Gebruikershandleiding voor de Nokia 6212 classic 9208860 Versie 1 NL
0434 CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-396 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. © 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People en Navi zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation.
BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN. De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen.
Inhoudsopgave VEILIGHEID ....................................... 6 Algemene informatie ....................... 7 Nuttige aanwijzingen ...................................... 7 Over dit apparaat.............................................. 9 Netwerkdiensten............................................... 9 Toebehoren ...................................................... 10 Toegangscodes................................................ 10 Software-updates..........................................
Connectiviteit ................................................. Oproepen.......................................................... Telefoon............................................................ Toebehoren ...................................................... Configuratie .................................................... Fabrieksinstellingen terugzetten............... 37 40 41 42 42 42 14. Toepassingen ........................... 51 Een spelletje of toepassing starten...........
VEILIGHEID Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoon verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
Algemene informatie ■ Nuttige aanwijzingen Voordat u de telefoon naar een Nokia Care Point brengt V: Wat kan ik doen om problemen met de werking van mijn telefoon op te lossen? A: Probeer het volgende: • Schakel de telefoon uit en verwijder en vervang de batterij. • Zet de fabrieksinstellingen terug. Selecteer Menu > Instellingen > Fabr.inst. terugz.. Selecteer Alleen inst. herstellen om alle persoonlijke gegevens in de telefoon te bewaren.
Menu’s V: Hoe verander ik de menuweergave? A: Voor het wijzigen van de menuweergave selecteert u Menu > Opties > Hoofdmenuwrgave > Lijst, Roosterweergave, Rooster met labels of Tab. V: Hoe pas ik mijn menu aan? A: Om het menu opnieuw in te delen selecteert u Menu > Opties > Indelen. Blader naar het menu dat u wilt verplaatsen en selecteer Verplaats. Blader naar de plaats waarheen u het menu wilt verplaatsen en selecteer OK. Om de wijziging op te slaan selecteert u OK > Ja.
■ Over dit apparaat Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven is goedgekeurd voor gebruik op de volgende netwerken: WCDMA 850 en 2100, GSM 850, 900,1800 en 1900. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken. Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten. Het kan zijn dat uw serviceprovider heeft verzocht om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw telefoon. Als dat het geval is, worden deze functies niet in het menu van uw telefoon weergegeven. Uw telefoon kan ook beschikken over een speciale configuratie, zoals wijzigingen in menunamen, in de menuvolgorde en in pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
• Bij sommige SIM-kaarten wordt een PIN2-code geleverd. Deze is vereist als u toegang tot bepaalde diensten wilt verkrijgen. • Bij de SIM-kaart worden mogelijk tevens een PUK- en een PUK2-code geleverd. Wanneer u de PIN- of de PIN2-code drie keer achter elkaar foutief hebt ingevoerd, moet u de PUK- of de PUK2-code opgeven. Neem contact op met uw serviceprovider als u deze codes niet meer in uw bezit hebt.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie is voltooid en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u de installatie van een update aanvaardt.
De SIM-kaart plaatsen 1. Verwijder de achtercover met de achterkant van de telefoon naar u toe gericht (1-2). 2. Trek voorzichtig aan de vergrendelingsclip van de kaarthouder om de SIMkaarthouder te openen (3-4). 3. Plaats de SIM-kaart (5-6). Zorg dat de SIM-kaart correct is geplaatst met de goudkleurige contactpunten op de kaart naar beneden gericht. 4. Sluit de SIM-kaarthouder en trek eraan tot deze op zijn plaatst klikt (7). De geheugenkaart en de batterij plaatsen 1.
■ De batterij opladen Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. Het opladen van een batterij van het type BL-4U met de AC-8-oplader vergt ongeveer 1 uur en 30 minuten wanneer de telefoon zich in de standby-stand bevindt. 1. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. 2. Sluit de stekker van de lader aan op de aansluiting aan de onderkant van uw telefoon.
■ De telefoon in- en uitschakelen 1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt. 2. Als er om een PIN- of een UPIN-code wordt gevraagd, toetst u de code in (weergegeven als ****) en vervolgens selecteert u OK. Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon in de standby-stand staat, wordt u gevraagd of u de configuratie-instellingen wilt ophalen bij uw serviceprovider (netwerkdienst). Bevestig of weiger de aanvraag.
