teken te verwijderen. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het internationale prefix (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en toets de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in. 2. Druk op om het nummer te bellen. 3. Druk op Druk op onderbreken.
en Algemene functies Uw voicemailbox bellen • Houd ingedrukt in de standby-modus, of druk op . Als het nummer van uw voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op OK. Zie ook Spraakberichten op pagina 77. Snelkeuzetoetsen Om de snelkeuzetoetsen te kunnen gebruiken, programmeert u een telefoonnummer onder een van de snelkeuzetoetsen, van tot en met . Zie Snelkeuze op pagina 51.
4. Wanneer het nieuwe gesprek is beantwoord, kunt u de eerste deelnemer weer in het conferentiegesprek betrekken. Druk op Opties en selecteer Conferentie. 5. Herhaal stap 2 tot en met 4 voor elke nieuwe deelnemer aan het gesprek. 6. Als u een privé-gesprek met een van de deelnemers wilt voeren, gaat u als volgt te werk: Druk op Opties, kies Apart en selecteer de gewenste deelnemer. Ga terug naar het conferentiegesprek, zoals wordt beschreven in stap 4. 7.
Algemene functies Wanneer iemand u belt, geeft de telefoon de naam weer van de beller, evenals diens telefoonnummer of de tekst Privé-nummer dan wel Oproep. Als in het telefoonboek meer dan één naam wordt aangetroffen met hetzelfde telefoonnummer als dat van degene die belt, wordt alleen het telefoonnummer weergegeven (als dat beschikbaar is). Wachtfunctie Tijdens het gesprek drukt u op om het gesprek in de wachtstand te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst.
DTMF verzenden wordt gebruikt om DTMF-toonreeksen, bijvoorbeeld wachtwoorden of rekeningnummers, te verzenden. Toets de DTMF-toonreeks in of haal deze op uit het telefoonboek en druk op OK. U kunt het wachtteken w en het pauzeteken p intoetsen door herhaaldelijk op te drukken. De functie Wisselen kunt u gebruiken om over te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand.
Algemene functies Zie De radio gebruiken op pagina 101 als u de luidspreker wilt gebruiken in combinatie met de radio. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
4. Tekst intoetsen U kunt op twee verschillende manieren tekst intoetsen, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor gewone tekstinvoer en via de methode voor tekstinvoer met woordenlijst. Tijdens het intoetsen van tekst wordt de modus voor tekstinvoer met woordenlijst aangegeven met en de modus voor normale tekstinvoer met linksboven in het display. De modus voor de lettergrootte wordt aangeduid met , of naast de aanduiding voor de modus voor tekstinvoer.
Tekst intoetsen ■ Tekstinvoer met woordenlijst U kunt letters met één druk op een toets invoeren. Deze tekstinvoer is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst, waaraan u nieuwe woorden kunt toevoegen. 1. Gebruik de toetsen tot en met om een woord in te toetsen. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Het woord verandert na elke toetsaanslag.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, bevindt het woord dat u wilt intoetsen zich niet in de woordenlijst. Als u het woord wilt toevoegen aan de woordenlijst, drukt u op Spellen, toetst u het woord in (via normale tekstinvoer) en drukt u op Opslaan. Als de woordenlijst vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord dat u hebt toegevoegd. 3. Start met het intoetsen van het volgende woord.
Tekst intoetsen ■ Tips voor het intoetsen van tekst Mogelijk zijn ook de volgende opties voor tekstinvoer beschikbaar: • Druk op om een spatie in te voegen. • Druk op de bladertoets , , of om de cursor respectievelijk naar links, rechts, omlaag of omhoog te verplaatsen. • Als u een teken links van de cursor wilt verwijderen, drukt u op Wis. Houd Wis ingedrukt om de tekens sneller te verwijderen.
Tijdens het intoetsen van tekstberichten zijn de volgende opties beschikbaar: • Als u een cijfer wilt intoetsen terwijl de lettermodus is geactiveerd, drukt u op Opties en selecteert u Nummer invoegen. Toets het telefoonnummer in of haal het op uit het telefoonboek en druk op OK. • Als u een naam uit het telefoonboek wilt invoegen, drukt u op Opties en selecteert u Naam invoegen. Als u een telefoonnummer of een aan een naam gekoppeld tekstitem wilt toevoegen, drukt u op Opties en selecteert u Gegev.
Telefoonboek (Namen) 5. Telefoonboek (Namen) U kunt namen en nummers opslaan in het geheugen van de telefoon (het interne telefoonboek) of in het geheugen van de SIM-kaart (SIM-telefoonboek). • In het interne telefoonboek kunt u maximaal 300 namen opslaan met nummers en tekstaantekeningen voor elke naam. Het aantal namen dat kan worden opgeslagen, is afhankelijk van de lengte van de namen, het aantal telefoonnummers en tekstitems en de lengte daarvan.
• Geheugenstatus om te bekijken hoeveel namen en telefoonnummers momenteel in het geselecteerde telefoonboek zijn opgeslagen en hoeveel namen en telefoonnummers nog kunnen worden opgeslagen. ■ Namen telefoonnummers opslaan (Naam toevoegen) Namen en nummers worden opgeslagen in het gebruikte geheugen (zie Instellingen voor het telefoonboek selecteren hierboven). 1. Druk op Namen en selecteer Naam toevoegen. 2. Toets de naam in en druk op OK. Zie Gewone tekstinvoer op pagina 42. 3.
Telefoonboek (Namen) 1. Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen Telefoon of Telefoon en SIM is. Zie Instellingen voor het telefoonboek selecteren op pagina 45. 2. Als u de lijst met namen en telefoonnummers wilt weergeven, drukt u op vanuit de standby-modus. of 3. Ga naar de naam in het interne telefoonboek waaraan u een nieuw nummer of een nieuwe tekstaantekening wilt toevoegen en druk op Gegev.. 4. Druk op Opties en selecteer Nr. toevoegen of Info toevoegen. 5.
■ Zoeken naar een naam in het telefoonboek 1. Druk op Namen en selecteer Zoeken. 2. U kunt de eerste tekens van de naam waarnaar u zoekt, intoetsen in het zoekvenster. Druk op en om te bladeren door de namen in de lijst. Druk op om de cursor te verplaatsen in het zoekvenster. en 3. Ga naar de gewenste naam en druk op Gegev.. Blader om de details voor de geselecteerde naam te zien. Tip: U kunt snel naar een naam en telefoonnummer zoeken door vanuit de standby-modus op of te drukken.
