Gebruikershandleiding voor de Nokia 6151 9250168 Uitgave 3
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart, NOKIA CORPORATION, dat dit RM-200-product in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie . Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling.
Inhoudsopgave IVoor uw veiligheid .................. 6 Algemene informatie............. 10 Toegangscodes..................................... Dienst voor configuratie-instellingen .................. Content downloaden.......................... Nokia-ondersteuning en -contactgegevens ............................... 10 11 12 12 1. Aan de slag ........................ 13 De SIM-kaart en de batterij installeren ............................................. Een geheugenkaart installeren........
Oproepen................................................ Telefoon.................................................. Toebehoren............................................ Configuratie .......................................... Beveiliging............................................. Beheer van digitale rechten ............. Softwareupdates voor uw telefoon ................................. Fabrieksinstellingen herstellen ........ 61 62 63 64 65 66 67 67 10.Operatormenu................... 68 11.Galerij ...
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving.
Voor uw veiligheid TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
Voor uw veiligheid ■ Netwerkdiensten Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een serviceprovider van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken.
Voor uw veiligheid ■ Toebehoren Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren: • Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
Algemene informatie Algemene informatie ■ Toegangscodes Beveiligingscode Met de beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) wordt de telefoon tegen onbevoegd gebruik beveiligd. De code is standaard ingesteld op 12345. Raadpleeg Beveiliging op pagina 65 voor informatie over het wijzigen van de code en hoe u de telefoon zo instelt dat de code moet worden ingetoetst. Als u vijf keer na elkaar een onjuiste beveiligingscode hebt ingetoetst, wordt de invoer van de code verder genegeerd.
Algemene informatie PUK-codes De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal Personal Unblocking Key) van 8 cijfers zijn nodig om respectievelijk een geblokkeerde PIN-code of UPIN-code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op met uw serviceprovider om de codes op te vragen. Blokkeerwachtwoord Het blokkeerwachtwoord van 4 cijfers is nodig wanneer u de Oproepen blokkeren gebruikt. Zie Beveiliging op pagina 65.
Algemene informatie Als er geen instellingen zijn opgeslagen, worden deze instellingen opgeslagen en ingesteld als standaard configuratie-instellingen. Als er wel instellingen zijn opgeslagen, wordt de melding Opgeslagen configuratie-instellingen activeren? weergegeven. Als u de ontvangen instellingen wilt verwijderen, selecteert u Tonen > Wegdoen. ■ Content downloaden U kunt mogelijk nieuwe content naar de telefoon downloaden, bijvoorbeeld thema’s, (netwerkdienst).
Aan de slag 1. Aan de slag ■ De SIM-kaart en de batterij installeren Schakel het apparaat altijd uit en koppel de lader los voordat u de batterij verwijdert. Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BP-6M-batterij.
Aan de slag 3. Trek voorzichtig aan de vergrendelingsclip van de SIM-kaarthouder om de houder te openen (4). Plaats de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder (5). Let er op dat de SIM-kaart juist is geplaatst en dat de goudkleurige contactpunten van de kaart naar beneden zijn gericht. Sluit de SIM-kaarthouder (6) en druk deze omlaag totdat u een klik hoort. 4. Plaats de batterij terug (7). 5. Plaats de achtercover op de juiste manier (8). 6. Schuif de achtercover op de telefoon (9).
Aan de slag ■ Een geheugenkaart installeren De microSD-kaart, die niet bij uw telefoon wordt geleverd, kan worden geladen met beltonen, thema's, geluiden en afbeeldingen. Als u deze kaart wist, vervangt of opnieuw laadt, werken deze functies mogelijk niet meer naar behoren. Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten met dit apparaat. Andere geheugenkaarten, zoals de RS-MMC (Reduced Size MultiMediaCard), passen niet in de geheugenkaartsleuf en zijn niet compatibel met dit apparaat.
Aan de slag Open de geheugenkaarthouder, zoals afgebeeld, om de geheugenkaart te plaatsen (1). Plaats de geheugenkaart in de kaarthouder (2). Let er op dat de geheugenkaart juist is geplaatst (u moet een klik horen) en dat de goudkleurige contactpunten van de kaart naar boven zijn gericht. Sluit de geheugenkaarthouder. Met de geheugenkaart kunt u uw multimediabestanden, zoals videoclips, geluidsbestanden en afbeeldingen, opslaan in de Galerij.
Aan de slag niet bij de telefoon geleverd) kan worden gebruikt in combinatie met oudere modellen laders. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen. De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij. Het opladen van een BP-6M Li-Ion-batterij met een AC-4-lader duurt bijvoorbeeld ongeveer een uur en 55 minuten wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt.
Aan de slag ■ De telefoon opstarten zonder SIM-kaart Als u de telefoon wilt opstarten zonder dat een SIM-kaart is geïnstalleerd, accepteert u Telefoon opstarten zonder SIM-kaart. Vervolgens gebruikt u alleen de functies waarvoor geen SIM-kaart nodig is. ■ Normaal gebruik Maak alleen normaal gebruik van de telefoon. Uw apparaat heeft een interne antenne. Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld.
De telefoon 2. De telefoon ■ Toetsen en onderdelen 1. Aan/uit-toets 2. Luistergedeelte 3. linker-, rechter- en middelste selectietoets 4. toets Einde 5. Bladertoets in vier richtingen 6. Beltoets 7. Cijfertoetsen 8. Push to Talk Multi-functionele toets 9. Luidspreker 10. Sleuf voor geheugenkaart 11. Aansluiting voor de lader 12.
De telefoon 13. Volumeknoppen 14. Infraroodpoort (IR) 15. Cameralens 16. Cameratoets ■ Standby-modus Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, is de telefoon in de standby-modus. 1. Pictogram voor netwerkmodus 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 20 Signaalsterkte van het mobiele netwerk Capaciteit van de batterij Pictogrammen De naam van het netwerk of het logo van de operator Klok Scherm De linkerselectietoets is Favoriet of een snelkoppeling naar een andere functie.
