Gebruikershandleiding Nokia 6080 9253021 Versie 1
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het toestel RM-166 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé-en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid ................... 6 Algemene informatie............. 10 Overzicht van functies....................... Toegangscodes..................................... Dienst voor configuratieinstellingen ........................................... Content en toepassingen downloaden .......................................... Ondersteunings- en contactinformatie van Nokia........... 10 10 11 12 12 1. Aan de slag ........................ 13 De SIM-kaart en de batterij installeren .......
Verlichting ............................................. Mijn snelkoppelingen ......................... Weergave ............................................... Tijd en datum........................................ Bellen ...................................................... Telefoon.................................................. Connectiviteit ....................................... Toebehoren............................................ Configuratie ..........................................
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving.
Voor uw veiligheid TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
Voor uw veiligheid zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden.
Voor uw veiligheid ■ Toebehoren Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren: • Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen. • Als u de elektriciteitskabel van een accessoire of toebehoren losmaakt, neem deze dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer. • Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn geïnstalleerd nog steeds goed bevestigd zitten en naar behoren werken.
Algemene informatie Algemene informatie ■ Overzicht van functies De telefoon biedt een groot aantal functies die handig zijn in het dagelijks gebruik, zoals een agenda, klok, wekker, radio en ingebouwde camera. De telefoon ondersteunt bovendien de volgende functies: • Enhanced Data rates for GSM Evolution (EDGE) Zie Packet-gegevens (EGPRS) op pagina 61. • Extensible hypertext markup language (XHTML). Zie Web op pagina 91. • Audioberichten. Zie Nokia Xpress-audioberichten op pagina 34. • Chatberichten.
Algemene informatie PIN-codes De PIN-code (Personal Identification Number) en de UPIN-code (Universal Personal Identification Number) van 4 tot 8 cijfers beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op pagina 64. Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd. De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 97.
Algemene informatie Na ontvangst van een configuratiebericht wordt Configuratie-inst. ontv. weergegeven. Sla de instellingen op door Tonen > Opslaan te selecteren. Als de melding PIN voor inst. invoeren: verschijnt, voert u de PIN-code voor de instellingen in en selecteert u OK. Vraag de PIN-code op bij de serviceprovider die de instellingen levert. Als er nog geen instellingen zijn opgeslagen, worden deze instellingen opgeslagen en ingesteld als standaardconfiguratie-instellingen.
Aan de slag 1. Aan de slag ■ De SIM-kaart en de batterij installeren Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn. Dit apparaat is bestemd voor gebruik met een BL-5B-batterij.
Aan de slag Plaats de batterij (4). Let op de juiste positie van de contacten van de batterij. Gebruik altijd originele Nokia-batterijen. Zie Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van Nokia-batterijen op pagina 103. Lijn de bovenkant van de achtercover uit met de bovenkant van de telefoon (5) en druk op de onderkant van de achtercover om deze vast te klikken (6). U verwijdert de batterij door het onderste gedeelte van de batterij uit het compartiment te tillen (7).
Aan de slag 1. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. 2. Steek de stekker van de lader in de aansluiting aan de onderkant van de telefoon. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen. De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij.
Aan de slag ■ Antenne Uw apparaat heeft een interne antenne. Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is.
De telefoon 2.
De telefoon 1 Naam van het netwerk of het operatorlogo 2 Signaalsterkte van het cellulaire netwerk 3 Batterijcapaciteit 4 Linkerselectietoets (Favor.) 5 Middelste selectietoets (Menu) 6 Rechterselectietoets (Namen) De rechterselectietoets kan een andere snelkoppeling zijn naar een functie die u hebt geselecteerd. Zie Mijn snelkoppelingen op pagina 56. Sommige netwerkoperators kunnen een eigen benaming hebben voor het openen van de website van de operator.
De telefoon Energiebesparing Een screensaver in de vorm van een digitale klok verschijnt in het display wanneer gedurende bepaalde tijd geen telefoonfuncties zijn gebruikt. Als u energiebesparing wilt activeren, raadpleegt u Energiespaarstand in Weergave op pagina 57. U schakelt de screensaver uit door op een willekeurige toets te drukken. Indicatoren Er zijn ongelezen berichten. De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd. Zie Logboek op pagina 54. De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon Wanneer de infraroodverbinding tot stand is gebracht, wordt het pictogram permanent weergegeven. De DVS-verbinding is actief of onderbroken. Zie DVS (drukken-voor-spreken) op pagina 82. ■ Toetsen blokkeren Om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, selecteert u Menu en drukt u binnen 3,5 seconde op * om de toetsen te blokkeren. U geeft de toetsen weer vrij door Vrijgev. te selecteren en binnen 1,5 seconde op * te drukken.
Algemene functies 3. Algemene functies ■ Bellen 1. Voer het netnummer en abonneenummer in. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in. 2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen. 3. Druk op de einde-toets om de oproep te beëindigen of om het kiezen te onderbreken.
Algemene functies Tip Als de functie Doorschakelen indien in gesprek is ingeschakeld om gesprekken door te schakelen, bijvoorbeeld naar uw voicemail, worden ook geweigerde oproepen doorgeschakeld. Zie Bellen op pagina 58. Als op de telefoon een compatibele hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets is aangesloten, kunt u een oproep beantwoorden en beëindigen door op de hoofdtelefoontoets te drukken.
Algemene functies Doorverbinden om een gesprek in de wachtstand door te verbinden met het actieve gesprek en zelf de verbinding te verbreken. Conferentie om een conferentiegesprek te voeren waaraan maximaal vijf personen kunnen deelnemen. Privé-oproep om een privé-gesprek te voeren tijdens een conferentiegesprek.
