Gebruikershandleiding voor Nokia 6260 9231820 Versie 2 NL
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-25 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/ Copyright © 2004 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-2004. Tegic Communications, Inc. All rights reserved. Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG, Inc. Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid ..............................................................................................14 Algemene informatie ..........................................................................................18 De stickers in het pakket .........................................................................................................................18 Toegangscodes .........................................................................................................
Volumeregeling ..........................................................................................................................................34 3. Belfuncties .......................................................................................................36 Bellen ............................................................................................................................................................36 De lijst Contacten gebruiken .......................................
GPRS-gegevensteller.............................................................................................................................53 4. Tekst intoetsen ................................................................................................54 Werken met gewone tekstinvoer ..........................................................................................................54 Werken met voorspellende tekstinvoer op basis van een woordenboek ...................................
Gegevens importeren van compatibele Nokia-telefoons...............................................................74 6. Multimedia.......................................................................................................75 Camera..........................................................................................................................................................75 Een foto maken of een videoclip opnemen ........................................................................
Instellingen voor multimediaberichten............................................................................................97 Instellingen voor e-mailberichten.....................................................................................................98 Inbox - berichten ontvangen .................................................................................................................98 Multimediaobjecten bekijken .......................................................................
Berichten opnemen......................................................................................................................... 118 Berichten blokkeren ........................................................................................................................ 119 Individuele gesprekken beginnen en bekijken ............................................................................ 119 Chatcontacten .....................................................................................
Thema’s...................................................................................................................................................... 138 Instellingen............................................................................................................................................... 140 Algemene instellingen wijzigen ...................................................................................................... 140 Telefooninstellingen ...............................
Rekenmachine ......................................................................................................................................... 163 Omrekenen ............................................................................................................................................... 164 Eenheden omrekenen......................................................................................................................... 164 Een basisvaluta en wisselkoersen instellen ............
Browsen ................................................................................................................................................. 175 Toetsen en opdrachten voor gebruik bij het browsen........................................................... 176 Bookmarks opslaan ......................................................................................................................... 176 Opgeslagen pagina's weergeven ..................................................................
.Problemen oplossen .................................................................................... 196 Vragen en antwoorden.......................................................................................................................... 197 14.Informatie over de batterij......................................................................... 202 Verzorging en onderhoud ................................................................................ 205 Aanvullende veiligheidsinformatie...
Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt. GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd. TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen.
■ INFORMATIE OVER HET APPARAAT Het draadloze apparaat, zoals beschreven in deze handleiding, is goedgekeurd voor gebruik in het EGSM 900-, GSM 1800- en GSM 1900-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken. Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat, aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen. Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IPprotocollen. Sommige functies van dit apparaat vereisen netwerkondersteuning voor deze technologieën. ■ Gedeeld geheugen De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen: contacten, SMS-berichten en multimediaberichten, afbeeldingen en beltonen, de videorecorder, de RealOnePlayerTM, de agenda, taken en gedownloade toepassingen.
Algemene informatie ■ De stickers in het pakket De stickers op de garantiekaart in het pakket bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning. Het pakket bevat tevens instructies voor het gebruik van deze stickers. ■ Toegangscodes PIN-code De PIN-code (Personal Identification Number, 4 tot 8 cijfers) is een hulpmiddel om uw SIM-kaart te beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart verstrekt.
Blokkeringscode Met de blokkeringscode (5 cijfers) kunt u de telefoon en het toetsenblok vergrendelen ter voorkoming van ongeoorloofd gebruik. De fabrieksinstelling van de blokkeringscode is 12345. Voorkom ongeoorloofd gebruik van uw telefoon door de blokkeringscode te wijzigen. Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij de telefoon). De PUK- en PUK2-code De PUK-code (Personal Unblocking Key, 8 cijfers) is vereist voor het wijzigen van een geblokkeerde PIN-code.
1. Voorbereiding Opmerking: Schakel het apparaat altijd uit en zorg ervoor dat het apparaat niet met een lader of een ander apparaat is verbonden als u de cover wilt verwijderen. Raak de elektronische onderdelen niet aan terwijl u de covers verwisselt. Bevestig altijd de covers voordat u het apparaat opbergt of gebruikt. ■ Een SIM-kaart en een multimediakaart plaatsen 1.
de sleuf wilt schuiven, beweegt u de kaarthouder in de richting van de batterijsleuf. 3. Plaats de Reduced Size multimediakaart (RSMMC) in de sleuf van de houder. Daarbij moeten de afgeschuinde hoek en het goudkleurige contactgedeelte van de RS-MMC naar beneden zijn gericht. 4. Sluit de geheugenkaarthouder door de houder naar beneden te duwen totdat deze vergrendeld is. 5.
geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken. ■ De batterij opladen 1. Sluit het snoer aan op de lader. 2. Sluit het andere uiteinde van het snoer aan op de voet van de telefoon. 3. Sluit de lader aan op een stopcontact. Als de telefoon is opengeklapt, begint de batterij-indicator op de display te bewegen. Als de telefoon is dichtgeklapt, licht de LED-indicator op de cover op.
Opmerking: Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat de telefoon meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te raken wanneer u de telefoon gebruikt.
2. De telefoon ■ Mechanische modi De telefoon heeft vier verschillende mechanische modi: Gesloten, Werk, Bladeren en Beeldverwerking. U kunt van de ene naar de andere modus overschakelen door de telefoon open of dicht te klappen of door het schermgedeelte te kantelen. U moet rekening houden met een korte time-out voordat een modus wordt geactiveerd.
Modus Werk Wanneer u de telefoon openklapt, wordt de modus Werk automatisch geactiveerd, wordt de display verlicht en is het toetsenblok beschikbaar. De modus Werk wordt zelfs geactiveerd als de telefoon niet volledig is opengeklapt. De telefoon kan tot maximaal 150 graden worden opengeklapt (zie afbeelding). U moet de telefoon niet verder openklappen. U kunt een oproep beantwoorden als de telefoon dichtgeklapt is door deze open te klappen. Als u een oproep wilt beantwoorden en Tel. open. vr beantw.
Modus Beeldverwerking De modus Beeldverwerking wordt geactiveerd wanneer u het schermgedeelte vanuit de modus Werk naar links of naar rechts kantelt. Als u het scherm naar links kantelt, zijn zowel het scherm als de cameralens naar u gericht en kunt u dus foto's maken van uzelf. In de modus Beeldverwerking is het toetsenblok uitgeschakeld, behalve de toets waarmee u het menu kunt openen en de keuzetoets op de navigatietoets.
Wanneer de toetsblokkering is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Toets het alarmnummer in en druk op . ■ Toetsen en aansluitingen Aanzicht van de telefoon in opengeklapte toestand 1. Aan/uit-toets Met deze toets kunt u de telefoon aan- en uitzetten. Als u op de aan/uit-toets drukt terwijl het toetsenblok vergrendeld is, wordt de display van de telefoon ongeveer 15 seconden verlicht. 2. Oorgedeelte 3. Selectietoetsen , en .
bepaalde spelletjes speelt. Als u de navigatietoets kort indrukt, selecteert u de functie. 5. Met opent u een lijst met opdrachten voor het bewerken van tekst en het markeren van items. 6. Met wist u ingevoerde gegevens of verwijdert u een item en sluit u verschillende functies af. 7. Met kiest u een telefoonnummer en beantwoordt u een oproep. In de standby-modus geeft u hiermee een lijst met de laatst gekozen telefoonnummers weer. 8. Met 9. beëindigt u een telefoongesprek. Hiermee sluit u elke functie af.
Aanzicht van de telefoon in gesloten toestand 1. Toetsen voor volume of in- en uitzoomen Met deze toetsen kunt u het volume aanpassen van telefoonhoorn (oorgedeelte) of de luidspreker, of van de koptelefoon, als deze op de telefoon is aangesloten. Met deze toetsen kunt u ook in- en uitzoomen wanneer u de ingebouwde camera gebruikt. 2. Luidsprekers 3. Camera-/DVS-toets In de modus Beeldverwerking neemt u met behulp van deze toets een foto.
■ Symbolen in de standby-modus U hebt een of meer berichten ontvangen in de map Inbox in Berichten. U hebt een of meer voicemailberichten ontvangen. Zie "Uw voicemailbox bellen" op pagina 37. De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn verzonden. Beltoon is ingesteld op Stil, Berichtensignaaltoon op Geen en Sign. chatbericht op Geen in het actieve profiel. Het toetsenblok van de telefoon is geblokkeerd. Zie "Toetsblokkering" op pagina 26. Er is een alarm actief.
Dit symbool wordt in plaats van het antennesymbool (in de linkerbovenhoek in de standby-modus) weergegeven als er een actieve GPRS-verbinding is. - Dit symbool wordt weergegeven als de GPRSverbinding in de wachtstand is geplaatst tijdens spraakoproepen. De Bluetooth-verbinding is actief. Bij datatransmissie via de draadloze Bluetooth-verbinding wordt weergegeven. Er is een infraroodverbinding actief. ■ Menu Druk op om het hoofdmenu weer te geven.
Toepassingen sluiten • Druk herhaaldelijk op Terug of Afsluiten totdat u in de standby-modus bent teruggekeerd of selecteer Opties→ Afsluiten. Schakelen tussen toepassingen • Houd ingedrukt om over te schakelen van de ene naar de andere geopende toepassing. Er wordt een lijst weergegeven met geopende toepassingen. Ga naar een toepassing en druk op om deze te openen. ■ Acties voor alle toepassingen • Items openen om ze te bekijken - Ga naar een item en druk op selecteer Opties→ Openen.
• Als u meerdere aangrenzende items tegelijk wilt markeren, houdt u ingedrukt en gaat u met de navigatietoets omhoog of omlaag. Terwijl u omhoog of omlaag gaat, wordt naast de items in het selectiekader een vinkje geplaatst. Als u de selectie wilt beëindigen, stopt u met navigeren met de navigatietoets en laat u los. Nadat u de gewenste items hebt gemarkeerd, kunt u deze verplaatsen of verwijderen via Opties→ Verplaats naar map of Verwijderen.
tekst of geluid toe en kies Opties→ Zenden. Zie "Berichten intoetsen en verzenden" op pagina 95. • Via Bluetooth. Zie "Gegevens verzenden via de Bluetooth-technologie" op pagina 184. Op bepaalde afbeeldingen, beltonen en andere inhoud rust mogelijk copyright, wat betekent dat de desbetreffende inhoud niet mag worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. ■ Volumeregeling Volumesymbolen: - Hiermee wordt de telefoonhoornmodus aangeduid. - Hiermee wordt de luidsprekermodus aangeduid.
een toon, op de navigatiebalk wordt verandert. weergegeven en het volumesymbool Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u tijdens een gesprek de luidspreker niet activeren. WAARSCHUWING! Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Als u tijdens een telefoongesprek de luidspreker wilt uitschakelen, selecteert u Opties→ Telefoon insch. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
3. Belfuncties ■ Bellen 1. Toets in de standby-modus het netnummer en het telefoonnummer in. Druk op of om de cursor te verplaatsen. Druk op om een nummer te verwijderen. • Als u wilt bellen naar het buitenland, drukt u tweemaal op voor de internationale toegangscode (+) en toetst u vervolgens de landcode, het netnummer zonder 0 en het telefoonnummer in. 2. Druk op om het nummer te bellen. 3. Druk op of klap de telefoon dicht om het gesprek te beëindigen (of de oproep te annuleren).
2. Druk op om het nummer te bellen. Als de persoon meerdere telefoonnummers heeft, gaat u naar het gewenste nummer en drukt u op om het te kiezen. Uw voicemailbox bellen De voicemailbox (netwerkdienst) werkt als een antwoordapparaat waar bellers een bericht kunnen achterlaten als u niet bereikbaar bent. • Druk op en in de standby-modus om uw voicemailbox te bellen. • Als het nummer van uw voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op OK. Dit nummer wordt verstrekt door uw serviceprovider.
