Gebruikershandleiding voor de Nokia 6220 classic 9207930 Versie 2
CONFORMITEITSVERKLARING 0434 Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-328 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. © 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People, Navi, Visual Radio en Nokia Care zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoudsopgave VEILIGHEID ....................................... 6 Ondersteuning .................................. 8 Help ...................................................................... 8 Nokia-ondersteuning en contactgegevens ............................................... 8 1. Aan de slag................................... 9 (U)SIM-kaart en batterij plaatsen................ 9 Geheugenkaart .................................................. 9 De batterij opladen ...................................
9. Camera ........................................ 48 15. Instellingen.............................. 69 Afbeeldingen vastleggen ............................. 48 Video’s opnemen............................................ 52 Camera-instellingen ..................................... 53 Spraakopdrachten .......................................... 69 Telefooninstellingen ...................................... 69 Spraak................................................................ 72 10. Media .............
VEILIGHEID Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoon verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
en gebruik alleen diensten en andere software van betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden, zoals toepassingen die Symbian-onderschreven zijn of de Java Verified™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele aangesloten computers. Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige functies van dit apparaat, zoals het bekijken van webpagina’s, het verzenden van e-mail, push to talk en het uitwisselen van multimediaberichten, vereisen netwerkondersteuning voor deze technologieën. ■ Batterij verwijderen Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. Ondersteuning ■ Help Uw apparaat is voorzien van contextafhankelijke Help.
Als uw netwerk het draadloos bijwerken van software ondersteunt, kunt u mogelijk ook updates via het apparaat aanvragen. Zie ’Software bijwerken’ op pag. 75. Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw serviceprovider overgedragen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Een geheugenkaart plaatsen De geheugenkaart is mogelijk bij het apparaat geleverd en het kan zijn dat deze al in het apparaat is geplaatst. 1. Open het klepje van de geheugenkaartsleuf (1). 2. Plaats de geheugenkaart in de sleuf met het goudkleurige contactgebied naar beneden gericht (2). 3. Duw de kaart voorzichtig op zijn plaats. Sluit het klepje van de sleuf goed (3).
■ Het apparaat in- en uitschakelen Houd de aan/uit toets ingedrukt. Als een PIN-code wordt gevraagd, voert u de PIN-code in en selecteert u OK. Als u naar de blokkeringscode wordt gevraagd, voert u deze in en selecteert u OK. De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345. Zie ’Toegangscodes’ op pag. 17 voor meer informatie over toegangscodes. Selecteer het land waarin u zich bevindt en voer de lokale tijd en datum in om de juiste tijdzone, tijd en datum in te stellen. Zie ook ’Klok’ op pag. 65.
Antennelocaties Antenne mobiel netwerk (1) GPS-antenne (2) Bluetooth-antenne (3) Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Zoals bij alle radiozendapparatuur, geldt dat u onnodig contact met het gebied rond de antenne moet vermijden als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met zo’n antenne kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan anders noodzakelijk is en kan de levensduur van de batterij verkorten.
■ Gegevens overbrengen Als u gegevens, zoals contacten, van uw oude apparaat wilt overbrengen, raadpleegt u ’Gegevensoverdracht’ op pag. 76. 2.
Luidspreker (19) Cameraflitser (20) Hoofdcameralens (21) Schuif voor het openen van de cameralenscover (22) Aan/uit-toets (23) Volumetoets (24) Cameratoets (25) ■ Stand-by modus Wanneer u het apparaat hebt ingeschakeld en bent aangemeld bij een netwerk, bevindt het apparaat zich in de stand-by modus en is deze klaar voor gebruik. Als u de lijst met de laatst gekozen nummers wilt weergeven, drukt u op de beltoets.
Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode invoeren. ■ Symbolen Pictogrammen of – De telefoon heeft verbinding met een UMTS- of GSM-netwerk.
of – Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld; er worden gegevens verzonden met behulp van Bluetooth-technologie. – Er is een USB-verbinding actief. Mogelijk worden er ook andere symbolen weergegeven. GPS-verlichting De GPS-verlichting knippert als uw apparaat een GPS-verbinding probeert te maken en blijft branden als de GPS-verbinding tot stand is gebracht. Statusverlichting U kunt instellen dat de verlichting rond de bladertoets langzaam knippert om aan te geven dat het apparaat is ingeschakeld.
Als u een toepassing of map wilt sluiten, selecteert u Terug en Afsluiten zo vaak als nodig is om terug te keren naar de stand-by modus. U kunt ook Opties > Afsluiten selecteren. Als u geopende toepassingen wilt weergeven of tussen toepassingen wilt schakelen, houdt u ingedrukt. Ga naar een toepassing en selecteer deze. Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Blokkeringscode Met de blokkeringscode (5 cijfers) vergrendelt u het apparaat. De vooraf ingestelde code is 12345. Wijzig de code en stel in dat de code wordt gevraagd in het apparaat. Als u de code vergeet terwijl het apparaat is vergrendeld, moet u het apparaat wegbrengen voor onderhoud en worden er mogelijk extra kosten in rekening gebracht. Neem contact op met een Nokia Care-centrum of de winkel waar u het toestel hebt gekocht voor meer informatie.
