Elektronische handleiding als uitgave bij "Nokia Handleidingen - Voorwaarden en bepalingen, 7 juni 1998" (“Nokia User’s Guides Terms and Conditions, 7th June, 1998”.
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product NPL-1 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EC. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. Copyright © 2002 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade. De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave VOOR UW VEILIGHEID..................................................................................................................... 11 Algemene informatie....................................................................................................................... 14 Stickers in het pakket .....................................................................................................................................................................
29 30 30 30 31 32 32 33 4. Tekst intoetsen............................................................................................................................. 34 Gewone tekstinvoer......................................................................................................................................................................... Tekstinvoer met woordenlijst............................................................................................................................
Inhoudsopgave Voicedialling...................................................................................................................................................................................... Een spraaknummer toevoegen ................................................................................................................................................. Bellen met behulp van een spraaknummer .........................................................................................
Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved. 7 Inhoudsopgave 61 61 62 62 63 63 63 65 66 66 67 67 67 67 68 68 69 69 69 69 69 70 70 71 71 71 71 71 72 Inhoudsopgave Dienstopdrachteneditor .............................................................................................................................................................. Berichtinstellingen ...............................................................................................................................................
Inhoudsopgave Automatische Help-tekst ....................................................................................................................................................... Starttoon ..................................................................................................................................................................................... Tooninstellingen ................................................................................................................
Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved. 9 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Extra’s (menu 12) ............................................................................................................................................................................. 92 Opname-eenheid .......................................................................................................................................................................... 92 Opnemen .........................................
Inhoudsopgave Dienst-inbox ................................................................................................................................................................................ De telefoon instellen op het ontvangen van dienstberichten.................................................................................... Het cachegeheugen ..................................................................................................................................................
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Parkeer de auto eerst. STORING Alle draadloze telefoons zijn gevoelig voor storing. Dit kan de werking van de telefoon beïnvloeden. SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN ZIEKENHUIZEN Volg alle regels en aanwijzingen op. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
VOOR UW VEILIGHEID GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG Gebruik de telefoon alleen zoals het is bedoeld. Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren. ACCESSOIRES EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte producten aan. WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn speciale diensten waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren. U kunt pas van deze diensten gebruik maken wanneer u zich via de exploitant van uw thuisnet op de gewenste dienst(en) hebt geabonneerd en de gebruiksinstructies hebt ontvangen. Opmerking: Het is mogelijk dat sommige netwerken geen ondersteuning bieden voor bepaalde taalafhankelijke tekens en/of diensten.
Algemene informatie Algemene informatie ■ Stickers in het pakket De stickers bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning. Bevestig de sticker op uw garantiekaart. Bevestig de sticker op de uitnodigingskaart voor Club Nokia die ook in het pakket zit. ■ Toegangscodes • Beveiligingscode (5 cijfers): de beveiligingscode beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. Deze code wordt bij de telefoon geleverd. De code is standaard ingesteld op 12345.
• Blokkeerwachtwoord: het blokkeerwachtwoord is nodig als u Oproepen blokkeren gebruikt (zie Beveiligingsinstellingen op pagina 75). U kunt het wachtwoord opvragen bij uw netwerkexploitant. • Portefeuillecode (4 cijfers): de portefeuillecode hebt u nodig voor de portefeuilleservices. Zie Portefeuille op pagina 94 voor meer informatie. • PIN voor module: de PIN voor module hebt u nodig voor toegang tot de gegevens in de beveiligingsmodule.
Algemene informatie ■ Dynamisch geheugen Sommige functies in uw Nokia 6310i maken gebruik van een algemeen geheugengebied (opslaggebied) dat het dynamisch geheugen wordt genoemd. Wanneer een van deze functies wordt gebruikt, is er minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die van het dynamisch geheugen afhankelijk zijn. Dit is met name het geval bij intensief gebruik.
■ Bluetooth Bluetooth is een systeem dat draadloze verbindingen tussen elektronische apparaten mogelijk maakt binnen een bereik van maximaal 10 meter. Er zijn geen kosten verbonden aan de verbinding van apparaten via Bluetooth. Een Bluetooth-verbinding kan worden gebruikt voor het verzenden van visitekaartjes en kalendernotities. Gebruik de telefoon als modem voor faxen en gegevenstransmissies, of voor draadloze verbinding met Bluetooth-audio-accessories.
Overzicht van de functies van de telefoon Voordat u GPRS-technologie kunt gebruiken • Moet u zich abonneren op de GPRS-service. Neem contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor de beschikbaarheid van en het abonneren op de GPRS-service. • Moet u moet eerst de GPRS-instellingen opslaan voor de GPRS-toepassingen. Zie De telefoon instellen voor een WAP-dienst op pagina 101. Zie Berichtinstellingen op pagina 61. Zie GPRS-inbelinstellingen op pagina 74 en Fax- en dataverkeer op pagina 116.
Neem contact op met de netwerkexploitant en/of serviceprovider van de dienst die u wilt gebruiken voor de beschikbaarheid, prijzen en tarieven van WAP-diensten. Serviceproviders verstrekken u ook de instructies voor het gebruik van hun diensten. Zie WAP-diensten (menu 13) op pagina 100. ■ JavaTM-toepassingen De telefoon ondersteunt JavaTM-technologie en bevat een aantal Java-toepassingen die speciaal voor mobiele telefoons zijn ontworpen.
Overzicht van de functies van de telefoon ■ E-mailberichten U kunt de telefoon gebruiken voor het verzenden en ontvangen van e-mailberichten. Neem contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor de beschikbaarheid van en het abonneren op de e-maildienst. Zie ook E-mailberichten intoetsen en verzenden op pagina 54. 20 Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved.
■ Toetsen en aansluitingen 1.Aan/uit-toets, Hiermee schakelt u de telefoon in en uit. Als de telefoonlijst of menufuncties geactiveerd zijn, of als het toetsenblok is geblokkeerd, wordt het display van de telefoon ongeveer 15 seconden verlicht als u op deze toets drukt. 2.Volumetoetsen Met de bovenste toets verhoogt u het volume en met de onderste toets verlaagt u het volume van de luidspreker (en hoofdtelefoon). 3.
De telefoon 7. Met kunt u cijfers en letters invoeren. Als u nummer van uw voicemailbox gebeld. en ingedrukt houdt, wordt het worden voor verschillende bewerkingen in verschillende functies gebruikt. 1 - Aansluiting voor de lader 2 - Aansluiting voor de hoofdtelefoon en data 3 - Infraroodpoort 4 - Aan/uit-toets ■ Standby-modus Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens door de gebruiker zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby-modus.