De telefoon Actief standby In de modus Actief standby kunnen op het scherm aparte vensters met content worden weergegeven, zoals snelkoppelingen (1), audiofuncties (2), de agenda (3) en een gebruikersnotitie (4). Raadpleeg Actief standby in Standby-instellingen op pagina 51 voor informatie over het instellen van de modus Actief standby. Als u de menustructuur wilt openen terwijl de modus Actief standby niet is ingeschakeld, selecteert u Menu (5).
De telefoon Agenda — de notities voor vandaag bekijken door de gewenste notitie te selecteren. Als u de notities voor de vorige of de volgende dag wilt bekijken, bladert u naar links of rechts. Mijn notitie — een notitie invoeren door het content-venster te selecteren, de notitie te schrijven en deze vervolgens op te slaan. Timerfunctie — de timerfunctie starten door het content-item te selecteren. De resterende tijd wordt weergegeven, met een notitie.
De telefoon Pictogrammen Er staan ongelezen berichten in de map Inbox. Er staan berichten in de map Outbox die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is mislukt. De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd. / De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en de aanwezigheidsstatus is on line of off line. U hebt een of meer chatberichten ontvangen en u bent verbonden met de dienst voor chatberichten. De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer. De luidspreker is geactiveerd of de muziekstandaard is op de telefoon aangesloten. Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep. Het tijdelijke profiel is geselecteerd. , , of Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid, oortje of muziekstandaard op de telefoon aangesloten. of Er is een Push to Talk-verbinding actief of onderbroken.
Algemene functies 3. Algemene functies ■ Bellen 1. Voer het netnummer en telefoonnummer in. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in. * 2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen. 3. Druk op de toets Einde om de oproep te beëindigen of om het kiezen te onderbreken.
Algemene functies Een nummer kiezen met spraakgestuurde nummerkeuze Als een toepassing actief is die gegevens verzendt of ontvangt via een packetgegevensverbinding, moet u de toepassing beëindigen voordat u gebruikmaakt van spraakgestuurde nummerkeuze in GSM. In WCDMA kunt u tegelijkertijd gesprekken voeren en gegevens verzenden. Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Zie Taal spraakweergave in Telefoon op pagina 62 voor informatie over het instellen van de taal.
Algemene functies Wisselgesprek Druk tijdens een gesprek op de beltoets om het wisselgesprek te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. U beëindigt het actieve gesprek door op de toets Einde te drukken. Zie Oproepen op pagina 61 voor informatie over het inschakelen van de functie Wachtfunctieopties. ■ Opties tijdens een gesprek Veel opties die u tijdens een gesprek kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten.
Tekst invoeren 4. Tekst invoeren U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: door middel van normale tekstinvoer of door middel van tekstinvoer met woordenboek. Bij normale tekstinvoer drukt u herhaaldelijk op een cijfertoets, van 1 t/m 9, totdat het gewenste teken wordt weergegeven. Bij tekstinvoer met woordenboek kunt u een letter invoeren met één druk op een toets.
Tekst invoeren woordbetekenis heeft. De ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven. U kunt een speciaal teken toevoegen door ingedrukt te houden of Opties > Symbool invoegen te selecteren. Blader naar een teken en selecteer Gebruik. * 2. Als u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer door op 0 te drukken om een spatie in te voegen. Als het weergegeven woord niet goed is, drukt u herhaaldelijk op of selecteert u Opties > Suggesties.
Navigeren door de menu's 5. Navigeren door de menu's De telefoon heeft een uitgebreid aanbod van functies, die gegroepeerd zijn in menu's. 1. Druk op Menu om het menu te openen. Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Opties > Hoofdmenuweergave > Lijst of Roosterweergave. Als u de menu's anders wilt indelen, bladert u naar het menu dat u wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Indelen > Verplaats. Ga naar de plaats waar u het menu naartoe wilt verplaatsen en selecteer OK.
Berichten 6. Berichten U kunt multimedia-, SMS-, e-mail-, audio- en flitsberichten lezen, invoeren, verzenden en opslaan. Alle berichten worden ingedeeld in mappen. ■ Tekstberichten (SMS) Met SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten verzenden en ontvangen (netwerkdienst). Voordat u een SMS-bericht of e-mailbericht kunt verzenden, moet u het nummer van de berichtencentrale opslaan. Zie Berichtinstellingen op pagina 40.
Berichten veld Aan:. toe te voegen. Als u een bericht naar een groep mensen wilt versturen, selecteert u Contactgroep en kiest u de gewenste groep. Als u de contacten wilt ophalen aan wie u recent een bericht hebt gestuurd, selecteert u Toevgn > Onlangs gebruikt. 3. Blader omlaag en voer in het veld Bericht: het bericht in. Zie Tekst invoeren op pagina 28. Selecteer Opties > Sjabloon invgn als u een sjabloon wilt invoegen in het bericht. 4.
Berichten 4. Selecteer Verzenden of druk op de beltoets om het bericht te verzenden. ■ SIM-berichten SIM-berichten zijn tekstberichten die op de SIM-kaart zijn opgeslagen. U kunt deze berichten naar het geheugen van de telefoon kopiëren of verplaatsen maar niet andersom. Ontvangen berichten worden opgeslagen in het geheugen van de telefoon. Als u SIM-berichten wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten > Opties > SIM-berichten.
Berichten U kunt door middel van WCDMA-gegevens multimediaberichten ontvangen tijdens een gesprek, een Java-toepassing of een actieve browsersessie. Multimediaberichten invoeren en verzenden Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten limiteren Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden. 1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Multimedia. 2. Voer het bericht in.
