Nokia 6120 classic Gebruikershandleiding 9201654 Versie 1
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-243 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. 0434 © 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People, Nokia Care, Navi en Visual Radio zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid ........................... 6 4. Tekstinvoer ................................. 32 Ondersteuning .................................. 9 Normale tekstinvoer...................................... 32 Tekstinvoer met tekstvoorspelling............. 32 Tekst kopiëren en verwijderen.................... 33 Help ...................................................................... 9 Nokia-ondersteuning en contactinformatie............................................. 9 1.
10. Aanpassing............................... 67 15. Connectiviteit.......................... 92 Thema's............................................................. 67 Profielen ........................................................... 67 Gegevensoverdracht...................................... 92 PC Suite............................................................. 93 Bluetooth-verbinding.................................... 93 USB-verbinding...............................................
Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen. AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan. ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en operationeel is.
Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten. Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven.
Ondersteuning ■ Help Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. U hebt vanuit elke toepassing en vanuit het hoofdmenu toegang tot de Help. Als u Help wilt weergeven in een geopende toepassing, selecteert u Opties > Help. Als u wilt schakelen tussen Help en de geopende toepassing op de achtergrond, houdt u Menu ingedrukt. Selecteer Opties en selecteer een van de volgende opties: Lijst van onderw. – Hiermee geeft u een lijst met beschikbare onderwerpen in de betreffende categorie weer. Lijst helpcatn.
Voor meer informatie en om de Nokia Software Updater-toepassing te downloaden, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate of de lokale Nokia-website. Als uw netwerk ondersteuning biedt voor software-updates via de ether kunt u ook via het apparaat om updates verzoeken. Zie ’Software bijwerken’ op pag. 88. Het downloaden van updates kan de overdracht van grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met zich meebrengen.
2. Als u de SIM-kaarthouder wilt losmaken, schuift u deze naar achteren (4) en tilt u deze op (5). Plaats de SIM- of USIM-kaart in de SIM-kaarthouder (6). Zorg ervoor dat de kaart goed wordt geplaatst en dat het goudkleurige contactgebied op de kaart naar beneden is gericht en de schuine hoek naar boven is gericht. Sluit de SIM-kaarthouder en schuif deze naar voren tot deze vastklikt (7). 3. Plaats de batterij (8) en de achtercover (9) terug.
Een microSD-kaart plaatsen De geheugenkaart is mogelijk bij de telefoon geleverd. 1. Open de sleuf aan de zijkant (1). 2. Plaats de microSD-kaart in de sleuf met het goudkleurige contactgebied naar boven gericht (2). Duw de kaart voorzichtig op zijn plaats. 3. Sluit de sleuf aan de zijkant goed (3). Een microSD-kaart verwijderen 1. Open de sleuf aan de zijkant. 2. Druk de kaart voorzichtig los. Verwijder geheugenkaart en druk op 'OK' wordt weergegeven. Trek de kaart eruit en kies OK. 3.
■ De telefoon in- en uitschakelen Houd de aan/uit toets ingedrukt. Als een PIN-code wordt gevraagd, voert u de PIN-code in en selecteert u OK. Als u naar de blokkeringscode wordt gevraagd, voert u de blokkeringscode in en selecteert u OK. De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345. ■ Tijd en datum instellen Selecteer het land waarin u zich bevindt en voer de lokale tijd en datum in om de juiste tijdzone, tijd en datum in te stellen.
■ Configuratie-instellingen Voordat u gebruik kunt maken van MMS, Chatten, Push to Talk, e-mail, synchronisatie, streaming en van de browser, moet uw telefoon juist zijn ingesteld. Uw telefoon kan de instellingen voor de browser, MMS, het toegangspunt en streaming automatisch configureren op basis van de gebruikte SIM-kaart. Het is ook mogelijk dat u de instellingen rechtstreeks in een configuratiebericht ontvangt, dat u kunt opslaan op uw telefoon.
2.
Als u spraakopdrachten of spraaklabels wilt gebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt. Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u kort op de aan/uit-toets en selecteert u een profiel. Als u een internetverbinding wilt starten, houdt u de cijfertoets 0 ingedrukt. Actieve stand-by modus Wanneer de actieve stand-by modus is ingeschakeld, kunt u het scherm gebruiken voor snelle toegang tot toepassingen die u vaak gebruikt.
■ Symbolen De telefoon heeft verbinding met een UMTS-netwerk. HSDPA (netwerkdienst) in het UMTS-netwerk is geactiveerd. De telefoon heeft verbinding met een GSM-netwerk. De telefoon staat in de offline modus en is niet verbonden met een mobiel netwerk. Zie ’Profiel Offline’ op pag. 16. U hebt een of meer berichten ontvangen in de map Inbox in Berichten. U hebt nieuwe e-mail ontvangen in uw externe mailbox. De Outbox bevat berichten die nog niet zijn verzonden. Zie ’Outbox’ op pag. 39.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief. geeft aan de verbinding in de wachtstand staat en geeft aan dat een verbinding beschikbaar is. Een packet-gegevensverbinding is actief in een gedeelte van het netwerk dat EGPRS ondersteunt. geeft aan de verbinding in de wachtstand staat en geeft aan dat een verbinding beschikbaar is. De pictogrammen geven aan dat EGPRS beschikbaar is in het netwerk, maar het apparaat maakt daar niet noodzakelijkerwijs gebruik van tijdens de gegevensoverdracht.
Als u een toepassing of map wilt openen, gaat u er naartoe en drukt u op de navigatietoets. Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Menu > Opties > Menuweergave wijzigen en een weergavetype. Als u de volgorde van de functies in het menu wijzigt, kan deze afwijken van de standaardvolgorde zoals die is beschreven in deze gebruikershandleiding. Als u een toepassing of map wilt sluiten, selecteert u Terug en Afsluiten zo vaak als nodig is om terug te keren naar het hoofdmenu.
■ Volumeregeling Als u het volume van het luistergedeelte of de luidspreker wilt regelen tijdens een oproep of wanneer u een audiobestand beluistert, drukt u op de volumetoetsen. Als u de luidspreker tijdens een oproep wilt inschakelen, selecteert u Luidspr.. Als u de luidspreker tijdens een oproep wilt uitschakelen, selecteert u Telefoon. Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. PIN-codes De PIN-code (Personal Identification Number) en de UPIN-code (Universal Personal Identification Number) (vier tot acht cijfers) beveiligen uw SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart verstrekt. De PIN2-code (vier tot acht cijfers) wordt verstrekt bij de SIM-kaart en is vereist voor sommige functies.
