Gebruikershandleiding voor de Nokia 6555 9204365 Issue 1 NL
0434 CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat dit product RM-271 voldoet aan de essentiële vereisten en overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/ EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. Copyright © 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People, NaviTM en Nokia Original Enhancements zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voor uw veiligheid ............................................................................. 5 Algemene informatie.......................................................................... 8 1. Aan de slag................................................................................ 10 2. De telefoon................................................................................ 20 3. Algemene functies ....................................................................
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving.
Voor uw veiligheid WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen. AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
Voor uw veiligheid ook netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Algemene informatie • De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd. Algemene informatie ■ Overzicht van functies De telefoon biedt een groot aantal functies die handig zijn in het dagelijks gebruik, zoals tekst- en multimediaberichten, agenda, klok, wekker, radio, Music Player en ingebouwde camera. De telefoon ondersteunt bovendien de volgende functies: • On line plug-en-play-dienst voor het ophalen van configuratieinstellingen.
Algemene informatie beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op pagina 65. Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd. De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 94. De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie Digitale handtekening op pagina 96.
Aan de slag Als u de ontvangen instellingen wilt wegdoen, selecteert u Uit of Tonen > Wegd.. ■ Content downloaden U kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld thema's) naar de telefoon downloaden (netwerkdienst). Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van de verschillende diensten. Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden. ■ Nokia-ondersteuning Kijk op www.nokia.
Aan de slag Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BL-5C-batterij. Gebruik altijd originele Nokia-batterijen. Zie Controle van de echtheid van Nokia-batterijen op pagina 99. Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Aan de slag Plaats de SIM-kaart op de juiste wijze in de houder. Sluit de SIM-kaarthouder. Plaats de batterij terug. Plaats de achtercover terug (1).
Aan de slag Schuif de achtercover weer op de telefoon (2). ■ Een microSD-kaart plaatsen Houd alle microSD-geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. U kunt een microSD-kaart laden met beltonen, thema's, geluiden, beelden en video's. Als u deze kaart wist, vervangt of opnieuw laadt, werken deze functies mogelijk niet meer naar behoren. Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten met dit apparaat.
Aan de slag 1. Verwijder de achtercover en de batterij van de telefoon. Schuif de microSDgeheugenkaarthouder naar beneden (1) en klap de kaarthouder omhoog (2). 2. Plaats de kaart in de geheugenkaarthouder met de goudkleurige contactpunten omlaag gericht (3). 3. Sluit de kaarthouder (4 en 5), plaats de batterij terug en schuif de achtercover op zijn plaats. Geheugenkaart Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen.
Aan de slag contact op met de verkoper om te achterhalen of u de geheugenkaart moet formatteren voordat u de kaart kunt gebruiken. Als u een geheugenkaart wilt formatteren, selecteert u Menu > Galerij of Toepassingen, de map van de geheugenkaart , Opties > Kaart formatteren > Ja. Voor een niet-geformatteerde geheugenkaart wordt mogelijk NO NAME weergegeven in plaats van de Memory card. Als het formatteren is voltooid, voert u een naam in voor de geheugenkaart.
Aan de slag 1. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. 2. Sluit de lader aan op uw telefoon. Voor oudere ladermodellen kan een CA-44-adapter worden gebruikt. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het display wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen. De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader.
Aan de slag De tijd, tijdzone en datum instellen Voer de plaatselijke tijd in, selecteer de tijdzone van uw locatie uitgedrukt in tijdsverschil met GMT (Greenwich Mean Time), en voer de datum in. Zie Datum en tijd op pagina 55. Plug-en-play-dienst Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon in de standby-modus staat, wordt u gevraagd de configuratie-instellingen op te halen bij uw serviceprovider (netwerkdienst). Bevestig of weiger de aanvraag.
Aan de slag 1. Steek de stekker van de CA-101 in de micro USB-aansluiting linksonder op de telefoon. 2. Sluit de CA-101 aan op de pc of laptop. De tekst USB-kabel aangesloten. Selecteer modus. wordt weergegeven op het weergavescherm van de telefoon. 3. Selecteer OK en Nokia-modus. ■ Antenne Het apparaat heeft een interne antenne onder aan het apparaat. Raak het antennegebied niet aan.
Aan de slag ■ Beheer van digitale rechten Content-eigenaren kunnen gebruikmaken van verschillende soorten technologieën voor het beheer van digitale rechten (DRM) om hun intellectuele eigendom, waaronder auteursrechten, te beschermen. Dit apparaat maakt gebruik van verschillende typen DRM-software om toegang te krijgen tot DRM-beveiligde inhoud. Met dit apparaat krijgt u mogelijk toegang tot inhoud die beschermd is met WMDRM 10.
De telefoon 2.
De telefoon ■ Standby-modus Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby-modus. Minidisplay 1 Netwerkmodusindicator 2 Signaalsterkte van het mobiele netwerk 3 Laadstatus van de batterij 4 Indicatoren 5 Naam van het netwerk of het operatorlogo 6 Tijd en datum of profiel Analoge klok Tot de Minidisplay-instellingen behoort een analoge klok als screensaver.
