Nokia 6120 classic Nokia 6121 classic Gebruikershandleiding Versie 3 NL
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-243 of RM-308 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/ 0434 © 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People, Nokia Care, Navi en Visual Radio zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid ........................... 6 Ondersteuning .................................. 8 Help ...................................................................... 8 Nokia-ondersteuning en contactinformatie....................................... 9 1. Aan de slag................................. 10 Een SIM- of USIM-kaart en een batterij plaatsen............................... microSD-kaart ................................................ De batterij opladen ........................
Verbinding maken.......................................... Bookmarks beheren....................................... Webpagina's bekijken................................... Verbinding verbreken.................................... De cache leegmaken ..................................... Browserinstellingen ...................................... 63 63 64 66 66 66 10. Aanpassing............................... 68 Thema's............................................................. 68 Profielen ................
Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen. AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan. ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en operationeel is.
■ Netwerkdiensten Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen hoeveel het kost.
houdt u Menu ingedrukt. Selecteer Opties en selecteer een van de volgende opties: Lijst van onderw. – Hiermee geeft u een lijst met beschikbare onderwerpen in de betreffende categorie weer. Lijst helpcatn. – Hiermee geeft u een lijst met Help-categorieën weer. Zoeken op trefw. – Met deze optie kunt u Help-onderwerpen zoeken met behulp van trefwoorden. Als u Help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u Menu > Toepass. > Help.
Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende vol is of sluit de lader aan voordat u met updaten start. 1. Aan de slag ■ Een SIM- of USIM-kaart en een batterij plaatsen Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. In deze telefoon worden BL-5B-batterijen gebruikt. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier zijn. 1.
3. Plaats de batterij (8) en de achtercover (9) terug. ■ microSD-kaart Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet helemaal compatibel met dit apparaat zijn. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens die op de kaart staan aantasten. Houd microSD-kaarten buiten het bereik van kleine kinderen.
Een microSD-kaart verwijderen 1. Open de sleuf aan de zijkant. 2. Druk de kaart voorzichtig los. Verwijder geheugenkaart en druk op 'OK' wordt weergegeven. Trek de kaart eruit en kies OK. 3. Sluit de sleuf aan de zijkant goed. ■ De batterij opladen Sluit de lader aan op een wandcontactdoos. Sluit de lader aan op de telefoon. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
■ Normaal gebruik Gebruik de telefoon alleen in de normale gebruiksposities. Bij langdurig gebruik, zoals een actief videogesprek of hogesnelheidsgegevensverbinding, kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als u vermoedt dat het apparaat niet goed werkt. Uw apparaat heeft interne antennes.
Opslaan om de instellingen op te slaan. U moet wellicht een PIN-code invoeren die de serviceprovider u heeft verstrekt. Instelwizard Met de Instelwizard kunt u uw apparaat op basis van de gegevens van uw serviceprovider configureren voor operatorinstellingen (MMS, GPRS en internet) en e-mailinstellingen. Mogelijk kunt u ook andere instellingen configureren.
Monoluidspreker (11) microSD-kaartsleuf (12) Polsriemhouder (13) USB-aansluiting (14) Nokia AV 2,5-mm-aansluiting (15) Aansluiting voor lader (16) Hoofdcameralens (17) Cameraflitser (18) Aan/uit-toets (19) Volumetoetsen (20) Cameratoets (21) Waarschuwing: Dit apparaat kan nikkel bevatten. ■ Stand-by modus Wanneer u de telefoon hebt ingeschakeld en bent aangemeld bij een netwerk, bevindt de telefoon zich in de stand-by modus en is deze klaar voor gebruik.
Als u een toepassing of gebeurtenis wilt selecteren, gaat u ernaartoe en selecteert u deze. Profiel Offline Met het profiel Offline kunt u de telefoon gebruiken zonder dat deze is verbonden met een netwerk. Wanneer het profiel Offline actief is, wordt de verbinding met het draadloos netwerk uitgeschakeld, wat wordt aangegeven met in het indicatiegebied van de signaalsterkte. Alle draadloze-RF-signalen naar of van uw telefoon worden verhinderd, en u kunt uw apparaat zonder SIM- of USIM-kaart gebruiken.
Wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld op Stil en Berichtensignaaltoon en Signaaltoon e-mail zijn ingesteld op Uit. Zie ’Profielen’ op pag. 68. De toetsen zijn geblokkeerd. Zie ’Toetsblokkering’ op pag. 19. De luidspreker is ingeschakeld. Een alarm is ingeschakeld. De tweede telefoonlijn is in gebruik. Zie Lijn in gebruik in ’Bellen’ op pag. 82. / Alle oproepen worden doorgeschakeld naar uw oproepmailbox of naar een ander nummer.
Er worden gegevens verzonden via Bluetooth. Zie ’Bluetooth-verbinding’ op pag. 95. Er is een USB-verbinding actief. Mogelijk worden er ook andere symbolen weergegeven. ■ Bladeren en selecteren Als u wilt navigeren, drukt u de rand van de navigatietoets naar links, naar rechts, omhoog of omlaag. Als u het gemarkeerde item wilt selecteren, drukt u op het midden van de navigatietoets.
Geheugengebruik weergeven Als u het geheugengebruik wilt controleren, selecteert u Menu > Opties > Gegevens geheugen > Telef.geheugen of Geheugenkaart. Als er nog maar weinig telefoongeheugen vrij is, kunt u bestanden verwijderen of naar de geheugenkaart verplaatsen. ■ Toepassing Welkom De toepassing Welkom start wanneer u uw telefoon de eerste keer inschakelt. De toepassing Welkom biedt toegang tot de volgende toepassingen: Zelfstudie – Leer meer over de functies van uw telefoon en het gebruik ervan.