Geeft aan dat u een of meer spraakberichten hebt ontvangen. Zie Spraakberichten op pagina 60. Geeft aan dat de toetsen van de telefoon zijn geblokkeerd. Zie Toetsenblok blokkeren op pagina 28. De telefoon geeft geen belsignaal bij een inkomend gesprek of tekstbericht wanneer Oproepsignaal is ingesteld op Stil en Berichtensignaaltoon is ingesteld op Uit. Zie Tooninstellingen op pagina 73. De alarmklok is ingesteld op Aan. Zie Alarmklok op pagina 66. De timer-functie is actief. Zie Timer-functie op pagina 97.
Aan de slag 2. Aan de slag ■ De SIM-kaart en de batterij installeren Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. • De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert. • Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u de telefoon altijd uitschakelen en de batterij verwijderen. 1. Plaats de telefoon met de achterzijde naar boven en druk op de ontgrendelingsknop (1).
4. Schuif de kaarthouder over de SIM-kaart om de kaart te bevestigen (5). 5. Plaats de batterij terug aan de achterzijde van de telefoon (6) en schuif de batterij omhoog totdat deze vastklikt (7). Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved. 25 Aan de slag Aan de slag 3. Plaats een SIM-kaart in de telefoon (4). Zorg ervoor dat de SIM-kaart juist is geplaatst en dat de goudkleurige contactpunten naar beneden zijn gericht.
Aan de slag ■ De batterij opladen 1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting op de onderkant van de telefoon. 2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. Als de telefoon is ingeschakeld, wordt de tekst Batterij wordt opgeladen kort weergegeven. Als de batterij helemaal leeg is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator wordt weergegeven of voordat u kunt bellen. U kunt de telefoon tijdens het laden gewoon gebruiken.
Waarschuwing:Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. TIPS VOOR EFFICIËNT GEBRUIK: De telefoon heeft een ingebouwde antenne. Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat de telefoon meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is.
Aan de slag ■ Toetsenblok blokkeren U kunt het toetsenblok blokkeren om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt. • Het toetsenblok blokkeren Druk vanuit de standby-modus op Menu en vervolgens binnen anderhalve seconde op om het toetsenblok te blokkeren. Als het toetsenblok geblokkeerd is, verschijnt bovenaan in het display. • Het toetsenblok vrijgeven Druk op Vrijgev. en vervolgens binnen anderhalve seconde op toetsenblok vrij te geven.
1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u het nummer in het display wilt wijzigen, drukt u op of om de cursor te verplaatsen en op Wis om het teken links van de cursor te verwijderen. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het internationale prefix (het +teken staat voor de internationale toegangscode) en toetst u de landcode, het netnummer en het telefoonnummer in. 2. Druk op om het nummer te bellen. 3. Druk op of Beëind.
Algemene functies Laatste nummer herhalen Druk vanuit de standby-modus eenmaal op om de lijst met twintig laatstgekozen nummers weer te geven. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op om het nummer te bellen. Uw voicemailbox bellen Houd ingedrukt in de standby-modus, of druk op en . Als het nummer van uw voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op OK. Zie ook Spraakberichten op pagina 60.
1. Bel de eerste deelnemer. 2. Als u een nieuwe deelnemer wilt bellen, drukt u op Opties en selecteert u Nieuwe oproep. 3. Toets het telefoonnummer van de nieuwe deelnemer in of haal dit op uit het geheugen en druk op Bellen. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. 4. Wanneer het nieuwe gesprek is beantwoord, kunt u de eerste deelnemer weer in het conferentiegesprek betrekken. Druk op Opties en selecteer Conferentie. 5. Herhaal stap 2 tot en met 4 voor elke nieuwe deelnemer aan het gesprek. 6.
Algemene functies ■ Inkomende oproepen beantwoorden of weigeren Druk op beëindigen. als u de inkomende oproep wilt beantwoorden en druk op Druk op om het gesprek te weigeren. als u het gesprek wilt Als u op Stil drukt, wordt alleen de beltoon uitgeschakeld. U kunt de oproep vervolgens beantwoorden of weigeren. Tip: Als de functie Doorschakelen indien in gesprek is ingeschakeld om gesprekken door te schakelen, bijvoorbeeld naar uw voicemail, worden ook geweigerde inkomende gesprekken doorgeschakeld.
Microfoon uit of Microfoon aan, Beëindigen, Alles afsluiten, Telefoonlijst, Menu en Standby of Uit standby, Nieuwe oproep, Conferentie, Apart, Opnemen en Weigeren. DTMF zenden wordt gebruikt om DTMF-toonreeksen, bijvoorbeeld wachtwoorden of rekeningnummers, te verzenden. Toets de DTMF-toonreeks in of haal deze op uit de telefoonlijst en druk op OK. U kunt het wachtteken w en het pauzeteken p intoetsen door herhaaldelijk op te drukken.
Tekst intoetsen 4. Tekst intoetsen U kunt op twee verschillende manieren tekst intoetsen: via de methode voor gewone tekstinvoer en via de methode voor tekstinvoer met woordenlijst. ■ Gewone tekstinvoer Het pictogram wordt linksboven in het display weergegeven wanneer u tekst intoetst via de methode voor gewone tekstinvoer. • Druk herhaaldelijk op een cijfertoets ( tot en met ) totdat het gewenste teken verschijnt. Op de toetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn.
• Druk op , of te drukken. Druk om een spatie in te voegen. • Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u op abc bovenaan in het display geeft aan welke modus is geselecteerd. • Druk op verplaatsen. om de cursor naar rechts te verplaatsen of op . De aanduiding ABC of om de cursor naar links te ■ Tekstinvoer met woordenlijst U kunt letters met één druk op een toets invoeren. Deze tekstinvoer is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst, waaraan u nieuwe woorden kunt toevoegen.
Tekst intoetsen Tip: U kunt tekstinvoer met woordenlijst snel in- en uitschakelen door tijdens het intoetsen van tekst tweemaal op te drukken. Woorden intoetsen via tekstinvoer met woordenlijst 1. Gebruik de toetsen tot en met om een woord in te toetsen. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Het woord verandert na elke toetsaanslag.
2. Als u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer door op een spatie in te voegen met . te drukken of door Als het woord niet juist is, hebt u de volgende opties: • Druk op totdat het gewenste woord verschijnt en bevestig de invoer van dit woord. • Druk op Opties en selecteer Suggesties. Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, bevindt het woord dat u wilt intoetsen zich niet in de woordenlijst.
Telefoonlijst (Namen) 5. Telefoonlijst (Namen) U kunt namen en nummers opslaan in het geheugen van de telefoon (de interne telefoonlijst) of in het geheugen van de SIM-kaart (SIM-telefoonlijst). • In de interne telefoonlijst kunt u maximaal 500 namen opslaan met nummers en tekstaantekeningen voor elke naam. Het totaalaantal namen dat kan worden opgeslagen, is afhankelijk van de lengte van de namen, nummers en aantekeningen.