Met Downloaden kunt u inhoud, diensten en toepassingen ontdekken, bekijken, kopen, downloaden en bijwerken. De items worden gerubriceerd in catalogi en mappen die door de diverse serviceproviders zijn verstrekt. Welke inhoud beschikbaar is, hangt af van uw serviceprovider. Selecteer Menu > Downloaden. Downloaden gebruikt uw netwerkdiensten om toegang te krijgen tot de meest actuele inhoud.
■ Een USB-gegevenskabel aansluiten Als u de standaard USB-verbindingsmodus wilt selecteren, selecteert u Menu > Instellingen > Connect. > USB > USBmodus en selecteert u de gewenste modus. Kies Vragen bij verbind. > Nee. als u wilt instellen of de standaardmodus automatisch moet worden geactiveerd. ■ Een polsriem vastmaken Maak de polsriem vast zoals op de afbeelding wordt aangegeven.
Als u wilt bellen vanuit Contacten, selecteert u Menu > Contacten. Ga naar de gewenste naam of voer de eerste letters van de naam in en ga naar de gewenste naam. Als u het nummer wil kiezen, drukt u op de beltoets. Als u een recent gekozen nummer wilt bellen, drukt u op de beltoets in de stand-by modus. De lijst met de laatste 20 nummers die u hebt gebeld of hebt geprobeerd te bellen, wordt weergegeven. Ga naar het gewenste nummer en druk op de beltoets. Zie ’Push to Talk’ op pag.
Als u het nummer wilt zien dat aan een snelkeuzetoets is toegewezen, selecteert u Menu > Instellingen > Snelkeuze, gaat u naar het symbool van een toets en selecteert u Opties > Nummer bekijken. Spraaklabels Aan alle vermeldingen in Contacten wordt automatisch een spraaklabel toegevoegd. Gebruik lange namen en vermijd het gebruik van soortgelijke namen voor verschillende nummers. Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Gebruik spraaklabels alleen in een rustige omgeving.
4. Als u een privé-gesprek wilt voeren met een van de deelnemers, selecteert u Opties > Conferentie > Privé. Selecteer een deelnemer en selecteer Privé. Het conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst. De andere deelnemers kunnen ondertussen met elkaar doorpraten. Als u naar het conferentiegesprek wilt terugkeren, selecteert u Opties > Toev. aan confer.. 5. Als u een deelnemer wilt verwijderen, selecteert u Opties > Conferentie > Deelnemer verwijd., gaat u naar de deelnemer en selecteert u Verwijd..
DTMF verzenden – DTMF-toonreeksen (zoals een wachtwoord) verzenden. Voer de DTMF-reeks in of zoek deze op in Contacten. Als u een wachtteken (w) of pauzeteken (p) wilt invoeren, drukt u herhaaldelijk op *. Als u het geluidssignaal wilt verzenden, selecteert u OK. Tip: U kunt DTMF-tonen aan het veld DTMF op een contactkaart toevoegen.
geen videogesprekken ondersteunt of omdat het ontvangende apparaat niet compatibel is, wordt u gevraagd of u een normale oproep wilt proberen of een bericht wilt versturen. Het videogesprek is actief wanneer u twee videobeelden ziet en het geluid via de luidspreker hoort. De ontvanger van de oproep kan het verzenden van video weigeren, in welk geval u het geluid hoort en een foto of een grijze achtergrondafbeelding ziet. Druk op de volumetoetsen als u het volume tijdens een oproep wilt verhogen of verlagen.
■ Video delen Gebruik Video delen als u tijdens een spraakoproep live video vanaf uw mobiel apparaat naar een ander compatibel mobiel apparaat wilt versturen. Vereisten voor Video delen Omdat Video delen een 3G UMTS-verbinding (Universal Mobile Telecommunications System) vereist, kunt u Video delen alleen gebruiken als er een 3G-netwerk beschikbaar is. Neem contact op met uw serviceprovider voor vragen over netwerkbeschikbaarheid en kosten voor het gebruik van deze toepassing.
Live video delen Om Video delen te kunnen ontvangen, moet de ontvanger Video delen installeren en de vereiste instellingen op diens mobiele apparaat configureren. Zowel u als de ontvanger moeten bij de dienst zijn geregistreerd om video te kunnen delen. U kunt alleen uitnodigingen voor delen ontvangen als u bij de dienst bent geregistreerd, een actieve UMTS-verbinding hebt en er dekking is van het UMTS-netwerk. 1. Wanneer een spraakoproep actief is, selecteert u Opties > Video delen > Live video. 2.
Weigeren - als u de uitnodiging wilt weigeren. De afzender ontvangt in dat geval een bericht dat u de uitnodiging hebt geweigerd. U kunt ook op de eindetoets drukken om de sessie voor Video delen te weigeren en de spraakoproep te beëindigen. Selecteer Stop als u Video delen wilt beëindigen. ■ Logboek In het logboek kunt u door de telefoon geregistreerde spraak-, fax- en gegevens-, SMS- en GPRS- oproepen controleren.
4. Tekstinvoer Wanneer u tekst invoert, verschijnt boven in het scherm wanneer u tekstinvoer met tekstvoorspelling gebruikt, of wanneer u normale tekstinvoer gebruikt. Als u tekstinvoer met tekstvoorspelling wilt in- of uitschakelen terwijl u tekst invoert, drukt u herhaaldelijk op # totdat de gewenste modus actief is. Naast het symbool voor tekstinvoer wordt , of weergegeven om aan te geven hoe de tekst wordt weergegeven. Als u tussen de verschillende weergaven wilt schakelen, drukt u op #.
1. Voer het gewenste woord in door op de toetsen 2-9 te drukken. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Het woord verandert na elke ingevoerde letter. Druk op 1 om de meest gebruikte leestekens in te voeren. Voor meer leestekens en speciale tekens houdt u * ingedrukt. Als u een teken wilt wissen, drukt u op de wistoets. Als u meer tekens wilt wissen, houdt u de wistoets ingedrukt. 2.
