Elektronische handleiding als uitgave bij "Nokia Handleidingen - Voorwaarden en bepalingen, 7 juni 1998" (“Nokia User’s Guides Terms and Conditions, 7th June, 1998”.
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product NPM-5 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EC. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. Copyright © Nokia Corporation 2001-2002. Alle rechten voorbehouden.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven. In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade. De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt.
Naslaggids Naslaggids Hartelijk dank dat u voor deze Nokia-telefoon hebt gekozen! In dit gedeelte worden een aantal tips voor het gebruik van de telefoon gegeven. Uitvoeriger informatie vindt u op de overige pagina’s van deze gebruikershandleiding. ■ Voordat u de telefoon gebruikt 1. Plaats een SIM-kaart in de telefoon. Zie Een SIM-kaart plaatsen op pagina 20. 2. Installeer de batterij en laad deze op. Zie Een SIM-kaart plaatsen op pagina 20 en De batterij opladen op pagina 21. 3.
of naar het gewenste . Uw voicemail bellen Houd toets 1 ingedrukt in de standby-modus. Zie ook Voicemailboxnummer (menu 2-9) op pagina 51. Bellen met de functie voor spraaknummers Voeg een spraaknummer toe aan het gewenste telefoonnummer (zie pagina 44). Houd ingedrukt in de standby-modus en spreek het spraaknummer uit om het nummer te kiezen.
Naslaggids ■ Een menu openen of afsluiten Openen Druk op (Menu). Ga met of naar de gewenste menufunctie en druk op Herhaal deze procedure voor submenu’s en instellingen. Afsluiten Druk op om terug te keren naar het vorige menuniveau. Houd naar de standby-modus. (Kiezen). ingedrukt om terug te keren ■ Overige basisfuncties Het toetsenbord vergrendelen en vrijgeven Druk vanuit de standby-modus op (Menu) en druk vervolgens kort op de spatietoets.
Naslaggids ................................................. 4 Inhoudsopgave .......................................... 7 De hoofdtelefoon aansluiten en gebruiken ........ 23 De meegeleverde kabels aansluiten en gebruiken...................................................................... 24 VOOR UW VEILIGHEID............................ 10 2. Basisfuncties ....................................... 27 Algemene informatie.............................. 12 Opbellen.........................................
Inhoudsopgave Het toetsenbord vergrendelen ............................... 36 3. Menufuncties ...................................... 38 Een menufunctie activeren..................................... Door te bladeren..................................................... Via een indexnummer ........................................... Een menu afsluiten ................................................... Overzicht van de menufuncties............................. Telefoonlijst (menu 1).........................
85 86 Muzieknummers beheren met Nokia Audio Manager ........................................................... 91 5. Informatie over de batterij ................ 93 86 87 88 4. Nokia Audio Manager ........................ 89 Systeemvereisten ....................................................... 89 Nokia Audio Manager installeren.......................... 90 Muziekbestanden overbrengen naar de telefoon.........................................................................
VOOR UW VEILIGHEID VOOR UW VEILIGHEID Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de regels kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Parkeer de auto eerst. STORING Alle draadloze telefoons zijn gevoelig voor storing.
DESKUNDIG ONDERHOUD Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren. ACCESSOIRES EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte producten aan. WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
Algemene informatie Algemene informatie ■ Stickers in het pakket De stickers bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning. Bewaar de stickers op een veilige plaats. ■ Netwerkdiensten De draadloze telefoon die in deze handleiding wordt beschreven is goedgekeurd voor gebruik op de netwerken GSM 900 en GSM 1800. De dualbandfunctie is een netwerkfunctie. Vraag uw leverancier of u zich op deze functie kunt abonneren.
Als u de stekker van een accessoire uit het stopcontact verwijdert, moet u aan de stekker trekken, niet aan het snoer. ■ Toegangscodes Met de onderstaande toegangscodes kunt u onbevoegd gebruik van de telefoon en SIM-kaart voorkomen. • Beveiligingscode: beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. Deze code wordt bij de telefoon geleverd. De standaardcode is 12345.
Algemene informatie • PIN2-code: deze code wordt bij sommige SIM-kaarten geleverd en is nodig voor bepaalde functies, zoals kostentellers. Als u driemaal na elkaar een onjuiste PIN2-code invoert, wordt u gevraagd naar de PUK2-code. • PUK- en PUK2-code: deze codes worden mogelijk bij de SIM-kaart geleverd. Als dat niet het geval is, neemt u contact op met de netwerkexploitant. 14 ©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
■ Toetsen en aansluitingen Hieronder worden de basisfuncties van de telefoontoetsen beschreven. Meer informatie over de toetsen vindt u verderop in deze gebruikershandleiding. Aan/uit-toets U schakelt de telefoon in en uit door de toets ingedrukt te houden. Als u in de standby-modus kort op deze toets drukt, wordt een lijst met profielen weergegeven waarmee u de telefoongeluiden voor verschillende omgevingen kunt instellen.
Aan de slag Bladertoetsen In de standby-modus: toont de namen en telefoonnummers die in de telefoonlijst zijn opgeslagen. toont de lijst met laatst gekozen nummers. In het menu: met deze toetsen kunt u bladeren door menu’s en instellingen. Tijdens het intoetsen van een naam of nummer of het intoetsen van een tekstbericht: verplaatst de cursor naar links en verplaatst de cursor naar rechts. Tijdens een gesprek: met deze toetsen kunt u het luidsprekervolume aanpassen.
1. Aansluiting voor het zwarte HDD-2-hoofdtelefoonsnoer (hoofdtelefoon) 2. Aansluiting voor de lader 3. Aansluiting voor het grijze HDD-2-hoofdtelefoonsnoer (microfoon) 4. Interne microfoon 5. Aansluiting voor de ADE-1 audio line-in kabel 6. Aansluiting voor de DKE-2-verbindingskabel voor pc-verbinding 7. Radiotoets 8. Toets voor de Music player 9. Toets Volume omlaag 10. Toets Volume omhoog ©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Aan de slag ■ Schermindicatoren Schermindicatoren geven de huidige werking van de telefoon aan. Standby-modus De indicatoren die hieronder worden beschreven, worden weergegeven als de telefoon klaar is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd. Als dit scherm wordt weergegeven, bevindt de telefoon zich in de ‘standby-modus’. 1. Geeft aan welk cellulair netwerk op dit moment wordt gebruikt. 2. Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie.
