Operation Manual

83Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Bluetooth-verbinding
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth > Actief apparaat om
te controleren welke Bluetooth-verbinding actief is. Selecteer Gekoppelde
apparaten om een lijst weer te geven met Bluetooth-apparaten die op de telefoon
zijn afgestemd.
Als u Opties selecteert, hebt u de volgende mogelijkheden, afhankelijk van de
status van het apparaat en de Bluetooth-verbinding. Selecteer Korte naam
toewijzen of selecteer Autom. verb. zonder bevestiging > Ja om in te stellen dat de
telefoon automatisch verbinding moet maken met een gekoppeld Bluetooth-
apparaat.
Instellingen voor Bluetooth
Als u wilt definiëren hoe uw telefoon voor andere Bluetooth-apparaten wordt
weergegeven, drukt u op Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth >
Instellingen Bluetooth > Waarneembaarheid mijn telefoon of Naam van mijn
telefoon.
Het gebruik van de instelling Verborgen in Waarneembaarheid mijn telefoon wordt
aangeraden. Accepteer alleen Bluetooth-communicatie van anderen met wie u daarover
overeenstemming hebt bereikt.
Infrarood
U kunt de telefoon instellen op het verzenden en ontvangen van gegevens via de
infraroodpoort. Voor gebruik van een infraroodverbinding moet het apparaat
waarmee u verbinding wilt maken, IrDA-compatibel zijn. Via de infraroodpoort