5. Berichten U kunt SMS-berichten, multimediaberichten, e-mailberichten, presentaties en documenten maken, verzenden, ontvangen, bekijken, bewerken en ordenen. U kunt bovendien berichten en gegevens ontvangen via draadloze Bluetoothtechnologie, beeldberichten ontvangen en doorsturen, serviceberichten en infodienstberichten ontvangen, en dienstopdrachten verzenden. Als u het menu Berichten wilt openen, selecteert u Menu > Berichten.
Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het ontvangende apparaat. Voordat u SMS-berichten, multimediaberichten of e-mailberichten kunt verzenden of ontvangen, of verbinding kunt maken met de externe mailbox, moeten de juiste verbindingsinstellingen zijn gedefinieerd. Zie ’Berichtinstellingen’ op pag. 40. 1.
Audioberichten Audioberichten zijn multimediaberichten die bestaan uit één geluidsclip. U maakt en verstuurt een audiobericht als volgt: 1. Selecteer Menu > Berichten > Nieuw bericht > Audiobericht. 2. Druk in het veld Naar op de navigatietoets om de ontvangers te selecteren in Contacten of voer het telefoonnummer of e-mailadres in. Druk de navigatietoets omlaag naar het berichtveld. 3.
in de ondersteunde indelingen en de bestanden opslaan op de telefoon of verzenden naar een compatibel apparaat via een Bluetooth-verbinding of als een multimediabericht. Speciale berichttypen De telefoon kan verschillende soorten berichten ontvangen, zoals operatorlogo's, visitekaartjes, agenda-items en beltonen. Als u een ontvangen bericht wilt openen, selecteert u Menu > Berichten > Inbox en het gewenste bericht. U kunt de speciale berichtinhoud op uw telefoon opslaan.
Wanneer u online bent, selecteert u Opties > Verbind. verbreken om de gegevensverbinding met de externe mailbox te beëindigen. E-mailberichten ophalen uit de mailbox Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC. 1. Selecteer Menu > Berichten > Mailbox > Opties > Verbinden. 2.
■ Outbox De Outbox is een tijdelijke opslagplaats voor berichten die nog niet zijn verzonden. Als u de map Outbox wilt openen, selecteert u Menu > Berichten > Outbox. Berichtstatussen: Bezig met verzenden – De telefoon is het bericht aan het verzenden. Wacht of In wachtrij – De telefoon is klaar om berichten of e-mail te verzenden. Opnieuw zenden om ... (tijd) – Het verzenden is mislukt. Na een time-out wordt opnieuw geprobeerd het bericht te verzenden.
■ Berichten op de SIM-kaart bekijken Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u deze naar een map in uw telefoon kopiëren. 1. Selecteer Menu > Berichten > Opties > SIM-berichten. 2. Markeer de berichten die u wilt kopiëren. 3. Als u de gemarkeerde berichten wilt kopiëren, selecteert u Opties > Kopiëren en de map waarnaar u de berichten wilt kopiëren. ■ Infodienstberichten U kunt van uw serviceprovider berichten ontvangen, zoals het weer of het verkeer (netwerkdienst).
weergegeven. Als u Beperkte onderst. selecteert, worden tekens met accenten en andere symbolen naar andere tekens geconverteerd. Rapport ontvangen (netwerkdienst) – Wanneer deze optie is ingesteld op Ja, wordt de status van het verzonden bericht (Onderweg, Mislukt, Afgeleverd) weergegeven in Rapporten. Geldigheid bericht – Als een berichtontvanger niet binnen de geldigheidsduur kan worden bereikt, wordt het bericht uit de berichtencentrale verwijderd.
Anonieme ber. toest. – Als u berichten van een anonieme afzender wilt weigeren, selecteert u Nee. Advertent. ontvang. – Geef aan of u advertenties in de vorm van multimediaberichten wilt ontvangen. Rapport ontvangen – Als u wilt dat de status van het verzonden bericht (Onderweg, Mislukt of Afgeleverd) wordt weergegeven in Rapporten, selecteert u Ja. Mogelijk kunt u geen leveringsrapport ontvangen voor multimediaberichten die naar een e-mailadres zijn verzonden. Rapportz.
Ophaalinstellingen Selecteer Inst. voor ophalen en maak een keuze uit de volgende instellingen: E-mail ophalen – Als u alleen koppen wilt ophalen, selecteert u Alleen headers. Als u de op te halen hoeveelheid gegevens wilt beperken, selecteert u Groottelmt en voert u de maximale hoeveelheid gegevens per bericht in kilobytes in. Als u berichten en bijlagen wilt ophalen, selecteert u Ber. en bijlagen. De opties voor Groottelmt en Ber. en bijlagen zijn alleen beschikbaar bij POP3-mailboxen.
Infodienstinstellingen Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid van infodienst (netwerkdienst), de beschikbare nieuwsitems en de bijbehorende nummers. Selecteer Menu > Berichten > Opties > Instellingen > Infodienst en maak een keuze uit de volgende instellingen: Ontvangst – Selecteer Aan of Uit. Taal – Selecteer in welke talen u infodienstberichten wilt ontvangen.
Chatinstellingen Selecteer Menu > Toepass. > Chatten > Opties > Instellingen. Selecteer Voorkeuren als u de instellingen van de chattoepassing wilt bewerken. Selecteer Mijn beschikb. weergvn om in te stellen wie mag zien wanneer u online bent. Selecteer Berichten toestaan van of Uitnodigingn toest. van om in te stellen welke personen berichten of uitnodigingen naar u mogen verzenden.
Selecteer Chatcontacten > Opties > Nieuw chatcontact > Zoeken vanaf server om nieuwe contacten te zoeken. Als u een conversatie met een nieuwe gebruiker wilt starten, gaat u naar de gebruiker en selecteert u Opties > Gesprek openen. Als u het nieuwe contact wilt opslaan, selecteert u Toev. aan chatcont.. Chatten in een chatgroep Selecteer Menu > Toepass. > Chatten > Chatgroepen.
