Gebruikershandleiding voor de Nokia 6131 9246232 Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-115 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het product.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid................................................................................................................................ 9 Algemene informatie.......................................................................................................................... 13 Overzicht van functies .......................................................................................................................................................................
4. Tekst invoeren................................................................................................................................. 32 Tekstinvoer met woordenboek......................................................................................................................................................... 32 Normale tekstinvoer ..............................................................................................................................................................
Groepen.................................................................................................................................................................................................. 62 Snelkeuze............................................................................................................................................................................................... 62 Informatienummers, dienstnummers en eigen nummers .....................................................
Radio ....................................................................................................................................................................................................... Recorder ................................................................................................................................................................................................. Equaliser..............................................................................................
Browsen instellen .............................................................................................................................................................................. 110 Verbinding maken met een dienst................................................................................................................................................ 110 Bladeren door pagina's ................................................................................................................
Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd. TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
■ Netwerkdiensten Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken.
■ Toebehoren Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren • Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
Algemene informatie ■ Overzicht van functies De telefoon biedt een groot aantal functies die handig zijn in het dagelijks gebruik, zoals tekst- en multimediaberichten, een agenda, klok, wekker, radio, Music Player en ingebouwde camera. De telefoon ondersteunt bovendien de volgende functies: • On line plug-en-play-dienst voor het ophalen van configuratie-instellingen. Zie Plug-en-play-dienst op pagina 20 en Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 15. • PTT (Push To Talk).
■ Toegangscodes Beveiligingscode De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. U kunt de code wijzigen en de telefoon instellen op het vragen naar de code. Zie Beveiliging op pagina 79. PIN-codes De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer) en de UPIN-code (Universeel Persoonlijk IdentificatieNummer) van 4 tot 8 cijfers beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op pagina 79.
■ Dienst voor configuratie-instellingen Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele-internetdiensten, MMS, Nokia Xpress-audioberichten en synchronisatie met een externe internetserver, moeten de juiste configuratie-instellingen op de telefoon worden ingesteld. U kunt de instellingen mogelijk rechtstreeks als configuratiebericht ontvangen. Nadat u de instellingen hebt ontvangen, moet u deze op de telefoon opslaan.
■ Nokia-ondersteuning Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product. Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten en -diensten. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, kunt u de lijst met plaatselijke Nokia Care-contactcentra raadplegen op www.nokia.com/customerservice. Als de telefoon onderhoud nodig heeft, kunt u op www.nokia.
1. Aan de slag ■ SIM-kaart en batterij installeren Schakel het apparaat altijd uit en koppel de lader los voordat u de batterij verwijdert. Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BL-4C-batterij. Gebruik altijd originele Nokia-batterijen.
Plaats de batterij terug (7). Schuif de achtercover weer op de juiste plaats (8, 9). ■ Een microSD-kaart plaatsen Houd alle microSD-geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. 1. Verwijder de achtercover van de telefoon. 2. Plaats de kaart met het goudkleurige contactoppervlak naar beneden gericht in de sleuf voor de microSD-kaart en druk op de kaart totdat deze op zijn plaats vergrendeld zit. 3. Sluit de achtercover van de telefoon. Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten met dit apparaat.
1. Zorg ervoor dat er op dat moment geen bewerking wordt uitgevoerd waarbij de microSD-geheugenkaart wordt gebruikt. 2. Verwijder de achtercover van de telefoon. 3. Druk de microSD-kaart een beetje in zodat de vergrendeling wordt opgeheven. 4. Verwijder de microSD-kaart uit de sleuf. ■ De batterij opladen Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een lader. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de lader AC-3 of AC-4 als voedingsbron.
■ De telefoon openen en sluiten Druk op de vouwvergrendelingsknop (1) om de telefoon te openen. De telefoon wordt automatisch geopend (2). U kunt de telefoon sluiten door deze in uitgevouwen toestand handmatig in gesloten positie te drukken. Zie Tonen op pagina 65 als u de toon wilt uitschakelen die klinkt wanneer u de telefoon opent en sluit.
■ Antenne Uw apparaat heeft een interne antenne. Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is.
2. De telefoon ■ Toetsen en onderdelen 1 Luistergedeelte 2 Hoofddisplay 3 Linker- en rechterselectietoets 4 Middelste selectietoets 5 Beltoets 6 Toetsenblok 7 Infraroodvenster 8 Vouwvergrendelingsknop 9 Navigatietoets in vier richtingen 10 Toets Einde 11 Luidspreker 12 Oogje voor telefoonkoord 13 Aansluiting voor Pop-PortTM 14 Aansluiting voor de lader Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
15 Cameralens 16 Volumetoetsen (omhoog = PTT-toets) 17 Minidisplay 18 Cameratoets 19 Aan/uit-toets Aansluiting Als u toebehoren wilt aansluiten, opent u de aansluiting van de Pop-PortTM. ■ Stand-by mode Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de stand-by mode. Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Hoofddisplay 1 Signaalsterkte van het mobiele netwerk 2 Laadstatus van de batterij 3 Indicatoren 4 Naam van het netwerk of het operatorlogo 5 Klok 6 Hoofddisplay 7 Functie van linkerselectietoets is Favoriet of een snelkoppeling naar een andere functie. Zie Linkerselectietoets op pagina 68. 8 Functie van middelste selectietoets is Menu 9 Functie van de rechterselectietoets is Namen of een snelkoppeling naar een andere functie. Zie Rechterselectietoets op pagina 68.
Indelen — om de positie van functies in de stand-by mode te verplaatsen. Act. standby inschakelen — selecteer toetsen om de stand-by-navigatiemodus te activeren. Zie Instell. standby-modus op pagina 66 als u de instellingen wilt wijzigen. Als u de actieve stand-by mode wilt uitschakelen, selecteert u Opties > Actief standby > Uit of Menu > Instellingen > Hoofddisplay > Instell. standby-modus > Actief standby > Uit.
De telefoon is verbonden met de dienst voor chatberichten en de aanwezigheidsstatus is on line of off line. , U hebt een of meer chatberichten ontvangen en u bent verbonden met de dienst voor chatberichten. De toetsen zijn geblokkeerd. De telefoon gaat niet over wanneer een oproep of tekstbericht wordt ontvangen. De alarmklok is ingesteld op Aan. De timerfunctie is actief. De stopwatch wordt uitgevoerd in de achtergrond. , De telefoon is aangemeld bij het GPRS- of EGPRS-netwerk.