Namen en nummers worden opgeslagen in het geheugen dat wordt gebruikt (zie Instellingen voor de telefoonlijst selecteren hierboven). 1. Druk op Namen en selecteer Naam toevoeg.. 2. Toets de naam in en druk op OK. Zie Tekst intoetsen op pagina 34. 3. Toets het telefoonnummer in en druk op OK. Zie Opbellen op pagina 29 voor het intoetsen van nummers. 4. Wanneer de naam en het nummer zijn opgeslagen, drukt u op OK. Tip: Snel opslaan Toets het telefoonnummer in vanuit de standby-modus.
Telefoonlijst (Namen) bijvoorbeeld om te bellen, wordt automatisch het standaardnummer gekozen, tenzij u een ander nummer selecteert. 1. Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen Telefoon of Telef. en SIM is. Zie Instellingen voor de telefoonlijst selecteren op pagina 38. 2. Als u de lijst met namen en telefoonnummers wilt weergeven, drukt u op de standby-modus. of vanuit 3.
2. Druk op Tonen om de telefoonlijst te openen of toets de eerste letter(s) in van de naam waarnaar u zoekt en druk op Zoeken. De gevonden items verschijnen boven een pop-up-venster. 3. Ga naar de gewenste naam en druk op Gegev.. Blader om de details voor de geselecteerde naam te zien. Tip: U kunt snel naar een naam en telefoonnummer zoeken door vanuit de standby-modus op of te drukken. Toets de eerste letter(s) van de naam in en/of ga naar de gewenste naam.
Telefoonlijst (Namen) ■ Telefoonlijsten kopiëren U kunt namen en telefoonnummers van het telefoongeheugen naar het SIM-kaartgeheugen kopiëren en vice versa. 1. Druk op Namen en selecteer Kopiëren. 2. Selecteer de kopieerrichting, Van telefoon naar SIM-kaart of Van SIM-kaart naar telefoon. 3. Selecteer Eén voor één, Alles kopiëren of Standaard nrs.. Standaard nrs. wordt weergegeven als u van de telefoon naar de SIM-kaart kopieert. Alleen de standaardnummers worden gekopieerd.
• Een visitekaartje zenden Via de infraroodpoort van de telefoon of via Bluetooth kunt u de contactgegevens van een persoon als visitekaartje verzenden naar een compatibele telefoon of een ander mobiel apparaat dat de standaard vCard ondersteunt. 1. Zoek naar de gewenste naam en het gewenste telefoonnummer in de telefoonlijst, druk op Opties en selecteer Kaartje zenden. 2.
Telefoonlijst (Namen) ■ Snelkeuze Zie Snelkeuzetoetsen op pagina 30 voor het bellen met behulp van snelkeuzetoetsen. Een telefoonnummer toekennen aan een snelkeuzetoets Druk op Namen en selecteer Snelkeuze. Ga naar de gewenste snelkeuzetoets en druk op Wijs toe. Als al een nummer aan de toets is toegekend, drukt u op Opties. Vervolgens kunt u het toegekende nummer bekijken, wijzigen of wissen. Druk op Zoeken en selecteer eerst de naam en vervolgens het nummer dat u aan de toets wilt toekennen.
Sla de nummers waaraan u een spraaknummer wilt toevoegen op, of kopieer deze naar het geheugen van de telefoon. U kunt ook spraaknummers aan de namen op de SIM-kaart toevoegen. Als u de SIM-kaart echter vervangt, moet u eerst de oude spraaknummers verwijderen voordat u nieuwe spraaknummers kunt toevoegen. 1. Druk vanuit de standby-modus op of . 2. Ga naar de naam waaraan u een spraaknummer wilt toevoegen en druk op Gegev.. Ga naar het gewenste telefoonnummer en druk op Opties. 3. Selecteer Sprknr. toev..
Telefoonlijst (Namen) Bellen met behulp van een spraaknummer U kunt niet bellen met behulp van spraaknummers als een toepassing die gebruikmaakt van de GPRSverbinding, bezig is met het verzenden of ontvangen van gegevens. Als u wilt bellen met behulp van een spraaknummer, moet u de toepassing eerst beëindigen. 1. Houd de volumetoets ingedrukt in de standby-modus, of houd Namen ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Nu spreken a.u.b. wordt weergegeven. 2. Spreek het spraaknummer duidelijk uit. 3.
Druk op Namen en selecteer Eigen nummers om het nummer weer te geven. ■ Info-nummers U kunt bellen naar de informatienummers van uw netwerkexploitant als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen. Druk op Namen en selecteer Info-nummers. Ga naar het gewenste dienstnummer binnen een categorie en druk op om het nummer te bellen. ■ Dienstnummers U kunt bellen naar de dienstnummers van uw netwerkexploitant als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen. Druk op Namen en selecteer Dienstnummers.
Telefoonlijst (Namen) ■ Bellergroepen U kunt de namen en telefoonnummers in de telefoonlijst indelen in bellergroepen. Voor elke bellergroep kunt u instellen dat een bepaalde beltoon moet klinken en een geselecteerde afbeelding in het display moet worden weergeven wanneer u wordt gebeld door een telefoonnummer in de groep (zie onder).
■ Een menufunctie activeren Door te bladeren 1. Druk op Menu om het hoofdmenu te openen. 2. Blader door het hoofdmenu en selecteer bijvoorbeeld Instellingen door op Kiezen te drukken. 3. Als het menu is onderverdeeld in submenu’s, selecteert u het gewenste submenu, bijvoorbeeld Oproepinstellingen. 4. Als het geselecteerde submenu nog meer submenu’s heeft, herhaalt u stap 3. Selecteer het volgende submenu, bijvoorbeeld Opnemen via elke toets. 5. Selecteer de instelling van uw keuze. 6.
De menu’s gebruiken Via het indexnummer De menu’s, submenu’s en opties zijn genummerd en kunnen worden geactiveerd via het indexnummer. Het indexnummer wordt rechtsboven in het scherm weergegeven. Druk op Menu om het hoofdmenu te openen. Toets binnen twee seconden het indexnummer in van de menufunctie die u wilt activeren. Als u bijvoorbeeld Opnemen via elke toets wilt instellen op Aan, drukt u op Menu, en . 50 Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved.
7. GPRS-gegevensteller 8. GPRS-verbindingstimer 3. Profielen 1. Normaal 2. Stil 3. Vergadering 4. Buiten 5. Semafoon 4. Instellingen 1. Wekker 2. Instellingen tijd en datum 3. Oproepinstellingen 4. Telefooninstellingen 5. Tooninstellingen 6. Accessoire-instellingen1 7. GPRS-modeminstellingen 8. Beveiligingsinstellingen 9. Fabrieksinstellingen terugzetten 5. Spelletjes 1. Alleen weergegeven als een van de accessoires aangesloten is geweest. Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved.