Selecteer Opties > Gesprek beëindigen om de conversatie te sluiten. Als u een gebruiker als chatcontact wilt opslaan, gaat u naar de gebruiker en selecteert u Opties > Toev. aan chatcont.. Als u berichten van een gebruiker wilt blokkeren, gaat u naar de gebruiker en selecteert u Opties > Blokkeeropties > Toev. aan blok.lijst. Chatcontacten Selecteer Menu > Toepass. > Chatten > Chatcontacten. Selecteer Opties > Nieuw chatcontact > Handmatig opgeven om handmatig een nieuw contact te maken.
Als u standaardnummers en adressen wilt definiëren voor een contact, gaat u naar het contact en selecteert u Opties > Standaardnummers. Ga naar de gewenste standaardoptie en selecteer Toewijz.. Selecteer Opties > SIM-contacten > SIM-telefoonboek als u namen en nummers van een SIM-kaart naar uw telefoon wilt kopiëren. Ga naar de naam die u wilt kopiëren of markeer de gewenste namen en selecteer Opties > Kopie naar Contact.. Standaard wordt de contactinformatie opgeslagen in het telefoongeheugen.
7. Media ■ Galerij In de Galerij kunt u afbeeldingen, videoclips, muzieknummers, geluidsclips, afspeellijsten, koppelingen naar streaming-locaties, RAM-bestanden en presentaties opslaan en ordenen. Selecteer Menu > Galerij. Selecteer de map die u wilt openen, bijvoorbeeld Afbeeldingen. Selecteer het bestand dat u wilt openen. Het bestand wordt in de bijbehorende toepassing geopend.
Afbeeldingen bewerken Als u afbeeldingen wilt bewerken in Galerij, gaat u naar de afbeelding en selecteert u Opties > Bewerken. Selecteer Opties > Effect toepassen > Snijden om een afbeelding bij te snijden. Als u de grootte van de afbeelding handmatig wilt bijsnijden, selecteert u Handmatig of selecteert u een vooraf gedefinieerde hoogte-breedteverhouding in de lijst. Als u Handmatig selecteert, verschijnt een kruis in de linkerbovenhoek van de afbeelding.
In de video-editor kunt u twee tijdlijnen zien: de tijdlijn van de video en de tijdlijn van de geluidsclip. De afbeeldingen, tekst en overgangen die aan een videoclip worden toegevoegd, worden op de tijdlijn van de videoclip weergegeven. Druk op de navigatietoets omhoog of omlaag om tussen de tijdlijnen te schakelen. Selecteer uit de volgende opties voor Videoclip bewerken om de video te wijzigen: Knippen – Hiermee knipt u de videoclip bij in de weergave Videoclip knippen.
Selecteer Opties > Film > Opslaan als u de video wilt opslaan. Selecteer Opties > Instellingen als u het Gebruikt geheugen wilt definiëren. Selecteer Zenden > Via multimedia, Via e-mail, of Via Bluetooth om de video te verzenden. Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over de maximale grootte van multimediaberichten die u kunt verzenden. Als de video te groot is om in een multimediabericht te verzenden, wordt weergegeven.
Als u wilt inzoomen of uitzoomen, drukt u de navigatietoets naar beneden of boven. Als u een reeks foto's achter elkaar wilt maken, selecteert u Opties > Reeksmodus > Aan. Wanneer u op de navigatietoets drukt, maakt de camera met korte tussenpozen zes foto's achter elkaar die in een raster worden weergegeven. Als u de flitser wilt inschakelen (alleen beschikbaar op de hoofdcamera), selecteert u Opties > Flits > Aan. Als u Automatisch selecteert, wordt de flitser automatisch gebruikt wanneer dat nodig is.
Opgen. afb. tonen – Als u het opgenomen beeld niet direct wilt weergeven, selecteert u Nee. Stand.naam afbeeld. – Hiermee kunt u de naam van opgenomen beelden wijzigen. Gebruikt geheugen – Selecteer of beelden worden opgeslagen in het apparaatgeheugen of op de geheugenkaart. Selecteer Video en maak een keuze uit de volgende instellingen: Lengte – Als de lengte is ingesteld op Maximum, wordt de lengte van de opgenomen video alleen beperkt door de hoeveelheid beschikbaar geheugen.
Als u een tracklijst wilt beluisteren, selecteert u Tracklijsten. Ga vervolgens naar de tracklijst en selecteer Opties > Afspelen. In andere weergaven kunt u nummers toevoegen aan een opgeslagen tracklijst. Als u bijvoorbeeld een album wilt toevoegen, selecteert u Albums. Zoek het album, ga ernaar toe en selecteer Opties > Tvgn aan tracklijst > Opgeslagen tracklijst. Selecteer de tracklijst waaraan u het album wilt toevoegen.
2. Druk de navigatietoets naar links of rechts om een andere frequentieband te kiezen. Als u het geluid in de frequentieband wilt verhogen of verlagen, drukt u de navigatietoets omhoog of omlaag. 3. Selecteer Terug. ■ Spraakrecorder Via spraakopname kunt u telefoongesprekken en spraakmemo's opnemen. Als u een telefoongesprek opneemt, horen alle deelnemers een toon tijdens het opnemen. De opnamen worden opgeslagen in de Galerij. Zie ’Galerij’ op pag. 49. Selecteer Menu > Media > Dictafoon.
Bij veel serviceproviders moet u een internettoegangspunt (Internet Access Point of IAP) gebruiken als standaardtoegangspunt. Er zijn echter ook serviceproviders bij wie u een WAP-toegangspunt mag gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. In RealPlayer kunt u alleen rtsp:// webadressen openen.
Selecteer Menu > Media > Radio om Visual Radio te openen. Als u de radio wilt uitschakelen, selecteert u Afsluiten. Een radiozender zoeken en opslaan Als u het zoeken naar een zender wilt starten wanneer de radio is ingeschakeld, selecteert u of . Het zoeken stopt wanneer er een zender is gevonden. Als u de zender wilt opslaan, selecteert u Opties > Zender opslaan. Selecteer een locatie voor de zender. Voer de naam van de zender in en selecteer OK.
Als de ID voor de visuele dienst niet is opgeslagen in de zenderlijst, wordt u naar deze ID gevraagd. Voer de ID in en selecteer OK. Als u niet over de ID voor de visuele dienst beschikt, selecteert u Ophalen om Station Directory Service te activeren (netwerkdienst). Als u de weergave van visuele inhoud wilt stoppen zonder de FM-radio uit te schakelen, selecteert u Sluiten.