Telefoonboek (Namen) ■ Namen en nummers verwijderen Druk op Namen en selecteer Verwijderen. • Als u namen en nummers één voor één wilt wissen, selecteert u Eén voor één en gaat u naar de gewenste naam en het gewenste nummer. Druk op Verwijder en druk vervolgens op OK om te bevestigen. • Als u alle namen en nummers tegelijk uit het telefoonboek wilt verwijderen, selecteert u Alles verwijderen. Ga vervolgens naar het gewenste telefoonboek, Telefoon of SIM-kaart, en druk op Verwijder.
4. Kies Origin. behouden of Origin. verpl. om aan te geven of u de oorspronkelijke namen en nummers wilt behouden of wissen. • Als u Alles kopiëren of Standaard nrs. selecteert, drukt u op OK wanneer Beginnen met kopiëren? of Verplaatsen starten? wordt weergegeven. ■ Een visitekaartje zenden en ontvangen U kunt contactgegevens als visitekaartje verzenden en ontvangen via infrarood of als OTA-bericht (Over The Air) als dit door het netwerk wordt ondersteund.
Telefoonboek (Namen) 2. Als u het visitekaartje wilt verzenden via infrarood, controleert u of de andere telefoon of de pc is ingesteld op het ontvangen van gegevens via de infraroodpoort. Vervolgens selecteert u Via infrarood. Als u het visitekaartje wilt verzenden als OTA-bericht, selecteert u Via SMS. ■ Snelkeuze Als u een nummer wilt programmeren onder een snelkeuzetoets, drukt u op Namen, selecteert u Snelkeuze en gaat u naar de gewenste snelkeuzetoets.
■ Dienstnummers U kunt bellen naar de dienstnummers van uw netwerkexploitant als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen. Druk op Namen en selecteer Dienstnummers. Ga naar het gewenste dienstnummer en druk op om het nummer te bellen. ■ Eigen nummers De telefoonnummers die aan de SIM-kaart zijn toegekend, worden opgeslagen onder Eigen nummers, als dit door de kaart wordt ondersteund. Als u de nummers wilt zien, drukt u op Namen en selecteert u Eigen nummers.
Telefoonboek (Namen) • Groepstitel, toets een nieuwe naam voor de bellergroep in en druk op OK. • Groepsbeltoon en selecteer de beltoon die u voor de groep wilt instellen. De beltoon Standaard is geselecteerd voor het actieve profiel. • Groepslogo en selecteer Aan om het groepslogo weer te geven, Uit om het groepslogo niet weer te geven, of Bekijken om het logo te bekijken. • Leden om een naam aan de bellergroep toe te voegen. Druk op Opties en selecteer Naam toevoegen.
6. De menu’s gebruiken De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's. Bij de meeste functies is een korte Help-tekst beschikbaar. Als u de Helptekst wilt bekijken, gaat u naar de gewenste menufunctie en wacht u 15 seconden. Als u de Help-tekst wilt sluiten, drukt u op Terug. Zie Automatische Help-tekst op pagina 92. ■ Een menufunctie activeren Door te bladeren 1. Druk op Menu om het hoofdmenu te openen. 2.
De menu’s gebruiken Via het indexnummer De menu’s, submenu’s en opties zijn genummerd en de meeste kunnen worden geactiveerd via het indexnummer. • Druk op Menu om het hoofdmenu te openen. Toets binnen twee seconden het indexnummer in van de menufunctie die u wilt activeren. Bijvoorbeeld: Als u Opnemen met willekeurige toets wilt instellen op Aan, drukt u op Menu, , , en . Druk op Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau en druk op Uit om het hoofdmenu af te sluiten.
■ Overzicht van de menufuncties 1. Berichten 1. Tekstberichten 1. Bericht opstellen 2. Inbox 3. E-mail opstellen 4. Verzonden items 5. Archief 6. Sjablonen 7. Mijn mappen 8. Berichten verwijd. 2. Multimediaber. 1. Bericht opstellen 2. Inbox 3. Outbox 4. Verzonden items 5. Opgeslagen items 6. Berichten verwijd. 3. Chatten 4. Spraakberichten 1. Luisteren naar voicemail 2. Nummer voicemailbox 5. Informatieber. 1. Infodienst 2. Items 3. Taal Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
De menu’s gebruiken 4. Info-items opgesl. op SIM-kaart 5. Lezen1 6. Berichtinstellingen 1. Tekstberichten 2. Multimediaber. 3. Overige inst. 7. Dienstopdrachten 2. Oproep-info 1. Gemiste oproepen 2. Ontvangen oproepen 3. Laatst gekozen nummers 4. Lijst recente oproepen wissen 1. Alles 2. Gemist 3. Ontvangen 4. Gekozen 5. Gespreksduur tonen 1. Duur laatste gesprek 2. Duur ontvangen oproepen 3. Duur gekozen oproepen 4. Totale duur gesprekken 5. Tijdsduurtellers op nul 6. Gesprekskosten 1.
2. Totale eenheden 3. Gesprekskosteninstellingen 7. GPRS-gegevensteller 1. Gegevens verz. in laatste sessie 2. Gegevens ontv. in laatste sessie 3. Alle verzonden gegevens 4. Alle ontvangen gegevens 5. Tellers wissen 8. GPRS-verbindingstimer 1. Duur van laatste sessie 2. Duur van alle sessies 3. Timers wissen 3. Profielen 1. Normaal 1. Activeren 2. Aanpassen 3. Tijdelijk 2. Stil (dezelfde submenu's als Normaal) 3. Vergadering (dezelfde submenu's als Normaal) 4. Buiten (dezelfde submenu's als Normaal) 5.
De menu’s gebruiken 2. Oproepinstellingen 1. Doorschakelen 2. Opnemen met willekeurige toets 3. Automatisch opnieuw kiezen 4. Snelkeuze 5. Wachtfunctieopties 6. Samenvatting na oproep 7. Identificatie verzenden 8. Lijn uitgaande oproepen1 3. Telefooninstellingen 1. Taal 2. Automatische toetsblokkering 3. Celinformatie 4. Welkomsttekst 5. Netwerk kiezen 6. SIM-dienstacties bevestigen 7. Automatische Help-tekst 8. Starttoon 4. Weergaveinstellingen 1. Achtergrond 2. Kleurenschema's 3. Operatorlogo 4.
2. Type beltoon 3. Beltoonvolume 4. Trilsignaal 5. Berichtensignaaltoon 6. Toetsenvolume 7. Waarschuwingstonen 8. Waarschuwen bij 6. Accessoire-instellingen1 1. Hoofdtelefoon 2. Handsfree 3. Hoorapparaat 7. Beveiligingsinstellingen 1. PIN-code vragen 2. Oproepen blokkeren 3. Vaste nummers 4. Beperkte groep gebruikers 5. Beveiligingsniveau 6. Toegangscodes 8. Fabrieksinstellingen herstellen 5. Wekker 6. Radio 1.
