Gebruikershandleiding voor de Nokia 6170 9234027 Uitgave 2
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-47 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. De doorgekruiste container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levenscyclus.
GEBRUIK VAN DIT PRODUCT OP ENIGE WIJZE DAT OVEREENSTEMT MET DE VISUELE NORM MPEG-4 IS VERBODEN, BEHALVE VOOR GEBRUIK DAT RECHTSTREEKS BETREKKING HEEFT OP (A) GEGEVENS OF INFORMATIE (i) GEGENEREERD DOOR EN KOSTENLOOS VERKREGEN VAN EEN KLANT BUITEN HET KADER VAN ENIGE BEDRIJFSACTIVITEIT, EN (ii) UITSLUITEND BESTEMD VOOR PERSOONLIJK GEBRUIK; EN (B) ANDER GEBRUIK DAT SPECIFIEK EN AFZONDERLIJK ONDER LICENTIE IS TOEGESTAAN DOOR MPEG LA, L.L.C.
Inhoudsopgave VOOR UW VEILIGHEID ...................................................................................... 12 Algemene informatie ........................................................................................ 16 Toegangscodes .......................................................................................................................................... 16 Dienst voor configuratie-instellingen....................................................................................
Bellen met behulp van de lijst met contacten.............................................................................. 35 Snelkeuze................................................................................................................................................. 35 Oproepen beantwoorden of weigeren ................................................................................................ 36 Opties tijdens een gesprek ...................................................................
Het chatmenu openen...................................................................................................................... 61 Verbinding maken met de chatdienst en de verbinding verbreken..................................... 62 Een chatsessie starten...................................................................................................................... 63 Een chatuitnodiging accepteren of weigeren ...........................................................................
Namen telefoonnummers opslaan (Contact toevoegen) ........................................................... 80 Meerdere nummers of tekstaantekeningen per naam opslaan ............................................... 80 Een afbeelding toevoegen aan een contact .................................................................................. 81 Gegevens van een contact wijzigen of verwijderen.................................................................... 82 Contacten verwijderen .......................
Persoonlijke snelkoppelingen............................................................................................................. 98 Connectiviteit......................................................................................................................................... 99 Infrarood .............................................................................................................................................. 99 GPRS........................................................
Een oproep van een groep of een individuele oproep ontvangen........................................ Individuele contacten toevoegen .................................................................................................. Groepen maken en instellen ........................................................................................................... Instellingen voor DVS........................................................................................................................
Een spelletje of toepassing downloaden.................................................................................. Web ........................................................................................................................................................... Basisstappen voor het activeren en gebruiken van diensten ................................................ De telefoon instellen voor een browserdienst ...........................................................................
9. Toebehoren................................................................................................... 157 VERZORGING EN ONDERHOUD ...................................................................... 158 AANVULLENDE VEILIGHEIDSINFORMATIE .................................................... 160 Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
VOOR UW VEILIGHEID Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt. GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd. TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen.
■ INFORMATIE OVER HET APPARAAT Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het EGSM900-, GSM1800- en GSM1900-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken. Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat, aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen. Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen.
Algemene informatie ■ Toegangscodes • Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers): de beveiligingscode beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon. U kunt de telefoon instellen op het vragen naar de code (zie Beveiligingsinstellingen op pagina 107).
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie Digitale handtekening op pagina 152. De module-PIN en de ondertekenings-PIN worden bij de SIM-kaart geleverd als de SIM-kaart voorzien is van een beveiligingsmodule. Als u drie keer na elkaar een onjuiste PIN-code hebt ingetoetst, wordt PIN geblokkeerd of PIN-code geblokkeerd weergegeven en wordt u gevraagd de PUK-code in te toetsen.
kunt deze instellingen rechtstreeks ontvangen in een configuratiebericht, zodat u de instellingen alleen nog maar in de telefoon hoeft op te slaan. Neem contact op met de netwerkoperator, serviceprovider of dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-leverancier voor meer informatie over de beschikbaarheid van instellingen. U kunt de configuratie-instellingen ontvangen voor multimediaberichten, chatberichten en aanwezigheidsberichten, drukken-voor-spreken, e-mail, synchronisatie, streaming en de browser.
1. Aan de slag ■ De batterij en de SIM-kaart installeren Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn. Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. 1. Sluit de telefoon en plaats de telefoon met de achterzijde naar boven. Druk op de ontgrendelingsknop en til de cover van de telefoon (1).
3. Trek voorzichtig aan de vergrendelingsclip van de SIM-kaarthouder om de houder te openen (3). Plaats de SIM-kaart met de goudkleurige contactpunten naar beneden gericht in de SIM-kaarthouder (4). Zorg ervoor dat de SIM-kaart juist is geplaatst. Druk het afdekplaatje van de SIM-kaarthouder (5) omlaag totdat dit vastklikt. 4. Plaats de batterij terug (6). Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
5. Plaats de cover terug door eerst de palletjes op de cover in de uitsparingen in de telefoon te plaatsen (7). Druk vervolgens het andere uiteinde van de cover vast (8). ■ Het draagkoordje bevestigen Het draagkoordje is verkrijgbaar als toebehoren. Informeer bij de dichtsbijzijnde Nokia-dealer naar de beschikbaarheid. Verwijder de cover van de telefoon. Zie stap 1 bij De batterij en de SIM-kaart installeren op pagina 19. Rijg het koordje door de daarvoor bestemde opening zoals in de afbeelding.
■ De klep openen Wanneer u de telefoon opent, springt de klep automatisch ongeveer 150 graden open. Probeer niet de telefoon nog verder te openen. ■ De batterij opladen Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn. Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt.
Tijdens het laden schuift de indicatiebalk voor de batterij in het display. Als de telefoon is ingeschakeld, wordt kort de tekst Batterij laadt op weergegeven wanneer het laden wordt gestart. Als de batterij helemaal leeg is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator wordt weergegeven of voordat u kunt bellen. U kunt de telefoon tijdens het opladen gewoon gebruiken. De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij.
Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt.
2. De telefoon ■ Overzicht van de telefoon - gesloten klep 1. Minidisplay 2. Luidspreker 3. Aansluiting voor de lader 4. Microfoon 5. Pop-PortTM -aansluiting, bijvoorbeeld voor hoofdtelefoon en gegevenskabel. 6. Cameralens 7. Aan / uit-toets waarmee u de telefoon in- en uitschakelt. Als de toetsen zijn geblokkeerd, wordt het display ongeveer 15 seconden verlicht als u op de aan / uit-toets drukt. Als de toetsen niet zijn geblokkeerd, kunt u de profielen wijzigen.
8. Infraroodpoort 9. DVS-toets om te bellen via drukken-voor-spreken (push-to-talk). Zie Een DVS-oproep verzenden of ontvangen op pagina 119. Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
■ Overzicht van de telefoon - geopende klep 1. Luistergedeelte 2. Hoofddisplay 3. Linkerselectietoets , middelste selectietoets , rechterselectietoets De functie van deze toetsen is afhankelijk van de tekst die boven de toetsen wordt weergegeven. Zie Standby-modus op pagina 28. 4. Met beëindigt u een actief gesprek. Houd de toets ingedrukt om een functie te beëindigen. 5. invoeren. kunt u cijfers en letters en worden voor verschillende bewerkingen in verschillende functies gebruikt. 6.
Hiermee kunt u bijvoorbeeld bladeren door de lijst met contacten, menu's, instellingen en de agenda, of de cursor verplaatsen tijdens het intoetsen van tekst. 7. kunt u een telefoonnummer kiezen en een oproep beantwoorden. 8. Met de volumetoetsen kunt u het volume van het luistergedeelte en de luidspreker aanpassen, of het volume van de hoofdtelefoon als deze op de telefoon is aangesloten.
• De datum en tijd, het actieve profiel, de alarmklok of de waarschuwingen van agendanotities. • Bij inkomende oproepen wordt de naam of het nummer van de beller weergegeven indien hiervoor nummerweergave is ingeschakeld. Zie Oproepen beantwoorden of weigeren op pagina 36. Hoofddisplay 1. Toont het operatorlogo of de naam van het netwerk om aan te geven welk cellulair netwerk op dit moment wordt gebruikt. 2. Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie.
op Markeer om de functie toe te voegen aan de lijst met snelkoppelingen. Als u een functie uit de lijst wilt verwijderen, drukt u op Niet mrk.. Als de lijst met snelkoppelingen nog geen functies bevat, drukt u op Toevoeg. om een functie toe te voegen. • Als u de functies in de lijst opnieuw wilt ordenen, drukt u op Opties en selecteert u Organiseren. Ga naar de functie die u wilt verplaatsen, druk op Verpltsn. en selecteer de positie waar u de functie wilt plaatsen. 5.