De telefoon Hoofddisplay 1 Netwerkmodusindicator 2 Signaalsterkte van het mobiele netwerk 3 Laadstatus van de batterij 4 Indicatoren 5 Naam van het netwerk of het operatorlogo 6 Klok 7 Hoofddisplay 8 De linkerselectietoets is Favor. of een snelkoppeling naar een andere functie. Zie Linkerselectietoets op pagina 55. 9 De modus van de middelste selectietoets is Menu.
De telefoon Indicatoren Er zijn ongelezen berichten. U heeft nieuwe voicemailberichten ontvangen. Er zijn berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is mislukt. De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd. , De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en de aanwezigheidsstatus is online of offline. Er zijn één of meer chatberichten. De toetsen zijn geblokkeerd. De telefoon gaat niet over wanneer een oproep of tekstbericht wordt ontvangen.
De telefoon Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep. Het tijdelijke profiel is geselecteerd. , , of Er is een hoofdtelefoon, handsfreeeenheid, oortje of muziekstandaard op de telefoon aangesloten. ■ Vluchtmodus U kunt alle functies van de radiofrequentie deactiveren en nog steeds toegang hebben tot de offline spelletjes, agenda en telefoonnummers. Gebruik de vluchtmodus in een omgeving die gevoelig is voor radiosignalen—aan boord van een vliegtuig of in een ziekenhuis.
De telefoon bevestiging weergegeven dat het profiel Vlucht wordt afgesloten en een alarmnummer wordt gekozen. ■ Toetsen blokkeren Selecteer Menu of Vrijgev. (1) en druk binnen 1,5 seconde op de toets * (2) om de toetsen te blokkeren of de blokkering op te heffen. Als de toetsenblokkering is geactiveerd, voert u de beveiligingscode in als hierom wordt gevraagd. Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd, drukt u op de beltoets of opent u de telefoon.
Algemene functies 3. Algemene functies ■ Bellen 1. Voer het netnummer en telefoonnummer in. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in. 2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Algemene functies Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Voor informatie over het instellen van de taal, zie Taal sprkherkenning in Telefoon op pagina 62. Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent. 1. Houd in de standby-modus de volume-omlaagtoets ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Nu spreken wordt weergegeven. 2.
Tekst invoeren Zie Oproepen op pagina 61 voor informatie over het activeren van de Wachtfunctieopties. ■ Opties tijdens een gesprek Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over beschikbaarheid van netwerkdiensten. Selecteer tijdens een gesprek Opties en kies vervolgens één van de volgende opties: Gespreksopties zijn Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu, Toetsen blokk., Opnemen, Luidspreker of Telefoon.
Tekst invoeren normale tekstinvoer aan. geeft tekstinvoer met woordenboek aan. Met behulp van tekstinvoer met woordenboek kunt u tekst snel invoeren met de cijfertoetsen en een ingebouwd woordenboek. U kunt een letter invoeren met één druk op een toets. geeft tekstinvoer met woordenboek aan met Woordsuggesties. De telefoon probeert het woord te voorspellen op basis van de tekens die u hebt ingevoerd.
Tekst invoeren U kunt een speciaal teken toevoegen door * ingedrukt te houden of Opties > Symbool invoegen te selecteren. Ga naar een teken en selecteer Gebruik. Als u een samengesteld woord wilt invoeren, voert u het eerste gedeelte van het woord in en bevestigt u dit door op de rechterbladertoets te drukken. Voer het tweede gedeelte van het woord in en bevestig het woord. Druk op 1 om een punt in te voeren. 2.
Navigeren door de menu's 5. Navigeren door de menu's De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's. 1. Druk op Menu om het menu te openen. U kunt de menuweergave wijzigen door Opties > Hoofdmenuweerg. > Lijst of Roosterweergave te selecteren. Als u de menu's anders wilt indelen, bladert u naar het menu dat u wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Indelen > Verpl.. Ga naar de positie waar u het menu naartoe wilt verplaatsen en selecteer OK.
Berichten Voordat u een tekstbericht of e-mailbericht via SMS kunt verzenden, moet u het nummer van de berichtencentrale opslaan. Zie Berichtinstellingen op pagina 45. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van de dienst voor e-mail via SMS. Zie Gegevens opslaan op pagina 49 voor informatie over het opslaan van e-mailadressen in Contacten. Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de tekenlimiet voor één bericht.
Berichten Berichten lezen en beantwoorden 1. Als u het ontvangen bericht wilt bekijken, selecteert u Tonen. Selecteer Uit als u het bericht later wilt bekijken. Als u het bericht later wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten > Inbox. 2. Selecteer Beantw. als u een bericht wilt beantwoorden. Voer het antwoord in. 3. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten verzenden op pagina 34.
Berichten 5. Voer één of meer telefoonnummers of e-mailadressen in het veld Aan: in. Als u een telefoonnummer of e-mailadres wilt ophalen uit het geheugen, selecteert u Toevoeg.. 6. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten verzenden op pagina 34. Berichten verzenden Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Berichten 3. Als u het bericht wil beantwoorden, selecteert u Opties > Antwoorden > SMS-bericht, E-mailbericht, Flitsbericht of Audiobericht. Voer het antwoord in. 4. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. ■ Flitsberichten Flitsberichten zijn berichten die direct na ontvangst worden weergegeven. Flitsberichten worden niet automatisch opgeslagen. Berichten invoeren Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Flitsbericht. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in en voer dan het bericht in.