Berichten Een bericht verzenden Door auteursrechtbescherming kan het voorkomen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. Selecteer Verzenden wanneer u klaar bent met het schrijven van het bericht, of druk op de beltoets, om het bericht te verzenden. Het bericht wordt opgeslagen in de map Outbox en de verzending wordt gestart. Als u Verz.
Berichten Wanneer u een nieuw multimediabericht ontvangt, wordt de tekst Multimediabericht ontvangen of berichten ontvangen (waarbij "x" staat voor het aantal berichten) weergegeven. 1. Selecteer Tonen om het bericht te lezen. Selecteer Uit om het bericht later te bekijken. Als u het bericht later wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten > Inbox. Blader naar het bericht dat u wilt lezen en selecteer het bericht. wordt weergegeven als er ongelezen berichten in uw Inbox staan. 2.
Berichten ■ Mappen Ontvangen berichten worden opgeslagen in de map Inbox. Berichten die nog niet zijn verzonden, worden opgeslagen in de map Outbox. Als u wilt instellen dat verzonden berichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden items, kunt u in Verz. berichten opslaan in Algemeen op pagina 40 lezen hoe u dat kunt doen. Als u het bericht dat u aan het invoeren bent wilt opslaan in de map Concepten om later vanuit deze map te verzenden, selecteert u Menu > Berichten > Concepten.
Berichten Een flitsbericht ontvangen Wanneer u een flitsbericht ontvangt wordt Bericht: weergegeven, met daarachter de eerste woorden van het bericht. Selecteer Lezen om het bericht te lezen. Als u telefoonnummers, e-mailadressen en websiteadressen uit het huidige bericht wilt overnemen, selecteert u Opties > Gebruik gegevens. ■ Audioberichten Met dit menu kunt u op een eenvoudige manier via MMS een spraakbericht maken en verzenden.
Berichten ■ Spraakberichten Voicemail is een netwerkdienst, waarop u zich mogelijk eerst moet abonneren. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie en voor het voicemailnummer. Als u uw voicemail wilt afluisteren, selecteert u Menu > Berichten > Spraak-berichten > Luisteren naar voicemail. Selecteer Nummer voicemailbox om het nummer van uw voicemailbox in te voeren, op te zoeken of te wijzigen.
Berichten map die u wilt verwijderen. Afhankelijk van de map wordt u gevraagd of u de berichten wilt verwijderen. Als u alle berichten uit alle mappen wilt verwijderen, selecteert u Menu > Berichten > Berichten verwijd. > Alle berichten > Ja. ■ Berichtinstellingen Algemeen Algemene instellingen gelden voor tekst- en multimediaberichten. Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instellingen > Algemene instellingen en daarna een van de volgende opties: Verz.
Berichten Berichtencentrale in gebr. — de berichtencentrale die u gebruikt selecteren. E-mailberichtencentrales > Centrale toevoegen — de telefoonnummers en de naam van de e-mailcentrale voor het verzenden van SMS-e-mail instellen. Als u SIM-e-mailcentrale selecteert, kunt u de informatie van de SIM-e-mailcentrale bekijken. E-mailcentrale in gebruik — de e-mailcentrale selecteren die u gebruikt. Geldigheid van berichten — instellen hoe lang het netwerk moet proberen uw bericht af te leveren.
Berichten Standaard timing dia's — de standaardtijd selecteren tussen dia's in multimediaberichten. Ontv. multimed. toestaan — als u het multimediabericht wilt ontvangen of blokkeren, selecteert u Ja of Nee. Als u In eigen netwerk selecteert, kunt u geen multimediaberichten ontvangen wanneer u zich buiten het bereik van uw eigen netwerk bevindt. Meestal is In eigen netwerk de standaardinstelling van de multimediaberichtendienst. Ink.
Contacten 7. Contacten U kunt namen en telefoonnummers (contactgegevens) opslaan in het geheugen van de telefoon en het geheugen van de SIM-kaart. In het telefoongeheugen kunnen contacten worden opgeslagen met extra details, zoals diverse telefoonnummers en tekst-items. U kunt voor een beperkt aantal contacten ook een afbeelding of een videoclip opslaan. U kunt de videoclip die samen met de contactgegevens is opgeslagen ook als beltoon voor het contact gebruiken.
Contacten 1. Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen Telefoon of Telefoon en SIM is. 2. Zoek het contact waaraan u een nieuw nummer of tekst-item wilt toevoegen en selecteer Gegevens > Opties > Info toevoegen. 3. Selecteer Nummer en een nummertype als u een nummer wilt toevoegen. Als u een ander gegevenstype wilt toevoegen, selecteert u een teksttype, een afbeelding of een videoclip in de Galerij of maak een nieuwe afbeelding.
Contacten Opties > Markeer. Markeer vervolgens alle overige contacten en selecteer Opties > Gemarkeerde verplaatsen of Gemarkeerde kopiëren. Als u alle contacten wilt verplaatsen of kopiëren, selecteert u Menu > Contacten > Cont. verplaatsen of Contacten kopiëren. ■ Contactgegevens bewerken Zoek het contact dat u wilt bewerken en selecteer Gegevens. Als u een naam, nummer, tekst-item of de afbeelding wilt wijzigen, selecteert u Opties > Bewerken.
Contacten Als u een visitekaartje ontvangt, selecteert u Tonen > Opslaan om het visitekaartje op te slaan in het telefoongeheugen. Als u het visitekaartje wilt verwijderen, selecteert u Uit > Ja. ■ Instellingen Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en daarna een van de volgende opties: Actief geheugen — het SIM-kaart- of telefoongeheugen voor uw contacten selecteren. Selecteer Telefoon en SIM om namen en nummers op te halen uit beide geheugens.
