Gebruikershandleiding voor de Nokia 6280 9241877 Uitgave 2
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het toestel RM-78 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie . Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid ................... 7 4. Tekst invoeren .................... 32 Algemene informatie............. 11 Instellingen ........................................... 32 Tekstinvoer met woordenboek ........ 32 Normale tekstinvoer........................... 33 Toegangscodes..................................... Dienst voor configuratieinstellingen ........................................... Content en toepassingen downloaden ..........................................
Groepen .................................................. 64 Snelkiezen.............................................. 64 Dienstnummers en Mijn nummers ...................................... 65 Een één-op-één-contact toevoegen ........................................... 100 PTT-kanalen........................................ 101 PTT-instellingen ................................ 102 8. Oproeplog ........................... 66 14.Organiser ..........................104 9. Instellingen.....................
19.Informatie over de batterij.............................. 124 De batterij opladen en ontladen......................................... 124 Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van Nokia-batterijen........................ 125 6 Verzorging en onderhoud..... 127 Aanvullende veiligheidsinformatie ............ 129 Index ......................................
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving.
Voor uw veiligheid TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
Voor uw veiligheid ■ Netwerkdiensten Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken.
Voor uw veiligheid ■ Toebehoren Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren. • Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
Algemene informatie Algemene informatie ■ Toegangscodes Beveiligingscode De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. U kunt de code wijzigen en de telefoon instellen op het vragen naar de code. Zie Beveiliging op pagina 83. Als u vijf keer na elkaar een onjuiste beveiligingscode hebt ingetoetst, wordt de invoer van de code genegeerd. Wacht vijf minuten en voer de code opnieuw in.
Algemene informatie PUK-codes De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal Personal Unblocking Key) van 8 cijfers zijn nodig om respectievelijk een geblokkeerde PIN-code of UPIN-code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op met uw serviceprovider om de codes op te vragen. Blokkeerwachtwoord Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig wanneer u de dienst Oproepen blokkeren gebruikt. Zie Beveiliging op pagina 83.
Algemene informatie wel instellingen zijn opgeslagen, wordt de vraag Opgeslagen configuratie-instellingen activeren? weergegeven. Als u de ontvangen instellingen wilt verwijderen, selecteert u Tonen > Wegdoen. ■ Content en toepassingen downloaden Mogelijk kunt u nieuwe content (bijvoorbeeld thema’s) naar de telefoon downloaden (netwerkdienst). Selecteer de downloadfunctie (bijvoorbeeld in het menu Galerij).
Aan de slag 1. Aan de slag ■ De SIM-kaart en de batterij installeren Schakel het apparaat altijd uit en koppel de lader los voordat u de batterij verwijdert. Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BP-6M-batterij.
Aan de slag 4. Plaats de SIM-kaart in de SIMkaarthouder (4). Zorg ervoor dat de SIM-kaart juist is geplaatst (1) en dat de goudkleurige contactpunten naar beneden zijn gericht. Sluit de SIM-kaarthouder (2) door deze omlaag te drukken totdat u een klik hoort. 5. Plaats de batterij terug (5). 6. Schuif de achtercover weer op de telefoon (6). ■ Een geheugenkaart installeren De miniSD-kaart die met uw telefoon is meegeleverd, bevat vooraf geladen beltonen, thema's, geluiden en afbeeldingen.
Aan de slag Gebruik alleen miniSD-kaarten die door Nokia voor gebruik met dit apparaat zijn goedgekeurd. Nokia hanteert de goedgekeurde industriestandaards voor geheugenkaarten. Het is echter mogelijk dat niet alle andere merken volledig compatibel zijn met dit apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt die niet door Nokia is goedgekeurd, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Aan de slag ■ De batterij opladen Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een lader. Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: AC-4, AC-1, AC-3 en DC-4. Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. The use of any other types may invalidate any approval or warranty, and may be dangerous. Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren.
Aan de slag Houd de aan/uit-toets ingedrukt. Als de PIN-code of de UPIN-code wordt gevraagd, toetst u de code in en selecteert u OK. U kunt de telefoon ook inschakelen in de demomodus, zonder geïnstalleerde SIM-kaart. In deze modus zijn alle drageronafhankelijke functies beschikbaar en kunt u een alarmnummer kiezen.
Aan de slag ■ Het toetsenbord openen Open het toetsenbord door de telefoon open te schuiven, zoals afgebeeld. ■ Normaal gebruik Maak alleen normaal gebruik van de telefoon. Uw apparaat heeft een interne antenne. Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld.
De telefoon 2. De telefoon ■ Toetsen en onderdelen 1. Aan/uit-toets 2. Volumetoetsen 3. Spiegel 4. Cameralens 5. Cameralampje 6. Cameratoets 7. Voorste camera 8. Luistergedeelte 9. Linker-, rechter- en middelste selectietoets 10.Bladertoets in vier richtingen 11.Beltoets 12.Toets Einde 13. Cijfertoetsen 14.PTT-toets 15.Infraroodpoort (IR) 16.Geheugenkaartsleuf 17.Aansluiting voor de lader 18.
De telefoon ■ Standby-modus Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby-modus. • 3G-indicator (1) • Signaalsterkte van het mobiele netwerk (2) • Capaciteit van de batterij (3) 12 3 5 4 6 • Indicatoren (4) • De naam van het netwerk of het operatorlogo (5) 7 • Klok (6) • Scherm (7) • De functie van de linkerselectietoets (7) is 8 Favoriet of een snelkoppeling naar een andere functie. Zie Linkerselectietoets op pagina 71.
De telefoon Actieve standby In de actieve standby-modus kunnen op het scherm aparte vensters met content worden weergegeven, zoals snelkoppelingen (1), audiofuncties (2), de agenda (3) en een gebruikersnotitie (4). Zie Actief standby in Standbyinstellingen op pagina 69 als u wilt instellen of de actieve standby-modus moet worden weergegeven. Als de actieve standby-modus niet is ingeschakeld, selecteer dan Menu (5) om de menustructuur te openen.
De telefoon Mijn notitie — u kunt een notitie invoeren door het content-venster te selecteren, de notitie te schrijven en deze vervolgens op te slaan. Mijn aanwezigheid - als u uw aanwezigheidsgegevens wilt wijzigen, selecteert u het content-item. Timerfunctie — u kunt de timerfunctie starten door het content-item te selecteren. De resterende tijd wordt weergegeven, met een notitie.
De telefoon Indicatoren Er staan ongelezen berichten in de map Inbox. Er staan berichten in de map Outbox die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is mislukt. De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd. / De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en de beschikbaarheidsstatus is online of offline. U hebt een of meer chatberichten ontvangen en u bent verbonden met de dienst voor chatberichten. De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer. De luidspreker is geactiveerd of de muziekstandaard is op de telefoon aangesloten. Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep. Het tijdelijke profiel is geselecteerd. , , of Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid, oortje of muziekstandaard op de telefoon aangesloten. of Er is een PTT-verbinding actief of onderbroken.