SMS-bericht wilt definiëren, selecteert u > Instellingen > Telefooninst. > Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart > Ext. telef.vergrendeling. Het bericht mag 5 tot 20 tekens lang zijn. Als u het apparaat wilt vergrendelen, stuurt u het SMS-bericht naar het telefoonnummer van uw mobiel. Selecteer Blok. oph. en voer de blokkeringscode in als u het apparaat weer wilt gebruiken. ■ Download! Download! (netwerkdienst) is een winkel voor mobiele inhoud die op uw apparaat beschikbaar is.
■ Een USB-gegevenskabel aansluiten Sluit een compatibele USB-gegevenskabel aan op de USB-aansluiting. Als u de standaard USB-verbindingsmodus wilt selecteren of de actieve modus wilt wijzigen, selecteert u > Instellingen > Connect. > USB > USB-verbindingsmodus en de gewenste modus. Kies Vragen bij verbinding > Nee als u wilt instellen of de standaardmodus automatisch moet worden geactiveerd. 3. Belfuncties Als u het volume tijdens een gesprek wilt aanpassen, drukt u op de volumetoetsen.
Selecteer > Instellingen > Snelkeuze als u een telefoonnummer aan een snelkeuzetoets wilt toewijzen. Ga naar een toetspictogram en selecteer Toewijzen en de contactpersoon Als u het nummer wilt wijzigen, selecteert u Opties > Wijzigen. Als u de functie Snelkeuze wilt activeren, selecteert u > Instellingen > Telefooninst. > Telefoon > Oproep > Snelkeuze > Aan. Voor het bellen van een snelkiesnummer houdt u de snelkeuzetoets ingedrukt tot de oproep begint.
Een conferentiegesprek voeren Conferentiegesprekken (netwerkdienst) tussen maximaal zes deelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund. 1. Bel de eerste deelnemer. 2. Als u een andere deelnemer wilt bellen, selecteert u Opties > Nieuwe oproep. 3. Als u een conferentiegesprek wilt starten wanneer de nieuwe oproep is beantwoord, selecteert u Opties > Conferentie. Als u een nieuwe persoon aan het gesprek wilt toevoegen, herhaalt u stap 2 en selecteert u Opties > Conferentie > Toev. aan confer.. 4.
uw serviceprovider voor informatie over beschikbaarheid van en abonnementen op video-oproepdiensten. Aan een video-oproep kunnen maar twee partijen deelnemen. Er mogen ook geen andere spraak-, gegevens- of video-oproepen actief zijn. De video-oproep kan worden uitgevoerd met een compatibele mobiele telefoon of een ISDN-client. U hebt een foto gemaakt die u wilt versturen in plaats van de video. U hebt het verzenden van video vanuit uw apparaat geweigerd. 1.
Oproep weig. met bericht en Berichttekst - Zie ’Een oproep beantwoorden of weigeren’ op pag. 22. Eigen video in ontv. oprp. - Hiermee stelt u in of u uw eigen video-afbeelding wilt verzenden bij een binnenkomende video-oproep. Afb. in video-oproep - Hiermee kunt u een foto selecteren die wordt weergegeven wanneer u een video-oproep weigert. Autom. herkiezen - Hiermee stelt u het apparaat in op maximaal tien kiespogingen om een verbinding tot stand te brengen. Gespreksduur tonen en Samenvatting na opr.
2. Ga naar de gewenste blokkeringsoptie en selecteer Opties > Inschakelen. Voor het wijzigen van de instellingen hebt u het blokkeringswachtwoord nodig dat u hebt gekregen van uw serviceprovider. De functies voor het blokkeren en doorschakelen van oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn. Wanneer oproepen zijn geblokkeerd, kunt u mogelijk nog wel officiële alarmnummers kiezen. Netwerk Selecteer > Instellingen > Telefooninst.
• Zorg ervoor dat u een actieve UMTS-verbinding hebt binnen het bereik van een UMTS-netwerk. Als u tijdens een deelsessie het UMTS-netwerk verlaat, wordt de deelsessie onderbroken, maar wordt de spraakoproep voortgezet. Instellingen Video delen Een verbinding tussen twee personen wordt ook wel een SIP-verbinding (Session Initiation Protocol) genoemd. Voordat u Video delen kunt gebruiken, vraagt u de serviceprovider naar het geconfigureerde SIP-profiel dat u in het apparaat moet gebruiken.