Contacten ■ Dienstnummers en eigen nummers Selecteer Menu > Contacten en daarna een van de volgende opties: Dienst-nummers — bellen naar de dienstnummers van uw serviceprovider als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen (netwerkdienst). Eigen nummers — de telefoonnummers bekijken die zijn toegewezen aan de SIM-kaart. Dit wordt alleen weergegeven als de nummers zijn opgeslagen op de SIM-kaart.
Logboek 8. Logboek Als u de gegevens van uw oproepen wilt bekijken, selecteert u Menu > Logboek > Gemiste oproepen, Ontv. oproepen of Gekozen nummers. Als u de telefoonnummers van recent gemiste en ontvangen oproepen en de gekozen nummers in chronologische volgorde wilt bekijken, selecteert u Oproeplog. Als u de contacten wilt bekijken aan wie u recent een bericht hebt gestuurd, selecteert u Berichtontvangers.
Instellingen 9. Instellingen ■ Profielen De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen, ofwel profielen, die u kunt aanpassen voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen. Selecteer Menu > Instellingen > Profielen en vervolgens het gewenste profiel. Maak een keuze uit de volgende opties: Activeer — het geselecteerde profiel activeren. Aanpassen — het profiel aanpassen. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen en breng de gewenste wijzigingen aan.
Instellingen ■ Thema's Een thema bevat tal van elementen voor het aanpassen van uw telefoon, zoals een achtergrondafbeelding, screensaver, kleurenschema en beltoon. Selecteer Menu > Instellingen > Thema's en daarna een van de volgende opties: Thema selecteren — een thema in de telefoon instellen. Er wordt een lijst met mappen in de Galerij weergegeven. Open de map Thema's en selecteer een thema. Themadownloads — een lijst met koppelingen openen voor het downloaden van meer thema's.
Instellingen Standby-modus Standby-modus in- of uitschakelen Als u de modus Actief standby wilt inschakelen, selecteert u Menu > Instellingen > Weergave > Instell. standby-modus > Actief standby > Mijn actief standby. Als u de modus Actief standby wilt uitschakelen, selecteert u Menu > Instellingen > Weergave > Instell. standby-modus > Actief standby > Uit. Standby-instellingen Selecteer Menu > Instellingen > Weergave > Instell.
Instellingen Screensaver Als u een screensaver wilt selecteren uit de Galerij, selecteert u Menu> Instellingen > Weergave> Screensaver > Screensavers > Afbeelding, Diareeks, Videoclip of Camera openen, Analoge klok of Digitale klok. Als u meer screensavers wilt downloaden, selecteert u Grafische dwnloads. Selecteer Timeout om de timeout in te stellen voor het activeren van de screensaver. Selecteer Aan om de screensaver te activeren.
Instellingen weergeven. Met GMT -5 wordt bijvoorbeeld de tijdzone voor New York (VS) aangeduid. Dit is 5 uur ten westen van Greenwich/London (GB). ■ Snelkoppelingen Met behulp van snelkoppelingen hebt u snel toegang tot de telefoonfuncties die u het meest gebruikt. Linkerselectietoets Als u in de lijst een functie voor de linkerselectietoets wilt selecteren, selecteert u Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Linkerselectietoets. Zie ook Standby-modus op pagina 20.
Instellingen u opnieuw een functie aan de toets wilt toewijzen, selecteert u Wijs toe. Zie Snelkoppelingen in de standby-modus op pagina 22. Actief standby inschakelen Als u de toets wilt selecteren voor het activeren van de navigatiefunctie in de modus Actief standby, selecteert u Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Act. standby inschakelen > Navigatietoets omhoog, Navigatietoets omlaag of Nav.tts omhoog/omlaag.
Instellingen Draadloze Bluetooth-technologie Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.0 en ondersteunt de volgende profielen: handsfree, headset, object push profile, file transfer profile, dial-up networking profile, SIM access profile en serial port profile. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die Bluetooth-technologie ondersteunt.
Instellingen telefoon te koppelen. U hoeft dit wachtwoord alleen op te geven wanneer u het apparaat voor het eerst koppelt. De telefoon maakt verbinding met het apparaat en u kunt met de overdracht van gegevens beginnen. Draadloze Bluetooth-verbinding Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth. Selecteer Actieve apparaten om te controleren welke Bluetooth-verbinding actief is.
Instellingen Richt de IR-straal (infrarood) niet op andermans ogen en vermijd dat deze stoort met andere IR-apparaten. Dit apparaat is een Klasse 1 laserproduct. Wanneer u gegevens verzendt of ontvangt via infrarood, moet u ervoor zorgen dat de infraroodpoorten van het verzendende en het ontvangende apparaat op elkaar gericht zijn en dat er zich geen obstakels tussen deze apparaten bevinden.
Instellingen Wanneer u GPRS hebt geselecteerd als gegevensdrager, maakt de telefoon gebruik van EGPRS in plaats van GPRS als het netwerk die mogelijkheid biedt. U kunt niet kiezen tussen EGPRS en GPRS, maar voor sommige toepassingen kunt u een keuze maken tussen GPRS en GSM-gegevens (CSD, Circuit Switched Data). Packetgegevensverbinding Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Packet-gegevens > Packet-gegev.
Instellingen U kunt de instellingen van de packetgegevensdienst (naam van toegangspunt) ook definiëren op de pc met behulp van de Nokia Modem Options-software. Zie Nokia PC Suite op pagina 106. Als u de instellingen op zowel de pc als de telefoon hebt gedefinieerd, worden de instellingen van de pc gebruikt.
Instellingen Gegevensoverdracht met een compatibel apparaat Voor synchronisatie wordt gebruikgemaakt van draadloze Bluetoothtechnologie of infraroodtechnologie. Het andere apparaat is in de standby-modus. U start de gegevensoverdracht door Menu > Instellingen > Connectiviteit > Gegevensoverdracht te selecteren. Vervolgens selecteert u in de lijst de partner voor de gegevensoverdracht (Serversynchronisatie en PC-synchronisatie kunnen niet worden gekozen).