Geeft aan dat u bezig bent met bellen. Zie Opbellen op pagina 4 en Verbinding maken met een WAP-dienst op pagina 81. Geeft aan dat u een tekst- of afbeeldingbericht hebt ontvangen. Zie Een tekstbericht lezen (Inbox - menu 2-2) op pagina 47 en Afbeeldingen (menu 2-4) op pagina 48. Geeft aan dat geen belsignaal klinkt wanneer u een oproep ontvangt, omdat de instelling ‘Oproepsignaal’ is ingesteld op Stil. Zie Geluid (menu 5) op pagina 54 en Profielen (menu 13) op pagina 75.
Aan de slag Geeft aan dat de timer-functie in de achtergrond actief is. Zie pagina 75. Geeft aan dat de naam die of het telefoonnummer dat u hebt geselecteerd in de telefoonlijst, wordt opgeslagen op de SIM-kaart. Zie pagina 43. ■ Een SIM-kaart plaatsen • Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. • De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
Zorg ervoor dat de goudkleurige connectors op de kaart omlaag zijn gericht en dat de afgeronde hoek zich links bevindt. 4. Lijn de goudkleurige contactpunten op de batterij uit met de overeenkomstige connectors op de telefoon en druk op het tegenovergestelde uiteinde van de batterij totdat deze vastklikt. 5. Plaats de klemmetjes van de cover in de overeenkomstige sleuven op de telefoon en druk de cover stevig omlaag totdat deze vastklikt.
Aan de slag 1. Sluit de kabel van de lader aan op de aansluiting aan de links op de telefoon. 2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. De indicatiebalk voor de batterij begint te schuiven. • Bij gebruik van de lader ACP-7 kan het opladen van de batterij die bij de telefoon wordt geleverd, maximaal zes uur duren. • Als Laadt niet op wordt weergegeven, wacht u een moment en koppelt u de lader los. Sluit de lader vervolgens opnieuw aan en probeer het nogmaals.
NORMALE POSITIE: Houd de telefoon vast zoals elke andere telefoon, met de antenne omhoog en over de schouder gericht. ■ De hoofdtelefoon aansluiten en gebruiken U kunt via de meegeleverde stereohoofdtelefoon HDD-2 luisteren naar de FM-radio of Music player in de telefoon. Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Aan de slag Waarschuwing! Het beluisteren van muziek met een hoog volumeniveau kan het gehoor beschadigen. U kunt het volume van de hoofdtelefoon instellen door op de toets Volume omhoog of Volume omlaag op de zijkant van de telefoon te drukken. De hoofdtelefoon gebruiken om te bellen en oproepen te beantwoorden Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl u de hoofdtelefoon gebruikt, drukt u op de hoofdtelefoontoets die zich op het microfoongedeelte van de hoofdtelefoon bevindt.
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved. 25 Aan de slag Aan de slag 3. U kunt Nokia Audio Manager gebruiken voor het beheer van uw geluidsbestanden. Als u de telefoon wilt aansluiten op de pc, gebruikt u de meegeleverde DKE-2 USB mini-B kabel (nummer 3 in de onderstaande afbeelding).
Aan de slag Belangrijk! Sluit de USB-kabel pas aan op de pc nadat u de pc-software Nokia Audio Manager hebt geïnstalleerd. Deze software vindt u op de cd-rom in het pakket met de Nokia 5510. 26 ©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
1. Toets het netnummer en telefoonnummer in met de cijfertoetsen. Als u een vergissing maakt, drukt u op om het teken links van de cursor te verwijderen. Voor internationale gesprekken: plaats een plusteken (+) en de landcode voor het netnummer (verwijder zo nodig de eerste 0). 2. Druk op (Bellen) en wacht op het antwoord.
Basisfuncties Het luidsprekervolume aanpassen U kunt het luidsprekervolume aanpassen tijdens een gesprek. Druk op om het volume te verhogen en op om het volume te verlagen. U kunt ook de volumetoetsen onderaan de telefoon gebruiken. De microfoon tijdelijk uitschakelen De microfoon van de telefoon uitschakelen tijdens een gesprek: druk op (Opties), ga naar Microfoon uit en druk op (Kiezen). De microfoon inschakelen: druk op op (Kiezen). en vervolgens op en vervolgens op (Opties).
Nieuwe oproep tijdens een gesprek U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren (netwerkdienst). 1. Druk tijdens een gesprek op om de tekst boven te wijzigen van Ophangen in Opties. 2. Druk op (Opties) en ga naar Nieuwe opr.. Druk op (Kiezen), toets het telefoonnummer in of haal het op uit de telefoonlijst en druk op (Bellen). Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. Het actieve gesprek wordt aangegeven met en het gesprek in de wachtstand met . 3.
Basisfuncties 1. Bel met de eerste deelnemer. 2. Druk tijdens het gesprek op en vervolgens op (Opties). Ga naar Nieuwe opr. en druk op (Kiezen) om de tweede deelnemer te bellen. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. 3. Druk op (Opties), ga naar Conferentie en druk op conferentiegesprek op te nemen. (Kiezen) om de eerste deelnemer in het 4. Herhaal stap 2 en 3 om een nieuwe deelnemer in het gesprek op te nemen. 5.
(Ophangen) om het gesprek te beëindigen. Een oproep doorschakelen of weigeren Als u de oproep niet wilt beantwoorden, drukt u op . De beller hoort een “in-gesprek”-toon. Als de functie Doorschakelen indien in gesprek is geactiveerd (zie pagina 59), wordt de oproep doorgeschakeld, bijvoorbeeld naar uw voicemail.