Tekst invoeren 4. Tekst invoeren U kunt tekst invoeren (bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden) via de methode voor normale tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met tekstvoorspelling. Bij gebruik van de methode voor normale tekstinvoer, drukt u herhaaldelijk op een cijfertoets, van 1 tot en met 9, totdat het gewenste teken verschijnt. Bij tekstinvoer met tekstvoorspelling kunt u een letter invoeren met één druk op een toets.
Tekst invoeren 2. Als u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer door op 0 te drukken om een spatie toe te voegen of door op een van de navigatietoetsen te drukken. Door een navigatietoets in te drukken verplaatst u tevens de cursor. Als het woord niet correct is, drukt u herhaaldelijk op * of selecteert u Opties > Suggesties. Selecteer het juiste woord en Gebruik.
Door de menu's navigeren 5. Door de menu's navigeren De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's. 1. Selecteer Menu om het menu te openen. Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Opties > Hoofdmenuweerg. > Lijst of Roosterweergave. 2. Blader door het menu en selecteer een submenu, bijvoorbeeld Instellingen. 3. Als het menu is onderverdeeld in submenu's, selecteert u het gewenste submenu, bijvoorbeeld Oproepen. 4.
Berichten 6. Berichten De berichtdiensten kunnen alleen worden gebruikt als ze worden ondersteund door uw netwerk en serviceprovider. Opmerking: Wanneer u berichten verzendt, kan het zijn dat op de telefoon de melding Bericht verzonden wordt weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in het apparaat is geprogrammeerd. Dit is geen indicatie dat het bericht is aangekomen op de doellocatie.
Berichten SMS-berichten invoeren en verzenden 1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > SMS. 2. Toets een bericht in. Zie Tekst invoeren op pagina 24. Boven aan het display wordt de berichtlengte aangegeven, waarbij het aantal beschikbare tekens wordt geteld. 10/2 betekent bijvoorbeeld dat u nog 10 tekens kunt toevoegen voordat de tekst als twee berichten wordt verzonden. Zie Sjablonen op pagina 29 als u een tekstsjabloon of afbeelding in het bericht wilt invoegen.
Berichten van het bericht als herinnering naar de agenda van de telefoon te kopiëren. Wanneer u de afbeelding in de map Sjablonen wilt opslaan als u een afbeeldingbericht leest, selecteert u Afb. opslaan. 3. Als u een bericht wilt beantwoorden, selecteert u Antwoorden > SMS, Multimediabericht, Flitsbericht of Audiobericht. Voer het antwoordbericht in. Als u een e-mail beantwoordt, moet u eerst het e-mailadres en onderwerp bevestigen of wijzigen. 4.
Berichten Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. 1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Multimediabericht. 2. Toets een bericht in. Zie Tekst invoeren op pagina 24. Als u een bestand wilt invoegen, selecteert u Opties > Invoegen en selecteert u een van de volgende opties. Afbeelding, Geluidsclip of Videoclip om een bestand in te voegen uit de Galerij.
Berichten Tijdens het verzenden van het multimediabericht wordt de voortgangsindicator in het display weergegeven. U kunt de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken. Als het zenden wordt onderbroken, worden een aantal nieuwe verzendpogingen gedaan. Als deze niet slagen, blijft het bericht in de map Outbox en kunt u het later opnieuw proberen. Als u Verzonden berichten opslaan > Ja selecteert, wordt het verzonden bericht opgeslagen in de map Verzonden items. Zie Multimedia op pagina 43.
Berichten ■ Geheugen vol Wanneer u een nieuw tekstbericht hebt ontvangen terwijl het berichtengeheugen vol is, knippert het pictogram en wordt SMS-geheugen vol, verwijder berichten weergegeven. Selecteer Nee en verwijder een aantal berichten uit een map. Als u het wachtende bericht wilt verwijderen, selecteert u Uit > Ja. Wanneer een nieuw multimediabericht in de wacht staat terwijl het berichtengeheugen vol is, knippert het pictogram en wordt Multimediageh. vol, wachtend bericht bekijk. weergegeven.
Berichten Als u een map wilt toevoegen, selecteert u Opties > Map toevoegen. Als u nog geen mappen hebt opgeslagen, selecteert u Toevoeg.. Als u een map wilt verwijderen of een andere naam wilt geven, gaat u naar de gewenste map en selecteert u Opties > Map verwijderen of Map hernoemen. ■ Briefkaarten Met de briefkaartendienst kunt u briefkaarten maken en verzenden die bestaan uit een afbeelding en een begroeting. De briefkaart wordt naar de serviceprovider verzonden als multimediabericht.
Berichten u een knipperend teken wilt invoegen in de tekst, selecteert u Opties > Voeg flitsteken in om een markering in te stellen. De tekst na de markering knippert totdat een tweede markering wordt ingevoegd. Een flitsbericht ontvangen Een ontvangen flitsbericht wordt niet automatisch opgeslagen. Druk op Lezen om het bericht te lezen. Selecteer Opties > Gebruik gegev. om telefoonnummers, e-mailadressen en website-adressen uit het huidige bericht te gebruiken.
Berichten Een audiobericht ontvangen Wanneer u een audiobericht ontvangt, wordt 1 audio-bericht ontvangen weergegeven. Selecteer Tonen om het bericht te openen of selecteer Tonen > Spelen als u meerdere berichten hebt ontvangen. Selecteer Opties voor de beschikbare opties. Als u het bericht later wilt beluisteren, selecteert u Uit. Selecteer Opties > Geluidsclip opslaan en de gewenste map om het bericht op te slaan.