De menu’s gebruiken 7. Galerij 1. Mappen bekijken 1. Afb. 2. Tonen 2. Map toevoegen 3. Map verwijderen 4. Map hernoemen 5. Gallerijdiensten 8. Organiser 1. Agenda 2. Taken 9. Spelletjes 1. Selecteer spel 2. Spelletjesdienst. 3. Geheugen 4. Instellingen 1. Geluid 2. Verlichting 3. Trillen 10.Toepassingen 1. Toepassing select. 2. Toep.diensten 3. Geheugen Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
11.Extra's 1. Rekenmachine 2. Timerfunctie 3. Stopwatch 12.Connectiviteit 1. Infrarood 2. GPRS 1. GPRS-verbinding 2. GPRS-modeminstellingen 13.Diensten 1. Home 2. Bookmarks 3. Dienstinbox 4. Instellingen 1. Actieve dienstinstellingen 2. Actieve dienstinst. bewerken 3. Weergaveinstellingen 4. Cookie-instellingen 5. Autorisatiecertificaten 6. Instellingen dienstinbox 5. Ga naar adres 6. Cache wissen 14.SIM-diensten1 1. Alleen weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund.
Menufuncties 7. Menufuncties ■ Berichten (menu 1) U kunt tekstberichten, multimediaberichten en e-mailberichten lezen, intoetsen, verzenden en opslaan. Alle berichten worden ingedeeld in mappen. Voordat u een tekstbericht, afbeeldingbericht of e-mailbericht kunt verzenden, moet u het nummer van het berichtencentrum opslaan (zie Berichtinstellingen op pagina 78).
Berichten intoetsen en verzenden Het aantal beschikbare tekens en het nummer van het huidige gedeelte van een bericht uit meerdere delen wordt rechtsboven in het scherm weergegeven. 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Tekstberichten en Bericht opstellen. Tip: U kunt het menu Bericht opstellen snel openen door op drukken in de standby-modus. te 2. Toets een bericht in. Zie Tekst intoetsen op pagina 40.
Menufuncties Opties voor het verzenden van berichten Nadat u een bericht hebt ingetoetst, drukt u op Opties en selecteert u Verzendopties. • Als u een bericht naar verschillende ontvangers wilt zenden, selecteert u Meer kopieën. Wanneer u het bericht aan alle gewenste ontvangers hebt verzonden, drukt u op OK. • Als u een bericht wilt verzenden met behulp van een berichtprofiel, selecteert u Verzendt profiel en kiest u het gewenste berichtprofiel.
4. Toets het e-mailbericht in. Zie Tekst intoetsen op pagina 40. Het totaal aantal tekens dat u kunt intoetsen, wordt rechtsboven in het display weergegeven. Het e-mailadres en de onderwerpregel zijn in het aantal tekens inbegrepen. Zie ook Een tekstsjabloon invoegen in een gewoon bericht of e-mailbericht op pagina 68. U kunt geen afbeeldingen invoegen. 5. Druk op Opties en selecteer E-mail verzenden om het bericht te verzenden.
Menufuncties 1. Druk op Tonen om het bericht te lezen of op Uit als u het bericht later wilt bekijken. Het bericht later lezen: Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Tekstberichten en Inbox. 2. Als u meerdere berichten hebt ontvangen, selecteert u het bericht dat u wilt lezen. Een ongelezen bericht wordt voorafgegaan door . 3. Druk tijdens het lezen van het bericht op Opties. U hebt verschillende mogelijkheden.
4. Selecteer Antwoorden om het bericht te beantwoorden. Selecteer Origineel bericht om het originele bericht in het antwoord op te nemen, selecteer een standaardantwoord of selecteer Leeg scherm. Als u een e-mail beantwoordt, moet u eerst het e-mailadres en onderwerp bevestigen of wijzigen. Toets vervolgens het antwoord in. 5. Druk op Opties, selecteer Verzenden en druk op OK om het bericht naar het weergegeven nummer te zenden.
Menufuncties Een afbeelding invoegen in een tekstbericht • Druk op Opties wanneer u een bericht intoetst of beantwoordt. Selecteer Afb. invoegen en selecteer een afbeelding om deze te bekijken. Druk op Invoegen om de afbeelding in uw bericht in te voegen. De indicator in de kop van het bericht geeft aan dat een afbeelding is bijgesloten. Het aantal tekens dat u in een bericht kunt gebruiken, is afhankelijk van de grootte van de afbeelding.
Multimediaberichten Opmerking: Deze functie kan alleen worden gebruikt als dit door de netwerkexploitant of serviceprovider wordt ondersteund. Alleen telefoons die functies voor multimediaberichten bieden, kunnen deze berichten ontvangen en weergeven. Multimediaberichten kunnen tekst, een afbeelding en geluid bevatten. De telefoon ondersteunt multimediaberichten van maximaal 45 kB. Als een bericht groter dan 30 kB is, kunt u het bericht waarschijnlijk niet ontvangen.
Menufuncties U kunt geen multimediaberichten ontvangen tijdens het telefoneren, als een spelletje of andere Java-toepassing actief is, of tijdens een actieve WAPverbinding voor GSM-gegevens (zie De dienstinstellingen handmatig intoetsen op pagina 124). De aflevering van multimediaberichten kan om verschillende redenen mislukken. Het is daarom raadzaam voor essentiële communicatie niet uitsluitend op deze berichten te vertrouwen.
Als u een nummer wilt invoegen, drukt u op Opties en selecteert u Meer opties en Nummer invoegen. Toets het telefoonnummer in of haal het op uit het telefoonboek en druk op OK. 3. U kunt het bericht bekijken voordat u het verzendt door op Opties te drukken en Bekijken te selecteren. 4. Druk op Opties en selecteer Verz. naar nummer (of Verz. naar e-mail) om het bericht te verzenden. 5. Toets het telefoonnummer (of e-mailadres) van de ontvanger in of haal dit op uit het telefoonboek. Druk op OK.
Menufuncties Multimediaberichten lezen en beantwoorden Terwijl u een multimediabericht ontvangt, wordt de voortgangsindicator weergegeven. Na ontvangst van het bericht wordt de indicator en de tekst Multimediabericht ontvangen weergegeven. Als de indicator knippert, wil dit zeggen dat het geheugen voor multimediaberichten vol is (zie Multimediaberichtengeheugen vol op pagina 75), De functie voor multimediaberichten maakt gebruik van het gedeeld geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 19). 1.