U kunt de telefoon ook zo instellen dat het toetsenblok automatisch na een bepaalde tijd wordt geblokkeerd. Daartoe kiest u Menu > Instellingen > Telefooninst. > Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart > Per. autom. blokk. ttsnb. > Door gebr. gedef. en stelt u de gewenste tijd in. Als u de toetsblokkering in de stand-by modus wilt opheffen, selecteert u Blok. oph. en drukt u binnen anderhalve seconde op *.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. De ondertekenings-PIN wordt verstrekt bij de SIM-kaart als de SIM-kaart is voorzien van een beveiligingsmodule. PUK-codes De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal Personal Unblocking Key) (acht cijfers) zijn vereist voor het wijzigen van respectievelijk een geblokkeerde PIN- of UPIN-code. De PUK2-code is vereist voor het wijzigen van een geblokkeerde PIN2-code.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van betrouwbare bronnen, zoals toepassingen die een Symbian-ondertekening dragen of die de Java-VerifiedTM test hebben doorstaan. ■ Een compatibele headset aansluiten Sluit geen producten aan die een uitvoersignaal produceren omdat het apparaat daardoor kan worden beschadigd. Sluit geen voedingsbron aan op de Nokia AV-aansluiting.
3. Belfuncties ■ Een spraakoproep tot stand brengen 1. Voer in de stand-by modus het telefoonnummer, inclusief het netnummer, in. Druk op de wistoets om een nummer te wissen. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het + teken (vervangt de internationale toegangscode) en voert u vervolgens het landnummer, het netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer in. 2. Als u het nummer wil kiezen, drukt u op de beltoets.
Als u het nummer van de oproepmailbox wilt wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen > Opr.mailbox > Opties > Nummer wijzigen en voert u het nummer in. Snelkeuze Via de snelkeuzetoetsen kunt u snel veelgebruikte nummers bellen vanuit de stand-by modus. U kunt een telefoonnummer toewijzen aan de snelkeuzetoetsen, 2 tot en met 9. Cijfertoets 1 is gereserveerd voor de oproepmailbox. 1. Selecteer Menu > Contacten en een contact. 2. Ga naar een nummer en selecteer Opties > Snelkeuze toewijz..
1. Houd in de stand-by modus de rechterselectietoets ingedrukt. U hoort een korte toon, waarna Spreek nu wordt weergegeven. Als u een compatibele hoofdtelefoon gebruikt met een hoofdtelefoontoets, houdt u de hoofdtelefoontoets ingedrukt. 2. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. De telefoon speelt de spraakopdracht voor de beste overeenkomst af. Na anderhalve seconde wordt het nummer gekozen. Als het resultaat niet correct is, selecteert u Volgende en een andere vermelding voordat het nummer wordt gekozen.
Tip: Als er een compatibele hoofdtelefoon is aangesloten op de telefoon, drukt u op de hoofdtelefoontoets om een oproep te beantwoorden en te beëindigen. Als u de oproep wilt weigeren, drukt u op de eindetoets of selecteert u Opties > Weigeren. De beller hoort een bezettoon. Als u de optie Doorschakelen hebt geactiveerd, worden oproepen doorgeschakeld met Indien bezet. Geweigerde oproepen worden doorgeschakeld.
■ Een videogesprek tot stand brengen Tijdens een videogesprek kunt u een realtime, tweerichtingsvideo bekijken tussen u en de ontvanger van het gesprek. De live videobeelden of het videobeeld dat met de camera in uw apparaat is vastgelegd, is zichtbaar voor de ontvanger van het videogesprek. Als u een videogesprek wilt kunnen voeren, moet u over een USIM-kaart beschikken en zich binnen het bereik van een UMTS-netwerk bevinden.
Zelfs als u het verzenden van video tijdens een videogesprek hebt geweigerd, wordt het gesprek als een videogesprek in rekening gebracht. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor informatie over de tarieven. 3. Als u het videogesprek wilt beëindigen, drukt u op de eindetoets. ■ Een videogesprek beantwoorden of weigeren Wanneer er een videogesprek binnenkomt, wordt weergegeven. Druk op de beltoets om het videogesprek te beantwoorden.
• Zorg ervoor dat u een actieve UMTS-verbinding hebt binnen het bereik van een UMTS-netwerk. Als u Video delen start terwijl u binnen het bereik van een UMTS-netwerk bent en er een overdracht naar GSM plaatsvindt, wordt Video delen onderbroken, maar wordt de spraakoproep voortgezet. • Controleer of zowel de zender als de ontvanger zijn geregistreerd bij het UMTS-netwerk.
Als op de contactkaart van de ontvanger meerdere SIP-adressen staan vermeld, selecteert u het SIP-adres waarnaar u de uitnodiging wilt versturen en selecteert u Selecteer om de uitnodiging te versturen. Als er geen SIP-adres voor de ontvanger beschikbaar is, voert u een SIP-adres in. Selecteer OK om de uitnodiging te verzenden. 3. Het delen begint automatisch zodra de ontvanger de uitnodiging heeft geaccepteerd. De luidspreker is actief.
Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. Opmerking: Sommige tijdmeters, inclusief de tijdmeter voor de gebruikstijd, worden mogelijk opnieuw ingesteld bij onderhoudswerkzaamheden of software-upgrades. Recente oproepen De telefoon houdt nummers bij van uitgevoerde, gemiste en ontvangen oproepen. Ook de gespreksduur wordt bijgehouden.
Naast het symbool voor tekstinvoer wordt , of weergegeven om aan te geven hoe de tekst wordt weergegeven. Als u tussen de verschillende weergaven wilt schakelen, drukt u op #. geeft aan dat de cijfermodus is ingeschakeld. Als u wilt schakelen tussen de letter- en cijfermodus, drukt u herhaaldelijk op # totdat de cijfermodus actief is, of drukt u op * en kiest u Cijfermodus of Alfabetische modus. ■ Normale tekstinvoer Druk meermaals op een cijfertoets (1 tot 9) tot het gewenste teken wordt weergegeven.
2. Wanneer u het woord hebt ingetoetst en het resultaat klopt, bevestigt u het door met de navigatietoets vooruit te gaan of een spatie in te voegen. Als het woord niet correct is, drukt u herhaaldelijk op * om de overeenkomende woorden in de woordenlijst één voor één te bekijken. Als u het teken ? ziet achter het woord, staat het gewenste woord niet in de woordenlijst. Selecteer Spellen om het woord aan de woordenlijst toe te voegen.