, , of Er is een hoofdtelefoon, handsfreeeenheid, oortje of muziekstandaard op de telefoon aangesloten. ■ Toetsen blokkeren Om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, selecteert u Menu en drukt u binnen 3,5 seconden op * om de toetsen te blokkeren. U kunt de toetsblokkering weer opheffen door Vrijgeven te selecteren en binnen 1,5 seconde op * te drukken. Als de Toetsenblokkering is ingesteld op Aan, voert u de beveiligingscode in als hierom wordt gevraagd.
3. Algemene functies ■ Oproep plaatsen 1. Voer het netnummer en telefoonnummer in. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale voorvoegsel (het "+"-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in. 2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen. 3. Druk op de toets Einde of sluit de telefoon om de oproep te beëindigen of om het kiezen te onderbreken.
Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze U kunt een oproep plaatsen door de naam uit te spreken van de persoon die in de lijst met contacten van de telefoon is opgeslagen. Er wordt automatisch een spraakopdracht toegevoegd aan alle vermeldingen in de lijst met contacten van de telefoon. Als er een toepassing actief is die gegevens verzendt of ontvangt via een GPRS-verbinding, moet u de toepassing beëindigen voordat u gebruikmaakt van spraakgestuurde nummerkeuze. Spraakopdrachten zijn taalgevoelig.
Als u een inkomende oproep wilt weigeren terwijl de telefoon is geopend, drukt u op de toets Einde. Als u een inkomende oproep wilt weigeren terwijl de telefoon is gesloten, houdt u een volumetoets ingedrukt. Als u de beltoon wilt uitschakelen, drukt u op een volumetoets wanneer de telefoon is gesloten of selecteert u Stil wanneer de telefoon is geopend. Tip: Als de functie Doorschak.
Doorverbinden — om een gesprek in de wachtstand door te verbinden met het actieve gesprek en zelf de verbinding te verbreken. Conferentie — om een conferentiegesprek te voeren waaraan maximaal vijf personen kunnen deelnemen. Privé-oproep — om tijdens een conferentiegesprek ruggespraak te houden met een van de deelnemers. Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
4. Tekst invoeren U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Tijdens het invoeren van tekst worden boven in het scherm aanduidingen van de modus voor tekstinvoer weergegeven. geeft normale tekstinvoer aan. geeft tekstinvoer met woordenboek aan.
Als u Woordsuggesties als voorspellingstype hebt geselecteerd, begint de telefoon met het voorspellen van het woord dat u invoert. Nadat u enkele letters hebt ingevoerd, en als deze letters samen geen woord vormen, probeert de telefoon langere woorden te voorspellen. Alleen de ingevoerde letters worden onderstreept weergegeven. U kunt een speciaal teken toevoegen door * ingedrukt te houden of Opties > Symbool invoegen te selecteren. Ga naar een teken en selecteer Gebruik.
5. Navigeren door de menu's De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's. 1. Druk op Menu om het menu te openen. U kunt de menuweergave wijzigen door Opties > Hoofdmenuweergave > Lijst, Roosterweergave, Rooster met labels of Tab te selecteren. Als u de menu's anders wilt indelen, bladert u naar het menu dat u wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Indelen > Verplaats. Ga naar de positie waar u het menu naartoe wilt verplaatsen en selecteer OK.
6. Berichten U kunt tekstberichten, multimediaberichten en emailberichten, flitsberichten en kaarten lezen, invoeren, verzenden en opslaan. Alle berichten worden ingedeeld in mappen. ■ Tekstberichten (SMS) Met SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten verzenden en ontvangen en tevens berichten met afbeeldingen ontvangen (netwerkdienst). Voordat u een tekstbericht of emailbericht via SMS kunt verzenden, moet u het nummer van de berichtencentrale opslaan. Zie Berichtinstellingen op pagina 52.
ontvangers tegelijk wilt versturen, voegt u de betreffende contacten één voor één toe. Als u een bericht naar een groep mensen wilt versturen, selecteert u Contactgroep en kiest u de gewenste groep. U kunt de contacten ophalen aan wie u recent een bericht hebt gestuurd door Toevgn > Onlangs gebruikt te selecteren. Als u contacten uit vorige inkomende gesprekken wilt ophalen, selecteert u Toevgn > Logboek openen. 3.
■ SIM-berichten SIM-berichten zijn tekstberichten die op uw SIM-kaart worden opgeslagen. U kunt deze berichten kopiëren of verplaatsen naar het geheugen van de telefoon, maar niet andersom. Ontvangen berichten worden opgeslagen in het geheugen van de telefoon. Als u SIM-berichten wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten > Opties > SIM-berichten. ■ Multimediaberichten (MMS) Opmerking: Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven.
De telefoon ondersteunt multimediaberichten die meerdere pagina's (dia's) bevatten. Een bericht kan als bijlage een agendanotitie en/of een visitekaartje bevatten. Een dia kan tekst, één afbeelding, één geluidsfragment of tekst en één videoclip bevatten. Selecteer Nieuw of Opties > Invoegen > Dia als u een dia aan het bericht wilt toevoegen. Als u een bestand aan het bericht wilt toevoegen, selecteert u Invoegen of selecteert u Opties > Invoegen. 3.
pogingen mislukken, blijft het bericht in de map Outbox staan. U kunt het bericht dan later opnieuw proberen te verzenden. Berichtverzending annuleren Als u de verzending van een multimediabericht in de map Outbox wilt annuleren, bladert u naar het betreffende bericht en selecteert u Opties > Verzenden annuleren. MMS-berichten lezen en beantwoorden Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten.
■ Geheugen vol Als een nieuw bericht is binnengekomen terwijl het berichtengeheugen vol is, wordt de tekst Geheugen vol. Kan geen berichten ontvangen. weergegeven. Als u oude berichten wilt verwijderen, selecteert u OK > Ja en selecteert u de map. Ga naar het gewenste bericht en selecteer Verwijder. Als u meerdere berichten wilt verwijderen, selecteert u Markeer. Markeer alle berichten die u wilt verwijderen en selecteer Opties > Gemarkeerde verwijderen.
de kaart af en stuurt deze afdruk naar het postadres dat in het bericht is aangegeven. MMS (Multimedia Messaging Service) moet zijn geactiveerd om deze dienst te kunnen gebruiken. Voordat u de kaartdienst kunt gebruiken, moet u zich op deze dienst abonneren. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid, kosten en abonnementsmogelijkheden voor deze dienst. Een kaart verzenden Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Briefkaart.