Basisfuncties ■ Voicemailberichten opvragen 1. Houd de cijfertoets 1 kort ingedrukt in de standby-modus om uw voicemailbox voor de tweede keer te bellen. Het nummer van uw voicemailbox krijgt u van de netwerkexploitant. 2. Als het nummer van uw voicemail wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op (OK). Zie ook Voicemailboxnummer (menu 2-9) op pagina 51 en Doorschak. (menu 7) op pagina 59. 3. Beluister de berichten die u hebt ontvangen. 4. Beëindig de oproep door op (Ophangen) te drukken.
• U kunt een oproep op de gebruikelijke wijze beantwoorden, beëindigen of weigeren. Tijdens een gesprek kunt u de telefoon op de gebruikelijke wijze bedienen. • De hoofdtelefoon HDC-2 kan op normale wijze worden gebruikt. Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Het nummer wordt uitsluitend weergegeven als alle cijfers zijn ingetoetst.
Basisfuncties Zie Geluid (menu 5) op pagina 54 en Profielen (menu 13) op pagina 75 voor meer informatie. 1. Druk vanuit de standby-modus kort op de aan/uit-toets ( 2. Ga met of 3. Druk op ). naar het gewenste profiel (bijvoorbeeld Stil om de beltonen uit te schakelen). (OK) om de instelling te bevestigen. ■ Een telefoonnummer met een naam opslaan Een nieuwe naam en nieuw telefoonnummer opslaan in de telefoonlijst: 1. Druk vanuit de standby-modus op (Kiezen). 2.
■ Tekst intoetsen U kunt cijfers en letters intoetsen net zoals met een toetsenbord. 1. Wanneer u tekst wilt intoetsen, drukt u op de toets met het gewenste teken. 2. Speciale tekens intoetsen: • Druk op de Chr-toets om een tabel met speciale tekens te openen waarin u het teken kunt selecteren dat u wilt invoegen. OF • Houd de Chr-toets ingedrukt terwijl u op een lettertoets drukt. Het eerste speciale teken wordt weergegeven.
Basisfuncties ■ Snelkeuze Snelkeuze is een handige manier om een telefoonnummer te kiezen dat aan een cijfertoets is toegekend (2 tot en met 9). Een telefoonnummer toekennen aan een cijfertoets Druk tweemaal op (Menu) in de standby-modus. Ga naar Snelkeuze en druk op (Kiezen). Ga naar de gewenste toets en druk op (Toewijzen). Ga naar de gewenste naam of het gewenste telefoonnummer en druk op (Kiezen).
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved. 37 Basisfuncties Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Toets het alarmnummer in en druk op (Bellen). Het nummer wordt pas weergegeven nadat u het laatste cijfer hebt ingetoetst. Basisfuncties • U kunt naar de radio of de Music player luisteren.
Menufuncties 3. Menufuncties De telefoon biedt een groot aantal functies waarmee u het toestel aan uw wensen kunt aanpassen. Deze functies zijn ingedeeld in menu’s. ■ Een menufunctie activeren Door te bladeren 1. Druk tweemaal op (Menu) in de standby-modus. 2. Druk op of om naar het gewenste hoofdmenu te gaan (bijvoorbeeld Instellingen) en druk op (Kiezen) om het menu te openen. 3.
De menu’s, submenu’s en instellingen zijn genummerd en kunnen worden geopend via het bijbehorende indexnummer. Het indexnummer wordt rechtsboven in het scherm weergegeven. 1. Druk op (Menu). 2. Toets snel (binnen drie seconden) het indexnummer in van het menu dat u wilt openen. Herhaal deze stap voor een submenu. 3. Toets binnen drie seconden het indexnummer in van de gewenste functie en instelling. ■ Een menu afsluiten U kunt terugkeren naar het vorige menuniveau door op ingedrukt te houden.
Menufuncties ■ Overzicht van de menufuncties 1. Telefoonlijst 1. Zoeken 2. Servicenrs. 1 3. Naam toevoeg. 4. Wissen 5. Bewerken 6. Kopiëren 7. Toewijzen 8. V'krtje zenden 9. Opties 1. Actief geheugen 2. Type weergave kiezen 3. Status geheug. 10.Snelkeuze 11. Spraaknrs. 2. Berichten 1. Berichten intoetsen 2. Inbox 3. Outbox 1. 2. 3. 4. 40 4. Afbeeldingen 5. Sjablonen 6. Smiley's 7. Berichtenopties 1. Set %N 12 1. Nummer van berichtencentrale 2. Berichten verzenden als 3. Geldigheid van berichten 2.
1. Wordt alleen getoond als de telefoon is aangesloten op de hoofdtelefoon HDD-2. 2. Mogelijk worden de niet-ondersteunde doorschakelopties niet weergegeven. ©2002 Nokia Corporation. All rights reserved. 41 Menufuncties 8. Schermbeveiliging 6. Instellingen 1. Oproepinstellingen 1. Automatisch herhalen 2. Snelkeuze 3. Wachtfunctieopties 4. Eigen nummer zenden 5. Gebruikte telefoonlijn 6. Automatisch opnemen 1 2. Gebruiks- opties 1. Taalkeuze 2. Celinformatie 3. Welkomsttekst 4. Netwerk kiezen 5.
Menufuncties 8. Muziek 1. Music player 2. Radio 3. Opname-eenheid 4. Speellijst 9. Spelletjes 10. Calculator 1. Alarmklok 2. Klokinstellingen 3. Datum instellen 4. Stopwatch 5. Timer-functie 6. Datum en tijd automatisch 13.Profielen 11. Herinneringn 14. Diensten 12.Klok 15. SIM-diensten1 1. De beschikbaarheid, naam en inhoud is afhankelijk van de gebruikte SIM-kaart. 42 ©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op Als u dit menu wilt openen tijdens een gesprek, drukt u op Opties. Druk op (Opties) en selecteer Telefoonlijst. (Menu) en vervolgens op (Kiezen). om de tekst boven te wijzigen in • Zoeken: u kunt de gewenste naam en het gewenste telefoonnummer in de telefoonlijst opzoeken, bijvoorbeeld om te bellen (zie Bellen met behulp van de telefoonlijst op pagina 27).