■ Antenne Het apparaat kan met interne en externe antennes zijn uitgerust. Zoals bij alle radiozendapparatuur, geldt dat u onnodig contact met het gebied rond de antenne moet vermijden als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met zo'n antenne kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan anders noodzakelijk is en kan de levensduur van de batterij verkorten. ■ Polsband Verwijder de batterijklep van de telefoon.
11.Microfoon 12. Aansluiting lader 13. Aansluiting toebehoren 14. USB-aansluiting 15. Cameralens 16. Flitser 17. Aan/uit-toets 18.Luidspreker 19. Volume omhoog/PTT 20. Volume omlaag ■ Standby-stand De telefoon bevindt zich in de standby-stand wanneer de telefoon klaar is voor gebruik en als er geen tekens zijn ingevoerd. 1. 3G-indicator 2. Signaalsterkte van het mobiele netwerk 3. Batterijniveau 4. Indicatoren. Zie Indicatoren op pagina 18. 5. Naam van het netwerk of het operatorlogo 6. Klok 7. Display 8.
Indicatoren Er zijn ongelezen berichten. U hebt een oproep gemist. Zie Logboek op pagina 35. De toetsen zijn geblokkeerd. Zie Toegangscodes op pagina 10. De telefoon is stil wanneer er een inkomende oproep of een tekstbericht wordt ontvangen. Zie Tonen op pagina 35. De wekker is ingeschakeld. , De GPRS-stand Altijd online is ingesteld, de GPRS-service is beschikbaar. , Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding tot stand gebracht.
vergrendeld is en in het profiel Vlucht staat, kunt u ook het geprogrammeerde alarmnummer in het veld voor de beveiligingscode invoeren en de toets 'Bellen' selecteren. Op het apparaat wordt een bevestiging weergegeven dat het profiel Vlucht wordt afgesloten en een alarmnummer wordt gekozen. 2. Near Field Communication ■ NFC Near Field Communication (NFC) is een draadloze verbindingstechnologie waarmee communicatie tussen elektronische apparaten in twee richtingen mogelijk is.
Schakel de telefoon in om NFC te gebruiken en activeer de NFCinstelling, indien uitgeschakeld. Raak de servicetag of een ander NFCapparaat aan met het detectiegebied. Het afleesbereik is doorgaans 0 tot 3 centimeter. Wanneer een tag of een apparaat wordt herkend, wordt bijbehorende informatie weergegeven. ■ Delen naar apparaat Selecteer Menu > NFC > Delen met app. en selecteer de gewenste optie.
Raak een servicetag aan met uw apparaat om videostreaming of Bluetoothverbinding in te schakelen of om een visitekaartje, SMS-bericht, terugbelverzoek, bladwijzer, agendanotitie, taaknotitie, alarm, notitie of contentsnelkoppeling te ontvangen. Selecteer Menu > NFC > Inbox of Kaarten om met NFC ontvangen items of kaarttoepassingen te openen. De hoeveelheid taginformatie die kan worden opgeslagen wordt beperkt door het geheugen van het apparaat.
Kaartactivering Wanneer uw telefoon op een externe NFC-lezer wordt geplaatst, wordt de van toepassing zijnde kaarttoepassing beschikbaar. Afhankelijk van de beschikbaarheidsinstellingen van de kaart wordt er mogelijk een bevestiging of een wachtwoord gevraagd voor er toegang wordt verleend. Selecteer Menu > NFC > NFC-instellingen > Beschikbrhd kaarten om het activeringsniveau in te stellen. Selecteer Altijd om betaling of het kopen van tickets met kaarttoepassingen toe te staan zonder bevestiging.
Druk de toets Volume omhoog of de toets Volume omlaag als u tijdens een gesprek het volume wilt aanpassen. ■ Een oproep beantwoorden of weigeren Druk op de beltoets als u een oproep wilt beantwoorden. Druk op de toets Einde als u een oproep wilt beëindigen. Druk op de beltoets als u een oproep wilt weigeren. Selecteer Stil als u de beltoon wilt onderdrukken. ■ Snelkeuze U kunt op de volgende wijze een telefoonnummer aan een van de snelkeuzetoetsen (de toetsen 3 tot en met 9) toewijzen: 1.
2. Zeg de naam van het contact dat u wilt bellen. Als de ingesproken tekst wordt herkend, wordt een lijst met gevonden items weergegeven. De telefoon speelt de spraakopdracht van het eerste item in de lijst af. Als dit niet het gewenste nummer is, bladert u naar een andere vermelding. ■ Opties tijdens een gesprek Veel opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid van netwerkdiensten.
gebracht wanneer er een andere gewone oproep, een video-oproep of een gegevensoproep tot stand is gebracht. 1. Voer een telefoonnummer in of selecteer Contacten en selecteer vervolgens een contact als u een video-oproep wilt starten in de standby-stand. 2. Druk op de beltoets en houd deze ingedrukt of selecteer Opties > Videooproep. Het tot stand brengen van een video-oproep kan even duren.