Instellingen USB-gegevenskabel U kunt de USB-gegevenskabel gebruiken voor het overdragen van gegevens tussen de geheugenkaart van de telefoon en een compatibele pc of een printer die PictBridge ondersteunt. U kunt de USB-kabel ook gebruiken met Nokia PC Suite. Als u de geheugenkaart voor het overdragen van gegevens of het afdrukken van een afbeelding wilt activeren, sluit u de USB-kabel aan en selecteert u USB-gegevenskabel aangesloten. Selecteer modus.
Instellingen Snelkeuze > Aan — namen en telefoonnummers oproepen die aan de snelkeuzetoetsen 2 t/m 9 zijn toegewezen, door de desbetreffende cijfertoets ingedrukt te houden. Wachtfunctieopties > Activeer — het netwerk een melding laten genereren als een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek voert (netwerkdienst). Zie Wisselgesprek op pagina 27. Samenvatting na oproep > Aan — na elk gesprek kort de duur en de kosten van het gesprek weergeven (netwerkdienst).
Instellingen Toetsenblokkering — instellen dat de beveiligingscode moet worden gevraagd wanneer u de toetsen vrijgeeft. Voer de beveiligingscode en in selecteer Aan. Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Welkomsttekst — de tekst invoeren die kort wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Telefoonupdates — softwareupdates voor uw telefoon ontvangen van uw serviceprovider (netwerkdienst).
Instellingen Afhankelijk van het toebehoren kunt u de volgende opties selecteren: Standaard profiel — het profiel selecteren dat automatisch moet worden geactiveerd wanneer u het geselecteerde toebehoren aansluit. Automatisch opnemen — inkomende oproepen binnen vijf seconden automatisch beantwoorden. Als Oproepsignaal is ingesteld op 1 x piepen of Stil, is de automatisch beantwoording uitgeschakeld.
Instellingen Instell. apparaatbeheer — instellen of u rechtstreeks verzenden van softwareupdates naar uw toestel wilt toestaan of niet. Zie Softwareupdates voor uw telefoon op pagina 67. Pers. configuratie-instell. — nieuwe persoonlijke accounts voor diverse diensten toevoegen, activeren of verwijderen. Als nog geen account is toegevoegd en u wilt een nieuwe persoonlijke account toevoegen, selecteert u Toevgn. Anders selecteert u Opties > Voeg nieuwe toe.
Instellingen telefoon wordt geplaatst. Als u Beveiligingsniveau > Geheugen, selecteert, wordt de beveiligingscode gevraagd wanneer het SIM-kaartgeheugen is geselecteerd en u het gebruikte geheugen wilt wijzigen. Toegangscodes — de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code of het blokkeerwachtwoord wijzigen. Code gebruiken — instellen of de PIN-code of de UPIN-code actief is.
Instellingen ■ Softwareupdates voor uw telefoon Softwareupdates kunnen door uw serviceprovider rechtstreeks naar uw toestel worden verzonden. Afhankelijk van het type telefoon is deze optie wel of niet beschikbaar. Waarschuwing: Tijdens het installeren van softwareupdates kunt u de telefoon niet gebruiken, zelfs niet om alarmnummers te kiezen. De update moet eerst worden voltooid en de telefoon moet opnieuw worden gestart.
Operatormenu 10. Operatormenu Dit menu biedt toegang tot een portaal met diensten die door uw netwerkoperator worden aangeboden. De naam en het pictogram worden bepaald door de netwerkoperator. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkoperator. Als dit menu niet wordt weergegeven, worden de overige menunummers dienovereenkomstig aangepast. De operator kan dit menu bijwerken met een dienstbericht. Zie Dienstinbox op pagina 101 voor meer informatie.
Galerij 11. Galerij In dit menu kunt u afbeeldingen, opnamen en beltonen beheren. Deze bestanden zijn ingedeeld in mappen. Uw telefoon ondersteunt een systeem met activeringssleutels ter bescherming van opgehaalde content. Controleer altijd de leveringsvoorwaarden van alle content en activeringssleutels voordat u tot aanschaf overgaat, omdat sprake kan zijn van een tarief of andere vergoeding.
Media 12. Media Met de ingebouwde camera (resolutie 1,3 megapixels) kunt u foto's maken of videoclips opnemen. ■ Camera De camera maakt foto's in JPEG-indeling en heeft een digitale zoomfactor 4. Een foto maken 1. Selecteer Menu > Media > Camera om de zoeker van de camera te openen. Als Video is geselecteerd als de standaardmodus, selecteert u Opties > Foto. U kunt in- en uitzoomen met de toetsen voor de volumeregeling (omhoog en omlaag) of de bladertoets (naar links en naar rechts).
Media Camera-instellingen Selecteer Menu > Media > Camera > Opties > Instellingen. U kunt de volgende instellingen opgeven: Kwaliteit afbeelding, Grootte afbeelding, Kwaliteit videoclips, Lengte videoclip, Camerageluiden, Standaard titel, Beeld- en video-opslag en Standaardmodus. In Beelden video-opslag kunt u de map of de geheugenkaart instellen waar uw foto's en videoclips worden opgeslagen. Dit apparaat ondersteunt de volgende videoformaten: SubQCIF (128x96 pixels) en QCIF (176x144 pixels).
Media Camera-instellingen op pagina 71 voor informatie over het wijzigen van de map waarin de opnamen worden opgeslagen. U kunt in- en uitzoomen met de toetsen voor de volumeregeling (omhoog en omlaag) of de bladertoets (naar links en naar rechts). Een videoclip verzenden Selecteer Menu > Media > Mediaspeler > Galerij openen > Videoclips. Blader naar de videoclip die u wilt verzenden en selecteer Opties > Verzenden.