Menufuncties • Toewijzen: hiermee kunt u de gewenste beltoon instellen die moet worden afgespeeld wanneer u een oproep van een bepaald telefoonnummer ontvangt. Ga naar de gewenste naam of het gewenste telefoonnummer, druk op (Toewijzen) en selecteer de gewenste beltoon. • V’krtje zenden: u kunt een naam en telefoonnummer als tekstbericht ('visitekaartje') naar een compatibele telefoon sturen.
Als u de hoofdtelefoon HDD-2 gebruikt, houdt u de hoofdtelefoontoets op het microfoongedeelte van de hoofdtelefoon ingedrukt totdat een korte toon klinkt. Spreek het spraaknummer duidelijk uit. Spraaknummers worden opgeslagen in de telefoon en worden verwijderd wanneer u een andere SIM-kaart plaatst. Houd rekening met het volgende voordat u voicedialling gebruikt: • Spraaknummers zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker. • Spraaknummers zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden.
Menufuncties ■ Berichten (Menu 2) In dit menu kunt u berichten maken en verzenden, en instellingen voor tekst-, afbeelding- en spraakberichten weergeven en wijzigen. Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op (Kiezen). (Menu), ga naar Berichten en druk op Tekstberichten intoetsen en verzenden (Berichten intoetsen - menu 2-1) U kunt een bericht uit meerdere delen ter lengte van bijna drie gewone tekstberichten intoetsen en verzenden (netwerkdienst).
Een tekstbericht lezen (Inbox - menu 2-2) Wanneer u een tekstbericht ontvangt in de standby-modus, hoort u een waarschuwingstoon en wordt het aantal nieuwe berichten en het symbool weergegeven. 1. Druk op (Lezen) om de berichten direct te bekijken. Als u de berichten niet direct wilt bekijken, drukt u op en opent u het menu Inbox (menu 2-2) op het moment dat u de berichten wilt weergeven. 2. Ga naar het gewenste bericht en druk op 3. Gebruik of (Lezen). om door het bericht te bladeren. 4.
Menufuncties De opgeslagen berichten weergeven (Outbox - menu 2-3) In het menu Outbox kunt u de berichten bekijken die u hebt ingetoetst en opgeslagen in het menu Berichten intoetsen (menu 2-1). Als u op (Opties) drukt, worden dezelfde opties weergegeven als voor Inbox (menu 2-2), met uitzondering van Antwoorden, Chatten en Details. Afbeeldingen (menu 2-4) U kunt tekstberichten met afbeeldingen ontvangen en verzenden (netwerkdienst).
Sjablonen (menu 2-5) U kunt de standaardberichten (sjablonen) die u gebruikt om een bericht in te toetsen, weergeven, wijzigen en wissen. Ga naar het gewenste bericht en druk op (Lezen). Als u de sjabloon wilt bewerken of wissen, drukt u op (Opties) en selecteert u de gewenste optie. Als u tijdens het bewerken van een sjabloon op opties, waaronder Zenden en Sjabloon opsln.
Menufuncties Set %N 1 (menu 2-7-1) 1 Een set is een verzameling instellingen die benodigd zijn voor het verzenden van tekst- en afbeeldingberichten. Elke set bevat de volgende instellingen: • Nummer van berichtencentrale: u hebt het nummer van de berichtencentrale nodig als u tekst- en afbeeldingberichten wilt verzenden. Dit nummer krijgt u van uw netwerkexploitant. • Berichten verzenden als: u kunt het netwerk verzoeken om uw bericht om te zetten in de indeling E-mail, Fax of Semafoonopr. (netwerkdienst).
Infodienst (menu 2-8) Via deze netwerkdienst kunt u berichten over diverse onderwerpen (bijvoorbeeld verkeersinformatie) ontvangen van het netwerk. Neem contact op met uw netwerkexploitant voor meer informatie. Voicemailboxnummer (menu 2-9) U kunt het nummer van uw voicemailbox opslaan (netwerkdienst). Toets het nummer in (dit krijgt u van de netwerkexploitant) en druk op (OK). Zie Doorschak. (menu 7) op pagina 59 als u gesprekken wilt doorschakelen.
Menufuncties U kunt een chatsessie starten vanuit dit menu, of door Chatten te selecteren tijdens het lezen van een ontvangen bericht. 1. Toets vanuit het menu Chatten het telefoonnummer van de andere persoon in of haal dit op uit de telefoonlijst (zie Bellen met behulp van de telefoonlijst op pagina 27) en druk op (OK). Als u eerder met dezelfde persoon hebt gechat, worden de laatste 500 tekens van de vorige chatsessie weergegeven. 2.
Gemiste en ontvangen oproepen worden geregistreerd als de telefoon is ingeschakeld, zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt en als het netwerk dit ondersteunt. Als u op (Opties) drukt vanuit het menu Gemiste oproepen, Ontvangen oproepen of Laatst gekozen nummers, kunt u de tijd van het gesprek weergeven en een geregistreerd telefoonnummer wijzigen, weergeven of bellen. U kunt het telefoonnummer ook aan de Telefoonlijst toevoegen of uit de lijst met telefoonnummers verwijderen.
Menufuncties Opmerking: De gespreksduur die door de netwerkexploitant in rekening wordt gebracht voor oproepen en diensten kan variëren afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. • Gesprekskosteninstellingen: met de optie Oproepkostenlimiet kunt u de kosten van uw gesprekken beperken tot het gewenste aantal kosteneenheden of valuta-eenheden (netwerkdienst).