Een conferentiegesprek voeren U kunt een conferentiegesprek voeren met maximaal zes deelnemers (netwerkdienst). 1. Bel de eerste deelnemer. 2. Kies Opties→ Nieuwe oproep om de volgende deelnemer te bellen. Toets het telefoonnummer van de deelnemer in of zoek het nummer op in het geheugen en druk op OK. Het eerste gesprek wordt automatisch in de wachtstand geplaatst. 3. Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, betrekt u de eerste deelnemer bij het conferentiegesprek. Kies Opties→ Conferentie. 4.
■ Gebeld worden • Druk op • Druk op om een inkomende oproep te beantwoorden. als u het gesprek wilt beëindigen. Als u een oproep niet wilt beantwoorden, drukt u op bezettoon. . De beller hoort een Bij een inkomende oproep kunt u snel de beltoon uitschakelen door op Dempen te drukken. Opties tijdens een gesprek Veel van de opties die u tijdens een gesprek kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Informeer bij de netwerkoperator of aanbieder naar de beschikbaarheid van deze diensten.
DTMF-tonen verzenden 1. Toets de cijfers in met . Elke toetsaanslag produceert een DTMF-toon die wordt verzonden tijdens het gesprek. Druk herhaaldelijk op voor: *, p (voegt een pauze van circa twee seconden in voor of tussen DTMF-tonen) en w (zorgt ervoor dat de resterende reeks tonen pas wordt verzonden als u tijdens het gesprek weer op Zenden drukt). Druk op voor het teken #. 2. Druk op OK om de toon te verzenden.
• Selecteer een van de doorschakelopties. Zo kunt u met Indien bezet spraakoproepen doorschakelen als uw nummer bezet is of als u inkomende oproepen weigert. • Kies Opties→ Activeren om het doorschakelen te activeren, Annuleer om het doorschakelen te deactiveren, of Controleer status om na te gaan of het doorschakelen is geactiveerd of niet. • Kies Opties→ Alle doors. ann. om alle actieve doorschakelingen te annuleren. Zie "Symbolen in de standby-modus" op pagina 30.
deelnemers dienen, indien nodig, de ontvangst van elke communicatie te bevestigen, omdat er geen andere manier is om na te gaan of ontvangers de oproep hebben gehoord. Als u wilt weten of deze dienst beschikbaar is en wat de kosten hiervan zijn, neemt u contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider. De roaming-diensten zijn voor DVS-oproepen mogelijk beperkter dan voor normale oproepen. Voordat u de DVS-dienst kunt gebruiken, moet u de vereiste instellingen voor de DVS-dienst definiëren.
• Serveradres - Dit is het DVS-serveradres. • Mijn DVS-adres tonen - Selecteer Nee als u uw DVS-adres wilt verbergen voor een groep ontvangers of afzonderlijke ontvangers van uw DVS-oproep. • Gebruikersnaam - Dit is uw gebruikersnaam die u gebruikt om toegang te krijgen tot de DVS-dienst. • DVS-wachtwoord - Dit is uw wachtwoord dat u gebruikt om toegang te krijgen tot de DVS-dienst. • Beveiligingsdomein - Dit is de naam van het domein dat wordt gebruikt voor de verificatie van groepsgebruikers.
geeft aan dat de dienst tijdelijk niet beschikbaar is. De telefoon probeert automatisch opnieuw een verbinding met de dienst tot stand te brengen totdat u de verbinding met de DVS-dienst verbreekt. Als het aanmelden mislukt, wordt er een foutbericht weergegeven, zoals Kan DVS niet inschakelen. Druk op Opties en kies DVS inschakelen om een nieuwe poging te doen u aan te melden, Instellingen om de weergave met instellingen te openen of Sluit af om het foutbericht af te sluiten.
2. Druk op of . Hiermee start u de DVS-oproep meteen. OF Selecteer Opties→ Terugbelverz. verz. Hiermee verzendt u een terugbelverzoek naar de geselecteerde DVS-contactpersoon of -groep. Er klinkt een toon die aangeeft dat aan u toegang is verleend en op de telefoon worden uw bijnaam en groepsnaam weergegeven. 3. Als u een verzoek wilt indienen om te spreken, drukt u op . Het verzoek wordt verzonden. Wacht totdat de telefoon een signaal ontvangt dat het uw beurt is om te spreken.
Een DVS-oproep ontvangen Er wordt een korte toon weergegeven die u waarschuwt dat er een groepsoproep of een één-op-één-oproep binnenkomt. Druk op Akkoord om de oproep te ontvangen of op Stil om de oproep te weigeren. Wanneer u een groepsoproep ontvangt, worden de groepsnaam en de bijnaam van de beller weergegeven. Wanneer u een één-op-één-oproep ontvangt van iemand van wie u informatie hebt opgeslagen in Contacten, wordt de opgeslagen naam weergegeven, mits die persoon wordt herkend.
• Als u een terugbelverzoek wilt verzenden vanuit de lijst met contacten in het menu DVS, selecteert u Opties→ DVS-contacten en drukt u op . Ga naar de gewenste groep en druk op Opties→ Terugbelverz. verz. • Als u een terugbelverzoek wilt verzenden vanuit de lijst met terugbelverzoeken in het menu DVS, selecteert u Opties→ DVS-logboek. Selecteer Ontvangen terugbelverz. en druk op Opties→ Openen. Ga naar een contactpersoon en druk op Opties→ Terugbelverz. verz.
Een groep toevoegen 1. Druk op Opties→ DVS-contacten en vervolgens op weergave DVS-groepen. . Hiermee opent u de 2. Druk op Opties→ Groep toevoegen→ Nieuw maken. 3. Toets een Groepsnaam in en druk op OK. 4. Selecteer een niveau bij Groepsbeveiliging. 5. Toets bij Nickname in groep uw eigen bijnaam in. 6. Als u een thumbnail aan de groep wilt toevoegen, selecteert u Opties→ Voeg thumbnail toe. 7. Kies Gereed.
3. Toets het Groepsadres, de Groepsnaam en de Nickname in groep in. U kunt ook een Groepsthumbnail toevoegen. 4. Kies Gereed. Een uitnodiging ontvangen Als u een SMS-uitnodiging voor deelname aan een groep ontvangt, drukt u op Opties en kiest u een optie. • Van - Bekijk de contactinformatie van de persoon die de uitnodiging heeft verzonden. • Nickname - Bekijk de bijnaam van de persoon die de uitnodiging heeft verzonden. • Groepsnaam - Bekijk de naam van de groep als de groep geen beveiligde groep is.
Verbindingen met een externe mailbox, multimediaberichtendienst of browserpagina's worden weergegeven als gegevens- of GPRS-oproepen in het algemene logboek. Lijst met recente oproepen Ga naar Menu→ Logboek→ Recente opr. De telefoon houdt de nummers bij van geplaatste, gemiste en ontvangen oproepen. Ook de gespreksduur wordt bijgehouden.
Lijsten met recente oproepen wissen • Als u alle lijsten met recente oproepen wilt wissen, selecteert u in de beginweergave van Recente oproepen Opties→ Wis recente oproep. • Als u een van de lijsten wilt met oproepen wilt wissen, opent u de lijst in kwestie en kiest u Opties→ Lijst wissen. • Als u een afzonderlijk item wilt wissen, opent u de lijst, gaat u naar het item en drukt u op . Gespreksduur Ga naar Menu→ Logboek→ Duur oproep. Hiermee kunt u de duur van inkomende en uitgaande oproepen bekijken.
Het logboek filteren 1. Kies Opties→Filter. Er verschijnt een lijst met filters. 2. Ga naar een filter en druk op Selecteer. De inhoud van het logboek wissen • Als u de volledige inhoud van het logboek, de lijst met recente oproepen en de leveringsrapporten van berichten permanent wilt wissen, kiest u Opties→ Logboek wissen. Bevestig uw keuze met Ja.
GPRS-gegevensteller Ga naar Menu→ Logboek→ GPRS-teller. Met de GPRS-gegevensteller kunt u nagaan hoeveel gegevens er tijdens GPRSverbindingen zijn verzonden en ontvangen. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
4. Tekst intoetsen Als u tekst wilt intoetsen, zoals een bericht, kunt u dat doen op de gewone manier of met behulp van de functie voor voorspellende tekstinvoer op basis van een woordenboek. ■ Werken met gewone tekstinvoer Het symbool verschijnt rechtsboven op de display als u de gewone tekstinvoer gebruikt. • Druk op een cijfertoets ( ) totdat het gewenste teken verschijnt. Op de cijfertoetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn.
■ Werken met voorspellende tekstinvoer op basis van een woordenboek Als u werkt met voorspellende tekstinvoer op basis van een woordenboek, kunt u elke letter intoetsen door één toets in te drukken. U schakelt de functie voor voorspellende tekstinvoer in door op te drukken en Woordenboek open te kiezen. Hiermee activeert u de functie voor voorspellende tekstinvoer voor alle editors van de telefoon. Het symbool verschijnt boven in de display. 1. Toets het gewenste woord in door op de toetsen te drukken.
tekstinvoer en kies OK. Het woord wordt toegevoegd. Als het woordenboek vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord in de lijst. • Als u het ? wilt verwijderen en tekens uit het woord wilt wissen, drukt u op . ■ Tips voor het intoetsen van tekst • Druk op om over te schakelen naar de tekenmodus Abc, abc of ABC. Als u twee keer kort op drukt, wordt de voorspellende tekstinvoer uitgeschakeld.
Wanneer u een woord hebt ingevoerd terwijl de functie voor voorspellende tekstinvoer actief is, kunt u op drukken, Woordenboek selecteren en vervolgens kiezen uit: • Mogelijkheden - Hiermee geeft u een lijst met woorden weer die met uw toetsaanslagen overeenkomen. Ga naar het gewenste woord en druk op . • Woord invoegen - Hiermee kunt u een woord (maximaal 32 letters) aan het woordenboek toevoegen via gewone tekstinvoer. Als het woordenboek vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord in de lijst.
2. Als u de selectie wilt beëindigen, laat u de navigatietoets los terwijl u ingedrukt houdt. 3. Houd kopiëren. ingedrukt en kies Kopiëren om de tekst naar het klembord te U kunt ook loslaten en er vervolgens eenmaal op drukken om een lijst met opdrachten voor tekstbewerking te openen, bijvoorbeeld Kopiëren of Knippen. Druk op 4. Houd voegen. als u de geselecteerde tekst uit het document wilt verwijderen.
5. Persoonlijke gegevens ■ Contacten Ga naar Menu→ Contacten. In de map Contacten kunt u gegevens van contactpersonen, zoals namen, telefoonnummers en adressen, opslaan en beheren. U kunt hier ook een persoonlijke beltoon, spraaklabel of thumbnailafbeelding aan een contactkaart toevoegen. Daarnaast kunt u hier contactgroepen maken, zodat u een SMS-bericht of e-mailbericht aan meerdere ontvangers tegelijk kunt versturen.
3. Vul de gewenste velden in en druk op Gereed. • Als u een contact wilt bewerken, opent u de contactkaart en selecteert u Opties→ Bewerken. • Als u een contact wilt verwijderen, opent u de contactkaart en selecteert u Opties→ Verwijderen. • Als u een thumbnailafbeelding aan een contact wilt toevoegen, opent u de contactkaart, selecteert u Opties→ Bewerken en selecteert u vervolgens Opties→ Thumbnail toevoeg.
1. Druk op om een contactkaart te openen of ga naar de groepenlijst en selecteer een contactgroep. 2. Kies Opties→ Beltoon. Er verschijnt een lijst met beltonen. 3. Selecteer met de navigatietoets de beltoon die u wilt gebruiken voor de contactkaart of -groep en druk op Selecteer. • Als u de beltoon wilt verwijderen, selecteert u Standaard beltoon in de lijst met beltonen. Spraaklabels gebruiken Ga naar Menu→ Contacten.