Als u het menu Berichten wilt openen, selecteert u Menu > Berichten. U ziet de functie Nieuw bericht en een lijst met standaardmappen: Inbox – Deze map bevat alle ontvangen berichten behalve infodienst- en e-mailberichten. E-mailberichten worden opgeslagen in de map Mailbox. Selecteer Opties > Infodienst als u infodienstberichten wilt lezen. Mijn mappen – In deze map kunt u berichten onderbrengen.
mailbox, moeten de juiste verbindingsinstellingen zijn gedefinieerd. Zie ’Berichtinstellingen’ op pag. 40. 1. Als u een bericht wilt maken, selecteert u Menu > Berichten > Nieuw bericht en het berichttype. Zie ’Audioberichten’ op pag. 35 voor informatie over het maken van een Audiobericht. 2. Druk op de navigatietoets om de ontvangers of groepen te selecteren in Contacten of typ het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger in het veld Naar.
2. Druk in het veld Naar op de navigatietoets om de ontvangers te selecteren in Contacten of voer het telefoonnummer of e-mailadres in. Druk de navigatietoets omlaag naar het berichtveld. 3. Als u een nieuwe geluidsclip wilt opnemen, drukt u op de navigatietoets of selecteert u Opties > Geluidsclip invoegen > Nieuwe geluidsclip. De opname start. Als u een eerder opgenomen geluidsclip wilt gebruiken, selecteert u Opties > Geluidsclip invoegen > Van Galerij, gaat u naar de geluidsclip en selecteert u deze.
Speciale berichttypen De telefoon kan verschillende soorten berichten ontvangen, zoals operatorlogo's, visitekaartjes, agenda-items en beltonen. Als u een ontvangen bericht wilt openen, selecteert u Menu > Berichten > Inbox en het gewenste bericht. U kunt de speciale berichtinhoud op uw telefoon opslaan. Als u bijvoorbeeld een ontvangen agenda-item wilt opslaan in de agenda, selecteert u Opties > Opslaan in Agenda.
E-mailberichten ophalen uit de mailbox Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC. 1. Selecteer Menu > Berichten > Mailbox > Opties > Verbinden. 2. Selecteer Opties > E-mail ophalen en een van de volgende opties: Nieuw – Hiermee haalt u alle nieuwe e-mailberichten op. Geselecteerd – Hiermee haalt u alleen de gemarkeerde e-mailberichten op.
■ Outbox De Outbox is een tijdelijke opslagplaats voor berichten die nog niet zijn verzonden. Als u de map Outbox wilt openen, selecteert u Menu > Berichten > Outbox. Berichtstatussen: Bezig met verzenden – De telefoon is het bericht aan het verzenden. Wacht of In wachtrij – De telefoon is klaar om berichten of e-mail te verzenden. Opnieuw zenden om ... (tijd) – Het verzenden is mislukt. Na een time-out wordt opnieuw geprobeerd het bericht te verzenden.
Als u een stem wilt testen, gaat u naar de stem en selecteert u Opties > Spraak afspelen. ■ Berichten op de SIM-kaart bekijken Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u deze naar een map in uw telefoon kopiëren. 1. Selecteer Menu > Berichten > Opties > SIM-berichten. 2. Markeer de berichten die u wilt kopiëren. 3. Als u de gemarkeerde berichten wilt kopiëren, selecteert u Opties > Kopiëren en de map waarnaar u de berichten wilt kopiëren.
Ber.centrale in gebr. – Hier definieert u welke berichtencentrale wordt gebruikt voor het afleveren van SMS-berichten en speciale berichttypen zoals visitekaartjes. Tekencodering > Voll. ondersteuning – Selecteer deze optie als u alle tekens in het bericht wilt selecteren om te worden verzonden zoals ze worden weergegeven. Als u Beperkte onderst. selecteert, worden tekens met accenten en andere symbolen naar andere tekens geconverteerd.
Multimedia ophalen – Selecteer Aut. bij eigen ntwrk als u multimediaberichten alleen wilt ontvangen als u zich binnen het bereik van uw eigen netwerk bevindt. Als u multimediaberichten altijd wilt ontvangen, selecteert u Altijd automatisch. Als u berichten handmatig wilt ophalen, selecteert u Handmatig. Als u geen multimediabericht of advertenties wilt ontvangen, selecteert u Uit. Anonieme ber. toest. – Als u berichten van een anonieme afzender wilt weigeren, selecteert u Nee. Advertent. ontvang.
Handtek. opnemen – Selecteer Ja om een handtekening op te nemen in uw e-mailberichten en om de bijbehorende tekst te maken of te bewerken. Melding nwe e-mail – Als u geen waarschuwingen over nieuwe e-mail wilt ontvangen, selecteert u Uit. Ophaalinstellingen Selecteer Inst. voor ophalen en maak een keuze uit de volgende instellingen: E-mail ophalen – Als u alleen koppen wilt ophalen, selecteert u Alleen headers.
Instellingen voor dienstberichten Selecteer Menu > Berichten > Opties > Instellingen > Dienstbericht en maak een keuze uit de volgende instellingen: Dienstberichten – Hiermee geeft u aan of u dienstberichten wilt toestaan of weigeren. Ber. downloaden – Hiermee geeft u aan of u berichten automatisch of handmatig wilt downloaden. Infodienstinstellingen Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid van infodienst (netwerkdienst), de beschikbare nieuwsitems en de bijbehorende nummers.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van chatdiensten. Serviceproviders kunnen u ook instructies geven over het gebruik van hun diensten. Verbinding maken met een chatserver Selecteer Menu > Toepass. > Chatten. 1. Selecteer Opties > Aanmelden om u aan te melden. 2. Voer uw gebruikers-ID en wachtwoord in. Selecteer Opties > Afmelden om u af te melden. Chatinstellingen Selecteer Menu > Toepass. > Chatten > Opties > Instellingen.