Toegang verkrijgen vanuit opties Als u het zenderoverzicht (netwerkdienst) wilt openen vanuit de zenderlijst, selecteert u Opties > Zenderoverzicht. Nadat er verbinding is gemaakt met de Station Directory Service, selecteert u de dichtstbijzijnde locatie in een lijst met locaties. Radiozenders met visuele inhoud worden aangegeven met . Selecteer de gewenste radiozender en een van de volgende opties: Luisteren – Hiermee stemt u af op de gemarkeerde radiozender.
Selecteer Menu > Toepass. > Persoonlijk > GPS-ggvns. In GPS-ggvns en Plaatsen worden coördinaten uitgedrukt in graden en decimale graden met het WGS-84-coördinatensysteem. ■ Plaatsen Plaatsen zijn coördinaten van geografische locaties die u op uw apparaat kunt opslaan zodat u deze later kunt gebruiken voor specifieke lokale diensten. U kunt plaatsen maken met Bluetooth GPS-toebehoren of netwerk (netwerkdienst). Selecteer Menu > Toepass. > Persoonlijk > Plaatsen. 9.
■ Beveiliging van de verbinding Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool wordt weergegeven, is de overdracht van gegevens tussen het apparaat en de internetgateway of -server gecodeerd. Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder.
Bookmarks handmatig toevoegen 1. Open de weergave Bookmarks en selecteer Opties > Bookmarkbeheer > Bookm. toev.. 2. Vul de velden in. 3. Selecteer Opties > Opslaan. Bookmarks verzenden Ga naar een bookmark of markeer meerdere bookmarks en selecteer Opties > Instrumenten > Zenden en een optie. ■ Webpagina's bekijken Toetsen en opdrachten voor browsen Gebruik de navigatietoets om een koppeling te openen, selecties te maken of vakjes in te schakelen.
9 - Een nieuw webadres invoeren. 0 - Naar de startpagina gaan. * of # - In- of uitzoomen op de pagina. Miniweergave Via de Miniweergave kunt u door webpagina's navigeren die een grote hoeveelheid informatie bevatten. Zet Miniweergave aan in browserinstellingen. Zie ’Browserinstellingen’ op pag. 65. Als u door een grote webpagina bladert, wordt Miniweergave geopend met een overzicht van de webpagina waar u doorheen bladert. Gebruik de navigatietoets om door de Miniweergave te navigeren.
Opgeslagen pagina's U kunt pagina's opslaan en ze later offline bekijken. Als u een pagina tijdens het bladeren wilt opslaan, selecteert u Opties > Instrumenten > Pagina opslaan. Als u de weergave Opgeslagen pagina's wilt openen, gaat u naar de weergave Bookmarks en selecteert u Opgesl. pagina's. Selecteer de pagina die u wilt openen. Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw laden om een verbinding met de browser te starten en de pagina nogmaals op te halen.
Veiligheidswrschwngn - Geef op of u veiligheidswaarschuwingen wilt verbergen of weergeven. Java/ECMA-script - Schakel het gebruik van scripts in of uit. Pagina Inhoud laden - Selecteer het type inhoud dat automatisch wordt geladen tijdens het bladeren. Als u Alleen tekst selecteert, kunt u tijdens het bladeren afbeeldingen laden door Opties > Instrumenten > Afbeeldingen laden te selecteren. Schermformaat - Hiermee kunt u aangeven hoe u het weergavegebied wilt gebruiken voor het bekijken van pagina's.
10. Aanpassing ■ Thema's U kunt de weergave op het scherm van uw telefoon wijzigen door een thema te activeren. Een thema kan een achtergrond voor de energiespaarstand en de stand-by modus bevatten. U kunt een thema bewerken om uw telefoon verder aan te passen. Selecteer Menu > Instellingen > Thema's. Selecteer Algemeen om een lijst met beschikbare thema's weer te geven. Het actieve thema wordt aangeduid met een vinkje.
Naam beller uitspr. - Selecteer Aan om de naam van de beller te laten uitspreken wanneer de telefoon overgaat. Beltoontype - Als u Oplopend selecteert, wordt het volume van de beltoon geleidelijk verhoogd tot het ingestelde niveau. Belvolume - Hiermee stelt u het volume van het oproepsignaal en de signaaltoon voor berichten in. Berichtensignaaltoon - Hiermee stelt u de signaaltoon voor SMS- en multimediaberichten in. Signaaltoon e-mail - Hiermee stelt u de signaaltoon voor e-mailberichten in.
11. Tijd beheren ■ Klok Selecteer Menu > Organiser > Klok. Klokinstellingen U kunt de tijd en/of datum wijzigen door Opties > Instellingen te selecteren. Zie ’Datum en tijd’ p. 77 voor meer informatie over de instellingen. Een alarm instellen 1. Als u een nieuw alarmsignaal wilt instellen, drukt u op de navigatietoets naar rechts tot aan Alarm en selecteert u Opties > Nieuw alarm. 2. Voer de tijd voor het alarmsignaal in, selecteer of en wanneer het signaal wordt herhaald en selecteer Gereed.
weergegeven, en de tijd in uw apparaat wordt aangepast aan de geselecteerde stad. Controleer of de tijd correct is en overeenkomt met uw tijdzone. ■ Agenda Selecteer Menu > Organiser > Agenda. In de agenda kunt u uw afspraken, vergaderingen, verjaardagen en andere speciale datums bijhouden. U kunt voor agenda-items ook een signaal instellen ter herinnering. Agenda-items maken 1. Selecteer Opties > Nieuw item en een itemtype. Verjaardag - items worden ingesteld als jaarlijks terugkerend. 2.
Een taak maken 1. Druk op een van de cijfertoetsen (0-9) om een taak te maken. 2. Geef de taak op in het veld Onderwerp. Stel een einddatum en prioriteit voor de taak in. 3. Selecteer Gereed om de taak op te slaan. 12. Office-toepassingen ■ Rekenmachine Selecteer Menu > Organiser > Rekenm.. 1. Voer het eerste getal voor de berekening in. 2. Ga naar een rekenkundige functie en selecteer deze. 3. Voer het tweede getal in. 4. Selecteer om de berekening uit te voeren.