Belangrijke indicatoren in de standby-modus U hebt een of meer tekst- of afbeeldingberichten ontvangen. U hebt een of meer multimediaberichten ontvangen. De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd. of De telefoon is verbonden met de chatdienst en de aanwezigheidsstatus is respectievelijk on line of off line. U hebt een of meer chatberichten ontvangen en u bent verbonden met de chatdienst. De toetsen van de telefoon zijn geblokkeerd.
Er is een (E)GPRS-verbinding tot stand gebracht. De (E)GPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken, bijvoorbeeld bij een inkomende of uitgaande oproep tijdens een (E)GPRS-inbelverbinding. Wanneer de infraroodverbinding tot stand is gebracht, wordt het pictogram permanent weergegeven. of Als u over twee telefoonlijnen beschikt, geeft dit pictogram de geselecteerde telefoonlijn aan. Alle spraakoproepen doorschak., alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer.
Sneltoetsen in de standby-modus • Druk eenmaal op om de lijst met gekozen nummers te openen. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op om het nummer te bellen. • Houd ingedrukt als u uw voicemailnummer hebt opgeslagen en uw voicemail (netwerkdienst) wilt bellen. • Houd ingedrukt om verbinding te maken met een browserdienst. • Druk op de bladertoets-rechts om de Groepslijst voor de DVS-functie te openen (netwerkdienst).
■ Toetsen blokkeren U kunt het toetsenblok blokkeren om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt. • Druk vanuit de standby-modus op Menu en druk binnen anderhalve seconde op om de toetsblokkering in te schakelen. De toetsen worden niet automatisch geblokkeerd wanneer u de telefoon sluit. • Druk op Vrijgev. en druk binnen anderhalve seconde op toetsblokkering op te heffen.
3. Algemene functies ■ Opbellen 1. Open de telefoon en toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een onjuist teken intoetst, kunt u op Wis drukken om het teken te verwijderen. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het internationale prefix (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en toetst u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in. 2. Druk op om het nummer te kiezen. 3.
Overige functies in Contacten op pagina 90. U kunt het nummer dan op een van de volgende manieren kiezen: • Druk op de gewenste snelkeuzetoets en vervolgens op . • Als Snelkeuze is ingeschakeld, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. U kunt Snelkeuze instellen op Aan of Uit. Zie Oproepinstellingen op pagina 102. ■ Oproepen beantwoorden of weigeren Als een oproep binnenkomt wanneer de telefoon is gesloten, opent u deze om de oproep te beantwoorden.
• Als u op Stil drukt, wordt alleen de beltoon uitgeschakeld. U kunt de oproep beantwoorden of weigeren. Druk op of sluit de telefoon om het gesprek te beëindigen. Als op de telefoon een compatibele hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets is aangesloten, kunt u een oproep beantwoorden en beëindigen door op de hoofdtelefoontoets te drukken. Wanneer iemand u belt, geeft de telefoon de naam weer van de beller, evenals diens telefoonnummer of de tekst Privé-nummer dan wel Oproep.
wachtstand geplaatst. Wanneer het nieuwe gesprek is beantwoord, kunt u de eerste deelnemer weer in het conferentiegesprek betrekken door Conferentie te selecteren. Als u een privé-gesprek met een van de deelnemers wilt voeren, selecteert u Privé-oproep en selecteert u de gewenste deelnemer. Als u weer aan het conferentiegesprek wilt deelnemen, selecteert u Toev. aan conf..
4. Tekst intoetsen U kunt op twee verschillende manieren tekst intoetsen, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor gewone tekstinvoer en via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Tijdens het intoetsen van tekst wordt de modus voor tekstinvoer met woordenboek aangegeven met bovenaan in het display, en normale tekstinvoer met . De lettergrootte wordt aangegeven met , of naast de aanduiding voor de modus voor tekstinvoer. Druk op om de lettergrootte te wijzigen.
■ De schrijftaal selecteren Druk op Opties of houd ingedrukt terwijl u tekst intoetst in de lettermodus. Selecteer Schrijftaal om tijdelijk een andere taal te gebruiken voor het intoetsen van tekst. Als u verschillende talen wilt instellen voor de schrijftaal en de displaytekst, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen, Telefooninstellingen en Taalinstellingen.
normale tekstinvoer) en drukt u op Opslaan. Als het woordenboek vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord dat u hebt toegevoegd. Samengestelde woorden intoetsen Toets het eerste deel van het woord in en bevestig de invoer door op de bladertoets-rechts te drukken. Toets het laatste deel van het woord in en bevestig de invoer. ■ Gewone tekstinvoer Druk herhaaldelijk op een cijfertoets ( tot en met ) totdat het gewenste teken verschijnt.
• Als u een cijfer wilt invoegen terwijl de lettermodus is geactiveerd, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt. • Druk op de overeenkomstige bladertoets om de cursor naar links, rechts, omlaag of omhoog te verplaatsen. • Als u een teken links van de cursor wilt verwijderen, drukt u op Wis. Houd Wis ingedrukt om de tekens sneller te verwijderen. Als u tijdens het intoetsen van een bericht alle tekens tegelijkertijd wilt verwijderen, drukt u op Opties en selecteert u Tekst wissen.
• Als u een naam uit Contacten wilt invoegen, drukt u op Opties en selecteert u Contact invoegen. Als u een telefoonnummer of een aan een naam gekoppeld tekstitem wilt toevoegen, drukt u op Opties en selecteert u Gegev. bekijken. Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
5. De menu’s gebruiken De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's. Bij de meeste functies is een korte Help-tekst beschikbaar. Als u de Help-tekst wilt bekijken, gaat u naar de gewenste menufunctie en wacht u 15 seconden. Als u de Help-tekst wilt sluiten, drukt u op Terug. U kunt Automatische Help-tekst instellen om de Help-teksten al dan niet weer te geven. Zie Telefooninstellingen op pagina 104. ■ Een menufunctie activeren Door te bladeren 1.
6. Druk op Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau en druk op Uit om het hoofdmenu af te sluiten. Via het indexnummer De menu’s, submenu’s en opties zijn genummerd en sommige kunnen worden geactiveerd via het indexnummer. Druk op Menu om het hoofdmenu te openen. Toets binnen twee seconden het indexnummer in van de menufunctie die u wilt activeren. Druk op Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau en druk op Uit om het hoofdmenu af te sluiten. Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
■ Overzicht van de menufuncties 1. Berichten 1. Bericht maken 2. Inbox 3. Outbox 4. Verzonden items 5. Opgeslagen items 6. Chatberichten 7. E-mail 8. Spraakberichten 9. Informatieber. 10.Dienstopdrachten 11.Berichten verwijd. 12.Berichtinstellingen 13.Berichtenteller 2. Contacten 1. Zoeken 2. Nw contact tvgn 3. Verwijderen 4. Mijn aanwezigheid 5. Abonneenamen 6. Kopiëren 7. Instellingen Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
8. Snelkeuze 9. Spraaklabels 10. Infonummers1 11. Dienstnummers1 12. Eigen nummers2 13. Bellersgroepen2 3. Oproep-info 1. Gemiste oproepen 2. Ontvangen oproepen 3. Laatst gekozen nummers 4. Laatste oproepen verwijderen 5. Gespreksduur tonen 6. GPRS-gegevensteller 7. GPRS-verbindingstimer 8. Berichtenteller 9. Positiebepaling 4. Instellingen 1. Profielen 2. Thema's 3. Tooninstellingen 1. Weergegeven indien ondersteund door de SIM-kaart.
4. Instellingen hoofddisplay 5. Instellingen minidisplay 6. Instellingen tijd en datum 7. Favorieten 8. Connectiviteit 9. Oproepinstellingen 10. Telefooninstellingen 11. Toebehoreninstellingen1 12. Configuratie-instellingen 13. Beveiligingsinstellingen 14. Fabrieksinstellingen terugzetten 5. Galerij 1. Afbeeldingn 2. Videoclips 3. Thema's 4. Grafisch 5. Tonen 6. Opnamen 6. Media 1. Camera 2. Mediaspeler 1.