• Toetsenbordvolume: hiermee kunt u het volume voor de toetsenbordtonen instellen. • Alarmgeluiden: hiermee kunt u de waarschuwingstonen van de telefoon instellen, bijvoorbeeld een signaal dat de batterij bijna leeg is. • Trilalarm: u kunt de telefoon instellen op trillen wanneer u een oproep of tekstbericht ontvangt. • Schermbeveiliging: hiermee kunt u de afbeelding instellen die na een bepaalde tijd ('timeout') wordt weergegeven in de standby-modus.
Menufuncties Oproepinstellingen (menu 6-1) • Automatisch herhalen: stelt het toestel in om maximaal tien nieuwe kiespogingen uit te voeren na een mislukte poging. • Snelkeuze: als deze functie is ingeschakeld, kunt u de namen en telefoonnummers die zijn toegewezen aan de snelkeuzetoetsen 2 tot en met 9 bellen door de bijbehorende toets ingedrukt te houden.
• Celinformatie: hiermee kunt u de telefoon zodanig instellen dat deze aangeeft wanneer de telefoon wordt gebruikt in een cellulair netwerk dat op MCN (Micro Cellular Network)-technologie is gebaseerd (netwerkdienst). In een MCN-netwerk kan lokaal bellen goedkoper zijn. • Welkomsttekst: u kunt een bericht intoetsen dat kort wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
Menufuncties • Vaste nummers: hiermee kunt u uitgaande oproepen beperken tot bepaalde telefoonnummers als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Opmerking: Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunnen in sommige netwerken mogelijk nog wel bepaalde alarmnummers worden gekozen (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). • Closed User Group (CUG): met deze netwerkdienst kunt u oproepen beperken tot oproepen naar en van een geselecteerde groep mensen.
Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op (Kiezen). (Menu), ga naar Doorschak. en druk op 1. Ga met of naar de gewenste doorschakeloptie en druk op (Kiezen). Selecteer bijvoorbeeld Doorschakelen indien in gesprek om oproepen door te schakelen wanneer u in gesprek bent of als u een oproep wilt weigeren. 2.
Menufuncties Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op (Kiezen). (Menu), ga naar Muziek en druk op Muziekbestanden overbrengen vanaf een pc: zie de aanwijzingen in hoofdstuk 4, Nokia Audio Manager op pagina 89. Music player (menu 8-1) Met de Music player kunt u luisteren naar de muzieknummers die u in de telefoon hebt opgeslagen. Als u muziek wilt luisteren, sluit u de hoofdtelefoon HDD-2 aan op de telefoon (zie De hoofdtelefoon aansluiten en gebruiken op pagina 23).
Als u de USB-kabel op de telefoon aansluit, wordt de Music player automatisch uitgeschakeld. Als u de instellingen wilt wijzigen, drukt u op uit de volgende opties: (Opties) en selecteert u Instellingen. U kunt kiezen • Afspeelopties: selecteer Normaal om de muzieknummers die zijn opgeslagen in de telefoon af te spelen in de volgorde waarin ze in de speellijst staan, of selecteer Willekeurig.
Menufuncties U kunt het volume van de hoofdtelefoon instellen door op de toets Volume omhoog of Volume omlaag op de zijkant van de telefoon te drukken. Waarschuwing! Het beluisteren van muziek met een hoog volumeniveau kan het gehoor beschadigen. De kwaliteit van het geluid is afhankelijk van het bereik van de radiozender in uw gebied. Tip: u kunt de Radio snel inschakelen door op de radiotoets op de zijkant van de telefoon te drukken (zie de afbeelding op pagina 17).
(Opties) te drukken en Uitzetten te selecteren. U kunt een binnenkomende oproep gewoon beantwoorden terwijl u naar de radio luistert. Het volume van de Radio wordt dan uitgeschakeld. Als u het gesprek hebt beëindigd, wordt de Radio automatisch weer ingeschakeld. Als u een andere radiozender wilt beluisteren, drukt u op de overeenkomstige cijfertoets. Als u wilt bellen, houdt u ingedrukt om terug te keren naar de standby-modus.
Menufuncties • Als u de muziekopname wilt opslaan, toetst u de titel van het nummer (Titel van nummer:) in en drukt u op (OK). Toets de naam van de artiest (Artiest:) in en druk op Opslaan). Het muzieknummer is nu opgeslagen in het geheugen van het apparaat. U kunt geen telefoonnummer kiezen als u bezig bent met opnemen. Als u wilt bellen, houdt u ingedrukt om de opname af te breken en terug te keren naar de standby-modus.
Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op (Kiezen). (Menu), ga naar Spelletjes en druk op Tip: u kunt tijdens het spelen van een spelletje naar muziek luisteren. Selecteer het gewenste spelletje en druk op de toets voor de Music player of de radio op de zijkant van de telefoon. Het spelen van spelletjes verbruikt batterijcapaciteit en heeft invloed op de werkingstijd van de telefoon. Algemene instellingen voor spelletjes wijzigen Ga naar Instellingen en druk op (Kiezen). (Kiezen).
Menufuncties Een spelletje starten en de bijbehorende instellingen wijzigen Ga naar Selecteer spel en druk op (Kiezen). (Kiezen). Ga naar het gewenste spelletje en druk op U kunt een spelletje starten (Nieuw spel), de hoogste score tot dusver bekijken (Hoge scores), de instellingen voor het spelletje wijzigen (Opties) of helptekst voor het spelletje weergeven (Instructies).