• Bewerken om een bericht te wijzigen. U kunt alleen berichten wijzigen die u zelf hebt geschreven. Zie Multimediaberichten intoetsen en verzenden op pagina 71. • Details bericht om het onderwerp, de grootte en de klasse van het bericht weer te geven. • Gegevens om de details van de bijgesloten afbeelding of geluidsclip weer te geven. • Spelen om de beltoon in het bericht te beluisteren. • Geluidsclip opslaan om de beltoon op te slaan in de Galerij. • Afbeelding opsl.
Menufuncties Multimediaberichtengeheugen vol Als een nieuw multimediabericht is binnengekomen terwijl het berichtengeheugen vol is, knippert de indicator en wordt Multimediageh. vol, wachtend bericht bekijk. weergegeven. Als u het bericht wilt bekijken, drukt u op Tonen. Als u het bericht wilt opslaan, drukt u op Opties, selecteert u Bericht opslaan en verwijdert u eerst oude berichten door de map te openen en een oud bericht te selecteren. Als u het wachtende bericht wilt negeren, drukt u op Uit en Ja.
Chatten Met deze snelle toepassing voor tekstberichten kunt u tekstboodschappen uitwisselen met anderen. U kunt ontvangen of verzonden berichten niet opslaan, maar u kunt de berichten wel weergeven tijdens het chatten. Een chatbericht kost evenveel als een tekstbericht. 1. Als u een chatsessie wilt starten, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Berichten en Chatten. Toets het telefoonnummer in van de persoon waarmee u wilt chatten (of haal dit nummer op uit het telefoonboek) en druk op OK.
Menufuncties Als u de laatste berichten uit de huidige chatsessie wilt weergeven, drukt u op Opties en selecteert u Chat-archief. De berichten die u hebt verzonden, worden aangeduid met "<" en uw chatbenaming. De berichten die u hebt ontvangen, worden aangeduid met ">" en de chatbenaming van de afzender. Druk op Terug om terug te keren naar het bericht waaraan u bezig was. Selecteer de optie Chatnaam als u de chatbenaming wilt wijzigen.
Informatieberichten Met de netwerkdienst voor informatieberichten kunt u berichten over verschillende onderwerpen ontvangen van de netwerkexploitant, bijvoorbeeld het weerbericht en verkeersinformatie. Vraag uw netwerkexploitant welke items beschikbaar zijn en wat de nummers daarvan zijn. Berichtinstellingen De berichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop de berichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven. Instellingen voor tekst- en e-mailberichten 1.
Menufuncties • Selecteer voor het berichttype Tekst de optie Standaard nr. ontvanger om een standaardnummer op te slaan waarnaar berichten voor dit berichtprofiel moeten worden verzonden. Selecteer voor het berichttype E-mail de optie E-mailserver om het nummer van de e-mailserver op te slaan. • Selecteer Afleveringsrapporten om het netwerk te vragen om afleveringsrapporten van uw tekstberichten te verzenden (netwerkdienst). • Selecteer GPRS gebruiken om GPRS in te stellen als de gewenste SMSdrager.
Instellingen voor multimediaberichten Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen en Multimediaber.. Selecteer • Verz. berichten opslaan. Selecteer Ja om op te geven dat verzonden multimediaberichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden items. Als u Nee selecteert, worden de verzonden berichten niet opgeslagen. • Ontvangst multimedia toestaan. Kies Nee, Ja of In eigen netwerk om de multimediadienst te gebruiken.
Menufuncties • GPRS-toegangspunt. Toets het toegangspunt in en druk op OK. Een toegangspunt is nodig om een verbinding met een GPRS-netwerk tot stand te brengen. U kunt de naam van het toegangspunt opvragen bij de netwerkexploitant of serviceprovider. • IP-adres. Toets het adres in, druk op voor een punt en druk op OK. U kunt het IP-adres opvragen bij de netwerkexploitant of serviceprovider. • Verificatietype. Selecteer Beveiligd of Normaal. • Gebruikersnaam. Toets de gebruikersnaam in en druk op OK.
Dienstopdrachten Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Dienstopdrachten. Vanuit dit submenu verzendt u serviceaanvragen (ook wel USSD-opdrachten genoemd) naar de netwerkexploitant. Dit kunnen bijvoorbeeld activeringsopdrachten voor netwerkdiensten zijn. ■ Oproep-info (menu 2) Uw telefoon registreert gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen, en de lengte en kosten van uw gesprekken.
Menufuncties Tip: Wanneer een melding over een gemiste oproep wordt weergegeven, kunt u op Tonen drukken om de lijst met telefoonnummers weer te geven. Ga naar het nummer dat u wilt terugbellen en druk op . • Ontvangen oproepen, als u een lijst wilt weergeven met de laatste tien telefoonnummers waarvan u oproepen hebt geaccepteerd (netwerkdienst). • Laatst gekozen nummers, als u een lijst wilt weergeven met de laatste 20 telefoonnummers die u hebt gebeld of geprobeerd te bellen.
• Gesprekskosten (netwerkdienst). Selecteer Eenheden laatste gesprek of Totale eenheden om de kosten van het laatste gesprek of van alle gesprekken te controleren in de eenheden die zijn opgegeven voor de functie Kosten tonen in. Selecteer Gesprekskosteninstellingen en vervolgens Tellers wissen om de tellers op 0 te zetten, of selecteer Kosten tonen in om de resterende gesprekstijd weer te geven in kosteneenheden (Eenheden) of valuta-eenheden (Valuta).
Menufuncties ■ Profielen (menu 3) De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen ofwel profielen, waarvoor u de telefoongeluiden voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen kunt instellen. Nadat u de profielen naar wens hebt aangepast, hoeft u een profiel alleen maar te activeren als u dit wilt gebruiken. De volgende profielen zijn beschikbaar: Normaal, Stil, Vergadering, Buiten en Semafoon. Druk op Menu en selecteer Profielen. Ga naar een profiel en druk op Kiezen.
■ Instellingen (menu 4) Datum- en tijdsinstellingen Klok Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Instellingen tijd en datum en Klok. Selecteer Klok afbeelden (of Klok verbergen) om de tijd rechtsboven in het display weer te geven (of te verbergen) wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt. Selecteer Tijd instellen om de juiste tijd in te stellen en Tijdnotatie om de 12-uurs of 24-uurs tijdnotatie in te stellen.
Menufuncties Datum en tijd automatisch bijwerken Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Instellingen tijd en datum en Datum en tijd autom. aanpassen (netwerkdienst). Als u de telefoon wilt instellen om de datum en tijd automatisch bij te werken op basis van de actieve tijdzone, selecteert u Aan. Als u wilt instellen dat eerst bevestiging moet worden gevraagd voordat de datum en tijd worden bijgewerkt, selecteert u Eerst bevestigen.