Algemene functies 3. Algemene functies ■ Bellen 1. Voer het netnummer en telefoonnummer in. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in. 2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen. 3. Druk op de toets Einde om de oproep te beëindigen of om het kiezen te onderbreken.
Algemene functies Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze Als u een gesprek tot stand wilt brengen, selecteert u Namen en houdt u deze ingedrukt en spreekt u vervolgens de naam uit van degene die u wilt bellen. Aan elk contact in het telefoongeheugen wordt automatisch een virtueel spraaklabel gekoppeld.
Algemene functies ■ Een spraakoproep beantwoorden of weigeren Druk op de beltoets om de oproep te beantwoorden. Voor informatie over het beantwoorden van een oproep door de telefoon open te schuiven, zie ook Oproepen via schuif in Bellen op pagina 79. Als u de beltoon wilt uitschakelen voordat u de oproep beantwoordt, selecteert u Stil. U kunt het gesprek beëindigen of weigeren door op de toets Einde te drukken. Wisselgesprek Druk tijdens een gesprek op de beltoets om het wisselgesprek te beantwoorden.
Algemene functies Privé-oproep — om tijdens een conferentiegesprek ruggespraak te houden met een van de deelnemers. Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. ■ Een videogesprek tot stand brengen Tijdens een videogesprek stuurt u zonder vertraging een videobeeld naar de ontvanger van de oproep. De ontvanger ziet het videobeeld dat wordt opgenomen door de camera aan de achterzijde van de telefoon.
Algemene functies ziet u alleen een stilstaand beeld of een grijze achtergrondillustratie. U hoort wel geluid. 3. U beëindigt het gesprek door op de toets Einde te drukken. ■ Een video-oproep beantwoorden of weigeren Als er een video-oproep binnenkomt, wordt Video-oproep weergegeven. 1. Druk op de beltoets om de video-oproep te beantwoorden. De tekst Verzenden videoafbeelding naar beller toestaan? wordt weergegeven.
Algemene functies Selecteer Opties >Video delen. Er wordt een uitnodiging verzonden en in het scherm verschijnt de tekst Uitnodiging wrdt verz. nr. Als de ontvanger de uitnodiging accepteert, wordt Video delen starten?weergegeven. Als u op Ja drukt, wordt het verzenden van de video gestart. Het geluid wordt afgespeeld via de luidspreker. U kunt het delen van video onderbreken door op Pauze te drukken. De middelste selectietoets is gewijzigd in Doorgaan.
Tekst invoeren 4. Tekst invoeren U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Bij gebruik van de methode voor normale tekstinvoer drukt u herhaaldelijk op een cijfertoets, van 1 t/m 9, totdat het gewenste teken wordt weergegeven. Bij gebruik van tekstinvoer met woordenboek kunt u een letter invoeren met één druk op een toets.
Tekst invoeren 1. Gebruik de toetsen 2 t/m 9 voor het invoeren van een woord. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Op het scherm wordt * weergegeven, of de letter als de afzonderlijke letter een woordbetekenis heeft. De ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven. U kunt een speciaal teken toevoegen door * ingedrukt te houden of Opties > Symbool invoegen te selecteren. Ga naar een teken en selecteer Gebruik. 2.
Navigeren door de menu's 5. Navigeren door de menu's De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die zijn gegroepeerd in menu's. 1. Druk op Menu om het menu te openen. U kunt de menuweergave wijzigen door Opties > Hoofdmenuweergave > Lijst, Roosterweergave of Rooster met labels te selecteren. Als u de menu's anders wilt indelen, bladert u naar het menu dat u wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Indelen > Verplaats. Ga naar de plaats waar u het menu naartoe wilt verplaatsen en selecteer OK.
Berichten 6. Berichten U kunt tekstberichten, multimediaberichten en e-mailberichten lezen, invoeren, verzenden en opslaan. Alle berichten worden ingedeeld in mappen. ■ Tekstberichten (SMS) Met SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten verzenden en ontvangen en tevens berichten met afbeeldingen ontvangen (netwerkdienst). Voordat u een tekstbericht, of een SMS-e-mailbericht kunt verzenden, moet u het nummer van de berichtencentrale opslaan. Zie Berichtinstellingen op pagina 54.
Berichten veld Aan: toe te voegen. Als u een bericht naar een groep mensen wilt versturen, selecteert u Contactgroep en kiest u de gewenste groep. U kunt de contacten ophalen aan wie u recent een bericht hebt gestuurd door Toevgn > Onlangs gebruikt te selecteren. 3. Blader omlaag en voer in het veld Bericht: het bericht in. Zie Tekst invoeren op pagina 32. Selecteer Opties > Sjabloon invgn als u een sjabloon wilt invoegen in het bericht. 4.
Berichten ■ SIM-berichten SIM-berichten zijn tekstberichten die op uw SIM-kaart worden opgeslagen. U kunt deze berichten kopiëren of verplaatsen naar het geheugen van de telefoon, maar niet andersom. Ontvangen berichten worden opgeslagen in het geheugen van de telefoon. Als u SIM-berichten wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten > Opties > SIM-berichten. ■ Multimediaberichten Opmerking: Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven.
Berichten Multimediaberichten invoeren en verzenden Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten limiteren Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden. 1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Multimedia. 2. Voer het bericht in. De telefoon ondersteunt multimediaberichten die meerdere pagina's (dia's) bevatten.
Berichten Selecteer Verzenden wanneer u klaar bent met het schrijven van het bericht, of druk op de beltoets, om het bericht te verzenden. De foto wordt opgeslagen in de map Outbox en het verzenden wordt gestart. Als u Verz. berichten opslaan > Ja selecteert, wordt het verzonden bericht opgeslagen in de map Verzonden items. Zie Algemeen op pagina 54. Opmerking: Wanneer een bericht wordt verzonden, wordt de voortgangsindicator weergegeven.
Berichten 1. Selecteer Tonen om het bericht te lezen. Selecteer Uit om het bericht later te bekijken. Als u het bericht later wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten > Inbox. Blader naar het bericht dat u wilt lezen en selecteer het bericht. wordt weergegeven als er ongelezen berichten in uw Inbox staan. 2. Om het gehele bericht weer te geven als het een presentatie bevat, selecteert u Spelen. Als u de bestanden in de presentatie of de bijlage wilt bekijken, selecteert u Opties > Objecten of Bijlagen. 3.
Berichten ■ Mappen Ontvangen berichten worden opgeslagen in de map Inbox. Berichten die nog niet verzonden zijn, worden opgeslagen in de map Outbox. Als u wilt instellen dat verzonden berichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden items, kunt u onder Verz. berichten opslaan in Algemeen op pagina 54 lezen hoe u dat kunt doen. Als u het bericht dat u aan het invoeren bent, wilt opslaan in de map Concepten om later vanuit deze map te verzenden, selecteert u Menu > Berichten > Concepten.