3. Spraakrecorder 7. DVS 1. DVS inschakelen / DVS uitschakelen 2. Terugbelinbox 3. Groepslijst 4. Contactenlijst 5. Groep toevoegen 6. DVS-instellingen 7. Configuratie-instellingen 8. Diensten 8. Organiser 1. Alarmklok 2. Agenda 3. Taken 4. Notities 5. Synchronisatie 6. Portefeuille 7. Rekenmachine 8. Stopwatch 9. Timerfunctie 9. Toepassingen 1. Spelletjes 2. Verzameling Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
10. Diensten 1. Home 2. Bookmarks 3. Download links 4. Ltste webadres 5. Dienstinbox 6. Instellingen 7. Ga naar adres 8. Cache wissen 11. SIM-diensten1 1. Alleen weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en inhoud zijn afhankelijk van de SIM-kaart. Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
6. Menufuncties ■ Berichten U kunt tekstberichten, multimediaberichten en e-mailberichten lezen, intoetsen, verzenden en opslaan. Alle berichten worden ingedeeld in mappen. Opmerking: Wanneer u berichten verzendt, geeft het apparaat mogelijk de tekst Bericht verzonden weer. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in het apparaat is geprogrammeerd. Dit is geen indicatie dat het bericht is ontvangen door de doellocatie.
Bovenaan het display wordt de berichtlengte aangegeven, terugtellend vanaf 160. 10/2 betekent bijvoorbeeld dat u nog 10 tekens kunt toevoegen als u de tekst in twee berichten wilt verzenden. Het gebruik van speciale (Unicode-)tekens zoals ë, â, á en ì kost meer ruimte. Opmerking: Alleen apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen beeldberichten ontvangen en weergeven. SMS-berichten intoetsen en verzenden 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Bericht maken en SMS. 2.
• Selecteer Verzndn als e-mail als u een bericht wilt verzenden als SMS e-mailbericht. Toets het e-mailadres van de ontvanger in of haal dit op uit Contacten en druk op OK. • Als u een bericht wilt verzenden met behulp van een vooraf ingesteld berichtprofiel, selecteert u Verzendprofiel en kiest u het gewenste berichtprofiel. Zie Berichtinstellingen op pagina 74 als u een berichtprofiel wilt definiëren.
agenda kopiëren. Tijdens het lezen van een afbeeldingbericht kunt u de afbeelding opslaan in de map Sjablonen. 3. Druk op Beantw. om een bericht te beantwoorden. Als u het bericht wilt beantwoorden als tekstbericht, selecteert u SMS en om het bericht te beantwoorden als multimediabericht, selecteert u Multimediabericht Als u een e-mail beantwoordt, moet u eerst het e-mailadres en onderwerp bevestigen of wijzigen. 4. Druk op Verzend. of weergegeven nummer.
Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van de multimediaberichtendienst. Zie Instellingen voor multimediaberichten op pagina 75. Multimediaberichten kunnen tekst, geluid, een afbeelding, een agendanotitie, een visitekaartje of een videoclip bevatten. Als een bericht te groot is, kunt u het bericht waarschijnlijk niet ontvangen. In sommige netwerken ontvangt u een tekstbericht met een internetadres waar u het multimediabericht kunt bekijken.
Als u Nieuwe geluidsclip selecteert, wordt de spraakrecorder geactiveerd en kunt u een nieuwe opname starten. Zodra u de opname beëindigt, wordt deze aan het bericht toegevoegd. • Als u een visitekaartje of kalendernotitie in het bericht wilt invoegen, drukt u op Opties, selecteert u Invoegen en selecteert u Visitekaartje of Kalendernot.. • De telefoon ondersteunt multimediaberichten met verschillende pagina's (dia's).
5. Toets het telefoonnummer (of e-mailadres) van de ontvanger in of haal dit op uit Contacten. Druk op OK. Het bericht wordt verplaatst naar de map Outbox om te worden verzonden. Het verzenden van een multimediabericht duurt langer dan het verzenden van een tekstbericht. Tijdens het verzenden van het multimediabericht wordt de voortgangsindicator in het display weergegeven en kunt u de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken.
Multimediaberichten lezen en beantwoorden Belangrijk: Objecten in multimediaberichten kunnen virussen bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC. Open geen bijlagen als u niet weet of de afzender betrouwbaar is. De standaardinstelling voor de multimediaberichtendienst is meestal ingeschakeld. De manier waarop een multimediabericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het ontvangende apparaat.
U kunt ook op Spelen drukken om een geluidsfragment te beluisteren of een videoclip te bekijken die u als bijlage bij het bericht hebt ontvangen. Druk op Zoom om in te zoomen op een afbeelding. Druk op Bekijken om een visitekaartje of een agendanotitie weer te geven. Druk op Openen om een thema te openen. Druk op Laden om een streaming-koppeling te openen. 3. Als u het bericht wilt beantwoorden, drukt u op Opties en selecteert u Antwoorden en SMS of Multimediabericht.
De mappen Inbox, Outbox, Opgeslagen items en Verzonden items • Ontvangen tekst- en multimediaberichten worden opgeslagen in de map Inbox. • Multimediaberichten die nog niet verzonden zijn, worden verplaatst naar de map Outbox. • De verzonden berichten worden opgeslagen in de map Verzonden items als de opties Verzonden berichten opslaan voor tekstberichten en Verzonden berichten opslaan voor multimediaberichten in Berichtinstellingen zijn ingesteld op Ja.
Chatberichten Chatten (netwerkdienst) is een methode voor het verzenden van korte, eenvoudige tekstberichten naar on line gebruikers via TCP/IP-protocollen. In uw lijst met contacten wordt aangegeven wanneer contacten on line zijn en beschikbaar om deel te nemen aan een chatsessie. Nadat u het bericht hebt ingetoetst en verzonden, blijft het zichtbaar in het display. Het antwoord wordt onder het oorspronkelijke bericht weergegeven.
automatisch verbinding te maken met de chatdienst wanneer u het menu Chatberichten opent. Zie Verbinding maken met de chatdienst en de verbinding verbreken op pagina 62. • Selecteer Opgeslagen conv. om de chatgesprekken die u tijdens een chatsessie hebt opgeslagen, weer te geven, te verwijderen of te hernoemen. U kunt Opgeslagen conv. ook selecteren wanneer u verbinding hebt met de chatdienst. • Selecteer Verbindingsinstell.
Tip: Als u de telefoon wilt instellen om automatisch verbinding te maken met de chatdienst zodra u het menu Chatberichten opent, maakt u verbinding met de chatdienst en selecteert u achtereenvolgens Mijn instellingen, Automatisch aanmelden en Bij start chatprog.. Een chatsessie starten Open het menu Chatberichten en maak verbinding met een chatdienst. U kunt nu op verschillende manieren een chatsessie starten. • Selecteer Conversaties.
U kunt contacten aan de lijst toevoegen. Zie Contacten voor chatsessies op pagina 67. • Selecteer Groepen en Openbare groepen (wordt grijs weergegeven als de groepsfunctie niet door het netwerk wordt ondersteund). Hiermee wordt de lijst met bookmarks naar openbare groepen weergegeven die door de netwerkoperator of serviceprovider worden geleverd. Ga naar de groep waarmee u wilt chatten en druk op Deelnm.. Voer de schermnaam in die u tijdens het chatten als alias wilt gebruiken.
meerdere uitnodigingen hebt ontvangen, gaat u naar de gewenste uitnodiging en drukt u op Openen. • Druk op Accept. om deel te nemen aan het privé-groepsgesprek. Voer de schermnaam in die u tijdens het chatten als alias wilt gebruiken. • Druk op Opties en selecteer Weigeren of Verwijderen om de uitnodiging te negeren of te verwijderen. U kunt desgewenst een reden voor de weigering opgeven.
Deelnemen aan een chatsessie Druk op Schrijven als u wilt deelnemen aan een actieve chatsessie of als u een sessie wilt starten, of toets de gewenste tekst in. Tip: Als tijdens een chatsessie een nieuw bericht binnenkomt van iemand die niet bij de huidige chatsessie betrokken is, wordt het pictogram weergegeven en klinkt een waarschuwingstoon. Toets uw bericht in en druk op Verzend. of om het bericht te verzenden.