Een spraaklabel aan een telefoonnummer toevoegen U kunt alleen spraaklabels toevoegen aan telefoonnummers die in het geheugen van de telefoon zijn opgeslagen. Zie "Contacten beheren" op pagina 59. 1. Ga in de beginweergave van Contacten naar de contactkaart waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen en druk op om de contactkaart te openen. 2. Ga naar het nummer waaraan u het spraaklabel wilt toevoegen en selecteer Opties→ Spraaklabel toev. 3. Druk op Start om een spraaklabel op te nemen. De starttoon klinkt.
• Als de telefoon het verkeerde spraaklabel afspeelt of als u een nieuwe poging wilt doen om een nummer te bellen met behulp van een spraaklabel, drukt u op Nogmaals. U kunt geen spraaklabels gebruiken tijdens een dataoproep of als er een GPRSverbinding actief is. Snelkeuzetoetsen toewijzen Via snelkeuzetoetsen kunt u snel veelgebruikte nummers bellen. U kunt aan acht telefoonnummers een snelkeuzetoets toewijzen. Nummer 1 is gereserveerd voor de voicemailbox. 1.
Gebruik de dienst Aanwezigheid (netwerkdienst) om anderen te laten weten wanneer en waar u bereikbaar bent en hoe ze het beste contact met u kunnen opnemen. U kunt een dynamisch profiel van uw contactgegevens maken en weergeven, dat zichtbaar is voor andere gebruikers van de dienst, om gegevens te delen of diensten te beheren. U kunt in dit profiel aangeven waar en wanneer u bereikbaar bent, aangeven of u wilt dat mensen u bellen of berichten sturen en laten weten waar u bent en wat u aan het doen bent.
• Bezet - U bent mogelijk bereikbaar voor mensen die u willen bellen of berichten willen sturen. U kunt deze optie bijvoorbeeld kiezen voor het profiel Vergadering. • Niet beschikbaar - U bent niet bereikbaar voor mensen die u willen bellen of berichten willen sturen. Deze optie kunt u bijvoorbeeld kiezen voor het profiel Stil. Wijzigen wie uw aanwezigheidsgegevens mogen bekijken Ga naar Opties→ Leden en selecteer: • Aanw. openb.
degenen die u toestemming hebt gegeven uw privé-gegevens te bekijken. U kunt de volgende opties selecteren: • Mijn beschikbaarh. - Selecteer Beschikbaar, Bezet of Niet beschikbaar. • Privé-bericht- Schrijf een SMS-bericht van maximaal 40 tekens om te beschrijven waar, wanneer en op welke manier u momenteel bereikbaar bent. • Mijn logo - U kunt een logo toevoegen aan uw beschikbaarheidsgegevens. Logobestanden worden opgeslagen in de Galerij. Zie "Galerij" op pagina 88.
aanwezigheidsbericht te zien krijgen. U kunt naar een lid gaan, op Opties drukken en een van de volgende opties selecteren: • Toev. aan privé-lijst - Hiermee staat u het lid toe ook uw privéaanwezigheidsbericht te bekijken. • Blokkeren - Hiermee zorgt u ervoor dat het lid uw privé-aanwezigheidsbericht niet te zien krijgt. • Toev. aan contacten - Hiermee voegt u het lid toe aan de lijst Contacten.
• Verwijderen uit lijst - Hiermee verwijdert u het lid uit de privé-lijst. Deze optie is ook beschikbaar als er items zijn gemarkeerd. Als de lijst leeg is, is deze optie niet beschikbaar. • Gegevens bekijken - Hiermee geeft u de gebruikers-ID van het lid weer. • Lijsten opnw laden - Er wordt een verbinding met de aanwezigheidsserver tot stand gebracht en de ledenlijsten worden bijgewerkt. Deze optie is alleen beschikbaar als u off line bent. Geblokkeerde leden Ga naar Opties→ Leden→ Aanw. geblokk.
Uw aanwezigheidsgegevens bijwerken Ga naar Menu→ Aanwezigh. Als de verbinding eenmaal tot stand is gebracht, doet u het volgende: 1. Toets uw gebruikers-ID en uw wachtwoord in en druk op melden. om u aan te U krijgt uw gebruikers-ID en uw wachtwoord van uw serviceprovider. 2. Kies Opties→ Aanwezigheid bijw. Deze optie is beschikbaar als u bent aangemeld bij de server en u uw aanwezigheidsgegevens hebt gewijzigd in de weergave Aanw. privé of Aanw. openb. en u deze gegevens nog niet hebt bijgewerkt. 3.
• Nieuwe ledenstatus - Hiermee geeft u aan welke aanwezigheidsgegevens nieuwe leden mogen zien. Kies Openbaar of Privé. • Synchr. met profielen - Hiermee geeft u op welke aanwezigheidskenmerken worden gewijzigd als u uw profiel wijzigt. Selecteer: • Uit - De aanwezigheidskenmerken worden niet gewijzigd, zelfs niet als u uw profiel wijzigt. • Aan - Zowel Mijn beschikbaarh. als Privé-bericht worden gewijzigd wanneer u uw profiel wijzigt. • Alleen beschikb.
Berichten met een Positieaanvraag worden vastgelegd in de lijst Ontv. aanvr. Kies Menu→ Positiebepaling→ Ontv. aanvr. om de aanvragen te bekijken. Het symbool naast een aanvraag geeft aan of de aanvraag nieuw, geweigerd of geaccepteerd is. Als u de gegevens van een aanvraag wilt bekijken, gaat u naar de aanvraag en drukt u op . Als u de Ontv. aanvr. wilt wissen, selecteert u Opties→ Lijst wissen. ■ Agenda Ga naar Menu→ Agenda.
• Locatie - Geef hier de plaats op waar de bijeenkomst plaatsvindt (optioneel). • Begintijd, Eindtijd, Begindatum en Einddatum. • Signaal - Druk op signaal. om de velden te activeren voor Tijd signaal en Dag • Herhalen - Druk op om van het item een steeds terugkerend item te maken. Dit wordt in de dagweergave aangeduid met . • Herhalen tot - Stel een einddatum in voor het terugkerende item, bijvoorbeeld de laatste datum van een wekelijke cursus die u volgt.
Agendaweergaven Opties in de verschillende agendaweergaven: Openen, Nieuw item, Weekweergave / Maandweergave, Verwijderen, Ga naar datum, Zenden, Instellingen, Help en Afsluiten. Als u in de maand-, week- of dagweergave op datum automatisch gemarkeerd. drukt, wordt de huidige Als u een agenda-item wilt maken, kunt u in een willekeurige agendaweergave op een van de cijfertoetsen ( ) drukken. Een item van het type Vergadering wordt geopend en de ingetoetste tekens worden aan het veld Onderwerp toegevoegd.
1. Druk op een van de numerieke toetsen ( ) om een te beginnen met het maken van een taak. De editor wordt geopend en de cursor knippert na de letters die u hebt ingetoetst. 2. Geef de taak op in het vak Onderwerp. Druk op te voegen. om speciale tekens toe • In het vak Uiterste datum kunt u de einddatum voor de taak opgeven. • Als u een prioriteit voor de taak wilt instellen, gaat u naar het veld Prioriteit en drukt u op . 3. Druk op Gereed om de taak op te slaan.
6. Multimedia ■ Camera Als u de Camera-toepassing wilt starten, zet u de telefoon in de mechanische modus Beeldverwerking. Als de telefoon zich in de standby-modus in de mechanische modus Werk of Bladeren bevindt, kunt u ook naar Menu→Camera gaan. U kunt foto's nemen en videoclips opnemen met de ingebouwde camera van de telefoon. De beelden worden automatisch opgeslagen in de toepassing Galerij, waar u de namen van de beelden kunt wijzigen en ze in mappen kunt ordenen. Zie "Galerij" op pagina 88.
Deze opties zijn niet beschikbaar als de telefoon zich in de mechanische modus Beeldverwerking bevindt. 1. Kantel het scherm in de mechanische modus Beeldverwerking. U kunt ook de toepassing Camera gebruiken in de mechanische modus Werk of Bladeren. 2. Druk op of en selecteer de cameramodus (Standaard, Portret, Nacht of Video). De camera bevindt zich standaard in de modus Standaard.
4. Voordat u een videoclip opneemt, moet u de modus Video selecteren. Druk kort op om met opnemen te beginnen. U kunt op elk gewenst moment kort op drukken om de opname te pauzeren. Als u de opname wilt hervatten, drukt u kort op . 5. Als u de opname wilt stoppen, houdt u enkele seconden ingedrukt. 6. Druk op als u wilt inzoomen op uw onderwerp voordat u een foto neemt of terwijl u een videoclip opneemt. Druk op om uit te zoomen. Het zoomsymbool op de display geeft het zoomniveau aan.
• Video - In deze modus neemt de camera een videoclip op. De daadwerkelijke pixelgrootte van de foto hangt af van de geselecteerde cameramodus en van de mechanische modus van de telefoon. Zie "Mechanische modi" op pagina 24. • Foto's die worden gemaakt in de modus Standaard of Nacht, worden opgeslagen als beelden met een grootte van 480 x 360 pixels in de mechanische modi Werk en Beeldverwerking en als beelden met een grootte van 640 x 480 pixels in de mechanische modus Bladeren.
• Geluid - Aan en Uit. Wanneer het videogeluid aan is, is de maximale opnametijd korter dan wanneer het geluid is uitgeschakeld. Deze optie is alleen beschikbaar in de modus Video. • Standaardvideonaam - Standaard krijgen videoclips een naam met de notatie ‘Video.3gp’. Via Standaardvideonaam kunt u een naam instellen voor de opgeslagen videoclips. • Gebruikt geheugen - Geef hier op of u uw foto's en videoclips in het geheugen van de telefoon of op de geheugenkaart (indien aanwezig) wilt opslaan.
Opties tijdens het bekijken van een afbeelding: Zenden, Inst. als achtergr., Roteren, Inzoomen, Uitzoomen, Volledig scherm, Verwijderen, Naam wijzigen, Gegevens bekijken, Toev. aan Favoriet., Help en Afsluiten. Kies een afbeelding uit de lijst met afbeeldingen in de map Afbeeldingen in de Galerij om de imageviewer te starten en de afbeelding te bekijken. Als u tijdens het bekijken van een afbeelding op volgende of vorige afbeelding in de huidige map.
Tijdens het inzoomen op een afbeelding kunt u met de navigatietoets de focus naar links, rechts, boven of beneden verplaatsen. Zo kunt u een gedeelte van de afbeelding nader bekijken, bijvoorbeeld de rechterbovenhoek. Sneltoetsen tijdens het in- en uitzoomen • 90 graden draaien: - tegen de klok in, De draaistand wordt niet permanent opgeslagen. • • - met de klok mee. - inzoomen, - uitzoomen, ingedrukt houden om terug te keren naar de normale weergave.
In dit geval kan de bewerking mislukken en wordt het bestand gedeeltelijk afgespeeld of wordt een foutbericht weergegeven. RealPlayer maakt gebruik van gedeeld geheugen. Zie "Gedeeld geheugen" op pagina 17. Opties in RealPlayer wanneer er een clip is geselecteerd: Spelen, Doorgaan, Stoppen, Geluid uit, Geluid aan, Gegevens clip, Zenden, Instellingen, Help, en Afsluiten.
Als u een live streaming media wilt afspelen, moet u eerst een standaardtoegangspunt configureren. Zie "Toegangspunten" op pagina 144. Bij veel serviceproviders moet u een Internet-toegangspunt gebruiken als standaardtoegangspunt. Bij andere serviceproviders kunt u een WAPtoegangspunt gebruiken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Opmerking: In RealPlayer kunt u alleen een rtsp:// URL-adres openen.
De instellingen wijzigen Ga naar Opties→ Instellingen→ Video of Verbinding. Druk op of om te schakelen tussen de tabbladen met de instellingen voor Video en Verbinding. Selecteer Video om de volgende instellingen te wijzigen: • Contrast - Hiermee opent u de weergave waarin u het contrast met een schuifregelaar kunt wijzigen. • Herhalen - Kies Aan als u wilt dat het video- of audiobestand nadat het is afgespeeld automatisch opnieuw wordt afgespeeld.