Een flitsbericht ontvangen Een ontvangen flitsbericht kunt u herkennen aan de tekst Bericht: , gevolgd door de eerste woorden van het bericht. Selecteer Lezen om het bericht te lezen. Selecteer Opties > Gebruik gegevens als u telefoonnummers, e-mailadressen en webadressen uit het huidige bericht wilt overnemen. Als u het bericht wilt opslaan, selecteert u Opslaan en de map waarin u het bericht wilt opslaan.
■ Emailtoepassing De emailtoepassing maakt gebruik van een GPRS-verbinding (netwerkdienst) zodat u met de telefoon toegang hebt tot uw emailaccount wanneer u onderweg bent. Deze emailtoepassing is niet hetzelfde als de SMSemailfunctie. Om de emailfunctie van de telefoon te kunnen gebruiken, hebt u een compatibel emailsysteem nodig. U kunt met de telefoon email invoeren, verzenden en lezen. U kunt email ook op een compatibele pc opslaan en ervan verwijderen.
Voor de e-mailtoepassing is een internettoegangspunt zonder proxy vereist. WAP-toegangspunten zijn gewoonlijk van een proxy voorzien en kunnen niet met de e-mailtoepassing worden gebruikt. Email invoeren en verzenden U kunt uw emailbericht schrijven voordat u verbinding met de emailservice maakt. U kunt echter ook eerst verbinding met de service maken en daarna pas uw e-mailbericht schrijven en verzenden. 1. Selecteer Menu > Berichten > E-mail > Nieuwe e-mail. 2.
Als u meer dan één e-mailaccount hebt gedefinieerd, selecteert u de account waarvan u de emailberichten wilt downloaden. De e-mailtoepassing downloadt eerst de berichtkoppen. 2. Selecteer Terug. 3. Selecteer Inboxen, de accountnaam en het nieuwe bericht en selecteer vervolgens Ophalen om het volledige e-mailbericht te downloaden.
voor het opslaan van emailberichten die niet zijn verzonden en Verzonden items voor het opslaan van emailberichten die zijn verzonden. Als u de mappen en hun inhoud wilt beheren, selecteert u Opties zodat de beschikbare opties voor de afzonderlijke mappen worden weergegeven. Spamfilter De e-mailtoepassing is voorzien van een ingebouwd spamfilter dat u kunt inschakelen. Als u dit filter wilt inschakelen en instellen, selecteert u Opties > Spamfilter > Instellingen in het hoofdscherm voor e-mail.
Zie Verbindingsinstellingen in Toegang op pagina 47 voor informatie over het definiëren van de juiste instellingen voor de chatdienst. De pictogrammen en tekst op het scherm zijn afhankelijk van de chatdienst. Wanneer u met de chatdienst verbonden bent, kunt u de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken, waarbij de chatsessie in de achtergrond actief blijft.
Verbinding maken Als u verbinding wilt maken met de chatdienst, opent u het menu Chatberichten, vervolgens selecteert u als dat nodig is de chatdienst en ten slotte selecteert u Aanmelden. Zodra de verbinding tot stand is gebracht, wordt de tekst Aanmelding voltooid weergegeven. Als u de verbinding met de chatdienst wilt verbreken, selecteert u Opties > Afmelden.
Als u een gesprek wilt starten, vouwt u de map Online () of de map Offline () uit, vervolgens gaat u naar het contact met wie u wilt chatten en ten slotte selecteert u Chatten. Als u een uitnodiging of een bericht wilt beantwoorden, vouwt u de map Conversaties uit, vervolgens gaat u naar het contact met wie u wilt chatten en ten slotte selecteert u Openen. Zie Chatcontacten toevoegen op pagina 50 als u contacten wilt toevoegen.
Als u meer dan één bericht ontvangt, wordt de tekst nieuwe chatberichten weergegeven, waarbij N staat voor het aantal nieuwe berichten. Selecteer Lezen, ga naar het gewenste bericht en selecteer Openen. Nieuwe berichten die u tijdens een actieve chatsessie ontvangt, worden bewaard in Chatberichten > Conversaties. Als u een bericht ontvangt van iemand die niet in Chatcontacten is opgenomen, wordt de ID van de afzender weergegeven.
Als u berichten van een specifiek contact in uw lijst met contacten wilt blokkeren, bladert u naar het contact in Conversaties, Online () of Offline () en vervolgens selecteert u Opties > Contact blokkeren > OK. Als u een contact wilt vrijgeven, selecteert u in het hoofdmenu voor chatberichten Opties > Blokkeerlijst. Blader naar het contact dat u wilt vrijgeven en selecteer Deblokk. > OK.
Als u uw voicemail wilt beluisteren, selecteert u Menu > Berichten > Spraak-berichten > Luisteren naar voicemail. Selecteer Nummer voicemailbox om het nummer van uw voicemail in te voeren, op te slaan of te wijzigen. Als dit door het netwerk wordt ondersteund, geeft het pictogram ontvangen. Selecteer Luister om uw berichten te beluisteren.
Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instellingen > Algemene instellingen en daarna een van de volgende opties: Verz. berichten opslaan > Ja — als u wilt instellen dat verzonden berichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden items. Overschr. in Verz. items > Toegestaan — om in te stellen dat oude berichten worden overschreven door nieuwe berichten wanneer het berichtengeheugen vol is. Deze instelling wordt alleen weergegeven als u Verz. berichten opslaan > Ja instelt.
Packet-gegev. gebruiken > Ja — om GPRS in te stellen als de gewenste SMS-drager. Tekenondersteuning > Volledig — om in te stellen dat alle tekens in de verstuurde berichten zichtbaar zijn. Als u Beperkt selecteert, worden tekens met accenten en andere markeringen mogelijk geconverteerd naar andere tekens. Wanneer u een bericht schrijft, kunt u een voorbeeld weergeven om te controleren hoe het bericht er voor de ontvanger zal uitzien. Zie SMS-berichten invoeren en verzenden op pagina 35. Antw.
Ink. multimediaberichten — om in te stellen dat multimediaberichten automatisch of handmatig na bevestiging worden ontvangen of worden geweigerd. Deze instelling wordt niet weergegeven als de optie Ontv. multimed. toestaan is ingesteld op Nee. Advertenties toestaan — om advertenties te ontvangen of te weigeren. Deze instelling wordt niet weergegeven als de optie Ontv. multimed. toestaan is ingesteld op Nee of Ink. multimediaberichten is ingesteld op Weigeren.