4. Selecteer Stoppen als u de deelsessie wilt beëindigen. Als u de spraakoproep wilt beëindigen, drukt u op de eindetoets. Een uitnodiging accepteren De telefoon gaat over wanneer u een uitnodiging ontvangt. In de uitnodiging wordt de naam van de afzender of het SIP-adres weergegeven. Selecteer Ja om de deelsessie te starten. Selecteer Nee om de uitnodiging te weigeren en terug te keren naar de spraakoproep.
kunnen negatief worden beïnvloed door uw positie, gebouwen, natuurlijke obstakels en weersomstandigheden. U moet de GPS-ontvanger alleen buitenshuis gebruiken voor de ontvangst van GPS-signalen. GPS moet niet worden gebruikt voor exacte plaatsbepaling en u moet nooit uitsluitend op de locatiegegevens van de GPS-ontvanger vertrouwen voor plaatsbepaling of navigatie.
Het apparaat correct vasthouden Wanneer u de ontvanger gebruikt, richt u het apparaat vanuit een rechtopstaande positie, in een hoek van circa 45 graden en met een niet-geblokkeerd uitzicht, naar de lucht. Het kan enkele seconden tot enkele minuten duren voordat een GPS-verbinding tot stand is gebracht, in een auto mogelijk nog langer. Zie ’GPS-verlichting’ op pag. 16. Als u de GPS-ontvanger gebruikt, is de batterij mogelijk sneller leeg.
■ Kaarten De kaartdekking verschilt per land of regio. Kaarten zijn bijvoorbeeld mogelijk niet beschikbaar vanwege bijvoorbeeld wettelijke beperkingen van landen of regio’s. Voor zover is toegestaan volgens de geldende wetgeving geeft Nokia geen enkele garantie op de beschikbaarheid, nauwkeurigheid, juistheid of actualiteit van kaarten.
Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraat en volledig. Vertrouw nooit uitsluitend op de cartografie die u voor dit apparaat hebt gedownload. Op het moment dat u Kaarten opent, wordt de hoofdstad weergegeven van het land waarin u zich bevindt of de locatie die tijdens de laatste sessie is opgeslagen. De kaart van de locatie wordt, indien nodig, ook gedownload.
Als u een locatie naar een compatibel apparaat wilt zenden, drukt u op de navigatietoets en selecteert u Verzenden. Als u de locatie in een SMS-bericht verzendt, wordt de informatie naar platte tekst geconverteerd. Opgeslagen items weergeven Selecteer Opties > Favorieten > Mijn plaatsen of Routes om de locaties of routes weer te geven die u op het apparaat hebt opgeslagen. Selecteer Opties > Favorieten > Geschiedenis om te controleren naar welke locaties u hebt gezocht op de kaart.
Map Loader gebruikt, aangezien Nokia Map Loader de geschiedenisgegevens van kaarten gebruikt. Raadpleeg voor het installeren van Nokia Map Loader op een compatibele pc. Volg de instructies op het scherm. Route plannen Als u een route wilt plannen, selecteert u een locatie op de kaart of zoekt u een locatie, drukt op de navigatietoets en selecteert u Toevoegen aan route. Als u meerdere locaties aan uw route wilt toevoegen, selecteert u Opties > Routepunt toevoegen en zoekt u naar de locatie.
Als u wilt beginnen met navigeren, selecteert u een locatie, drukt u op de navigatietoets en selecteert u Hierheen rijden of Hierheen lopen. Wanneer u de autonavigatie de eerste keer gebruikt, wordt u gevraagd de taal van de gesproken begeleiding te selecteren en de bestanden voor gesproken begeleiding te downloaden. Als u de taal later wilt wijzigen, gaat u naar de hoofdweergave van Kaarten en selecteert u Opties > Instrumenten > Instellingen > Navigatie > Gesproken begeleiding.
■ Plaatsen Selecteer > Toepass. > Plaatsen. Met Plaatsen kunt u de positiegegevens van specifieke locaties opslaan op uw apparaat. U kunt de opgeslagen plaatsen gebruiken in compatibele toepassingen als GPS-gegevens en Kaarten. Selecteer > Toepass. > Plaatsen > Opties > Nieuwe plaats als u een nieuwe plaats wilt maken. Selecteer Huidige positie als u de positie van de coördinaten van uw locatie wilt aanvragen. Selecteer Handmatig opgeven als u de positiegegevens handmatig wilt invoeren.
wilt weergeven, selecteert u Opties > Stoppen. De berekende waarden blijven op het scherm staan. Selecteer Herstellen om de reisafstand, de tijd, de gemiddelde snelheid en maximumsnelheid in te stellen op nul, en een nieuwe berekening te starten. Selecteer Opnieuw starten om de odometer en totale tijd in te stellen op nul. De tripmeter heeft een beperkte nauwkeurigheid en er kunnen afrondingsfouten voorkomen.