Media Ga als volgt te werk om de instellingen te activeren: 1. Selecteer Menu > Media > Mediaspeler > Instellingen streaming > Configuratie. Alleen de configuraties die streaming ondersteunen worden weergegeven. 2. Selecteer een serviceprovider, Standaard of Persoonlijke configuratie voor streaming. 3. Selecteer Account en een account voor een streamingdienst die is opgenomen in de actieve configuratie-instellingen.
Media Selecteer en houd deze toets ingedrukt om het huidige nummer terug te spoelen. Selecteer en houd deze ingedrukt om het huidige nummer snel vooruit te spoelen. Laat de toets los op de gewenste positie in het nummer. 3. Als u het afspelen wilt stoppen, selecteert u . Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen.
Me d i a Verzenden — het geselecteerde bestand verzenden via MMS, Bluetooth of infrarood. Muziekdownloads — verbinding maken met een browserdienst die gekoppeld is aan het huidige nummer. Deze functie is alleen beschikbaar als het adres van de dienst is opgenomen in het nummer. Geheugenstatus — de hoeveelheid gebruikt en vrij geheugen weergeven. ■ Radio De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het draadloze apparaat.
Media te drukken. U kunt de locatie van een radiozender selecteren door kort op de bijbehorende cijfertoets te drukken. U kunt het volume regelen door op de volumetoetsen te drukken. Maak een keuze uit de volgende opties: Uitschakelen — de radio uitzetten. Zender opslaan — een naam voor de zender invoeren en de nieuwe zender opslaan. Visual Radio — instellen of de toepassing Visual Radio wordt gebruikt.
Media ■ Recorder U kunt spraak, geluiden of een telefoongesprek opnemen en opslaan in de Galerij of op een geheugenkaart. Dit kan nuttig zijn wanneer u een naam en telefoonnummer wilt opnemen om deze tijdelijk te onthouden. De opnamefunctie kan niet worden gebruikt wanneer er een dataoproep of een GPRS-verbinding actief is. Geluid opnemen 1. Selecteer Menu > Media > Recorder.
Media Een opslagmap definiëren Als u een andere map dan Opnamen wilt gebruiken als de standaardmap in de Galerij, selecteert u Menu > Media > Recorder > Opties > Geheugen selectern. Blader naar een map en selecteer Instellen. ■ Equalizer U kunt de geluidskwaliteit van de muziekspeler regelen door frequentiebanden te versterken of te verzwakken. Selecteer Menu > Media > Equalizer. U activeert een equalizerset door naar de gewenste set te bladeren en Activeer te selecteren.
Push to Talk 13. Push to Talk Opmerking: deze functie is mogelijk niet beschikbaar op uw product vanwege het abonnement dat u hebt (netwerkdienst). Push to Talk (PTT) is een tweerichtings radiodienst die beschikbaar wordt gesteld via een GSM/GPRS-netwerk (netwerkdienst). PTT biedt rechtstreekse gesproken communicatie. U kunt verbinding met de dienst maken door op de PTT-toets te drukken.
Push to Talk aan de telefoon, wordt u automatisch aangemeld bij de actieve kanalen. Als u een contact, contactgroepen of een kanaal hebt geselecteerd als standaardactie voor de PTT-toets, wordt de naam van het geselecteerde item weergegeven in de standby-modus. Selecteer PTT uitschakelen als u de verbinding met de PTT-dienst wilt verbreken. ■ Een PTT-oproep plaatsen en ontvangen Stel bij PTT-oproepen de telefoon in op het gebruik van de luidspreker of het luistergedeelte.
Push to Talk Een kanaal- of groepsoproep plaatsen Als u een oproep wilt plaatsen naar kanaal, selecteert u Kanaallijst in het PTT-menu, bladert u naar het gewenste kanaal en drukt u op de PTT-toets. Als u een groepsoproep wilt plaatsen vanuit Contacten, moeten de ontvangers met de PTT-dienst zijn verbonden. Selecteer Menu > Contacten > Groepen, blader naar de gewenste groep en druk op de PTT-toets.
Push to Talk Als u hebt ingesteld dat u eerst een beltoon te horen krijgt bij ontvangst van één-op-één-oproepen, kunt u de oproep accepteren of weigeren. Als u op de PTT-toets drukt om te reageren op een oproep terwijl een ander groepslid nog aan het praten is, hoort u een toon en wordt In wachtrij weergegeven zolang u de PTT-toets ingedrukt houdt. Houd de PTT-toets ingedrukt en wacht totdat de andere persoon is uitgesproken. Hierna kunt u gaan praten.
Push to Talk Druk op de PTT-toets om een één-op-één-gesprek te voeren. Als u het terugbelverzoek met een terugbelverzoek wilt beantwoorden, selecteert u Opties > Terugbellen. Als u het verzoek wilt verwijderen, selecteert u Verwijder. Als u het PTT-adres van de afzender wilt bekijken, selecteert u Bekijk. Als u een nieuw contact wilt opslaan of het PTT-adres aan een contact wilt toevoegen, selecteert u Opties > Opslaan als of Toevoegen aan contact.
Push to Talk • Openbaar kanaal — hier kan ieder lid anderen uitnodigen om deel te nemen. • Privé-kanaal — hier kunnen alleen personen deelnemen die een uitnodiging hebben ontvangen van degene die het kanaal heeft ingesteld. Een kanaal toevoegen Als u een openbaar of een besloten kanaal wilt toevoegen, selecteert u Menu > Push to Talk > Kanaal toevoegen en bewerkt u de instellingen in de formuliervelden: Status kanaal: — selecteer Actief of Niet actief.