Contacten voor chatsessies U kunt contacten toevoegen aan de lijst met chatcontacten. 1. Selecteer Chatcontacten om verbinding te maken met de chatdienst. 2. Druk op Opties en selecteer Contact toev.. U kunt de gebruikers-ID intoetsen, een contact uit het contactengeheugen in de telefoon toevoegen, naar andere contacten zoeken of contacten kopiëren van de lijst met contacten op de server van de serviceprovider. 3. Als u een chatsessie wilt starten, drukt u op Chatten.
U kunt de blokkering van berichten ook opheffen vanuit de lijst met contacten. Groepen Als groepen door het netwerk worden ondersteund, kunt u privé-groepen voor een specifieke chatsessie samenstellen of de openbare groepen gebruiken die door de serviceprovider worden ingebracht. Maak verbinding met de chatdienst en selecteer Groepen. • Selecteer Openbare groepen, druk op Deelnm. en voer uw schermnaam in als u geen lid bent van de groep.
E-mailberichten Met de e-mailtoepassing, die gebruikmaakt van (E)GPRS (netwerkdienst), kunt u vanaf de telefoon toegang verkrijgen tot uw e-mailaccount wanneer u onderweg bent. U moet beschikken over een compatibel e-mailsysteem om de e-mailfunctie van de telefoon te kunnen gebruiken. U kunt met de telefoon e-mailberichten opstellen, verzenden en lezen. U kunt ook e-mails op een compatibele pc opslaan en verwijderen. De telefoon ondersteunt POP3- en IMAP4-e-mailservers.
E-mailberichten intoetsen en verzenden Toets eerst het e-mailbericht in voordat u verbinding maakt met de e-maildienst, of maak eerst verbinding met de dienst, toets vervolgens het bericht in en verzend het e-mailbericht. 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, E-mail en E-mail schrijven. 2. Toets het e-mailadres van de ontvanger in, of druk op Bewerk en toets het e-mailadres in. Of: zoek het e-mailadres op in Contacten, druk op Bewerk en Opties en selecteer Zoeken. Druk op OK.
E-mailberichten downloaden U kunt e-mailberichten downloaden van uw e-mailaccount. 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, E-mail en Ophalen. U kunt ook op Menu drukken en achtereenvolgens Berichten en E-mail selecteren. Druk op Opties en selecteer Ophalen en verz. om nieuwe de e-mailberichten te downloaden en om e-mailberichten te verzenden die zijn opgeslagen in de map Outbox.
bericht verwijderen, beantwoorden, doorsturen of het bericht verplaatsen naar een andere map. 3. Druk op Beantw. om een e-mailbericht beantwoorden. U kunt het originele bericht desgewenst opnemen in het antwoord. Bevestig of wijzig het e-mailadres en het onderwerp en toets het antwoord in. 4. U kunt het bericht verzenden door op Verzend. te drukken en Nu verzenden te selecteren.
Als u een e-mailbericht uit de telefoon verwijdert, wordt het bericht niet van de e-mailserver verwijderd. Spraakberichten Voicemail is een netwerkdienst. Neem contact op met de netwerkoperator voor meer informatie en voor het voicemailnummer. Selecteer Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Spraakberichten en Luisteren naar voicemail als u uw voicemail wilt bellen op het telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in het menu Nummer voicemailbox. Informatieberichten Met de netwerkdienst Informatieber.
Berichtinstellingen De berichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop de berichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven. Instellingen voor tekstberichten 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen, Tekstberichten en Verzendprofiel. 2. Als meer dan één berichtprofielset door de SIM-kaart wordt ondersteund, selecteert u de set die u wilt wijzigen en definieert u de volgende instellingen: • Nr.
• GPRS gebruiken en selecteer Ja om GPRS in te stellen als de gewenste SMS-drager. Stel GPRS-verbinding in op Altijd online. Zie GPRS-verbinding op pagina 101. • Antwoord via zelfde centrale om de ontvanger van uw bericht toe te staan een antwoord te verzenden via uw berichtencentrale (netwerkdienst). • Naam van dit profiel wijzigen om de naam van het geselecteerde berichtprofiel te wijzigen. Het menu met berichtprofielen wordt uitsluitend weergegeven als uw SIM-kaart meerdere sets ondersteunt.
• Standaard timing dia's om een standaardwaarde in te stellen voor de timing van dia's. • Ontvangst multimedia toestaan. Selecteer Nee of Ja om multimediaberichten te ontvangen of blokkeren. Selecteer In eigen netwerk (standaardinstelling) als u alleen multimediaberichten wilt ontvangen in uw eigen netwerk. • Inkomende multimediaberichten. Selecteer Ophalen als nieuwe multimediaberichten automatisch moeten worden opgehaald, of selecteer Weigeren als u geen multimediaberichten wilt ontvangen.
Instellingen voor de e-mailtoepassing U kunt de e-mailinstellingen ontvangen als configuratiebericht (zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 17), maar mogelijk moet u de instellingen handmatig intoetsen (zie Configuratie-instellingen op pagina 106). 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen en E-mailberichten. 2. U kunt de volgende opties selecteren: • Selecteer Configuratie en selecteer de set die u wilt activeren.
• Terminalvenster tonen. Selecteer Ja als u een handmatige gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren. • Type inkomende server. Selecteer POP3 of IMAP4, afhankelijk van het type e-mailsysteem dat u gebruikt. Als beide typen worden ondersteunt, selecteert u IMAP4. • Inkomende mailinstellingen Als u het servertype POP3 hebt geselecteerd voor de inkomende server, worden de volgende opties weergegeven: E-mails ophalen, POP3-gebruikersnaam, POP3-wachtwoord en Terminalvenster tonen.
■ Contacten U kunt namen en nummers (contactgegevens) opslaan in het geheugen van de telefoon en het geheugen van de SIM-kaart. De telefoon ondersteunt de weergave van de aanwezigheidsgegevens voor contacten (netwerkdienst), bestaande uit Mijn aanwezigheid en Abonneenamen. In het menu Mijn aanwezigheid kunt u uw huidige beschikbaarheidsstatus publiceren om te communiceren met personen die toegang hebben tot deze dienst en die deze informatie opvragen.
Namen telefoonnummers opslaan (Contact toevoegen) Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten en Nw contact tvgn. Toets de naam in, druk op OK, toets het telefoonnummer in en druk opnieuw op OK. Tip: Snel opslaan Toets vanuit de standby-modus het telefoonnummer in en druk op Opslaan. Toets de naam in en druk op OK.
5. Als u een nummer of gegeven wilt toevoegen, selecteert u een van de nummertypen of teksttypen. Wanneer u bent verbonden met de aanwezigheidsdienst en u het teksttype Gebruikers-ID selecteert, kunt u Zoeken selecteren om naar een ID te zoeken op basis van een telefoonnummer of een e-mailadres op de server van de operator of serviceprovider. Zie Contacten met aanwezigheidsstatus - Mijn aanwezigheid op pagina 83. Als slechts één ID wordt gevonden, wordt deze automatisch opgeslagen.
selecteer Afb. toevoegen. Open de gewenste map in de Galerij, ga naar de afbeelding die u wilt toevoegen, druk op Opties en selecteer Opsl. in contn. Er wordt een kopie van de afbeelding aan de contactgegevens toegevoegd. Gegevens van een contact wijzigen of verwijderen Zoek naar het contact en druk op Gegev.. Ga naar de naam, het nummer, het tekstitem of de afbeelding die u wilt wijzigen of verwijderen.
Contacten met aanwezigheidsstatus - Mijn aanwezigheid Via de aanwezigheidsdienst (netwerkdienst) kunt u uw aanwezigheidsstatus delen met andere gebruikers, zoals familieleden, vrienden of collega's. De aanwezigheidsstatus geeft uw aanwezigheid weer, evenals een statusbericht en een persoonlijk logo. Gebruikers met toegang tot deze dienst kunnen uw gegevens opvragen en uw status bekijken. De opgevraagde informatie wordt weergegeven bij Abonneenamen in het menu Contacten van degene die de informatie opvraagt.