Berichten Een bericht beluisteren Als u een ontvangen audiobericht wilt beluisteren, selecteert u Spelen. Als u meer dan één bericht hebt ontvangen, selecteert u Tonen > Spelen. Selecteer Uit als u het bericht later wilt beluisteren. ■ Geheugen vol Als een nieuw bericht is binnengekomen terwijl het berichtengeheugen vol is, wordt de tekst Geheugen vol. Kan geen berichten ontvangen. weergegeven. Als u oude berichten wilt verwijderen, selecteert u OK > Ja en selecteert u de map.
Berichten ■ E-mailtoepassing De e-mailtoepassing maakt gebruik van een GPRS-verbinding (netwerkdienst) zodat u met de telefoon toegang hebt tot uw e-mailaccount. Deze e-mailtoepassing is niet hetzelfde als de SMS e-mailfunctie. Om de e-mailfunctie van de telefoon te kunnen gebruiken, hebt u een compatibel e-mailsysteem nodig. U kunt met de telefoon e-mail invoeren, verzenden en lezen. De telefoon ondersteunt POP3- en IMAP4-e-mailservers. Deze toepassing ondersteunt geen toetsgeluiden.
Berichten E-mail invoeren en verzenden U kunt uw e-mailbericht schrijven voordat u verbinding met de e-mailservice maakt. U kunt echter ook eerst verbinding met de service maken en daarna pas uw e-mailbericht schrijven en verzenden. 1. Selecteer Menu > Berichten > E-mail. 2. Als u meer dan één e-mailaccount hebt ingesteld, selecteert u de account die u voor het verzenden van het e-mailbericht wilt gebruiken. 3. Voer het emailadres van de ontvanger, het onderwerp en het e-mailbericht in.
Berichten Als u nieuwe e-mailberichten wilt downloaden en als u berichten wilt verzenden die in de map Outbox zijn opgeslagen, selecteert u Opties > Verzenden en ontvangen. E-mailberichten lezen en beantwoorden Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC. 1. Selecteer Menu > Berichten > E-mail > Inboxen, de accountnaam en het gewenste bericht. 2.
Berichten zwarte lijst of op een witte lijst te plaatsen. Berichten van afzenders die op de zwarte lijst staan worden in de map Ongewenst geplaatst. Berichten van overige afzenders worden in de inbox van de account geplaatst. Als u een afzender aan de zwarte lijst wilt toevoegen, selecteert u het desbetreffende e-mailbericht in de map Inboxen en vervolgens selecteert u Opties > Afzender op zwarte lijst.
Berichten Verbindingsinstllngn — om de instellingen voor chatberichten en aanwezigheidsweergave te bewerken. Verbinding maken Als u verbinding wilt maken met de dienst, opent u het menu Chatberichten, selecteert u de chatdienst als dit nodig is, en selecteert u Aanmelden. Selecteer Opties > Afmelden, als u de verbinding met de chatdienst wilt verbreken.
Berichten Als u een gesprek wilt starten, vouwt u de map Online of de map Offline uit, vervolgens gaat u naar het contact met wie u wilt chatten en ten slotte selecteert u Chatten. Als u een uitnodiging of een bericht wilt beantwoorden, vouwt u de map Conversaties uit, vervolgens gaat u naar het contact met wie u wilt chatten en ten slotte selecteert u Openen. Zie Chatcontacten toevoegen op pagina 43 als u contacten wilt toevoegen.
Berichten Lezen om het bericht te lezen. Als u meerdere chatberichten hebt ontvangen, selecteert u een bericht en dan Openen. Nieuwe berichten die u tijdens een actieve chatsessie ontvangt, worden bewaard in Chatberichten > Conversaties. Als u een bericht ontvangt van iemand die niet in Chatcontacten is opgenomen, wordt de ID van de afzender weergegeven. Als u een nieuw contact wilt opslaan dat nog niet in het telefoongeheugen is opgenomen, selecteert u Opties > Contact opslaan.
Berichten Groepen U kunt de openbare groepen gebruiken die door de serviceprovider zijn ingesteld of privé-groepen voor een chatsessie instellen. Openbaar U kunt bookmarks aanbrengen voor openbare groepen die door uw serviceprovider worden onderhouden. Maak verbinding met de chatdienst en selecteer Groepen > Openbare groepen. Selecteer een groep en vervolgens Deelnm.. Als u geen deel uitmaakt van de groep, voert u uw schermnaam in als uw alias voor de groep.
Berichten ■ Dienstopdrachten Vanuit dit submenu maakt en verzendt u serviceaanvragen (ook wel USSD-opdrachten genoemd) naar de netwerkoperator. Dit kunnen bijvoorbeeld activeringsopdrachten voor netwerkdiensten zijn. Selecteer Menu > Berichten > Dienstopdrachten.
Berichten Tekstberichten De tekstberichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop SMS- en e-mailberichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven. Selecteer Menu > Berichten > Berichtinstellingen > Tekstberichten en daarna één van de volgende opties: Afleveringsrapporten > Ja — om het netwerk te vragen afleveringsrapporten van uw berichten te verzenden (netwerkdienst).
Berichten Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instellingen > Multimediaberichten en daarna één van de volgende opties: Afleveringsrapporten > Ja — om het netwerk te vragen afleveringsrapporten van uw berichten te verzenden (netwerkdienst). MMS-aanmaakmodus - Hiermee kunt u selecteren of u al dan niet multimediaberichten met content-beperkingen wilt maken. Wanneer u Beperkt selecteert, ondersteunt de ontvangende telefoon waarschijnlijk verzonden berichten.