Selecteer de gewenste doorschakeloptie. Selecteer bijvoorbeeld Doorschakelen indien in gesprek om oproepen door te schakelen wanneer uw nummer in gesprek is of wanneer u een inkomende oproep weigert. Selecteer Activeren om de doorschakeloptie in te schakelen en selecteer vervolgens de timeout om de oproep door te schakelen (indien beschikbaar voor de doorschakeloptie). Selecteer Annuleren als u de doorschakeloptie wilt uitschakelen.
Menufuncties Snelkeuze Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Oproepinstellingen en Snelkeuze. Als u Aan selecteert, kunnen de namen en telefoonnummers die aan de snelkeuzetoetsen ( tot en met ) zijn toegekend, worden gekozen door de desbetreffende cijfertoets ingedrukt te houden. Wachtfunctie Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Oproepinstellingen en Wachtfunctieopties.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Oproepinstellingen en Lijn uitgaande oproepen. Als u Lijn 2 selecteert en niet op deze netwerkdienst bent geabonneerd, kunt u geen gesprekken voeren. Oproepen op beide lijnen kunnen echter altijd worden beantwoord, ongeacht welke lijn is geselecteerd. Als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund, kunt u lijnselectie voorkomen door de optie Blokkeren te selecteren.
Menufuncties U kunt instellen dat de toetsen automatisch moeten worden geblokkeerd na een bepaalde, vooraf ingestelde tijd wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt en er geen functie van de telefoon in gebruik is. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Telefooninstellingen en Automatische toetsblokkering. • U kunt de automatische toetsblokkering activeren door Aan te selecteren. In het display wordt Wachttijd instellen: weergegeven. Toets de tijd in en druk op OK.
Netwerk kiezen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Telefooninstellingen en Netwerk kiezen. Als u Automatisch selecteert, kiest de telefoon automatisch een van de cellulaire netwerken die in uw regio beschikbaar zijn. Als u Handmatig selecteert, kunt u een netwerk selecteren dat een registratieovereenkomst met uw eigen netwerkexploitant heeft. Als de melding Geen toegang wordt weergegeven, moet u een ander netwerk selecteren.
Menufuncties Weergave-instellingen Achtergrond U kunt de telefoon instellen om een achtergrondafbeelding weer te geven als de telefoon zich in de standby-modus bevindt. Sommige afbeeldingen zijn vooraf opgeslagen in het menu Galerij. U kunt ook afbeeldingen ontvangen in multimediaberichten, afbeeldingen downloaden van WAP-pagina's of afbeeldingen ophalen van de pc met PC Suite en vervolgens opslaan in het menu Galerij. De indelingen JPEG, GIF, BMP en PNG worden ondersteund. Een achtergrond selecteren 1.
Kleurenschema's U kunt de kleur voor elementen in het display, zoals indicatoren en signaleringen, wijzigen. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Weergaveinstellingen en Kleurenschema's. Selecteer het gewenste kleurenschema. Operatorlogo U kunt het logo van de operator weergeven of verbergen. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Weergaveinstellingen en Operatorlogo. Als u het operatorlogo niet hebt opgeslagen, wordt het menu Operatorlogo grijs weergegeven.
Menufuncties Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Weergaveinstellingen en Timeout screensaver. Selecteer de timeout voor het activeren van de digitale klok. De duur van de timeout kan variëren tussen de 5 seconden en 60 minuten. Door de screensaver worden alle afbeeldingen en tekst die normaal in de standbymodus worden weergegeven, verborgen. Helderheid display U kunt de helderheid van het display van de telefoon wijzigen.
Selecteer Beltoonvolume en Trilsignaal voor inkomende spraakoproepen en berichten. Het trilsignaal werkt niet wanneer de telefoon is aangesloten op een lader, bureaulader of carkit. Tip: Als u een beltoon ontvangt via een infraroodverbinding of door de beltoon te downloaden, kunt u de beltoon opslaan in de Galerij. Selecteer Berichtensignaaltoon om de signaaltoon voor inkomende berichten in te stellen.
Menufuncties • Selecteer Automatisch opnemen om inkomende gesprekken binnen vijf seconden automatisch te beantwoorden. Als de optie Oproepsignaal is ingesteld op 1 x piepen of Stil, is Automatisch opnemen niet actief. • Selecteer Verlichting om de verlichting permanent in te schakelen (Aan). Selecteer Automatisch om de verlichting na het indrukken van een toets 15 seconden ingeschakeld te laten. De optie Verlichting is uitsluitend beschikbaar als Handsfree is geselecteerd.
• Vaste nummers als u uitgaande oproepen en tekstberichten wilt beperken tot geselecteerde telefoonnummers als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Hiervoor hebt u de PIN2-code nodig. Wanneer het gebruik van vaste nummers is ingeschakeld, zijn er alleen GPRSverbindingen mogelijk door tekstberichten via een GPRS-verbinding te verzenden. In dat geval moeten het telefoonnummer van de ontvanger en het nummer van het berichtencentrum in de lijst met vaste nummers worden opgenomen.
Menufuncties Fabrieksinstellingen terugzetten Als u bepaalde menu-instellingen op de oorspronkelijke waarden wilt terugzetten, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen en Fabrieksinstellingen herstellen. Toets de beveiligingscode in en druk op OK. De gegevens die u hebt ingetoetst of gedownload, zoals de namen en telefoonnummers in het telefoonboek, worden niet verwijderd. ■ Wekker (menu 5) Voor de wekker wordt de tijdsnotatie gebruikt die is ingesteld voor de klok.
Opmerking: Druk niet op Ja als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. ■ Radio (menu 6) Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. U kunt de radio op de telefoon beluisteren via de hoofdtelefoon HDS-3 (stereo) of HDB-4 (mono).
Menufuncties 3. Druk op Opties en selecteer Uitschakelen als u de radio uit wilt zetten. Tip: Houd ingedrukt om de radio snel uit te zetten. Een radiozender instellen Zet de radio aan en houd of ingedrukt om naar zendkanalen te zoeken. Het zoeken stopt wanneer een zendkanaal is gevonden. Als u het zendkanaal wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteert u Kanaal opslaan. Toets de naam van de zender in en druk op OK. Selecteer de locatie waar u het zendkanaal wilt opslaan.
gevonden zendkanaal wilt opslaan, drukt u op OK en selecteert u Kanaal opslaan (zie de procedure hierboven). Tip: Als u snel de optie Handm. afstem. wilt selecteren, drukt u op vanuit het menu Radio. • Kies frequentie. Als u de frequentie van de gewenste radiozender kent (tussen 87.5 MHz en 108.0 MHz), toetst u de frequentie in en drukt u op OK. Sla het kanaal op (zie Kanaal opslaan hierboven). Tip: Als u snel de optie Kies frequentie wilt selecteren, drukt u op vanuit het menu Radio. • Kanaal verwijd..
