Elektronische handleiding als uitgave bij "Nokia Handleidingen - Voorwaarden en bepalingen, 7 juni 1998" (“Nokia User’s Guides Terms and Conditions, 7th June, 1998”.
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA MOBILE PHONES Ltd verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product NHM-3 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad:1999/5/EG. Copyright © Nokia Mobile Phones 2000. Alle rechten voorbehouden Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
■ De eerste keer bellen Zie Aan de slag op pagina 28 voordat u de eerste keer belt, voor informatie over: • een SIM-kaart plaatsen, • de batterij installeren en opladen, • de telefoon inschakelen. 1. Toets het netnummer en telefoonnummer in en druk op 2. Druk op . om het gesprek te beëindigen. ■ Algemene functies Een gesprek aannemen • Druk op . • Druk op Opties als u de beltoon wilt uitschakelen voordat u de oproep beantwoordt.
• In menu 4-1-1 kunt u Automatische volumeregeling (AVR) activeren. Zie pagina 81. Laatste nummer herhalen Druk op in de standby-modus om de lijst met laatst gekozen nummers te openen. Ga met of naar het gewenste nummer en druk op . Uw voicemailbox bellen Houd ingedrukt. Als het nummer van uw voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op OK. Bellen met behulp van een spraaknummer U moet eerst een spraaknummer aan een naam verbinden. Zie Voicedialling op pagina 52.
of naar de gewenste menufunctie en druk op Kies. Een menu afsluiten Druk op om een menu af te sluiten zonder de instellingen te wijzigen en terug te keren naar de standby-modus. ■ Functies voor het blokkeren van het toetsenblok Het toetsenblok blokkeren Druk op Menu en vervolgens binnen twee seconden op Het toetsenblok vrijgeven Druk op Vrijgev. en vervolgens snel op . .
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Naslaggids .......................................................................................................................................... 3 Inhoudsopgave ................................................................................................................................... 6 Voor uw veiligheid........................................................................................................................... 15 Algemene informatie...................
Opbellen.............................................................................................................................................................................................. Internationale gesprekken.......................................................................................................................................................... Bellen met behulp van de telefoonlijst ..............................................................................................
Inhoudsopgave Een telefoonnummer toekennen aan een snelkeuzetoets................................................................................................ Bellergroepen ................................................................................................................................................................................ Een naam en telefoonnummer aan een bellergroep toevoegen .................................................................................
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved. 9 Inhoudsopgave 67 68 69 70 70 70 71 71 71 73 73 74 75 75 76 76 76 76 77 78 78 79 79 81 81 81 81 83 83 Inhoudsopgave Afbeeldingen invoegen ............................................................................................................................................................ Teksten afbeeldingsberichten lezen en bekijken .................................................................................................................
Inhoudsopgave Snelkeuze (menu 4-1-4)......................................................................................................................................................... Wachtfunctieopties (menu 4-1-5) ...................................................................................................................................... Lijn uitgaande oproepen (menu 4-1-6)......................................................................................................................
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved. 11 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Toegangscodes wijzigen (menu 4-5-6)............................................................................................................................... 92 Terug naar fabrieksinstellingen (menu 4-6) ...................................................................................................................... 93 Doorschakel. (menu 5) ............................................................................
Inhoudsopgave Gegevens uit de Takenlijst via de infraroodfunctie overbrengen naar een compatibele pc ............................. Actieve werkweergave .............................................................................................................................................................. Taak onderbreken.................................................................................................................................................................... Taak stoppen ......
7. Fax- en gegevensverkeer ......................................................................................................... 128 De telefoon aansluiten op een computer................................................................................................................................ 128 Communicatietoepassingen en modemstuurprogramma’s installeren ....................................................................... 128 Communicatietoepassingen gebruiken ...............................
Inhoudsopgave Belangrijke veiligheidsinformatie ................................................................................................. 136 Technische specificaties ................................................................................................................ 141 14 ©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Gebruik geen handtelefoon terwijl u een auto bestuurt. Parkeer eers de auto. INTERFERENTIE Alle draadloze telefoons zijn gevoelig voor interferentie, waardoor de werking van de telefoon kan worden beïnvloed. SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN ZIEKENHUIZEN Volg alle regels en aanwijzingen op. Schakel de telefoon uit in nabijheid van medische apparatuur. SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN VLIEGTUIGEN Draadloze telefoons kunnen interferentie veroorzaken.
Voor uw veiligheid ACCESSOIRES EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte producten aan op de telefoon. AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, moet u de gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan. Denk eraan om reservekopieën van alle belangrijke gegevens te maken. OPBELLEN Controleer of de telefoon is ingeschakeld.
■ Stickers in het pakket De stickers bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning. Bevestig de sticker met de tekst "ITEM" en "IMEI" op pagina 2 van deze gebruikershandleiding. Bevestig de sticker op de uitnodigingskaart voor Club Nokia die ook in het pakket zit. ■ Beveiligingscode De fabrieksinstelling voor de beveiligingscode is 12345.
Algemene informatie Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkservices. Dit zijn speciale diensten die worden aangeboden door exploitanten van draadloze netwerken. U kunt pas van deze diensten gebruik maken wanneer u zich via de exploitant van uw thuisnet abonneert op de gewenste dienst(en) en de gebruiksinstructies hebt ontvangen. ■ Accessoires De oplaadbare batterij Li-Ion BLL-2 is door de fabrikant goedgekeurd voor uw telefoon.
Opmerking: De beschikbaarheid van bepaalde producten verschilt per regio. Raadpleeg de dichtstbijzijnde Nokia-leverancier. ■ Typografische conventies in deze handleiding De tekst die op de display van de telefoon verschijnt, wordt cursief weergegeven. Bijvoorbeeld: Belt. De tekst bij de selectietoetsen die op de display verschijnen, wordt in vetschrift aangeduid, bijvoorbeeld: Menu. Alleen de tekst van de selectietoetsen wordt weergegeven, niet de toetssymbolen.
De telefoon 1. De telefoon De Nokia 6250 is een telefoon van duurzame kwaliteit. Dankzij geavanceerde technologieën is de telefoon stofdicht en waterbestendig zodat de telefoon geen nadelige effecten ondervindt van een kort waterbad. De Nokia 6250 is bestand tegen een behoorlijke val op een hard oppervlak. Hoewel de telefoon dus wel een hoewel de telefoon dus wel tegen een stootje kan, is het natuurlijk niet de bedoeling dat er express ruw mee om wordt gegaan.
• Vergeet niet dat de accessoires niet even duurzaam of waterbestendig zijn als de telefoon zelf. • Laad de telefoon nooit op als de connector aan de onderkant van de telefoon nat of vochtig is. • Gebruik nooit elektronische accessoires (zoals de muur-/bureauhouder, de geavanceerde handenvrije carkit, enzovoort) als de telefoon vochtig is. ■ Speciale functies Uw telefoon biedt vele nieuwe functies om gebruik onder veeleisende omstandigheden mogelijk te maken.
De telefoon • Als u de wisselkoers hebt ingesteld in Calculator (menu 7) kunt u vanuit de standby-modus valuta's omrekenen. • Met de functie Profielen met tijdfactor kunt u een profiel voor een bepaalde periode instellen. Zie pagina 78. • De optie Stil zorgt ervoor dat de beltoon van een binnenkomend gesprek meteen wordt uitgeschakeld. U kunt de oproep overigens op de gebruikelijke manier beantwoorden. Zie pagina 37. 22 ©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
Bladertoetsen Met deze toetsen kunt u door namen, nummers, menu’s of instellingen bladeren of snel de telefoonlijst activeren. Met deze toets kunt u een telefoonnummer kiezen en een oproep beantwoorden. Daarnaast kunt u met deze toets het huidige gesprek in de wacht zetten door erop te drukken tijdens het gesprek. Vanuit de standby-modus kunt u met deze toets de lijst met de laatstgekozen nummers weergeven. Met deze toets kunt u een gesprek beëindigen/weigeren.