Berichten Een flitsbericht ontvangen Een ontvangen flitsbericht kunt u herkennen aan Bericht:, gevolgd door de eerste woorden van het bericht. Selecteer Lezen om het bericht te lezen. Selecteer Opties > Gebruik gegevens als u telefoonnummers, emailadressen en website-adressen uit het huidige bericht wilt overnemen. ■ Audioberichten Met dit menu kunt u op een eenvoudige manier via MMS een spraakbericht maken en verzenden.
Berichten ■ Chatberichten Opmerking: deze functie is mogelijk niet beschikbaar op uw product vanwege het abonnement dat u hebt . Chatten (netwerkdienst) is een manier om via TCP/IP-protocollen korte, eenvoudige tekstberichten te verzenden naar on line gebruikers. Voordat u de chatdienst kunt gebruiken, moet u zich op deze dienst abonneren. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en abonnementsmogelijkheden voor de dienst.
Berichten Opgeslagen conversaties — om de chatberichten die u tijdens een sessie hebt opgeslagen, te bekijken, te verwijderen of een andere naam te geven. Verbindingsinstellingen — om de instellingen voor chatberichten en aanwezigheidsweergave te bewerken. Verbinding maken met chatdienst Als u verbinding wilt maken met de chatdienst, opent u het menu Chatberichten, selecteert u zo nodig de gewenste dienst en selecteert u vervolgens Aanmelden.
Berichten geeft aan dat u een nieuw bericht van een contact hebt ontvangen. U kunt contacten aan de lijst toevoegen. Zie Chatcontacten op pagina 47. Selecteer Groepen > Openbaar kanaal (grijs weergegeven als het netwerk geen groepen ondersteunt). Hiermee wordt de lijst met bookmarks voor openbare groepen weergegeven die door de netwerkoperator of serviceprovider wordt verstrekt. Ga naar de groep waarmee u een chatsessie wilt starten en selecteer Deelnmn.
Berichten Een ontvangen chatbericht lezen Als u in de standby-modus verbinding hebt met de chatdienst en een nieuw chatbericht ontvangt dat niet behoort tot de actieve chatsessie, wordt Nieuw chatbericht weergegeven. Selecteer Lezen om de uitnodiging te lezen. Als er meerdere berichten worden ontvangen, wordt het aantal berichten, gevolgd door nieuwe chatberichten weergegeven. Selecteer Lezen, ga naar het gewenste bericht en selecteer Openen.
Berichten 3. Als u aan alle andere gebruikers van de chatdienst wilt laten zien dat u on line bent, selecteert u Beschikbaarheid > Beschikbaar voor allen. Als u alleen aan de personen in uw lijst met chatcontacten wilt laten zien dat u on line ben, selecteert u Beschikbaarheid > Beschikb. voor contacten. Als u wilt aangeven dat u off line bent, selecteert u Beschikbaarheid > Offline aangeven. Wanneer u bent verbonden met de chatdienst, geeft aan dat u on line bent en dat u niet zichtbaar bent voor anderen.
Berichten Groepen U kunt privé-groepen voor een chatsessie instellen of de openbare groepen gebruiken die door de serviceprovider zijn ingesteld. De privégroepen bestaan alleen tijdens een actieve chatsessie. De groepen worden opgeslagen op de server van de serviceprovider. Als de server waar u bent aangemeld geen groepsdiensten ondersteunt, worden alle aan groepen gerelateerde menu's grijs weergegeven.
Berichten Voordat u e-mail kunt verzenden en ontvangen, moet u het volgende doen: • Vraag een nieuwe e-mailaccount aan of gebruik uw huidige account. Neem contact op met uw e-mailprovider voor informatie over de beschikbaarheid van uw e-mailaccount. • Controleer uw e-mailinstellingen bij uw netwerkoperator of e-mailprovider. Het is mogelijk dat u de configuratie-instellingen voor e-mail ontvangt als configuratiebericht. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 12.
Berichten 2. Als u meer dan één e-mailaccount hebt ingesteld, selecteert u de account die u voor het verzenden van het e-mailbericht wilt gebruiken. 3. Voer het e-mailadres van de ontvanger in. 4. Voer een onderwerp voor de e-mail in. 5. Schrijf het e-mailbericht. Zie Tekst invoeren op pagina 32. Als u een bestand aan het e-mailbericht wilt bijvoegen, selecteert u Opties > Bestand toevoegen en selecteert u vervolgens een bestand in de Galerij. 6.
Berichten Als u nieuwe e-mailberichten wilt downloaden en als u berichten die in de map Outbox zijn opgeslagen, selecteert u Opties > Verzenden en ontvangen. E-mail lezen en beantwoorden Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of pc. 1. Selecteer Menu > Berichten > E-mail > Inboxen, de accountnaam en het gewenste bericht. 2.
Berichten Spamfilter Voor de e-mailtoepassing kunt u een ingebouwd spamfilter inschakelen. Als u dit filter wilt inschakelen en instellen, selecteert u Opties> Spamfilter> Instellingen in het hoofdscherm voor e-mail. Het spamfilter biedt de gebruiker de mogelijkheid om specifieke afzenders op een zwarte lijst of op een witte lijst te plaatsen. Berichten van afzenders die aan de zwarte lijst zijn toegevoegd, worden uitgefilterd en opgeslagen in de map Ongewenst.
Berichten Als de dienst door het netwerk wordt ondersteund, geeft het pictogram aan dat er nieuwe videoberichten zijn ontvangen. Selecteer Videoberichten om uw videomailboxnummer te bellen. ■ Informatieberichten Met de netwerkdienst Informatieberichten kunt u berichten over verschillende onderwerpen van uw serviceprovider ontvangen. Vraag uw serviceprovider welke items beschikbaar zijn en wat de nummers daarvan zijn. ■ Dienstopdrachten Selecteer Menu > Berichten > Dienstopdrachten.
Berichten ■ Berichtinstellingen Algemeen Algemene instellingen gelden voor tekst- en multimediaberichten. Selecteer Menu > Berichten > Berichtinstellingen > Algemene instellingen en daarna een van de volgende opties: Verz. berichten opslaan > Ja — als u wilt instellen dat verzonden berichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden items. Lettergrootte — om de lettergrootte in te stellen die voor berichten moet worden gebruikt.
Berichten E-mailcentrale in gebruik — om de e-mailcentrale te selecteren die u gebruikt. Geldigheid van berichten — om in te stellen hoe lang het netwerk moet proberen uw bericht af te leveren. Berichten verzenden als — om het type berichten dat u verstuurt in te stellen: Tekst, Semafoonoproep of Fax (netwerkdienst). Packet-gegev. gebruiken > Ja — om GPRS of WCDMA in te stellen als de gewenste SMS-drager.