SMTP-gebruikersnaam — voer de naam in die u voor uitgaande e-mailberichten wilt gebruiken. SMTP-wachtwoord — voer de naam in die u voor uitgaande e-mailberichten wilt gebruiken. Terminalvenster tonen > Ja — als u een handmatige gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren. Type inkomende server > POP3 of IMAP4 — selecteer het type emailsysteem dat u gebruikt. Als beiden typen worden ondersteunt, selecteert u IMAP4. Inkom.
7. Contacten U kunt namen en nummers (contacten) opslaan in het geheugen van de telefoon en het geheugen van de SIM-kaart. In het telefoongeheugen kunnen contacten worden opgeslagen met extra details, zoals diverse telefoonnummers en tekstitems. U kunt ook een afbeelding opslaan voor een beperkt aantal contacten. In het SIM-kaartgeheugen kunnen namen worden opgeslagen met één bijbehorend telefoonnummer. De contacten die in het SIM-kaartgeheugen zijn opgeslagen, worden aangegeven door .
1. Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen Telefoon of Telefoon en SIM is. Zie Instellingen op pagina 62. 2. Zoek het contact waaraan u een gegeven wilt toevoegen en selecteer Gegevens > Opties > Info toevoegen. Selecteer een van de beschikbare opties. Als u wilt zoeken naar een ID op de server van uw serviceprovider wanneer u verbinding hebt met de aanwezigheidsdienst, selecteert u Gebruikers-ID > Zoeken. Zie Mijn aanwezigheid op pagina 59.
Als u een contact wilt verwijderen, gaat u naar het betreffende contact en selecteert u Opties > Verwijder contact. Als u een nummer, tekstitem of afbeelding wilt verwijderen dat aan het contact is gekoppeld, gaat u naar het betreffende contact en selecteert u Gegevens. Ga naar het gewenste gegevensitem en selecteer Opties > Verwijderen, en selecteer een van de beschikbare opties. Als u een afbeelding of videoclip verwijdert uit de lijst met contacten, wordt deze niet verwijderd uit de Galerij.
Mijn aanwezigh. weergvn > Aanwezigheid privé of Aanwezigh. openbaar — om uw aanwezigheidsstatus te bekijken. Mijn aanwezigh. bewrkn > Mijn beschikbaarheid, Mijn aanwezigh.bericht, Mijn aanwezigheidslogo of Tonen aan — om uw aanwezigheidsstatus te wijzigen. Mijn toegang > Huidige toegang, Privé-lijst of Blokkeerlijst — om de personen te bekijken die uw aanwezigheidsinformatie wel/niet mogen zien. Instellingen > Hdge aanw. stdby tonen, Verbindingstype of Aanwezigh.
Tip: als u zich wilt aanmelden bij een contact in de lijst Contacten, gaat u naar het gewenste contact en selecteert u Gegevens > Opties > Aanwez.info aanvragen > Als abonnement. Als u alleen de aanwezigheidsgegevens wilt weergeven, maar zich niet bij het contact wilt aanmelden, selecteert u Aanwez.info aanvragen > Slechts één keer. Abonneenamen weergeven Zie ook Zoeken naar een contact op pagina 57 voor informatie over het weergeven van aanwezigheidsinformatie. 1.
U kunt als volgt een visitekaartje versturen: ga naar het contact wiens gegevens u wilt verzenden en selecteer Gegevens > Opties > Visitekaartje verzenden > Via multimedia, Via SMS, Via infrarood of Via Bluetooth. Als u een visitekaartje ontvangt, selecteert u Tonen > Opslaan om het visitekaartje op te slaan in het telefoongeheugen. Als u het visitekaartje wilt verwijderen, selecteert u Uit > Ja.
Selecteer Wijs toe als er nog geen nummer aan de toets is toegewezen of Opties > Wijzigen als dit wel het geval is. Selecteer Zoeken en vervolgens het contact dat u wilt toewijzen. Als de functie Snelkeuze is uitgeschakeld, wordt gevraagd of u deze functie wilt activeren. Zie ook Snelkeuze in Bellen op pagina 76. Zie Snelkeuze op pagina 28 voor meer informatie over het bellen met behulp van snelkeuzetoetsen.
8. Oproepinfo Oproepen die u hebt gemist, ontvangen en geplaatst, worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functie ondersteunt, de telefoon is ingeschakeld en zich binnen het servicegebied van het netwerk bevindt. Als u de gegevens van uw oproepen wilt bekijken, selecteert u Menu > Logboek > Gemiste oproepen, Ontv. oproepen of Gekozen nummers. Als u de telefoonnummers van recent gemiste en ontvangen oproepen wilt bekijken, selecteert u Oproeplog.
9. Instellingen ■ Profielen De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen, ofwel profielen, waarvoor u de telefoongeluiden voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen kunt instellen. Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, het gewenste profiel en vervolgens een van de volgende opties: Activeer — om het geselecteerde profiel te activeren. Aanpassen — om het profiel aan te passen. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen en breng de gewenste wijzigingen aan.
Als u de telefoon alleen wilt laten overgaan wanneer oproepen worden ontvangen van telefoonnummers die behoren tot een geselecteerde bellergroep, selecteert u Waarschuwen bij. Ga naar de gewenste bellergroep of naar Elke oproep en selecteer Markeer. Selecteer Opties > Opslaan om de instellingen op te slaan of Annuleren om de instellingen ongewijzigd te laten. Als u het hoogste beltoonvolume selecteert, bereikt de beltoon na een paar seconden het hoogste volume.
Screensaver Selecteer Screensaver en daarna een van de volgende opties: Aan — om de screensaver voor het hoofddisplay in te schakelen. Screensavers > Afbeelding — om een afbeelding of illustratie te kiezen uit de Galerij. Screensavers > Diareeks en een map in de Galerij — om de afbeeldingen in de map als diareeks te gebruiken.
verzendtijd van ontvangen tekst- of multimediaberichten kan weergeven. Zo geeft GMT -5 de tijdzone aan voor New York (Verenigde Staten), 5 uur ten westen van Greenwich/Londen (Verenigd Koninkrijk). ■ Snelkoppelingen Met behulp van snelkoppelingen kunt u snel toegang krijgen tot de telefoonfuncties die u het meest gebruikt. Linkerselectietoets U kunt in de lijst een functie voor de linkerselectietoets selecteren door Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Linkerselectietoets te selecteren.
Selecteer Koppelingen indelen om de toepassingen in de snelkoppelingsbalk opnieuw in te delen. Selecteer een toepassing en selecteer Verplaats, en verplaats de toepassing naar een andere positie. Selecteer OK om te bevestigen. Selecteer OK > Ja om de procedure voor de snelkoppeling te bevestigen. Navigatietoets U kunt snelkoppelingsfuncties voor de navigatietoetsen selecteren door Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Navigatietoets te selecteren.