Contacten E-mailberichten De instellingen hebben invloed op de wijze waarop e-mailberichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven. Het is mogelijk dat u de instellingen ontvangt als configuratiebericht. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 9. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 64.
Contacten ■ Namen en telefoonnummers opslaan Namen en nummers worden opgeslagen in het actieve geheugen. Als u een naam en een telefoonnummer wilt opslaan, selecteert u Menu > Contacten > Namen > Opties > Nieuw contact. ■ Gegevens opslaan In het telefoongeheugen kunt u verschillende typen telefoonnummers, een toon of videoclip en korte tekstitems voor een contact opslaan. Het eerste nummer dat u opslaat, wordt automatisch ingesteld als het standaardnummer.
Contacten ■ Contactgegevens bewerken Zoek het contact en selecteer Gegev.. Als u een naam, nummer, tekstitem of de afbeelding wilt wijzigen, selecteert u Opties > Bewerken. Als u een ander nummertype wilt gebruiken, gaat u naar het gewenste nummer en selecteert u Opties > Type wijzigen. Als u het geselecteerde nummer wilt instellen als standaardnummer, selecteert u Als standaard. ■ Alles synchroniseren Uw agenda, contactgegevens en notities synchroniseren met een externe internetserver (netwerkdienst).
Contacten ■ Instellingen Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en daarna één van de volgende opties: Actief geheugen — om het SIM-kaart- of telefoongeheugen te selecteren voor uw contacten. Selecteer Telefoon en SIM om namen en nummers op te halen uit beide geheugens. Wanneer u in dat geval namen en nummers opslaat, worden deze in het telefoongeheugen opgeslagen. Weergave Contacten — om in te stellen hoe de namen en nummers in de lijst Contacten moeten worden weergegeven.
Logboek ■ Informatienummers, dienstnummers en eigen nummers Selecteer Menu > Contacten en één van de volgende submenu's: Infonummers — om te bellen naar de informatienummers van uw serviceprovider als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen (netwerkdienst). Dienstnummers — om te bellen naar de dienstnummers van uw serviceprovider als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen (netwerkdienst).
Instellingen Opmerking: Sommige tijdmeters worden mogelijk opnieuw ingesteld bij onderhoudswerkzaamheden of software-upgrades. 9. Instellingen ■ Profielen De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen, ofwel profielen, waarvoor u de telefoongeluiden voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen kunt aanpassen. Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, het gewenste profiel en vervolgens één van de volgende opties: Activeer — om het geselecteerde profiel te activeren.
Instellingen Als u de telefoon alleen wilt laten overgaan wanneer oproepen worden ontvangen van telefoonnummers die behoren tot een geselecteerde bellergroep, selecteert u Waarschuwen bij. Ga naar de gewenste bellergroep of naar Elke oproep en selecteer Markeer. Selecteer Opties > Opslaan om de instellingen op te slaan of Annuleren om de instellingen ongewijzigd te laten. Stelt u voor de beltoon het hoogste volumeniveau in, dan wordt dit beltoonvolume na een paar seconden bereikt.
Instellingen ■ Minidisplay Selecteer Menu > Instellingen > Minidisplay. U kunt de instellingen wijzigen voor Achtergrond, Screensaver, Energiespaarstand, Slaapstand en Animatie (openen). ■ Datum en tijd U kunt de tijd, tijdzone en tijdnotatie wijzigen door Menu > Instellingen > Datum en tijd > Instellingen datum en tijd, Instellngn datum- en tijdnotatie, or Datum en tijd autom. aanpassen (netwerkdienst) te selecteren.
Instellingen Rechterselectietoets U kunt in de lijst een functie selecteren door Menu > Instellingen > Mijn snelkoppelingen > Rechter selectietoets te selecteren. Navigatietoets Als u andere telefoonfuncties uit een voorgedefinieerde lijst wilt toekennen aan de navigatietoets (bladertoets), selecteert u Menu > Instellingen > Mijn snelkoppelingen > Navigatietoets.
Instellingen ■ Connectiviteit U kunt de telefoon verbinden met een compatibel apparaat via een draadloze Bluetooth-verbinding of via een USB-gegevenskabel. U kunt ook de instellingen definiëren voor EGPRS- of 3G-inbelverbindingen. Draadloze Bluetooth-technologie Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.
Instellingen Zoeken nr audiotoeb. — om te zoeken naar compatibele Bluetoothaudioapparaten. Selecteer het apparaat dat u met de telefoon wilt verbinden. Gekoppelde apparaten — om te zoeken naar Bluetooth-apparaten die binnen bereik zijn. Selecteer Nieuw om alle Bluetooth-apparaten weer te geven die binnen bereik zijn. Selecteer een apparaat en dan Koppelen. Voer het overeengekomen Bluetooth-wachtwoord van het apparaat in (maximaal 16 tekens) om het apparaat af te stemmen op de telefoon.
Instellingen Altijd online — om de telefoon automatisch verbinding te laten maken met een GPRS-netwerk wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Modeminstellingen U kunt de telefoon via draadloze Bluetooth-technologie of een USBkabelverbinding aansluiten op een compatibele pc en de telefoon gebruiken als modem om een GPRS- of 3G-verbinding via de pc in te schakelen.