Berichten Verbindingsinstell. om de instellingen te wijzigen die nodig zijn voor chatberichten en aanwezigheidsweergave. Verbinding maken met de chatdienst Als u verbinding wilt maken met de dienst voor chatberichten, opent u het menu Chatberichten, activeert u een dienst en selecteert u Aanmelden. Zodra de verbinding tot stand is gebracht, wordt Aanmelding voltooid weergegeven. Selecteer Afmelden als u de verbinding met de dienst voor chatberichten wilt verbreken.
Berichten groep wilt starten, gaat u naar de groep en selecteert u Deelnm.. Voer de schermnaam in die u tijdens de sessie als alias wilt gebruiken. Nadat u zich bij de groep hebt aangemeld, kunt u de groepschatsessie starten. Zie Groepen op pagina 39 als u een privé-groep wilt definiëren. • Selecteer Zoeken > Gebruikers of Groepen om op telefoonnummer, schermnaam, e-mailadres of naam te zoeken naar andere chatgebruikers of openbare groepen in het netwerk.
Berichten Deelnemen aan een chatsessie Als u een sessie met chatberichten wilt starten of aan een sessie wilt deelnemen, selecteert u Schrijven. Schrijf het bericht en selecteer Verzend. of druk op de beltoets om het bericht te verzenden. Selecteer Opties voor de beschikbare opties: Conv. bekijken, Contact opslaan, Deelnemers groep, Contact blokkeren en Conv. beëindigen. Uw beschikbaarheidsstatus bewerken 1. Open het menu Chatberichten en maak verbinding met de dienst voor chatberichten. 2.
Berichten Berichten blokkeren en vrijgeven Als u berichten wilt blokkeren, maakt u verbinding met de dienst voor chatberichten en selecteert u Conversaties > Chatcontacten, meldt u zich aan bij een actieve chatsessie of start u een sessie. Ga naar het contact wiens inkomende berichten u wilt blokkeren en selecteer Opties > Contact blokkeren > OK. Als u de berichten wilt vrijgeven, maakt u verbinding met de dienst voor chatberichten en selecteert u Blokkeerlijst.
Berichten ■ E-mailtoepassing Met de e-mailtoepassing kunt u vanaf de telefoon toegang verkrijgen tot uw compatibele e-mailaccount wanneer u onderweg bent. Deze e-mailtoepassing is niet hetzelfde als de SMS- en MMS-e-mailfunctie. De telefoon ondersteunt POP3- en IMAP4-e-mailservers. Voordat u e-mailberichten kunt verzenden en ontvangen, moet u wellicht eerst het volgende doen: • Vraag een nieuwe e-mailaccount aan of gebruik de huidige account.
Berichten Als u nieuwe e-mailberichten wilt downloaden en e-mailberichten wilt verzenden die zijn opgeslagen in de map Outbox, selecteert u Opties > Ophalen en verz.. Als u eerst de koppen wilt downloaden van de nieuwe e-mailberichten die naar uw e-mailaccount zijn verzonden, selecteert u Opties > Contr. op e-mail. Wanneer u vervolgens de geselecteerde e-mail wilt downloaden, markeert u de gewenste berichten en selecteert u Opties > Ophalen. 3. Selecteer het nieuwe bericht in de Inbox.
Berichten E-mailberichten verwijderen Selecteer Menu > Berichten > E-mail > Opties > Map beheren en selecteer de gewenste map. Selecteer de berichten die u wilt verwijderen. Selecteer Opties > Verwijderen om de berichten te verwijderen. Als u een e-mailbericht uit de telefoon verwijdert, wordt het bericht niet van de e-mailserver verwijderd.
Berichten ■ Berichten verwijderen Als u alle berichten uit een map wilt verwijderen, selecteert u Menu > Berichten > Berichten verwijderen en selecteert u de map waaruit u de berichten wilt verwijderen. Selecteer Ja en als de map ongelezen berichten bevat, wordt gevraagd of u deze berichten ook wilt verwijderen. Selecteer nogmaals Ja. ■ Berichtinstellingen Tekst en e-mail via SMS De berichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop de berichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven.
Berichten Afleveringsrapporten om het netwerk te vragen afleveringsrapporten van uw berichten te verzenden (netwerkdienst). Standaard timing dia's om de standaardtijd te selecteren tussen dia's in multimediaberichten. Ontvangst multimedia toestaan > Ja of Nee om het multimediabericht te ontvangen of te blokkeren. Als u In eigen netwerk selecteert, kunt u geen multimediaberichten ontvangen wanneer u zich buiten het bereik van uw eigen netwerk bevindt. Inkomende multimediaberichten > Ophalen, Handm.
Berichten E-mailadres: voer het e-mailadres in. Ondertekening bijvoegen: u kunt een handtekening definiëren die automatisch aan het einde van uw e-mailbericht moet worden toegevoegd wanneer u het bericht opstelt. Antwoordadres: voer het e-mailadres in waarnaar de antwoorden moeten worden verzonden. SMTP-gebruikersnaam: voer de naam in die u voor uitgaande e-mailberichten wilt gebruiken. SMTP-wachtwoord: voer het wachtwoord in dat u voor uitgaande e-mailberichten wilt gebruiken.