• Verbinden met aanwezigh.dienst (of Verbinding verbreken) om verbinding te maken met de dienst (of om de verbinding te verbreken). • Mijn huidige aanwezigheid om bijvoorbeeld uw huidige privé- of openbare status te bekijken of te wijzigen, om uw aanwezigheidsstatus te wijzigen of om de groepen te selecteren waarmee u uw aanwezigheidsgegevens wilt delen.
voor configuratie-instellingen op pagina 17). Zie Configuratie-instellingen op pagina 106 als u de instellingen handmatig wilt intoetsen. • Selecteer Account en selecteer een aanwezigheidsaccount in de actieve configuratie-instellingen. • Selecteer Gebruikers-ID om de gebruikers-ID in te toetsen die u van de serviceprovider hebt ontvangen. • Selecteer Wachtwoord om het wachtwoord in te toetsen die u van de serviceprovider hebt ontvangen.
2. Druk op Toevoeg. als uw lijst met contacten leeg is. Druk anders op Opties en selecteer Nieuw abonneren. 3. Selecteer een contact in de lijst. Als voor het contact een ID is opgeslagen, wordt het contact toegevoegd aan de lijst met abonneenamen. Tip: Als u zich wilt abonneren op een contact in de lijst Contacten, zoekt u het contact, drukt u op Gegev. en vervolgens op Opties. Selecteer Aanw.info aanvr. en Als abonnement. Selecteer Aanw.info aanvr.
Abonnement op een contact opzeggen Als u het abonnement op een contact wilt opzeggen, zoekt u het contact in de lijst Contacten en drukt u op Gegev.. Selecteer de gebruikers-ID, druk op Opties, selecteer Abonn. opzeggen en druk op OK. Contactgegevens kopiëren Druk op Menu en selecteer Contacten en Kopiëren om namen en telefoonnummers van het telefoongeheugen naar het SIM-kaartgeheugen te kopiëren en vice versa.
Een visitekaartje zenden en ontvangen U kunt contactgegevens als visitekaartje verzenden naar en ontvangen van een compatibel apparaat dat de vCard-norm ondersteunt. Wanneer u een visitekaartje hebt ontvangen, drukt u op Tonen en Opslaan om het visitekaartje op te slaan in het telefoongeheugen. Zoek naar de gewenste naam en het gewenste telefoonnummer in de lijst met contacten. Druk op Gegev. en selecteer achtereenvolgens Opties en Visitek. verzenden.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent. Spraaklabels toevoegen en beheren Zorg dat in het telefoongeheugen de contacten aanwezig zijn waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen. 1. Druk vanuit de standby-modus op de bladertoets-omlaag en ga naar het contact waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen. 2. Druk op Gegev.
2. Spreek de spraaklabel duidelijk uit. Als de spraaklabel wordt herkend, wordt deze afgespeeld en wordt vervolgens na anderhalve seconde het nummer gekozen. Als u een compatible hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets gebruikt, houdt u de hoofdtelefoontoets ingedrukt om spraakgestuurde nummerkeuze te starten. Overige functies in Contacten Druk op Menu, selecteer Contacten en selecteer een van de volgende opties: • Snelkeuze om een telefoonnummer toe te kennen aan een snelkeuzetoets.
• Bellersgroepen om de namen en telefoonnummers in Contacten in te delen in bellergroepen. Voor elke bellergroep kunt u instellen dat een bepaalde beltoon moet klinken en een geselecteerde afbeelding in het display moet worden weergeven wanneer u wordt gebeld door een telefoonnummer uit de groep.
• Gemiste oproepen om een lijst weer te geven met de laatste telefoonnummers vanwaar men u zonder succes heeft gebeld (netwerkdienst). • Ontvangen oproepen om een lijst weer te geven met de laatste telefoonnummers waarvan u oproepen hebt geaccepteerd (netwerkdienst). • Laatst gekozen nummers om een lijst weer te geven met de laatste telefoonnummers die u hebt gebeld of geprobeerd te bellen. • Laatste oproepen verwijderen om de lijsten met laatste oproepen te wissen.
Berichtenteller Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Oproep-info, Berichtenteller en Verzonden berichten of Ontvangen berichten om te bekijken hoeveel tekst-, chaten multimediaberichten u hebt verzonden en ontvangen. Druk op Tellers wissen om de tellers weer op nul te zetten. Positiebepaling Het netwerk kan u een locatieverzoek sturen.
■ Instellingen Profielen U kunt tonen aanpassen met vooraf ingestelde profielen voor speciale gelegenheden, omgevingen of gebruikersgroepen. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Profielen. Ga naar een profiel en druk op Select.. • Selecteer Activeren om het geselecteerde profiel te activeren. • Als u het profiel wilt instellen om een bepaalde tijd (maximaal 24 uur) actief te zijn, selecteert u Tijdelijk en stelt u de gewenste eindtijd in.
Thema's Een thema omvat een aantal elementen voor het aanpassen van uw telefoon, zoals een achtergrondafbeelding, een screensaver, een kleurenschema en een beltoon. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Thema's. U kunt de volgende opties selecteren: • Thema selecteren om de lijst met mappen in de Galerij te openen. Als u een thema op de telefoon wilt instellen, opent u de map Thema's en selecteert u het gewenste thema.
Instellingen hoofddisplay Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Instellingen hoofddisplay. U kunt de volgende instellingen wijzigen: • Achtergrond om een achtergrondafbeelding in het hoofddisplay van de telefoon weer te geven als de telefoon zich in standby-modus bevindt. U kunt de achtergrond selecteren, activeren of uitschakelen door Achtergr. select. te selecteren en respectievelijk Aan of Uit te kiezen.
Instellingen minidisplay Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Instellingen minidisplay. U kunt de volgende instellingen wijzigen: • Achtergrond om een achtergrondafbeelding in het minidisplay van de telefoon weer te geven als de telefoon zich in standby-modus bevindt. De achtergrond wordt niet weergegeven als de screensaver wordt geactiveerd. Selecteer Graf. downloads om meer afbeeldingen te downloaden die u als afbeelding wilt gebruiken.
van de actieve tijdzone. Door het automatisch bijwerken van de datum en tijd kunnen ingestelde alarmtijdstippen verlopen. Als de batterij gedurende langere tijd uit de telefoon verwijderd is geweest of leeg is geweest, moet de tijd mogelijk opnieuw worden ingesteld. Persoonlijke snelkoppelingen Als u een functie voor de rechterselectietoets wilt selecteren en spraakopdrachten voor bepaalde functies wilt toevoegen, drukt u op Menu en selecteert u Instellingen en Favorieten.
Connectiviteit Infrarood Richt de infraroodstraal niet op andermans ogen en vermijd dat storingen optreden met andere IR-apparaten. Dit apparaat is een Klasse 1 laserproduct. U kunt de telefoon instellen op het verzenden en ontvangen van gegevens via de infraroodpoort. Via de infraroodpoort van de telefoon kunt u gegevens zoals visitekaartjes zenden naar of ontvangen van een compatibele telefoon of een compatibel gegevensapparaat (bijvoorbeeld een computer).
GPRS GPRS (General Packet Radio Service) is een netwerkdienst waarmee mobiele telefoons kunnen worden gebruikt voor het verzenden en ontvangen van gegevens via een IP (Internet Protocol)-netwerk. GPRS is een gegevensdrager voor draadloze toegang tot gegevensnetwerken zoals internet. Enhanced GPRS (EGPRS) maakt gebruik van EDGE (Enhanced Data rates for Global Evolution), een radiomodulatietechniek voor het versnellen van GPRS-gegevenstransmissies.
GPRS-verbinding Als u de instellingen voor (E)GPRS-verbindingen wilt definiëren, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen, Connectiviteit, GPRS en GPRS-verbinding. • Selecteer Altijd online om in te stellen dat de telefoon automatisch moet worden geregistreerd bij een GPRS-netwerk wanneer het toestel wordt ingeschakeld. Wanneer u een toepassing start die gebruik maakt van (E)GPRS, wordt de verbinding tussen de telefoon en het netwerk tot stand gebracht.
GPRS-inbelinstellingen U kunt de telefoon via een infrarood- of kabelverbinding aansluiten op een compatibele pc en de telefoon gebruiken als modem om (E)GPRS-verbinding via de pc in te schakelen. Als u de instellingen voor (E)GPRS-verbindingen vanaf de pc wilt instellen, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen, Connectiviteit, GPRS en GPRS-modeminstellingen. • Selecteer Actief toegangspunt en activeer het gewenste toegangspunt.