Berichten Ink. multimediaberichten — om in te stellen hoe multimediaberichten moeten worden ontvangen: automatisch, handmatig na bevestiging, of niet. Deze instelling wordt niet weergegeven als de optie Ontv. multimed. toestaan is ingesteld op Nee. Advertenties toestaan — om advertenties te ontvangen of te weigeren. Deze instelling wordt niet weergegeven als de optie Ontv. multimed. toestaan is ingesteld op Nee of Ink. multimediaberichten is ingesteld op Weigeren.
Berichten Antwoordadres — voer het e-mailadres in waarnaar de antwoorden moeten worden gestuurd. SMTP-gebruikersnaam — voer de naam in die u voor uitgaande emailberichten wilt gebruiken. SMTP-wachtwoord — voer de naam in die u voor uitgaande emailberichten wilt gebruiken. Terminalvenster tonen — selecteer Ja als u een handmatige gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren. Type inkomende server — selecteer POP3 of IMAP4, afhankelijk van het type e-mailsysteem dat u gebruikt.
Contacten 7. Contacten U kunt namen en nummers (contactgegevens) opslaan in het geheugen van de telefoon en het geheugen van de SIM-kaart. In het telefoongeheugen kunnen contacten worden opgeslagen met extra details, zoals diverse telefoonnummers en tekstitems. U kunt voor een beperkt aantal contacten ook een afbeelding of een videoclip opslaan. U kunt de videoclip die samen met de contactgegevens is opgeslagen, ook als beltoon voor het contact gebruiken.
Contacten 1. Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen Telefoon of Telefoon en SIM is. 2. Zoek het contact waaraan u een nieuw nummer of tekstitem wilt toevoegen en selecteer Gegevens > Opties > Info toevoegen. 3. Selecteer Nummer en een nummertype als u een nummer wilt toevoegen. Als u een ander gegeven wilt toevoegen, selecteert u een teksttype, een afbeelding of een videoclip in de Galerij of een nieuwe afbeelding.
Contacten Als u gemarkeerde contacten wilt verplaatsen of kopiëren, selecteert u Menu > Contacten > Namen. Blader naar een contact en selecteer Opties > Markeer. Markeer vervolgens de overige contacten en selecteer Opties > Gemarkeerde verplaatsen of Gemarkeerde kopiëren. ■ Contactgegevens bewerken Zoek het contact dat u wilt bewerken en selecteer Gegevens. Als u een naam, nummer, tekstitem of afbeelding wilt wijzigen, selecteert u Opties > Bewerken.
Contacten beschikbaarheid, een statusbericht en een persoonlijk logo. Andere gebruikers die toegang hebben tot de dienst en die uw gegevens opvragen, kunnen deze status zien. De opgevraagde gegevens worden weergegeven bij Abonnee-namen in het menu Contacten van degene die de gegevens opvraagt. U kunt de gegevens die u met anderen wilt delen, aanpassen en u kunt instellen wie uw status kan bekijken. Voordat u de aanwezigheidsdienst kunt gebruiken, moet u zich op deze dienst abonneren.
Contacten ■ Aangemelde contacten U kunt een lijst samenstellen met de contacten waarvan u de aanwezigheidsinformatie wilt ontvangen. U kunt deze informatie ontvangen als de contacten en het netwerk dit toestaan. U kunt de aangemelde contacten bekijken door de lijst met contacten door te bladeren of door het menu Abonnee-namen te openen. Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen Telefoon of Telefoon en SIM is. U kunt verbinding maken met de aanwezigheidsdienst door Menu > Contacten > Mijn aanwezigheid > Verb.
Contacten Aangemelde contacten bekijken Zie ook Een contact opzoeken op pagina 58 voor informatie over het weergeven van aanwezigheidsinformatie. 1. Selecteer Menu > Contacten > Abonnee-namen. De aanwezigheidsinformatie van het eerste contact in de lijst met aangemelde contacten wordt weergegeven. De informatie die de persoon voor anderen zichtbaar wil maken, kan uit tekst en een pictogram bestaan. , of geven aan dat de persoon beschikbaar is, niet zichtbaar is voor anderen of niet beschikbaar is.
Contacten ■ Instellingen Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en daarna een van de volgende opties: Actief geheugen — om het SIM-kaart- of telefoongeheugen te selecteren voor uw contacten. Selecteer Telefoon en SIM om namen en nummers op te halen uit beide geheugens. Wanneer u in dat geval namen en nummers opslaat, worden deze in het telefoongeheugen opgeslagen. Weergave Contacten — om in te stellen hoe de namen en nummers in de lijst Contacten moeten worden weergegeven.
Contacten ■ Dienstnummers en Mijn nummers Selecteer Menu > Contacten en daarna een van de volgende opties: Dienstnummers — om te bellen naar de dienstnummers van uw serviceprovider als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen (netwerkdienst). Eigen nummers — om de telefoonnummers weer te geven die zijn toegewezen aan de SIM-kaart. Dit wordt alleen weergegeven als de nummers zijn opgeslagen op de SIM-kaart.
Oproeplog 8. Oproeplog Als u de gegevens van uw oproepen wilt bekijken, selecteert u Menu > Logboek > Gemiste oproepen, Ontv. oproepen of Gekozen nummers. Als u de telefoonnummers van recent gemiste en ontvangen oproepen wilt bekijken, selecteert u Oproeplog. Als u de contacten wilt bekijken aan wie u recent een bericht hebt gestuurd, selecteert u Berichtontvangers. Als u de gegevens van uw recente oproepen wilt bekijken, selecteert u Menu > Logboek > Gespreksduur, Packet-gegev.teller of Timer pcktgeg.vrb.
Instellingen 9. Instellingen ■ Profielen De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen, ofwel profielen, die u voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen kunt instellen. Selecteer Menu > Instellingen > Profielen en vervolgens het gewenste profiel. Maak uw keuze uit de volgende opties: Activeer — om het geselecteerde profiel te activeren. Aanpassen — om het profiel aan te passen. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen en breng de gewenste wijzigingen aan.
Instellingen Vluchtprofiel afsluiten? wordt weergegeven. Er wordt geprobeerd het alarmnummer te bellen. Als de noodoproep wordt beëindigd, gaat de telefoon automatisch over naar de modus met het algemene profiel. ■ Thema's Een thema bevat tal van elementen voor het aanpassen van uw telefoon, zoals een achtergrondafbeelding, een screensaver, een kleurenschema en een beltoon.
Instellingen Standby-modus De actieve standby-modus in- of uitschakelen Als u de actieve standby-modus wilt inschakelen, selecteert u Menu > Instellingen > Weergave > Instell. standby-modus > Actief standby > Mijn actief standby. Als u de actieve standby-modus wilt uitschakelen, selecteert u Menu > Instellingen > Weergave > Instell. standby-modus > Actief standby > Uit. Standby-instellingen Selecteer Menu > Instellingen > Weergave > Instell.