■ Connectiviteit U kunt de telefoon verbinden met een compatibel apparaat via een draadloze Bluetooth-verbinding of via een USB-gegevenskabel. U kunt ook de instellingen definiëren voor EGPRS-inbelverbindingen. Draadloze Bluetooth-technologie Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.0 + EDR die de volgende profielen ondersteund: generic access, generic object exchange, hands-free, headset, object push, file transfer, dial-up networking, SIM access en serial port.
het overeengekomen Bluetooth-wachtwoord van het apparaat in (maximaal 16 tekens) om het apparaat af te stemmen op de telefoon. U hoeft dit wachtwoord alleen op te geven wanneer u het apparaat voor het eerst afstemt. De telefoon maakt verbinding met het apparaat en u kunt met de overdracht van gegevens beginnen. Draadloze Bluetooth-verbinding Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth. Selecteer Actieve apparaten om te controleren welke Bluetooth-verbinding actief is.
Wanneer u gegevens verzendt of ontvangt via infrarood, moet u ervoor zorgen dat de infraroodpoorten van het verzendende en het ontvangende apparaat op elkaar gericht zijn en dat er zich geen obstakels tussen deze apparaten bevinden. U kunt de infraroodpoort van de telefoon activeren om gegevens via een infraroodverbinding te ontvangen door Menu > Instellingen > Connectiviteit > Infrarood te selecteren.
Altijd online — om de telefoon automatisch verbinding te laten maken met een GPRS-netwerk wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. of geeft aan dat de GPRS- of EGPRS-dienst beschikbaar is. Wanneer u een oproep of tekstbericht ontvangt of wanneer u belt terwijl een (E)GPRS-verbinding actief is, geeft of aan dat de GPRS- of EGPRS-verbinding onderbroken is.
U kunt de gegevens van uw telefoon alleen kopiëren of synchroniseren als de naam en de instellingen van het apparaat zijn opgenomen in de lijst met overdrachtscontacten. Als u gegevens ontvangt van een ander apparaat (bijvoorbeeld een compatibele mobiele telefoon), wordt het bijbehorende overdrachtscontact automatisch aan de lijst toegevoegd, op basis van de contactgegevens van het andere apparaat. Serversynchronisatie en PC-synchronisatie zijn de oorspronkelijke items in de lijst.
Synchroniseren vanaf een compatibele pc Voordat u de gegevens van uw agenda, notities en contacten vanaf een compatibele pc kunt synchroniseren, moet u de Nokia PC Suite-software van uw telefoon op de pc installeren. Gebruik draadloze Bluetoothtechnologie of een USB-gegevenskabel voor de synchronisatie en start de synchronisatie vanaf de pc. Synchroniseren vanaf een server Als u een externe internetserver wilt gebruiken, moet u zich abonneren op een synchronisatiedienst.
Als u de USB-modus wilt wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen > Connectiviteit > USB-gegevenskabel > Standaardmodus, Afdrukken of Gegevensopslag. ■ Bellen Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen en daarna een van de volgende opties: Doorschakelen — om inkomende oproepen door te schakelen (netwerkdienst). Het is mogelijk dat u geen oproepen kunt doorschakelen als bepaalde blokkeringsfuncties zijn ingeschakeld. Zie Oproepen blokkeren in Beveiliging op pagina 79. Opnemen met will.
■ Telefoon Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon en daarna een van de volgende opties: Taalinstellingen — selecteer Taal display om de weergavetaal voor de telefoon in te stellen. Als u Automatisch selecteert, wordt automatisch de taal geselecteerd op basis van de informatie op de SIM-kaart. Als u de taal van de USIM-kaart wilt gebruiken, selecteert u SIM-taal. Als u de taal voor de spraakgestuurde nummerkeuze wilt instellen, selecteert u Taal spraakweergave.
■ Toebehoren Dit menu of de volgende opties worden alleen weergegeven als de telefoon is aangesloten of aangesloten is geweest op een van de compatibele toebehoren. Selecteer Menu > Instellingen > Toebehoren. Selecteer afhankelijk van het geselecteerde toebehoren een van de volgende opties. Standaard profiel — om het profiel te selecteren dat automatisch moet worden geactiveerd wanneer u het geselecteerde toebehoren aansluit.
door de configuratie-instellingen van de betreffende serviceprovider. Als u de configuratie-instellingen van de serviceprovider wilt instellen als standaardinstellingen, selecteert u Opties > Als standaard. Als u configuratieinstellingen wilt verwijderen, selecteert u Verwijderen. Std. activeren in alle toepassingen — om de standaardconfiguratie-instellingen voor ondersteunde toepassingen te activeren. Voorkeurstoegangspunt — om de opgeslagen toegangspunten weer te geven.
PIN2-codeaanvraag — om in te stellen of de PIN2-code is vereist wanneer een bepaalde telefoonfunctie wordt gebruikt die met de PIN2-code is beveiligd. Bij sommige SIM-kaarten kan het vragen naar de PIN2-code niet worden uitgeschakeld. Oproepen blokkeren — om inkomende en uitgaande oproepen te beperken (netwerkdienst). Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig. Vaste nummers — als u uitgaande oproepen wilt beperken tot geselecteerde telefoonnummers, als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Bep.
Instellingen U kunt updates van telefoonsoftware als volgt toestaan of weigeren: selecteer Menu > Instellingen > Configuratie > Instell. apparaatbeheer > Softw.upd. serviceprov. en daarna een van de volgende opties: Altijd toestaan — om alle softwaredownloads en updates automatisch te laten uitvoeren. Eerst bevestigen — om softwaredownloads en updates alleen uit te voeren nadat u deze hebt bevestigd (standaardinstelling). Altijd weigeren — om alle software-updates te weigeren.
10. Operatormenu Dit menu biedt toegang tot een portal met diensten die door uw netwerkoperator worden aangeboden. De naam en het pictogram worden bepaald door de netwerkoperator. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkoperator. Als dit menu niet wordt weergegeven, worden de volgende menunummers dienovereenkomstig aangepast. De operator kan dit menu bijwerken met een dienstbericht. Zie Dienstinbox op pagina 115 voor meer informatie. Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
11. Galerij In dit menu kunt u afbeeldingen, videoclips, muziekbestanden, thema's, foto's, tonen, opnamen en ontvangen bestanden beheren. Deze bestanden worden opgeslagen in het telefoongeheugen of op een aangesloten microSD-geheugenkaart en kunnen in mappen worden ingedeeld. Uw telefoon ondersteunt een systeem met activeringssleutels ter bescherming van opgehaalde content.