• Opnemen met willekeurige toets. Als u Aan selecteert, kunt u een inkomende oproep beantwoorden door kort op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de aan / uit-toets, de DVS-toets, de selectietoetsen ( en ) en de toets . • Beantwoorden bij openen telefoon om te selecteren of inkomende oproepen automatisch moeten worden beantwoord wanneer de telefoon wordt geopend.
Als u Lijn 2 selecteert en niet op deze netwerkdienst bent geabonneerd, kunt u geen gesprekken voeren. Oproepen op beide lijnen kunnen echter altijd worden beantwoord, ongeacht welke lijn is geselecteerd. Telefooninstellingen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Telefooninstellingen. U kunt de volgende instellingen selecteren: • Taalinstellingen en Taal display om de taal voor de displayteksten in te stellen.
• Operatorselectie om in te stellen dat automatisch een van de cellulaire netwerken die in uw regio beschikbaar zijn, wordt geselecteerd. Als u Handmatig selecteert, kunt u een netwerk selecteren dat een registratieovereenkomst met uw eigen serviceprovider heeft. De handmatige modus blijft geactiveerd totdat de automatische modus wordt geselecteerd of een andere SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst.
een profiel dat automatisch moet worden geactiveerd wanneer u het geselecteerde toebehoren aansluit. Als u de teksttelefoon gebruikt, selecteert u Teksttelefoon, Teksttelefoon gebruiken en Ja om de instellingen van de teksttelefoon te gebruiken in plaats van de instellingen van de hoofdtelefoon of het hoorapparaat. Als uw teksttelefoon zowel baudot als CTM ondersteunt, selecteert u baudot. Gebruik altijd de originele kabels die bij de teksttelefoon worden geleverd.
Druk op Opties en selecteer Als standaard om de configuratie-instellingen van de serviceprovider als standaard in te stellen. Selecteer Verwijderen als u de configuratie-instellingen wilt verwijderen. • Std. activeren in alle toepassingen om de standaard configuratie-instellingen voor ondersteunde toepassingen te activeren. • Voorkeurstoegangspunt bevat de namen van de opgeslagen toegangspunten.
Beveiligingsinstellingen zijn instellingen voor toegangscodes en andere beveiligingsfuncties. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Beveiligingsinstellingen. U kunt de volgende instellingen selecteren: • PIN-code vragen als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN-code te vragen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Sommige SIM-kaarten ondersteunen het uitschakelen van de PIN-code niet. • Oproepen blokkeren (netwerkdienst) om oproepen te beperken.
wilt wijzigen of als u van het ene naar het andere geheugen wilt kopiëren (Contactgegevens kopiëren op pagina 87). • Toegangscodes als u de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code of het blokkeerwachtwoord wilt wijzigen. Fabrieksinstellingen terugzetten Als u bepaalde menu-instellingen op de oorspronkelijke waarden wilt terugzetten, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen en Fabrieksinstellingen terugzetten. Toets de beveiligingscode in en druk op OK.
Uw telefoon ondersteunt een DRM-systeem (Digital Rights Management) ter bescherming van opgehaalde content. Content, zoals een beltoon, kan beschermd zijn en onderworpen aan bepaalde gebruiksregels, bijvoorbeeld een beperking voor het aantal te gebruiken keren en de periode van gebruik. De regels zijn vastgelegd in de activeringssleutel bij de content die samen met de content wordt geleverd of onafhankelijk daarvan, afhankelijk van de serviceprovider.
• Geheugenstatus om informatie over het gebruik van het geheugen van de telefoon te bekijken. • Lijst activ.sleutels om een lijst weer te geven met alle beschikbare activeringssleutels. U kunt ook activeringssleutels verwijderen, bijvoorbeeld als deze verlopen zijn. 3. Nadat u een map hebt geopend, gaat u naar het gewenste bestand. Druk op Openen om het bestand te bekijken of op om het bestand via MMS te verzenden. Op de telefoon kunnen videoclips in 3GP-indeling (H.
Foto's maken 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Media en Camera om de zoeker van de camera te openen. Druk op Opties voor de opties van de zoeker en selecteer bijvoorbeeld een optie om de gewenste modus in te stellen, in of uit te zoomen op de afbeelding, of de Galerij of camera-instellingen te openen. Voor één foto tegelijk kunt u ook de zelfontspanner van de camera activeren en u kunt ervoor kiezen het minidisplay te gebruiken als zoeker. 2. Druk op Foto om de foto te maken.
Instellingen voor de camera Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Media en Camera. Druk op Opties, selecteer Instellingen en selecteer de gewenste optie in de lijst. U kunt de standaardmodus, de beeldkwaliteit, de opnametijd van videoclips, de camerageluiden en de standaardtitel instellen.
selecteer Standaard, of Pers. configuratie voor streaming. Mogelijk ontvangt u de streaming-instellingen in een configuratiebericht (zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 17). Zie Configuratie-instellingen op pagina 106 als u de instellingen handmatig wilt intoetsen. • Selecteer Account en selecteer een streaming-account in de actieve configuratie-instellingen. Spraakrecorder U kunt tot 3 minuten spraak, geluid of een actief gesprek opnemen. U kunt een opname ook instellen als beltoon.
Selecteer Ltste opn. vrzdn om de laatste opname te verzenden via infrarood of als een multimediabericht. ■ DVS DVS (drukken-voor-spreken, ofwel push-to-talk) is een radiodienst met zend- en ontvangstfunctionaliteit die beschikbaar is via GSM / GPRS-netwerken. U kunt met één druk op de DVS-knop direct verbinding maken om gesprekken te voeren. U kunt DVS gebruiken om gesprekken te voeren met één persoon of met een groep personen die beschikken over compatibele apparaten.
Het DVS-menu openen Druk op Menu en selecteer DVS. • Selecteer DVS inschakelen of DVS uitschakelen om verbinding te maken met de DVS-dienst of om de verbinding met de dienst te verbreken. • Selecteer Terugbelinbox om de ontvangen terugbelverzoeken weer te geven. • Selecteer Groepslijst om de lijst met DVS-groepen weer te geven. • Selecteer Contactenlijst om de lijst met contacten weer te geven waaraan u het DVS-adres hebt toegevoegd.
verbinding met de DVS-dienst niet verbreekt, blijft de telefoon automatisch proberen een verbinding met de dienst tot stand te brengen. Als u groepen hebt toegevoegd aan de telefoon, wordt u automatisch aangemeld bij de actieve groepen (Standaard of Gescand) en wordt de naam van de standaardgroep weergegeven in de standby-modus. Selecteer DVS uitschakelen als u de verbinding met de DVS-dienst wilt verbreken.
• Als u een terugbelverzoek wilt verzenden vanuit de groepslijst in het menu DVS, selecteert u Groepslijst en gaat u naar de gewenste groep. Druk op Opties, selecteer Actieve leden, ga naar het gewenste contact, druk op Opties en selecteer Terugbellen. • Selecteer Terugbelinbox om een terugbelverzoek te verzenden vanuit de lijst met terugbelverzoeken in het menu DVS. Ga naar een contact, druk op Opties en selecteer Terugbellen. Antwoorden op een terugbelverzoek 1.
Een DVS-oproep verzenden of ontvangen Geef aan of u de luidspreker of het luistergedeelte van de telefoon wilt gebruiken voor de DVS-communicatie. Wanneer u het luistergedeelte kiest, kunt u de telefoon gewoon tegen uw oor houden. Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Wanneer u verbonden bent met de DVS-dienst, kunt u groepsgesprekken of individueel gesprekken starten of ontvangen.
Een individueel gesprek voeren • Selecteer Contactenlijst om een individueel gesprek te starten vanuit de lijst met contacten, waaraan u het DVS-adres hebt toegevoegd dat u hebt ontvangen van de serviceprovider. Ga naar een contact en druk op de DVS-toets. U kunt het contact ook selecteren in Contacten. • Als u een individueel gesprek wilt starten vanuit de lijst met DVS-groepen, selecteert u Groepslijst en gaat u naar de gewenste groep.