3. Voeg wisselkoersen toe, ga naar de valuta en voer een nieuwe koers in (het aantal eenheden van de valuta dat gelijk is aan één eenheid van de geselecteerde basisvaluta). 4. Nadat u alle benodigde wisselkoersen hebt ingevoerd, kunt u valuta's omrekenen. Opmerking: Wanneer u de basisvaluta wijzigt, moet u de nieuwe wisselkoersen invoeren, aangezien alle eerder ingestelde koersen op nul worden teruggezet. Eenheden omrekenen Als u valuta's wilt omrekenen, moet u eerst de wisselkoers instellen.
Een PDF-bestand openen Als u een onlangs weergegeven document wilt openen, selecteert u het document. Als u een document wilt openen dat niet in de hoofdweergave wordt vermeld, selecteert u Opties > Blad. naar bestand het geheugen en de map waarin het bestand zich bevindt, evenals het bestand zelf. Een document weergeven Druk op de navigatietoets om over een pagina te schuiven. Als u naar de volgende pagina wilt gaan, drukt u onder aan de pagina op de navigatietoets omlaag.
Quickword Met Quickword kunt u Microsoft Word-documenten in het scherm van uw apparaat bekijken. Quickword ondersteunt kleuren, evenals de opmaakkenmerken vet, cursief en onderstrepen. Quickword ondersteunt de weergave van documenten die in DOC-indeling zijn opgeslagen in Microsoft Word 97, 2000, XP en 2003. Niet alle variaties of functies van de vermelde bestandsindelingen worden ondersteund. Word-documenten weergeven Gebruik de navigatietoets om door het document te navigeren.
Quickpoint ondersteunt de weergave van presentaties die in PPT-indeling zijn opgeslagen in Microsoft PowerPoint 2000, XP en 2003. Niet alle variaties of functies van de vermelde bestandsindelingen worden ondersteund. Presentaties weergeven Druk op de navigatietoets naar links of rechts om tussen de dia-, overzichts- en notitieweergave te schakelen. Druk op de navigatietoets omlaag of omhoog om naar de volgende of vorige dia in de presentatie te gaan.
Persoonlijk Selecteer Weergave, Standby-modus, Tonen, Taal, Thema's of Sprkopdrachten. Scherm Helderheid - Regel de helderheid van het scherm. Lettergrootte - Selecteer de tekengrootte die in lijsten en editors wordt gebruikt. Time-out spaarstand - Stel de time-outperiode in waarna de energiespaarstand wordt geactiveerd. Welkomstnotitie/logo - Hiermee stelt u de welkomsttekst of het logo in dat kort wordt weergegeven wanneer u de telefoon inschakelt.
Invoertaal - Hiermee wijzigt u de schrijftaal van uw telefoon. Als u de taal wijzigt, veranderen de (speciale) tekens die beschikbaar zijn bij het invoeren van tekst en wordt er een andere woordenlijst gebruikt voor invoer met tekstvoorspelling. Tekstvoorspelling - Hiermee stelt u tekstinvoer met tekstvoorspelling in op Aan of Uit voor alle editors in de telefoon. In de lijst met beschikbare talen kunt u een taal selecteren voor invoer met tekstvoorspelling. Thema's Pas thema's toe. Zie ’Thema's’ op pag.
Autom. antwoorden - Hiermee stelt u de telefoon zodanig in dat een inkomende oproep automatisch na vijf seconden wordt beantwoord wanneer dit toebehoren op de telefoon wordt aangesloten. Als het Beltoontype is ingesteld op Eén piep of Stil, kan automatisch beantwoorden niet worden gebruikt en moet u de telefoon handmatig beantwoorden. Verlichting - Als u de verlichting van de telefoon onafgebroken ingeschakeld wilt laten bij gebruik van het toebehoren, selecteert u Aan.
Bep. grp gebruikers (netwerkdienst) - Hiermee kunt u een groep mensen opgeven naar wie u kunt bellen en die naar u kunnen bellen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Als u de standaardgroep wilt activeren die u met de serviceprovider bent overeengekomen, selecteert u Standaard. Als u een andere groep wilt gebruiken (u moet het groepsindexnummer weten), selecteert u Aan.
Als u de gegevens van een certificaat wilt controleren, gaat u naar het certificaat en selecteert u Opties > Certificaatgegevens. Wanneer u de certificaatgegevens weergeeft, wordt de geldigheid van het certificaat gecontroleerd en kan een van de volgende berichten worden weergegeven: Geldigheid certificaat verstreken - De geldigheidsperiode van het geselecteerde certificaat is verlopen. Certificaat nog niet geldig - De geldigheidsperiode van het geselecteerde certificaat is nog niet aangebroken.
Telefoon Selecteer Menu > Instellingen > Telefooninst. > Telefoon en Oproep, Doorschakelen, Blokkeren of Netwerk. Bellen Identificatie verz. (netwerkdienst) - Hiermee stelt u in dat het telefoonnummer wordt weergegeven (Ja) of verborgen (Nee) voor de persoon die u belt. De waarde wordt mogelijk ingesteld door uw serviceprovider wanneer u zich op de dienst abonneert (Ingst. door netw.).
welke telefoonlijn (Lijn 1 of Lijn 2) u wilt gebruiken om te bellen en om SMSberichten te versturen. Oproepen op beide lijnen kunnen altijd worden beantwoord, ongeacht de geselecteerde lijn. U kunt niet bellen als u Lijn 2 selecteert en niet op deze netwerkdienst bent geabonneerd. U kunt lijnselectie voorkomen door Lijn wijzigen > Uitschakelen te selecteren als de SIM-kaart dit ondersteunt. U hebt hiervoor de PIN2-code nodig. Oproepen doorschakelen Oproepen doorschakelen is een netwerkdienst. 1.
selecteert, gebruikt het apparaat automatisch het GSM- of UMTS-netwerk, afhankelijk van de netwerkparameters en de roaming-overeenkomsten tussen de netwerkoperators. Operatorselectie - Als u wilt instellen dat de telefoon naar beschikbare netwerken zoekt en er daarvan automatisch een selecteert, selecteert u Automatisch. Als u het gewenste netwerk handmatig in een lijst met netwerken wilt selecteren, selecteert u Handmatig.