Contacten 7. Contacten U kunt namen en nummers (Contacten) opslaan in het geheugen van de telefoon en het geheugen van de SIM-kaart. In het geheugen van de telefoon kunt u contactgegevens opslaan met nummers en tekstaantekeningen. U kunt ook een afbeelding opslaan voor een bepaald aantal namen. Namen en nummers die in het geheugen van de SIM-kaart zijn opgeslagen, worden aangeduid met . ■ Zoeken naar een contact Selecteer Menu > Contacten > Namen.
Contacten 3. Als u een nummer wilt toevoegen, selecteert u Nummer en een van de nummertypen. Als u een ander detail wilt toevoegen, selecteert u een teksttype of een afbeelding in de Galerij. Als u wilt zoeken naar een ID op de server van uw serviceprovider wanneer u verbinding hebt met de aanwezigheidsdienst, selecteert u Gebruikers-ID > Zoeken. Zie Mijn aanwezigheid op pagina 48. Als slechts één ID wordt gevonden, wordt deze automatisch opgeslagen.
Contacten ■ Contacten of contactgegevens verwijderen Als u alle contacten en de bijbehorende gegevens uit het geheugen van de telefoon of SIM-kaart wilt verwijderen, selecteert u Menu > Contacten > Alle contctn verw. > Uit tel.geheugen of Van SIM-kaart. Bevestig deze bewerking met de beveiligingscode. Als u een contact wilt verwijderen, gaat u naar het gewenste contact en selecteert u Opties > Verwijder contact.
Contacten Voordat u de aanwezigheidsdienst kunt gebruiken, moet u zich op deze dienst abonneren. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en abonnementsmogelijkheden voor de dienst. Bij de netwerkoperator of serviceprovider kunt u ook een unieke ID, een wachtwoord en instellingen voor de dienst ophalen. Zie Configuratie op pagina 62. Terwijl u met de aanwezigheidsdienst verbonden bent, kunt u de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken.
Contacten Contacten toevoegen aan de lijst met abonneenamen 1. Selecteer Menu > Contacten > Abonneenamen. 2. Als u geen contacten hebt opgenomen in de lijst, selecteert u Toevoeg.. Anders selecteert u Opties > Nieuw abonneren. De lijst met contacten wordt weergegeven. 3. Selecteer een contact in de lijst. Als voor het contact een ID is opgeslagen, wordt het contact toegevoegd aan de lijst met geabonneerde contacten.
Contacten ■ Instellingen Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en maak een keuze uit de volgende opties: Actief geheugen om het geheugen van de SIM-kaart of het geheugen van de telefoon te selecteren voor de contacten. Selecteer Telefoon en SIM om namen en nummers uit beide geheugens op te halen. Wanneer u in dat geval namen en nummers opslaat, worden deze opgeslagen in het telefoongeheugen. Weergave Contacten om aan te geven hoe de namen en nummers in de lijst met contacten moeten worden weergegeven.
Contacten Spraaklabels toevoegen en beheren Zorg dat in het telefoongeheugen de contacten aanwezig zijn waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen. U kunt ook spraaklabels toevoegen aan namen in het geheugen van de SIM-kaart. Als u de SIM-kaart echter door een nieuwe kaart vervangt, moet u eerst de oude spraaklabels verwijderen voordat u nieuwe spraaklabels kunt toevoegen. 1. Ga naar het contact waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen. 2. Selecteer Gegev.
Contacten ■ Snelkeuze Als u een nummer aan een snelkeuzetoets wilt toewijzen, selecteert u Menu > Contacten > Snelkeuze en gaat u naar het gewenste snelkeuzenummer. Selecteer Wijs toe. Als er al een nummer aan de toets is toegewezen, selecteert u Opties > Wijzigen. Selecteer Zoeken en selecteer de naam en vervolgens het nummer dat u aan de toets wilt toewijzen. Als de functie Snelkeuze is uitgeschakeld, wordt gevraagd of u deze functie wilt activeren. Zie Snelkeuze in Bellen op pagina 58.
Logboek 8. Logboek De telefoon registreert herkende gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen, plus bij benadering de lengte van uw gesprekken. Selecteer Menu > Logboek. Als de telefoon is ingeschakeld en zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt (en als het netwerk deze functie ondersteunt), worden deze zaken geregistreerd.
Instellingen 9. Instellingen ■ Profielen De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen, ofwel profielen, waarvoor u de telefoongeluiden voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen kunt instellen. Selecteer Menu > Instellingen > Profielen. Ga naar een profiel en selecteer het. Selecteer Activeer om het geselecteerde profiel te activeren. Als u het profiel wilt instellen om een bepaalde tijd (maximaal 24 uur) actief te zijn, selecteert u Tijdelijk en stelt u de gewenste eindtijd in.
Instellingen ■ Tonen U kunt de tooninstellingen van het geselecteerde profiel wijzigen. Selecteer Menu > Instellingen > Tonen. Selecteer en wijzig Oproepsignaal, Type beltoon, Beltoonvolume, Trilsignaal, DVS-instellingen, Berichtensignaaltoon, Signaaltoon chatbericht, Toetsenvolume en Waarschuwingstonen. U vindt dezelfde instellingen ook in het menu Profielen. Zie Profielen op pagina 55. Als u het hoogste beltoonniveau kiest, bereikt de beltoon het hoogste niveau na een paar seconden.
Instellingen Spraakopdrachten om telefoonfuncties te activeren met behulp van een spraaklabel. Selecteer een map, ga naar de functie waaraan u een spraaklabel wilt koppelen en selecteer Toevoeg.. geeft een spraaklabel aan. Zie Bellen met behulp van een spraaklabel op pagina 52 voor het activeren van een spraakopdracht.