Als u op de DVS-toets drukt om te spreken in een groep terwijl een andere persoon spreekt, hoort u een wachttoon en wordt In wachtrij weergegeven zolang u de DVS-toets ingedrukt houdt. Houd de DVS-toets ingedrukt en wacht tot de andere persoon is uitgesproken. Daarna kunt u spreken. Individuele contacten toevoegen U kunt de namen opslaan van personen waarmee u vaak individuele gesprekken voert.
Groepen maken en instellen Wanneer u een oproep naar een groep verzendt, horen alle leden van de groep gelijktijdig de oproep. Elk groepslid wordt aangeduid met een alias, die wordt weergegeven als identificatie. Groepsleden kunnen voor elke groep een alias kiezen. Groepen worden geregistreerd met een URL-adres. Een gebruiker registreert de groeps-URL in het netwerk wanneer hij of zij voor de eerste keer deelneemt aan een groepssessie.
Als u Beveiligde groep selecteert, wordt automatisch een gecodeerd deel aan het groepsadres toegevoegd, dat niet zichtbaar is voor leden die een uitnodiging voor de groep ontvangen. Alleen de persoon die de beveiligde groep maakt, kan meer leden voor de groep uitnodigen. 3. Toets de naam voor de groep in en druk op OK. 4. Selecteer de status voor de groep: Standaard, Gescand of Niet-actief. In het display wordt aangegeven dat de groep is opgeslagen en wordt de status van de groep weergegeven.
U kunt de uitnodiging weigeren door op Uit en Ja te drukken, of door op Bekijken, Wegd. en Ja te drukken. Instellingen voor DVS Er zijn twee typen DVS-instellingen: instellingen voor gebruik en instellingen voor verbinding met de dienst. U kunt de verbindingsinstellingen voor de dienst van de netwerkoperator of serviceprovider ontvangen als configuratiebericht. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 17. Zie Configuratie-instellingen op pagina 106 als u de instellingen handmatig wilt intoetsen.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens DVS en DVS-instellingen om de gebruiksinstellingen voor de DVS-functie weer te geven. U kunt de volgende opties selecteren: • 1-op-1 oproepen and Aan om de ontvangst van inkomende individuele oproepen toe te staan. Als u Uit selecteert, kunt u wel individuele oproepen starten, maar niet ontvangen. Mogelijk biedt de serviceprovider diensten aan die deze instellingen kunnen vervangen.
• Selecteer Alarm herhalen en Herhalingsdagen. Markeer de dagen waarop het alarm moet worden herhaald en druk op OK. • Selecteer Alarmgeluid om een geluid voor het alarm in te stellen. Als het alarmtijdstip is aangebroken Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u op Stop drukt, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen.
• Als u een specifieke notitie wilt bekijken, gaat u naar die notitie en drukt u op Bekijken. In de notitieweergave kunt u de details van de geselecteerde notitie bekijken. U kunt door de notitie bladeren. Als een waarschuwingstoon voor de notitie is ingesteld, wordt het pictogram weergegeven. • Druk op Opties.
• Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen en de notitie wilt bekijken, drukt u op Bekijken. Druk op Snooze om terug te keren naar de standby-modus. • Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen zonder de notitie te bekijken, drukt u op Uit. Wanneer de telefoon is gesloten, kunt u op de volumetoetsen drukken om de waarschuwingstoon uit te schakelen.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Notities om de toepassing Notities te openen. Druk op Notitie om een notitie toe te voegen als de lijst met notities leeg is. Druk anders op Opties en selecteer Notitie maken. Toets de notitie in en druk op Opslaan. • Als u een notitie wilt bekijken, gaat u naar de notitie en drukt u op Bekijken. Als u de notitie wilt verwijderen, drukt u op Bewerk.
Synchroniseren vanaf de telefoon Voordat u met uw telefoon een synchronisatiesessie kunt starten, moet u mogelijk eerst: • Een abonnement nemen op een synchronisatiedienst. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid van en de instellingen voor de synchronisatiedienst. • De synchronisatie-instellingen ophalen bij netwerkoperator of serviceprovider (zie Instellingen voor synchronisatie op pagina 130). De synchronisatie starten vanaf de telefoon: 1.
Configuratie-instellingen op pagina 106 voor meer informatie over het beheren van alle configuratie-instellingen. 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Synchronisatie. 2. Selecteer Server-synchronisatie en Synchronisatie-instellingen. • Selecteer Configuratie. Alleen de configuraties die synchronisatie ondersteunen, worden weergegeven. Selecteer een serviceprovider, of selecteer Standaard, of Pers. configuratie voor synchronisatie.
Portefeuille In de Portefeuille kunt u vertrouwelijke gegevens opslaan, bijvoorbeeld creditkaartnummers, gebruikersnamen of wachtwoorden. U kunt gemakkelijk gegevens ophalen om automatisch velden in te vullen, bijvoorbeeld wanneer u on line aankopen doet. De gegevens in de portefeuille zijn beveiligd met een portefeuillecode, die u kunt definiëren wanneer u de portefeuille voor het eerst gebruikt. Toets de code in bij Code portefeuille maken: en druk op OK.
• Tickets voor het opslaan van aankondigingen van e-tickets die u hebt gekocht. Als u de tickets wilt bekijken, drukt u op Opties en selecteert u Bekijken. • Ontvngstbwijz. om ontvangstbewijzen van aankopen op te slaan. • Persoonl. notitie om persoonlijke gegevens op te slaan die u wilt beschermen met de portefeuillecode. • Instellingen om de portefeuillecode te wijzigen en de RFID-code (Radio Frequency Identification) in te stellen. Kaartgegevens opslaan 1.
• Druk op Toevoeg. om een persoonlijke notitie toe te voegen als nog geen notitie is toegevoegd. Druk anders op Opties en selecteer Nwe toevoegen. • Als u een specifieke notitie wilt bekijken, gaat u naar die notitie en drukt u op Bekijken. • U kunt de weergegeven notitie bewerken door op Opties te drukken en Bewerk te selecteren. Druk terwijl de notitie wordt weergegeven op Opties. Selecteer Verwijderen om de notitie te verwijderen, Verzend als tekst om de notitie als tekstbericht en Kop.
Instellingen voor de portefeuille Open de portefeuille en selecteer Instellingen. Selecteer Code wijzigen om de portefeuillecode te wijzigen of RFID om de RFID-code in te stellen. Rekenmachine Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Rekenmachine. Wanneer '0' in het display wordt weergegeven, toetst u het eerste getal voor de berekening in. Druk op voor een decimaalteken.
Opmerking: Wanneer u de basisvaluta wijzigt, moet u de nieuwe koersen intoetsen, aangezien alle eerder ingestelde koersen op nul worden teruggezet. Stopwatch Met de stopwatch kunt u de tijd opnemen en tussentijden en rondetijden opnemen. Tijdens de tijdsopname kunnen de overige functies van telefoon gewoon worden gebruikt. Druk op als u de tijdsopname met de stopwatch op de achtergrond wilt activeren.
Timerfunctie U kunt de timerfunctie instellen om tijd op te nemen. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Organiser en Timerfunctie. Toets het gewenste tijdstip in uren, minuten en seconden in en druk op OK. U kunt desgewenst een tekst intoetsen die u wilt weergeven als het alarmtijdstip is aangebroken. Druk op Starten om de timerfunctie te starten. Selecteer Tijd wijzigen als u de tijd voor de timerfunctie wilt wijzigen of selecteer Timer stoppen om de timerfunctie te stoppen.
■ Toepassingen Vanuit de mappen Spelletjes en Verzameling kunt u de Java-spelletjes en -toepassingen in de telefoon starten en beheren. Spelletjes Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassingen en Spelletjes. • Ga naar het gewenste spelletje en druk op Openen of druk op om het spelletje te openen. Druk op Opties voor andere mogelijkheden (zie Opties voor toepassingen op pagina 139). • Druk op Opties en selecteer Downloads en Spel.downloads als u een spelletje naar de telefoon wilt downloaden.
• Druk op Opties en selecteer Downloads en Toep.downloads als u een toepassing naar de telefoon wilt downloaden. De configuratie-instellingen voor de browser moeten zijn ingesteld voordat u kunt downloaden. Zie Configuratie-instellingen op pagina 106. Selecteer Toep.instellingen om geluiden, verlichting en trilling voor de toepassing in te stellen. Sommige toepassingen verbruiken veel batterijvermogen; mogelijk moet u de telefoon op de lader aansluiten.