U kunt de instellingen voor een toegangspunt ontvangen in een SMS-bericht van uw serviceprovider. Het is ook mogelijk dat de telefoon vooraf ingestelde instellingen voor het toegangspunt bevat. Als u een nieuw toegangspunt wilt maken of een bestaand toegangspunt wilt bewerken, selecteert u Opties > Nieuw toegangspunt of Bewerken. Als u een nieuw toegangspunt wilt maken met de instellingen van een bestaand toegangspunt, gaat u naar een toegangspunt en selecteert u Opties > Toegangspt dupliceren.
Als er geen packet-gegevensdiensten beschikbaar zijn en u Autom. bij signaal hebt geselecteerd, wordt met regelmatige tussenpozen geprobeerd een packetgegevensverbinding tot stand te brengen. Toegangspunt - De naam van het toegangspunt is nodig wanneer u uw telefoon als modem voor uw computer wilt gebruiken. Snelle toeg. packet-geg. - Hiermee schakelt u het gebruik van HSDPA (netwerkdienst) in UMTS-netwerken in of uit.
■ Spraakopdrachten Selecteer Menu > Instellingen > Spraakopdr. als u de functies die u wilt gebruiken, wilt selecteren met een spraakopdracht. De spraakopdrachten voor het wijzigen van profielen bevinden zich in de map Profielen. Als u voor een toepassing een nieuwe spraakopdracht wilt activeren, selecteert u Opties > Nieuwe toepassing en de toepassing. Voor het beheren van spraakopdrachten gaat u naar een functie, selecteert u Opties en maakt u een keuze uit de volgende opties: Opdracht wijzigen of Toep.
geheugen als u het geheugengebruik van het huidige geheugen wilt controleren. Er wordt berekend hoeveel vrij geheugen er is voor de opslag van gegevens en de installatie van nieuwe toepassingen. In de geheugenweergaven kunt u zien hoeveel geheugen er wordt gebruikt voor de verschillende toepassingen of bestandstypen. Als er nog maar weinig telefoongeheugen vrij is, kunt u bestanden verwijderen of naar de geheugenkaart verplaatsen. ■ Geheugenkaart Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine kinderen.
De geheugenkaart ontgrendelen Als u een andere geheugenkaart met een wachtwoord in uw telefoon plaatst, wordt u gevraagd het wachtwoord van de kaart in te voeren. Selecteer Opties > Geh.kaart deblokk. om de blokkering van de kaart op te heffen. Het geheugengebruik controleren Als u het geheugengebruik en het beschikbare geheugen op uw geheugenkaart wilt weergeven, selecteert u Opties > Gegevens geheugen.
Als u de huidige versie van de software wilt controleren, selecteert u Menu > Instellingen > Gegev.beh. > App.beh. > Updates. 1. Selecteer Menu > Instellingen > Gegev.beh. > App.beh. > Updates > Controleren op updates. Als er een update beschikbaar is, wordt het downloaden naar het apparaat gestart. 2. Als het downloaden is voltooid, kiest u Ja als antwoord op de bevestingsvraag om de installatie voort te zetten. Als u de installatie later wilt starten, selecteert u Nee.
Blader vóór de installatie in Toep.beheer naar het installatiebestand en selecteer Opties > Gegevens bekijken om informatie te bekijken, zoals het toepassingstype, het versienummer en de leverancier of fabrikant van de toepassing. Het JAR-bestand is nodig voor de installatie van Java-toepassingen. Als dit bestand ontbreekt, kunt u worden gevraagd het te downloaden. Ga als volgt te werk om een toepassing of softwarepakket te installeren: 1. Ga naar een installatiebestand.
Standaardwebadres - Het standaardadres dat wordt gebruikt voor de controle van online certificaten. Java-toepassingen kunnen bijvoorbeeld proberen om een gegevensverbinding tot stand te brengen of een bericht te versturen. Als u de machtigingen van een geïnstalleerde Java-toepassing wilt bewerken en wilt definiëren welk toegangspunt de toepassing gebruikt, gaat u in de hoofdweergave naar de toepassing en selecteert u Opties > Openen.
Voor het weergeven van geldige sleutels ( ) die verbonden zijn met één of meer mediabestanden, selecteert u Geldige sleutels. Groepssleutels, die meerdere sleutels bevatten, worden aangeduid met . Selecteer de groepssleutel als u de sleutels binnen de groepssleutel wilt bekijken. Voor het weergeven van ongeldige sleutels ( ) waarvoor de gebruiksperiode van het bestand is verlopen, selecteert u Ong. sleutels.
3. Selecteer welke inhoud u naar uw telefoon wilt laten verzenden. 4. Inhoud wordt naar uw telefoon verzonden. De tijd van de overdracht is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens. U kunt de overdracht afbreken en deze naderhand voortzetten. ■ PC Suite U kunt uw telefoon gebruiken met allerlei toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. Met PC Suite kunt u contacten, agenda-items, taken en notities synchroniseren tussen uw telefoon en een compatibele pc.
Waarneembrh. tel. > Waarneembaar - Hiermee staat u toe dat uw telefoon altijd kan worden gevonden door andere Bluetooth-apparaten. Selecteer Periode opgeven als u wilt toestaan dat uw telefoon gedurende een gedefinieerde periode kan worden gevonden. Om veiligheidsredenen wordt u aangeraden zoveel mogelijk de modus Verborgen te gebruiken. Naam van mijn telef. - Geef een naam op voor uw telefoon.
• Stel uw wachtwoord in (1-16 cijfers) en spreek met de eigenaar van het andere Bluetooth-apparaat af dat wachtwoord te gebruiken. U hoeft de code niet van buiten te leren. • Na het koppelen wordt het apparaat opgeslagen in de weergave Gekopp. apparaten. 6. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt het bericht Gegevens worden verzonden weergegeven. Gegevens die via een Bluetooth-verbinding worden ontvangen, worden opgeslagen in de map Inbox in Berichten.
De Bluetooth-verbinding verbreken Een Bluetooth-verbinding wordt automatisch verbroken na het verzenden of ontvangen van gegevens. ■ USB-verbinding U kunt de USB-gegevenskabel gebruiken om gegevens uit te wisselen tussen de telefoon en een compatibele pc. De USB-gegevenskabel kan ook worden gebruikt voor Nokia PC Suite. Selecteer Menu > Instellingen > Connect. > USB. Als u de standaard USBverbindingsmodus wilt selecteren, selecteert u USB-modus en selecteert u de gewenste modus. Als u Vragen bij verbind.