Instellingen Screensaver Als u een screensaver in de Galerij wilt selecteren, selecteert u Menu > Instellingen > Weergave > Screensaver > Screensavers > Afbeelding, Diareeks, Videoclip, or Camera openen. Als u meer screensavers wilt downloaden, selecteert u Grafische dwnloads. Selecteer Timeout om de timeout in te stellen voor het activeren van de screensaver. Selecteer Aan om de screensaver te activeren.
Instellingen het juiste tijdstip van verzending en ontvangst van tekst- of multimediaberichten kan weergeven. Met GMT -5 geeft u bijvoorbeeld de tijdzone voor New York (VS) aan, 5 uur ten westen van Greenwich/ Londen (VK). ■ Mijn snelkoppelingen Met behulp van snelkoppelingen kunt u snel toegang krijgen tot de telefoonfuncties die u het meest gebruikt.
Instellingen Navigatietoets U kunt snelkoppelingsfuncties voor de bladertoetsen selecteren door Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Navigatietoets te selecteren. Ga naar de gewenste toets, selecteer Wijzig en selecteer vervolgens een functie in de lijst. Als u de toewijzing van een snelkoppelingsfunctie aan een toets wilt verwijderen, selecteert u (leeg). Als u opnieuw een functie aan de toets wilt toewijzen, selecteert u Wijs toe.. Zie Snelkoppelingen in de standby-modus op pagina23.
Instellingen ■ Connectiviteit U kunt de telefoon verbinden met een compatibel apparaat via een infraroodverbinding, een draadloze Bluetooth-verbinding of via een USB-gegevenskabel (CA-53 of DKU-2). Hier kunt u ook de instellingen voor GPRS-inbelverbindingen definiëren. Draadloze Bluetooth-technologie Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.
Instellingen naam kunnen zien. Gebruik daarom een unieke naam die anderen makkelijk kunnen herkennen. Zoeken naar audiotoeb. — om te zoeken naar compatibele Bluetoothaudioapparaten. Selecteer het apparaat dat u met de telefoon wilt verbinden. Gekoppelde apparaten — om te zoeken naar Bluetooth-apparaten die binnen bereik zijn. Selecteer Nieuw om alle Bluetooth-apparaten weer te geven die binnen bereik zijn. Ga naar een apparaat en selecteer Koppel.
Instellingen Infrarood Via de infraroodpoort (IR) van de telefoon kunt u gegevens verzenden naar of ontvangen van een compatibele telefoon of compatibel gegevensapparaat (zoals een computer). Voor gebruik van een infraroodverbinding moet het apparaat waarmee u verbinding wilt maken IrDA-compatibel zijn. Richt de IR-straal (infrarood) niet op andermans ogen en vermijd dat deze stoort met andere IR-apparaten. Dit apparaat is een Klasse 1 laserproduct.
Instellingen EGPRS (Enhanced GPRS) is vergelijkbaar met GPRS maar maakt snellere verbindingen mogelijk. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie over de beschikbaarheid van EGPRS en de snelheid van gegevensoverdracht. Toepassingen die gebruikmaken van WCDMA of (E)GPRS, zijn MMS, videostreaming, browsersessies, e-mail, extern SyncML, downloaden van Java-toepassingen en pc-inbeldiensten.
Instellingen en het gewenste toegangspunt te activeren. Selecteer Actief toegangspunt bew. > Alias voor toegangspunt, geef een naam op om de instellingen voor het toegangspunt te bewerken en selecteer OK. Selecteer Packet-ggvnstoegangsp., voer de naam van het toegangspunt (APN) in om een verbinding met een netwerk tot stand te brengen en selecteer OK. U kunt de instellingen voor de packet-gegevensdienst (naam van toegangspunt) ook op de pc definiëren met behulp van de Nokia Modem Options-software.
Instellingen bevestigend op de vraag Overdrachtscontact verwijderen?. Serversynchronisatie en PC-synchronisatie kunnen niet worden verwijderd. Gegevensoverdracht met een compatibel apparaat Voor synchronisatie wordt gebruikgemaakt van draadloze Bluetoothtechnologie of infraroodtechnologie. Het andere apparaat bevindt zich in de standby-modus. U start de gegevensoverdracht door Menu > Instellingen > Connectiviteit > Gegevensoverdracht te selecteren.
Instellingen Als de lijst met contacten en de agenda vol zijn, kan het synchroniseren bij een eerste synchronisatiesessie of na een onderbroken synchronisatiesessie wel 30 minuten duren. USB-gegevenskabel U kunt de USB-gegevenskabel gebruiken voor het overdragen van gegevens tussen de geheugenkaart van de telefoon en een compatibele pc of een printer die PictBridge ondersteunt. U kunt de USB-kabel ook gebruiken met Nokia PC Suite.
Instellingen Snelkeuze > Aan — voor het kiezen van de namen en telefoonnummers die aan de snelkeuzetoetsen 3 t/m 9 zijn toegewezen, door de desbetreffende cijfertoets ingedrukt te houden. Wachtfunctieopties > Activeer om het netwerk een melding te laten genereren als er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek voert (netwerkdienst). Zie Wisselgesprek op pagina 28.
Instellingen Geheugenstatus — hiermee kunt u zien hoeveel telefoongeheugen is gereserveerd en hoeveel geheugen vrij is. Aut. toetsenblokkering — om in te stellen dat de toetsen automatisch moeten worden geblokkeerd na een bepaalde, vooraf ingestelde tijd wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt en er geen telefoonfuncties worden gebruikt. Selecteer Aan en stel de tijd in. Toetsenblokkering — om in te stellen dat de beveiligingscode moet worden gevraagd wanneer u de toetsen vrijgeeft.
Instellingen ■ Toebehoren Dit menu wordt alleen weergegeven als de telefoon is aangesloten of aangesloten is geweest op een van de compatibele toebehoren. Selecteer Menu > Instellingen > Toebehoren. Afhankelijk van de toebehoren, kunt u de volgende opties selecteren: Standaard profiel om het profiel te selecteren dat automatisch moet worden geactiveerd wanneer u het geselecteerde toebehoren aansluit. Automatisch opnemen — om inkomende gesprekken binnen vijf seconden automatisch te beantwoorden.
Instellingen Voorkeurstoegangspunt — om de opgeslagen toegangspunten weer te geven. Blader naar een toegangspunt en selecteer Opties > Details om de naam van de serviceprovider, de gegevensdrager en het GPRStoegangspunt of GSM-inbelnummer weer te geven. Verb. met serviceonderst. — om de configuratie-instellingen te downloaden van uw serviceprovider, mits deze dit ondersteunt. Pers. configuratie-instell.
Instellingen Vaste nummers — hiermee kunt een lijst met telefoonnummers of kengetallen maken, bewerken en activeren. Als de lijst is geactiveerd, kunt u alleen bellen en berichten verzenden naar nummers op deze lijst. Als de SIM-kaart deze optie niet ondersteunt, blijft de optie Vaste nummers verborgen. Bep. groep gebruikers — om oproepen te beperken tot oproepen naar en van een bepaalde groep personen (netwerkdienst).