Instellingen ■ Tijd en datum Als u de instellingen voor de tijd, tijdzone en datum wilt wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen > Tijd en datum > Klok, Datum of Datum en tijd autom. aanpassen (netwerkdienst). Wanneer u naar een andere tijdzone reist, selecteert u Menu > Instellingen > Tijd en datum > Klok > Tijdzone en selecteert u de tijdzone van uw locatie op basis van het tijdverschil ten aanzien van Greenwich Mean Time (GMT) of Universal Time Coordinated (UTC).
Instellingen Samenvatting na oproep > Aan om na elk gesprek kort de duur en de kosten van het gesprek weer te geven (netwerkdienst). Identificatie verzenden (netwerkdienst) > Netwerkinstelling, Ja of Nee Lijn uitgaande oproepen (netwerkdienst) om telefoonlijn 1 of 2 voor gesprekken te selecteren als dit wordt ondersteund door de SIM-kaart.
Instellingen SIM-dienstacties bevestigen — Zie SIM-diensten op pagina 100. Automatische Help-tekst om aan te geven of de telefoon helpteksten weergeeft. Starttoon om aan te geven of de telefoon een toon laat horen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. ■ Connectiviteit U kunt de telefoon op compatibele apparaten aansluiten via een infraroodverbinding. U kunt bovendien de instellingen definiëren voor inbelverbindingen voor packet-gegevens.
Instellingen Pictogram infraroodverbinding Wanneer onafgebroken wordt weergegeven, is de infraroodverbinding geactiveerd en is de telefoon gereed voor het verzenden of ontvangen van gegevens via de infraroodpoort. Wanneer knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat of is de infraroodverbinding verbroken.
Instellingen Packet-gegevensinstellingen > Actief toegangspunt, activeert u het toegangspunt dat u wilt gebruiken en selecteert u Actieve toegangspunt bewerken. Selecteer Alias voor toegangspunt en voer een alias in voor het momenteel geselecteerde toegangspunt. Selecteer Packet-gegevenstoegangspunt en voer de naam van het toegangspunt in om een verbinding met een EGPRS-netwerk tot stand te brengen.
Instellingen aanwezigheid en e-mailtoepassing. U kunt de instellingen van de SIM-kaart gebruiken, via een configuratiebericht ontvangen van de serviceprovider of uw persoonlijke instellingen handmatig invoeren. U kunt de configuratie-instellingen van maximaal 20 verschillende serviceproviders opslaan in de telefoon en deze vanuit dit menu beheren.
Instellingen geselecteerde diensttype. Als u een persoonlijke account wilt verwijderen of activeren, gaat u naar de account en selecteert u Opties > Verwijderen of Activeer. ■ Beveiliging Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Instellingen ■ Fabrieksinstellingen terugzetten Als u bepaalde menu-instellingen op hun oorspronkelijke waarde wilt terugzetten, selecteert u Menu > Instellingen > Fabrieksins. terugzetten. Voer de beveiligingscode in. De gegevens die u hebt ingevoerd of gedownload, zoals de namen en telefoonnummers in Contacten, worden niet verwijderd.
Operatormenu 10. Operatormenu Dit menu biedt toegang tot een portal met diensten die uw netwerkoperator te bieden heeft. De naam en het pictogram worden bepaald door de netwerkoperator. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkoperator. Als dit menu niet wordt weergegeven, worden de volgende menunummers dienovereenkomstig aangepast. De operator kan dit menu bijwerken met een dienstbericht. Zie Dienstinbox op pagina 96 voor meer informatie.
Galerij 11. Galerij In dit menu kunt u foto's, afbeeldingen, opnamen, videoclips, thema's en tonen beheren. Deze bestanden zijn ingedeeld in mappen. Uw telefoon ondersteunt een systeem met activeringssleutels ter bescherming van opgehaalde content. Controleer altijd de leveringsvoorwaarden van content en activeringssleutel voordat u tot aanschaf overgaat, omdat er sprake kan zijn van een tarief of andere vergoeding.
Media 12. Media Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. ■ Camera Met de ingebouwde camera kunt u foto's maken of videoclips opnemen. De camera maakt foto's in JPEG-indeling en videoclips in 3GP-indeling.
Media ■ Radio De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het draadloze apparaat. De FM-radio functioneert alleen naar behoren als er een compatibele hoofdtelefoon of een compatibel toebehoren op het apparaat is aangesloten. Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen.
Media Zenders om de lijst met opgeslagen zenders te openen. Als u een zender wilt verwijderen of een andere naam wilt geven, gaat u naar de gewenste zender en selecteert u Opties > Zendr verwijderen of Naam wijzigen. Mono of Stereo als u de radio wilt beluisteren in mono of in stereo. Luidspreker of Hoofdtelefoon om via de luidspreker of de hoofdtelefoon naar de radio te luisteren. Laat de hoofdtelefoon aangesloten op de telefoon. Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als antenne van de radio.
Media 3. Selecteer om het opnemen te beëindigen. De opname wordt opgeslagen in Galerij > Opnamen. 4. Als u de laatste opname wilt beluisteren, selecteert u Opties > Ltste opn. afspln. 5. Als u de laatste opname via infrarood of in een multimedia- of audiobericht wilt verzenden, selecteert u Opties > Ltste opn. vrzdn. Lijst met opnamen Selecteer Menu > Media > Recorder > Opties > Opnamelijst. De lijst met mappen in de Galerij wordt weergegeven. Open Opnamen om de lijst met opnamen te bekijken.