Terwijl u luistert naar de radio kunt kunt u bellen en gebeld worden. Het geluid van de radio wordt uitgeschakeld op het moment dat u belt. Als u het telefoongesprek hebt beëindigd, wordt de radio automatisch weer aangezet. Het verzenden of ontvangen van gegevens via een (E)GPRS- of HSCSD-verbinding kan leiden tot storing in de radio-ontvangst. De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk van het bereik van een radiostation in een bepaald gebied. 1.
Een radiokanaal zoeken en opslaan U start het zoeken naar kanalen door of ingedrukt te houden terwijl de radio aan is. Het zoeken stopt wanneer er een kanaal is gevonden. Als u het kanaal wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteert u Kanaal opslaan. Selecteer een locatie voor het kanaal met de knoppen en en druk op Selecteer. Toets de naam in van het kanaal en druk op OK. De radio gebruiken Druk terwijl de radio aan is, op Opties en selecteer: • Kanalen - Hiermee opent u de lijst met kanalen.
• Handmatig zoeken - Selecteer deze optie als u handmatig een kanaal (frequentie) wilt instellen. Druk kort op of om 0,05 MHz omhoog of omlaag te gaan of houd de toetsen ingedrukt om snel omhoog of omlaag te gaan bij het zoeken naar een kanaal. Als u het kanaal wilt opslaan, drukt u op OK en kijkt u bij Kanaal opslaan hierna. Als u de frequentie kent van het radiokanaal waarnaar u wilt luisteren (tussen 87,5 MHz en 108,0 MHz), toetst u deze frequentie in en drukt u op OK.
• Luidspr. uitsch. - Hiermee kunt u luisteren naar de radio via de hoofdtelefoon. • Kanalen auto. opsl. - Hiermee slaat u alle beschikbare stations op in de lijst met kanalen. Bedenk wel dat u hierdoor stations vervangt die u al had opgeslagen. Het zoeken naar kanalen begint bij de laagste frequentie (87,5 MHz) en het opslaan van de gevonden kanalen begint bij positie 1, zelfs als er al opgeslagen kanalen in de lijst aanwezig zijn.
Als u de Galerij opent, wordt er een lijst met mappen in het telefoongeheugen weergegeven. Druk op om de mappen van de eventuele geheugenkaart weer te geven. Selecteer de map Afbeeldingen, Geluidsfragn of Videoclips (of een andere map die u hebt gemaakt) en druk op om de map te openen.
Bestanden openen Selecteer een bestand en druk op bijbehorende toepassing geopend: om het te openen. Elk bestand wordt in de • Afbeeldingen worden geopend in de imageviewer. Zie "Afbeeldingen bekijken" op pagina 79. • Geluidsfragmenten worden geopend en afgespeeld in RealPlayer. Zie "RealPlayerTM" op pagina 81. • Videoclips, RAM-bestanden en koppelingen naar streaming media worden geopend en afgespeeld in RealPlayer. Zie "RealPlayerTM" op pagina 81.
Map voor achtergronden Gebruik deze map om afbeeldingen op te slaan die u wilt gebruiken als achtergrondafbeelding voor multimediaberichten. • Selecteer de map Afbeeldingen→ Achtergronden. Map voor aanwezigheidslogo's Gebruik deze map om logo's voor Aanwezigheid op te slaan. Zie "Aanwezigheid" op pagina 63. • Selecteer de map Afbeeldingen→ Aanwez.logo's. Bestanden downloaden Ga naar Opties→ Gallerijdownloads. Kies Grafische downloads, Videodownloads of Beltonendownloads.
Afbeeldingen uploaden naar een afbeeldingenserver Ga naar Opties→ Afbn.uploader. U kunt uw foto's naar een afbeeldingenserver verzenden, om de foto's on line met anderen te delen (netwerkdienst). Voordat u afbeeldingen kunt uploaden, moet u de instellingen voor de afbeeldingenserver invoeren. Deze instellingen kunt u krijgen bij uw serviceprovider. De afbeeldingenserver instellen 1. Kies Instellingen→ Afbeeldingenservers en druk op elk veld in. Zie "Toegangspunten" op pagina 144. 2. Druk op .
7. Berichten Ga naar Menu→ Berichten In de weergave Berichten kunt u de volgende items maken, versturen, ontvangen, bekijken, bewerken en ordenen: SMS-berichten, multimediaberichten, e-mailberichten, presentaties, documenten, smart-berichten en speciale SMSberichten die gegevens bevatten. Ook kunt u berichten en gegevens ontvangen via een infrarood- of Bluetooth-verbinding, dienstberichten en infodienstberichten ontvangen, en dienstopdrachten verzenden.
maximum voor één bericht. U kunt het verzenden annuleren door op Annuleer te drukken of u kunt het bericht in de inbox opslaan. Opties in de beginweergave van Berichten: Bericht maken, Verbinden (beschikbaar als u instellingen voor de mailbox hebt gedefinieerd) of Verbind. verbreken (beschikbaar als er een actieve verbinding met de mailbox is), SIMberichten, Infodienst, Dienstopdracht, Instellingen, Help en Afsluiten.
Outbox - Dit is de tijdelijke opslagplaats voor voltooide berichten die nog niet zijn verzonden. Rapporten (netwerkdienst) - U kunt bij het netwerk een leveringsrapport aanvragen voor SMS-berichten, smart-berichten en multimediaberichten die u hebt verzonden. Als u leveringsrapporten wilt ontvangen, kiest u Opties→ Instellingen→ SMS of Multimediabericht. Ga vervolgens naar Rapport ontvangen en selecteer Ja.
Een beeldbericht is samengesteld uit meerdere SMS-berichten. Daarom kan de verzending van een beeldbericht meer kosten dan de verzending van één SMS-bericht. • Maken:→ Multimediabericht als u een multimediabericht (MMS) wilt verzenden. Op bepaalde afbeeldingen, beltonen en andere inhoud rust mogelijk copyright, wat betekent dat de desbetreffende inhoud niet mag worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. • Maken:→ E-mail als u een e-mailbericht wilt verzenden.
toegevoegd, verschijnt het symbool op de navigatiebalk. Als u Nieuw invoegen→ Geluidsclip kiest, wordt de toepassing Opname-eenheid geopend en kunt u een nieuw geluidsfragment opnemen. Het geluidsfragment wordt automatisch opgeslagen en een kopie ervan wordt in het bericht ingevoegd. 5. Kies Opties→ Zenden of druk op om het bericht te verzenden. Opmerking: De functie voor beeldberichten kan alleen worden gebruikt als uw netwerkoperator of serviceprovider hiervoor ondersteuning biedt.
Instellingen voor e-mailberichten Voordat u e-mailberichten kunt verzenden, ontvangen, ophalen, beantwoorden en doorsturen naar een ander e-mailadres, moet u het volgende doen: • Configureer een Internet-toegangspunt. Zie "Verbindingsinstellingen" op pagina 144. • Definieer de juiste e-mailinstellingen. Zie "E-mailberichten" op pagina 110. Volg de instructies op van de serviceprovider die uw remote mailbox en Internetverbinding beheert. ■ Inbox - berichten ontvangen Ga naar Menu→ Berichten→ Inbox.
verwijst naar gegevens die via een Bluetooth-verbinding zijn binnengekomen. verwijst naar onbekende berichttypen. Multimediaobjecten bekijken Opties in de weergave Objecten: Openen, Opslaan, Zenden, Bellen en Afsluiten. Als u de mediaobjecten in een multimediabericht wilt bekijken, opent u het bericht en kiest u Opties→ Objecten. In de weergave Objecten kunt u bestanden bekijken die aan het multimediabericht zijn toegevoegd.
• Visitekaartje - Als u de contactgegevens wilt opslaan, kiest u Opties→ Visitekaartje opsl. • Beltoon - Als u de beltoon in de toepassing Galerij wilt opslaan, kiest u Opties→ Opslaan. • Operatorlogo - Als u het logo wilt opslaan, kiest u Opties→ Opslaan. In de standby-modus wordt nu het operatorlogo weergegeven in plaats van het eigen kenmerk van de netwerkoperator. • Agenda-item - Als u de uitnodiging in de Agenda wilt opslaan, selecteert u Opties→ Opslaan in Agenda.
afstand, e-mailinstellingen, inlogscriptinstellingen voor toegangspunten of toegangspuntinstellingen voor browsers, multimediaberichten of e-mail. Kies Opties→ Opsl. in SMS-instell., Opslaan in Voicemail, Opsl. in Instellingen of Opsl. in e-mailinst. om de instellingen op te slaan. Dienstberichten ontvangen Dienstberichten (netwerkdienst) zijn meldingen van bijvoorbeeld nieuwsberichten en kunnen een tekstbericht of een adres van een browserdienst bevatten.
Als u naar de mailbox gaat en op drukt, verschijnt de vraag Verbinden met mailbox?. Kies Ja om verbinding te maken met uw mailbox of Nee om eerder opgehaalde e-mailberichten off line te bekijken. U kunt ook verbinding te maken door Opties→ Verbinden te kiezen. Als u Nieuw bericht→ Maken:→ E-mail of Mailbox kiest in de beginweergave van Berichten en u nog geen e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd dat alsnog te doen. Zie "Instellingen voor e-mailberichten" op pagina 98.
• Alle - Hiermee haalt u alle berichten op uit de mailbox. Kies Annuleer om het ophalen af te breken. 2. Als u de e-mailberichten hebt opgehaald, kunt u deze on line blijven bekijken. Kies Opties→ Verbind. verbreken om de verbinding te verbreken en de e-mailberichten off line te bekijken. 3. Als u een e-mailbericht wilt openen, gaat u naar het gewenste bericht en drukt u op .
E-mailberichten verwijderen • E-mailberichten van de telefoon verwijderen zonder deze uit de remote mailbox te verwijderen: Kies Opties→ Verwijderen→ Alleen telefoon. Op de telefoon worden dezelfde e-mailberichtkoppen weergegeven als in de remote mailbox. De berichtkop blijft dus zichtbaar op uw telefoon nadat u de berichtinhoud hebt gewist.
De status van de berichten in de Outbox: • Bezig met verzenden - Er wordt verbinding gemaakt en het bericht wordt verzonden. • Wacht/In wachtrij - Als er bijvoorbeeld twee berichten van hetzelfde type in de Outbox binnenkomen, wordt het tweede bericht in de wachtrij geplaatst, terwijl het eerste bericht wordt verzonden. • Opnieuw zenden om (tijdstip) - Het verzenden is mislukt. Na een timeoutperiode wordt opnieuw geprobeerd het bericht te verzenden. Kies Zenden om het direct opnieuw te proberen.
■ Infodienst Ga naar Menu→ Berichten→ Opties→ Infodienst. U kunt van uw serviceprovider berichten ontvangen over verschillende nieuwsitems, zoals het weer of het verkeer (netwerkdienst). Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbare nieuwsitems en de bijbehorende nummers. In de beginweergave ziet u het volgende: • U ziet de status van het nieuwsitem: voor nieuwe berichten waarop u bent geabonneerd en voor nieuwe berichten waarop u niet bent geabonneerd.
■ Berichtinstellingen Ga naar Menu→ Berichten→ Opties→ Instellingen. SMS-berichten Ga naar SMS. De volgende lijst met instellingen wordt weergegeven: • Berichtencentrales - Hiermee geeft u een lijst van alle gedefinieerde berichtencentrales weer. Opties bij het bewerken van instellingen voor berichtencentrales: Nwe berichtencentr., Bewerken, Verwijderen, Help en Afsluiten. • Ber.centrale in gebr.