De telefoon Aan/uit-toets (1) Met de aan/uit-toets kunt u de telefoon in- of uitschakelen. Als u deze toets tijdens een gesprek of vanuit de stand-bymodus kort indrukt, wordt de lijst met profielen weergegeven. Als u kort op deze toets drukt vanuit de telefoonlijst of vanuit een menufunctie, wordt gedurende 15 seconden de display van de telefoon verlicht. Volumetoetsen (2) Met de bovenste toets verhoogt u het volume van de hoorn en met de onderste toets verlaagt u het volume.
In deze handleiding worden de selectietoetsen aangeduid aan de hand van de bijbehorende tekst in vetschrift. ■ De displayindicatoren Displayindicatoren en pictogrammen geven informatie over het gebruik van de telefoon. Standby-modus De indicatoren die hieronder worden beschreven, worden weergegeven als de telefoon klaar is voor gebruik en u geen tekens hebt ingevoerd. Dit wordt de standby-modus genoemd. De Nokia 6250-telefoon heeft batterij- en signaalindicatoren met 7 niveaus ©2000 Nokia Mobile Phones.
De telefoon xxxxxx Geeft aan welk cellulair netwerk op dit moment wordt gebruikt. Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie. Hoe hoger de balk, des te sterker het signaal. Toont de capaciteit van de batterij. Hoe hoger de balk, des te groter de capaciteit van de batterij. 26 ©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
Geeft aan dat u een of meer tekst- of beeldberichten hebt ontvangen. Zie Berichten (menu 1) op pagina 62. Geeft aan dat u een of meer spraakberichten hebt ontvangen. Geeft aan dat de telefoon geen beltoon laat horen als u wordt gebeld. Zie Instellingen die u kunt aanpassen op pagina 79. Geeft aan dat het toetsenblok van de telefoon is geblokkeerd. Zie Instellingen toetsblokkering (menu 4-3) op pagina 86. Geeft aan dat u de alarmklok hebt ingesteld. Zie Alarmklok (menu 10-2) op pagina 113.
Aan de slag 2. Aan de slag ■ De SIM-kaart en de batterij installeren • Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. • De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert. • Controleer altijd of de telefoon droog is en uitgeschakeld voordat u de achterkant openmaakt om de SIM-kaart te plaatsen. 1.
3. Verwijder de BLL-2-batterij (indien aanwezig). Opmerking: Kom niet aan andere schroeven of de waterbestendige membranen tijdens het verwijderen van de achterkant en de batterij. Als u dat wel doet, kan de garantie vervallen. 4. Verwijder de SIM-kaarthouder door de middelste draden licht naar binnen te drukken en de houder los te maken. 5. Plaats de SIM-kaart. Zorg ervoor dat de afgeronde hoek zich rechtsonder bevindt en dat de goudkleurige contactpunten naar beneden zijn gericht.
Aan de slag 6. Duw de kaarthouder vervolgens naar beneden en druk de draden weer naar binnen zodat de houder vastklikt. 7. Vervang de batterij. Opmerking: Plaats de batterij zo dat de contactpunten van de batterij en de telefoon contact maken. Controleer of de binnenkant van de telefoon en de afdichtingsmembranen droog en schoon zijn en of er niets is achtergebleven in de telefoon dat er niet in thuishoort en dat de waterbestendige membranen kan beschadigen.
■ De batterij opladen Opmerking: Laad de telefoon nooit op als de connector aan de onderkant van de telefoon of de telefoon zelf nat of vochtig is. De lader moet altijd droog zijn. 1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting (A) op de onderkant van de telefoon. 2. Sluit de lader aan op een wandcontactdoos of gebruik de Nokiaautoaccessoires die geschikt zijn voor uw telefoon. De batterij-indicator begint te bewegen.
Aan de slag 3. De batterij is volledig opgeladen wanneer de indicator niet meer beweegt en de tekst Batterij opgeladen kort wordt weergegeven (als de telefoon is ingeschakeld). Als de tekst Laadt niet op wordt weergegeven, is het opladen onderbroken. Wacht enige tijd, koppel de lader los en sluit deze opnieuw aan. Probeer het nogmaals. Als de batterij nu nog niet wordt opgeladen, neemt u contact op met uw leverancier. ■ De telefoon in-en uitschakelen Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved. 33 Aan de slag Aan de slag Opmerking: De telefoon heeft een ingebouwde antenne. Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne is van invloed op de gesprekskwaliteit en de telefoon kan erdoor meer stroom verbruiken dan noodzakelijk.
Algemene functies 3. Algemene functies ■ Opbellen 1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een weergegeven nummer wilt wijzigen, drukt u op of om de cursor te verplaatsen. Druk op Wis om het teken links van de cursor te verwijderen. 2. Druk op of druk op Opties en selecteer vervolgens Bellen om het nummer te bellen. 3. Druk op om het gesprek te beëindigen of het kiezen te onderbreken. Normale positie: Houd de telefoon op dezelfde manier vast als elke andere telefoon.
en 5. Druk op om het nummer te bellen. naar de gewenste naam. Tip: U kunt de telefoonlijst snel activeren door vanuit de standby-modus op de bladertoetsen ( of ) te drukken. Laatste nummer herhalen De laatste tien telefoonnummers die u hebt gebeld of geprobeerd te bellen, zijn in het geheugen van de telefoon opgeslagen. Ga als volgt te werk om een van de laatstgekozen nummers te herhalen: 1. Druk vanuit de standby-modus eenmaal op openen. 2.
Algemene functies • Als de functie Snelkeuze is ingeschakeld (Aan): Houd de desbetreffende snelkeuzetoets ( en met tot ) ingedrukt totdat het nummer wordt gekozen. Zie Een telefoonnummer toekennen aan een snelkeuzetoets op pagina 45 en Snelkeuzetoetsen op pagina 35. Opmerking: Als u ingedrukt houdt, wordt het nummer van uw voicemailbox gebeld. Uw voicemailbox bellen 1. Houd ingedrukt in de standby-modus. 2. Als het nummer van uw voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op OK.
Een gesprek weigeren Druk op of Weiger als u een inkomend gesprek niet wilt ontvangen. De beller krijgt de bezettoon te horen. Als de functie Doorschakelen indien in gesprek is ingeschakeld (Zie Doorschakel. (menu 5) op pagina 93), wordt het gesprek doorgeschakeld (bijvoorbeeld naar uw voicemailbox). ■ Functies tijdens gesprekken Uw telefoon biedt een aantal functies die u kunt gebruiken terwijl u belt. De beschikbaarheid van veel van de functies tijdens het bellen is afhankelijk van de netwerkexploitant.
Algemene functies • Microfoon uit of Microfoon aan (de microfoon van de telefoon uit- of inschakelen) • Wisselen (wisselen tussen het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand) • Doorverbinden (het actieve gesprek en het wachtende gesprek met elkaar verbinden en zelf de verbinding verbreken) De opties Conferentie, Apart en Beëindigen zijn beschikbaar als er meerdere gesprekken tegelijk actief zijn. U kunt een nieuwe oproep starten tijdens een gesprek door de optie Nieuwe oproep te selecteren.
2. Bel de tweede persoon. 3. Als u tussen de twee gesprekken wilt schakelen, drukt u op Wisselen of op Druk op . om het actieve gesprek te beëindigen. Tip: U kunt ook de microfoon tijdelijk uitschakelen. Druk op Opties en ga met naar Mic.uit. Als u het gesprek wilt hervatten, drukt u op Mic.aan. of Een conferentiegesprek voeren Met deze netwerkfunctie kunnen maximaal zes personen deelnemen aan een conferentiegesprek. 1. Bel de eerste deelnemer. 2. Druk op Opties, ga naar Nieuwe oproep en druk op Kies.
Telefoonlijst 4. Telefoonlijst ■ Telefoonlijstbasisbeginselen Er zijn twee geheugens waarin u namen en telefoonnummers kunt opslaan: • de interne telefoonlijst van de telefoon In de interne telefoonlijst van de telefoon kunt u tot 255 namen (met een maximum van 50 tekens) en telefoonnummers opslaan. U kunt 3 nummers en 1 aantekening onder een naam opslaan.
of naar Opties en druk op Kies. 3. Ga naar Actief geheugen en druk op Kies. 4. Ga naar Telefoon (om de telefoon in te stellen op gebruik van de interne telefoonlijst) of SIM-kaart (om de telefoon in te stellen op gebruik van het SIM-kaartgeheugen) en druk op Kies. Opmerking: Wanneer u de SIM-kaart verwisselt, wordt automatisch het SIM-kaartgeheugen geselecteerd. Telefoonlijsten kopiëren U kunt namen en telefoonnummers van het telefoongeheugen naar het SIM-kaartgeheugen kopiëren en vice versa. 1.