2. Wanneer u het woord hebt ingetoetst en het resultaat klopt, bevestigt u het door met de navigatietoets vooruit te gaan of een spatie in te voegen. Als het woord niet correct is, drukt u herhaaldelijk op * om de overeenkomende woorden in de woordenlijst één voor één te bekijken. Als u het teken ? ziet achter het woord, staat het gewenste woord niet in de woordenlijst. Selecteer Spellen om het woord aan de woordenlijst toe te voegen. Voer het woord (maximaal 32 tekens) in en selecteer OK.
■ Berichten invoeren en verzenden Het apparaat ondersteunt het verzenden van tekstberichten die langer zijn dan de tekenlimiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als een set van twee of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in sommige taalopties nemen meer ruimte in beslag, waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt beperkt.
■ Inbox Inbox bevat alle ontvangen berichten behalve infodienst- en e-mailberichten. Als u ontvangen berichten wilt lezen, selecteert u > Berichten > Inbox en het bericht. Als u een lijst wilt weergeven met de mediaobjecten in een multimediabericht, opent u het bericht en selecteert u Opties > Objecten. Het apparaat kan verschillende soorten berichten ontvangen, zoals operatorlogo’s, visitekaartjes, agenda-items en beltonen. U kunt de speciale berichtinhoud op uw apparaat opslaan.
Als u bijlagen bij een e-mailbericht (aangegeven met ) wilt weergeven, selecteert u Opties > Bijlagen. U kunt bijlagen in ondersteunde indelingen bekijken, ophalen en opslaan. E-mailberichten verwijderen Als u een e-mailbericht uit het apparaat wilt verwijderen maar het in de externe mailbox wilt behouden, selecteert u Opties > Verwijderen > Alleen telefoon. Selecteer Opties > Verwijderen > Telefoon en server als u een e-mailbericht wilt verwijderen uit zowel het apparaat als de externe mailbox.
Selecteer andere instellingen voor de berichtlezer in Spraak en blader rechts naar Instellingen. ■ Berichten op de SIM-kaart bekijken Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u deze naar een map in uw apparaat kopiëren. Selecteer > Berichten > Opties > SIM-berichten, markeer de berichten die u wilt kopiëren en selecteer Opties > Kopiëren plus de map waarnaar u de berichten wilt kopiëren.
Gebruikersinstellingen - Hiermee definieert u de gebruikersinstellingen, zoals het moment waarop berichten worden verzonden en of deze een handtekening bevatten. Inst. voor ophalen - Hiermee definieert u de instellingen voor ophalen, zoals welke delen van de berichten worden opgehaald en hoeveel berichten worden opgehaald. Automatisch ophalen - Hiermee definieert u de instellingen voor het automatisch ophalen van berichten na een ingestelde periode of dat er een e-mailbericht van de server wordt ontvangen.
Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Als u standaardnummers en adressen wilt definiëren voor een contact, gaat u naar het contact en selecteert u Opties > Standaardnummers. Ga naar de gewenste standaardoptie en selecteer Toewijzen. ■ Contactgroepen Als u een contactgroep wilt maken, zodat u SMS- of e-mail-berichten tegelijkertijd naar meerdere ontvangers kunt verzenden, selecteert u > Contacten.
verplaatsen naar een map die u hebt gemaakt, markeert u de bestanden en selecteert u Opties > Organiseren > Verplaatsen naar map en de map. Als u een afbeelding wilt instellen als achtergrond of wilt laten weergeven tijdens een oproep, selecteert u Afbeeldingen en gaat u naar de afbeelding. Selecteer Opties > Afbeelding gebruiken > Inst. als achtergrond of Inst. als opr.afbeelding. Selecteer Toewijzen aan contact als u de afbeelding aan een contact wilt toewijzen.
worden toegevoegd, worden op de tijdlijn van de videoclip weergegeven. Druk op de navigatietoets omhoog of omlaag om tussen de tijdlijnen te schakelen. ■ Afbeeldingen en videoclips op tv bekijken Als u afbeeldingen en videoclips op tv wilt bekijken, gebruikt u een compatibele Video-Out-kabel, en stelt de TV-Out-instellingen voor het overeenkomstige televisiesysteem en de hoogte-breedteverhouding van de televisie in. Selecteer > Instellingen > Telefooninst. > Algemeen > Toebehoren.
Afdrukken bestellen U kunt alleen afdrukken van afbeeldingen in de JPEG-indeling bestellen. 1. Selecteer > Galerij > Afbeeldingen. 2. Als u de afbeeldingen die u wilt bestellen wilt markeren, drukt u op # en selecteert u Opties > Afdrukken bestellen. 3. Selecteer een serviceprovider uit de lijst en selecteer Opties > Openen. Als u de details van de vorige bestellingen wilt bekijken, selecteert u Logboek. 4. Als de aangeboden service een service voor één winkel is, wordt u verbonden met de serviceprovider.