• Ber. verzonden als - De opties zijn: Tekst, Fax, Semafoonbericht en E-mail. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie. • Voorkeursverbinding - U kunt SMS-berichten versturen via het normale GSMnetwerk of via GPRS, als dit door het netwerk wordt ondersteund. • Ant. via zelfde centr. (netwerkdienst) - Als deze optie op Ja is ingesteld en de ontvanger uw bericht beantwoordt, wordt het antwoord verstuurd via hetzelfde nummer van de SMS-berichtencentrale.
• Altijd aan - U ontvangt altijd multimediaberichten. • Uit - U ontvangt helemaal geen multimediaberichten of advertenties. • Bij ontvangst bericht - Kies: • Meteen ophalen - De telefoon probeert meteen multimediaberichten op te halen. Als er berichten zijn met de status Uitgesteld, worden ook die opgehaald. • Ophalen uitstellen - Het bericht wordt in de multimediaberichtencentrale opgeslagen, zodat u het later kunt ophalen. Als u het bericht wilt ophalen, stelt u Bij ontvangst bericht in op Meteen ophalen.
• Grootte afbeelding - Definieer de grootte van de afbeelding in een multimediabericht. Beschikbare opties zijn: Klein (maximaal 160 x 120 pixels) en Groot (maximaal 640 x 480 pixels). De standaardinstelling voor de multimediaberichtendienst is meestal ingeschakeld. De manier waarop een multimediabericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het ontvangende apparaat. E-mailberichten Ga naar E-mail. Open Mailbox in gebruik om de mailbox te selecteren die u wilt gebruiken.
• Mijn e-mailadres (Te definiëren) - Geef hier het e-mailadres op dat u van uw serviceprovider hebt gekregen. Het adres moet het teken @ bevatten. Antwoorden op uw e-mailberichten worden naar dit adres verzonden. • Server uitgaande mail: (Te definiëren) - Geef hier het IP-adres of de hostnaam op van de computer die uw e-mail verzendt. • Bericht zenden (netwerkdienst) - Bepaal hoe e-mail vanaf uw telefoon wordt verzonden.
• Mailboxtype: - Hier geeft u het e-mailprotocol op dat door de serviceprovider die uw remote mailbox beheert, wordt aanbevolen. U kunt kiezen uit POP3 en IMAP4. U kunt deze optie slechts één keer instellen. De instelling kan niet worden gewijzigd als u de mailboxinstellingen hebt opgeslagen of hebt afgesloten. • Beveiliging - Deze optie wordt gebruikt met de protocollen POP3, IMAP4 en SMTP om de verbinding met de remote mailbox te beveiligen. • APOP beveil.
Infodienst Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid van Infodienst (netwerkdienst), de beschikbare nieuwsitems en de bijbehorende nummers. Ga naar Infodienst als u de volgende instellingen wilt wijzigen: • Ontvangst - Deze optie kunt u op Aan of Uit instellen. • Taal - Als u Alle kiest, kunt u infodienstberichten in alle talen ontvangen. Als u Geselecteerd kiest, kunt u bepalen in welke talen u infodienstberichten wilt ontvangen. Als de gewenste taal niet in de lijst staat, kiest u Overige.
■ Chatten Ga naar Menu→ Chatten. Opties in de beginweergave van Chatten: Openen, Aanmelden, Afmelden, Instellingen, Help en Afsluiten. In de weergave Chatten (netwerkdienst) kunt u met andere mensen communiceren via chatberichten en deelnemen aan discussieforums (chatgroepen) over bepaalde onderwerpen. Als u zich hebt geregistreerd bij een chatdienst, kunt u zich aanmelden bij de chatserver van de serviceprovider.
2. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, toetst u uw gebruikers-ID en wachtwoord in en drukt u op of drukt u op Annuleer als u off line wilt blijven. Als u off line bent, is de telefoon niet verbonden met de chatserver en kunt u geen berichten verzenden of ontvangen. Als u zich later wilt aanmelden, kiest u Opties→ Aanmelden. U krijgt uw gebruikers-ID en uw wachtwoord van uw serviceprovider. Als u zich wilt afmelden, kiest u Opties→ Afmelden.
Aan een chatgroep deelnemen en een chatgroep verlaten Ga naar Menu→ Chatten→ Chatgroepen. U ziet een lijst met chatgroepen die u hebt opgeslagen of waarbij u bent aangemeld. Het symbool naast een groep geeft het type van de groep aan: • • • • - Dit is een groep die u hebt gemaakt en waarbij u bent aangemeld. - Dit is een groep die u hebt gemaakt, maar waarbij u niet bent aangemeld. - Dit is een groep die u hebt opgeslagen en waarbij u bent aangemeld.
bekijken en om na te gaan of het verzenden van privéberichten in de groep is toegestaan, en kies Instellingen chatgroep om de instellingen van de chatgroep weer te geven en te bewerken. Zie "Instellingen van chatgroepen bewerken" op pagina 122. Als u een chatgroep wilt verlaten, doet u het volgende: kies Opties→ Chatgroep verlaten. Zoeken naar chatgroepen en gebruikers Ga naar Chatgroepen→ Opties→ Zoeken→ Groepen of Gebruikers.
Als u eenmaal bent aangemeld bij een chatgroep, kunt u de berichten bekijken die in de groep worden uitgewisseld en zelf berichten verzenden. Opties tijdens het chatten: Verzenden, Privéber. verz., Beantwoorden, Uitnod. verzenden, Chatgroep verlaten, Groep opslaan, Gesprek opnemen/Opname stoppen, Help en Afsluiten. • Als u een bericht wilt verzenden, toets u het bericht in en drukt u op .
Berichten blokkeren Als u van bepaalde chatgebruikers geen berichten wilt ontvangen, kiest u Opties→ Blokkeeropties en kiest u: • Toev. aan blok.lijst - Hiermee blokkeert u berichten van de geselecteerde gebruiker. • ID handm. toevoegen - Toets de ID van de gebruiker in en druk op . • Blokklst bekijken - Er wordt een lijst weergegeven met gebruikers van wie berichten zijn geblokkeerd. • Vrijgeven - Selecteer de gebruiker die u uit de lijst met geblokkeerde gebruikers wilt verwijderen en druk op .
• Gebr-ID invoeren - Toets de gebruikers-ID in en druk op . De gebruikers-ID wordt door de serviceprovider verstrekt aan degenen die zich bij de dienst registreren. Als u een gesprek dat u voert wilt bekijken, gaat u naar de gebruiker en drukt u op . Toets een bericht in en druk op als u het gesprek wilt voortzetten. Als u naar de lijst met gesprekken wilt terugkeren zonder het gesprek af te sluiten, drukt u op Terug. Als u het gesprek wilt beëindigen, kiest u Opties→ Gesprek beëindigen.
Hiermee geeft u een lijst met de opgeslagen chatcontacten weer. wordt naast contacten weergegeven die momenteel on line zijn en geeft aan dat contacten off line zijn. Kies Opties→ Nieuw chatcontact om een nieuw contact te maken. Vul de velden Naam en Gebruikers-ID in en druk op Gereed. U kunt naar een contact gaan en op drukken om de gegevens van een contact te bekijken. Druk op Opties en kies: • Bewerken - Hiermee kunt u de gegevens van het contact bewerken.
• Groepsgrootte - Geef hier het maximum aantal deelnemers op dat zich bij de groep mag aanmelden. • Zoeken toestaan - Bepaal of anderen de chatgroep kunnen vinden door ernaar te zoeken. • Bewerkingsrechten - Ga naar de leden van de chatgroep die u bewerkingsrechten wilt geven en toestemming wilt geven om contacten uit te nodigen zich bij de groep aan te melden. • Groepsleden - Zie "Toegang tot een chatgroep beperken" op pagina 122. • Uitgesl. - Hiermee geeft u een lijst met uitgesloten gebruikers weer.
• Als u een gebruiker aan de lijst wilt toevoegen, kiest u Toevoeg. en Chatcontact of Gebr-ID invoeren. • Als u een gebruiker uit de lijst wilt verwijderen, gaat u naar de gebruiker en kiest u Verwijderen. • Als u de lijst wilt wissen en alle chatgebruikers toestemming wilt geven om weer aan de groep deel te nemen, kiest u Allen verwijderen. Chat- en aanwezigheidsservers Ga naar Opties→ Instellingen→ Serverinstell.
8. Allerlei ■ Toepassingen Ga naar Menu→ Beheer. U kunt nieuwe toepassingen die compatibel zijn met het besturingssysteem Symbian (SIS-bestanden) en JavaTM-toepassingen op uw telefoon installeren (Java MIDlets en MIDlet-suites). U kunt ook toepassingen bijwerken of verwijderen van de telefoon en de installatiegeschiedenis bekijken. Uw telefoon ondersteunt J2METMJava-toepassingen. Download geen PersonalJavaTM-toepassingen op uw telefoon, want deze kunnen niet worden geïnstalleerd.
U kunt alleen toepassingen voor het besturingssysteem Symbian gebruiken met de extensie .SIS. Een toepassing downloaden Uw telefoon ondersteunt J2METM Java-toepassingen. Controleer of een toepassing compatibel is met uw telefoon voordat u de toepassing download. U kunt nieuwe Java-toepassingen op verschillende manieren downloaden: • Ga naar Menu→ Beheer→ Toep.downloads. Er wordt een lijst met beschikbare bookmarks weergegeven.
Als u een toepassing download, wordt de toepassing mogelijk in het menu Spelletjes opgeslagen in plaats van in het menu Web. Een toepassing installeren U kunt programma’s installeren die speciaal voor deze telefoon zijn geschreven of die geschikt zijn voor het besturingssysteem Symbian. Als u een toepassing installeert die niet specifiek voor deze telefoon is bedoeld, kan het gebeuren dat de toepassing er anders uitziet en anders werkt dan oorspronkelijk was bedoeld.
Als u een toepassing installeert met een update of fix voor een bestaand programma, kunt u het oorspronkelijke programma alleen herstellen als u over de oorspronkelijke toepassing of een volledige back-up van de verwijderde toepassing beschikt. Als u het oorspronkelijke programma wilt herstellen, verwijdert u eerst het bijgewerkte of gerepareerde programma en installeert u dit opnieuw op basis van het oorspronkelijke programma of de back-up.
Java-instellingen • Als u het standaardtoegangspunt wilt wijzigen dat door een Java-toepassing wordt gebruikt om extra gegevens te downloaden, kiest u Opties→ Instellingen→ Toegangspunt. Zie "Toegangspunten" op pagina 144. • Als u de beveiligingsinstellingen wilt wijzigen die bepalen welke acties door een Java-toepassing mogen worden uitgevoerd, kiest u Opties→ Instellingen. Niet voor alle Java-toepassingen kunnen de beveiligingsinstellingen worden gewijzigd. Een toepassing starten 1.
Overige beschikbare opties voor een toepassing of een toepassingenset • Verwijderen - Verwijder de toepassing of toepassingenset van de telefoon. • Toepassingstoegang - Voorkom dat de toepassing toegang tot het netwerk krijgt. Selecteer Eerst vragen als voor toegang tot het netwerk eerst om toestemming moet worden gevraagd, Altijd toegestaan om toegang tot het netwerk altijd toe te staan of Niet toegestaan om toegang tot het netwerk niet toe te staan.
Een toepassing verwijderen 1. Als u een toepassing wilt verwijderen, selecteert u deze en kiest u Opties→ Verwijderen. 2. Druk op Ja om te bevestigen dat u de toepassing wilt verwijderen. Als u een toepassing verwijdert, kunt u die alleen opnieuw installeren als u beschikt over het oorspronkelijke programma of een volledige back-up van het verwijderde programma. Als u een toepassing verwijdert, kan het zijn dat u documenten die u daarmee hebt gemaakt, niet meer kunt openen.
U kunt bladeren in mappen, mappen openen en aanmaken en items markeren, kopiëren en verplaatsen naar mappen. Zie "Acties voor alle toepassingen" op pagina 32. Op bepaalde afbeeldingen, beltonen en andere inhoud rust mogelijk copyright, wat betekent dat de desbetreffende inhoud niet mag worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. Bestanden via een infraroodverbinding ontvangen Ga naar Opties→ Ontv. via infrarood.