Als u wilt deelnemen aan een chatgroep, selecteert u de groep en voert u uw schermnaam in. Als u zich wilt aanmelden bij een chatgroep die niet in de lijst wordt vermeld, maar waarvan u wel de groeps-ID kent, selecteert u Opties > Aanm. bij nwe groep en voert u de groeps-id in. Selecteer Opties > Chatgroep verlaten om de chatgroep te verlaten. Chatgroepen en -gebruikers zoeken Als u naar groepen wilt zoeken, selecteert u Menu > Toepass. > Chatten > Chatgroepen > Opties > Zoeken.
Individuele gesprekken beginnen en bekijken Selecteer Menu > Toepass. > Chatten > Gesprekken. Er wordt een lijst weergegeven met de chatgebruikers met wie u momenteel een gesprek voert. naast een gebruiker geeft aan dat u een nieuw bericht van die gebruiker hebt ontvangen. Als u een actieve conversatie wilt bekijken, selecteert u de gebruiker. Als u een bericht wilt verzenden, toetst u het bericht in en drukt u op de navigatietoets.
de weergave Chatgroepen, ga naar de groep en selecteer Opties > Groep > Instellingen > Groepsleden > Alleen geselect.. 6. Contacten U kunt gegevens van contactpersonen, zoals namen, telefoonnummers en adressen, opslaan en beheren. ■ Contacten beheren Selecteer Menu > Contacten. Selecteer Opties > Nieuw contact om een nieuw contact toe te voegen. Vul de gewenste velden in en selecteer Gereed. Als u een contact wilt bewerken, gaat u naar het contact en selecteert u Opties > Bewerken.
■ Contactgroepen beheren U kunt contactgroepen maken, zodat u SMS- of e-mail-berichten tegelijkertijd naar meerdere ontvangers kunt verzenden. 1. Selecteer Menu > Contacten. 2. Druk op de navigatietoets naar rechts en selecteer Opties > Nieuwe groep. 3. Voer een naam in voor de groep en selecteer de groep. 4. Selecteer Opties > Leden toevoegen. 5. Markeer de contacten die u aan de groep wilt toevoegen en selecteer OK.
U kunt videoclips naar uw telefoon overbrengen vanaf een compatibele pc, en videoclips via packet-gegevens op uw telefoon downloaden van compatibele internetvideodiensten. Als u een afbeelding wilt instellen als achtergrond, selecteert u Afbeeldingen en gaat u naar de afbeelding. Selecteer Opties > Afbeelding gebruiken > Inst. als achtergrond. Selecteer Toewijzen aan contact als u de afbeelding aan een contact wilt toewijzen.
Als u een vooraf gedefinieerde hoogte-breedteverhouding hebt geselecteerd, selecteert u de linkerbovenhoek van het bijsnijvak. Gebruik de navigatietoets om de grootte van het gemarkeerde gebied aan te passen. Druk op de navigatietoets om het geselecteerde gebied vast te zetten. Gebruik de navigatietoets om het gebied in de afbeelding te verplaatsen. Druk op de navigatietoets om het bij te snijden gebied te selecteren.
Volume aanpassen – Hiermee past u het volumeniveau aan. Verwijderen – Hiermee verwijdert u de videoclip uit de video. Dupliceren – Hiermee maakt u een kopie van de geselecteerde videoclip. Tekst bewerken (wordt alleen weergegeven als u tekst hebt toegevoegd) – Gebruik deze optie om tekst te verplaatsen, te verwijderen of te kopiëren, om de kleur en stijl van de tekst te wijzigen, om te definiëren hoe lang tekst op het scherm blijft staan en om teksteffecten toe te voegen.
De vereisten van de pc voor video-overdracht zijn de volgende: • Besturingssysteem Microsoft Windows XP (of later) • Nokia PC Suite 6.83 of later • De toepassing Nokia Video Manager (een invoegtoepassing van PC Suite) Als u video's wilt overbrengen met Nokia Video Manager, sluit u de compatibele USB-kabel aan of activeert u de Bluetooth-verbinding en selecteert u PC Suite als de verbindingsmodus. Selecteer Menu > Instellingen > Connect.
Als u bij weinig licht de nachtmodus wilt gebruiken, selecteert u Opties > Nachtmodus > Aan. Als u de timer wilt gebruiken, selecteert u Opties > Zelfontspanner en de tijd die de camera moet wachten om een foto te maken. Druk op de navigatietoets om de timer te starten. Als u de witbalans of kleurtoon wilt aanpassen, selecteert u Opties > Aanpassen > Witbalans of Kleurtoon. Als u een video wilt opnemen, selecteert u Opties > Videomodus, of drukt u de navigatietoets naar rechts.
Als deze is ingesteld op Kort, is de opnameduur optimaal voor verzenden via een MMS-bericht. Resolutie (camera 1) en Resolutie (camera 2) – Selecteer de videoresolutie. Standaardvideonaam – Selecteer hoe de videoclips worden genoemd. Gebruikt geheugen – Selecteer of videoclips worden opgeslagen in het apparaatgeheugen of op de geheugenkaart. ■ Muziekspeler Als u de muziekspeler wilt openen, selecteert u Menu > Muziekspeler. Muziekbibliotheek Muziekbibl.
Muziek beluisteren Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Druk op de navigatietoets om het afspelen te starten of te onderbreken. Als u naar het vorige of volgende nummer wilt gaan, drukt u op de navigatietoets omhoog of omlaag.
■ Spraakrecorder Via spraakopname kunt u telefoongesprekken en spraakmemo's opnemen. Als u een telefoongesprek opneemt, horen alle deelnemers een toon tijdens het opnemen. De opnamen worden opgeslagen in de Galerij. Zie ’Galerij’ op pag. 49. Selecteer Menu > Media > Dictafoon. Selecteer Opties > Geluidsclip opnemen, of selecteer om een geluidsclip op te nemen. Als u de opname wilt beluisteren, selecteert u .
In RealPlayer kunt u alleen rtsp:// webadressen openen. U kunt webadressen van het type http:// niet openen, maar RealPlayer herkent wel een http-koppeling naar een bestand in RAM-indeling, omdat een RAM-bestand een tekstbestand is met een rtsp-koppeling. Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Een radiozender zoeken en opslaan Als u het zoeken naar een zender wilt starten wanneer de radio is ingeschakeld, selecteert u of . Het zoeken stopt wanneer er een zender is gevonden. Als u de zender wilt opslaan, selecteert u Opties > Zender opslaan. Selecteer een locatie voor de zender. Voer de naam van de zender in en selecteer OK. Radiofuncties Als u het volume wilt aanpassen, drukt u op de volumetoetsen. Selecteer of om naar de vorige of volgende opgeslagen zender te gaan.