Instellingen Instellingen Als u software-updates voor de telefoon wilt toestaan of weigeren, gaat u als volgt te werk: selecteer Menu > Instellingen > Configuratie > Instell. apparaatbeheer > Softw.upd. serviceprov. en selecteer vervolgens een van de volgende opties: Altijd toestaan — hiermee worden alle softwaredownloads en -updates automatisch uitgevoerd. Altijd weigeren — hiermee weigert u alle software-updates.
Operatormenu 10. Operatormenu Dit menu biedt toegang tot een portaal met diensten die door uw netwerkoperator worden aangeboden. De naam en het pictogram worden bepaald door de netwerkoperator. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkoperator. Als dit menu niet wordt weergegeven, worden de overige menunummers dienovereenkomstig aangepast. De operator kan dit menu bijwerken met een dienstbericht. Zie Dienstinbox pagina 117 voor meer informatie.
Galerij 11. Galerij In dit menu kunt u afbeeldingen, opnamen en tonen beheren. Deze bestanden zijn ingedeeld in mappen. Uw telefoon ondersteunt een systeem met activeringssleutels ter bescherming van opgehaalde content. Controleer altijd de leveringsvoorwaarden van alle content en activeringssleutels voordat u tot aanschaf overgaat, omdat er sprake kan zijn van een tarief of andere vergoeding.
Media 12. Media ■ Camera Met de ingebouwde camera (resolutie 2 megapixels) kunt u foto's maken of videoclips opnemen. De camera maakt foto's in JPEG-indeling en videoclips in 3GP-indeling en heeft de zoomfactor 8. Een foto maken Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser gebruikt. Richt de flitser niet van dichtbij op mensen of dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt. 1. Als u de zoeker van de camera wilt openen, selecteert u Menu > Media > Camera.
Media Tip: u kunt de camera activeren door op de cameratoets te drukken. U kunt video activeren door de cameratoets ingedrukt te houden. Dit apparaat ondersteunt een beeldresolutie van 1600 x 1200 pixels. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders worden weergegeven. Een videoclip opnemen Selecteer Menu > Media > Camera > Opties > Video > Opnemen. U kunt het opnemen onderbreken door Pauze te selecteren en weer hervatten door Activeer te selecteren.
Media De telefoon instellen voor een streamingdienst U kunt de synchronisatie-instellingen voor streaming ontvangen in een configuratiebericht van uw netwerkoperator of serviceprovider. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 12. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 82. Ga als volgt te werk om de instellingen te activeren: 1. Selecteer Menu > Media > Mediaspeler > Instellingen streaming > Configuratie. 2.
Media 2. Als u een nummer wilt afspelen, gaat u naar het gewenste nummer en selecteert u . U kunt het volume aanpassen met de volumetoetsen aan de zijkant van de telefoon. Selecteer om naar het begin van het volgende nummer te gaan. Selecteer tweemaal om naar het begin van het vorige nummer te gaan. Selecteer en houd deze ingedrukt om het huidige nummer terug te spoelen. Selecteer en houd deze ingedrukt om het huidige nummer snel vooruit te spoelen. Laat de toets los op de gewenste positie in het nummer.
Media Equalizer media — om de lijst met equalizersets te openen. Zie Equalizer op pagina 95. Luidspreker of Hoofdtelefoon — om naar de muziekspeler te luisteren via de luidspreker of een compatibele hoofdtelefoon die op de telefoon is aangesloten. Tip: bij gebruik van een hoofdtelefoon kunt u naar het volgende nummer gaan door op de hoofdtelefoontoets te drukken. Verzenden — om het geselecteerde bestand te verzenden via MMS, Bluetooth of infrarood.
Media 2. Als u de zender wilt opslaan in een geheugenlocatie van 1 t/m 9, houdt u de bijbehorende cijfertoets ingedrukt. Als u de zender wilt opslaan in een geheugenlocatie van 10 tot en met 20, drukt u kort op 1 of 2 en houdt u de gewenste cijfertoets, 0 t/m 9 ingedrukt. 3. Voer de naam van de zender in en selecteer OK. Naar de radio luisteren Selecteer Menu > Media > Radio. Blader naar de gewenste zender en selecteer of , of druk op de hoofdtelefoontoets.
Media aangesloten op de telefoon. Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als antenne van de radio. Kies frequentie — om de frequentie van de gewenste radiozender in te stellen. Terwijl u naar de radio luistert, kunt u gewoon bellen of een inkomende oproep beantwoorden. Het volume van de radio wordt dan uitgeschakeld. Wanneer een toepassing die gebruik maakt van een GPRS- of HSCSDverbinding, bezig is met het verzenden of ontvangen van gegevens, kan dit de radio-ontvangst storen.
Media 5. Als u de laatste opname wilt verzenden via infrarood, draadloze Bluetooth-technologie of als multimediabericht, selecteert u Opties > Laatste opname verzndn. Lijst met opnamen Selecteer Menu > Media > Recorder > Opties > Opnamelijst. De lijst met mappen in de Galerij wordt weergegeven. Open Opnamen om de lijst met opnamen te bekijken. Selecteer Opties om de opties voor bestanden in de Galerij te selecteren. Zie Galerij op pagina 87.
Push to Talk 13. Push to Talk Opmerking: deze functie is mogelijk niet beschikbaar op uw product vanwege het abonnement dat u hebt (netwerkdienst). Push to Talk (PTT) is een tweerichtings radiodienst die beschikbaar wordt gesteld via een GSM/GPRS-netwerk (netwerkdienst). PTT biedt rechtstreekse gesproken communicatie. U kunt verbinding met de dienst maken door op de PTT-toets te drukken.
Push to Talk aan de telefoon, wordt u automatisch aangemeld bij de actieve kanalen. Als u een contact, contactgroepen of een kanaal hebt geselecteerd als standaardactie voor de PTT-toets, wordt de naam van het geselecteerde item weergegeven in de standby-modus. Selecteer PTT uitschakelen als u de verbinding met de PTT-dienst wilt verbreken. ■ Een PTT-oproep plaatsen en ontvangen Stel bij PTT-oproepen de telefoon in op het gebruik van de luidspreker of het luistergedeelte.
Push to Talk Een kanaal- of groepsoproep plaatsen Als u een oproep wilt plaatsen naar kanaal, selecteert u Kanaallijst in het PTT-menu, bladert u naar het gewenste kanaal en drukt u op de PTT-toets. Als u een groepsoproep wilt plaatsen vanuit Contacten, moeten de ontvangers met de PTT-dienst zijn verbonden. Selecteer Menu > Contacten > Groepen, blader naar de gewenste groep en druk op de PTT-toets.