In de weergave Geheugen kunt u zien hoeveel geheugen er wordt gebruikt voor de verschillende soorten gegevens: Kalender, Contacten, Documenten, Berichten, Afbeeldingen, Geluidsbest., Videoclips, Toepass., Geh. in gebr. en Vrij geheug. Als nog maar weinig vrij telefoongeheugen over is, kunt u bestanden verwijderen of naar de geheugenkaart verplaatsen. Zie "Problemen oplossen" op pagina 196. ■ Spraakopdrachten Ga naar Menu→ Instrum.→ Spraakop..
• U moet het spraaklabel exact zo uitspreken zoals u dit hebt opgenomen. • Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de spraaklabels op en gebruik ze in een rustige omgeving. • Erg korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange namen en vermijd het gebruik van namen die erg op elkaar lijken voor verschillende nummers. Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval.
4. Na de opname wordt de opgenomen spraakopdracht afgespeeld en verschijnt de tekst Spraakopdr. wordt afgesp. Als u de opname niet wilt opslaan, drukt u op Stoppen. 5. Wanneer u de spraakopdracht opslaat, verschijnt de tekst Spraak- opdracht opgeslagen en hoort u een pieptoon. Naast de toepassing verschijnt het symbool . Een toepassing starten via een spraakopdracht 1. Houd ingedrukt in de standby-modus. U hoort een korte toon en de tekst Nu spreken a.u.b. verschijnt. 2.
■ Configuratieassistent Ga naar Menu→Instrum.→App.beheer. Via de optie Configuratieassistent kunnen derden, zoals bijvoorbeeld uw serviceprovider, u rechtstreeks helpen met de telefooninstellingen. Om dit mogelijk te maken moet er een verbinding worden gemaakt tussen uw telefoon en een externe server. U kunt de synchronisatiesessie vanaf uw telefoon starten en u kunt de synchronisatiepogingen van de server accepteren of weigeren.
• Toegangspunt - Dit is het Internet-toegangspunt dat door de telefoon wordt gebruikt om verbinding te maken met de server. Selecteer een toegangspunt in de lijst met gedefinieerde toegangspunten in uw telefoon. • Hostadres - Dit is de URL van de server van de configuratieassistent. • Poort - Dit is de poort voor de server van de configuratieassistent. • Gebruikersnaam - Dit is uw gebruikersnaam voor dit profiel. • Wachtwoord - Dit is uw wachtwoord voor dit profiel. • Config.
9. De telefoon aanpassen ■ Profielen Ga naar Menu→ Profielen. Opties in de beginweergave van Profielen zijn: Activeren, Aanpassen, Nieuw maken, Profiel verwijderen, Help en Afsluiten. In Profielen kunt u beltonen instellen voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen en groepen bellers. Het geselecteerde profiel verschijnt boven aan de display in de standby-modus. Als u het profiel Algemeen gebruikt, wordt alleen de huidige datum weergegeven.
• Beltoontype - Als u Oplopend kiest, wordt het volume van de beltoon geleidelijk verhoogd tot het ingestelde niveau. • Belvolume - Hiermee stelt u het volume van het oproepsignaal en de beltoon voor berichten in. • Berichtensignaaltoon - Hiermee stelt u de beltoon voor berichten in. • Sign. chat-bericht - Hiermee stelt u de beltoon voor chat-berichten in. • Trilsignaal - Hiermee stelt u de telefoon in op trillen bij inkomende spraakoproepen en berichten.
achtergrondafbeelding in Favorieten. Ook kunt u een thema bewerken en aan uw eigen voorkeuren aanpassen. Wanneer u Thema's opent, verschijnt er een lijst met de beschikbare thema’s. Het actieve thema wordt aangeduid met een vinkje. Druk op om de thema’s op de eventuele geheugenkaart weer te geven. Als u een thema wilt bekijken, gaat u naar het thema en en kiest u Opties→ Bekijken. Druk op om het thema toe te passen.
• Afb. in Favorieten - Hiermee selecteert u een afbeelding uit een van de beschikbare thema’s of uit de Galerij die als achtergrondafbeelding in de standby-modus wordt gebruikt. 2. Ga naar het element dat u wilt bewerken en kies Opties→ Wijzigen. 3. Kies Opties→ Instellen om de huidige instelling te selecteren. Als u het geselecteerde element wilt bekijken, selecteert u Opties→ Bekijken. U kunt niet alle elementen bekijken.
Telefooninstellingen Ga naar Telefoon. Algemeen • Displaytaal - U kunt de taal van de displayteksten op de telefoon wijzigen. Deze instelling is van invloed op de notatie van de datum en tijd en de scheidingstekens, bijvoorbeeld in berekeningen. Als u Automatisch selecteert, wordt de taal gebruikt die op de SIM-kaart wordt aangegeven. Wanneer u de displaytaal wijzigt, moet u de telefoon opnieuw starten.
• Welkomstnotitie/logo - Telkens als u de telefoon aanzet, wordt de welkomstnotitie of het logo kort weergegeven. Selecteer Standaard als u de standaardafbeelding of -animatie wilt gebruiken. Selecteer Tekst als u een eigen welkomstbericht wilt maken (maximaal 50 letters). Selecteer Afbeelding als u een foto of afbeelding uit de toepassing Galerij wilt selecteren. • Fabrieksinstellingen - Hiermee kunt u voor bepaalde instellingen de oorspronkelijke waarden herstellen.
Oproepinstellingen Ga naar Bellen. Identificatie verz. (netwerkdienst) • Hiermee bepaalt u of uw eigen telefoonnummer wordt weergegeven (Ja) of niet wordt weergegeven (Nee) op het telefoontoestel van degene die u belt. Deze optie kan ook zijn ingesteld door uw netwerkoperator of serviceprovider. Oproep in wachtrij (netwerkdienst) • U wordt gewaarschuwd als er een oproep wordt ontvangen terwijl u aan het bellen bent.
Aannem. willek. toets • Selecteer Aan als u inkomende oproepen wilt kunnen beantwoorden door op een willekeurige toets te drukken, behalve , en . Tel. open. vr beantw. • Als u Ja selecteert, wordt een inkomende oproep automatisch beantwoord wanneer u de telefoon openklapt. Lijn in gebruik (netwerkdienst) • Deze instelling wordt alleen weergegeven als de SIM-kaart twee telefoonlijnen (twee abonneenummers) ondersteunt.
gebruikt om een WAP-verbinding te maken, moet u voor assistentie contact opnemen met uw serviceprovider als u voor het eerst een verbinding maakt. Bij veel serviceproviders moet u een Internet-toegangspunt gebruiken als standaardtoegangspunt. Bij andere netwerkoperatoren kunt u een WAPtoegangspunt gebruiken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
• Gebruikersnaam - Bij sommige serviceproviders moet u een gebruikersnaam opgeven. Deze naam kan nodig zijn bij het maken van een dataverbinding en wordt doorgaans door de serviceprovider verstrekt. De gebruikersnaam is vaak hoofdlettergevoelig. • Vraag om wachtw. - Als u bij aanmelding op de server telkens een nieuw wachtwoord moet typen of als u het wachtwoord niet op de telefoon wilt opslaan, kiest u Ja.
informatie. Via ISDN kunt u sneller verbindingen tot stand brengen dan via analoge lijnen. • Max. snelheid gegev. (alleen voor dataoproepen) - De opties zijn: Automatisch, 9600, 14400, 19200, 28800, 38400 of 43200, afhankelijk van de gekozen optie bij Data-oproep. Met deze optie kunt u de maximale verbindingssnelheid voor GSM-data beperken. Bij hogere gegevenssnelheden kunnen andere tarieven gelden, afhankelijk van de Internet-provider. De genoemde verbindingssnelheden zijn de maximaal haalbare snelheden.
Voor de terugbeloproep moeten dezelfde instellingen worden gebruikt als voor het terugbelverzoek. Het netwerk moet dit type oproep in beide richtingen ondersteunen, zowel naar als van de telefoon. • Terugbellen - De beschikbare opties zijn: Gebruik servernr./Gebruik ander nr. Informeer bij uw serviceprovider naar de instellingen die u moet gebruiken. • Terugbelnummer - Typ het telefoonnummer dat de terugbelserver moet bellen. Dit is doorgaans het telefoonnummer voor dataoproepen van uw telefoon.
pakketdataverbinding verloopt sneller, bijvoorbeeld voor het versturen en ontvangen van e-mail. Als u Wanneer nodig kiest, wordt GPRS alleen gebruikt als u een toepassing of bewerking start waarvoor een pakketdataverbinding nodig is. De GPRS-verbinding kan worden verbroken wanneer deze niet meer door een toepassing wordt gebruikt. Als er geen GPRS-dekking is en u Autom. bij signaal hebt gekozen, wordt regelmatig geprobeerd een pakketdataverbinding tot stand te brengen.
• Autom. tijd aanp. - Hiermee kunt u de tijd, de datum en de tijdzone van de telefoon automatisch bijwerken via het mobiele netwerk (dit is een netwerkdienst). De instelling Autom. tijd aanp. is pas actief als de telefoon opnieuw is ingeschakeld. Controleer of de alarmsignalen zijn gewijzigd door Autom. tijd aanp. • Alarmtoon klok - Hiermee kunt u de alarmtoon van de klok wijzigen. • Verschil met GMT - Hiermee kunt u de tijdzone wijzigen voor de tijdinstelling van de klok.
Periode autom. blok. - U kunt een time-outperiode instellen waarna de telefoon automatisch wordt vergrendeld. Met de juiste blokkeringscode kunt u de blokkering opheffen. Geef het aantal minuten op voor de time-out of kies Geen als u de automatische blokkering wilt uitzetten. • Geef de blokkeringscode op om de vergrendeling van de telefoon op te heffen. Blok. als SIM gewijz. - Kies Ja als u wilt dat om de blokkeringscode wordt gevraagd als er een onbekende, nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst.
overeengekomen, Aan als u een andere groep wilt gebruiken (u moet het groepsindexnummer weten), of Uit. Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. SIM-diensten bevest. (netwerkdienst) - Deze optie zorgt ervoor dat er een bevestigingsbericht verschijnt wanneer u een SIM-kaartdienst gebruikt.
Servercertificaten kunnen nodig zijn in de volgende gevallen: • U wilt verbinding maken met een on line bank of een andere site of remote server voor acties waarbij vertrouwelijke informatie wordt uitgewisseld. • U wilt er zeker van zijn dat het om betrouwbare software gaat als u software download en installeert.
Oproepblokkering Ga naar Oproepblokk. Met oproepblokkering (netwerkdienst) kunt u het tot stand brengen en ontvangen van oproepen met de telefoon beperken. Voor deze functie hebt u het blokkeringswachtwoord nodig, dat u kunt aanvragen bij uw serviceprovider. 1. Ga naar een van de blokkeringsopties. 2. Selecteer Opties→ Activeren als u bepaalde nummers wilt blokkeren, Annuleer als u nummerblokkering wilt uitzetten of Controleer status als u wilt controleren of bepaalde nummers zijn geblokkeerd.
• Handmatig - Selecteer het gewenste netwerk handmatig in een lijst met netwerken. Als de verbinding met het handmatig geselecteerde netwerk verloren gaat, hoort u een fouttoon en wordt u gevraagd opnieuw een netwerk te selecteren. Tussen het geselecteerde netwerk en uw eigen netwerk moet een roaming-overeenkomst bestaan.
■ Favorieten Ga naar Menu→ Favorieten of druk op Favorieten in de standby-modus. Opties in de beginweergave van Favorieten zijn: Openen, Naam snelkop. bew., Pictogram snelkopp., Snelkoppeling verw., Verplaatsen, Lijstweergave / Roosterweergave, Help en Afsluiten. In Favorieten kunt u snelkoppelingen, koppelingen naar uw favoriete foto's, videoclips, notities, geluidsbestanden en browserbookmarks opslaan.