Bestanden uploaden Als u bestanden wilt uploaden, selecteert u > Galerij > Afbeeldingen of Videoclips. Markeer de te uploaden bestanden en Opties > Verzenden > Posten naar web en een service voor het delen. Als u de service selecteert, worden de geselecteerde bestanden en video’s in de bewerkingsstatus weergegeven. U kunt de bestanden openen en weergeven, reorganiseren, er tekst aan toevoegen of nieuwe bestanden toevoegen.
Toepas.instell. - Hiermee kunt u de grootte wijzigen voor de op het scherm getoonde afbeeldingen en de tekengrootte die in concepten of tekstinvoer wordt gebruikt. Geavanceerd - Hiermee kunt u het standaardtoegangspunt en de manier voor het ophalen van nieuwe inhoud van de server selecteren, inhoud downloaden terwijl u aan het roamen bent en alle afbeeldingsgegevens laten publiceren. 9. Camera Uw apparaat heeft twee camera’s om foto’s mee te maken en video’s mee op te nemen.
3. Druk op de cameratoets om een foto te maken. 4. Sluit de lensdop als u de hoofdcamera wilt sluiten. Tweede camera 1. Als u de tweede camera in de stand-by modus wilt inschakelen, houdt u de lensdop dicht en selecteert u > Toepass. > Camera. Als de hoofdcamera is geactiveerd, selecteert u Opties > Tweede camera gebr.. 2. Druk de bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- of uitzoomen. 3. Druk op de bladertoets om een foto te maken.
Selecteer Opties > Werkbalk aanpassen als u de werkbalk wilt aanpassen. U kunt een item van de werkbalk verwijderen of items wijzigen, toevoegen of verplaatsen. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige opnamemodus en weergave. Wanneer u de camera sluit, worden de standaardinstellingen weer actief. Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- en belichtingsinstellingen vervangen door de geselecteerde scène. Zie ’Scènes’ op pag. 51.
• Selecteer Opties > Instell. als achtergrond als u de foto als achtergrond in de stand-by modus wilt gebruiken. • Selecteer Opties > Inst. als opr. afb. contct als u de foto wilt instellen als contactfoto voor een contactpersoon. Afbeeldingen in een reeks vastleggen U kunt de hoofdcamera instellen om zes afbeeldingen of meer in een reeks vast te leggen. Selecteer Reeksmodus > Burst in de actieve werkbalk. Druk op de cameratoets om afbeeldingen vast te leggen.
■ Video’s opnemen 1. Open de lensdop als u de hoofdcamera wilt activeren. Schakel over naar videomodus als de camera zich in fotomodus bevindt. In de actieve werkbalk selecteert u Naar videomodus. Met wordt de videomodus aangegeven. Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de tweede camera wilt activeren. 2. Druk op de cameratoets om het opnemen te starten. Bij de tweede camera drukt u op de bladertoets om op te nemen. wordt weergegeven en u hoort een toon. Dit geeft aan dat de opname is gestart.
■ Camera-instellingen Er bestaan twee soorten instellingen voor de fotocamera: instellingen van de actieve werkbalk en hoofdinstellingen. Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 49 om instellingen van de actieve werkbalk te gebruiken. De instellingen van de actieve werkbalk keren terug naar de standaardinstellingen nadat u de camera hebt gesloten, maar de hoofdinstellingen blijven ongewijzigd totdat u ze weer wijzigt.
Als u het gevolg van het schudden van de camera tijdens de video-opname wilt beperken, selecteert u Videostabilisatie > Aan. Als u het opnemen van geluid wilt dempen, selecteert u Geluidsopname > Dempen. Als u het eerste beeld van de opgenomen videoclip wilt weergeven nadat de opname is gestopt, selecteert u Opgenomen video tonen. Als u de videoclip vanuit de actieve werkbalk wilt weergeven, selecteert u Afspelen (hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweede camera).
Druk de bladertoets naar rechts als u wilt vooruitspoelen. Druk de bladertoets naar links als u wilt terugkeren naar het begin van het nummer of de podcast. Druk de bladertoets binnen twee seconden nadat een liedje of podcast is gestart opnieuw naar links als u naar het vorige nummer of de vorige podcast wilt gaan. Gebruik de volumetoets als u het volume wilt regelen. Als u wilt terugkeren naar de stand-by modus en de speler op de achtergrond actief wilt laten, drukt u op de beëindigingstoets.