Menufuncties ■ Galerij (menu 7) Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. U kunt afbeeldingen en beltonen die u bijvoorbeeld hebt ontvangen in multimediaberichten, opslaan in de mappen in de galerij (zie Multimediaberichten lezen en beantwoorden op pagina 73).
Selecteer de juiste bookmark om verbinding te maken met de gewenste WAP-pagina. Als de verbinding niet tot stand komt, hebt u mogelijk geen toegang tot de WAP-pagina via de WAP-dienst waarvan u de verbindingsinstellingen gebruikt. In dat geval opent u het menu Diensten en activeert u een andere set dienstinstellingen. Zie Verbinding maken met een WAP-dienst op pagina 127. Probeer opnieuw verbinding te maken met de WAP-pagina.
Menufuncties ■ Organiser (menu 8) Opmerking: U kunt de functies in het menu Organiser alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Agenda In de agenda kunt u belangrijke afspraken, herinneringsnotities, verjaardagen en telefoontjes bijhouden. De agenda maakt gebruik van het gedeeld geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 19).
De overige opties voor de agenda kunnen bestaan uit: • Opties voor het maken van een notitie, voor het verzenden van een notitie via infrarood, het verzenden van een notitie rechtstreeks naar de agenda van een andere telefoon of het verzenden van de notitie als tekstbericht. • Opties voor het wissen, bewerken, verplaatsen en herhalen van een notitie of de optie om een notitie naar een andere dag te kopiëren. • Instellingen om de datum, tijd, datum- of tijdnotatie of de eerste dag van de week in te stellen.
Oproep - toets het telefoonnummer in, druk op Opties en selecteer Opslaan. Toets de naam in, druk op Opties en selecteer Opslaan. (In plaats van het telefoonnummer in te toetsen, kunt u ook op Opties drukken om de naam en het nummer op te halen uit het telefoonboek.) Toets vervolgens de tijd voor de oproep in en druk op OK. Als u een waarschuwingstoon voor de notitie wilt instellen, selecteert u Met geluid of Stil (geen waarschuwingstoon) en stelt u de tijd voor het signaal in.
Notitiemelding Er klinkt een piepsignaal en de notitie wordt weergegeven. Als een notitie van het type wordt weergegeven, kunt u het weergegeven nummer kiezen door op te drukken. Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen en de notitie wilt bekijken, drukt u op Bekijken. Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen zonder de notitie te bekijken, drukt u op Uit.
Menufuncties • U kunt de geselecteerde notitie ook weergeven en verwijderen of alle notities verwijderen die u als voltooid hebt gemarkeerd. U kunt de notities sorteren op prioriteit of deadline, een notitie naar een andere telefoon verzenden, een notitie opslaan als agendanotitie of de agenda openen. Terwijl u een notitie bekijkt, kunt u bijvoorbeeld ook een optie selecteren om de geselecteerde notitie te bewerken, de deadline of prioriteit van de notitie te bewerken of de notitie markeren als voltooid.
Sommige spelletjes verbruiken veel batterijvermogen; mogelijk moet u de telefoon op de lader aansluiten. Overige opties voor een spelletje of een set spelletjes Zie Overige opties die voor elke toepassing of set toepassingen beschikbaar zijn op pagina 112 voor de opties die voor spelletjes beschikbaar zijn. Diensten voor spelletjes Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Spelletjes en Spelletjesdienst.. De lijst met beschikbare WAP-bookmarks wordt weergegeven.
Menufuncties Geheugenstatus voor spelletjes Als u de hoeveelheid beschikbaar geheugen voor de installatie van spelletjes en toepassingen wilt weergeven, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Spelletjes en Geheugen. Zie ook Geheugenstatus voor toepassingen op pagina 114. Spelletjes maken gebruik van het gedeeld geheugen (zie Gedeeld geheugen op pagina 19).
Een toepassing starten 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen en Toepassing select.. 2. Ga naar een toepassing of set toepassingen (de naam is afhankelijk van de toepassing). 3. Druk op Opties en selecteer Openen of druk op geselecteerd, wordt deze gestart. . Als u één toepassing hebt Als u een set hebt geselecteerd, wordt een lijst met de toepassingen in de set weergegeven. Als u een toepassing wilt starten, gaat u naar de gewenste toepassing, drukt u op Opties en selecteert u Openen.
Menufuncties • Webtoegang: hiermee kunt u netwerktoegang voor de toepassing beperken. Selecteer Eerst vragen als gevraagd moet worden naar toestemming voor netwerktoegang, Toegestaan om netwerktoegang toe te staan of Niet toegestaan om netwerktoegang niet toe te staan. • Versiecontrole: hiermee kunt u controleren of een nieuwe versie van de toepassing beschikbaar is om via de WAP-diensten te downloaden.
Neem contact op met de netwerkexploitant en/of de WAP-serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid en tarieven van de verschillende WAPdiensten. • Druk op Menu en selecteer Diensten om te zoeken naar een WAP-pagina waarvan u een geschikte Java-toepassing wilt downloaden. Zie Bladeren door de pagina’s van een WAP-dienst op pagina 128. • Gebruik de download-optie voor spelletjes (zie Diensten voor spelletjes op pagina 110).
Menufuncties ■ Extra's (menu 11) Opmerking: U kunt de functies in het menu Extra's alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Rekenmachine Met de rekenmachine in uw telefoon kunt u optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, het kwadraat en de wortel berekenen, en valuta omzetten.
Valuta's omrekenen 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra's en Rekenmachine. 2. Als u de wisselkoers wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteert u Wisselkoers. Selecteer een van de twee opties die worden weergegeven. Toets de wisselkoers in (druk op voor een decimaalteken) en druk op OK. De wisselkoers blijft in het geheugen aanwezig totdat u een andere koers intoetst. 3.
Menufuncties Als het alarmtijdstip is aangebroken als de telefoon zich in de standby-modus bevindt, klinkt een waarschuwingstoon en knippert de bijbehorende tekst als deze is ingesteld of wordt Tijd timer verstreken weergegeven. U kunt de waarschuwingstoon met een druk op een willekeurige toets onderbreken. Als geen toets wordt ingedrukt, stopt het signaal automatisch binnen 30 seconden. Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen en de tekst wilt wissen, drukt u op OK.
Starten om de tijdsopname opnieuw te starten. De nieuwe tijd wordt aan de vorige tijd toegevoegd. Opslaan om de tijd op te slaan. Toets een naam in voor de opgenomen tijd en druk op OK. Als geen naam wordt ingetoetst, wordt de totale tijd als naam genomen. Opnieuw instellen om de teller op 0 te zetten zonder de tijd op te slaan. Rondetijden Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra's, Stopwatch en Rondetijden.