Push to Talk Een PTT-oproep ontvangen Een inkomende PTT-oproep wordt gemeld door een kort geluidssignaal. U ziet gegevens zoals de kanaalnaam of de alias (netwerkdienst) van de beller. Als u hebt ingesteld dat u eerst een beltoon te horen krijgt bij ontvangst van één-op-één-oproepen, kunt u de oproep accepteren of weigeren.
Push to Talk Reageren op een terugbelverzoek Als u een terugbelverzoek ontvangt, wordt de tekst Terugbelverzoek ontvangen weergegeven in de standby-modus. Selecteer Bekijk. Er wordt een lijst weergegeven met contacten die u een terugbelverzoek hebben toegezonden. Druk op de PTT-toets om een één-op-één-gesprek te voeren. Als u het terugbelverzoek met een terugbelverzoek wilt beantwoorden, selecteert u Opties > Terugbellen. Als u het verzoek wilt verwijderen, selecteert u Verwijder.
Push to Talk ■ PTT-kanalen Wanneer u een oproep naar een kanaal verzendt, horen alle leden van het kanaal tegelijkertijd de oproep. Er zijn drie soorten PTT-kanalen: • Aangebracht kanaal — een permanent kanaal dat door de serviceprovider in werking is gesteld. • Openbaar kanaal — hier kan ieder lid anderen uitnodigen om deel te nemen. • Privé-kanaal — hier kunnen alleen personen deelnemen die een uitnodiging hebben ontvangen van degene die het kanaal heeft ingesteld.
Push to Talk 1. Selecteer Bekijk als u het contact dat de uitnodiging heeft verzonden en het groepsadres (als het geen privé-kanaal betreft) wilt weergeven. 2. Selecteer Opslaan om het kanaal aan de telefoon toe te voegen. 3. Als u de status voor het kanaal wilt instellen, selecteert u Actief of Niet actief. Als u de uitnodiging wilt afwijzen, selecteert u Bekijk > Wegdoen > Ja.
Push to Talk instellen dat u eerst een beltoon te horen krijgt bij ontvangst van één-op-één-oproepen, selecteert u Melden. Standrdfunctie PTT-toets — de standaardactie van de PTT-toets selecteren. U kunt instellen dat u met deze toets de Contactenlijst of de Kanaallijst opent, of dat u een PTT-oproep naar een van de geselecteerde contacten, kanalen of groepen maakt. Mijn aanm.status wrgvn > Ja — het verzenden van de aanmeldstatus inschakelen.
Organiser 14. Organiser ■ Wekker U kunt instellen dat op het gewenste tijdstip een waarschuwingstoon klinkt. Selecteer Menu > Organiser > Wekker. Als u de wekker wilt instellen, selecteert u Wektijd, voert u het gewenste tijdstip in en selecteert u OK. Als u het alarmtijdstip wilt wijzigen nadat dit is ingesteld, selecteert u Aan. Selecteer Alarm herhalen om in te stellen dat op geselecteerde dagen van de week een alarmsignaal moet klinken.
Organiser ■ Agenda Selecteer Menu > Organiser > Agenda. De huidige dag is in de maandweergave gemarkeerd met een kader. Als voor de betreffende dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven en wordt onder de agenda het begin van de notitie weergegeven. U kunt de notities voor de dag bekijken door Bekijk te selecteren. Als u een week wilt bekijken, selecteert u Opties > Weekweergave.
Organiser ■ Takenlijst Als u een notitie wilt opslaan voor een taak die u moet uitvoeren, selecteert u Menu > Organiser > Takenlijst. Als er nog geen notities zijn toegevoegd en u wilt een notitie maken, selecteert u Toevgn. Als er al notities bestaan, selecteert u Opties > Toevoegen. Voer de notitie in en selecteer Opslaan, evenals de prioriteit voor de notitie, en stel de deadline en het alarmsignaal voor de notitie in.
Organiser ■ Rekenmachine Met de rekenmachine in uw telefoon kunt u optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, het kwadraat en de wortel berekenen, en valuta omrekenen. Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen. Selecteer Menu > Organiser > Rekenmachine. Wanneer 0 wordt weergegeven, voert u het eerste getal voor de berekening in. Druk op # voor een decimaalteken.
Organiser bijbehorende tekst (als deze is ingesteld) of wordt de tekst Tijd timer verstreken weergegeven. U kunt het alarmsignaal stoppen door op een willekeurige toets te drukken. Als geen toets wordt ingedrukt, stopt het signaal automatisch na 30 seconden. Als u het waarschuwingssignaal wilt uitschakelen en de tekst wilt wissen, selecteert u Uit. U kunt de timerfunctie opnieuw starten door Herstart te selecteren. ■ Stopwatch Met de stopwatch kunt u de tijd, tussentijden of rondetijden opnemen.
Toepassingen 15. Toepassingen ■ Spelletjes De miniSD-kaart van de telefoon kan spelletjes bevatten. Een spelletje starten Selecteer Menu > Toepassingen > Spelletjes. Ga naar het gewenste spelletje en selecteer Openen of druk op de beltoets. Zie Toepassingsopties op pagina 110 voor opties bij de verschillende spelletjes. Spelletjes downloaden Selecteer Menu > Toepassingen > Opties > Downloads > Speldownloads. De lijst met beschikbare bookmarks wordt weergegeven. Zie Bookmarks op pagina 115.
Toepassingen Toepassingsopties Verwijderen — om de toepassing uit de telefoon te verwijderen. Details — om meer informatie over de toepassing weer te geven. Versiecontrole — om te controleren of een nieuwe versie van de toepassing beschikbaar is om van het web te downloaden (netwerkdienst). Webpagina — om meer informatie of extra gegevens over de toepassing op een internetpagina weer te geven. Deze gegevens worden alleen weergegeven als er een internetadres bij de toepassing is geleverd.
Toepassingen gegarandeerd of ondersteund. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u voor andere sites treft.
Web 16. Web Met de browser van de telefoon hebt u toegang tot verschillende mobiele internetdiensten. Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en instructies met betrekking tot de verschillende diensten.
Web ■ Verbinding maken met een dienst Controleer eerst of de juiste configuratie-instellingen van de gewenste dienst zijn geactiveerd. 1. Als u de verbindingsinstellingen voor de dienst wilt instellen, selecteert u Menu > Web > Instellingen > Configuratie-instellingen. 2. Selecteer Configuratie. Alleen de configuraties die de browserdienst ondersteunen, worden weergegeven. Selecteer een serviceprovider, Standaard of Persoonlijke configuratie voor browsen. Zie Browsen instellen op pagina 112. 3.
Web wordt aangegeven dat de (E)GPRS-verbinding is onderbroken. Na een oproep probeert de telefoon de (E)GPRS-verbinding opnieuw tot stand te brengen. Browsen met telefoontoetsen Blader met de navigatietoets in elke gewenste richting om door de pagina's te browsen. Als u een gemarkeerd item wilt selecteren, drukt u op de beltoets of selecteert u Select.. Voor het invoeren van letters en cijfers gebruikt u de cijfertoetsen 0 t/m 9. Voor het invoeren van speciale tekens gebruikt u de toets *.