10. Extra ■ Portefeuille Ga naar Menu→ Extra→ Portefeuille. Opties in de beginweergave van Portefeuille: Openen, Instellingen, Help en Afsluiten. In Portefeuille kunt u persoonlijke gegevens opslaan, zoals het nummer van uw creditcard en uw bankpas, adressen en andere nuttige zaken, zoals gebruikersnamen en wachtwoorden.
De portefeuillecode invoeren Telkens wanneer u de Portefeuille opent, wordt u gevraagd de portefeuillecode in te voeren. Wanneer u de Portefeuille voor de eerste keer opent, moet u uw eigen toegangscode maken: 1. Voer een code naar uw eigen keuze in (4 - 10 alfanumerieke tekens) en druk op OK. 2. U wordt nu gevraagd de code te bevestigen. Voer dezelfde code in en druk op OK. Geef uw portefeuillecode niet aan anderen. 3. Voer de code in die u hebt gemaakt en druk op OK.
• Online acc. krtn - Persoonlijke gebruikersnamen en wachtwoorden voor on line diensten • Adreskaarten - Basisgegevens van contactpersonen voor thuis en op kantoor • Gebr.ggvns krtn - Aangepaste persoonlijke voorkeuren voor on line diensten 3. Kies Opties→ Nieuwe kaart. Er wordt een leeg formulier geopend. 4. Vul de velden in en druk op Gereed. U kunt ook rechtstreeks kaartgegevens van de uitgevende instantie of de serviceprovider in uw telefoon ontvangen (mits deze dienst aangeboden wordt).
• Nu kunt u met de toetsen gegevens invoeren. Druk op om tekens te wissen. Kies Gereed om de tekst op te slaan. Een portefeuilleprofiel maken Als u uw persoonlijke gegevens hebt opgeslagen, kunt u deze combineren in een portefeuilleprofiel. U kunt een portefeuilleprofiel gebruiken om portefeuillegegevens van verschillende kaarten en categorieën op te halen in de browser. 1. Kies de categorie Profn. portef. in het hoofdmenu van de Portefeuille en druk op . 2. Kies Opties→ Nieuwe kaart.
• Factureringsadres - Dit is standaard hetzelfde adres als het verzendadres. Als er een ander adres vereist is, kunt u een adres selecteren uit de categorie met adreskaarten. • Gebruikersgegevens kaart - Selecteer een kaart uit de categorie met gebruikersgegevenskaarten. • E-receipt ontvangen - Selecteer een bestemming uit de categorie met adreskaarten. • E-receipt afleveren - Kies Naar telefoon, Naar e-mail of Naar tel. & mail. • RFID verzenden - Stel deze optie in op Aan of Uit.
of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen. U maakt de cache leeg door Menu→Web→Opties→Navigatieopties→Cache wissen te selecteren. Ticketgegevens bekijken Opties in de beginweergave van Tickets zijn: Bekijken, Verwijderen, Naam wijzigen, Markeringen aan/uit, Help en Afsluiten. U kunt meldingen ontvangen van tickets die u on line via de browserdienst hebt gekocht. Ontvangen meldingen worden opgeslagen in de Portefeuille.
De portefeuille en de portefeuillecode opnieuw instellen Ga als volgt te werk als u de inhoud van de portefeuille en de portefeuille opnieuw wilt instellen: 1. Toets in de standby-modus *#7370925538# in. 2. Voer de blokkeringscode van de telefoon in en druk op OK. Zie "Beveiliging" op pagina 150. 3. U moet het wissen van de gegevens bevestigen. Druk op OK. Wanneer u de Portefeuille weer opent, moet u een nieuwe portefeuillecode opgeven. Zie "De portefeuillecode invoeren" op pagina 158.
• Met • Houd • Met en navigeren. voegt u een decimaalteken in. ingedrukt om de resultaten van de vorige berekening te wissen. kunt u eerdere berekeningen bekijken en door het rekenblad ■ Omrekenen Ga naar Menu→ Extra→ Omrekenen. Met de toepassing Omrekenen kunt u maten zoals bijvoorbeeld Lengte omrekenen van de ene eenheid (Yard) naar een andere (Meter). De nauwkeurigheid van Omrekenen is beperkt. Er kunnen afrondingsfouten optreden.
3. Ga naar het volgende veld Eenheid en kies de doeleenheid waarnaar u de broneenheid wilt omrekenen. 4. Ga naar het eerste veld Aantal en geef de waarde op die u wilt omrekenen. In het andere veld Aantal wordt automatisch de omgerekende waarde ingevuld. Druk op om een decimaalteken in te voegen en druk op symbolen +, - (voor temperaturen) en E (exponent). voor de De omrekening wordt omgedraaid als u een waarde invult in het tweede veld Aantal. Het resultaat verschijnt in het eerste veld Aantal.
■ Notities Ga naar Menu→ Extra→ Notities. U kunt notities koppelen aan Favorieten en notities naar andere apparaten versturen. Als u platte-tekstbestanden (TXT-indeling) ontvangt, kunt u deze opslaan in Notities. • Druk op ( ) om een notitie te maken. Druk op te wissen. Kies Gereed om de tekst op te slaan. om letters ■ Klok Ga naar Menu→ Extra→ Klok. Klokinstellingen wijzigen Opties in Klok zijn: Alarm instellen, Alarm opn. instellen, Alarm uitschakelen, Instellingen, Help en Afsluiten.
• Als u een alarm wilt uitschakelen, gaat u naar Klok en kiest u Opties→ Alarm uitschakelen. Het alarm uitzetten • Kies Stop om het alarm uit te zetten. • Druk op Snooze om het alarm 5 minuten lang stop te zetten. Het alarm wordt na 5 minuten weer actief. U kunt dit maximaal vijf keer doen. Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld.
De opnamen worden opgeslagen in de Galerij. Zie "Galerij" op pagina 88. Opties in Opname-eenheid zijn: Soundclip opnemen, Verwijderen, Clip hernoemen, Zenden, Ga naar Gallerij, Instellingen, Toev. aan Favoriet., Help en Afsluiten. • Kies Opties→ Soundclip opnemen, ga naar een functie en druk op om deze functie te selecteren. Gebruik: - Opnemen, - Pauzeren, Stoppen, - Vooruitspoelen, - Terugspoelen of - Afspelen van een geopend geluidsbestand.
Gebruik alleen compatibele multimediakaarten (MMC-kaarten) met dit apparaat. De compatibele multimediakaart voor uw telefoon is de Reduced Size Dual Voltage MultiMediaCard. Andere geheugenkaarten, zoals Secure Digital-kaarten (SD) passen niet in de MMC-kaartsleuf en zijn niet compatibel met dit apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Als u de gegevens op de geheugenkaart wilt herstellen naar het telefoongeheugen, kiest u Opties→ Herst. vanaf kaart. Als u een back-up hebt gemaakt van het telefoongeheugen, kunt u dit alleen herstellen op dezelfde telefoon. De geheugenkaart vergrendelen Als u een wachtwoord wilt instellen om de geheugenkaart te beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik, selecteert u Opties→ Wachtw. instellen. U wordt gevraagd een wachtwoord op te geven en dit te bevestigen. Het wachtwoord mag maximaal acht tekens lang zijn.
Het geheugengebruik controleren U kunt het geheugengebruik van verschillende soorten gegevens en de beschikbare geheugenruimte voor het installeren van nieuwe toepassingen of software op uw geheugenkaart als volgt controleren: • Kies Opties→ Gegevens geheugen. ■ Quickword Ga naar Menu→Extra→ Quickword. Met Quickword kunt u MS Word-documenten op uw telefoon openen en bekijken. Opmerking: Quickword is ontworpen voor documenten die zijn opgeslagen in de documentindeling van Microsoft Word 97, 2000 of XP (.
11. Diensten en toepassingen ■ Web (mobiele browser) Ga naar Menu→ Web of houd modus. ingedrukt in de standby- Diverse serviceproviders verzorgen speciale pagina’s voor mobiele telefoons, waarmee u bijvoorbeeld het nieuws, het weerbericht of reisinformatie kunt opvragen, uw bankzaken kunt regelen of spelletjes kunt spelen. Met de mobiele browser kunt u deze diensten bekijken als WAP-pagina's in HTML, WML, XHTMLpagina's in XHTML of een combinatie van WML en XHTML.
• Verbreek de verbinding met de webdienst. Zie "Een verbinding verbreken" op pagina 179. De telefoon configureren voor browserdiensten Instellingen ontvangen via een smart-bericht Mogelijk ontvangt u de instellingen voor de dienst via een speciaal SMS-bericht, een zogenaamd smart-bericht, van de serviceprovider of de netwerkoperator. Zie "Smart-berichten ontvangen" op pagina 99. Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie.
U kunt browserpagina’s op drie manieren opvragen: • Selecteer de homepage ( ) van uw serviceprovider. • Selecteer een bookmark in de weergave Bookmarks. • Druk op een van de toetsen om het adres van een browserdienst in te toetsen. Het vak Ga naar onder aan de display wordt geactiveerd. In dit vak voert u het adres van de dienst in. Nadat u een pagina hebt geselecteerd of het adres hebt getypt, drukt u op om de pagina te downloaden.
- De pagina die u het laatst hebt bezocht. Als u de verbinding met de dienst verbreekt, wordt het adres van de laatst bezochte pagina bewaard in het geheugen totdat u een andere pagina bezoekt tijdens de volgende sessie. Terwijl u door de bookmarks bladert, verschijnt het adres van de geselecteerde bookmark in het vak Ga naar onder aan de display. - Een bookmark met de paginatitel. Bookmarks handmatig toevoegen 1. Selecteer in de weergave Bookmarks Opties→ Bookmarkbeheer→ Bookm. toev.. 2.
Toetsen en opdrachten voor gebruik bij het browsen • Druk op om een koppeling te openen. • Met de navigatietoets kunt u door de weergave bladeren. • Door op de toetsen te drukken kunt u letters en cijfers typen in een vak. Druk op als u speciale tekens wilt gebruiken zoals /, ., : en @. Druk op om tekens te wissen. • Door op Terug te drukken keert u terug naar de vorige pagina.
Opgeslagen pagina's weergeven Opties in de weergave Opgeslagen pagina zijn: Openen, Terug naar pagina, Opnieuw laden, Opgesl. pagina's, Markeringen aan/uit, Navigatieopties, Geavanc. opties, Gegev., Instellingen, Help, and Afsluiten. Als u regelmatig pagina's bezoekt waarvan de inhoud niet vaak verandert, kunt u deze pagina's opslaan om ze off line te bekijken. • Als u tijdens het browsen een pagina wilt opslaan, selecteert u Opties→ Geavanc. opties→ Pagina opslaan.
of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen. U maakt de cache leeg door Menu→Web→Opties→Navigatieopties→Cache wissen te selecteren. Downloaden Via de mobiele browser kunt u gratis of tegen betaling onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's, software en videoclips downloaden. Gedownloade items worden verder verwerkt door de bijbehorende toepassingen in de telefoon. Een gedownloade foto wordt bijvoorbeeld opgeslagen in de Galerij.
3. Kies Invullen. Hierdoor worden de geselecteerde gegevens uit de portefeuille geüpload. Als de portefeuille niet alle gegevens bevat die nodig zijn voor de aanschaf, wordt u gevraagd de overige gegevens handmatig in te voeren. Op bepaalde afbeeldingen, beltonen en andere inhoud rust mogelijk copyright, wat betekent dat de desbetreffende inhoud niet mag worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Browserinstellingen Kies Opties→ Instellingen: • Stand. toegangspunt - Als u het standaardtoegangspunt wilt wijzigen, drukt u op . Er verschijnt een lijst met beschikbare toegangspunten. Het huidige standaardtoegangspunt wordt gemarkeerd. Zie "Verbindingsinstellingen" op pagina 144. • Toon afbeeldingen - Hiermee bepaalt u of er afbeeldingen worden weergegeven tijdens het browsen. Als u Nee kiest, kunt u afbeeldingen alsnog laden door tijdens het browsen Opties→ Toon afbeeldingen te kiezen.