■ Tekstinvoer met woordenboek Tekstinvoer met woordenboek is gebaseerd op een ingebouwd woordenboek waaraan u nieuwe woorden kunt toevoegen. 1. Begin een woord in te voeren met toetsen van 2 t/m 9. De telefoon geeft * weer of de ingevoerde letters als onderstreepte tekst. 2. Wanneer u klaar bent met het invoeren van een woord en het is correct, drukt u om te bevestigen op 0 om een spatie toe te voegen. Druk herhaaldelijk op * als het woord niet correct is en selecteer het woord in de lijst.
3. Voer het bericht in. Blader naar beneden en selecteer Invoegen om een bestand toe te voegen. 4. Selecteer Opties > Bekijken als u het bericht wilt weergeven voordat u dit verzendt. 5. Selecteer Verzenden. Alleen apparaten met compatibele functies kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De weergave van een bericht kan verschillen afhankelijk van het ontvangende apparaat. Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten beperken.
■ Flitsberichten Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Flitsbericht. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in en schrijf uw bericht. Flitsberichten zijn tekstberichten die meteen bij ontvangst worden weergegeven. Flitsberichten worden niet automatisch opgeslagen. ■ E-mailtoepassing Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > E-mailberichten als u de e-mailinstellingen wilt activeren. Als u e-mail op de telefoon wilt gebruiken, moet u over een compatibel e-mailsysteem beschikken.
E-mail downloaden 1. Selecteer Menu > Berichten als u e-mailberichten wilt downloaden. Als u meerdere e-mailaccounts hebt ingesteld, selecteert u de account van waaruit u de e-mail wilt downloaden. De e-mailtoepassing downloadt eerst de berichtkoppen. 2. Selecteer een e-mail en druk op Openen om het volledige bericht te downloaden. E-mailberichten lezen en beantwoorden 1. Selecteer Menu > Berichten, de accountnaam en het gewenste bericht. 2. Selecteer Opties > Beantw.
Selecteer Menu > Berichten > Videoberichten > Videober. bekijken om uw videomailbox te bellen of houd 2 ingedrukt. Selecteer Videomailboxnr. als u uw videomailboxnummer wilt invoeren, zoeken of bewerken. ■ Infoberichten Selecteer Menu > Berichten > Infoberichten om berichten van uw serviceprovider te ontvangen (netwerkdienst). Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Berichtencentrales — als u het telefoonnummer en de naam wilt instellen van de berichtencentrale voor het verzenden van tekstberichten. U ontvangt dit nummer van uw serviceprovider. Ber.centrale in gebrk — als u de gebruikte berichtencentrale wilt selecteren. Geldigheid van ber. — als u wilt instellen hoelang het netwerk moet proberen om uw bericht af te leveren. Berichten verz. als — als u de indeling van de te verzenden berichten wilt instellen (netwerkdienst). Packet-gegev. gebr.
wanneer u zich binnen het bereik van uw eigen netwerk bevindt. De beschikbaarheid van dit menu is afhankelijk van de telefoon. Ink. m.mediaberichtn — als u wilt instellen op welke wijze multimediaberichten worden opgehaald. Advertenties toest. — als u advertenties wilt ontvangen of weigeren. Configuratie-inst. — selecteer Configuratie om de configuraties te bekijken die multimediaberichten ondersteunen. Selecteer een serviceprovider, Standaard of Pers. configuratie voor multimediaberichten.
6. Contacten U kunt namen en telefoonnummers (contacten) opslaan in het geheugen van de telefoon en in het geheugen van de SIM-kaart. In het telefoongeheugen kunnen contacten met aanvullende gegevens worden opgeslagen. U kunt ook een afbeelding opslaan voor een beperkt aantal contacten. In het SIM-kaartgeheugen kan een naam worden opgeslagen met één bijbehorend telefoonnummer. De contacten die in het SIM-kaartgeheugen zijn opgeslagen worden aangegeven door .