Telefoonlijst 6. Als u Alles kopiëren of Standaard Nrs. hebt gekozen, drukt u op OK wanneer de tekst Beginnen met kopiëren? wordt weergegeven. Wanneer u Kopiëren hebt ingedrukt of Alles kopiëren of Standaard Nrs. hebt gekozen, verschijnt de selectielijst Behoud origin., Origin. wissen. De telefoonlijst openen • Druk vanuit de standby-modus op Namen, ga met en druk op Kies.
• Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u kort op of abc boven aan de display geeft aan welke modus is geselecteerd. . De aanduiding ABC • Als u een cijfer wilt invoegen, houdt u de toets met het gewenste cijfer ingedrukt. Houd ingedrukt als u wilt schakelen tussen letters en cijfers. Als u in de cijfermodus werkt, staat de aanduiding 123 boven aan de display. • Als u op drukt, wordt een lijst met speciale tekens weergegeven.
Telefoonlijst Een naam en telefoonnummer ophalen 1. Druk vanuit de standby-modus op Namen. 2. Ga naar Zoeken en druk op Kies. 3. Toets het eerste teken in van de naam waarnaar u zoekt (of druk op Tonen om de lijst met namen te openen) en druk op Zoeken. 4. Druk op of totdat de gewenste naam wordt weergegeven. 5. Als de gewenste naam is geselecteerd, drukt u op om het nummer te bellen.
Opmerking: Als u meerdere nummers per naam hebt opgeslagen, worden met de optie Wissen de naam en alle daarbij opgeslagen nummers en aantekeningen gewist. Alle namen en nummers wissen 1. Druk op Namen, ga naar Wissen en druk op Kies. 2. Ga naar Alles wissen en druk op Kies. 3. Ga naar de telefoonlijst die u wilt wissen (SIM-kaart of Telefoon) en druk op OK. 4. Druk op OK als de tekst Weet u het zeker? wordt weergegeven. Toets vervolgens uw beveiligingscode in en druk op OK.
Telefoonlijst Nadat u een nummer hebt toegekend aan een snelkeuzetoets, kunt u het nummer bellen, weergeven en wijzigen. U kunt ook de snelkeuze ongedaan maken. Zie Snelkeuzetoetsen op pagina 35. Bellergroepen U kunt de telefoon zodanig instellen dat er een specifieke beltoon klinkt en een vooraf geselecteerd pictogram wordt weergegeven als u een oproep van een bepaald telefoonnummer ontvangt. U moet de naam en het nummer dan eerst opnemen in een bellergroep.
2. Ga naar de gewenste bellergroep en druk op Kies. 3. Ga naar een van de volgende instellingen en druk op Kies. • Groepstitel. Als u de naam van de bellergroep wilt wijzigen, toetst u een nieuwe naam in en drukt u op OK. • Groepsbeltoon. Als u een speciale beltoon voor de groep wilt instellen, gaat u naar de gewenste toon en drukt u op OK. Standaard is de toon die is geselecteerd voor het huidige profiel. • Groepslogo.
Telefoonlijst Kopiëren via infrarood Een naam en telefoonnummer vanaf uw telefoon kopiëren Met behulp van de infraroodpoort (IR-poort) van de telefoon kunt u namen en telefoonnummers als visitekaartje verzenden naar een compatibele telefoon of een pc waarop een geschikte toepassing wordt uitgevoerd. 1. Controleer of de andere telefoon of de pc op de juiste wijze is ingesteld voor de ontvangst van gegevens via de IR-poort. 2. Vraag de gewenste naam of het gewenste nummer op. 3.
Als u de contactgegevens als een OTA-bericht wilt verzenden, zoekt u de gewenste naam en het gewenste nummer in de telefoonlijst en gebruikt u de optie Kaartje zenden. Als u een visitekaartje via IR wilt verzenden, gebruikt u de optie Zenden via IR. Zie ook Kopiëren via infrarood op pagina 48 Wanneer u een visitekaartje ontvangt, drukt u op Toon. Druk vervolgens op Opties, selecteer Opslaan of Wegdoen en druk op Kies. Opmerking: Visitekaartjes worden altijd in het geheugen van de telefoon opgeslagen.
Telefoonlijst Een nieuw nummer of tekstaantekening aan een naam toevoegen: In het interne telefoongeheugen kunt u meerdere nummers opslaan. Opmerking: Zorg ervoor dat u het gebruikte geheugen wijzigt van SIM-kaart in Telefoon voordat u namen en nummers opslaat. Zie De telefoonlijst selecteren op pagina 40 voor meer informatie. 1. Open de namenlijst, bijvoorbeeld door op of te drukken. 2. Ga met of naar de naam waaraan u een nieuw nummer of een nieuwe tekstaantekening wilt toevoegen en druk op Details.
1. Ga vanuit de namenlijst naar de gewenste naam en druk op Details. 2. Ga met Opties. of naar het nummer dat u als standaardnummer wilt instellen en druk op 3. Ga naar Als standaard en druk op Kies. Het type weergave instellen voor opgeslagen namen en telefoonnummers U kunt twee verschillende weergaven instellen voor opgeslagen namen en nummers. 1. Druk op Namen, ga met of naar Opties en druk op Kies. 2. Ga naar Type weergave kiezen en druk op Kies. 3.
Telefoonlijst Geheugenstatus U kunt controleren hoeveel procent van het interne telefoongeheugen nog vrij is, hoeveel namen en nummers in het SIM-kaartgeheugen zijn opgeslagen en hoeveel geheugen nog beschikbaar is. 1. Druk vanuit de standby-modus op Namen. 2. Ga met of naar Opties en druk op Kies. 3. Ga naar Geheugenstatus en druk op Kies. De status van de SIM-kaart wordt weergegeven. 4. Druk op of om de status van het interne telefoongeheugen weer te geven.
Een spraaklabel aan een telefoonnummer toevoegen U kunt spraaklabels uitsluitend toevoegen aan nummers in het interne telefoongeheugen. Wijzig eerst het gebruikte geheugen van SIM-kaart in Telefoon. Zie De telefoonlijst selecteren op pagina 40 voor instructies. Sla vervolgens een naam en nummer op in het geheugen van de telefoon. 1. U kunt de lijst met namen openen door op 2. Ga met Details. of of te drukken. naar de naam waaraan u een spraaknummer wilt toevoegen en druk op 3.
Telefoonlijst 8. Als het spraaknummer is opgeslagen, wordt de tekst Spraaknummer opgeslagen weergegeven en hoort u een piepsignaal. Het spraaknummer is nu opgeslagen in het interne telefoongeheugen en achter het telefoonnummer met het spraaknummer verschijnt het symbool . Opmerking: U kunt aan maximaal acht telefoonnummers een spraaknummer toekennen. Als het geheugen vol is, wordt u aangeraden een aantal spraaknummers te verwijderen. Bellen met behulp van een spraaknummer 1.
2. Ga naar Spraaknummer en druk op Kies. Gebruik de bladertoetsen het spraaknummer te zoeken dat u wilt afspelen, wijzigen of wissen. of om de naam met Een spraaknummer opnieuw afspelen: Als u de gewenste naam hebt gevonden, gaat u als volgt te werk: druk op Opties, ga naar Afspelen en druk op Kies. Houd de telefoon tegen uw oor om het spraaknummer te beluisteren. Een spraaknummer wissen: Als u de gewenste naam hebt gevonden, gaat u als volgt te werk: druk op Opties, ga naar Wissen en druk op Kies.
De menu’s gebruiken 5. De menu’s gebruiken De telefoon biedt een aantal functies waarmee u de telefoon kunt aanpassen aan uw persoonlijke wensen. Deze functies zijn ondergebracht in menu’s en submenu’s. Bij de meeste functies is een korte Help-tekst beschikbaar. Als u de Help-tekst wilt bekijken, gaat u naar de gewenste menufunctie en wacht u vervolgens 15 seconden. Als u de Help-tekst wilt sluiten, drukt u op Terug.