Menufuncties ■ Connectiviteit (menu 12) Infrarood U kunt de telefoon instellen op het ontvangen van gegevens via de infraroodpoort. Als u een infraroodverbinding wilt gebruiken, moet het apparaat waarmee u verbinding wilt maken IrDA-compatibel zijn. Via de infraroodpoort van de telefoon kunt u gegevens zoals visitekaartjes en agendanotities, zenden naar of ontvangen van een compatibele telefoon of een compatibel gegevensapparaat (bijvoorbeeld een computer).
Als de datatransmissie niet binnen twee minuten na het activeren van de infraroodpoort wordt gestart, wordt de verbinding verbroken en moet u opnieuw beginnen. Pictogram infraroodverbinding • Wanneer onafgebroken wordt weergegeven, is de infraroodverbinding geactiveerd en is de telefoon gereed voor het verzenden of ontvangen van gegevens via de infraroodpoort. • Wanneer knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat of is de infraroodverbinding verbroken.
Menufuncties Als een GPRS-verbinding tot stand is gebracht, wordt de indicator linksboven in het display weergegeven. Als u een oproep of een tekstbericht ontvangt terwijl een GPRS-verbinding actief is, wordt de indicator rechtsboven in het display weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat de GPRS-verbinding is onderbroken. De telefoon ondersteunt drie gelijktijdige GPRS-verbindingen.
U kunt de GPRS-inbelinstellingen (naam van toegangspunt) ook configureren op de pc met behulp van de software Nokia Modem Options. Zie PC Suite op pagina 137. Als u de instellingen op zowel de pc als de telefoon hebt geconfigureerd, worden de instellingen van de pc gebruikt. ■ WAP-diensten (menu 13) Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Menufuncties 3. Blader door de pagina's van de WAP-dienst. Zie pagina 128. 4. Beëindig de verbinding met de WAP-dienst als u klaar bent. Zie pagina 130. De telefoon instellen voor een WAP-dienst U kunt de dienstinstellingen als tekstbericht ontvangen van de netwerkexploitant of serviceprovider die de gewenste WAP-dienst aanbiedt. Neem contact op met uw netwerkexploitant voor meer informatie. U kunt de instellingen ook handmatig intoetsen of instellingen toevoegen en wijzigen met PC Suite.
• Als u de ontvangen instellingen wilt negeren, drukt u op Opties en selecteert u Wegdoen. • Als u de ontvangen instellingen eerst wilt weergeven, drukt u op Opties en selecteert u Bekijken. Als u de instellingen wilt opslaan, drukt u op Opslaan. De dienstinstellingen handmatig intoetsen 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Instellingen. 2. Selecteer Actieve dienstinstellingen. U moet de verbindingsset activeren waarin u de dienstinstellingen wilt opslaan.
Menufuncties • Verbinding beveiligen. Selecteer Aan of Uit. Als de verbindingsbeveiliging is geactiveerd (Aan), wordt geprobeerd om een beveiligde verbinding met de WAP-dienst tot stand te brengen. Als geen beveiligde verbinding beschikbaar is, wordt geen verbinding gemaakt. Als u toch verbinding wilt maken, moet u de verbindingsbeveiliging instellen op Uit. • Gegevensdrager. Selecteer GSM-gegevens of GPRS.
• Login-type. Selecteer Handmatig of Automatisch. • Gebruikersnaam. Toets de gebruikersnaam in en druk op OK. • Wachtwoord. Toets het wachtwoord in en druk op OK. Instellingen wanneer GPRS de geselecteerde gegevensdrager is • GPRS-toegangspunt. Toets het toegangspunt in en druk op OK. Een toegangspunt is nodig om een verbinding met een GPRS-netwerk tot stand te brengen. U kunt de naam van het toegangspunt opvragen bij de netwerkexploitant of serviceprovider. • IP-adres.
Menufuncties Verbinding maken met een WAP-dienst Controleer eerst of de dienstinstellingen van de gewenste WAP-dienst zijn geactiveerd. De instellingen activeren: • Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Instellingen. Selecteer Actieve dienstinstellingen, ga naar de set die u wilt activeren en druk op Activeer. Maak verbinding met de gewenste WAP-dienst.
Bladeren door de pagina’s van een WAP-dienst Nadat u verbinding met de WAP-dienst hebt gemaakt, kunt u in de WAP-pagina's van de dienst browsen. De functies van de telefoontoetsen kunnen per WAPdienst verschillen. Volg de instructies in het display van de telefoon. Neem contact op met uw WAP-serviceprovider voor meer informatie. Als GPRS is geselecteerd als de gegevensdrager, wordt tijdens het browsen de indicator linksboven in het display weergegeven.
Menufuncties • Bookmark toev. om de WAP-pagina op te slaan als bookmark. • Afb. bekijken of Afbn. bekijken om afbeeldingen en animaties op de WAPpagina te bekijken. • Ga naar adres om het adres van de gewenste WAP-dienst in te toetsen. • Dienstinbox. Zie pagina 132. • Weergave-instell.. Zie Weergave-instellingen van de WAP-browser op pagina 130. • Cookie-instell.. Zie pagina 131. • Gebruik nr. om een nummer op de WAP-pagina op te slaan of te bellen.
Een WAP-verbinding verbreken Als u het browsen wilt stoppen en de verbinding wilt beëindigen, drukt u op Opties en selecteert u Afsluiten. Als Browser afsluiten? wordt weergegeven, drukt u op Ja. U kunt ook op drukken. Als GSM-gegevens de geselecteerde gegevensdrager is, drukt u tweemaal op . De verbinding met de WAP-dienst wordt verbroken. Weergave-instellingen van de WAP-browser 1. Druk tijdens het browsen op Opties en selecteer Weergave-instell.
Menufuncties Instellingen voor cookies U kunt de telefoon instellen op het toestaan of verbieden van cookies. Een cookie bestaat uit gegevens die een WAP-site opslaat in het cachegeheugen in de telefoon. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld uw gebruikersgegevens of browservoorkeuren zijn. Cookies blijven opgeslagen totdat u het cachegeheugen leegmaakt (zie Het cachegeheugen op pagina 134). 1. Druk tijdens het browsen op Opties en selecteer Cookie-instell.
Bewerken of Verwijderen om de geselecteerde bookmark te wijzigen of verwijderen. Verzenden: selecteer Als bookmark om de geselecteerde bookmark rechtstreeks naar een andere telefoon te zenden of selecteer Als tekstbericht om de bookmark als tekstbericht te verzenden. Nieuwe bookmark om een nieuwe bookmark te maken zonder verbinding te maken met de WAP-dienst. Toets het adres en de naam van de WAP-pagina in en druk op OK.