Selecteer Menu > Contacten > Namen als u meerdere contacten wilt verplaatsen of kopiëren. Blader naar een contact en selecteer Opties > Markeer. Markeer de andere gewenste contacten en selecteer Opties > Gemark. verpltsen of Gemark. kopiëren. ■ Contacten bewerken Selecteer Menu > Contacten > Namen. Blader naar het gewenste contact en selecteer Opties > Bewerken en blader naar de gegevens die u wilt wijzigen.
7. Logboek Selecteer Menu > Logboek en het gewenste item als u de informatie over uw oproepen, berichten, gegevens en synchronisatie wilt bekijken. Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. 8.
■ Display U kunt de displayinstellingen gebruiken als u de weergave van het telefoondisplay aan uw persoonlijke voorkeuren wilt aanpassen. Instellingen voor de standby-stand Selecteer Menu > Instellingen > Weergave en selecteer vervolgens een van de volgende opties: Achtergrond — als u een achtergrondafbeelding wilt toevoegen voor de standystanden. Startscherm — als u de actieve standby-stand wilt gebruiken. Letterkl. startscherm — als u de letterkleur in de standby-stand wilt selecteren. Nav.toetspictogr.
■ Snelkoppelingen Snelkoppelingen voorzien u van snelle toegang tot de telefoonfuncties die u het meest gebruikt. Linker en rechter selectietoets Selecteer Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Linkerselectietoets of Rechter selectietoets en de functie als u de functie wilt wijzigen die aan de linker of de rechter functietoets is toegewezen.
Bluetooth draadloze technologie U kunt met behulp van Bluetooth-technologie de telefoon verbinden met een compatibel Bluetooth-apparaat dat zich binnen een afstand van tien meter van uw telefoon bevindt. Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.
Uw Bluetooth-apparaat verbergen voor andere apparatuur Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth > Waarnmb. telefoon. Selecteer Verborgen of deactiveer Bluetooth. Modeminstellingen U kunt de telefoon met behulp van draadloze Bluetooth-technologie of een USBgegevenskabelverbinding aansluiten op een compatibele pc en de telefoon als een modem gebruiken voor GPRS-connectiviteit vanaf de pc. De instellingen voor verbindingen vanaf de pc definiëren: 1.
Om de telefoon voor gegevensoverdracht of voor het afdrukken van een afbeelding te activeren, sluit u de gegevenskabel aan en selecteert u de modus: Vragen bij verb. — als u wilt instellen dat er moet worden gevraagd of u verbinding wilt maken. PC Suite — als u de gegevenskabel voor Nokia PC Suite wilt gebruiken. Afdrukken/media — als u de telefoon wilt gebruiken met een printer die compatibel is met PictBridge of als u de telefoon wilt aansluiten op een compatibele pc.
Netwerkinstelling als u de instelling wilt gebruiken die u met uw serviceprovider bent overeengekomen. Lijn uitg. oproepen — als u wilt kiezen welke telefoon als standaard wordt ingesteld. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor informatie over beschikbaarheid en kosten en om u te abonneren op de service. Video delen — als u de live-beelden van uw camera wilt delen met de ontvanger tijdens een gesprek.
■ Toebehoren Dit menu of de volgende opties worden alleen weergegeven als de telefoon is verbonden met een compatibel mobiel toebehoren. Selecteer Menu > Instellingen > Accessoires en selecteer een van de toebehoren en opties. ■ Configuratie U kunt uw telefoon configureren met instellingen die nodig zijn voor bepaalde diensten. Het is ook mogelijk dat u deze instellingen in de vorm van een tekstbericht van uw serviceprovider ontvangt.
9. Operatormenu Met dit menu kunt u toegang verkrijgen tot diensten die door uw netwerkoperator worden geleverd. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkoperator. De operator kan het menu bijwerken met een dienstbericht. 10. Galerij Beheer diverse bestanden die in het telefoongeheugen of op een geheugenkaart zijn opgeslagen. Uw telefoon ondersteunt een systeem met activeringssleutels ter bescherming van opgehaalde content.
Andere overdrachtsmethoden kunnen mogelijk de activeringssleutels die samen met de inhoud moeten worden hersteld, niet overdragen, waardoor u de OMA DRM-beveiligde inhoud niet meer kunt gebruiken nadat u het apparaatgeheugen hebt geformatteerd. U moet mogelijk ook de activeringssleutels herstellen als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt. Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen zowel de activeringssleutels als de inhoud verloren gaan als het apparaatgeheugen wordt geformatteerd.