Organiser 13. Organiser ■ Wekker U kunt instellen dat op het gewenste tijdstip een waarschuwingstoon klinkt. Selecteer Menu > Organiser > Wekker. Als u de wekker wilt instellen, selecteert u Wektijd en voert u het gewenste tijdstip in. Als u het alarmtijdstip wilt wijzigen nadat dit is ingesteld, selecteert u Aan. Selecteer Alarm herhalen om aan te geven dat op geselecteerde dagen van de week een alarmsignaal moet klinken.
Organiser ■ Agenda Selecteer Menu > Organiser > Agenda. De huidige dag is gemarkeerd met een kader. Als voor de betreffende dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven. U kunt de notities voor de dag bekijken door Bekijk te selecteren. Als u een week wilt weergeven, selecteert u Opties > Weekweergave. Als u alle notities in de agenda wilt verwijderen, selecteert u de maand- of weekweergave en selecteert u Opties > Verwijder notities.
Organiser Als u een notitie wilt maken wanneer er nog geen notitie is toegevoegd, selecteert u Toevoeg.. Selecteer anders Opties > Toevoegen. Schrijf de notitie en selecteer Opslaan. Selecteer de prioriteit, de deadline en het type alarm voor de notitie. Als u een notitie wilt bekijken, gaat u naar de gewenste notitie en selecteert u Bekijk. U kunt ook een optie selecteren om de geselecteerde notitie te verwijderen of om alle notities te verwijderen die u als voltooid hebt gemarkeerd.
Organiser Wanneer u tijdens het synchroniseren een oproep beantwoordt, wordt de synchronisatiesessie beëindigd en moet u deze opnieuw starten. Synchronisatie met een server Voordat u met uw telefoon een synchronisatiesessie kunt starten, moet u eerst: • Een abonnement nemen op een synchronisatiedienst. Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie. • De synchronisatie-instellingen opvragen bij uw serviceprovider. Zie Synchronisatie-instellingen op pagina 75.
Organiser Account - Selecteer een account voor een synchronisatiedienst die is opgenomen in de actieve configuratie-instellingen. 2. Selecteer PC-synchronisatie-instellingen om de instellingen voor synchronisatie via de server in te voeren. Stel de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in. De gebruikersnaam en het wachtwoord van de telefoon en de pc moeten hetzelfde zijn.
Organiser ■ Stopwatch Met de stopwatch kunt u de tijd, tussentijden of rondetijden opnemen. Gedurende de tijdsopname kunnen de overige functies van de telefoon gewoon worden gebruikt. Druk op de einde-toets als u tijdsopname met de stopwatch op de achtergrond wilt activeren. Als u de stopwatch gebruikt of deze op de achtergrond loopt wanneer u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Organiser Als het alarmtijdstip wordt bereikt wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt, klinkt een waarschuwingstoon en knippert de bijbehorende tekst als deze is ingesteld of wordt Tijd timer verstreken weergegeven. U stopt de waarschuwingstoon door op een willekeurige toets te drukken. Als er geen toets wordt ingedrukt, stopt het signaal automatisch na 60 seconden. Als u de waarschuwingstoon wilt uitschakelen en de tekst wilt wissen, selecteert u Uit.
Toepassingen 14. Toepassingen ■ Spelletjes Op de telefoon zijn enkele spelletjes geïnstalleerd. Als u een spelletje wilt starten, selecteert u Menu > Toepassingen > Spelletjes. Ga naar het gewenste spelletje en selecteer Openen. Zie Andere opties voor toepassingen op pagina 79 voor de opties voor spelletjes. Spelletjes downloaden Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software.
Toepassingen Details om meer informatie over de toepassing weer te geven. Versiecontrole om te controleren of een nieuwe versie van de toepassing beschikbaar is om van het Web te downloaden (netwerkdienst). Toegang toep. om netwerktoegang voor de toepassing te beperken. Er worden verschillende categorieën weergegeven. Selecteer in elke categorie, indien beschikbaar, een van de volgende machtigingen: Altijd vragen wanneer altijd om netwerktoegang moet worden gevraagd, Alleen 1e keer vr.
Toepassingen Gebruik het installatieprogramma voor Nokia-toepassingen in PC Suite om de toepassingen naar de telefoon te downloaden. In het apparaat zijn mogelijk vooraf een aantal bookmarks geïnstalleerd voor sites die niet met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of ondersteund. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u voor andere sites treft.
DVS (drukken-voor-spreken) 15. DVS (drukken-voor-spreken) DVS (drukken-voor-spreken) is een tweerichtings radiodienst die beschikbaar wordt gesteld via een GSM/GPRS-cellulair netwerk (netwerkdienst). DVS biedt rechtstreekse, gesproken communicatie. U maakt verbinding door de toets volume-omhoog (DVS-toets) ingedrukt te houden. U kunt DVS gebruiken om te spreken met één enkele persoon of met een groep personen die over compatibele apparaten beschikken.
DVS (drukken-voor-spreken) Selecteer Contactenlijst om de lijst met contacten weer te geven waaraan u het DVS-adres hebt toegevoegd dat u ontvangen hebt van de serviceprovider. Selecteer Kanaal toevoegen om een nieuw DVS-kanaal toe te voegen. Selecteer DVS-instellingen om de DVS-instellingen te definiëren. Selecteer Config.-instellingen om de vereiste instellingen voor de DVS-verbinding te definiëren.