De menu’s gebruiken 6. Toepassing. 7. Calculator 8. Actiepunten 9. Kalender 10.Infrarood 11.Bluetooth 13.Diensten 1. Homepage 2. Bookmarks 3. Dienst-inbox 4. Instellingen 5. Ga naar adres 6. Cache wissen 14.SIM-diensten1 12.Extra 1. Opname-eenh. 2. Spraakopdrachten 3. Portefeuille 4. Timer-functie 5. Stopwatch 1. Alleen weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en inhoud zijn afhankelijk van de SIM-kaart. 52 Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved.
■ Berichten (menu 1) U kunt tekst- en afbeeldingberichten lezen, intoetsen en verzenden, of uw berichten opslaan. De berichten in het berichtengeheugen van de telefoon zijn ondergebracht in mappen. Voordat u tekst- of afbeeldingberichten kunt verzenden, moet u het nummer van uw berichtencentrale opslaan (zie Berichtinstellingen op pagina 61).
Menufuncties 4. Toets het telefoonnummer van de ontvanger in en druk op OK om het bericht te verzenden of zoek het telefoonnummer op in de telefoonlijst. Druk op OK om het bericht te verzenden. Opmerking: Wanneer u berichten verzendt via de SMS-dienst, is het mogelijk dat de woorden "Bericht verzonden" op het scherm worden weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in de telefoon is geprogrammeerd.
Nadat u het bericht hebt ingetoetst, drukt u op Opties en selecteert u Verzendopties. • Als u een bericht naar verschillende ontvangers wilt zenden, selecteert u Meer kopieën. Wanneer u het bericht aan alle gewenste ontvangers hebt verzonden, drukt u op OK. • Als u het bericht wilt verzenden via een berichtprofiel, selecteert u Zendt profiel en kiest u het berichtprofiel dat u wilt gebruiken.
Menufuncties Sjablonen voor tekst en afbeeldingen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Sjablonen. De lijst met tekstsjablonen, aangeduid met , en afbeeldingsjablonen, aangeduid met , wordt weergegeven. In de telefoon zijn 10 sjablonen voor afbeeldingberichten opgenomen. U kunt ook nieuwe afbeeldingen opslaan in de map Sjablonen. Meer afbeeldingen kunt u vinden op de website van Nokia (http:// www.club.nokia.com).
Het knipperende pictogram geeft aan dat het berichtengeheugen vol is. U kunt pas weer nieuwe berichten ontvangen of verzenden als u een aantal oude berichten hebt verwijderd. 1. Druk op Toon om het bericht te lezen of op Uit als u het bericht later wilt bekijken. Het bericht later lezen: druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Inbox. 2. Als u meer dan één bericht hebt ontvangen, selecteert u het bericht dat u wilt lezen.
Menufuncties 4. Als u een e-mailbericht beantwoordt, kunt het e-mailadres en onderwerp accepteren of wijzigen. 5. Toets het antwoordbericht in. 6. Druk op Opties, selecteer Zenden en druk op OK om het bericht naar het weergegeven nummer te verzenden. Berichten uit meerdere delen U kunt een lang bericht (van maximaal 459 tekens) in verschillende delen ontvangen. U kunt het eerste deel van het bericht lezen voordat u het gehele bericht op de telefoon hebt ontvangen.
Als u alle berichten in een map wilt wissen, gaat u naar de map en drukt u op OK. Druk vervolgens op OK als Alle gelezen berichten uit map wissen? wordt weergegeven. Als u alle gelezen berichten uit alle mappen wilt verwijderen, gaat u naar Gelezen ber. en drukt u op OK . Druk vervolgens op OK als Gelezen berichten uit alle mappen wissen? wordt weergegeven.
Menufuncties Spraakberichten Voicemail is een netwerkdienst, waarop u zich mogelijk eerst moet abonneren. Neem contact op met de netwerkexploitant voor meer informatie en voor het voicemailnummer. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Spraakberichten. Selecteer • Luisteren naar voicemail als u uw voicemailbox wilt bellen via het telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in het menu Nummer voicemailbox.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Dienstopdrachteneditor. Vanuit dit submenu verzendt u serviceaanvragen naar de netwerkexploitant. Dit kunnen bijvoorbeeld activeringsopdrachten voor netwerkdiensten zijn. Berichtinstellingen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen en Zendt profiel om de instellingen voor het verzenden van berichten te definiëren.
Menufuncties ■ Oproep-info (menu 2) Uw telefoon registreert gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen, en de lengte en kosten van uw gesprekken. Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt, de telefoon ingeschakeld is en zich binnen het servicegebied van het netwerk bevindt.
Laatste oproepen wissen Als u de lijst met laatste oproepen wilt wissen, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Oproep-info en Laatste oproepen wissen. Geef aan of u alle telefoonnummers uit de lijst met laatste oproepen wilt verwijderen, of alleen de nummers van gemiste oproepen, ontvangen oproepen of gekozen nummers. U kunt deze actie niet ongedaan maken.
Menufuncties Selecteer Instellingen gespreks kosten en vervolgens Tellers wissen, of selecteer Kosten tonen in om de resterende gesprekstijd weer te geven in kosteneenheden (Eenheden) of valuta-eenheden (Valuta). Vraag uw netwerkexploitant naar de prijzen van kosteneenheden. Selecteer Kostenlimiet om de kosten van uw gesprekken te beperken tot een bepaald aantal kosteneenheden of valutaeenheden. Voor het instellen van de kosteninstellingen hebt u de PIN2-code nodig.
De volgende profielen zijn beschikbaar: Normaal, Stil, Vergadering, Buiten en Semafoon. Druk op Menu en selecteer Profielen. Ga naar een profiel en druk op Kiezen. • Selecteer Activeren om het profiel te activeren. Tip: U kunt het profiel snel verwisselen vanuit de standby-modus door op de aan/uit-toets te drukken, naar het gewenste profiel te gaan en op Kiezen te drukken.
Menufuncties ■ Instellingen (menu 4) Alarmklok Voor de alarmklok wordt de tijdsnotatie gebruikt die is ingesteld voor de klok. De alarmklok werkt ook als de telefoon is uitgeschakeld. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Wekker. Toets de tijd voor het alarmsignaal in en druk op OK. Als u het alarmtijdstip wilt wijzigen, selecteert u Aan. Als het alarmtijdstip is aangebroken Er klinkt een alarmsignaal, de tekst Alarm! knippert en het alarmtijdstip wordt in het display weergegeven.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Instellingen tijd en datum en Klok. Selecteer Klok afbeelden (Klok verbergen) om de tijd rechtsboven in het display weer te geven wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt. Selecteer Tijd instellen, toets de juiste tijd in en druk op OK. Selecteer Tijdnotatie en stel de 12-uurs of 24-uurs tijdnotatie in. De klok heeft ook betrekking op de functies Berichten, Oproep-info, Wekker, Profielen waarvoor een tijd is ingesteld en Kalender.