Menufuncties U kunt de Dienstinbox openen vanuit de standby-modus wanneer u een dienstbericht hebt ontvangen door op Bekijken te drukken. • Als u op Uit drukt, wordt het bericht verplaatst naar de Dienstinbox. Als u de Dienstinbox later wilt activeren, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Diensten en Dienstinbox. Als u de Dienstinbox wilt activeren tijdens het browsen, drukt u op Opties en selecteert u Dienstinbox.
Het cachegeheugen Opmerking: De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in de cache van de telefoon. Een cache is een buffergeheugen waarin gegevens tijdelijk worden opgeslagen. Als u gebruik hebt gemaakt of geprobeerd hebt gebruik te maken van vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven (bijvoorbeeld uw bankrekening), kunt u de cache van de telefoon na gebruik beter legen.
Menufuncties De lijst met autorisatiecertificaten weergeven Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Instellingen. Selecteer Autorisatiecertificaten. Zie ook Beveiligingsinfo in De toetsen van de telefoon gebruiken op WAP-pagina's op pagina 128. Beveiligingspictogram Als het beveiligingspictogram wordt weergegeven tijdens een WAP-verbinding, is de datatransmissie tussen de telefoon en de WAP-gateway of WAP-server (aangeduid door het IP-adres in Actieve dienstinst. bewerken) gecodeerd.
U kunt de telefoon zodanig instellen dat de bevestigingsberichten worden weergegeven die tussen uw telefoon en het netwerk worden uitgewisseld bij gebruik van de SIM-kaartdiensten. Hiervoor selecteert u de optie Vragen in het menu SIM-dienstacties bevestigen, in Telefooninstellingen. U moet mogelijk een tekstbericht (SMS) verzenden of een betaalde telefonische oproep uitvoeren om deze diensten te activeren. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Pc-verbinding 8. Pc-verbinding U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen en verbinding maken met het Internet terwijl de telefoon via infrarood of een gegevenskabel is aangesloten op een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie.
• Nokia Content Copier om gegevens van de telefoon naar een pc of een andere Nokia-telefoon over te brengen, bijvoorbeeld om een reservekopie van de gegevens te maken. • Nokia PC WAP Manager om uw WAP-bookmarks te wijzigen en verzenden, of om de verbindingssets op de telefoon bij te werken. • Nokia Phone Editor om tekstberichten te verzenden en de telefoonboek- en berichtinstellingen op de telefoon te wijzigen.
Pc-verbinding GPRS, HSCSD en CSD U kunt de gegevensdiensten GPRS (General Packet Radio Service), HSCSD (High Speed Circuit Switched Data) en CSD (Circuit Switched Data, GSM-gegevens) voor de telefoon gebruiken. Neem contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor de beschikbaarheid van en het abonneren op gegevensdiensten. Het gebruik van de HSCSD-dienst belast de batterij van de telefoon zwaarder dan gewone spraak- of gegevensoproepen.
2. Start de toepassing voor gegevenscommunicatie op de pc. Als een pc-verbinding actief is, wordt het gebruik van de telefoon om te bellen en oproepen te beantwoorden afgeraden omdat dit de werking kan storen. U krijgt betere prestaties als u de telefoon tijdens datatransmissies met de toetsen naar beneden op een stevige ondergrond plaatst. Beweeg de telefoon niet en houd deze tijdens een dataoproep niet in uw hand. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Informatie over de batterij 9. Informatie over de batterij ■ De batterij opladen en ontladen De telefoon werkt met een oplaadbare batterij. De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd treedt slijtage op.
De capaciteit en de levensduur van batterijen nemen af wanneer u deze in extreem warme of koude temperaturen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in de vrieskou). Probeer ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de batterij altijd tussen de 15°C en 25°C ligt. Een telefoon met een extreem warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De prestaties van batterijen zijn beduidend minder in temperaturen onder de 0C.
VERZORGING EN ONDERHOUD VERZORGING EN ONDERHOUD Uw telefoon is een geavanceerd apparaat, dat met zorg is ontworpen en geproduceerd. Ga er zorgvuldig mee om. De tips hieronder kunnen u helpen om aanspraak te blijven maken op de geldende garantie en vele jaren plezier te hebben van dit product. • Houd de telefoon en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog.
• Gebruik alleen de meegeleverde antenne of eventueel een goedgekeurde antenne ter vervanging. Niet-goedgekeurde antennes, aanpassingen of accessoires kunnen de telefoon beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regels met betrekking tot radioapparaten. Alle bovenstaande tips gelden voor de telefoon, de batterij, oplader en andere accessoires. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van deze onderdelen niet goed werkt.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE ■ Verkeersveiligheid Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 20 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze handtelefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Voertuigen RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip-remsystemen (of antiblokkeer-remsystemen), systemen voor elektronische snelheidsregeling, airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant van uw voertuig of een vertegenwoordiger van de fabrikant voor meer informatie.
■ Voertuigen De telefoon mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze-telefoonapparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE ■ Alarmnummer kiezen Belangrijk: Zoals alle draadloze telefoons maakt ook deze telefoon gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken en kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. Het is daarom van groot belang dat u nooit alleen vertrouwt op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie (bijvoorbeeld bij medische noodgevallen).
Vergeet niet bij het bellen van een alarmnummer alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Uw draadloze telefoon is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk; verbreek de verbinding niet voordat u daarvoor toestemming hebt gekregen. ■ Informatie over certificatie (SAR) DIT TYPE TELEFOON VOLDOET AAN DE EISEN DIE DE EUROPESE UNIE HANTEERT VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN. Deze mobiele telefoon is een radiozender en -ontvanger.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Voordat een telefoon op de markt komt, moet eerst worden aangetoond dat deze voldoet aan de Europese R&TTE-richtlijn. Deze richtlijn bevat één essentiële vereiste en dat is de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker en alle andere personen. De hoogste SAR-waarde die dit telefoonmodel tijdens tests voor compatibiliteit met de standaard heeft bereikt, was 0,63 W/kg.
3310_NL.qxd 12.12.2001 13:15 Page 1 BEPERKTE GARANTIE VAN DE FABRIKANT GEDEELTE REGIO EUROPA EN AFRIKA Deze beperkte garantie zal van toepassing zijn in een gedeelte van de Regio Europa en Afrika van Nokia Mobile Phones tenzij een lokale garantie bestaat.
/ Page 2 / 12.12.2001 13:15 Datum aankoop (dd/mm/jj): / / Type Product (op telefoon type etiket onder batterij): – Model Product (op telefoon type etiket onder batterij): Telefoon Serie Nummer (op telefoon type etiket onder batterij): 3310_NL.