1. Druk op Menu. 2. Toets binnen twee seconden het indexnummer in van de menufunctie die u wilt activeren. Als u de functie Automatische toetsblokkering wilt inschakelen, gaat u als volgt te werk: Druk op Menu, , en . • Menu om het menu te openen • voor Instellingen • voor Instellingen toetsblokkering • voor Automatische toetsblokkering. ©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
De menu’s gebruiken ■ Overzicht van de menufuncties 1. Berichten 1. SMS intoetsen 2. Inbox 3. Outbox 4. Archief 5. Sjablonen 6. Mijn mappen 7. Allemaal wissen 8. Berichtinstellingen 2. Oproepinfo 1. Gemiste oproepen 2. Ontvangen oproepen 3. Laatst gekozen nummers 4. Laatste oproepen wissen 5. Gespreksduur tonen 1. Tijdsduur laatste 2. Totale tijdsduur 3. Ontvangen oproepen 4. Gekozen oproepen 5. Tijdsduurtellers op nul 6. Gesprekskosten tonen 1. Eenheden laatste 2. Totale eenheden 58 3. Profielen 1.
6. Lijn uitgaande oproepen3 7. Samenvatting na oproep 8. Fax- of dataoproep 9. Eigen nummer zenden 2. Telefooninstellingen 1. Taal 2. Celinformatie 3. Welkomsttekst 1. Wordt alleen getoond als de telefoon wordt gebruikt met de autoset CARK111. Het profiel wordt automatisch geactiveerd. 2. Wordt alleen getoond als de telefoon wordt gebruikt met de hoofdtelefoon HDC-9P. Het profiel wordt automatisch geactiveerd. 3.
De menu’s gebruiken 4. Blokkeerwachtwoord wijzigen 6. Terug naar fabrieks- instellingen 5. Doorschakel. 1. Alle spraak- oproepen doorschakelen 2. Doorschakelen indien in gesprek 3. Doorschakelen indien niet opgenomen 4. Doorschakelen indien buiten bereik 5. Doorschakelen indien niet beschikbaar 6. Alle fax-oproepen doorschakelen 7. Alle data-oproepen doorschakelen 8. Alle doorschakelingen annuleren 6. Spelletjes 1. Snake II 2. Opposite 3. Pairs II 4. Instellingen 7. Calculator 8. Kalender 9. Takenlijst 1.
1. Wordt alleen getoond indien ondersteund door uw SIM-kaart. De naam en inhoud zijn afhankelijk van de SIM-kaart. ©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved. 61 De menu’s gebruiken De menu’s gebruiken 14.
Menufuncties 6. Menufuncties ■ Berichten (menu 1) Vanuit het menu Berichten kunt u tekstberichten van maximaal 160 tekens lezen, opstellen en zenden, en uw eigen berichten voor later gebruik opslaan. Opmerking: Het nummer van de berichtencentrale wordt meestal op de SIM-kaart opgeslagen. Als dat niet het geval is, geldt het volgende: U kunt pas berichten verzenden of ontvangen als het nummer met de optie Nummer van berichtencentrale onder Berichtinstellingen is opgeslagen.
4. Druk op Opties om het bericht te verzenden. 5. Druk op Kies als Zenden wordt gemarkeerd. De lijst met opties bevat opties voor het verzenden, opslaan en wissen van het bericht dat u intoetst. Tip: U kunt het bericht ook verzenden door op ingetoetst. te drukken nadat u het bericht hebt 6. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in of zoek het nummer op in de telefoonlijst door op Zoeken te drukken. Ga naar het gewenste nummer en druk op OK. 7. Druk op OK om het bericht te verzenden.
Menufuncties 3. Druk op Opties, ga naar Woordenboek en druk op Kies. Opmerking: Tekstinvoer met woordenlijst is alleen beschikbaar voor de talen die vermeld staan bij de optie Woordenboek. 4. Ga naar de gewenste taal en druk op Kies. T9- woordenbk geactiveerd wordt weergegeven en de modus voor tekstinvoer met woordenlijst wordt geactiveerd, zoals wordt aangegeven door . U kunt van tekstinvoer met woordenlijst overschakelen naar gewone tekstinvoer. Druk op Opties en ga naar Woordenboek.
• Druk op Opties als u een woord wilt invoegen. Ga naar Woord invoeg. en druk op Kies. Toets het woord in en druk op Opslaan. • Als u in de tekenmodus één cijfer wilt invoegen, houdt u de toets met het gewenste cijfer ingedrukt. • Als u een aantal cijfers wilt intoetsen, drukt u op Opties. Ga naar Nr. invoegen en druk op Kies. Toets de gewenste cijfers in en druk op OK. • Houd ingedrukt als u een speciaal teken wilt invoegen. Selecteer het gewenste speciale teken en druk op Gebruik.
Menufuncties Het gewenste woord toevoegen aan de lijst met suggesties 1. Als in de modus voor tekstinvoer met woordenlijst geen suggesties voor een woord aanwezig zijn, kunt u een nieuw woord aan de woordenlijst toevoegen. Druk op Spellen en toets het gewenste woord in in de modus voor gewone tekstinvoer. 2. Druk op Opslaan. Opmerking: Als de woordenlijst vol is, vervangt het nieuwe woord het woord dat het minst wordt gebruikt. Samengestelde woorden intoetsen 1.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als deze wordt ondersteund door uw netwerkexploitant. U kunt alleen afbeeldingsberichten ontvangen en weergeven op toestellen die over de functie voor afbeeldingen beschikken. Een afbeelding invoegen in een tekstbericht: 1. Ga naar de berichten-editor en druk op Opties. 2. Ga naar Beeld bijvoegen en druk op Kies. De lijst met sjablonen voor afbeeldingsberichten wordt weergegeven. 3. Ga met geven.
Menufuncties 6. Druk op Opties en kies Zenden om het bericht te verzenden. • Een afbeeldingsbericht is samengesteld uit verschillende tekstberichten. Het verzenden van een afbeeldingsbericht kan dus meer kosten dan het verzenden van een tekstbericht. • Afbeeldingsberichten worden opgeslagen in het telefoongeheugen. U kunt ze dus niet bekijken als u de SIM-kaart met een ander toestel gebruikt.
U kunt het bericht ook naar de kalender van de telefoon kopiëren als herinnering (Naar kalender). Met de optie Details kunt u de naam en het telefoonnummer van de afzender, de berichtencentrale en de datum en tijd van ontvangst weergeven. Als u bijvoorbeeld nummers uit het huidige bericht wilt ophalen, kiest u de optie Gebruik Nr. of drukt u op . Een bericht beantwoorden 1. Druk vanuit het bericht dat u wilt beantwoorden op Opties, ga naar Antwoorden of Antw.
Menufuncties 4. Stel uw antwoord samen en druk op Opties. Ga naar Zenden en druk op Kies. Druk op OK om het bericht naar het weergegeven nummer te verzenden. Speciale verzendopties Een tekstbericht aan meerdere ontvangers zenden U kunt een bericht aan meerdere ontvangers zenden. Als u een antwoord wilt verzenden, gebruikt u de optie Meer kopieën onder Doorzendopties en als u een bericht wilt opstellen en verzenden, gebruikt u de optie Meer kopieën onder Verzendopties. 1.
De berichten archiveren De berichten die in het berichtengeheugen van de telefoon worden opgeslagen, worden ondergebracht in mappen. De mappen Inbox en Outbox Nadat u een binnengekomen tekst- of afbeeldingsbericht hebt gelezen, wordt het bericht opgeslagen in de map Inbox van het menu Berichten. Wanneer u een bericht hebt ingetoetst en/of verzonden, wordt het bericht opgeslagen in de map Outbox. Opmerking: Het knipperende pictogram geeft aan dat het berichtengeheugen vol is.
Menufuncties 2. Druk op Opties, ga naar Map toevoegen en druk op Kies. Toets de naam van de nieuwe map in en druk op OK. De inhoud van één map of van alle mappen verwijderen: 1. Ga vanuit het menu Berichten naar Allemaal wissen en druk op Kies. 2. Gebruik een van de volgende methoden: Ga naar de map waarvan u de inhoud wilt verwijderen en druk op OK. Druk vervolgens op OK als de tekst Alle gelezen berichten uit map wissen? verschijnt. Of Ga naar Gelezen ber.