• Weergave - Hiermee kunt u de beeldkwaliteit voor de pagina's selecteren. Als u een hoge beeldkwaliteit kiest, wordt de pagina langzamer gedownload. Bij een lagere beeldkwaliteit gaat het downloaden sneller. • Cookies - Toestaan /Weigeren. U kunt het ontvangen en verzenden van cookies (een middel waar aanbieders van inhoud gebruik van maken om gebruikers en hun voorkeuren voor bepaalde inhoud te identificeren) inschakelen of uitschakelen.
12. Connectiviteit ■ Bluetooth-verbinding Ga naar Menu→ Connectiviteit→ Bluetooth. Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 1.1 voor draadoze techniek en ondersteunt de volgende profielen: Hands-free, Object Push, File Transfer, Dial Up Networking en Fax. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die de Bluetooth-technologie ondersteunt.
maken van de Bluetooth-technologie, zoals computers. Alle computers die gebruik maken van de Bluetooth-technologie zijn noodzakelijkerwijs compatibel. Aangezien apparaten die gebruik maken van de Bluetooth-technologie, communiceren via radiogolven, hoeft er geen ‘direct zicht’ te bestaan tussen de telefoon en het andere Bluetooth-apparaat.
Gegevens verzenden via de Bluetooth-technologie Er kan maar één Bluetooth-verbinding tegelijk actief zijn. 1. Open de toepassing waarin het item is opgeslagen dat u wilt versturen. Als u bijvoorbeeld een foto wilt versturen naar een ander apparaat, opent u de toepassing Galerij. 2. Ga naar het item dat u wilt verzenden en kies Opties→ Zenden→ Via Bluetooth. 3. De telefoon begint te zoeken naar apparaten die zich binnen het bereik bevinden.
apparaten gewist en moet er opnieuw naar apparaten worden gezocht voordat er gegevens kunnen worden verstuurd. 5. Ga naar het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en druk op Selecteer. Het item dat u wilt versturen wordt naar de Outbox gekopieerd en het bericht Legt verbinding verschijnt. 6. Koppeling (als dit voor het andere apparaat niet is vereist, gaat u naar stap 7.
Als er geen gegevens kunnen worden verstuurd, wordt het bericht of worden de gegevens verwijderd. In de map Ontwerpen in Berichten worden geen berichten bewaard die via de Bluetooth-verbinding zijn verstuurd. De status van de Bluetooth-verbinding controleren • Als verschijnt in de standby-modus, is de Bluetooth-verbinding actief. • Als knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat. • Als continu wordt weergegeven, is de Bluetooth-verbinding actief.
onmiddellijk opgeheven, maar blijft de Bluetooth-verbinding op de telefoon actief. • Een gekoppeld apparaat instellen als geautoriseerd of niet geautoriseerd: Ga naar het apparaat en selecteer Opties→ Geautoriseerd - Verbindingen tussen uw telefoon en dit apparaat kunnen zonder uw medeweten worden gemaakt. U hoeft deze niet afzonderlijk te accepteren. Gebruik deze status alleen voor uw eigen apparaten waartoe anderen geen toegang hebben, bijvoorbeeld uw computer of apparaten van iemand die u vertrouwt.
■ Infraroodverbinding Gaan naar Menu→ Connectiviteit→ Infrarood. Via infrarood kunt u gegevens zoals visitekaartjes of agendanotities verzenden naar of ontvangen van compatibele telefoons of gegevensapparaten. Richt de IR-straal (infrarood) niet op andermans ogen en vermijd dat deze storingen veroorzaken met andere IR-apparaten. Dit apparaat is een Klasse 1 laserproduct. Gegevens verzenden en ontvangen via infrarood 1.
Alle items die worden ontvangen via infrarood worden in de map Inbox in Berichten geplaatst. Nieuwe infraroodberichten worden aangeduid met . Tip: Microsoft Windows 2000: Als u infrarood wilt gebruiken om bestanden tussen uw telefoon en een compatibele computer uit te wisselen, gaat u naar Configuratiescherm en kiest u Draadloze verbinding. Schakel op het tabblad Bestandsoverdracht het selectievakje Anderen mogen via infraroodcommunicatie bestanden naar deze computer verzenden in.
Bij een VPN-verbinding is de privacy, integriteit en acceptatie van gegevens gewaarborgd en vindt verificatie en autorisatie plaats voor toegang tot netwerken en netwerkdiensten. VPN-beleid wordt door systeembeheerders gedefinieerd. ■ Verbindingsbeheer Ga naar Menu→ Connectiviteit→ Verbindingsbeheer. In Verbindingsbeheer kunt u de status van de verschillende dataverbindingen en gegevens over de hoeveelheid verzonden en ontvangen data bekijken en ongebruikte verbindingen verbreken.
Opties in de beginweergave van Verbindingsbeheer bij een of meer verbindingen zijn: Gegevens, Verb. verbreken, Alle verb. verbrek., Help en Afsluiten. Verbindingsgegevens bekijken Als u de gegevens van een verbinding wilt bekijken gaat u naar een verbinding en kiest u Opties→ Gegevens. Het volgende wordt weergegeven: • Naam - De naam van het toegangspunt (IAP, Internet Access Point) dat in gebruik is. • Drager - het dataverbindingstype: Geg.oproep of GPRS. • Status - De huidige status van de verbinding.
Verbindingen verbreken • Ga naar een verbinding en kies Opties→ Verb. verbreken om alleen die verbinding te verbreken. • Kies Opties→ Alle verb. verbrek. om alle verbindingen te verbreken die op dit moment geopend zijn. ■ De telefoon aansluiten op een compatibele computer Raadpleeg de Korte handleiding voor Nokia PC Suite op de cd-rom voor aanvullende informatie over het maken van een USB-, infrarood of Bluetoothverbinding met een compatibele computer en het installeren van Nokia PC Suite 6.2.
■ Remote synchronisatie Ga naar Menu→ Connectiviteit→ Best. bijw. Met de toepassing Best. bijw. kunt u uw agenda- en contactgegevens synchroniseren met diverse andere agenda- en adresboektoepassingen op een compatibele computer of het Internet. De synchronisatie vindt plaats via een GSM-dataoproep of een pakketdataverbinding. De synchronisatietoepassing maakt gebruik van SyncML-technologie voor het synchroniseren van de gegevens.
Toegangspunt - Selecteer het toegangspunt dat u wilt gebruiken voor de dataverbinding. Hostadres - Informeer bij uw serviceprovider of systeembeheerder naar de juiste waarden. Poort - Informeer bij uw serviceprovider of systeembeheerder naar de juiste waarden. Gebruikersnaam - Dit is uw gebruikers-ID voor de synchronisatieserver. Informeer bij uw serviceprovider of systeembeheerder naar de juiste gebruikers-ID. Wachtwoord - Geef uw wachtwoord op.
Als u de synchronisatie tussentijds wilt afbreken, drukt u op Annuleer. 2. Wanneer de synchronisatie is voltooid, wordt u daarvan op de hoogte gesteld.
13. Problemen oplossen Geheugen vol Als de volgende meldingen verschijnen, is het geheugen vol en moet u gegevens verwijderen: Onvoldoende geheugen voor bewerking. Wis eerst enkele gegevens. of Geheugen raakt vol. Verwijder enkele gegevens. Als u wilt zien wat voor gegevens u hebt opgeslagen en hoeveel geheugenruimte per categorie in beslag wordt genomen, gaat u naar Bestandbeheer en kiest u Opties→ Gegevens geheugen.
• Items voor: - Om alle agenda-items te verwijderen die vóór een bepaalde datum plaatsvinden. Voer een datum in. of • Alle items - Om alle agenda-items te verwijderen. Logboekgegevens wissen - Als u de volledige inhoud van het logboek, de lijst met recente oproepen en de leveringsrapporten van berichten permanent wilt wissen, gaat u naar Logboek en selecteert u Opties→ Logboek wissen of gaat u naar Instellingen→ Duur vermelding log→ Geen logboek.
A. Dit is een kenmerkend verschijnsel voor dit type display. Sommige displays kunnen pixels of stippen bevatten die aan of uit blijven. Dit is normaal. Dit is geen fout. Camera • V: Waarom zien de afbeeldingen er zo vlekkerig uit? A: Zorg ervoor dat het beschermglas van de cameralens schoon is.
enkele gegevens. Als u wilt zien wat voor gegevens u hebt opgeslagen en hoeveel geheugenruimte per categorie in beslag wordt genomen, gaat u naar Bestandbeheer en kiest u Opties→ Gegevens geheugen. • V: Hoe kan ik een dataverbinding beëindigen als er telkens opnieuw verbinding wordt gemaakt? Volgens de meldingen op het scherm wordt een bericht opgehaald of wordt dit geprobeerd. Wat is er aan de hand? A: Er wordt geprobeerd een multimediabericht op te halen van de multimediaberichtencentrale.
• Kies Ontvangst multimedia→ Uit als u alle inkomende multimediaberichten wilt negeren. Hierna wordt er geen verbinding meer gemaakt met het netwerk voor multimediaberichten. Berichten • V: Waarom kan ik geen contactpersoon selecteren? A: Als u in de map Contacten een bepaalde contactpersoon niet kunt selecteren, bevat de contactkaart geen telefoonnummer of e-mailadres. Voeg de ontbrekende gegevens toe aan de contactkaart in de toepassing Contacten.
Verbinding met PC • V: Waarom kan ik met mijn telefoon geen verbinding met de PC maken? A: Zorg ervoor dat Nokia PC Suite 6.2 op uw PC is geïnstalleerd en actief is. Zie de Korte handleiding voor Nokia PC Suite op de cd-rom. Gebruik de Helpfunctie van PC Suite of ga naar de ondersteuningspagina's op www.nokia.com voor meer informatie over het gebruik van Nokia PC Suite. Toegangscodes • V: Wat is mijn wachtwoord voor de blokkeringscode, PIN- of PUK-code? A: De standaardblokkeringscode is 12345.
14. Informatie over de batterij Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en standby-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, kunt u beter een nieuwe batterij kopen.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. Gebruik nooit een beschadigde lader of batterij. Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met de positieve (+) en negatieve (-) polen van de batterij. (De polen zien eruit als metalen strips.) Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas meeneemt.
Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren. • Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
Verzorging en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
• Maak de lenzen (zoals de cameralens, nabijheidsensor en lichtsensor) schoon met een zachte, schone, droge doek. • Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Nietgoedgekeurde antennes, aanpassingen of toebehoren kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot radioapparaten. Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren.
Aanvullende veiligheidsinformatie ■ Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities. Gebruik alleen toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, teneinde te voldoen aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiofrequentiesignalen.
Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat, onderdelen daarvan of toebehoren zich bevinden. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen.
■ Veiligheidsinformatie over videospelletjes Lichtgevoeligheidsaanvallen Een zeer klein aantal personen kan een aanval krijgen bij blootstelling aan bepaalde visuele beelden, zoals lichtflitsen of beeldpatronen zoals deze kunnen verschijnen in videospelletjes. Zelfs personen die geen geschiedenis van aanvallen of epilepsie hebben, kunnen een medisch niet-vastgestelde aandoening hebben die een lichtgevoelige epileptische aanval kan veroorzaken tijdens het kijken naar videospelletjes.
■ Alarmnummer kiezen Belangrijk: Draadloze telefoons zoals dit apparaat, maken gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen. Een alarmnummer kiezen: 1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd.
■ Informatie over certificatie (SAR) DIT APPARAAT VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN. Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is zo ontwikkeld en geproduceerd dat het apparaat voldoet aan de emissiebeperkingen voor radiofrequentiesignalen (RF-signalen) die worden aanbevolen door internationale richtlijnen (ICNIRP).
gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet het product zich op een afstand van minimaal 2,2 cm van het lichaam bevinden. Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen totdat er een dergelijke verbinding beschikbaar is.