Als u de weergave van visuele inhoud wilt stoppen zonder de FM-radio uit te schakelen, selecteert u Sluiten. Als u de verlichtingsinstellingen en de time-out voor de energiespaarstand wilt definiëren, selecteert u Opties > Weergave-instellingen. Instellingen voor Visual Radio Terwijl de radio is ingeschakeld, selecteert u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de volgende opties: Starttoon – Hiermee schakelt u de opstarttoon in of uit.
Toegang verkrijgen vanuit opties Als u het zenderoverzicht (netwerkdienst) wilt openen vanuit de zenderlijst, selecteert u Opties > Zenderoverzicht. Nadat er verbinding is gemaakt met de Station Directory Service, selecteert u de dichtstbijzijnde locatie in een lijst met locaties. Radiozenders met visuele inhoud worden aangegeven met . Selecteer de gewenste radiozender en een van de volgende opties: Luisteren – Hiermee stemt u af op de gemarkeerde radiozender.
Selecteer Menu > Toepass. > Persoonlijk > GPS-ggvns. In GPS-ggvns en Plaatsen worden coördinaten uitgedrukt in graden en decimale graden met het WGS-84-coördinatensysteem. ■ Plaatsen Plaatsen zijn coördinaten van geografische locaties die u op uw apparaat kunt opslaan zodat u deze later kunt gebruiken voor specifieke lokale diensten. U kunt plaatsen maken met Bluetooth GPS-toebehoren of netwerk (netwerkdienst). Selecteer Menu > Toepass. > Persoonlijk > Plaatsen. 9.
Zie Toegangspunten in ’Verbinding’ op pag. 85 als u handmatig een toegangspunt wilt definiëren. ■ Beveiliging van de verbinding Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool wordt weergegeven, is de overdracht van gegevens tussen het apparaat en de internetgateway of -server gecodeerd. Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is.
Een bookmark die de titel of het internetadres van de bookmark aangeeft. en zijn mogelijk vervangen door het pictogram van de website. Bookmarks handmatig toevoegen 1. Open de weergave Bookmarks en selecteer Opties > Bookmarkbeheer > Bookm. toev.. 2. Vul de velden in. 3. Selecteer Opties > Opslaan. Bookmarks verzenden Ga naar een bookmark of markeer meerdere bookmarks en selecteer Opties > Instrumenten > Zenden en een optie.
5 – Alle geopende vensters weergeven. 8 – Het paginaoverzicht van de huidige pagina weergeven. Druk nogmaals op 8 om in te zoomen en het gewenste gedeelte van de pagina weer te geven. 9 – Een nieuw webadres invoeren. 0 – Naar de startpagina gaan. * of # – In- of uitzoomen op de pagina. Miniweergave Via de Miniweergave kunt u door webpagina's navigeren die een grote hoeveelheid informatie bevatten. Zet Miniweergave aan in browserinstellingen. Zie ’Browserinstellingen’ op pag. 66.
Selecteer Opties > Instellingen > Webfeeds als u wilt definiëren hoe de webfeeds worden bijgewerkt. Opgeslagen pagina's U kunt pagina's opslaan en ze later offline bekijken. Als u een pagina tijdens het bladeren wilt opslaan, selecteert u Opties > Instrumenten > Pagina opslaan. Als u de weergave Opgeslagen pagina's wilt openen, gaat u naar de weergave Bookmarks en selecteert u Opgesl. pagina's. Selecteer de pagina die u wilt openen.
Miniweergave – Hiermee schakelt u de miniweergave in of uit. Geschiedenislijst – Selecteer of u een lijst wilt weergeven met de pagina's die u tijdens de huidige browsersessie hebt bezocht, wanneer u Terug selecteert. Veiligheidswrschwngn – Geef op of u veiligheidswaarschuwingen wilt verbergen of weergeven. Java/ECMA-script – Schakel het gebruik van scripts in of uit. Pagina Inhoud laden – Selecteer het type inhoud dat automatisch wordt geladen tijdens het bladeren.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht. Toeg.p. voor autom. aanp. – Selecteer het gewenste toegangspunt voor het bijwerken (alleen beschikbaar als Automatische updates is ingeschakeld). 10. Aanpassing ■ Thema's U kunt de weergave op het scherm van uw telefoon wijzigen door een thema te activeren. Een thema kan een achtergrond voor de energiespaarstand en de stand-by modus bevatten. U kunt een thema bewerken om uw telefoon verder aan te passen.
Als u een profiel wilt aanpassen, selecteert u het profiel, selecteert u Aanpassen en maakt u een keuze uit de volgende opties: Beltoon – Als u de beltoon (of videobeltoon) wilt instellen voor spraakoproepen, kiest u een beltoon in de lijst. Druk op een toets om het geluid te stoppen. U kunt beltonen ook wijzigen in Contacten. Zie ’Een beltoon toevoegen’ op pag. 49. Toon video-oproep – Selecteer de beltoon voor videogesprekken. Naam beller uitspr.
11. Tijd beheren ■ Klok Selecteer Menu > Organiser > Klok. Klokinstellingen U kunt de tijd en/of datum wijzigen door Opties > Instellingen te selecteren. Zie ’Datum en tijd’ p. 78 voor meer informatie over de instellingen. Een alarm instellen 1. Als u een nieuw alarmsignaal wilt instellen, drukt u op de navigatietoets naar rechts tot aan Alarm en selecteert u Opties > Nieuw alarm. 2. Voer de tijd voor het alarmsignaal in, selecteer of en wanneer het signaal wordt herhaald en selecteer Gereed.