■ Video U kunt videoclips in een 3GP-indeling of een MP4-indeling opnemen. De lengte en de bestandsgrootte van de clips kan verschillen, afhankelijk van de geselecteerde kwaliteit en het beschikbare geheugen. Selecteer Menu > Media > Video > Opties > Instellingen > Kwaliteit videoclips > Hoog, Normaal of Laag als u de kwaliteit van de videoclips wilt instellen. Selecteer Menu > Media > Video > Opties > Instellingen > Lengte videoclip als u de limiet voor de bestandsgrootte wilt instellen.
Selecteer Menu > Media > Muziekspeler > Ga naar Muz.speler > Opties > Instellingen > Thema vr muz.speler om het thema van de muziekspeler en de equalizer aan te passen. Muziekmenu Open opgeslagen muziek- en videobestanden, download muziek- of videoclips van internet of bekijk compatibele videostreams vanaf een netwerkserver (netwerkdienst). Muziek afspelen Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen.
Afstemmen op radiozenders en deze opslaan 1. Selecteer of en houd deze toets ingedrukt om te beginnen met zoeken. Druk kort op of als u de radiofrequentie stapsgewijs wilt wijzigen via stappen van 0,05 MHz. 2. Selecteer Opties > Zender opslaan als u een zender wilt opslaan. 3. Voer de naam van de zender in en selecteer OK. Naar de radio luisteren 1. Selecteer of wilt bladeren. of druk op de hoofdtelefoontoets als u naar een radiozender 2.
2. Selecteer om het opnemen te beëindigen. De opname wordt opgeslagen in Opnamen in Galerij. Selecteer Opties om de laatste opname af te spelen of te verzenden, om de lijst met opnamen te openen of om het geheugen en de map te selecteren waarin de opnamen moeten worden opgeslagen. ■ Equalizer Selecteer Menu > Media > Equalizer. Blader naar een van de equalizersets en selecteer Activeer om een set te activeren. Selecteer Opties > Bewerken of Hernoemen om een geselecteerde set te bewerken of te hernoemen.
Het alarm uitzetten De wekker laat ook een waarschuwingstoon horen als de telefoon is uitgeschakeld. Selecteer Stoppen om het alarm uit te zetten. Als u het alarm een minuut laat klinken of Snooze selecteert, stopt het alarm gedurende de Time-out snooze en gaat dan verder. ■ Agenda Selecteer Menu > Organiser > Agenda. De huidige dag is omkaderd. Als voor de betreffende dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven. Selecteer Bekijk om de notities voor die dag te bekijken.
Selecteer Delen om een notitie te delen met behulp van NFC. ■ Notities Selecteer Menu > Organiser > Notities om notities te schrijven en te verzenden. Selecteer Notitie om een notitie te maken als er geen notitie is toegevoegd; selecteer anders Opties > Notitie maken. Schrijf de notitie en selecteer Opslaan. Selecteer Delen om een notitie te delen met behulp van NFC. Zie Connectiviteit op pagina 37 voor het synchroniseren van uw notities vanaf een pc.
Rondetijden — als u rondetijden wilt opnemen. Doorgaan — als u de tijden wilt bekijken die u op de achtergrond hebt ingesteld. Laatste tonen — als u de meest recent gemeten tijd wilt bekijken als de stopwatch niet opnieuw is ingesteld. Tijden bekijken of Tijden verwijderen — als u de opgeslagen tijden wilt bekijken of verwijderen. Druk op de eindetoets om de stopwatchtijden op de achtergrond in te stellen. Selecteer Doorgaan als u de tijden wilt bekijken die u op de achtergrond hebt ingesteld. 14.
■ Verbinding maken met een dienst Zorg dat de juiste configuratie-instellingen van de dienst zijn geactiveerd. De instellingen selecteren om verbinding met de dienst te maken: 1. Selecteer Menu > Web > Instellingen > Configuratie-inst. 2. Selecteer Configuratie. Alleen de configuraties die browserdiensten ondersteunen worden weergegeven. Selecteer een serviceprovider, Standaard of Pers. configuratie voor browsen.
Selecteer Opties om een bookmark te bekijken, bewerken, verwijderen, verzenden of delen. ■ Weergave-instellingen Selecteer Opties > Overige opties > Weergave-instell. om de manier waarop webpagina’s tijdens het browsen worden weergegeven op uw telefoon aan te passen; of selecteer in de standby-stand Menu > Web > Instellingen > Weergave-inst.. ■ Beveiligingsinstellingen Cookies en cache Cookies zijn gegevens die door een website worden opgeslagen in het cachegeheugen van uw telefoon.
verplaatst naar de Dienstinbox. Om de Dienstinbox later te openen selecteert u Menu > Web > Dienstinbox. Selecteer Menu > Web > Instellingen > Instell. dienstinbox > om in te stellen of u dienstberichten wilt ontvangen. Dienstberichten > Aan of Uit. ■ Browserbeveiliging Beveiligingsfuncties zijn mogelijk vereist voor sommige diensten, zoals online bankieren of winkelen.