2. Ga naar de instelling die u wilt selecteren en druk op Kies. Uw telefoon biedt twee typen berichtinstellingen: instellingen voor berichtprofielen en algemene instellingen die voor alle berichten gelden. Een berichtprofiel is een groep instellingen voor het zenden van tekstberichten.
Menufuncties De ontvanger van het bericht kan een antwoord verzenden via uw eigen berichtencentrale (netwerkdienst). Instelling voor Berichtprofielen1 In het submenu Berichtprofielen van het menu Berichtinstellingen kunt u de instellingen van een bepaald berichtprofiel wijzigen2. Elk berichtprofiel heeft een submenu met de volgende functies: • Nummer van berichtencentrale In dit menu kunt u het telefoonnummer opslaan van de berichtencentrale die u nodig hebt voor het zenden van tekstberichten.
Met deze optie kunt u de naam van een berichtprofiel wijzigen. ■ Oproepinfo (menu 2) In dit menu kunt u in de telefoon geregistreerde telefoonnummers bekijken en wissen. Bovendien kunt u de lengte en kosten van uw gesprekken weergeven (netwerkdienst).
Menufuncties Ontvangen oproepen (menu 2-2) In dit submenu kunt u een lijst bekijken van de tien laatste telefoonnummers vanwaar u oproepen hebt ontvangen (netwerkdienst). Laatst gekozen nummers (menu 2-3) In dit submenu kunt u een lijst bekijken van de tien laatste telefoonnummers die u hebt gebeld of hebt geprobeerd te bellen. Tip: U kunt de lijst met laatstgekozen nummers ook snel activeren door eenmaal op te drukken wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt.
Met deze netwerkdienst kunt u de kosten controleren van uw laatste gesprek of van alle gesprekken. De gesprekskosten worden voor elke SIM-kaart afzonderlijk weergegeven. U kunt de kosten van uw gesprekken beperken tot een bepaald aantal kosteneenheden of valutaeenheden met de optie Kostenlimiet. U kunt bellen en oproepen op uw kosten ontvangen zolang de opgegeven kostenlimiet niet wordt overschreden. Het aantal resterende eenheden wordt weergegeven in de standby-modus.
Menufuncties ■ Profielen (menu 3) Met de opties in het menu Profielen kunt u beltonen instellen voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen en bellergroepen. De meeste profielen kunnen ook voor een bepaalde tijd worden ingeschakeld. Opmerking: U kunt ook een ander profiel activeren door de aan/uit-toets in te drukken en het gewenste profiel te selecteren met de bladertoetsen. U kunt op deze manier geen Profielen met tijdfactor selecteren.
5. Bevestig de opgegeven tijd met OK. Opmerking: Als u de telefoon uitschakelt of aansluit op de carkit of de hoofdtelefoon, wordt het tijdelijke profiel beëindigd. Profielen aanpassen 1. Druk op Menu, ga naar Profielen en druk op Kies. De volgende lijst met opties wordt weergegeven: Normaal, Stil, Vergadering, Buiten, Semafoon, Handsfree, Hoofdtelefoon.
Menufuncties • Oproepsignaal, om aan te geven hoe u wordt gewaarschuwd wanneer een spraakoproep binnenkomt. De mogelijke opties zijn: Bellen, Oplopend, 1 x bellen, 1 x piepen en Stil. Als Oproepsignaal is ingesteld op Stil, hoort u geen beltonen of andere waarschuwingstonen. De modus Stil wordt aangeduid met het pictogram . Dit geldt echter alleen voor de profielen Stil en Vergadering. • Type beltoon, om het type beltoon voor spraakoproepen in te stellen. Tip: U kunt ook beltonen ontvangen via OTA.
Zie pagina 47 voor informatie over het instellen van een beltoon en een logo voor een bellergroep. De namen van profielen wijzigen U kunt de namen van de profielen desgewenst wijzigen, met uitzondering van de profielen Normaal, Handsfree en Hoofdtelefoon. 1. Druk op Menu, ga met of naar Profielen en druk op Kies. 2. Ga naar het profiel waarvan u de naam wilt wijzigen en druk op Opties. Ga vervolgens naar Naam wijz. en druk op OK. 3. Toets de nieuwe naam in en druk op OK.
Menufuncties sterker of zwakker wordt, wijzigt AVR het volume van de hoorn overeenkomstig waardoor u het gesprek goed kunt blijven volgen. U kunt AVR activeren via menu’s of u kunt de optie selecteren tijdens een gesprek. Opmerking: Als u de instelling AVR aan/AVR uit wijzigt tijdens een gesprek, geldt deze wijziging alleen voor de duur van dat gesprek. Opmerking: Automatische volumeregeling is alleen beschikbaar in draagbare modus.
Als deze functie is ingeschakeld, kunt u een inkomende oproep beantwoorden door kort op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de toetsen en . Als deze functie is ingeschakeld, kunt u een oproep niet beantwoorden door op Weiger te drukken. Automatisch opnieuw kiezen (menu 4-1-3) Als deze functie is ingeschakeld, worden na een mislukte oproeppoging maximaal tien pogingen gedaan om verbinding met dat telefoonnummer te maken.
Menufuncties Tip: U kunt van de ene lijn op de andere lijn overschakelen door in de standby-modus. ingedrukt te houden Samenvatting na oproep (menu 4-1-7) Wanneer u deze functie inschakelt, worden de duur en de kosten van het laatste gesprek kort weergegeven (netwerkdienst). Fax- of data-oproep (menu 4-1-8) Vanuit dit menu kunt u een fax- of dataoproep uitvoeren.
In dit menu kunt u de telefoon zodanig instellen dat wordt aangegeven wanneer de telefoon in een cellulair netwerk wordt gebruikt dat op MCN-technologie (Micro Cellular Network) is gebaseerd (netwerkdienst). Welkomsttekst (menu 4-2-3) In dit menu kunt u het bericht instellen dat kort wordt weergegeven wanneer u de telefoon inschakelt. Netwerk kiezen (menu 4-2-4) U kunt het netwerk waarop u bent aangesloten automatisch of handmatig selecteren.
Menufuncties Displaycontrast (menu 4-2-5) In dit menu kunt u het displaycontrast aanpassen. Er zijn tien (10) verschillende niveaus. 1. Selecteer Displaycontrast onder Telefooninstellingen. 2. U kunt het displaycontrast aanpassen met of . De balk op de display van de telefoon geeft het displaycontrast aan.
• de telefoon zich in de standby-modus bevindt en de door de gebruiker opgegeven wachttijd is verstreken. Toetsblokkeercode (menu 4-3-2) Met de toetsblokkeercode kunt u onbevoegd gebruik van de telefoon voorkomen. De standaardcode is 0000. Opmerking: U kunt de toetsblokkeercode alleen activeren als het gebruik van de PIN-code is ingeschakeld. Als u de toetsblokkeercode activeert door op Aan te drukken, wordt deze actie bevestigd met het bericht Blokkering aangezet.
Menufuncties Toetsblokkeercode wijzigen (menu 4-3-3) In dit submenu kunt u de huidige code of de standaardcode wijzigen. 1. Voer de nieuwe viercijferige blokkeringscode in en druk op OK. 2. Bevestig de opgegeven code. Opmerking: Als de telefoon is geblokkeerd, kunt u oproepen wel gewoon beantwoorden en kunt u tijdens het gesprek andere toetsen gebruiken. Het toetsenblok wordt weer geblokkeerd wanneer het gesprek wordt beëindigd.
Wanneer u dit submenu opent, wordt automatisch uw voicemailbox gebeld op het telefoonnummer dat is opgeslagen in menu 4-4-3. Voicemail is een netwerkdienst, waarop u zich mogelijk eerst moet abonneren. Tip: U kunt snel uw voicemailbox bellen door ingedrukt te houden vanuit de standby-modus of als u zich in een menu bevindt. Als boven de linkerselectietoets de tekst OK wordt weergegeven, drukt u op de toets om het nummer van uw voicemailbox te bellen.