■ Geheugenkaart Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. U kunt de microSD-geheugenkaart gebruiken voor het opslaan van multimediabestanden, zoals videoclips, muziek, geluidsbestanden, foto's en berichtgegevens, en voor het maken van een back-up van gegevens uit het telefoongeheugen. U vindt meer informatie over het gebruik van de geheugenkaart met andere functies en toepassingen van uw telefoon in de gedeelten die deze functies en toepassingen beschrijven.
U wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren en te bevestigen. Het wachtwoord mag maximaal acht tekens lang zijn. Het wachtwoord wordt op uw telefoon opgeslagen en u hoeft het niet meer in te voeren zolang u de geheugenkaart op dezelfde telefoon gebruikt. Als u de geheugenkaart op een andere telefoon wilt gebruiken, wordt u om het wachtwoord gevraagd.
12. Media Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle regelgeving en respecteer lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen. ■ Camera Met de ingebouwde camera kunt u foto's maken of videoclips opnemen. Een foto maken Als u de camera wilt starten, drukt u op de cameratoets in de stand-by mode of selecteert u Menu > Media > Camera. Als u een foto in liggende stand wilt maken, houdt u de telefoon horizontaal.
Selecteer Opties > Instellingen > Tijd afbeeldingsvoorbeeld en stel een tijdsduur in om een genomen foto op het scherm weer te geven. Wanneer een genomen foto op het scherm wordt weergegeven, kunt u Terug selecteren om een andere foto te nemen of Verzend om de foto als multimediabericht te verzenden. Dit apparaat ondersteunt een beeldresolutie van 1280 x 960 pixels. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders worden weergegeven.
Configuratie voor een streamingdienst U kunt de configuratie-instellingen voor streaming ontvangen in een configuratiebericht van uw serviceprovider. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 15. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 78. Ga als volgt te werk om de instellingen te activeren: 1. Selecteer Menu > Media > Mediaspeler > Instellingen streaming > Configuratie. Alleen de configuraties die streaming ondersteunen, worden weergegeven. 2.
Selecteer te gaan. om naar het volgende nummer te gaan. Selecteer om naar het begin van het vorige nummer Selecteer en houd deze ingedrukt om het huidige nummer terug te spoelen. Selecteer en houd deze ingedrukt om het huidige nummer snel vooruit te spoelen. Laat de toets los op de gewenste positie in het nummer.
Muziekdownloads — om verbinding te maken met een browserdienst die gekoppeld is aan het huidige nummer. Deze functie is alleen beschikbaar als het adres van de dienst is opgenomen in het nummer. ■ Radio De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het draadloze apparaat. De FM-radio functioneert alleen naar behoren als er een compatibele hoofdtelefoon of een compatibel toebehoren op het apparaat is aangesloten. Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume.
Uitschakelen — om de radio uit te zetten. Zender opslaan — om een nieuwe radiozender op te slaan. Visual Radio — om in te stellen of de toepassing Visual Radio moet worden gebruikt (netwerkdienst). Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid en kosten van de dienst. Sommige radiozenders kunnen informatie in tekstvorm of grafische vorm verzenden die u kunt bekijken met behulp van de toepassing Visual Radio.
Geluid opnemen 1. Selecteer Menu > Media > Recorder. U kunt gebruikmaken van de grafische toetsen , of op het scherm door met de linker- of rechternavigatietoets naar de gewenste toets te gaan en deze te selecteren. 2. Druk op om het opnemen te starten. Als wilt opnemen tijdens een gesprek, selecteert u Opties > Opnemen. Terwijl een gesprek wordt opgenomen, horen beide partijen een zachte pieptoon. Houd de telefoon tijdens het opnemen in de normale positie tegen het oor.
13. Organiser ■ Wekker U kunt instellen dat op een bepaald tijdstip een waarschuwingstoon klinkt. Selecteer Menu > Organiser > Wekker. Als u de wekker wilt instellen, selecteert u Wektijd en voert u het gewenste tijdstip in. Als u het alarmtijdstip wilt wijzigen nadat dit is ingesteld, selecteert u Aan. Selecteer Alarm herhalen om in te stellen dat op geselecteerde dagen van de week een alarmtoon moet klinken. Selecteer Alarmtoon om de alarmtoon te selecteren of een radiozender als alarmtoon in te stellen.
bellen en gebeld te worden. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren. ■ Agenda Selecteer Menu > Organiser > Agenda. De huidige dag is gemarkeerd met een kader. Als voor de betreffende dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven en wordt onder de agenda het begin van de notitie weergegeven. U kunt de notities voor de dag bekijken door Bekijk te selecteren. Als u een week wilt bekijken, selecteert u Opties > Weekweergave.
de waarschuwingstoon wilt uitschakelen en de notitie wilt bekijken, selecteert u Bekijk. Als u de toon 10 minuten lang wilt stoppen, selecteert u Snooze. Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen zonder de notitie te bekijken, selecteert u Uit. ■ Takenlijst Als u een notitie wilt opslaan voor een taak die u moet uitvoeren, selecteert u Menu > Organiser > Takenlijst. Als er nog geen notities zijn toegevoegd en u wilt een notitie maken, selecteert u Toevgn.
Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen. Selecteer Menu > Organiser > Rekenmachine. Wanneer 0 wordt weergegeven, voert u het eerste getal voor de berekening in. Druk op # voor een decimaalteken. Ga naar de gewenste bewerking of functie of selecteer deze uit de Opties. Voer het tweede getal in. Herhaal dit zo vaak als nodig is. Als u een nieuwe berekening wilt uitvoeren, selecteert u Wissen en houdt u deze optie ingedrukt.
■ Stopwatch Met de stopwatch kunt u de tijd, tussentijden of rondetijden opnemen. Gedurende de tijdsopname kunnen de overige functies van de telefoon gewoon worden gebruikt. Druk op de toets Einde als u tijdsopname met de stopwatch in de achtergrond wilt activeren. Als u de stopwatch gebruikt of deze op de achtergrond loopt wanneer u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
14. PTT (Push To Talk) Selecteer Menu > Push to Talk. PTT (Push To Talk) is een tweerichtings radiodienst die beschikbaar wordt gesteld via een GPRS-netwerk (netwerkdienst). U kunt PTT gebruiken om te spreken met één persoon of met een groep personen (kanaal) die over compatibele apparaten beschikken. Tijdens een verbinding met de PTT-dienst kunt u de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken.