Instellingen toegevoegd, op basis van de contactgegevens van het andere apparaat. Serversynchr. en PC-synchronisatie zijn de oorspronkelijke items in de lijst. Als u een nieuw overdrachtscontact (bijvoorbeeld een mobiele telefoon) aan de lijst wilt toevoegen, selecteert u Menu > Instellingen > Connectiviteit > Geg.overdracht > Opties > Overdr.contact toev. > Telefoonsynchr. of Telefoonkopie en geeft u de instellingen voor de betreffende soort gegevensoverdracht op.
Instellingen dat u de instellingen ontvangt als configuratiebericht. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 9 en Configuratie op pagina 64. Als u de synchronisatie van uw telefoon wilt starten, selecteert u Menu > Instellingen > Connectiviteit > Gegev.overdracht > Serversynchr.. Selecteer Synchronisatie gestart of Kopiëren wordt gestart, afhankelijk van de instellingen. Het synchroniseren kan bij de eerste keer of na een onderbroken synchronisatie wel 30 minuten duren voor het voltooid is.
Instellingen Opnemen met willekeurige toets > Aan — om een inkomende oproep te beantwoorden door kort op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de aan/uit-toets, de cameratoets, de linker- en rechterselectietoets en de toets Einde. Automatisch opnieuw kiezen > Aan — om maximaal tien pogingen te doen om de verbinding tot stand te brengen na een mislukte oproeppoging. Stemhelderheid > Actief — om de verstaanbaarheid van spraak te verbeteren, vooral in lawaaierige omstandigheden.
Instellingen Geheugenstatus — om de hoeveelheid gebruikt en beschikbaar telefoongeheugen weer te geven. Automatische toetsenblokkering — om in te stellen dat de toetsen automatisch moeten worden geblokkeerd na een bepaalde, vooraf ingestelde tijd wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt en er geen telefoonfuncties worden gebruikt. Selecteer Aan, en stel de tijdsperiode in. Toetsenblokkering — om in te stellen dat de beveiligingscode moet worden gevraagd wanneer u de toetsen vrijgeeft.
Instellingen ■ Toebehoren Dit menu of de volgende opties worden alleen weergegeven als de telefoon is aangesloten of aangesloten is geweest op een van de compatibele toebehoren. Selecteer Menu > Instellingen > Toebehoren. Selecteer een toebehoren en selecteer, afhankelijk van het toebehoren, een van de volgende opties: Standaard profiel — om het profiel te selecteren dat automatisch moet worden geactiveerd wanneer u het geselecteerde toebehoren aansluit.
Instellingen verwijderen. Als u een nieuwe persoonlijke account wilt toevoegen, selecteert u Toevgn als er nog geen account is toegevoegd. Anders selecteert u Opties > Voeg nieuwe toe. Selecteer het diensttype, selecteer de vereiste parameters en voer deze afzonderlijk in. De parameters verschillen per geselecteerd diensttype. Als u een persoonlijke account wilt verwijderen of activeren, gaat u naar de account en selecteert u Opties > Verwijderen of Activeer.
Galerij Beveiligingsniveau > Telefoon — als u wilt dat de beveiligingscode wordt gevraagd wanneer een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst. Als u Geheugen selecteert, wordt de beveiligingscode gevraagd wanneer het SIM-kaartgeheugen is geselecteerd en u het gebruikte geheugen wilt wijzigen. Toegangscodes — als u de beveiligingscode, de PIN-code, de UPIN-code, de PIN2-code of het beperkingswachtwoord wilt wijzigen. Code gebruiken — om te selecteren of de PIN-code of de UPIN-code actief moet zijn.
PTT (Push to Talk) Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. Selecteer Menu > Galerij om een lijst met mappen te bekijken. Als u de beschikbare opties van een map wilt bekijken, selecteert u een map en selecteert u > Opties. Als u een lijst met bestanden in een map wilt bekijken, selecteert u een map en selecteert u > Openen.
PTT (Push to Talk) een verbinding met de PTT-dienst kunt u de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken. Informeer bij uw netwerkoperator naar de beschikbaarheid, kosten en abonnementsmogelijkheden voor deze dienst. Bij het gebruik van roamingdiensten gelden wellicht meer beperkingen dan bij gewone oproepen. Voordat u de PTT-dienst kunt gebruiken, moet u de vereiste instellingen voor de dienst definiëren. Zie PTT-instellingen op pagina 73 en Configuratie-instellingen op pagina 74.
PTT (Push to Talk) Bijnaam in kanaal: — Voer uw alias in die in het nieuwe kanaal wordt weergegeven. Kanaalbeveiliging: — Selecteer Openbaar kanaal of Privé-kanaal. Afbeelding: — Selecteer Wijzigen en een afbeelding uit de Galerij of de Stand.afbeelding om een afbeelding in te stellen voor het nieuwe kanaal. Als u een uitnodiging naar het kanaal wilt verzenden, selecteert u Ja wanneer daarom wordt gevraagd.
PTT (Push to Talk) niet beschikbaar is. Als u kanalen hebt toegevoegd, wordt u automatisch aangemeld bij de actieve kanalen. U kunt een standaardfunctie toewijzen aan de PTT-toets om de lijst met kanalen of contacten of een enkel kanaal of contact te openen. Zie PTTinstellingen op pagina 73. Selecteer Push to Talk uitschakelen als u de verbinding met de PTTdienst wilt verbreken.