Menufuncties Oproepinstellingen Doorschakelen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Oproepinstellingen en Doorschakelen (netwerkdienst). Met de functie Doorschakelen kunt u de inkomende oproepen doorschakelen naar een ander nummer, bijvoorbeeld het nummer van uw voicemailbox. Raadpleeg uw netwerkexploitant voor meer informatie. Doorschakelopties die niet door de SIM-kaart of netwerkexploitant worden ondersteund, worden mogelijk niet weergegeven. Selecteer de gewenste doorschakeloptie.
Automatisch opnieuw kiezen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Oproepinstellingen en Automatisch opnieuw kiezen. Als u Aan selecteert, worden maximaal 10 pogingen gedaan om de verbinding te bewerkstelligen na een mislukte oproeppoging. Snelkeuze Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Oproepinstellingen en Snelkeuze.
Menufuncties Eigen nummer zenden Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Oproepinstellingen en Eigen nummer zenden. Als u Aan selecteert, wordt uw telefoonnummer weergegeven voor degene naar wie u belt (netwerkdienst). Selecteer Netwerkinstell. om de instelling (Aan of Uit) te herstellen die u bent overeengekomen met uw netwerkexploitant.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Telefooninstellingen en Taal. Selecteer de gewenste taal voor schermteksten. Als Automatisch is geselecteerd, wordt automatisch de taal geselecteerd op basis van de informatie op de SIM-kaart. Celinformatie Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Telefooninstellingen en Celinformatie.
Menufuncties Als u Handmatig selecteert, wordt een lijst met de beschikbare netwerken weergegeven en kunt u een netwerk selecteren dat een registratieovereenkomst met uw eigen netwerkexploitant heeft. Als het netwerk geen registratieovereenkomst heeft, wordt Geen toegang weergegeven en moet u een ander netwerk selecteren. De handmatige modus blijft geactiveerd totdat de automatische modus wordt geselecteerd of een andere SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst.
Selecteer Oproepsignaal om aan te geven hoe u wilt worden gewaarschuwd wanneer een spraakoproep binnenkomt. U kunt de volgende opties kiezen: Bellen, Oplopend, 1 x bellen, 1 x piepen en Stil. Selecteer Type beltoon, Beltoonvolume en Trilsignaal voor een inkomende spraakoproep of een inkomend bericht. Het trilsignaal werkt niet wanneer de telefoon is aangesloten op een lader, bureaulader of carkit.
Menufuncties Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Accessoire-instellingen. Selecteer Hoofdtelefoon, Handsfree of Hoorapparaat. Wanneer voor het eerst een handsfree-accessoire op de telefoon wordt aangesloten, wordt het actieve profiel van de telefoon gebruikt. • Selecteer Standaard profiel om het profiel te selecteren dat automatisch moet worden geactiveerd wanneer u de geselecteerde accessoire aansluit. U kunt een ander profiel selecteren terwijl de accessoire is aangesloten.
De naam van een toegangspunt is nodig om een verbinding met een GPRS-netwerk tot stand te brengen. U kunt de naam van het toegangspunt verkrijgen bij de netwerkexploitant of serviceprovider. U kunt de GPRS-inbelinstellingen (naam van toegangspunt) ook configureren op de pc met behulp van de software Nokia Modem Options. Zie Modeminstallatie op pagina 117. Als u de instellingen op zowel de pc als de telefoon hebt geconfigureerd, worden de instellingen van de pc gebruikt.
Menufuncties • Closed User Group: dit is een netwerkdienst waarmee een groep mensen wordt opgegeven die u kunt bellen en die u kunnen bellen. Neem contact op met uw netwerkexploitant voor meer informatie. • Beveiligingsniveau: selecteer Telefoon als de beveiligingscode gevraagd moet worden zodra een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst.
Een spelletje starten Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Spelletjes en Selecteer spel. Selecteer het spelletje dat u wilt spelen, Snake II, Space Impact, Bumper, of selecteer Meer spelletjes. Als dit op het spelletje van toepassing is, selecteert u het type spel of 1 speler en vervolgens Nieuw spel. Instructies voor het gebruik van de toetsen en de werking van het spelletje worden weergegeven als u Instructies selecteert in het submenu. Meer spelletjes kan meer Nokia Java-spelletjes bevatten.
Menufuncties Mogelijkheden en opties voor spelletjes Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Spelletjes en Afdlng Games of Instellingen. Selecteer • Afdlng Games als u via de actieve set dienstinstellingen verbinding wilt maken met de WAPpagina's van Club Nokia. Als de verbinding niet tot stand komt, hebt u mogelijk geen toegang tot Club Nokia via de WAPdienst waarvan u de verbindingsinstellingen gebruikt. In dat geval opent u het menu Diensten en activeert u een andere set dienstinstellingen.
In dit menu kunt u de Java-toepassingen beheren die in de telefoon zijn geïnstalleerd. De software die bij de telefoon wordt geleverd, omvat een aantal Java-toepassingen die speciaal voor de telefoon zijn ontworpen. Verschillende serviceproviders bieden andere toepassingen via WAP-diensten. Voordat u deze toepassingen kunt gebruiken, moet u de toepassing naar de telefoon downloaden. Een toepassing starten 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassing. en Toepass. sel.. 2.
Menufuncties Overige opties voor elke toepassing of set: • Wissen om de toepassing of set toepassingen te verwijderen. • Webtoegang om de toepassing te beperken tot toegang tot het netwerk. De mogelijke instellingen zijn Eerst vragen (eerst vragen om netwerktoegang), Toegestaan (netwerktoegang toegestaan) en Niet toegest. (netwerktoegang niet toegestaan). • Versiecontrole om te controleren of een nieuwe versie van de toepassing beschikbaar is om via de WAP-diensten te downloaden.
• Toepassingsfout: er is een fout opgetreden tijdens het uitvoeren van de toepassing. • Toepassing niet ondersteund: de toepassing is niet compatibel met de telefoon. • Er is een actieve oproep: de toepassing probeert een webverbinding tot stand te brengen terwijl al een oproep actief is. • Bestandsindeling niet herkend: de toepassing is ongeldig of de transmissie vanaf de pc is niet voltooid.
Menufuncties Systeeminformatie weergeven Controleer het beschikbare geheugen voor de installatie van toepassingen. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassing. en Geheugen. De telefoon is uitgerust met 128 kB geheugen voor het opslaan van Java-toepassingen en maximaal 50 kB extra capaciteit is beschikbaar in het dynamisch geheugen van de telefoon. Zie Dynamisch geheugen op pagina 16 voor meer informatie.