Snake II: u kunt de slang langer maken door deze in de richting van het voedsel te dirigeren. • U kunt de slang verplaatsen met de toetsen die worden aangeduid door donkergrijze pijlen in de bovenstaande afbeelding. • U kunt de lichtgrijs aangeduide speciale toetsen in de bovenstaande afbeelding gebruiken om de slang sneller te verplaatsen. ©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Menufuncties Space Impact: stuur Geneva’s ruimteschip op een missie om buitenaardse legers te verslaan. • Navigeer het ruimteschip met de toetsen die door pijlen worden aangeduid in de afbeelding. • Vuur uw belangrijkste wapen af met de toetsen die worden aangeduid met M in de afbeelding. • Vuur speciale wapens af met de toetsen die worden aangeduid met S in de afbeelding. • Probeer ook de lichtgrijs aangeduide alternatieve toetsen in de afbeelding. 68 ©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
• Breng de kogels in het spel met de toetsen die worden aangeduid met L in de afbeelding. Houd de toets ingedrukt voor meer kracht. • Bedien de bumpers met de toetsen die door pijlen worden aangeduid in de afbeelding. Als u beide bumpers tegelijkertijd wilt bewegen, drukt u op een van de toetsen die worden aangeduid met B in de bovenstaande afbeelding. • Stoot tegen de tafel met de toetsen die worden aangeduid met N in de afbeelding. Als u te veel stoot, kantelt de tafel.
Menufuncties Bantumi: verzamel de meeste bonen en win het spel. • Verplaats de hand met de toetsen die door pijlen worden aangeduid in de afbeelding. • Haal de bonen uit de pot met de toetsen die worden aangeduid met P in de bovenstaande afbeelding. • Verwissel van beurt met de toetsen die worden aangeduid met C in de afbeelding. • Geef een hint voor de volgende zet weer met de toetsen die worden aangeduid met H in de afbeelding.
• Ga naar de gewenste afbeelding met de toetsen die worden aangeduid met pijlen. • Geef de afbeelding weer met een van de toetsen die worden aangeduid met R. ■ Calculator (menu 10) De telefoon is voorzien van een calculator die kan worden gebruikt voor valutaconversies. Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op (Kiezen). (Menu), ga naar Calculator en druk op Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Menufuncties Een berekening maken • Druk op de cijfertoetsen 0 tot en met 9 om cijfers in te toetsen, druk op de punt voor een decimaalteken en druk op om het cijfer links van de cursor te verwijderen. Als u het teken wilt wijzigen, drukt u op (Opties) en selecteert u Teken wijz.. • Druk op (Opties) en selecteer Optellen, Aftrekken, Vermenigvld. of Delen, al naar gelang het type berekening dat u wilt uitvoeren. • Druk voor het resultaat op • Als u (Opties) en selecteer Uitkomst.
Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op (Kiezen). (Menu), ga naar Herinneringn en druk op Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Ga naar een van de volgende functies en druk op (OK): • Nwe toevoeg.: toets een notitie in (zie Tekst intoetsen op pagina 35) en druk op desgewenst een waarschuwingssignaal aan de notitie toevoegen.
Menufuncties • Alarmklok: u kunt instellen dat de telefoon op het gewenste tijdstip een waarschuwingssignaal geeft. Toets de tijd in en druk op (OK). Als het ingestelde tijdstip is bereikt, klinkt een waarschuwingssignaal en knippert de tekst Alarm! %UU kunt het waarschuwingssignaal met een druk op een willekeurige toets afbreken. Als u op (Snooze) drukt, wordt het alarm een paar minuten onderbroken.
De functie Stopwatch maakt gebruik van de batterij. Hierdoor wordt de spreektijd van de telefoon bekort. Laat deze functie niet actief op de achtergrond terwijl u andere functies van de telefoon gebruikt. • Timer-functie: hiermee kunt u instellen dat de telefoon op het gewenste tijdstip een waarschuwingssignaal geeft. Toets de tijd in en druk op (Starten). In dit menu kunt u ook de optie Tijd wijzigen of Timer stoppen kiezen. Als de timer actief is, wordt weergegeven in de standby-modus.
Menufuncties Een profiel activeren en de instellingen wijzigen 1. Open het menu Profielen, ga naar het gewenste profiel en druk op bijvoorbeeld het profiel Stil als u alle beltonen wilt uitschakelen. (Kiezen). Selecteer Sommige profielen kunt u vervangen door profielen die u ontvangt, bijvoorbeeld van uw netwerkexploitant. Neem contact op met uw netwerkexploitant of andere leverancier van profielen voor meer informatie over de beschikbaarheid en compatibiliteit van de profielen. 2.
Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op (Kiezen). (Menu), ga naar Diensten en druk op Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Neem contact op met uw netwerkexploitant en/of de WAP-serviceprovider van uw keuze voor informatie over de beschikbaarheid en tarieven van de verschillende WAP-diensten.
Menufuncties 2. Sla de verbindingsinstellingen op. Zie De telefoon instellen voor een WAP-dienst hieronder. Zie ook De weergaveinstellingen van WAP-pagina’s wijzigen op pagina 84. 3. Maak verbinding met de gewenste WAP-dienst (kies het telefoonnummer). Zie Verbinding maken met een WAP-dienst op pagina 81. 4. Blader door de pagina's van de WAP-dienst. Zie Bladeren door de pagina’s van een WAP-dienst op pagina 82. 5. Beëindig de verbinding met de WAP-dienst als u klaar bent.
Druk op (Opslaan) om de instellingen op te slaan of druk op met opties. om terug te keren naar de lijst De verbindingsinstellingen handmatig intoetsen Neem contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor de juiste instellingen. 1. Open het menu Diensten, ga naar Instellingen en druk op 2. Druk op (Kiezen). (Kiezen) als Verbindingsinstellingen wordt weergegeven. 3. Ga naar een set verbindingsinstellingen en druk op (Opties).
Menufuncties • Drager (een verbindingsmethode): ga naar USSD of Data en druk op (Kiezen). Neem contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor informatie over tarieven, verbindingssnelheid en andere gegevens. • Dienstcode (weergegeven als USSD de drager is): toets de code in en druk op (OK). • Dienstnummer (weergegeven als het USSD-adrestype Dienstnummer is): toets het dienstnummer in en druk op (OK).
Als u dezelfde WAP-dienst als de vorige keer wilt gebruiken, hoeft u de instellingen niet opnieuw te activeren. De instellingen activeren: 1. Open het menu Diensten, ga naar Instellingen en druk op 2. Ga naar Verbindingsinstellingen en druk op (Kiezen). 3. Ga naar de juiste verbindingsset en druk op (Opties). 4. Ga naar Activeren en druk op (Kiezen). (Kiezen). Maak vervolgens verbinding met de WAP-dienst. Gebruik een van de volgende methoden: • Open de homepage van de WAP-dienst.