Als u uw huidige stad wilt instellen, gaat u naar een stad en selecteert u Opties > Instellen als huidige stad. De stad wordt in de hoofdweergave van de klok weergegeven, en de tijd in uw apparaat wordt aangepast aan de geselecteerde stad. Controleer of de tijd correct is en overeenkomt met uw tijdzone. ■ Agenda Selecteer Menu > Organiser > Agenda. In de agenda kunt u uw afspraken, vergaderingen, verjaardagen en andere speciale datums bijhouden.
Taak Selecteer Opties > Takenweergave. In de Takenweergave kunt u een lijst bijhouden van taken die u moet uitvoeren. Een taak maken 1. Druk op een van de cijfertoetsen (0-9) om een taak te maken. 2. Geef de taak op in het veld Onderwerp. Stel een einddatum en prioriteit voor de taak in. 3. Selecteer Gereed om de taak op te slaan. 12. Office-toepassingen ■ Rekenmachine Selecteer Menu > Organiser > Rekenm.. 1. Voer het eerste getal voor de berekening in. 2.
De koers van de basisvaluta is altijd 1. De basisvaluta bepaalt de wisselkoers van de andere valuta's. 1. Selecteer Valuta als type maateenheid en selecteer Opties > Wisselkoersen. 2. Als u de basisvaluta wilt wijzigen, gaat u naar de valuta (doorgaans de valuta van uw land) en selecteert u Opties > Basisvaluta. 3. Voeg wisselkoersen toe, ga naar de valuta en voer een nieuwe koers in (het aantal eenheden van de valuta dat gelijk is aan één eenheid van de geselecteerde basisvaluta). 4.
■ Adobe Reader Gebruik Adobe Reader om PDF-documenten (Portable Document Format) weer te geven. Als u de toepassing wilt openen, selecteert u Menu > Toepass. > Adobe PDF. Een PDF-bestand openen Als u een onlangs weergegeven document wilt openen, selecteert u het document. Als u een document wilt openen dat niet in de hoofdweergave wordt vermeld, selecteert u Opties > Blad. naar bestand het geheugen en de map waarin het bestand zich bevindt, evenals het bestand zelf.
Druk op de navigatietoets naar rechts of links om naar de weergave Quickword, Quicksheet of Quickpoint te gaan waarin u een lijst met Word-, Excel- en PowerPoint-documenten kunt bekijken. De beschikbare Microsoft Worddocumenten worden bijvoorbeeld weergegeven in de weergave Quickword. Als u een bestand in de betreffende toepassing wilt openen, selecteert u het bestand. Als u bestanden wilt sorteren, selecteert u Opties > Sorteren op en een optie.
Titels blokkeren – Hiermee zorgt u ervoor dat de rijen en kolommen boven en links van de geselecteerde cel zichtbaar blijven. Formaat wijzigen – Hiermee past u de grootte van kolommen of rijen aan. Quickpoint Met Quickpoint kunt u Microsoft PowerPoint-presentaties in het scherm van uw apparaat weergeven. Quickpoint ondersteunt de weergave van presentaties die in PPT-indeling zijn opgeslagen in Microsoft PowerPoint 2000, XP en 2003.
13. Instellingen ■ Telefooninstellingen Algemeen Selecteer Menu > Instellingen > Telefooninst. > Algemeen > Persoonlijk, Datum en tijd, Toebehoren, Beveiliging, Fabrieksinstell., of Positiebepaling. Persoonlijk Selecteer Weergave, Standby-modus, Tonen, Taal, Thema's of Sprkopdrachten. Scherm Helderheid – Regel de helderheid van het scherm. Lettergrootte – Selecteer de tekengrootte die in lijsten en editors wordt gebruikt.
Tonen Wijzig de tonen van de klok, de agenda en het actieve profiel. Zie ’Profielen’ op pag. 68. Taal Displaytaal – U kunt de taal van de schermteksten voor de telefoon wijzigen. Deze instelling is van invloed op de notatie van de datum en tijd en de scheidingstekens, bijvoorbeeld in berekeningen. Als u Automatisch selecteert, wordt automatisch de taal geselecteerd op basis van de informatie op de SIM-kaart. Nadat u de displaytaal hebt gewijzigd, start de telefoon opnieuw op.
Tijd via netw.operator (netwerkdienst) – Hiermee kunt u de tijd, de datum en de tijdzone van de telefoon automatisch bijwerken via het mobiele netwerk. Als u Autom. aanpassen selecteert, worden alle actieve verbindingen verbroken. Controleer of de alarmsignalen zijn gewijzigd. Toebehoren Als u de instellingen van een toebehoren wilt wijzigen, gaat u in de weergave Instell.
Per. autom. blokk. ttsnb. > Door gebr. gedef. – Hiermee vergrendelt u het toetsenblok automatisch na een bepaalde periode van inactiviteit. Per. autom. blokk. telefn – Hiermee stelt u een time-out in voor het automatisch blokkeren van de telefoon. U kunt de telefoon alleen weer gebruiken als u de juiste blokkeringscode invoert. Als u de periode voor automatisch blokkeren wilt uitschakelen, selecteert u Geen. Blok. als SIM-krt gewijz.
Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externe verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele bescherming. De beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid.
Beveiligingsmodule Bekijk of bewerk beveiligingsmodules. Fabrieksinstellingen Stel sommige instellingen weer in op hun oorspronkelijke waarden. Daarvoor hebt u de blokkeringscode nodig. Zie ’Blokkeringscode’ op pag. 20. Positiebepaling Met positiebepaling kunt u lokale informatie van serviceproviders ontvangen over zaken zoals het weer, de verkeerssituatie, op basis van de plaats waarop uw apparaat zich bevindt (netwerkdienst).
Berichttekst – Typ een tekst die wordt verzonden wanneer u een oproep weigert met een SMS-bericht. Afb. in video-oproep – Selecteer een foto die in plaats van de video wordt weergegeven wanneer u weigert video in een videogesprek te verzenden. Autom. herkiezen – Hiermee stelt u de telefoon in op maximaal tien kiespogingen om een verbinding tot stand te brengen. Druk op de eindetoets om automatisch opnieuw bellen uit te schakelen.