DVS (drukken-voor-spreken) Een uitgaande DVS-oproep starten Voor een uitgaande DVS-oproep kunt u verschillende DVS-contacten selecteren in de lijst met contacten. De ontvangers krijgen een inkomende oproep en moeten de oproep accepteren om te kunnen deelnemen. Door het uitbellen wordt een tijdelijk kanaal ingesteld, waarvan de deelnemers alleen voor de duur van de oproep deel uitmaken. Na afloop van het gesprek wordt het tijdelijke kanaal verwijderd.
DVS (drukken-voor-spreken) Houd de toets volume-omhoog (DVS-toets) ingedrukt zolang u aan het praten bent en houd de telefoon vóór u zodat u het display kunt zien. Laat de toets volume-omhoog (DVS-toets) los zodra u klaar bent met praten. Praten wordt toegestaan op basis van het principe wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Wanneer iemand stopt met praten, kan de eerste persoon die de toets volume-omhoog (DVS-toets) indrukt, als volgende praten.
DVS (drukken-voor-spreken) is, klinkt er een wachttoon en wordt In wachtrij weergegeven zolang u de toets volume-omhoog (DVS-toets) ingedrukt houdt. Houd de toets volume-omhoog (DVS-toets) ingedrukt en wacht totdat de andere persoon klaar is met praten, waarna u kunt gaan praten. ■ Terugbelverzoeken Als u een een-op-een oproep start en u ontvangt geen reactie, kunt u de desbetreffende persoon een verzoek toezenden om u terug te bellen.
DVS (drukken-voor-spreken) 3. Als u een terugbelverzoek naar de afzender wilt verzenden, selecteert u Opties > Terugbellen. Selecteer Verwijd. als u het verzoek wilt verwijderen. De afzender van het terugbelverzoek opslaan 1. U opent de Terugbel-inbox door Bekijk te selecteren. Er wordt een lijst weergegeven met aliassen van de personen die u een terugbelverzoek hebben toegezonden. 2. Als u het DVS-adres van de afzender wilt weergeven, selecteert u Opties > DVS-adres tonen.
DVS (drukken-voor-spreken) Ieder lid van het kanaal wordt aangeduid met een alias, dat wordt weergegeven in het display. Kanaalleden kunnen voor zichzelf in elk kanaal een alias kiezen. Kanalen worden geregistreerd met een URL-adres. Eén gebruiker registreert de kanaal-URL in het netwerk door zich voor de eerste keer bij de kanaalsessie aan te melden.
DVS (drukken-voor-spreken) naar het kanaal wilt verzenden, selecteert u Ja wanneer de telefoon daarom vraagt. U kunt de uitnodiging verzenden als een tekstbericht of via infrarood. De leden die u uitnodigt voor een openbaar kanaal, kunnen op hun beurt weer andere leden uitnodigen. Volledig om deel te nemen aan een bestaand kanaal. Voer het kanaaladres in. Selecteer Standaard, Gescand of Niet actief. De telefoon geeft aan dat het kanaal is opgeslagen en welke status het kanaal heeft.
DVS (drukken-voor-spreken) Configuratie om een serviceprovider te selecteren, Standaard of Pers. configuratie voor de DVS-dienst. Alleen de configuraties die de DVS-dienst ondersteunen, worden weergegeven. Account om een account voor een DVS-dienst te selecteren die is opgenomen in de actieve configuratie-instellingen.
Web 16. Web U hebt toegang tot verschillende mobiele internetdiensten met de browser van de telefoon (netwerkdienst). Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en instructies met betrekking tot de verschillende diensten.
Web Selecteer Terminalvenster tonen > Ja als u een handmatige gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren. Vervolgens maakt u op een van de volgende manieren verbinding met de dienst: • Selecteer Menu > Web > Home, of houd in de standby-modus 0 ingedrukt. • Als u een bookmark van de dienst wilt selecteren, selecteert u Menu > Web > Bookmarks. • Als u de laatste URL wilt selecteren, selecteert u Menu > Web > Laatste webadres.
Web Opties tijdens het browsen De opties Nokia.com, Home, Bookmark toev., Bookmarks, Paginaopties, Geschiedenis, Downloads, Overige opties, Opnieuw laden en Stoppen zijn mogelijk beschikbaar. Mogelijk biedt uw serviceprovider nog andere opties. Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen.
Web onbeveiligd item bevat. Deze waarschuwingssignalen zijn geen garantie voor een veilige verbinding. Zie Browserbeveiliging op pagina 97 voor meer informatie. Tekencodering > Inhoudscodering om de codering voor de inhoud van de browserpagina te selecteren. Tekencodering > Unicode (UTF-8)-webadressen > Aan om de telefoon zodanig in te stellen dat een URL wordt verzonden als UTF-8-codering. U kunt deze instelling nodig hebben wanneer u een webpagina in een andere taal opent.
Web 1. Selecteer tijdens het browsen Opties > Bookmarks, of selecteer in de standby-modus Menu > Web > Bookmarks. 2. Ga naar een bookmark en selecteer deze of druk op de beltoets om verbinding te maken met de pagina die aan de bookmark is gekoppeld. 3. Selecteer Opties om de bookmark te bekijken, bewerken, verwijderen of verzenden, om een nieuwe bookmark te maken of om de bookmark op te slaan in een map.
Web ■ Dienstinbox De telefoon kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider worden verzonden (netwerkdienst). Dienstberichten zijn berichtgevingen, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwskoppen. Deze kunnen een tekstbericht of het adres van een dienst bevatten. U kunt de Dienstinbox openen vanuit de standby-modus wanneer u een dienstbericht hebt ontvangen door Tonen te selecteren. Als u Uit selecteert, wordt het bericht verplaatst naar de Dienstinbox.