Externe database - Geef de naam op van de gebruikte externe database. Synchronisatietype - Selecteer Bidirectioneel als u de gegevens op uw telefoon en de externe database wilt synchroniseren, Alleen nr telefoon als u alleen de gegevens op uw telefoon wilt synchroniseren of Alleen naar server als u alleen de gegevens in de externe database wilt synchroniseren. 3.
Bij P2T-communicatie spreekt de ene persoon terwijl de andere luistert. Sprekers nemen om beurt het woord. Slechts één groepslid tegelijk kan aan het woord zijn. De duur van de spreektijd is beperkt. Telefoongesprekken hebben altijd voorrang op P2T-gesprekken. Naast de packet-gegevenstellers worden alleen één-op-één-oproepen in de lijst met recente oproepen in het Logboek vastgelegd.
Toepassing starten - Selecteer Altijd automatisch als u P2T automatisch wilt starten. Als u P2T alleen automatisch wilt starten wanneer u zich binnen het bereik van uw eigen netwerk bevindt, selecteert u Aut. in eigen netw.. Standaardbijnaam - Voer uw bijnaam in die andere gebruikers te zien krijgen. Het is mogelijk dat uw serviceprovider de bewerking van deze optie heeft uitgeschakeld. Mijn P2T-adres tonen - Selecteer Nooit als u uw P2T-adres voor anderen wilt verbergen. Mijn aanm.
3. Als u de P2T-oproep wilt beëindigen, selecteert u Verb. verbreken. Als er verschillende P2T-oproepen zijn, selecteert u Opties > Verbinding verbreken. Een P2T-oproep beantwoorden Als Oproepen in geacc. lijst in Gebruikersinstellingen is ingesteld op Melden, wordt u met een kort signaal gewaarschuwd dat er een oproep is binnengekomen. Als u de oproep wilt accepteren, selecteert u Accept.. Als u het geluidssignaal wilt uitschakelen, selecteert u Stil.
3. Voer een Kanaalnaam in. 4. Selecteer een Kanaalprivacy-niveau. 5. Voer uw eigen bijnaam in Bijnaam in. 6. Als u een miniatuurafbeelding voor het kanaal wilt gebruiken, selecteert u Thumbnail en selecteert u een afbeelding. 7. Selecteer Gereed. Nadat u een kanaal hebt gedefinieerd, wordt u gevraagd of u uitnodigingen voor het kanaal wilt verzenden. Uitnodigingen bestaan uit SMS-berichten.
■ Verbindingsbeheer In Verbindingsbeheer kunt u de status van de verschillende gegevensverbindingen en gegevens over de hoeveelheid verzonden en ontvangen gegevens bekijken en ongebruikte verbindingen verbreken. Selecteer Menu > Instellingen > Connect. > Verb.beh.. Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
of tas hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop deze is aangesloten. De capaciteit en de levensduur van de batterij nemen af wanneer u deze op hete of koude plaatsen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in winterse omstandigheden). Probeer de batterij altijd te bewaren op een temperatuur tussen 15°C en 25°C (59°F en 77°F).
3. Kras aan de zijkant van het label om een 20-cijferige code zichtbaar te maken, bijvoorbeeld 12345678919876543210. Draai de batterij zo dat de cijfers rechtop staan. De 20-cijferige code moet worden gelezen te beginnen bij het cijfer op de bovenste rij, gevolgd door de onderste rij. 4. Controleer of de 20-cijferige code geldig is door de instructies op www.nokia.com/batterycheck te volgen.
Behandeling en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
Verwijdering Het symbool van de doorgestreepte container op uw product, in de documentatie of op de verpakking wil zeggen dat binnen de Europese Unie alle elektrische en elektronische producten, batterijen en accu’s na gebruik voor gescheiden afvalverzameling moeten worden aangeboden. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Aanvullende veiligheidsinformatie ■ Kleine kinderen Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. ■ Gebruiksomgeving Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal 2,2 cm (7/8 inch) van het lichaam bevindt.
• Houd het apparaat bij het oor aan de andere zijde van het lichaam dan de zijde waar het medische apparaat zich bevindt, om de kans op storingen te minimaliseren. • Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als u vermoedt dat er een storing is. • Lees en volg de richtlijnen van de fabrikant van het geïmplanteerde medische apparaat. Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat met een geïmplanteerd medisch apparaat, neemt u contact op met uw arts.
of op plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met explosiegevaar worden vaak, maar niet altijd, duidelijk aangegeven. Het gaat onder andere om scheepsruimen, chemische overslag- of opslagplaatsen, voertuigen die gebruikmaken van LPG (onder andere propaan of butaan) en gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat.
De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur worden uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorption Rate). De SAR-limiet in de richtlijnen van het ICNIRP is 2,0 W/kg (watt/kilogram) gemiddeld over tien gram lichaamsweefsel. Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau gebruikt.
Index A C actieve stand-by modus 16 Adobe Reader 72 adresboek. Zie contacten. agenda 70 alarmklok. Zie klok. apparaatbeheer software bijwerken 88 cache 65 camera 52 certificaten 79 chatten contacten 47 gesprekken 46 groepen 45, 46, 47 instellingen 45 verbinding maken 44 connectiviteit 92 contacten 47 B batterij opladen 12 beheer van digitale rechten Zie activeringssleutels.
gegevensoproep 85 invoer met tekstvoorspelling 77 invoertaal 77 packet-gegevens 84 telefoon 75 tijd 77 toebehoren 77 verbinding 83 P P2T. Zie Push to Talk. plaatsen 61 profielen 67 Push to Talk 97–101 Q K Quickoffice 73 klok 69 R L RealPlayer 56 rekenmachine 71 lijst met oproepen. Zie logboek. logboek 31 S navigatietoets 18 netwerk 82 notities 72 SIM-kaart telefoon gebruiken zonder SIM-kaart 16 snelkeuze bellen 24 spraaklabels 25 spraakopdrachten 86 spraakopname. Zie opname-eenheid.
toegangspunten 83 toetsblokkering 20 toetsvergrendeling. Zie toetsblokkering. U USB. Zie gegevenskabel.