Push to Talk ■ PTT-instellingen Er zijn twee soorten PTT-instellingen: instellingen voor het maken van verbinding met de dienst en instellingen voor gebruik van de dienst. Mogelijk krijgt u de instellingen voor het maken van een verbinding van uw netwerkoperator of serviceprovider. Zie Dienst voor configuratieinstellingen op pagina 11. U kunt de instellingen handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 64.
Push to Talk PTT-status bij opstarten > Ja of Eerst vragen — om in te stellen dat automatisch verbinding met de PTT-dienst moet worden gemaakt wanneer u de telefoon inschakelt. PTT in buitenland — om de PTT-dienst in te schakelen wanneer u buiten het bereik van uw eigen netwerk bent. Mijn PTT-adres verzenden > Nee — uw PTT-adres verbergen wanneer een oproep wordt verzonden of ontvangen.
Organiser 14. Organiser ■ Wekker U kunt instellen dat op het gewenste tijdstip een waarschuwingstoon klinkt. Selecteer Menu > Organiser > Wekker. Als u de wekker wilt instellen, selecteert u Wektijd, voert u het gewenste tijdstip in en selecteert u OK. Als u de wektijd wilt wijzigen nadat deze is ingesteld, selecteert u Aan. Selecteer Alarm herhalen om in te stellen dat op geselecteerde dagen van de week een alarmsignaal moet klinken.
Organiser ■ Agenda Selecteer Menu > Organiser > Agenda. De huidige dag is in de maandweergave gemarkeerd met een kader. Als voor de betreffende dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven. U kunt de notities voor de dag bekijken door Bekijk te selecteren. Als u een week wilt bekijken, selecteert u Opties > Weekweergave. Als u alle notities in de agenda wilt verwijderen, selecteert u de maand- of weekweergave en selecteert u Opties > Verwijder notities.
Organiser ■ Takenlijst Als u een notitie wilt opslaan voor een taak die u moet uitvoeren, selecteert u Menu > Organiser > Takenlijst. Als nog geen notities zijn toegevoegd en u wilt een notitie maken, selecteert u Toevgn. Als al notities bestaan, selecteert u Opties > Toevoegen. Voer de notitie in en selecteer Opslaan. Stel de prioriteit, de deadline en het alarmsignaal voor de notitie in. Als u een notitie wilt bekijken, bladert u naar de gewenste notitie en selecteert u Bekijk.
Organiser ■ Rekenmachine Met de rekenmachine in uw telefoon kunt u optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, het kwadraat en de wortel berekenen, en valuta omrekenen. Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen. Selecteer Menu > Organiser > Rekenmachine. Wanneer 0 wordt weergegeven, voert u het eerste getal voor de berekening in. Druk op # voor een decimaalteken.
Organiser Als het alarmtijdstip is aangebroken, en de telefoon bevindt zich in de standby-modus, klinkt er een waarschuwingssignaal en knippert de bijbehorende tekst (als deze is ingesteld) of wordt de tekst Tijd timer verstreken weergegeven. U kunt het waarschuwingssignaal stoppen door op een willekeurige toets te drukken. Als geen toets wordt ingedrukt, stopt het signaal automatisch na 30 seconden. Als u het waarschuwingssignaal wilt uitschakelen en de tekst wilt wissen, selecteert u Uit.
Organiser Laatste tonen — de laatste tijdsopname weergeven als de stopwatch niet op 0 is gezet. Tijden bekijken of Tijden verwijderen — de opgeslagen tijden bekijken of verwijderen.
Toepassingen 15. Toepassingen ■ Spelletjes Behalve de vooraf geïnstalleerde spelletjes, bevat de microSD-kaart ook spelletjes. Een spelletje starten Selecteer Menu > Toepassingen > Spelletjes. Blader naar het gewenste spelletje en selecteer Openen of druk op de beltoets. Zie Toepassingsopties op pagina 94 voor opties bij de verschillende spelletjes. Spelletjes downloaden Selecteer Menu > Toepassingen > Opties > Downloads > Speldownloads. De lijst met beschikbare bookmarks wordt weergegeven.
Toepassingen Toepassingsopties Verwijderen — de toepassing van de telefoon verwijderen. Details — meer informatie over de toepassing weergeven. Versiecontrole — controleren of een nieuwe versie van de toepassing beschikbaar is om van het web te downloaden (netwerkdienst). Webpagina — meer informatie of extra gegevens over de toepassing op een internetpagina weergeven (netwerkdienst). Deze gegevens worden alleen weergegeven als er een internetadres bij de toepassing is geleverd.
Toepassingen gegarandeerd of ondersteund. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u voor andere sites treft.
Web 16. Web Met de browser van de telefoon hebt u toegang tot verschillende mobiele internetdiensten. Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en instructies met betrekking tot de verschillende diensten.
Web ■ Verbinding maken met een dienst Controleer eerst of de juiste configuratie-instellingen van de gewenste dienst zijn geactiveerd. 1. Als u de verbindingsinstellingen voor de dienst wilt instellen, selecteert u Menu > Web > Instellingen > Configuratie-instellingen. 2. Selecteer Configuratie. Alleen de configuraties die de browserdienst ondersteunen worden weergegeven. Selecteer een serviceprovider, Standaard of Persoonlijke configuratie voor browsen. Zie Browsen instellen op pagina 96. 3.
Web weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat de packetgegevensverbinding is onderbroken. Na een oproep probeert de telefoon de packetgegevensverbinding opnieuw tot stand te brengen. Browsen met telefoontoetsen Blader in elke gewenste richting om door de pagina's te browsen. Als u een gemarkeerd item wilt selecteren, drukt u op de beltoets of selecteert u Select.. Voor het invoeren van letters en cijfers gebruikt u de cijfertoetsen 0 t/m 9. Voor het invoeren van speciale tekens gebruikt u de toets .