Nokia Music Store In de Nokia Music Store (netwerkdienst) kunt u muziek opzoeken, doorbladeren en aanschaffen om te downloaden naar het apparaat. Om muziek te kunnen aanschaffen, moet u zich eerst voor deze dienst registreren. Bezoek www.music.nokia.com als u de beschikbaarheid van de Nokia Music Store in uw land wilt nagaan. Als u de Nokia Music Store wilt bezoeken, moet u beschikken over een geldig internettoegangspunt op uw apparaat.
met zich meebrengen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht. Selecteer > Muziekspeler > Podcasts > Opties > Naar Podcasting > Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties: Verbinding > Standaardtoeg. punt - Hiermee kunt u het toegangspunt selecteren om uw internetverbinding te definiëren. Selecteer URL van zoekservice als u de podcastzoekservice voor zoekopdrachten wilt definiëren.
Selecteer Opties > OPML-best. importeren om een .opml-bestand te importeren dat op uw apparaat is opgeslagen. Selecteer de locatie van het bestand en importeer het. Wanneer u een bericht met een .opml-bestand via Bluetooth ontvangt, opent u het bestand en slaat u die op in de map Ontvangen in Mappen. Open de map om een abonnement te nemen op een van de koppelingen en deze aan uw podcasts toe te voegen.
Selecteer Opties > Webpagina openen om de website van de podcast te openen (netwerkdienst). Sommige podcasts bieden de mogelijkheid om te communiceren met de makers van de podcast door commentaar te geven of ergens een stem op uit te brengen. Selecteer Opties > Opmerkingen weerg. als u een internetverbinding tot stand wilt brengen om dit te doen. ■ FM-radio Als u de radio wilt openen, selecteert u uitschakelen, selecteert u Afsluiten. > Toepass. > Radio.
Als er opgeslagen zenders zijn, drukt u op de bladertoets naar rechts of links voor de volgende of vorige zender. U kunt iemand bellen of een inkomende oproep normaal beantwoorden terwijl u naar de radio luistert. De radio wordt gedempt tijdens actieve oproepen. Als u op de achtergrond naar de radio wilt luisteren en naar de stand-by modus wilt gaan, selecteert u Opties > Afsp. in achtergrond.
■ Spraakrecorder Via spraakopname kunt u telefoongesprekken en spraakmemo’s opnemen. Als u een telefoongesprek opneemt, horen alle deelnemers een toon tijdens het opnemen. Selecteer > Toepass. > Dictafoon. Selecteer Opties > Geluidsclip opnemen, of selecteer om een geluidsclip op te nemen. Als u de opname wilt beluisteren, selecteert u . Opgenomen bestanden worden in de map Geluidsclips in Galerij opgeslagen. 11.
Toetsen en opdrachten voor browsen Gebruik de navigatietoets om een koppeling te openen, selecties te maken of vakjes in te schakelen. Selecteer Terug om tijdens het navigeren naar de vorige pagina terug te keren. Als Terug niet beschikbaar is, selecteert u Opties > Navigatieopties > Geschiedenis om een chronologische lijst weer te geven van de pagina’s die u tijdens een browsersessie hebt bezocht. Druk op de navigatietoets naar links of rechts en selecteer de gewenste pagina.
Paginaoverzicht Met Paginaoverzicht kunt u snel naar het gewenste gedeelte van een webpagina gaan. Het paginaoverzicht is mogelijk niet op alle pagina’s beschikbaar. Druk op 8 om het paginaoverzicht van de huidige pagina weer te geven. Druk op de navigatietoets omhoog of omlaag om de gewenste positie op de pagina te zoeken. Druk nogmaals op 8 als u wilt inzoomen om het gewenste gedeelte van de pagina te zien.
Als u opgeslagen pagina’s wilt weergeven, gaat u naar de weergave Bookmarks en selecteert u Opgesl. pagina’s. Selecteer de pagina die u wilt openen. Persoonlijke gegevens wissen Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen.
■ Profielen In Profielen kunt u de beltonen voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen en groepen bellers naar wens aanpassen. Het geselecteerde profiel wordt weergegeven boven aan het scherm in de stand-by modus. Als het profiel Algemeen in gebruik is, wordt alleen de datum van vandaag aangegeven. Selecteer > Instellingen > Profielen. Als u het profiel wilt activeren, selecteert u het profiel en selecteert u Activeren.
■ Agenda Selecteer > Kantoor > Agenda. Druk op # in de maand-, week- of dagweergave om de datum van vandaag automatisch te markeren. Als u een nieuw agenda-item wilt maken, selecteert u Opties > Nieuw item en een itemtype. Items in Verjaardag worden elk jaar herhaald. In Taak kunt u een lijst bijhouden van taken die u moet uitvoeren. Vul de velden in en selecteer Gereed. 14. Office-toepassingen ■ Actieve notities Met Actieve notities kunt u verschillende soorten notities maken, bewerken en weergeven.