PTT (Push to Talk) Namen of Menu > Push to Talk > Contactenlijst. Ga naar het gewenste contact en houd de PTT-toets ingedrukt. Als u een één-op-één-oproep wilt starten vanuit de lijst met PTTkanalen, selecteert u Kanaallijst, gaat u naar het gewenste kanaal en selecteert u Leden. Ga naar het gewenste contact en houd de PTT-toets ingedrukt. Selecteer Terugbelinbox als u een éénn-op-één-oproep wilt starten vanuit de lijst met ontvangen terugbelverzoeken.
PTT (Push to Talk) ingedrukt en wacht totdat de andere persoon is uitgesproken. Hierna kunt u gaan praten. ■ Terugbelverzoeken Als u een één-op-één-oproep start en u ontvangt geen reactie, kunt u de desbetreffende persoon een verzoek toezenden om u terug te bellen. Een terugbelverzoek verzenden U kunt een terugbelverzoek op de volgende manieren verzenden: Als u een terugbelverzoek wilt verzenden vanuit de lijst met contacten in het menu Push to Talk, selecteert u Contactenlijst.
PTT (Push to Talk) Als u een nieuw contact wilt opslaan of het PTT-adres aan een contact wilt toevoegen die u een terugbelverzoek heeft gezonden, selecteert u Opties > Opslaan als of Toev. aan contact. ■ Een één-op-één-contact toevoegen U kunt de namen van personen naar wie u geregeld één-op-éénoproepen verzendt, op de volgende manieren opslaan: Als u een PTT-adres wilt toevoegen aan een naam in Contacten, gaat u naar het gewenste contact en selecteert u Gegev. > Opties > Info toevoegen > P2T-adres.
PTT (Push to Talk) Mijn aanmeldingsstatus weergeven — om het verzenden van de aanmeldstatus in of uit te schakelen. P2T-status bij opstarten > Ja of Eerst vragen — om in te stellen dat automatisch verbinding met de PTT-dienst wordt gemaakt wanneer u de telefoon inschakelt. P2T in buitenland — om de PTT-dienst in te schakelen wanneer u buiten het bereik van uw eigen netwerk bent. Mijn Push to Talk-adres verzenden > Nee — om uw PTT-adres te verbergen voor kanaaloproepen en één-op-één-oproepen.
Media 12. Media Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle regelgeving en respecteer lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen met inbegrip van auteursrechten. Met de ingebouwde camera met 1,3 megapixels kunt u foto's maken of live videoclips opnemen. De camera maakt foto's in jpeg-indeling en videoclips in 3gpp-indeling. De cameralens bevindt zich aan de voorkant van de telefoon. Het kleurendisplay fungeert als een zoeker.
Media Om in en uit te zoomen in cameramodus drukt u op de volume omhoog - of omlaag-toets. Selecteer Vastlggn of druk op de cameratoets om een foto te nemen. De telefoon slaat de afbeeldingen op de geheugenkaart op. Selecteer Opties om Nachtmodus aan in te stellen als het licht slecht is, Zelfontsp. aan om de zelfontspanner te activeren, Afbld.reeks aan om snel achter elkaar foto's te nemen. Als de maximale afbeeldingsgrootte is ingesteld, worden drie foto's achter elkaar genomen.
Media Om de kwaliteit van uw videoclips in te stellen, selecteert u Menu > Media > Video > Opties > Instellingen > Kwaliteit videoclips > Hoog, Normaal of Gering. Om de bestandsgroottelimiet te selecteren, selecteert u Menu > Media > Video > Opties > Instellingen > Lengte videoclip. Standaard houdt in dat de bestandsgrootte beperkt is zodat het bestand in een multimediabericht past (grootte multimediabericht kan per apparaat verschillen). Maximum houdt in dat al het beschikbare geheugen wordt gebruikt.
Media Muziek afspelen Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Bedien de muziekspeler met de toetsen op de telefoon of met de virtuele toetsen op het display. Wanneer u het menu Muziekspeler opent, worden de gegevens van het eerste nummer van de standaard tracklijst weergegeven.
Media Video's — om een lijst met muziekvideo's weer te geven Instellingen In het menu Instellingen zijn de volgende opties beschikbaar: Willekeurig — om muzieknummers in willekeurige volgorde af te spelen Herhalen — om het huidige nummer of alle nummers te herhalen, of om het herhalen uit te schakelen Equalizer media — om een lijst van media-equalizersets te openen. Zie Equalizer op pagina 80. Stereoverbreding — wordt aan de audio-uitvoer van de telefoon een ruimtelijk stereo geluidseffect gegeven.
Media Geluid opnemen 1. Selecteer Menu > Media > Recorder. U kunt gebruikmaken van de grafische toetsen , of op het display door met de linker- of rechternavigatietoets naar de gewenste toets te gaan en deze te selecteren. 2. Druk op om het opnemen te starten. Als u wilt opnemen tijdens een gesprek, selecteert u Opties > Opnemen. Terwijl een gesprek wordt opgenomen, horen beide partijen een zachte pieptoon. Houd de telefoon tijdens het opnemen in de normale positie tegen het oor.