Menufuncties • Toets het adres van de WAP-dienst in: open het menu Diensten, selecteer Ga naar adres en druk op (Kiezen). Toets het adres van de WAP-dienst in (druk op de Chr-toets voor speciale tekens) en druk op (OK). Het prefix http:// wordt automatisch vóór het adres toegevoegd. Dit hoeft u dus niet in te toetsen. Als u een ander protocol dan http gebruikt (bijvoorbeeld ftp), moet u het juiste prefix toevoegen. In de telefoon kunnen bookmarks zijn geïnstalleerd voor sites die niet van Nokia zijn.
Kiezen: hiermee selecteert u een koppeling of een ander gemarkeerd item op de WAP-pagina. Weergave-inst.: hiermee kunt u regeldoorloop van tekstregels instellen en de afbeeldingen op de WAP-pagina verbergen. Zie De weergaveinstellingen van WAP-pagina’s wijzigen op pagina 84 voor meer informatie. Bookmarks: u kunt bookmarks beheren, bijvoorbeeld door de huidige WAP-pagina als bookmark op te slaan. Zie Bookmarks opslaan en beheren op pagina 85 voor meer informatie. Gebruik nr.
Menufuncties schermbeveiliging. Als de afbeelding die u wilt opslaan te groot is voor afbeeldingberichten of voor gebruik als schermbeveiliger, kunt u het gewenste gebied selecteren door het kader te verplaatsen dat boven de afbeelding wordt weergegeven. Druk vervolgens op (Kiezen). Een bewegende afbeelding die werd opgeslagen vanaf een WAP-pagina, kan niet worden gebruikt in afbeeldingberichten.
Als geen WAP-verbinding actief is 1. Open het menu Diensten, ga naar Bookmarks en druk op 2. Ga naar de gewenste bookmark en druk op (Kiezen). (Opties). Als u een nieuwe bookmark wilt opslaan, selecteert u een willekeurige bookmark. 3. Ga naar een van de volgende opties en druk op (Kiezen). • Bookm. toev.: u kunt een nieuwe bookmark maken zonder verbinding te maken met een WAPdienst. Toets het adres van de WAP-pagina in en druk op (OK). Toets een naam in voor de WAP-pagina en druk op (OK).
Menufuncties Het cachegeheugen leegmaken De opgevraagde gegevens of diensten worden tijdelijk opgeslagen in de cache van de telefoon. Als u gebruik hebt gemaakt of geprobeerd hebt gebruik te maken van vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven (bijvoorbeeld uw bankrekening), kunt u de cache van de telefoon na gebruik beter legen. U kunt de cache als volgt legen: • Open het menu Diensten, ga naar Cache wissen en druk op (Kiezen).
U kunt het certificaat downloaden van een WAP-pagina als de WAP-dienst het gebruik van beveiligingscertificaten ondersteunt. Nadat u het certificaat hebt gedownload, kunt u het bekijken en vervolgens opslaan of verwijderen. Als u het certificaat opslaat, wordt het toegevoegd aan de lijst met certificaten in de telefoon. U kunt er pas zeker van zijn dat een WAP-gateway of WAP-server betrouwbaar is als de identiteit is gecontroleerd aan de hand van het overeenkomstige certificaat in de telefoon.
Menufuncties Het beveiligingspictogram geeft echter niet aan dat de datatransmissie tussen de gateway en de inhoudserver (plaats waar de opgevraagde bron is opgeslagen) beveiligd is. Het is de taak van de serviceprovider om de datatransmissie tussen de gateway en server te beveiligen. ■ SIM-diensten (menu 15) Dit menu verschijnt alleen als uw SIM-kaart extra diensten biedt. De naam en inhoud van dit menu zijn afhankelijk van de beschikbare diensten.
U kunt muziekbestanden die u vanaf de radio hebt gemaakt, voor archiefdoeleinden naar de pc kopiëren via de meegeleverde USB-kabel en Windows Verkenner. Vanwege de beperkingen die gesteld worden door auteursrechten, kunt u deze bestanden uitsluitend afspelen met de Nokia 5510. Als u Nokia Audio Manager gebruikt, hoeft u de telefoon slechts aan te sluiten op de pc en kunt u alle andere bewerkingen uitvoeren op de pc.
Nokia Audio Manager De software wordt niet ondersteund op zelf samengestelde systemen waarop Windows 98 is geïnstalleerd of op systemen die zijn bijgewerkt van Windows 95 of 3.1 naar Windows 98. • Pentium MMC 266 MHz CPU (Pentium 300 MHz wordt aanbevolen). • Ten minste 35 MB vrije schijfruimte. Extra ruimte is vereist voor muziekbestanden. • Minimaal 48 MB geheugenruimte wordt aanbevolen, 64 MB wordt aangeraden voor Windows 2000.
1. Muzieknummers overbrengen naar de Nokia Audio Manager-database. Zie de volgende sectie of de Audio Manager Helps voor instructies. 2. Open Nokia Audio Manager op de pc. 3. Klik op kopiëren naar apparaten. 4. Selecteer de muzieknummers of speellijsten die u naar de telefoon wilt overbrengen: klik op de tab Tracks selecteren in database of Overzichten selecteren in database, klik op de gewenste nummers of speellijsten om deze te markeren en klik op OK. 5.
Nokia Audio Manager op markeringen te klikken om deze te verwijderen. Als u de nummers wilt opnemen, klikt u op de knop Beginnen met lezen. • Als u geluidsbestanden op de pc wilt zoeken om deze aan de database toe te voegen, opent u het menu Bestand en selecteert u Tracks op vaste schijf zoeken. • Als u titels wilt wijzigen, klikt u op de knop Trackgegevens bewerken. Selecteer een nummer en klik op de knop Controleren/bewerken.