6. Als u een nieuwe berekening wilt uitvoeren, houdt u eerst Wis ingedrukt. Valuta’s omrekenen 1. Druk op Menu en selecteer Calculator. 2. Als u de wisselkoers wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteert u Wisselkoers. Selecteer een van de twee opties die worden weergegeven. Toets de wisselkoers in (druk op voor een decimaalteken) en druk op OK. De wisselkoers blijft in het geheugen aanwezig totdat u een andere koers intoetst. 3.
Menufuncties Druk op Menu en selecteer Actiepunten. Druk op Opties of ga naar het gewenste actiepunt en druk op Opties. Selecteer • Toevoegen om een nieuw actiepunt toe te voegen. Toets het onderwerp voor het actiepunt in, druk op Opties en selecteer Opslaan. Selecteer de prioriteit van het actiepunt: Hoog (1), Normaal (2) of Laag (3). De actiepunten worden eerst in volgorde van prioriteit en dan in alfabetische volgorde weergegeven.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Druk op Menu en selecteer Kalender. Blader naar de gewenste dag. Als notities voor de dag zijn ingesteld, wordt het pictogram voor het desbetreffende notitietype weergegeven. Als u de notities voor de dag wilt weergeven, drukt u op Opties en selecteert u Toon dagnotitie.
Menufuncties Een kalendernotitie toevoegen Zie Tekst intoetsen op pagina 34 voor het intoetsen van letters en cijfers. Druk op Menu en selecteer Kalender. Ga naar de gewenste datum, druk op Opties en selecteer Notitie maken. Selecteer een van de volgende notitietypen: • Vergadering - toets de notitie in (of zoek de naam op in de telefoonlijst) en druk op OK. Toets vervolgens de tijd voor de vergadering in en druk op OK.
■ Infrarood (menu 10) U kunt de telefoon instellen op het ontvangen van gegevens via de infraroodpoort. Als u een infraroodverbinding wilt gebruiken, moet het apparaat waarmee u verbinding wilt maken IrDA-compatibel zijn. Via de infraroodpoort van de telefoon kunt u gegevens zoals visitekaartjes en kalendernotities, zenden naar of ontvangen van een compatibele telefoon of een compatibel gegevensapparaat (bijvoorbeeld een computer).
Menufuncties • De gebruiker van het zendende toestel selecteert vervolgens de gewenste infraroodfunctie om de datatransmissie te starten. Als de datatransmissie niet binnen twee minuten na het activeren van de infraroodpoort wordt gestart, wordt de verbinding verbroken en moet u opnieuw beginnen. Pictogram infraroodverbinding • Wanneer onafgebroken wordt weergegeven, is de infraroodverbinding geactiveerd en is de telefoon gereed voor het verzenden of ontvangen van gegevens via de infraroodpoort.
Bluetooth maakt gebruik van de batterij. Hierdoor wordt de spreektijd van de telefoon bekort. Laat deze functie niet actief op de achtergrond terwijl u andere functies van de telefoon gebruikt. Naam van Bluetooth-apparaat Als u Bluetooth voor het eerst activeert, wordt de naam van uw Nokia 6310i weergegeven. U kunt de standaardnaam accepteren of wijzigen. De naam kan uit maximaal 15 tekens bestaan. Als u de naam accepteert, wordt Naam opgeslagen weergegeven.
Menufuncties wachtwoorden samen met het andere apparaat waarmee u Bluetooth-verbinding wilt delen. Als u de paarvorming tussen de twee apparaten opnieuw tot stand moet brengen, kunt u een nieuwe code samenstellen. Bluetooth-verbinding Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Bluetooth en Zoeken naar audioaccessoires. De telefoon begint te zoeken naar audio-apparaten en -accessoires.
Instellingen Bluetooth Dit betreft de Bluetooth-instellingen van de telefoon zelf. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Bluetooth en Instellingen Bluetooth. De volgende opties zijn beschikbaar: • Waarneembrhd mijn telefoon om de manier waarop de telefoon zichtbaar is voor andere Bluetoothapparaten te wijzigen. De mogelijke opties zijn: • Waarneembaar, de standaardmodus. • Verborgen, om het apparaat onzichtbaar te maken, zodat het uitsluitend reageert op apparaten waarop het is afgestemd.
Menufuncties ■ Extra’s (menu 12) Opmerking: U kunt de functies in dit menu alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Opname-eenheid U kunt spraak, geluid of een actief gesprek opnemen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u een naam en telefoonnummer wilt opnemen om dit later te noteren.
• Selecteer Afspelen om de geselecteerde opname te beluisteren. • Selecteer Titel wijzigen. Toets een nieuwe naam in voor de opname en druk op OK. • Selecteer Wissen om de opname te wissen. Druk op OK om te bevestigen. • Selecteer Alarm toev.. Toets de datum voor het alarm in en druk op OK. Toets de tijd voor het alarm in en druk op OK. Alarm vervangt Alarm toev. wanneer het alarm is ingeschakeld. Als u Alarm selecteert, worden de naam van de opname en de datum en tijd voor het alarm weergegeven.
Menufuncties U kunt spraakopdrachten op dezelfde manier toevoegen als spraaknummers. Zie Een spraaknummer toevoegen op pagina 45. Zie ook Een spraaknummer opnieuw afspelen, wijzigen of wissen op pagina 46. U kunt de spraakopdracht op dezelfde manier activeren als een spraaknummer (zie pagina 46). U kunt geen spraakopdrachten activeren als een toepassing die gebruikmaakt van de GPRS-verbinding, bezig is met het verzenden of ontvangen van gegevens.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra, Portefeuille en Kaarten om de lijst met kaarten weer te geven. U kunt de gegevens van maximaal vijf kaarten opslaan. Als u de kaartgegevens wilt weergeven of wijzigen, selecteert u een kaart en drukt u op Kiezen voor de volgende opties: • • • • • • • • Kaartgegevens, om de naam, het type, het nummer en de vervaldatum van de kaart bij te houden. Geg. gebruiker, om de gebruikersnaam en het wachtwoord op te slaan.
Menufuncties Beveiligde notities Onder de beveiligde notities kunt u maximaal 30 persoonlijke notities opslaan, bijvoorbeeld wachtwoorden of aantekeningen. Deze functie maakt gebruik van het dynamisch geheugen. Zie Dynamisch geheugen op pagina 16 voor meer informatie. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra, Portefeuille en Persoonl. notit.. Als u op Opties drukt, kunt u notities bekijken, nieuwe notities toevoegen, een geselecteerde notitie wijzigen en notities sorteren op naam of op datum.
5. Mogelijk ontvangt u van de WAP-dienst een inschrijvingsdocument dat u moet ondertekenen om de aankoop bindend te maken (zie Digitale handtekening op pagina 112). Timer-functie Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra en Timer-functie. Toets de alarmtijd (uren en minuten) in en druk op OK om de timer-functie te starten. Desgewenst kunt u een korte tekst intoetsen die wordt weergegeven als het tijdstip is aangebroken. Druk op OK.