Digitale handtekening U kunt digitale handtekeningen zetten met uw telefoon als uw SIM-kaart een beveiligingsmodule heeft. Het gebruik van de digitale handtekening kan hetzelfde zijn als uw handtekening zetten op een papieren factuur, contract of ander document. 1. Om een digitale handtekening te zetten, selecteert u een koppeling op een webpagina, bijvoorbeeld de titel van een boek dat u wilt kopen en de prijs daarvan.
verscheidenheid aan toepassingen voor computerverbindingen en datacommunicatie. ■ Nokia PC Suite U kunt met Nokia PC Suite uw muziek beheren, contactgegevens, agenda, notities en taaknotities synchroniseren tussen de telefoon en een compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst). Bezoek de website www.nokia.com/support of een lokale website van Nokia voor meer informatie en als u het programma Nokia PC Suite wilt downloaden.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Houd een volledig opgeladen batterij niet gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen. Probeer de batterij altijd te bewaren op een temperatuur tussen 15°C en 25°C. Bij extreme temperaturen nemen de capaciteit en levensduur van de batterij af.
officiële Nokia-leverancier zal de echtheid van de batterij controleren. Als de echtheid niet kan worden vastgesteld, breng de batterij dan terug naar de plaats van aankoop. De echtheid van het hologram controleren 1. Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek het Nokia-symbool met de handen te zien en vanuit de andere hoek het Nokia Original Enhancementslogo. 2.
• Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het heet is. Hoge temperaturen kunnen de levensduur van elektronische apparaten bekorten, batterijen beschadigen en bepaalde kunststoffen doen vervormen of smelten. • Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het koud is. Wanneer het apparaat weer de normale temperatuur krijgt, kan binnen in het apparaat vocht ontstaan, waardoor elektronische schakelingen beschadigd kunnen raken.
Eco-Verklaring voor het product of instructies over het inleveren van uw overbodig geworden product, gaat u naar de landspecifieke informatie op www.nokia.com. Aanvullende veiligheidsinformatie ■ Kleine kinderen Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.
• Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3 centimeter afstand van het medische apparaat wanneer het draadloze apparaat is ingeschakeld. • Draag het draadloze apparaat niet in een borstzak. • Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de andere kant van het lichaam dan de kant waar het medische apparaat zit om de kans op een potentiële storing te minimaliseren. • Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als er enige reden is om aan te nemen dat er een storing plaatsvindt.
■ Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten. Vonken kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij tankstations, bijvoorbeeld in de nabijheid van gas- of benzinepompen.
■ Informatie over certificatie (SAR) Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven. Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan radiogolven die worden aanbevolen door internationale richtlijnen, niet worden overschreden.
Index A aan/uit-toets 15 achtergrond 36 agenda 49 antenne 16 audioberichten 27 instellingen 34 kopiëren 33 opslaan 33 snelkeuze 23 zoeken 33 contactgegevens 12 cookies 53 B D band 16 batterij 12 echtheid 57 batterijniveau 17 beheer van digitale rechten 43 beltonen 35 berichten audioberichten 27 dienstopdrachten 30 flitsberichten 28 infoberichten 30 voicemails 29 berichten van de internetdienst 53 berichtinstellingen algemeen 30 e-mail 32 multimediaberichten 31 tekstberichten 30 betalen met NFC 21 Blueto
snelkoppelingen 37 telefoon 41 thema's 20, 35 tonen 35 internet 51 R K S klantenservice 12 microfoon 16 selectietoets 16 servicetag 20 signaalsterkte 17 SIM-diensten 55 snelkeuze 23 snelkoppelingen 37 software-updates 11 spelletjes 51 spraakgestuurde nummerkeuze 23 standbystand 17, 37 stopwatch 50 N T Near Field Communication 19 NFC 19 betalen & tickets kopen 21 tag aflezen 20 terugbelverzoek 24 uitschakelen 19 Nokia contactgegevens 12 normale tekstinvoer 25 notities 49, 50 taalinstellingen 41 tag