De telefoon werkt met een oplaadbare batterij. De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gebruiksduur (gesprekstijd en standby-tijd) aanzienlijk korter is dan normaal, is het beter een nieuwe batterij te kopen.
Informatie over de batterij omgevingstemperatuur van de batterij altijd tussen de 15°C en 25°C ligt. Een telefoon met een extreem warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De prestaties van batterijen zijn met name minder in temperaturen onder het vriespunt. Gooi batterijen nooit in vuur! Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale wetgeving (bijvoorbeeld recycling).
• Houd de telefoon en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht bevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. • Gebruik of bewaar de telefoon niet op stoffige of vuile plaatsen. De bewegende onderdelen kunnen worden beschadigd. • Bewaar de telefoon niet op plaatsen waar het heet is.
VERZORGING EN ONDERHOUD Alle bovenstaande tips gelden voor de telefoon, de batterij, oplader en andere accessoires. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van deze onderdelen niet goed werkt. Het personeel zal u helpen en indien nodig zorgen voor onderhoud of reparatie. 96 ©2002 Nokia Corporation. All rights reserved.
Gebruik geen handtelefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research. Voor mensen met een pacemaker geldt het volgende: • Houd de telefoon op meer dan 20 cm afstand van uw pacemaker als de telefoon is ingeschakeld; • Draag de telefoon niet in een borstzak; • Houd de telefoon bij het oor aan de andere zijde van het lichaam dan waar de pacemaker zich bevindt om de kans op storing te minimaliseren.
■ Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel de telefoon uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Vonken kunnen op zulke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Gebruikers wordt geadviseerd om de telefoon uit te schakelen in benzinestations.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Het is verboden de telefoon in een vliegtuig te gebruiken. Schakel de telefoon uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telefoons kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig en kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren. Bovendien kan het in strijd zijn met de wet.
■ Informatie over certificatie (SAR) DIT TYPE TELEFOON VOLDOET AAN DE EISEN DIE DE EUROPESE UNIE HANTEERT VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN. Deze mobiele telefoon is een radiozender en -ontvanger. Het apparaat is ontworpen en geproduceerd in overeenstemming met de limieten voor blootstelling aan radiofrequentiesignalen (RF-signalen) die worden aanbevolen door de raad van de Europese Unie.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE met de standaard heeft bereikt, was 0,74 W/kg. Hoewel er verschillen kunnen zijn tussen de SAR-niveaus van verschillende telefoons en bij verschillende posities, voldoen deze allemaal aan de eisen van de Europese Unie op het gebied van blootstelling aan radiogolven. * De SAR-limiet die voor mobiele telefoons voor het publiek wordt gehanteerd, is 2,0 watt/kilogram (W/kg) evenredig verdeeld over tien gram weefsel.
A aan/uit-toets ..................................................15 accessoires hoofdtelefoon (HDC-2) ................44, 55 afbeeldingberichten .....................................47 alarmgeluiden .........................................54, 75 alarmklok ........................................................72 schermindicator .....................................19 alarmnummer kiezen ............................11, 98 audio manager ..............................................
Index PUK2-code .............................................. 14 PUK-code ................................................ 14 vaste nummers ...................................... 57 beveiligingsniveau ........................................ 57 bezig met bellen schermindicator .................................... 19 bladeren door menu’s en instellingen .... 16 bladertoetsen ................................................. 16 F fabrieksinstellingen ......................................58 FM-radio ......
H herinneringen ................................................71 hoofdtelefoon ................................................23 hoofdtelefoon (HDC-2) ........................36, 55 gebruiken voor voicedialling ..............44 hoofdtelefoon (HDC-5) ...............................32 in- en uitschakelen ............................... 15, 22 inactieve modus. Zie standby-modus. inbox ................................................................ 46 informatiedienst ......................................
Index M MCN. Zie celinformatie. menufuncties activeren ................................................. 37 afsluiten .................................................. 38 overzicht .................................................. 39 menufuncties afsluiten ............................... 16 microfoon, tijdelijk uitschakelen .............. 27 music player ................................................... 59 muziek ......................................................60, 88 luisteren naar muziek .......
O omrekenen van valuta’s ..............................71 in de standby-modus ...........................71 ontladen van batterijen ..............................91 ontvangen oproepen ....................................52 Zie ook oproep-info. ontvangen tekstberichten ..........................46 opbellen ...........................................................26 nieuwe oproep tijdens een gesprek .28 oplaadindicator .............................................18 opladen van de batterijen ...............
Index S schermbeveiliging .................................54, 75 schermindicatoren ....................................... 18 alarmklok ................................................ 19 Closed User Group (CUG) ................... 19 doorschakelen ........................................ 19 ontvangen tekstberichten .................. 19 stille modus ............................................ 19 stopwatch ............................................... 20 telefoonlijn 2 in gebruik .....................
©2002 Nokia Corporation. All rights reserved. 109 Index naam en nummer kopiëren ................ 42 naam en nummer naar andere telefoon zenden .................................... 43 naam en telefoonnummer opslaan ............................................. 33, 42 naam en telefoonnummer verplaatsen ............................................. 42 naam en telefoonnummer wijzigen 42 naam en telefoonnummer wissen uit telefoonlijst ............................................
V valuta’s, omrekenen .....................................71 vaste nummers ..............................................57 veiligheidsinstructies ............................10, 95 verkeersveiligheid .........................................95 verlichting tijdelijk inschakelen ..............................15 verplaatsen van de cursor ..........................16 verzorging en onderhoud ...........................93 visitekaartje. Zie naam en nummer naar andere telefoon zenden. voicedialling .............
zenden ©2002 Nokia Corporation. All rights reserved. 111 Index Z naam en nummer naar andere telefoon ................................................... 43 serviceverzoeken ................................... 50 tekstberichten ....................................... 45 Index nummer uit het display verwijderen 33 oproepen weigeren ...............................