Het aantal actieve kanalen en het aantal leden per kanaal is beperkt. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Een kanaal toevoegen Als u een kanaal wilt toevoegen, selecteert u Menu > Push to Talk > Kanaal toevoegen en bewerkt u de instellingen in de formuliervelden: Kanaalnaam: — Geef een naam op voor het nieuwe kanaal. Status kanaal: — Selecteer Actief om het kanaal in te stellen op actief of Niet actief om het kanaal uit te schakelen.
2. Selecteer Bekijk als u de alias van de persoon die de uitnodiging heeft verzonden en het groepsadres (als het geen privé-kanaal betreft) wilt weergeven. 3. Selecteer Opslaan om het kanaal aan de telefoon toe te voegen. 4. U kunt de status voor het kanaal instellen door Actief of Niet actief te selecteren. U kunt de uitnodiging weigeren door Uit > Ja of Bekijk > Wegdoen > Ja te selecteren.
of geeft aan dat de persoon niet beschikbaar of onbekend is. geeft aan dat de persoon niet gestoord wil worden, maar terugbelverzoeken kan ontvangen. dat de persoon PTT niet heeft ingeschakeld. geeft aan Een kanaaloproep plaatsen Als u een oproep wilt verzenden naar een kanaal, selecteert u Kanaallijst in het PTT-menu, gaat u naar het gewenste kanaal en houdt u de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt. Een geluidstoon geeft aan dat er toegang is verleend. Uw alias en kanaalnaam worden weergegeven.
2. Houd de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt om de oproep te starten. De deelnemende contacten worden op het scherm weergegeven zodra ze deelnemen aan het gesprek. 3. Houd de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt om te spreken. Laat de PTT-toets (volume omhoog) los om het antwoord te horen. 4. Druk op de toets Einde om het gesprek te beëindigen. Een PTT-oproep ontvangen Een inkomende PTT-oproep wordt gemeld door een kort geluidssignaal.
Als u een terugbelverzoek wilt verzenden vanuit de lijst met kanalen in het PTT-menu, selecteert u Kanaallijst en gaat u naar het gewenste kanaal. Selecteer Leden, ga naar het gewenste contact en selecteer Opties > Terugbellen. Als u een terugbelverzoek wilt verzenden vanuit de lijst met terugbelverzoeken in het menu Push to Talk, selecteert u Terugbelinbox. Ga naar een contact en selecteer Opties > Terugbellen.
Als u een contact uit de lijst met kanalen wilt toevoegen, maakt u verbinding met de PTT-dienst, selecteert u Kanaallijst en gaat u naar het gewenste kanaal. Selecteer Leden, ga naar de persoon wiens contactgegevens u wilt opslaan en selecteer Opties. Als u een nieuw contact wilt toevoegen, selecteert u Opslaan als. Als u een PTT-adres wilt toevoegen aan een naam in Contacten, selecteert u Toevoegen aan contact. ■ PTT-instellingen Selecteer Menu > Push to Talk > PTT-instellingen.
Als u de verbindingsinstellingen voor de dienst wilt instellen, selecteert u Menu > Push to Talk > Configuratieinstell.. Maak uw keuze uit de volgende opties: Configuratie — om een serviceprovider te selecteren, Standaard of Persoonlijke configuratie voor de PTT-dienst. Alleen de configuraties die de PTT-dienst ondersteunen, worden weergegeven. Account — om een account voor een PTT-dienst te selecteren in de actieve configuratie-instellingen.
15. Toepassingen In dit menu kunt u toepassingen en spelletjes beheren. Deze bestanden worden opgeslagen in het telefoongeheugen of op een aangesloten microSD-geheugenkaart en kunnen in mappen worden ingedeeld. Zie Geheugenkaart op pagina 84 voor meer informatie over het formatteren of vergrendelen en ontgrendelen van de geheugenkaart. ■ Een spelletje starten In uw telefoon zijn enkele spelletjes geïnstalleerd. Selecteer Menu > Toepassingen > Spelletjes. Ga naar het gewenste spelletje en selecteer Openen.
Toegang toepassing — om netwerktoegang voor de toepassing te beperken. Er worden verschillende categorieën weergegeven. Selecteer in elke categorie een van de beschikbare machtigingen. Webpagina — om meer informatie of extra gegevens over de toepassing op een internetpagina weer te geven. Deze gegevens worden alleen weergegeven als er een internetadres bij de toepassing is geleverd. ■ Een toepassing downloaden De telefoon ondersteunt J2ME Java-toepassingen.
1. Installeer de pc-toepassing van Nokia Presenter op uw pc. U kunt deze component downloaden vanaf de Nokia-website. Zie Nokia-ondersteuning op pagina 16. 2. Start en configureer de pc-component. Zorg ervoor dat de geselecteerde inkomende Bluetooth-poort (COM-poort) overeenstemt met de poort die is ingesteld in de Bluetooth-instellingen van het Bluetoothapparaat op uw pc. Zie voor meer informatie de documentatie bij de pc-component en Een Bluetoothverbinding instellen op pagina 70. 3.
16. SIM-diensten Mogelijk biedt uw SIM-kaart nog extra diensten. U kunt dit menu alleen openen als het wordt ondersteund door uw SIM-kaart. De naam en inhoud van het menu zijn afhankelijk van de beschikbare diensten. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
17. Web Met de browser van de telefoon hebt u toegang tot verschillende mobiele-internetdiensten. Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en instructies met betrekking tot de verschillende diensten.
3. Selecteer Account en een account voor een browserdienst die is opgenomen in de actieve configuratieinstellingen. 4. Selecteer Terminalvenster tonen > Ja als u een handmatige gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren. Maak op een van de volgende manieren verbinding met de dienst: • Selecteer Menu > Web > Home. Als de telefoon in de stand-by mode staat, houdt u 0 ingedrukt. • Als u een bookmark voor de dienst wilt instellen, selecteert u Menu > Web > Bookmarks.
Opties tijdens het browsen Maak uw keuze uit de volgende opties: Home — om terug te keren naar de startpagina. Snelkoppelingen — om een nieuwe lijst te openen met specifieke opties voor de pagina. Deze optie is alleen beschikbaar als de pagina daadwerkelijk snelkoppelingen bevat. Bookmark toevoegn — om de pagina op te slaan als bookmark. Bookmarks — om de lijst met bookmarks te openen. Zie Bookmarks op pagina 112. Paginaopties — om de lijst met opties voor de actieve pagina weer te geven.