Web Direct bellen De browser ondersteunt functies die u kunt gebruiken tijdens het browsen. U kunt telefoneren, DTMF-tonen verzenden terwijl u telefoneert en een naam en telefoonnummer van een pagina opslaan. ■ Bookmarks U kunt adressen van pagina's opslaan als bookmark in het telefoongeheugen. 1. Selecteer tijdens het browsen Opties > Bookmarks. Als de telefoon in de standby-modus staat, selecteert u Menu > Web > Bookmarks. 2.
Web Lettergrootte > Extra klein, Klein of Normaal — om de lettergrootte in te stellen. Afbeeldingen tonen > Nee — om afbeeldingen op de pagina te verbergen. Dit kan het browsen door pagina's met veel afbeeldingen versnellen. Waarschuwingen > Waarschuw. onbev. verb. > Ja — om in te stellen dat er een waarschuwingssignaal klinkt wanneer een veilige verbinding tijdens het browsen verandert in een onveilige verbinding. Waarschuwingen > Wrsch. voor onbev.
Web Scripts via een veilige verbinding U kunt aangeven of u scripts op een beveiligde pagina wilt laten uitvoeren. De telefoon ondersteunt WML-scripts. Selecteer tijdens het browsen Opties > Overige opties > Beveiliging > Instellingen WMLScript. Als de telefoon in de standby-modus staat, selecteert u Menu > Web > Instellingen > Beveiligingsinstellingen > WMLScripts via bev. verb. >. Toestaan.
Web Als u wilt instellen dat de telefoon alleen door de serviceprovider goedgekeurde dienstberichten van content-auteurs ontvangt, selecteert u Berichtfilter > Aan. Selecteer Vertrwde kanalen om de lijst met goedgekeurde content-auteurs te bekijken. Als u wilt dat de browser vanuit de standby-modus automatisch wordt geactiveerd wanneer een dienstbericht wordt ontvangen, selecteert u Automatisch verbinden > Aan.
Web Als u de instellingen van de beveiligingsmodule wilt bekijken of wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen > Beveiliging > Inst. beveiligingsmodule. Certificaten Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externe verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele bescherming.
Web Digitale handtekening U kunt gebruikmaken van digitale handtekeningen als uw SIM-kaart is voorzien van een beveiligingsmodule. Ondertekenen met een digitale handtekening is vergelijkbaar met het zetten van uw handtekening onder een factuur, overeenkomst of ander document. Selecteer een koppeling op een pagina, bijvoorbeeld de titel van het boek dat u wilt aanschaffen en de prijs van het boek. De te ondertekenen tekst (mogelijk inclusief het bedrag en de datum) wordt weergegeven.
SIM-diensten 17. SIM-diensten Mogelijk biedt uw SIM-kaart nog extra diensten. U kunt dit menu alleen openen als het wordt ondersteund door uw SIM-kaart. De naam en inhoud van het menu zijn afhankelijk van de beschikbare diensten. Opmerking: Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart (bijvoorbeeld uw netwerkoperator, serviceprovider of een andere leverancier) voor informatie over de beschikbare SIM-diensten, de tarieven en het gebruik van deze SIM-diensten.
Pc-verbinding 18. Pc-verbinding U kunt e-mails verzenden en ontvangen en verbinding maken met internet terwijl de telefoon via IR, draadloze Bluetooth-techniek of een USB-gegevenskabel is verbonden met een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen voor pcconnectiviteit en gegevenscommunicatie.
Pc-verbinding De prestaties nemen toe als u de telefoon tijdens datatransmissies met de toetsen naar beneden op een stevige ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat de telefoon tijdens een gegevensoproep niet beweegt en houd de telefoon niet in uw hand.
Informatie over de batterij 19. Informatie over de batterij ■ De batterij opladen en ontladen Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen.
Informatie over de batterij batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt. Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
Informatie over de batterij 3. Kras aan de zijkant van het label om een 20-cijferige code zichtbaar te maken, bijvoorbeeld 12345678919876543210. Draai de batterij zo dat de cijfers rechtop staan. De 20-cijferige code moet worden gelezen te beginnen bij het cijfer op de bovenste rij, gevolgd door de onderste rij. 4. Controleer of de 20-cijferige code geldig is door de instructies op www.nokia.com/batterycheck te volgen.
Verzorging en onderhoud Verzorging en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht bevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
Verzorging en onderhoud • Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren (zoals contactpersonen en agendanotities) voordat u het apparaat naar een servicepunt brengt. Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als enig apparaat niet goed werkt.
Aanvullende veiligheidsinformatie Aanvullende veiligheidsinformatie Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. ■ Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities.
Aanvullende veiligheidsinformatie Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Aanvullende veiligheidsinformatie Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn. ■ Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op.
Aanvullende veiligheidsinformatie Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie. Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Index Index A aanpassen 67, 69 aansluiting lader 20 aansluiting voor toebehoren 20 achtergrond 68, 69 actieve standby 69, 72 agenda 105 agendanotitie 105 alarmnummer kiezen 131 audioberichten 42 auteursrechtbescherming 38 B batterij 124 echtheid 125 installatie 14 beeldformaat 89 beltoets 20 beltonen 28, 68 berichten audioberichten 42 E-mail per SMS 36 flitsberichten 41 multimedia 37, 38 sjablonen 41 tekst 35 teller 66 beveiligingscode 11 beveiligingsinstellingen 83 blokkeerwachtwoord 12 blokkeren toetsen
Index gemiste oproepen 66 gesprekken beëindigen 28 gewone tekstinvoer 33 groepen 64 I in- en uitschakelen 18 indicatoren 24 informatieberichten 53 infrarood 75 Infraroodpoort 20 instellingen datum 70 klok 70 multimedia 55 tijd 70 K kabel USB 79 klokinstellingen 70 L logboek 66 luistergedeelte 20 M mappen 41 mediaspeler 89 mijn aanwezigheid 60 multimediaberichten 37 music player 90 N navigatietoets 20 netwerk 9 notities 106 nummer van berichtencentrale 35 O offlineverzoek 81 onderhoud 127 ontvangen op
Index T V taal voor tekstinvoer 32 takenlijst 106 tekst invoer met woordenboek 32 invoeren 32 normale invoer 32 tekstberichten 35 tekstinvoer met woordenboek 32 telefooninstellingen 80 thema's 68 tijdinstellingen 70 timerfunctie 107 toebehoren instellen 82 toegangscodes 11 toepassingen 109 toets Einde 20 toetsen blokkeren 25 trilsignaal 68 veiligheid 7, 129 alarmnummer kiezen 131 explosiegevaarlijke omgevingen 131 hoorapparaten 130 informatie over certificatie (SAR) 132 medische apparatuur 129 pacemaker