Menufuncties Stopwatch Met de stopwatch kunt u de tijd opnemen en tussentijden en rondetijden opnemen. Tijdens de tijdsopname kunnen de overige functies van telefoon gewoon worden gebruikt. De functie Stopwatch maakt gebruik van de batterij. Hierdoor wordt de spreektijd van de telefoon bekort. Laat deze functie niet actief op de achtergrond terwijl u andere functies van de telefoon gebruikt. Tijd bijhouden en tussentijden opnemen 1.
Tijden weergeven en wissen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra en Stopwatch. Als de stopwatch niet op 0 wordt gezet, kunt u Laatste tonen selecteren om de laatste tijdsopname weer te geven. Selecteer Tijden bekijken om een lijst met namen of eindtijden van de tijdsets weer te geven en selecteer de tijd die u wilt weergeven. Druk op Opties en selecteer Tijden wissen als u de opgeslagen tijden wilt wissen.
Menufuncties ■ WAP-diensten (menu 13) Zie ook WAP (Wireless Application Protocol) op pagina 19. Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. WAP-diensten maken op hun WAP-pagina’s gebruik van Wireless Mark-Up Language (WML). U kunt op de telefoon geen webpagina’s in Hyper Text Mark-Up Language (HTML) weergeven.
U kunt de instellingen ook handmatig intoetsen. Neem contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor de juiste instellingen. De WAP-instellingen kunnen bijvoorbeeld beschikbaar zijn op de website van de netwerkexploitant of serviceprovider. Als tekstbericht ontvangen dienstinstellingen opslaan Als u de dienstinstellingen als tekstbericht ontvangt, wordt de tekst Dienstinstellingen ontvangen weergegeven.
Menufuncties 3. Ga naar de set die u wilt activeren en druk op Activeer. 4. Selecteer Actieve dienst-instell. bewerken. Selecteer de dienstinstellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in. • Naam set instellingen- toets een nieuwe naam in voor de verbindingset en druk op OK. • Homepage - toets het homepage-adres van de gewenste WAP-dienst in en druk op OK. • Sessiemodus - selecteer Doorlopend of Tijdelijk. • Verbinding beveiligen - selecteer Aan of Uit.
• Gebruikersnaam - toets de gebruikersnaam in en druk op OK. • Wachtwoord - toets het wachtwoord in en druk op OK. Als GPRS de geselecteerde gegevensdrager is: • GPRS-verbinding - selecteer Altijd online of Wanneer nodig. Als u Altijd online selecteert, wordt de telefoon automatisch geregistreerd bij een GPRS-netwerk wanneer u het toestel inschakelt. Door een WAP- of pc-inbelverbinding te starten, wordt de verbinding tussen de telefoon en het netwerk tot stand gebracht en zijn datatransmissies mogelijk.
Menufuncties • IP-adres - toets het adres in en druk op OK. U kunt het IP-adres verkrijgen bij de netwerkexploitant of serviceprovider. • Verificatietype - selecteer Beveiligd of Normaal. • Login-type - selecteer Handmatig of Automatisch. Als u Handmatig selecteert als de GPRSverbinding is ingesteld op Altijd online, wordt de verbinding Altijd online uitgeschakeld. • Gebruikersnaam - toets de gebruikersnaam in en druk op OK. • Wachtwoord - toets het wachtwoord in en druk op OK.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Ga naar adres. Toets het adres van de WAP-dienst in, druk op voor speciale tekens en druk op OK. Het prefix http:// wordt automatisch vóór het adres toegevoegd. Dit hoeft u dus niet in te toetsen. Bladeren door de pagina’s van een WAP-dienst Nadat u verbinding met de WAP-dienst hebt gemaakt, kunt u in de WAP-pagina’s van de dienst browsen. De functies van de telefoontoetsen kunnen per WAP-dienst verschillen.
Menufuncties Algemene richtlijnen voor het gebruik van de telefoontoetsen • Gebruik de bladertoetsen of om door de WAP-pagina te bladeren. • Als u een gemarkeerd item wilt selecteren, drukt u op • Als u letters en cijfers wilt intoetsen, drukt u op de toetsen speciale tekens in te toetsen. . - . Druk op om • Tijdens een actieve WAP-verbinding zijn alle of sommige van de volgende opties beschikbaar. Druk op Opties en selecteer de gewenste optie.
Afsluiten om het browsen te stoppen en het gesprek te beëindigen. WAP - direct bellen Bepaalde WAP-pagina's ondersteunen functies waartoe u toegang hebt tijdens het browsen. Dit wordt aangegeven op de WAP-pagina. U kunt bijvoorbeeld • bellen terwijl een WAP-pagina actief is. • DTMF-toonreeksen zenden terwijl u een gesprek voert. • een naam en telefoonnummer vanaf een WAP-pagina in de telefoonlijst opslaan. Voordat de functie wordt uitgevoerd, wordt om bevestiging gevraagd.
Menufuncties Als een WAP-verbinding actief is: Druk op Opties en selecteer Weergave-inst.. 2. Selecteer Regeldoorloop of Afbeeldingen tonen. 3. Selecteer Aan of Uit voor Regeldoorloop en Ja of Nee voor Afbeeldingen tonen. Als Regeldoorloop is ingesteld op Aan, loopt de tekst door op de volgende regel als deze niet op één regel past. Als Afbeeldingen tonen is ingesteld op Nee, worden eventuele afbeeldingen op de WAP-pagina niet weergegeven.
1. Als geen WAP-verbinding actief is: Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Bookmarks. Als een WAP-verbinding actief is: Druk op Opties en selecteer Bookmarks. 2. Ga naar de gewenste bookmark en druk op Opties. 3. Selecteer een van de volgende opties: • Ga naar om verbinding te maken met de WAP-pagina die aan de bookmark gekoppeld is. • Bewerken of Wissen om de geselecteerde bookmark te wijzigen of verwijderen.
Menufuncties Een bookmark ontvangen Wanneer u een bookmark hebt ontvangen als tekstbericht, drukt u op Opties en selecteert u Bekijken om de bookmark weer te geven, Opslaan om de bookmark op te slaan of Wegdoen om de bookmark te verwijderen. Dienst-inbox De telefoon kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider worden gezonden. Dienstberichten zijn berichtgevingen, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwskoppen. Deze kunnen een tekstbericht of het adres van een WAP-dienst bevatten. 1.