Menufuncties PIN-code vragen (menu 4-5-1) U kunt uw SIM-kaart beveiligen door de telefoon zodanig in te stellen dat naar de PIN-code van uw SIM-kaart wordt gevraagd als het toestel wordt ingeschakeld. Hiervoor moet u de menufunctie PINcode vragen instellen op Aan. U hebt de PIN-code nodig om deze functie in te stellen. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd. Als dat niet het geval is, neemt u contact op met de netwerkexploitant.
Opmerking: Wanneer oproepen zijn geblokkeerd, kunnen in sommige netwerken mogelijk nog wel bepaalde alarmnummers worden gekozen (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Vaste nummers (menu 4-5-3) Met deze dienst kunt u uitgaande oproepen beperken tot bepaalde telefoonnummers als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Voor het opslaan en bewerken van nummers in de lijst hebt u de PIN2code nodig.
Menufuncties Beveiligingsniveau (menu 4-5-5) U kunt de telefoon tegen onbevoegd gebruik beveiligen met de beveiligingscode. Hiervoor moet u de menufunctie Beveiligingsniveau instellen op Telefoon of Geheugen. Wanneer het beveiligingsniveau is ingesteld op Telefoon, wordt naar de beveiligingscode gevraagd zodra een SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst die niet geregistreerd is als een van de laatste vijf gebruikte SIM-kaarten.
In dit menu kunt u een aantal instellingen op de oorspronkelijke waarden terugzetten. Hiervoor hebt u de beveiligingscode nodig. ■ Doorschakel. (menu 5) Met deze netwerkfunctie kunt u de inkomende gesprekken doorschakelen naar een ander nummer, bijvoorbeeld het nummer van uw voicemailbox. Raadpleeg uw netwerkexploitant voor meer informatie. In menu 5 kunt u een van de volgende opties instellen: • Alle spraakoproepen doorschakelen.
Menufuncties • Doorschakelen indien niet beschikbaar. Spraakoproepen worden doorgeschakeld wanneer uw nummer in gesprek is, als u de oproep niet beantwoordt of als de telefoon uitgeschakeld is of zich buiten het bereik van de netwerkdienst bevindt. • Alle fax-oproepen doorschakelen. Alle faxoproepen worden doorgeschakeld. • Alle data-oproepen doorschakelen. Alle dataoproepen worden doorgeschakeld.
Een spel voor 2 spelers starten U kunt Snake II ook spelen als spel voor 2 spelers. U speelt dan via de IR-poort van uw telefoon met iemand die een compatibele telefoon heeft waarop hetzelfde spel kan worden gespeeld. Voordat u het spel voor twee spelers start, moet u ervoor zorgen dat de IR-poorten van beide apparaten naar elkaar toe zijn gericht. Zie Infrarood (menu 12) op pagina 117. Beide spelers moeten de optie 2 spelers selecteren om het spel te starten.
Menufuncties ■ Calculator (menu 7) Met de calculator in uw telefoon kunt u optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en valuta omzetten. De nauwkeurigheid van deze calculator is beperkt en met name in lange delingen kunnen afrondingsfouten optreden. Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in wanneer het gebruik van draadloze telefoons is verboden of wanneerhet gebruik ervan interferentie of gevaar kan veroorzaken.
Valuta’s omrekenen Wanneer u de wisselkoers hebt ingesteld in de calculator kunt u valuta’s omrekenen met uw telefoon (zowel in de functie Calculator als in de standby-modus). In de standby-modus, voert u cijfers in en selecteert u Opties. Vervolgens selecteert u In eigen valuta of In vreemde val., afhankelijk van de waarde die u wilt berekenen. Opmerking: In standby-modus vindt u het decimaalteken onder ook als decimaalteken. .
Menufuncties De wisselkoers instellen in Calculator 1. Selecteer Calculator. 2. Druk op Opties en kies Wisselkoers. 3. Selecteer Vreemde val. uitgedrukt in eigen valuta of Eigen valuta uitgedrukt in vreemde valuta. 4. Stel de gewenste wisselkoers in. De wisselkoers wordt permanent in het geheugen van de telefoon opgeslagen. ■ Kalender (menu 8) In de kalender kunt u belangrijke afspraken, verjaardagen of telefoontjes instellen.
Druk vanuit de dagweergave op Opties, ga naar Dagnot. tonen en druk op Kies. Weekoverzicht In het weekoverzicht kunt u week voor week door de kalender bladeren. Het weekoverzicht openen: 1. Druk vanuit de dagweergave op Opties. 2. Ga naar Weekoverzicht en druk op Kies. Lijst met opties voor kalenderweergaven De lijst met opties voor kalenderweergaven bevat opties voor het maken van een notitie en het zenden van een notitie via de berichtencentrale of via IR.
Menufuncties 2. Druk op Opties, ga naar Notit. maken en druk op Kies. 3. Ga naar een van de volgende notitiesoorten en druk op Kies. Zie Namen en nummers opslaan op pagina 42 voor het intoetsen van letters en cijfers. • Meeting ( ) Voer de notitie in en druk op OK. Toets vervolgens de tijd in en druk op OK. • Oproep ( ) Toets het gewenste telefoonnummer in of haal het op uit de telefoonlijst en druk op OK. Toets de gewenste naam in of haal deze op uit de telefoonlijst en druk op OK.
■ Takenlijst (menu 9) De Takenlijst is een soort van tijdkaart waarmee werktijden en kosten kunnen worden bijgehouden. Daarnaast kunt u hier verschillende notities opslaan. De Takenlijst gebruikt de tijd- en datumindeling van de kalenderfunctie (zie pagina 98) en de real-time klok (zie pagina 110). Opmerking: Met behulp van een kabel of infraroodfunctie kunt u gegevens uit de Takenlijst als tekstbericht naar een andere telefoon zenden of overbrengen naar een compatibele pc.
Menufuncties batterijcapaciteit wordt uitgeschakeld, blijft de timer ook actief zolang er voldoende stroom is voor de hoofdklok van de telefoon. Herstarten (menu 9-1) In dit submenu kunt u de bestaande taak opnieuw starten. Als de Takenlijst geen taken bevat, is deze optie niet beschikbaar. • Selecteer Herstarten, ga naar de gewenste taak en druk op Starten. De taak wordt gestart en er wordt een nieuwe vermelding gemaakt. De actieve werkweergave wordt weergegeven. Nieuwe toev.
• Als u Per titel zoekt, worden de overige taken in alfabetische volgorde onder de eerste taak weergegeven. • Als u Per klant zoekt, worden alleen de taken van die klant weergegeven. Bewerken (menu 9-4) In dit submenu kunt u de titel en klantnaam van een bepaalde taak bewerken. Als u dit submenu hebt gekozen, wordt de Takenlijst weergegeven, waarin u het item dat u wilt bewerken kunt selecteren.
Menufuncties Als u een taak hebt geselecteerd, keert u terug naar de geschiedenisweergave. De geschiedenisweergave bevat de volgende gegevens: • De naam van een bepaalde opdracht of taak • De naam van de klant • Gemaakt • Vermeldingen • Totale tijd • Tot. salarissen • Tot. materiaal • Totale kosten • Opmerkingen Als u in deze weergave op Opties drukt, kunt u meer informatie weergeven, gegevens naar een andere telefoon zenden en gegevens wissen.
Met de toetsen of kunt u de volgende vermelding voor het actieve item weergeven. U kunt meer informatie over taken weergeven door op Opties te drukken. Tijdgegevens U kunt uitgebreide informatie over de werktijden weergeven door Tijdgegevens te selecteren. Gestart Gepauzeerd en / of Gestart Gestopt Salarissen zien U kunt uitgebreide informatie over de werktijden weergeven door Salarissen zien te selecteren.
Menufuncties Bedrag Kostprijs Totaal Elke weergave bevat informatie over slechts één vermelding. Noten bekijken U kunt alle noten lezen die voor de huidige vermelding zijn opgegeven. Als u Opties selecteert, kunt u noten bewerken of als tekstbericht naar een andere telefoon zenden. Als SMS-bericht zenden Met deze optie kunt u geschiedenisgegevens uit de Takenlijst als tekstbericht naar een andere telefoon zenden.