3. Selecteer Opties om de bookmark te bekijken, bewerken, verwijderen of verzenden, om een nieuwe bookmark te maken of om de bookmark op te slaan in een map. In het apparaat zijn mogelijk vooraf een aantal bookmarks geïnstalleerd voor sites die niet met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of ondersteund. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u voor andere sites treft.
Tekencodering > Unicode (UTF-8)-webadr. > Aan — om de telefoon zodanig in te stellen dat een URL wordt verzonden als UTF-8-codering. U kunt deze instelling nodig hebben wanneer u een webpagina in een andere taal opent. Schermformaat > Volledig of Klein — om de scherm-layout in te stellen. JavaScript > Inschakelen — om de Java-scripts in te schakelen. ■ Beveiligingsinstellingen Cookies Een cookie bestaat uit gegevens die een site opslaat in het cachegeheugen van de telefoon.
■ Dienstinbox De telefoon kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider worden verzonden (netwerkdienst). Dienstberichten zijn kennisgevingen, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwskoppen. Deze kunnen een tekstbericht of het adres van een dienst bevatten. Wanneer u een dienstbericht hebt ontvangen, kunt u de Dienstinbox openen vanuit de stand-by mode door Tonen te selecteren. Als u Uit selecteert, wordt het bericht verplaatst naar de Dienstinbox.
Als u de cache tijdens het browsen wilt legen, selecteert u Opties > Overige opties > Cache wissen. Als de telefoon in de stand-by mode staat, selecteert u Menu > Web > Cache wissen. ■ Browserbeveiliging Voor sommige diensten, zoals on line bankdiensten of on line aankopen, zijn beveiligingsfuncties vereist. Dergelijke verbindingen vereisen beveiligingscertificaten en mogelijk een beveiligingsmodule. Deze zijn mogelijk beschikbaar op uw SIM-kaart.
Er zijn drie soorten certificaten: servercertificaten, autorisatiecertificaten en gebruikerscertificaten. Deze certificaten krijgt u van de serviceprovider. Autorisatiecertificaten en gebruikerscertificaten kunnen ook door de serviceprovider zijn opgeslagen in de beveiligingsmodule. Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging > Autorisatiecertificaten of Gebruikerscertificaten om de lijst met autorisatiecertificaten of gebruikerscertificaten te bekijken die naar de telefoon is gedownload.
18. Pc-verbinding U kunt emailberichten verzenden en ontvangen en verbinding maken met internet terwijl de telefoon via Bluetooth of een gegevenskabel verbonden is met een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. ■ Nokia PC Suite Met Nokia PC Suite kunt u contactgegevens, agendanotities en (taak)notities synchroniseren tussen de telefoon en de compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst).
De prestaties nemen toe als u de telefoon tijdens datatransmissies met de toetsen naar beneden op een stabiele ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat de telefoon tijdens een gegevensoproep niet beweegt en houd de telefoon niet in uw hand. Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
19. Informatie over de batterij ■ De batterij opladen en ontladen Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen.
■ Controle van de echtheid van Nokia-batterijen Gebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uw veiligheid. Verzeker u ervan dat u een originele Nokia-batterij koopt door de batterij bij een officiële Nokia-leverancier te kopen, te kijken of het Nokia Original Enhancements-logo op de verpakking staat en het hologramlabel volgens de onderstaande stappen te inspecteren. Een succesvolle uitvoering van de vier stappen biedt geen totale garantie voor de echtheid van de batterij.
3. Kras aan de zijkant van het label om een 20-cijferige code zichtbaar te maken, bijvoorbeeld 12345678919876543210. Draai de batterij zo dat de cijfers rechtop staan. De 20-cijferige code moet worden gelezen te beginnen bij het cijfer op de bovenste rij, gevolgd door de onderste rij. 4. Controleer of de 20-cijferige code geldig is door de instructies op www.nokia.com/batterycheck te volgen.
Verzorging en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht bevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
• Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren (zoals contactpersonen en agendanotities) voordat u het apparaat naar een servicepunt brengt. Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als enig apparaat niet goed werkt. Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Aanvullende veiligheidsinformatie Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. ■ Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities.
Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
■ Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten. Vonken kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij benzinestations.
■ Informatie over certificatie (SAR) Dit mobiele apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven. Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan radiogolven die worden aanbevolen door internationale richtlijnen niet worden overschreden.
Index A aan/uit toets ..........................................................23 aansluiting lader ...........................................22 aansluiting voor Pop-Port ..........................22 aanwezigheid .................................................59 abonneenamen ..............................................60 accessoires Zie toebehoren. achtergrond ....................................................66 actieve standby ..................................... 24, 66 afbeeldingen afdrukken ....
instellingen .............................................79 module .................................................. 116 bladeren ...........................................................34 bladertoets. Zie navigatietoets. blokkeerwachtwoord ...................................14 Bluetooth ........................................................70 bookmarks .................................................... 112 browser beveiliging ............................................ 114 beveiligingsmodule ....
opdrachten ..............................................52 diensten digitale handtekening ............................... 117 display ...................................................... 22, 24 downloaden content .....................................................15 instellingen .......................................... 114 toepassingen ..........................................15 drukken-voor-spreken. Zie PTT. G galerij ...............................................................
info ....................................................................64 informatie over certificatie ..................... 128 informatieberichten .....................................52 infraroodverbinding .....................................71 installatie batterij .....................................................17 SIM-kaart ................................................17 instellingen achtergrond ............................................66 actieve standby ...................................
minidisplay ......................................................67 MMS. Zie multimediaberichten. multimediaberichten beantwoorden ........................................39 invoeren ...................................................37 lezen .........................................................39 verzenden ................................................37 instellingen ............................................. 76 opties ....................................................... 30 toets ............
profielen ..........................................................65 PTT .....................................................................98 aanmeldstatus ..................................... 100 configuratie-instellingen ................. 104 één-op-één-contact .......................... 103 één-op-één-oproep plaatsen .......... 101 in-/uitschakelen ................................. 100 instellingen .......................................... 104 kanaal ...............................................
hoofdletters en kleine letters ............32 invoeren ...................................................32 normale tekstinvoer .............................33 tekstinvoer met woordenboek ...........32 tekst invoeren ................................................32 tekstinvoer met woordenboek ..................32 teksttelefoon ..................................................78 telefoon configuratie ............................................78 instellingen .............................................
verlichting .......................................................78 verwijderen berichten .................................................52 verzorging .................................................... 123 videoclip ..........................................................87 visitekaartjes ..................................................61 voertuigen .................................................... 126 volumetoets ....................................................22 W Web bookmarks .........