Web ■ Bookmarks U kunt adressen van pagina's opslaan als bookmark in het telefoongeheugen. 1. Selecteer tijdens het browsen Opties > Bookmarks. Als de telefoon in de standby-modus staat, selecteert u Menu > Web > Bookmarks. 2. Ga naar een bookmark en selecteer deze of druk op de beltoets om verbinding te maken met de pagina die aan de bookmark is gekoppeld. 3.
Web Waarschuwingen > Waarschuw. onbev. verb. > Ja — instellen dat een waarschuwingssignaal klinkt wanneer een veilige verbinding tijdens het browsen verandert in een onveilige verbinding. Waarschuwingen > Wrsch. voor onbev. items > Ja — instellen dat een waarschuwingssignaal klinkt wanneer een veilige pagina een onveilig item bevat. Deze waarschuwingssignalen zijn geen garantie voor een veilige verbinding. Zie Browserbeveiliging op pagina 102 voor meer informatie.
Web selecteert u Menu > Web > Instellingen > Beveiligingsinstellingen > WMLScripts via bev. verb. > Toestaan. ■ Downloadinstellingen Als u alle gedownloade bestanden automatisch wilt opslaan in de Galerij, selecteert u Menu > Web > Instellingen > Download-instellingen > Automatisch opslaan > Aan. ■ Dienstinbox De telefoon kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider worden verzonden (netwerkdienst). Dienstberichten zijn kennisgevingen, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwskoppen.
Web Als u wilt dat de browser vanuit de standby-modus automatisch wordt geactiveerd wanneer een dienstbericht wordt ontvangen, selecteert u Automatisch verbinden > Aan. Als u Uit selecteert, wordt de browser alleen geactiveerd als u Ophalen selecteert wanneer een dienstbericht is ontvangen. ■ Cachegeheugen Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan.
Web Certificaten Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externe verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele bescherming. De beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid.
Web Als u een digitale handtekening wilt maken, selecteert u een koppeling op een pagina, bijvoorbeeld de titel van het boek dat u wilt aanschaffen en de prijs van het boek. De te ondertekenen tekst (mogelijk inclusief het bedrag en de datum) wordt weergegeven. Controleer of de koptekst Lezen en het pictogram voor digitale ondertekening worden weergegeven. Als het pictogram voor digitale ondertekening niet wordt weergegeven, wil dit zeggen dat er een beveiligingsprobleem is.
SIM-diensten 17. SIM-diensten Mogelijk biedt uw SIM-kaart nog extra diensten. U hebt alleen toegang tot dit menu als uw SIM-kaart hiervoor ondersteuning biedt. De naam en de inhoud van het menu zijn afhankelijk van de beschikbare diensten. Opmerking: Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart (bijvoorbeeld uw netwerkoperator, serviceprovider of een andere leverancier) voor informatie over de beschikbare SIM-diensten, de tarieven en het gebruik van deze SIM-diensten.
Pc-verbinding 18. Pc-verbinding U kunt verbinding maken met internet terwijl de telefoon via infrarood, Bluetooth of een USB-gegevenskabel verbonden is met een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. ■ Nokia PC Suite Met Nokia PC Suite kunt u contactgegevens, agendanotities en (taak)notities synchroniseren tussen de telefoon en de compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst).
Pc-verbinding De prestaties nemen toe als u de telefoon tijdens de gegevensoverdracht met de toetsen naar beneden op een stevige ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat de telefoon tijdens een gegevensoproep niet beweegt en houd de telefoon niet in uw hand.
Informatie over de batterij 19. Informatie over de batterij ■ De batterij opladen en ontladen Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en standby-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen.
Informatie over de batterij batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt. Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
Informatie over de batterij 3. ras aan de zijkant van het label om een 20-cijferige code zichtbaar te maken, bijvoorbeeld 12345678919876543210. Draai de batterij zo dat de cijfers rechtop staan. De 20-cijferige code moet worden gelezen te beginnen bij het cijfer op de bovenste rij, gevolgd door de onderste rij. 4. Controleer of de 20-cijferige code geldig is door de instructies op www.nokia.com/batterycheck te volgen.
Verzorging en onderhoud Verzorging en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
Verzorging en onderhoud • Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren (zoals contacten en agendanotities) voordat u het apparaat naar een servicepunt brengt. Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van de apparaten niet goed werkt.
Aanvullende veiligheidsinformatie Aanvullende veiligheidsinformatie Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. ■ Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities.
Aanvullende veiligheidsinformatie Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat minimaal 15,3 cm afstand wordt gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Aanvullende veiligheidsinformatie Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig. Het kan bovendien het draadloze telefoonnetwerk verstoren en soms zelfs illegaal zijn. ■ Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op.
Aanvullende veiligheidsinformatie Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie. Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Index Index A aanpassen 49, 51 aansluiting voor toebehoren 19 achtergrond 50, 51 actief standby 51, 54 activeringssleutels 66 agenda 88 alarmnummer kiezen 115 audioberichten 38 B batterij 108 echtheid 109 installatie 13 beheer van digitale rechten 66 beltoets 19 beltonen 26, 50 berichten audio 38 E-mail via SMS 31 flits 37 multimedia 33 sjablonen 37 tekst 31 teller 48 beschermde bestanden 66 beveiligingscode 10 beveiligingsinstellingen 65 bladertoets 19 blokkeerwachtwoord 11 Bluetooth 55 Bluetooth-instell
Index instellingen datum 52 klok 52 multimedia 41 tijd 52 IR-poort 20 P kabel USB 61 klokinstellingen 52 packetgegevens 57, 106 PC Suite 106 pictogrammen 23 PIN-code 10 plug-en-play-dienst 17 profielen 49 progressief downloaden 72 PTT 79 PUK-code 11 Push to Talk.
Index thema's 50 tijdinstellingen 52 timerfunctie 90 toebehoreninstellingen 63 toegangscodes 10 toepassingen 93 toets Einde 19 toetsblokkering opheffen 24 toetsblokkering.