Actieve werkweergave De actieve werkweergave wordt weergegeven als er een taak actief is in de Takenlijst. Tevens wordt de tijdwaarneming gestart in deze weergave. Deze weergave biedt de volgende informatie: • de titel van de taak • de begintijd van de huidige vermelding • de duur van de huidige vermelding • de totale werktijd Als u Opties selecteert, kunt u de taak onderbreken of stoppen, kosten of noten toevoegen, een andere taak zoeken of de geschiedenis van een taak weergeven.
Menufuncties Wanneer u de taak hebt onderbroken, kunt u deze stoppen, de geschiedenis weergeven, en kostgegevens en noten toevoegen. Taak stoppen 1. Druk op Stoppen om de taak te beëindigen. 2. Bevestig uw keuze met OK. De timer wordt gestopt en de huidige taak wordt beëindigd. De taak wordt opgeslagen.
• Selecteer Tarief om het uurloon weer te geven • Selecteer Totaal om de huidige samenvattingsgegevens van salarissen weer te geven Met de optie Materiaal kunt u materiaalkosten toevoegen aan de totale kosten. 1. Toets een naam of andere kenmerkende gegevens in bij Materiaal-ID: en druk op OK. 2. Toets het aantal gebruikte onderdelen in. 3. Toets de prijs per onderdeel in bij Prijs: en druk op OK.
Menufuncties ■ Klok (menu 10) Stopwatch (menu 10-1) Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in wanneer het gebruik van draadloze telefoons is verboden of wanneerhet gebruik ervan interferentie of gevaar kan veroorzaken. Met behulp van de functie Stopwatch op de telefoon kunt u tijden opnemen. U kunt tussentijden en rondetijden opnemen.
U kunt tijden opnemen door Menu-Klok-Stopwatch-Tussentijden te selecteren. De begintijd (00:00:00:0) wordt digitaal weergegevens, met grote cijfers. 1. Druk op Starten om de stopwatch te starten. 2. Druk op Stop als u de tijdopname wilt beëindigen. Wanneer u de tijdopname stopt, wordt het resultaat weergegeven op de display. Opmerking: Wanneer de tijd de waarde 99:59:59:9 overschrijdt, begint de teller weer bij 00:00:00:0 en blijft de klok lopen.
Menufuncties Rondetijden U kunt deze functie starten door Rondetijden te selecteren in het hoofdmenu van de stopwatch. 1. Druk op Starten om de klok te starten. 2. Druk op Rondetijd om de rondetijd weer te geven. Als u op Rondetijd drukt, wordt de tijd vastgelegd en begint de opname meteen weer vanaf nul. De meest recente rondetijd wordt onder de actieve tijd weergegeven. U kunt drie rondetijden tegelijk weergeven op de display van de telefoon. Met de bladertoetsen en kunt u andere rondetijden weergeven.
Als u een tijdset selecteert, kunt u de bijbehorende tijden bekijken. Tussentijden en rondetijden worden in een kleiner lettertype onder de eindtijd weergegeven. Met de bladertoetsen en kunt u andere tijden weergeven. In deze weergave kunt u tijden wissen door achtereenvolgens Opties en Tijden wissen te selecteren. Tijden wissen Met de optie Tijden wissen in het hoofdmenu van Stopwatch kunt u tijden uit het stopwatchgeheugen wissen. U kunt deze optie ook vinden in het menu Opties.
Menufuncties Voor de alarmklok wordt de tijdnotatie gebruikt die voor de klok is ingesteld: 12-uurs of 24-uurs notatie. In de standby-modus geeft de indicator in de kopregel aan dat het alarm is ingesteld (Aan). De alarmklok werkt ook wanneer de telefoon is uitgeschakeld. Als het alarmtijdstip is aangebroken: De telefoon laat een waarschuwingstoon horen. Daarnaast wordt de tekst Alarm! weergegeven en knippert de telefoonverlichting. Druk op Stop om het alarm te stoppen.
Via dit menu kunt u de klok afbeelden of verbergen. Tijd instellen (menu 10-3-2) 1. Open menu 10-3-2 en druk op Kies. 2. Toets de huidige tijd in en druk op OK. Tijdsnotatie (menu 10-3-3) In dit submenu kunt u opgeven of u de 12-uurs of de 24-uurs notatie wilt gebruiken. Ga naar de gewenste notatie en druk op OK. De klok wordt ook gebruikt voor de volgende functies: Berichten (menu 1), Oproep-info (menu 2), Alarmklok (menu 10-2), Kalender (menu 8) en Takenlijst (menu 9).
Menufuncties Het geluidsniveau wordt door middel van een verticale balk grafisch weergegeven. Er is ook een numerieke weergave van het geluidsniveau. De piekwaarde wordt boven aan de display weergegeven in een kader en de huidige waarde wordt daaronder vermeld. De numerieke waarden worden in decibel (dB) uitgedrukt. Opmerking: Het is niet mogelijk om het geschatte geluidsniveau tijdens een gesprek te meten. De Geluidsmeter in de telefoon is dus GEEN professioneel precisieinstrument.
Met dit menu kunt u de telefoon instellen op het ontvangen van gegevens via de IR-poort (infraroodpoort). Als u een IR-verbinding wilt gebruiken, moet het apparaat waarmee u verbinding wilt maken IrDA-compatibel zijn. Via de IR-poort van de telefoon kunt u gegevens zoals visitekaartjes (namen en nummers die in de telefoonlijst zijn opgeslagen) en kalendernotities, zenden naar of ontvangen van een compatibele telefoon of een compatibel gegevensapparaat (bijvoorbeeld een computer).
Menufuncties 2. Wanneer u gegevens ontvangt via IR, activeert u de IR-poort van de telefoon door het menu Infrarood (menu 12) te activeren. 3. De gebruiker van het zendende toestel selecteert vervolgens de gewenste IR-functie om de datatransmissie te starten. Als de datatransmissie niet binnen twee minuten na het activeren van de IR-poort wordt gestart, wordt de verbinding verbroken en moet u opnieuw beginnen. Opmerking: Uw telefoon is een laserproduct van Klasse 1.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. U hebt toegang tot WAP-diensten via het menu Diensten (Menu 13) nadat u de instellingen hebt opgeslagen waarmee men toegang heeft tot de dienst.
Menufuncties • Als u de ontvangen instellingen wilt opslaan, drukt u op Opties en gaat u naar Opslaan. • Als u de instellingen eerst wilt bekijken, drukt u op Opties en gaat u naar Bekijken. De naam en het homepage-adres van de ontvangen instelling wordt weergegeven. Druk op Opslaan om de instellingen op te slaan of druk op Terug om terug te keren naar de lijst met opties. De instellingen intoetsen Opmerking: De verbindingsinstellingen worden geleverd door de aanbieders van WAP-diensten.
SMS als drager Servernummer Dienstnummer Data als drager Inbelnummer IP-adres Verificatietype - selecteer Beveiligd of Normaal Type dataoproep - selecteer Analoog of ISDN. U kunt een vast type dataoproep selecteren dat ook invloed heeft op de snelheid van de dataoproep. Als u ISDN selecteert, omvat de snelheid alleen de opties 9600 en 14400 bps. Snelheid dataoproep - Automatisch selecteert de snelheid van de dataoproep automatisch. Dit is echter niet mogelijk als ISDN is geselecteerd als type dataoproep.
Menufuncties intoetsen op pagina 120 voor instructies. Als u de optie Nieuwe naam selecteert, kunt u de naam van de verbindingsset wijzigen. U kunt kiezen of u afbeeldingen wilt weergeven en u kunt aangeven hoe de tekst op het scherm moet worden weergegeven terwijl u door een WAP-pagina bladert. In sommige gevallen is tekstdoorloop standaard uitgeschakeld voor een WML-pagina (dit wil zeggen dat regels worden afgekapt als deze te lang zijn). Selecteer Aan om de volledige tekst weer te geven. 1.
2. Ga naar Instellingen en druk op Kies. 3. Druk op Kies wanneer Verbindingsinstellingen wordt weergegeven. 4. Ga naar de gewenste verbindingsset en druk op Opties. Ga vervolgens naar Activeren en druk op Kies. Een WAP-pagina openen door de homepage te openen 1. Druk vanuit de standby-modus op Menu, ga naar Diensten en druk op Kies. 2. Druk op Kies wanneer Home wordt gemarkeerd om verbinding te maken met de homepage van de dienst.