3. Selecteer Opties > Activeren of Annuleer om de optie Doorschakelen in of uit te schakelen. Selecteer Controleer status om te controleren of de optie is geactiveerd. Er kunnen meerdere doorschakelopties tegelijk actief zijn. De functies voor het blokkeren en doorschakelen van oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn. Oproepblokkering Met Oproepblokkering (netwerkdienst) kunt u het tot stand brengen en ontvangen van oproepen met de telefoon beperken.
Verbinding Selecteer Menu > Instellingen > Telefooninst. > Verbinding > Bluetooth, USB, Toegangspunten, Packet-ggvns, Gegev.oproep, SIP-instellingen, Configuraties, of Tgpt.namen bhr.. Bluetooth Schakel Bluetooth in of uit, en bewerk Bluetooth-instellingen. Zie ’Bluetoothverbinding’ op pag. 95. USB Bewerk USB-instellingen. Zie ’USB-verbinding’ op pag. 98. Toegangspunten Voor een gegevensverbinding hebt u een toegangspunt nodig.
Homepage, Data-oproep (alleen voor gegevensoproep) en Max. snelheid gegev. (alleen voor gegevensoproep). Naam verbinding – Voer een beschrijvende naam voor de verbinding in. Vraag om wachtw. – Als u telkens bij aanmelding op de server een nieuw wachtwoord moet invoeren of als u het wachtwoord niet op de telefoon wilt opslaan, selecteert u Ja. Selecteer Opties > Geavanc. instell.
SIP-instellingen Bekijk en bewerk SIP-profielen (Session Initiation Protocol). Configuraties Voor bepaalde functies, zoals het bekijken van webpagina's en het uitwisselen van multimediaberichten, kunnen configuratie-instellingen nodig zijn. Deze instellingen kunt u krijgen bij uw serviceprovider. Zie ’Configuratie-instellingen’ op pag. 13. Als u een configuratie wilt verwijderen, gaat u naar de configuratie en selecteert u Opties > Verwijderen.
Als u instellingen voor spraakopdrachten wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de volgende opties: Synthesizer – Hiermee schakelt u de tekst-naar-spraak synthesizer in of uit die de herkende spraakopdracht uitspreekt. Spraakaanp. verwijderen – De stemaanpassingen opnieuw instellen. De telefoon past zich aan de stem van de gebruiker aan om de spraakopdrachten beter te herkennen. 14.
u multimediabestanden zoals videoclips, muzieknummers, geluidsbestanden, foto's, berichten en informatie uit het geheugen van uw telefoon opslaan. De geheugenkaart formatteren Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren. Sommige geheugenkaarten zijn vooraf geformatteerd. Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. 1. Selecteer Opties > Geh.kaart formatt. 2. Selecteer Ja ter bevestiging. 3.
■ Apparaatbeheer Het is mogelijk dat u serverprofielen en configuratie-instellingen ontvangt van uw serviceprovider of de ICT-afdeling van uw bedrijf. Selecteer Menu > Instellingen > Gegev.beh. > App.beh. om apparaatbeheer te openen. Als u geen serverprofielen hebt gedefinieerd, wordt u gevraagd of u er een wilt definiëren. Als u verbinding wilt maken met een server om configuratie-instellingen voor uw telefoon te ontvangen, gaat u naar het serverprofiel en selecteert u Opties > Configuratie starten.
2. Als het downloaden is voltooid, kiest u Ja als antwoord op de bevestingsvraag om de installatie voort te zetten. Als u de installatie later wilt starten, selecteert u Nee. Selecteer Menu > Instellingen > Gegev.beh. > App.beh. > Opties > Update installeren als u het installatieproces later wilt starten. Als het serverprofiel is gedefinieerd, wordt het standaard gebruikt. Als u geen serverprofiel hebt gedefinieerd, wordt u gevraagd er een te maken.
Ga als volgt te werk om een toepassing of softwarepakket te installeren: 1. Ga naar een installatiebestand. Toepassingen op de geheugenkaart worden aangeduid met . 2. Selecteer Opties > Installeren. U kunt ook zoeken naar de toepassing in het geheugen van de telefoon of op de geheugenkaart en de installatie starten door deze te selecteren en op de navigatietoets te drukken. Tijdens de installatie wordt informatie weergegeven over de voortgang van de installatie.
toegangspunt de toepassing gebruikt, gaat u in de hoofdweergave naar de toepassing en selecteert u Opties > Openen. ■ Activeringssleutels Beheer van digitale rechten Content-eigenaren kunnen gebruikmaken van verschillende soorten technologieën voor het beheer van digitale rechten (DRM) om hun intellectuele eigendom, waaronder auteursrechten, te beschermen. Dit apparaat maakt gebruik van verschillende typen DRMsoftware om toegang te krijgen tot DRM-beveiligde inhoud.
wilt kopen of de gebruiksperiode voor een mediabestand wilt verlengen, selecteert u een ongeldige sleutel en Opties > Nieuwe sleutel ophalen. Activeringssleutels kunnen mogelijk niet worden bijgewerkt als u de ontvangst van webdienstberichten hebt uitgeschakeld. Zie ’Instellingen voor dienstberichten’ op pag. 44. Voor het weergeven van activeringssleutels die niet in gebruik zijn, selecteert u Niet-gebr. sl.. Aan niet-gebruikte activeringssleutels zijn geen mediabestanden verbonden.
■ PC Suite U kunt uw telefoon gebruiken met allerlei toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. Met PC Suite kunt u contacten, agenda-items, taken en notities synchroniseren tussen uw telefoon en een compatibele pc. Meer informatie over PC Suite en de koppeling om de toepassing te downloaden kunt u vinden in het ondersteuningsgedeelte van de website van Nokia, www.nokia.com/pcsuite.
Naam van mijn telef. – Geef een naam op voor uw telefoon. Externe SIM-modus > Aan – Hiermee kunt u de SIM-kaart van de telefoon inschakelen voor gebruik in een ander apparaat (bijvoorbeeld in een carkit) met behulp van Bluetooth-technologie (SIM Access Profile, SAP). Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus staat, kunt u alleen via een compatibele en aangesloten uitbreiding, zoals een carkit, gesprekken voeren of ontvangen.