Belangrijk: Installeer alleen toepassingen van bronnen die voldoende beveiliging bieden tegen schadelijke software. U kunt op verschillende manieren nieuwe Java-toepassingen downloaden: • Druk op Menu en selecteer Toepassingen. Druk op Opties en selecteer achtereenvolgens Downloads en Spel.downloads of Toep.downloads. De lijst met beschikbare bookmarks wordt weergegeven. Selecteer Meer bookmarks om de lijst met bookmarks in het menu Diensten te openen (zie Bookmarks op pagina 145).
Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider waarvan u een dienst wilt gebruiken naar de beschikbaarheid en tarieven van deze dienst. Serviceproviders verstrekken u ook de instructies voor het gebruik van hun diensten. Met de browser van de telefoon kunt u diensten weergeven die op hun pagina's gebruikmaken van WML (Wireless Mark-Up Language) of XHTML (extensible HyperText Markup Language). De weergave van de pagina kan verschillen in verband met de beperkte grootte van het display van de telefoon.
Verbinding maken met een dienst Controleer eerst of de juiste configuratie-instellingen van de gewenste dienst zijn geactiveerd. • Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten, Instellingen en Configuratie-instellingen. • Selecteer Configuratie. Alleen de configuraties die een browserdienst ondersteunen, worden weergegeven. Selecteer een serviceprovider, of selecteer Standaard, of Pers. configuratie voor browsersessies.
Volg de instructies in het display van de telefoon. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Als GPRS is geselecteerd als de gegevensdrager, wordt tijdens het browsen het pictogram linksboven in het display weergegeven. Als een oproep of tekstbericht binnenkomt of als u belt terwijl een (E)GPRS-verbinding actief is, wordt het pictogram rechtsboven in het display weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat de (E)GPRS-verbinding is onderbroken.
• Bookmark toev. om de pagina op te slaan als bookmark. • Bookmarks. Zie Bookmarks op pagina 145. • Geschiedenis om de lijst met bezochte pagina's te openen. • Download links om een lijst te open met bookmarks die u kunt downloaden. • Opslaan in map om de pagina op te slaan als downloadkoppeling. • Overige opties om een lijst met andere opties te openen, bijvoorbeeld opties voor de portefeuille en een aantal beveiligingsopties. • Opnieuw laden om de huidige pagina opnieuw te laden en bij te werken.
Weergave-instellingen van de browser Druk tijdens het browsen op Opties en selecteer Overige opties en Weergave-instell., of druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Diensten, Instellingen en Weergave-instellingen. Selecteer • Tekstterugloop en Aan om de tekst te laten doorlopen op de volgende regel. Selecteer Uit om de tekst in te korten. • Lettergrootte en selecteer Extra kl. letters, Klein of Normaal. • Afbeeldingen tonen. Selecteer Nee als u de afbeeldingen op de pagina niet wilt weergeven.
druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Bookmarks. 2. Ga naar een bookmark en druk op Select. of op met de pagina die aan de bookmark gekoppeld is. om verbinding te maken Druk op Opties als u een bookmark wilt bekijken, wijzigen, verwijderen of verzenden. In het apparaat zijn mogelijk een aantal bookmarks voorgeïnstalleerd voor sites die niet met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of ondersteund.
Dienstinbox De telefoon kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider worden gezonden. Dienstberichten zijn berichtgevingen, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwskoppen. Deze kunnen een tekstbericht of het adres van een dienst bevatten. • Als u het ontvangen dienstbericht wilt bekijken, drukt u op Tonen. Als u op Uit drukt, wordt het bericht verplaatst naar de Dienstinbox. Als u de Dienstinbox later wilt activeren, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Diensten en Dienstinbox.
• Als u de telefoon hebt ingesteld op het ontvangen van dienstberichten en u de browser automatisch vanuit de standby-modus wilt activeren wanneer een dienstbericht is ontvangen, selecteert u Automatisch verbinden en Aan. Als u Uit selecteert, wordt de browser alleen geactiveerd als u Ophalen selecteert wanneer een dienstbericht is ontvangen. Het cachegeheugen Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan.
druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten, Instellingen, Beveiligingsinstellingen en Cookies. 2. Selecteer Toestaan om het ontvangen van cookies toe te staan of Weigeren om cookies te verbieden. Scripts via beveiligde verbindingen U kunt aangeven of de scripts op een beveiligde pagina mogen worden uitgevoerd. 1.
browserverbinding nodig is en de mogelijkheid te bieden een digitale handtekening te gebruiken. De certificaten worden in de beveiligingsmodule opgeslagen door de serviceprovider. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten, Instellingen, Beveiligingsinstellingen en Instell. beveiligingsmodule. Selecteer • Gegev. beveiligingsmodule om de titel, status, fabrikant en het serienummer van de beveiligingsmodule weer te geven.
Certificaten Belangrijk: Verwittigt u ervan dat, zelfs als het gebruik van certificaten de risico's van externe verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, de certificaten wel op de juiste wijze gebruikt moeten worden om te kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele beveiliging; de beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte levensduur.
Digitale handtekening U kunt via de telefoon digitale handtekeningen plaatsen. Het ondertekenen met de digitale handtekening kan hetzelfde zijn als uw handtekening zetten onder een factuur, overeenkomst of ander document op papier. Selecteer een koppeling op een pagina, bijvoorbeeld de titel van het boek dat u wilt aanschaffen en de prijs van het boek. De te ondertekenen tekst (mogelijk inclusief het bedrag, de datum, enzovoort) wordt weergegeven.
■ SIM-diensten Naast de functies die in de telefoon zelf beschikbaar zijn, kan uw SIM-kaart extra diensten bieden die u kunt activeren via dit menu. Dit menu wordt uitsluitend weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en de inhoud van het menu zijn volledig afhankelijk van de beschikbare diensten. U kunt de telefoon zodanig instellen dat de bevestigingsberichten worden weergegeven die tussen uw telefoon en het netwerk worden uitgewisseld bij gebruik van de SIM-kaartdiensten.
7. Pc-verbinding U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen en verbinding maken met internet terwijl de telefoon via infrarood of een gegevenskabel is aangesloten op een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. Met PC Suite kunt u bijvoorbeeld lijsten met contactpersonen synchroniseren en agenda- en takenlijstnotities uitwisselen tussen de telefoon en een compatibele pc.
8. Informatie over de batterij ■ Opladen en ontladen Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, kunt u beter een nieuwe batterij kopen.
Probeer ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de batterij tussen de 15°C en 25°C ligt. Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De batterijprestaties zijn beduidend minder in temperaturen onder het vriespunt. Gooi batterijen nooit in vuur! Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling.
9. Toebehoren Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren. • Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
VERZORGING EN ONDERHOUD Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
• Maak de lenzen (zoals de cameralens, nabijheidsensor en lichtsensor) schoon met een zachte, schone, droge doek. • Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Nietgoedgekeurde antennes, aanpassingen of toebehoren kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot radioapparaten. Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSINFORMATIE ■ Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities. Gebruik alleen toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, teneinde te voldoen aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiofrequentiesignalen.
Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert.
■ Veiligheidsinformatie over videospelletjes Lichtgevoeligheidsaanvallen Een zeer klein aantal personen kan een aanval krijgen bij blootstelling aan bepaalde visuele beelden, zoals lichtflitsen of beeldpatronen zoals deze kunnen verschijnen in videospelletjes. Zelfs personen die geen geschiedenis van aanvallen of epilepsie hebben, kunnen een medisch niet vastgestelde aandoening hebben die een lichtgevoelige epileptische aanval kan veroorzaken tijdens het kijken naar videospelletjes.
■ Alarmnummer kiezen Belangrijk: Draadloze telefoons zoals dit apparaat, maken gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen. Een alarmnummer kiezen: 1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd.
■ Informatie over certificatie (SAR) DIT APPARAAT VOLDOET AAN DE INTERNATIONALE RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN. Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is zo ontwikkeld en geproduceerd dat deze voldoet aan de emissiebeperkingen voor radiofrequentiesignalen (RF-signalen) die worden aanbevolen door internationale richtlijnen (ICNIRP).
gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet het product zich op een afstand van minimaal 1,5 cm van het lichaam bevinden. Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een dergelijke verbinding beschikbaar is.