Menufuncties Een WAP-pagina openen via de bookmarks 1. Druk op Menu, ga naar Diensten en druk op Kies. 2. Ga naar Bookmarks en druk op Kies. 3. Ga naar de gewenste bookmark en druk op Opties. Ga naar Ga naar en druk op Kies om verbinding te maken met de dienst. Opmerking: Een bookmark kan verbonden worden met de verbindingsinstelling die u gebruikte toen de bookmark werd toegevoegd.
• Druk op de rechterselectietoets • Druk op de linkerselectietoets om letters en cijfers in te toetsen en gebruik de toets om , bijvoorbeeld om terug te keren naar de vorige WAP-pagina , bijvoorbeeld om de lijst met opties weer te geven Tijdens het browsen door een dienst kunt u op Opties drukken om een lijst met beschikbare opties weer te geven. Ga naar de gewenste optie en druk op Kies.
Menufuncties 2. Ga naar Cache wissen en druk op Kies om het cachegeheugen van de telefoon leeg te maken. Beveiligingscertificaten Voor bepaalde diensten hebt u een beveiligingscertificaat nodig. Een beveiligingscertificaat wordt gebruikt om veilige communicatie met een WAP-gateway of een server mogelijk te maken. De certificaten worden gebruikt om handtekeningen van WAP-gateway- of servercertificaten te controleren en kunnen worden opgehaald tijdens het browsen.
Naast de functies die op de telefoon zelf beschikbaar zijn, kan uw SIM-kaart extra diensten bieden die u kunt activeren via menu 14. Menu 14 wordt uitsluitend weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en de inhoud van het menu zijn volledig afhankelijk van de beschikbare diensten.
Fax- en gegevensverkeer 7. Fax- en gegevensverkeer U kunt met uw telefoon gegevens naar andere apparaten overbrengen door de telefoon via een IRverbinding of seriële kabel op een compatibele pc an te sluiten. Als u e-mail- en faxberichten wilt verzenden en ontvangen, verbinding wilt maken met computers en wilt surfen op het Internet, moet op uw computer de juiste software voor gegevens- en faxcommunicatie zijn geïnstalleerd.
Pas een van de volgende methoden toe: Via IR: • Activeer de IR-verbinding van uw telefoon door menu 12 te selecteren. • Zorg dat de infraroodpoort van de telefoon gericht is op de infraroodpoort van de pc. Via een kabel: • Sluit de kabel DLR-3P aan op de seriële poort aan de achterzijde van uw pc. • Sluit de DLR-3P-kabel aan op uw telefoon. Opmerking: Zowel de kabel als de connector moeten droog zijn. Start de toepassing voor gegevensverkeer op de pc.
Naslaginformatie 8. Naslaginformatie ■ Toegangscodes U kunt de hier beschreven toegangscodes gebruiken om de telefoon en de SIM-kaart te beveiligen tegen onbevoegd gebruik. U kunt de toegangscodes (met uitzondering van de PUK-, PUK2- en toetsblokkeercode) wijzigen met menu 4-5-6. Zie het volgende gedeelte. Beveiligingscode (5 cijfers) U kunt de beveiligingscode gebruiken om onbevoegd gebruik van de telefoon te voorkomen. De fabrieksinstelling voor de beveiligingscode is 12345.
PUK-code (8 cijfers) De PUK-code (Personal Unblocking Key) is nodig om een geblokkeerde PIN-code te wijzigen. Het is mogelijk dat deze code bij de SIM-kaart wordt geleverd. Als dat niet het geval is, kunt u de netwerkexploitant om de code vragen. Als u de code niet meer weet, neemt u contact op met de netwerkexploitant. PUK2-code (8 cijfers) De PUK2-code die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd, is nodig om een geblokkeerde PIN2-code te wijzigen.
Naslaginformatie ■ Informatie over de batterij De batterij opladen en ontladen • Laad de telefoon nooit op als de connector aan de onderkant van de telefoon of de telefoon zelf nat of vochtig is. • Laad de telefoon nooit op in een natte of vochtige omgeving. • De telefoon werkt met een oplaadbare batterij. • De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen.
• De batterij moet droog blijven. • Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. • Gebruik nooit een beschadigde of versleten lader of batterij. • Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in een tas of jaszak hebt tezamen met een metalen voorwerp (zoals een munt, paperclip of pen) dat in direct contact komt met de poolklemmen van de batterij (de metalen strips aan de achterzijde).
Onderhoud Onderhoud Uw telefoon is een geavanceerd apparaat, dat met zorg is ontworpen en geproduceerd. Ga er zorgvuldig mee om. De tips hieronder kunnen u helpen om aanspraak te blijven maken op de geldende garantie en vele jaren plezier te hebben van dit product. Voor het gebruik van de telefoon, batterij, lader of eventuele accessoires geldt: • Houd het apparaat en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kinderen. • Probeer het apparaat droog te houden.
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved. 135 Onderhoud Onderhoud • Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als de telefoon, batterij, lader of een accessoire niet goed werkt. Het personeel daar zal u helpen en eventueel zorgen voor onderhoud of reparatie.
Belangrijke veiligheidsinformatie Belangrijke veiligheidsinformatie ■ Verkeersveiligheid Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Als u een telefoon wilt gebruiken, moet u de auto eerst parkeren voordat u een gesprek begint. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
Mensen met pacemakers: • Moeten de telefoon op meer dan 20 cm afstand houden van hun pacemaker als de telefoon is ingeschakeld; • Moeten de telefoon niet in een borstzak dragen; • Moeten het oor aan de andere zijde van het lichaam dan waar de pacemaker zich bevindt gebruiken om de mogelijkheid tot interferentie te minimaliseren. • Als u denkt dat er interferentie plaatsvindt, moet u de telefoon onmiddellijk uitschakelen.
Belangrijke veiligheidsinformatie Voertuigen RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip-remsystemen (of antiblokkeer-remsystemen), systemen voor elektronische snelheidsregeling, airbag-systemen). Raadpleeg de fabrikant van uw voertuig of een vertegenwoordiger van de fabrikant voor meer informatie.
Voor auto’s met een airbag geldt dat de airbag met zeer veel kracht wordt opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto kan dit ernstige verwondingen veroorzaken als de airbag wordt opgeblazen. Schakel de telefoon uit voordat u een vliegtuig binnengaat.
Belangrijke veiligheidsinformatie 2. Druk zo vaak als nodig is op menu af te sluiten, enzovoort). om de display leeg te maken (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een 3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers verschillen van land tot land. 4. Druk op de toets .
Gewicht: • 174 g Afmetingen (min.- max): • 142 x 50-58 x 23-27 mm, 159 cm3 Gesprekstijd: • 3 uur 15 min - 5 uur 50 min1 Standby-tijd: • 72 uur - 336 uur1 Duurzaamheid: • De Nokia 6250 is bestand tegen een val van 3 meter en kan maximaal 1 minuut onder water2 worden gehouden (bij een maximum waterdiepte van 0,5 meter). Display: Verlichte, volledig grafische, dynamische display met hoge resolutie en regelbaar contrast, 96 x 60 pixels, 30.6mm x 24.1 mm en batterij- en signaalindicatoren met 7 niveaus.
BEPERKTE GARANTIE VAN DE FABRIKANT GEDEELTE REGIO EUROPA EN AFRIKA Deze beperkte garantie zal van toepassing zijn in een gedeelte van de Regio Europa en Afrika van Nokia Mobile Phones tenzij een lokale garantie bestaat. Nokia Mobile Phones Ltd (“Nokia”) garandeert dat dit Nokia-product (“Product”) op het ogenblik van zijn originele aankoop vrij is van defecten in materialen, ontwerp en afwerking onder voorbehoud van de volgende bepalingen en voorwaarden: 1.
■ GARANTIEBEWIJS VUL IN IN BLOKLETTERS Naam Koper: __________________________________________________ Adres: __________________________________________________ __________________________________________________ Land: __________________________________________________ Telefoon: __________________________________________________ Datum aankoop (dd/mm/jj): |__|__| /|__|__| /|__|__| Type Product (op telefoon type etiket onder batterij): |__|__|__| − |__|__|__| Model Product (op telefoon type etiket onder batteri