Organiser 13. Organiser ■ Wekker U kunt instellen dat op een bepaald tijdstip een waarschuwingstoon klinkt. Selecteer Menu > Organiser > Wekker. Als u de wekker wilt instellen, selecteert u Wektijd en voert u het gewenste tijdstip in. Als u het alarmtijdstip wilt wijzigen nadat dit is ingesteld, selecteert u Aan. Selecteer Alarm herhalen om in te stellen dat op geselecteerde dagen van de week een alarmtoon moet klinken. Als u de alarmtoon wilt selecteren, kiest u Alarmtoon:.
Organiser wordt onder de agenda het begin van de notitie weergegeven. U kunt de notities voor de dag bekijken door Bekijk te selecteren. Als u een week wilt bekijken, selecteert u Opties > Weekweergave. Als u alle notities in de agenda wilt verwijderen, selecteert u de maand- of weekweergave en selecteert u Opties > Verwijder notities. In Instellingen kunt u de datum, de tijd, de tijdzone, de datum- of tijdnotatie, het datumscheidingsteken, de standaardweergave of de eerste dag van de week instellen.
Organiser geselecteerde notitie ook verwijderen, of alle notities verwijderen die u als voltooid hebt gemarkeerd. ■ Notities U kunt notities invoeren en verzenden door Menu > Organiser > Notities te selecteren. Als u een notitie wilt maken als geen notitie is toegevoegd, selecteert u Notitie. Schrijf de notitie en selecteer Opslaan.
Organiser timer door Starten te selecteren. Selecteer Tijd wijzigen om de tijd van de timer te wijzigen. Als u de timer wilt stoppen, selecteert u Timer stoppen. Als u een intervaltimer met maximaal 10 intervallen wilt starten, voert u eerst de intervallen in. Selecteer Menu > Organiser > Timer > Intervaltimer. U start de timer door Timer starten > Starten te selecteren. ■ Stopwatch Met de stopwatch kunt u de tijd, tussentijden of rondetijden opnemen.
Toepassingen 14. Toepassingen In dit menu kunt u toepassingen en spelletjes beheren. Deze bestanden worden opgeslagen in het telefoongeheugen of op een aangesloten microSD-geheugenkaart en kunnen in mappen worden ingedeeld. Zie Geheugenkaart op pagina 14 voor meer informatie over het formatteren of vergrendelen en ontgrendelen van de geheugenkaart.
Toepassingen ■ Een toepassing starten In uw telefoon zijn enkele Java-toepassingen opgenomen. Selecteer Menu > Toepassingen > Verzameling. Ga naar een toepassing en selecteer Openen. ■ Enkele toepassingsopties Versiecontrole — om te controleren of een nieuwe versie van de toepassing beschikbaar is om van het Web te downloaden (netwerkdienst) Webpagina — om meer informatie of extra gegevens over de toepassing op een internetpagina weer te geven, als dit beschikbaar is.
Toepassingen ■ Presenter Met de Presenter kunt u diapresentaties (compatibel met Microsoft Office PowerPoint), een software-dvd, een MP3-speler of andere pctoepassingen op afstand met uw telefoon bedienen. Als u andere toepassingen dan diapresentaties of als u de desktopmodus wilt bedienen, moet u het bijbehorende aangepaste profiel voor de pctoepassing maken. U moet voordat u de toepassing kunt gebruiken de volgende procedure volgen: 1. Installeer de pc-toepassing van Nokia Presenter op uw pc.
SIM-diensten sprekersnotities wilt weergeven, selecteert u Notities. Als u items in dia’s wilt aanwijzen, selecteert u Aanwijzer. Hiermee schakelt u een kleine, zwarte, ronde aanwijzer in die u kunt bedienen met de navigatietoets. Selecteer Opties > Lijst met dia's als u wilt terugkeren naar de lijst met dia’s. Selecteer Opties > Lijst met toep. als u wilt terugkeren naar de lijst met toepassingen. Als u de muiswijzer (de cursor) op afstand vanaf de telefoon wilt bedienen, selecteert u de desktopmodus.
Web 16. Web Met de browser van de telefoon hebt u toegang tot verschillende mobiele-internetdiensten. Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid, de tarieven en de instructies met betrekking tot de verschillende diensten.
Web 4. Selecteer Term.venster tonen > Ja als u een handmatige gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren Maak op één van de volgende manieren verbinding met de dienst: • Selecteer Menu > Web > Home. Als de telefoon in de standbymodus staat, houdt u 0 ingedrukt. • Als u een bookmark voor de dienst wilt instellen, selecteert u Menu > Web > Bookmarks. • Als u het laatste internetadres (URL) wilt gebruiken, selecteert u Menu > Web > Laatste webadr..
Web 1. Selecteer tijdens het browsen Opties > Bookmarks. Als de telefoon in de standby-modus staat, selecteert u Menu > Web > Bookmarks. 2. Ga naar een bookmark en selecteer deze of druk op de beltoets om verbinding te maken met de pagina die aan de bookmark is gekoppeld. 3. Selecteer Opties om de bookmark te bekijken, bewerken, verwijderen of verzenden, om een nieuwe bookmark te maken of om de bookmark op te slaan in een map.