■ Omrekenen Selecteer > Kantoor > Omrekenen. U kunt maten zoals lengte omrekenen van de ene eenheid naar de andere. Bijvoorbeeld van yards naar meters. De nauwkeurigheid van de toepassing Omrekenen is beperkt. Er kunnen afrondingsfouten optreden. Voordat u valuta’s kunt omrekenen, moet u een basisvaluta (gewoonlijk uw nationale valuta) kiezen en wisselkoersen toevoegen. De koers van de basisvaluta is altijd 1. Selecteer Valuta als type eenheid en selecteer Opties > Wisselkoersen.
selecteert u Opties > Blad. naar bestand het geheugen en de map waarin het bestand is opgeslagen, evenals het bestand zelf. Een document weergeven Druk op de navigatietoets om over een pagina te schuiven. Als u naar de volgende pagina wilt gaan, drukt u onder aan de pagina op de navigatietoets omlaag. Selecteer Opties > Zoomen > In of Uit om in of uit te zoomen. Als u tekst wilt zoeken, selecteert u Opties > Zoeken > Tekst en voert u de gewenste tekst in.
Quickmanager Met Quickmanager kunt u software, zoals updates, upgrades en andere handige toepassingen, downloaden. U kunt de downloads betalen via uw telefoonrekening of met een creditcard. 15. Instellingen ■ Spraakopdrachten Selecteer > Instellingen > Spraakopdr. als u de functies die u wilt gebruiken, wilt selecteren met een spraakopdracht. De spraakopdrachten voor het wijzigen van profielen bevinden zich in de map Profielen.
Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico’s van externe verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele bescherming. De beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid.
• Selecteer Toegangspunt om de naam van het toegangspunt in te stellen waarmee uw telefoon als modem bij de computer kan worden gebruikt. • Selecteer Snelle toeg. packet-geg. als u het gebruik van HSDPA (netwerkdienst) in UMTS-netwerken wilt in- of uitschakelen. Als HSDPA-ondersteuning is geactiveerd, kan het downloaden van gegevens zoals berichten, e-mail en browserpagina’s via het mobiele netwerk sneller verlopen. Gegev.oproep - Hiermee kunt u de online tijd voor een gegevensoproepverbinding instellen.
■ Spraak In Spraak kunt u de standaardtaal en -stem selecteren voor het lezen van tekstberichten, en de stemeigenschappen zoals snelheid en volume aanpassen: Selecteer > Instellingen > Spraak. Als u de details van een stem wilt bekijken, drukt u de navigatietoets naar rechts, gaat u vervolgens naar een stem en selecteert u Opties > Spraakgegevens. Als u een stem wilt testen, gaat u naar de stem en selecteert u Opties > Spraak afspelen. 16.
2. Selecteer Opties > Installeren. U kunt ook zoeken naar de toepassing in het geheugen van het apparaat of op de geheugenkaart en de installatie starten door deze te selecteren en op de navigatietoets te drukken. Tijdens de installatie wordt informatie weergegeven over de voortgang van de installatie. Als u een toepassing installeert zonder een digitale handtekening of certificaat, wordt een waarschuwing weergegeven.
1. Selecteer de geheugenkaart in de weergave Bestandsbeheer. 2. Selecteer Opties > Geheugenkaartopties > Formatteren. 3. Voer een naam voor de geheugenkaart is wanneer het formatteren is voltooid. Een geheugenkaart blokkeren of deblokkeren Als u een wachtwoord wilt instellen om ongeautoriseerd gebruik te helpen voorkomen, selecteert u de geheugenkaart in de weergave Bestandsbeheer en Opties > Wachtwrd geh.kaart > Instellen. Voer uw wachtwoord in en bevestig het.
verlies van de licenties of de inhoud kan uw mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw apparaat nogmaals te gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Sommige licenties kunnen worden verbonden met een specifieke SIM-kaart en de beveiligde inhoud kan alleen worden geopend als de SIM-kaart in het apparaat is geplaatst. Selecteer > Instellingen > Gegev.beh. > Licenties als u de licenties wilt weergeven die beschikbaar zijn in uw apparaat.
Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw serviceprovider overgedragen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht. Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader is aangesloten voordat u begint met bijwerken. 1. Selecteer Opties > Controleren op updates. Als een update beschikbaar is, accepteert u het te downloaden. 2.
Als u Overdracht nog niet eerder hebt gebruikt, wordt informatie over de toepassing weergegeven. Selecteer Doorgaan als u het synchroniseren van gegevens wilt starten. Als u Overdracht hebt gebruikt, selecteert u het pictogram Synchrn. starten, Ophalen starten of Vrzndn starten. 2. Als u gebruikmaakt van Bluetooth-technologie, moeten de apparaten worden gekoppeld om gegevens te kunnen uitwisselen.