• Na het koppelen wordt het apparaat opgeslagen in de weergave Gekopp. apparaten. 6. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt het bericht Gegevens worden verzonden weergegeven. Gegevens die via een Bluetooth-verbinding worden ontvangen, worden opgeslagen in de map Inbox in Berichten. De weergave Gekoppelde apparaten Gekoppelde apparaten zijn te herkennen aan het symbool in de lijst met zoekresultaten. Ga in de hoofdweergave van Bluetooth naar rechts om een lijst met gekoppelde apparaten te openen.
De Bluetooth-verbinding verbreken Een Bluetooth-verbinding wordt automatisch verbroken na het verzenden of ontvangen van gegevens. ■ USB-verbinding U kunt de USB-gegevenskabel gebruiken om gegevens uit te wisselen tussen de telefoon en een compatibele pc. De USB-gegevenskabel kan ook worden gebruikt voor Nokia PC Suite. Selecteer Menu > Instellingen > Connect. > USB. Als u de standaard USB-verbindingsmodus wilt selecteren, selecteert u USB-modus en selecteert u de gewenste modus. Als u Vragen bij verbind.
2. Definieer de te synchroniseren Toepassingen. Selecteer een toepassing en bewerk de synchronisatie-instellingen: Tijdens synchronisatie – Hiermee schakelt u de synchronisatie in of uit. Externe database – Geef de naam op van de gebruikte externe database.
■ Push to Talk Push to Talk (P2T) is een real-time Voice over IP-dienst (netwerkdienst) op een GSM/GPRS-netwerk. Met P2T kunt u een rechtstreekse communicatieverbinding tot stand brengen met een andere persoon door op een toets te drukken. Voordat u de P2T-dienst kunt gebruiken, moet u het P2T-toegangspunt en P2Tinstellingen definiëren. Bij P2T-communicatie spreekt de ene persoon terwijl de andere luistert. Sprekers nemen om beurt het woord. Slechts één groepslid tegelijk kan aan het woord zijn.
Toon P2T-oproep – Selecteer de toon voor inkomende P2T-oproepen. Als u de instelling voor inkomende P2T-oproepen wilt baseren op uw profielinstellingen, selecteert u Ingesteld met profiel. Als u bijvoorbeeld het profiel Stil gebruikt, wordt P2T ingesteld op niet storen en bent u, met uitzondering van terugbelverzoeken, niet bereikbaar voor anderen die P2T gebruiken. Toon terugbelverzoek – Selecteer een toon voor terugbelverzoeken.
Een één-op-één-oproep uitvoeren Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. 1. Selecteer Menu > Instellingen > Connect. > P2T > Opties > Contacten, ga naar het contact waarmee u wilt praten en druk op de beltoets. 2. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, houdt u de beltoets ingedrukt zolang u spreekt. 3. Als u de P2T-oproep wilt beëindigen, selecteert u Verb. verbreken.
Kanalen Wanneer u verbinding met een kanaal hebt, kunnen alle leden op dat kanaal u horen. Er kunnen tegelijkertijd vijf kanalen actief zijn. Wanneer meer kanalen actief zijn, selecteert u Wisselen om naar het kanaal te schakelen waarmee u wilt praten. Kanalen worden geregistreerd met een URL-adres. Eén gebruiker registreert de kanaal-URL in het netwerk door de eerste keer deel te nemen aan het kanaal. Uw eigen kanaal maken 1. Selecteer Opties > P2T-kanalen. 2.
P2T-sessies P2T-sessies worden weergegeven als deelvensters in de P2T-weergave, die informatie geven over de status van de P2T-sessies: Wachten – Dit wordt weergegeven wanneer u de beltoets ingedrukt houdt en iemand anders in de P2T-sessie nog aan het woord is. Spreken – Dit wordt weergegeven wanneer u de beltoets ingedrukt houdt en toestemming krijgt om te spreken. Selecteer Opties > Verbinding verbreken om de verbinding met de geselecteerde P2T-sessie te verbreken.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Houd niet een volledig opgeladen batterij gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterijindicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
De echtheid van het hologram controleren 1. Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek het Nokia-symbool met de handen te zien, en vanuit de andere hoek het Nokia Original Enhancements-logo. 2. Wanneer u het hologram onder een hoek naar links, rechts, omlaag en omhoog houdt, hoort u op iedere kant respectievelijk 1, 2, 3 en 4 stippen te zien.
Behandeling en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
Verwijdering Het symbool van de doorgestreepte container op uw product, in de documentatie of op de verpakking wil zeggen dat binnen de Europese Unie alle elektrische en elektronische producten, batterijen en accu’s na gebruik voor gescheiden afvalverzameling moeten worden aangeboden. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil.
■ Medische apparatuur Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven instructies.
behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat zich bevindt of onderdelen of toebehoren daarvan. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen.
3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie. 4. Druk op de beltoets. Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Als het apparaat in het profiel Offline staat, moet u het profiel wijzigen om de telefoonfunctie te activeren voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie.
Index A C actieve stand-by modus 15 Adobe Reader 74 adresboek. Zie contacten. agenda 71 alarmklok. Zie klok. apparaatbeheer software bijwerken 90 cache 66 camera 53 certificaten 80 chatten contacten 47 gesprekken 47 groepen 45, 46, 47 instellingen 45 verbinding maken 45 connectiviteit 94 contacten 48 B batterij opladen 12 beheer van digitale rechten. Zie activeringssleutels.
displaytaal 78 gegevensoproep 86 invoer met tekstvoorspelling 78 invoertaal 78 packet-gegevens 86 telefoon 77 tijd 78 toebehoren 79 verbinding 85 K klok 70 L lijst met oproepen. Zie logboek. logboek 30 M mediaspeler. Zie RealPlayer. menu 18 mobiele browser. Zie Web. N navigatietoets 18 netwerk 84 notities 73 O Office-toepassingen 74 omrekenen 72 one-touch-oproep. Zie snelkeuze.
toegangspunten 85 toetsblokkering 19 toetsvergrendeling. Zie toetsblokkering. U USB. Zie gegevenskabel.