Web ■ Weergave-instellingen Selecteer tijdens het browsen Opties > Overige opties > Weergaveinstell.. Als de telefoon in de standby-modus staat, selecteert u Menu > Web > Instellingen > Weergave-instellingen en daarna één van de volgende opties: Tekstterugloop — om te selecteren hoe de tekst op het display wordt weergegeven. Lettergrootte — om de lettergrootte in te stellen. Afbeeldingen tonen > Nee — de afbeeldingen op de pagina verbergen. Waarschuwingen > Waarschw. onbv. vb.
Web Selecteer tijdens het browsen Opties > Overige opties > Beveiliging > Cookie-instell.. Als de telefoon in de standby-modus staat, selecteert u Menu > Web > Instellingen > Beveiligingsinstellingen > Cookies. Selecteer Toestaan om het ontvangen van cookies toe te staan of Weigeren om cookies te weigeren. Scripts via een veilige verbinding U kunt aangeven of u scripts op een beveiligde pagina wilt laten uitvoeren. De telefoon ondersteunt WML-scripts.
Web Instellingen dienstinbox Selecteer Menu > Web > Instellingen > Instell. dienstinbox. Als u wilt instellen of dienstberichten moeten worden ontvangen, selecteert u Dienstberichten > Aan of Uit. Als u wilt instellen dat de telefoon alleen dienstberichten ontvangt van door de serviceprovider goedgekeurde content-auteurs, selecteert u Berichtfilter > Aan. Selecteer Vertrwde kanalen om de lijst met goedgekeurde content-auteurs te bekijken.
Web bevatten. De certificaten worden in de beveiligingsmodule opgeslagen door de serviceprovider. Als u de instellingen van de beveiligingsmodule wilt bekijken of wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen > Beveiliging > Instell. beveiligingsmodule.
Pc-verbinding Digitale handtekening U kunt gebruikmaken van digitale handtekeningen als uw SIM-kaart is voorzien van een beveiligingsmodule. Ondertekenen met een digitale handtekening is vergelijkbaar met het zetten van uw handtekening op een papieren factuur, overeenkomst of ander document. Als u een digitale handtekening wilt maken, selecteert u een koppeling op een pagina, bijvoorbeeld de titel van het boek dat u wilt aanschaffen en de prijs van het boek.
Pc-verbinding informatie en PC Suite vinden op de Nokia-website www.nokia.com/support of op uw lokale website van Nokia. ■ Packet-gegevens, HSCSD en CSD U kunt met uw telefoon de gegevensdiensten GPRS (packet-gegevens), HSCSD (High Speed Circuit Switched Data) en CSM (Circuit Switched Data, GSM-gegevens) gebruiken. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van gegevensdiensten. Zie Modeminstellingen op pagina 59.
Informatie over de batterij 18. Informatie over de batterij ■ De batterij opladen en ontladen Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen.
Informatie over de batterij batterij volledig opgeladen is. De batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt. Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
Verzorging en onderhoud zijn en kan leiden tot gebrekkige prestaties en beschadiging van het apparaat of de toebehoren. Het kan ook de goedkeuring of garantie van het apparaat ongeldig maken. Kijk voor meer informatie over originele Nokia-batterijen naar www.nokia.com/battery. Verzorging en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog.
Verzorging en onderhoud • Raak het hoofdscherm niet aan met harde of puntige voorwerpen. Voorwerpen, zoals oorbellen of sieraden, kunnen krassen veroorzaken op het scherm. • Maak de lenzen (zoals de cameralens, nabijheidsensor en lichtsensor) schoon met een zachte, schone, droge doek. • Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne.
Aanvullende veiligheidsinformatie Aanvullende veiligheidsinformatie Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. ■ Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities.
Aanvullende veiligheidsinformatie apparatuur om mogelijke storing van de medische apparatuur te voorkomen. Personen met zulke apparaten dienen: • Het apparaat altijd op meer dan 15,3 cm afstand (6 inch) van de medische apparatuur te houden wanneer het draadloze apparaat is ingeschakeld. • Het draadloze apparaat niet in een borstzak dragen. • Het apparaat bij het oor aan de andere zijde van het lichaam dan de zijde waar de medische apparatuur zich bevindt te dragen, om de kans op storingen te minimaliseren.
Aanvullende veiligheidsinformatie opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto en de airbag wordt opgeblazen, kan dit ernstige verwondingen veroorzaken. Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.
Aanvullende veiligheidsinformatie 3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie. 4. Druk op de beltoets. Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Als het apparaat in het profiel Offline of Vlucht staat, moet u het profiel wijzigen om de telefoonfunctie te activeren voordat u een alarmnummer kunt kiezen.
Index A C accessoires. Zie toebehoren.
G galerij 66 gedeeld geheugen 7 gegevens communicatie 97 overdracht 59 gegevenskabel 61 geheugen vol 36 geheugenkaart 14 gehoorapparaat 103 GPRS 58 H handsfree. Zie luidspreker.
oproepen 26, 27 oproepregister. Zie oproepinfo. organiser 81 overzicht van functies 8 P packetgegevens 58, 97 PC Suite 96 pc-verbinding 96 PictBridge 61 PIN-codes 8, 16 plug-en-play-dienst 17 polsband 18 POP3 37 presenter 87 profielen 53 PTT 67 PUK-codes 9 Push to talk. Zie PTT. R recorder 79 rekenmachine 83 S SAR 105 signaalsterkte 21, 22 SIM berichten 45 diensten 88 kaart 25 kaart installeren 10 SMS. Zie tekstberichten.