Een Bluetooth-verbinding wordt automatisch verbroken na het verzenden of ontvangen van gegevens. Instellingen voor Bluetooth-verbindingen Selecteer > Instellingen > Connect. > Bluetooth. Bluetooth - Hiermee kunt u Bluetooth-verbindingen in- of uitschakelen. Waarneembaarh. tel. > Waarneembaar - Hiermee staat u toe dat uw apparaat altijd kan worden gevonden door andere apparaten die een Bluetooth-verbinding kunnen maken.
5. Als koppeling met het andere apparaat vereist is voordat er gegevens kunnen worden verzonden, hoort u een geluidssignaal en moet u een wachtwoord opgeven. Maak uw eigen code en deel de code met de eigenaar van het andere apparaat. U hoeft de code niet van buiten te leren. Apparaten koppelen en blokkeren Ga in de weergave Bluetooth naar rechts naar Gekopp. apparaten als u een lijst met gekoppelde apparaten wilt openen.
Selecteer > Instellingen > Connect. > USB en kies een van de volgende opties: USB-verbindingsmodus - Hiermee selecteert u de standaard USB-verbindingsmodus of wijzigt u de actieve modus. Selecteer PC Suite om het apparaat samen met Nokia PC Suite te gebruiken; Massaopslag om toegang te krijgen tot bestanden op de geplaatste geheugenkaart als een apparaat voor massaopslag; Afbeeld.
Aanmelden bij P2T Selecteer Opties > Aanmelden bij P2T om u handmatig aan te melden. geeft een P2T-verbinding aan. geeft aan dat P2T is ingesteld op niet storen. P2T afsluiten Selecteer Opties > Afsluiten. Afmelden bij P2T na sluiten toepassing? wordt weergegeven. Selecteer Ja om u af te melden. Selecteer Nee als u P2T actief wilt houden op de achtergrond.
■ Verbindingsbeheer In Verbindingsbeheer kunt u de status van gegevensverbindingen en gegevens over de hoeveelheid verzonden en ontvangen gegevens bekijken en ongebruikte verbindingen verbreken. Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. Selecteer > Instellingen > Verb.beh.. Als u de verbindingsdetails wilt weergeven, gaat u naar een verbinding en selecteert u Opties > Gegevens.
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Houd een volledig opgeladen batterij niet gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen. Probeer de batterij altijd te bewaren op een temperatuur tussen 15°C en 25°C.
officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. De officiële Nokia-dealer of Service Point zal de echtheid van de batterij controleren. Als de echtheid niet kan worden vastgesteld, breng de batterij dan terug naar de plaats van aankoop. De echtheid van het hologram controleren 1. Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek het Nokia-symbool met de handen te zien, en vanuit de andere hoek het Nokia Original Enhancements-logo. 2.
• Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het koud is. Wanneer het apparaat weer de normale temperatuur krijgt, kan binnen in het apparaat vocht ontstaan, waardoor elektronische schakelingen beschadigd kunnen raken. • Probeer het apparaat niet open te maken op een andere manier dan in deze handleiding wordt voorgeschreven. • Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met het apparaat. Een ruwe behandeling kan de interne elektronische schakelingen en fijne mechaniek beschadigen.
Aanvullende veiligheidsinformatie ■ Kleine kinderen Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. ■ Gebruiksomgeving Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal 2,2 cm (7/8 inch) van het lichaam bevindt.
• Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als er enige reden is om aan te nemen dat er een storing plaatsvindt. • Lees en volg de instructies van de fabrikant van het geïmplanteerde medische apparaat. Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat wanneer u een geïmplanteerd medisch apparaat hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling. Gehoorapparaten Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken.
altijd, duidelijk aangegeven. Het gaat onder andere om scheepsruimen, chemische overslag- of opslagplaatsen en gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne deeltjes bevat van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes. U dient contact op te nemen met de fabrikanten van voertuigen die gebruik maken van LPG (onder andere propaan of butaan) om vast te stellen of dit apparaat in de nabijheid van dergelijke voertuigen veilig kan worden gebruikt.
De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur worden uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorption Rate). De SAR-limiet in de richtlijnen van het ICNIRP is 2,0 W/kg (watt/kilogram) gemiddeld over tien gram lichaamsweefsel. Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau gebruikt.
Index A G adresboek. Zie contacten. agenda 66 A-GPS assisted GPS 28 apparaatbeheer 75 galerij 43 gegevenskabel. Zie USB. gegevensoverdracht 76 geheugenkaart. Zie microSD-kaart.
N notities 66 actieve notities 66 O offline modus. Zie profiel Offline. omrekenen 67 one-touch-oproep. Zie snelkeuze. online delen 46 operator selecteren 25 opname-eenheid 61 oproepen beantwoorden 22 blokkeren 24 internationaal 20 plaatsen 20 snelkeuze 21 verbreken 20 wachtstand 22 weigeren 22 oproepen doorschakelen 24 oproepen doorsturen. Zie oproepen doorschakelen. overdracht. Zie gegevensoverdracht. P P2T. Zie Push to Talk.