Het cachegeheugen Opmerking: De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in de cache van de telefoon. Een cache is een buffergeheugen waarin gegevens tijdelijk worden opgeslagen. Als u gebruik hebt gemaakt of geprobeerd hebt gebruik te maken van vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven (bijvoorbeeld uw bankrekening), kunt u de cache van de telefoon na gebruik beter legen. De telefoon ondersteunt maximaal 20 vermeldingen in het cachegeheugen.
Menufuncties Dit betekent echter niet dat de datatransmissie tussen de gateway en de server (plaats waar de opgevraagde bron is opgeslagen) beveiligd is. Het is de taak van de serviceprovider om de datatransmissie tussen de gateway en server te beveiligen. Beveiligingsmodule De beveiligingsmodule biedt beveiligingsdiensten voor WAP-toepassingen en maakt het gebruik van de functie voor digitale handtekeningen van de telefoon mogelijk.
Opmerking: De tekst past mogelijk niet geheel in het display. Blader eerst door de hele tekst voordat u ondertekent. Selecteer het gewenste gebruikerscertificaat. Toets de ondertekenings-PIN in en druk op OK. Aangezien de PIN-code niet zal worden verzonden, blijft deze geheim. De bevestiging Code geaccepteerd wordt weergegeven. Als u een onjuiste PIN-code hebt ingetoetst, wordt de foutmelding Codefout weergegeven en wordt u gevraagd de PIN-code nogmaals in te toetsen.
Menufuncties • Beveiligingscertificaten Beveiligingscertificaten worden door sommige WAP-diensten, zoals bankdiensten, gebruikt voor controle van handtekeningen, servercertificaten of andere beveiligingscertificaten. • Gebruikerscertificaten Gebruikerscertificaten worden uitgegeven door een certificerende autoriteit en verbinden een gebruiker aan een bepaalde persoonlijke sleutel in een beveiligingsmodule.
Naast de functies die in de telefoon zelf beschikbaar zijn, kan uw SIM-kaart extra diensten bieden die u kunt activeren via menu 14. Menu 14 wordt uitsluitend weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en de inhoud van het menu zijn volledig afhankelijk van de beschikbare diensten.
Fax- en dataverkeer 8. Fax- en dataverkeer U kunt met uw Nokia 6310i gegevens naar andere compatibele apparaten overbrengen als de telefoon via een infrarood-, kabel- of Bluetooth-verbinding is aangesloten op een compatibele pc. Als u e-mail- en faxberichten wilt verzenden en ontvangen, verbinding wilt maken met computers en wilt surfen op het Internet, moet op uw computer de juiste software voor gegevens- en faxcommunicatie zijn geïnstalleerd.
• een reservekopie van de persoonlijke gegevens in de telefoon maken en herstellen op de pc of een andere telefoon. • de installatie van Java-toepassingen van de pc naar de telefoon. Modeminstallatie Tijdens de modeminstallatie worden de volgende onderdelen op de pc geïnstalleerd: • N6310i-gegevens- en faxmodemadapters, waarmee u de telefoon kunt gebruiken als modem bij data- en faxoproepen. • Nokia Modem Options-software, waarmee u de opties voor uw gegevensoproepen kunt instellen.
Fax- en dataverkeer Aangezien de telefoon gegevens sneller verzendt in de HSCSD-modus, raakt de batterij van de telefoon bij het verzenden van gegevens in deze modus sneller leeg dan bij de normale spraak- of dataoproepen. Sluit de telefoon aan op een lader als u het toestel langer wilt gebruiken. Toepassingen voor gegevenscommunicatie gebruiken • Activeer de infraroodverbinding (menu 9) of de Bluetooth-verbinding (menu 10) van de telefoon of maak via de kabel verbinding met het andere apparaat.
De telefoon werkt met een oplaadbare batterij. De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gebruiksduur (gesprekstijd en standby-tijd) aanzienlijk korter is dan normaal, is het beter een nieuwe batterij te kopen.
Informatie over de batterij omgevingstemperatuur van de batterij altijd tussen de 15 °C and 25 °C ligt. Een telefoon met een extreem warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De prestaties van batterijen zijn beduidend minder in temperaturen onder de 0C.
• Houd de telefoon en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog. Neerslag, vocht en vloeistoffen bevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. • Gebruik of bewaar de telefoon niet op stoffige of vuile plaatsen. De bewegende onderdelen kunnen worden beschadigd. • Bewaar de telefoon niet op plaatsen waar het heet is.
VERZORGING EN ONDERHOUD Alle bovenstaande tips gelden voor de telefoon, de batterij, oplader en andere accessoires. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van deze onderdelen niet goed werkt. Het personeel zal u helpen en indien nodig zorgen voor onderhoud of reparatie. 122 Copyright © 2002 Nokia. All rights reserved.
Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research. Voor mensen met een pacemaker geldt het volgende: • Houd de telefoon op meer dan 20 cm afstand van uw pacemaker als de telefoon is ingeschakeld; • Draag de telefoon niet in een borstzak; • Houd de telefoon bij het oor aan de andere zijde van het lichaam dan waar de pacemaker zich bevindt om de kans op storing te minimaliseren.
■ Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel de telefoon uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Vonken kunnen op zulke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Gebruikers wordt geadviseerd om de telefoon uit te schakelen in benzinestations.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Het is verboden de telefoon in een vliegtuig te gebruiken. Schakel de telefoon uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telefoons kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig en kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren. Bovendien kan het in strijd zijn met de wet.
■ Informatie over certificatie (SAR) DIT TYPE TELEFOON VOLDOET AAN DE EISEN DIE DE EUROPESE UNIE HANTEERT VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN. Deze mobiele telefoon is een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is ontworpen en geproduceerd in overeenstemming met de limieten voor blootstelling aan radiofrequentiesignalen (RF-signalen) die worden aanbevolen door de raad van de Europese Unie.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE compatibiliteit met de standaard heeft bereikt, was 0,82 W/kg. Hoewel er verschillen kunnen zijn tussen de SARniveaus van verschillende telefoons en bij verschillende posities, voldoen deze allemaal aan de eisen van de Europese Unie op het gebied van blootstelling aan radiogolven. * De SAR-limiet die voor mobiele telefoons voor het publiek wordt gehanteerd, is 2,0 watt/kilogram (W/kg) evenredig verdeeld over tien gram weefsel.
3310_NL.qxd 12.12.2001 13:15 Page 1 BEPERKTE GARANTIE VAN DE FABRIKANT GEDEELTE REGIO EUROPA EN AFRIKA Deze beperkte garantie zal van toepassing zijn in een gedeelte van de Regio Europa en Afrika van Nokia Mobile Phones tenzij een lokale garantie bestaat.
/ Page 2 / 12.12.2001 13:15 Datum aankoop (dd/mm/jj): / / Type Product (op telefoon type etiket onder batterij): – Model Product (op telefoon type etiket onder batterij): Telefoon Serie Nummer (op telefoon type etiket onder batterij): 3310_NL.