Web gebruik beter legen. De informatie of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen. Als u de cache tijdens het browsen wilt legen, selecteert u Opties > Overige opties > Cache wissen; in de standby-modus selecteert u Menu > Web > Cache wissen. ■ Browserbeveiliging Voor sommige diensten, zoals online bankdiensten of online aankopen, zijn beveiligingsfuncties vereist.
Web Certificaten Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externe verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele bescherming. De beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid.
Web Selecteer een koppeling op een pagina, bijvoorbeeld de titel van het boek dat u wilt aanschaffen en de prijs van het boek. De te ondertekenen tekst (mogelijk inclusief het bedrag en de datum) wordt weergegeven. Controleer of de koptekst Lezen en het pictogram voor digitale ondertekening worden weergegeven. Als het pictogram voor digitale ondertekening niet wordt weergegeven, wil dit zeggen dat er een beveiligingsprobleem is. Voer dan geen persoonlijke gegevens, zoals een ondertekenings-PIN, in.
SIM-diensten 17. SIM-diensten De SIM-kaart kan extra diensten bieden die u kunt activeren. Dit menu wordt alleen weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en inhoud van dit menu zijn afhankelijk van de SIM-kaart. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Pc-verbinding 18. Pc-verbinding U kunt e-mail verzenden en ontvangen en verbinding maken met internet terwijl de telefoon via infrarood of een gegevenskabel (CA-42) verbonden is met een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. ■ Nokia PC Suite Met Nokia PC Suite kunt u Contacten, Agenda, Takenlijst en Notities synchroniseren tussen uw telefoon en de compatibele pc.
Informatie over de batterij 19. Informatie over de batterij ■ Opladen en ontladen Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen.
Informatie over de batterij ■ Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van Nokia-batterijen Gebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uw veiligheid. Verzeker u ervan dat u een originele Nokia-batterij koopt door de batterij bij een officiële Nokia-dealer te kopen, te kijken of het Nokia Original Enhancements-logo op de verpakking staat en het hologramlabel volgens de onderstaande stappen te inspecteren.
Informatie over de batterij 4. Controleer of de 20-cijferige code geldig is door de instructies op www.nokia.com/batterycheck te volgen. Als u een tekstbericht wilt maken, toetst u de 20-cijferige code in (bijvoorbeeld 12345678919876543210) en stuurt u het bericht naar +44 7786 200276. Er zijn nationale en internationale operatorkosten van toepassing. U dient een bericht te ontvangen dat aangeeft of de code is geverifieerd.
Verzorging en onderhoud Verzorging en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
Verzorging en onderhoud • Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren (zoals contactpersonen en agendanotities) voordat u het apparaat naar een servicepunt brengt. Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als enig apparaat niet goed werkt.
Aanvullende veiligheidsinformatie Aanvullende veiligheidsinformatie Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. ■ Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities.
Aanvullende veiligheidsinformatie Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm (6 inch) afstand moet worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Aanvullende veiligheidsinformatie opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto en de airbag wordt opgeblazen, kan dit ernstige verwondingen veroorzaken. Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.
Aanvullende veiligheidsinformatie 4. Druk op de beltoets. Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie. Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk.
Index Index A aan/uit-toets . . . . . . . . . . . . . . . . .17 abonneenamen abonnement op een contact opzeggen . . . . . . . . . .50 contacten toevoegen . . . . . . .50 accessoires. Zie toebehoren. . . . . .9 achtergrondafbeelding . . . . . 55, 57 agenda . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73 agendanotitie . . . . . . . . . . . . . . . .73 alarmnummer kiezen . . . . . . . . 109 algemene functies . . . . . . . . . . . .21 antenne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 audioberichten . . . . . .
Index cookies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 CSD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 D datacommunicatie . . . . . . . . . . . 101 datuminstellingen . . . . . . . . . . . . 58 dienst nummers . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 opdrachten . . . . . . . . . . . . . . . 42 dienst voor configuratie-instellingen . . . . . . 11 diensten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 digitale handtekening . . . . . . . . . 98 downloaden bestanden . . . . . . . . . . . . . . . .
Index datum . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58 dienstinbox . . . . . . . . . . . . . . .96 EGPRS . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61 fabrieksinstellingen terugzetten . . . . . . . . . . . . . . .65 IR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60 klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58 mijn snelkoppelingen . . . . . . .56 modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61 packet-gegevens . . . . . . . . . . .61 profielen . . . . . . . . . . . . . . . . .55 snelkoppelingen . . . . . . . . . .
Index pc connectiviteit . . . . . . . . . . . . 101 synchronisatie . . . . . . . . . . . . 76 PC Suite . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 PIN-codes . . . . . . . . . . . . . . . . 11, 15 plaatsbepaling . . . . . . . . . . . . . . . 99 POP3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Pop-Port-connector . . . . . . . . . . . 17 positiegegevens . . . . . . . . . . . . . . 99 profielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 PUK-codes . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 R radio . . . . . . .
Index toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . .9 verlichting . . . . . . . . . . . . . . . 56, 62 verwijderen berichten . . . . . . . . . . . . . . . . .43 e-mail . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 verzorging . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 videoclip . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68 visitekaartjes . . . . . . . . . . . . . . . . .48 volumetoetsen . . . . . . . . . . . . . . .17 weergave-instellingen . . . . . . . . wekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .