CO_5200_120x166.
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het toestel RM-174 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privéen niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid ................... 6 Algemene informatie............. 10 Toegangscodes....................................... 10 Dienst voor configuratieinstellingen............................................. 11 Content downloaden ........................... 11 Nokia-ondersteuning........................... 12 1. Aan de slag ........................ 13 SIM-kaart en batterij installeren ..... 13 Een microSD-kaart plaatsen.............. 14 De microSD-kaart verwijderen ........
Snelkoppelingen ................................... Connectiviteit........................................ Oproepen ................................................ Telefoon .................................................. Toebehoren............................................. Configuratie........................................... Beveiliging.............................................. Updates van telefoonsoftware ......... Fabrieksinstellingen terugzetten ..... 57 58 64 65 66 67 68 69 70 10.
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving.
Voor uw veiligheid TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
Voor uw veiligheid ■ Netwerkdiensten Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken.
Voor uw veiligheid ■ Toebehoren Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren • Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
Algemene informatie Algemene informatie ■ Toegangscodes Beveiligingscode De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. U kunt de code wijzigen en de telefoon instellen op het vragen naar de code. Zie Beveiliging op pagina 68. PIN-codes De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer) en de UPIN-code (Universeel Persoonlijk IdentificatieNummer) van 4 tot 8 cijfers beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik.
Algemene informatie Blokkeerwachtwoord Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig wanneer u de Oproepen blokkeren gebruikt. Zie Beveiliging op pagina 68. ■ Dienst voor configuratie-instellingen Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS, Nokia Xpress-audioberichten en synchronisatie met een externe internetserver, moeten de juiste configuratie-instellingen op de telefoon worden ingesteld.
Algemene informatie ■ Nokia-ondersteuning Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product. Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten en -diensten. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, kunt u de lijst met plaatselijke Nokia Care-contactcentra raadplegen op www.nokia.com/customerservice. Als de telefoon onderhoud nodig heeft, kunt u op www.
Aan de slag 1. Aan de slag ■ SIM-kaart en batterij installeren Schakel het apparaat altijd uit en koppel de lader los voordat u de batterij verwijdert. Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BL-5B-batterij. Gebruik altijd originele Nokia-batterijen.
Aan de slag Plaats de batterij terug (7). Schuif de achtercover weer op de juiste plaats (8, 9). ■ Een microSD-kaart plaatsen Houd alle microSD-geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. 1. Verwijder de achtercover van de telefoon. 2. Plaats de kaart met het contactoppervlak naar beneden gericht in de sleuf voor de microSDkaart en druk op de kaart totdat deze op zijn plaats vergrendeld zit. 3. Sluit de achtercover van de telefoon. Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten met dit apparaat.
Aan de slag ■ De microSD-kaart verwijderen Belangrijk: Verwijder de microSD-kaart niet als er op dat moment een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer u de kaart tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken. 1. Zorg ervoor dat geen enkele toepassing gebruikmaakt van de microSD-geheugenkaart. 2. Verwijder de achtercover van de telefoon. 3.
Aan de slag ■ De schuiftelefoon openen Als u de schuif van de telefoon wilt openen, drukt u het bovenste gedeelte van de telefoon omhoog. ■ De telefoon in- en uitschakelen Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Houd de aan/uit-toets ingedrukt. Zie Toetsen en onderdelen op pagina 18. Als een PIN- of UPIN-code wordt gevraagd, toetst u de code in (weergegeven als ****) en selecteert u OK.
Aan de slag Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt.
De telefoon 2.
De telefoon ■ Standby-modus Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby-modus. Scherm Signaalsterkte van het mobiele netwerk (1) Laadstatus van de batterij (2) Indicatoren (3) Netwerknaam of operatorlogo (4) Klok (5) Hoofdscherm (6) Functie van linkerselectietoets (7) is Favor. of een snelkoppeling naar een andere functie. Zie Linkerselectietoets op pagina 57. Functie van middelste selectietoets (8) is Menu.
De telefoon Indicatoren Er zijn ongelezen berichten. Er zijn berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of waarvan de verzending is mislukt. De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd. , De telefoon is verbonden met de chatdienst en de aanwezigheidsstatus is online of offline. Er zijn één of meer chatberichten. De toetsen zijn geblokkeerd. De telefoon gaat niet over wanneer een oproep of tekstbericht wordt ontvangen. De wekker is geactiveerd. De timer is actief.
De telefoon Het tijdelijke profiel is geselecteerd. , , of Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid, oortje of muziekstandaard op de telefoon aangesloten. ■ Vluchtmodus U kunt alle activiteiten van de radiofrequentie deactiveren en nog steeds toegang hebben tot de offline spelletjes, agenda en telefoonnummers. Gebruik de vluchtmodus in een omgeving die gevoelig is voor radiosignalen—aan boord van een vliegtuig of in een ziekenhuis. Wanneer de vluchtmodus actief is, wordt weergegeven.
De telefoon ■ Functies zonder een SIM-kaart U kunt verschillende functies van uw telefoon gebruiken zonder een SIM-kaart te installeren (bijvoorbeeld gegevensoverdracht met een compatibele pc of een ander compatibel apparaat). Sommige functies worden grijs weergegeven en kunnen niet worden gebruikt. Als u een alarmnummer wilt kiezen, kan in sommige netwerken een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.
Algemene functies 3. Algemene functies ■ Oproep plaatsen 1. Voer het netnummer en telefoonnummer in. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in. 2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen. Als u het volume harder wilt zetten, drukt u op + en om het zachter te zetten op -. 3.
Algemene functies Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent. 1. Houd in de standby-modus de rechterselectietoets of de volume-omlaagtoets ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Nu spreken wordt weergegeven. 2. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. Als de ingesproken tekst wordt herkend, wordt een lijst met gevonden items weergegeven.
Algemene functies ■ Opties tijdens een gesprek Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn netwerkdiensten. Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over beschikbaarheid van netwerkdiensten. Selecteer tijdens een gesprek Opties en kies vervolgens één van de volgende opties: Gespreksopties zijn Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu, Toetsen blokk., Opnemen, Stemhelderheid, Luidspreker of Telefoon.
Tekst invoeren 4. Tekst invoeren U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Houd tijdens het invoeren van tekst Opties ingedrukt om te schakelen tussen normale tekstinvoer, aangegeven door , en tekstinvoer met woordenboek, aangegeven door . Niet alle talen worden ondersteund in de tekstinvoer met woordenboek.
Tekst invoeren 2. Wanneer u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer met het toevoegen van een spatie en door op 0 te drukken. Als het woord niet correct is, druk dan herhaaldelijk op * en selecteer het woord uit de lijst. Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, bevindt het woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek. Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u Spellen.
Navigeren door de menu's 5. Navigeren door de menu's De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn in menu's. 1. Druk op Menu om het menu te openen. U kunt de menuweergave wijzigen door Opties > Hoofdmenuweerg. > Lijst, Roosterweergave, Rooster (labels) of Tab te selecteren. Als u de menu's anders wilt indelen, bladert u naar het menu dat u wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Indelen > Verpl.. Ga naar de positie waar u het menu naartoe wilt verplaatsen en selecteer OK.
Berichten 6. Berichten U kunt tekstberichten, multimediaberichten en e-mailberichten, flitsberichten en kaarten lezen, invoeren, verzenden en opslaan. Alle berichten worden ingedeeld in mappen. ■ Tekstbericht Met SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten verzenden en ontvangen en tevens berichten met afbeeldingen ontvangen (netwerkdienst). Voordat u een tekstbericht of e-mailbericht via SMS kunt verzenden, moet u het nummer van de berichtencentrale opslaan. Zie Berichtinstellingen op pagina 43.
Berichten 3. Als u een e-mailbericht via SMS wilt verzenden, voert u een onderwerp in het veld Onderwerp: in. 4. Typ uw bericht in het veld Bericht:. in. 5. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten verzenden op pagina 32. Berichten lezen en beantwoorden 1. Als u het ontvangen bericht wilt bekijken, selecteert u Tonen. Selecteer Uit als u het bericht later wilt bekijken. Als u het bericht later wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten > Inbox. 2.
Berichten 2. Schrijf het bericht. Als u een bestand wilt toevoegen, selecteert u Invoegn en dan één van de beschikbare opties. 3. U kunt het bericht bekijken voordat u het verzendt door de optie Opties > Bekijken te selecteren. 4. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten verzenden op pagina 32. 5. Voer één of meer telefoonnummers of e-mailadressen in het veld Aan: in. Als u een telefoonnummer of e-mailadres wilt ophalen uit het geheugen, selecteert u Toevoeg.. 6.
Berichten Berichten verzenden Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Het bericht wordt opgeslagen in de map Outbox en het verzenden wordt gestart. Opmerking: Wanneer u een bericht verzendt, wordt de voortgangsindicator weergegeven.
Berichten ■ Kaarten Met de kaartberichtendienst (netwerkdienst) kunt u kaarten met een afbeelding en een begroeting maken en verzenden. De kaart wordt naar de serviceprovider verzonden als multimediabericht. De serviceprovider drukt de kaart af en stuurt deze afdruk naar het postadres dat in het bericht is aangegeven. MMS moet zijn geactiveerd om deze dienst te kunnen gebruiken. Voordat u de kaartdienst kunt gebruiken, moet u zich op deze dienst abonneren.
Berichten ■ Nokia Xpress-audioberichten U kunt de MMS gebruiken om op een eenvoudige manier een audiobericht te maken en te verzenden. MMS moet zijn geactiveerd voordat u audioberichten kunt gebruiken. Een bericht maken 1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Audiobericht. De recorder wordt geopend. Zie Recorder op pagina 80 voor informatie over het gebruiken van de recorder. 2. Spreek uw bericht in. 3. Voer één of meer telefoonnummers in het veld Aan: in, of selecteer Toevoeg.
Berichten Zie Verzonden berichten opslaan in Algemene instellingen op pagina 43 voor meer informatie over het instellen dat verzonden berichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden items. Als u berichten die u hebt ingevoerd en opgeslagen in de map Concepten wilt bewerken en verzenden, selecteert u Menu > Berichten > Concepten. U kunt uw berichten verplaatsen naar de map Opgeslagen items. Als u uw Opgeslagen items wilt indelen in submappen, selecteert u Menu > Berichten > Opgeslagen items.
Berichten U kunt de e-mailinstellingen activeren door Menu > Berichten > Berichtinstellingen > E-mailberichten te selecteren. Zie E-mailberichten op pagina 46. Deze toepassing ondersteunt geen toetsgeluiden. De instellingenwizard De instellingenwizard wordt automatisch gestart als er in de telefoon geen e-mailinstellingen zijn ingesteld. Als u de instellingen handmatig wilt invoeren, selecteert u Menu > Berichten > E-mail > Opties > Accounts beheren > Opties > Nieuw.
Berichten E-mailberichten downloaden 1. Als u e-mailberichten die naar uw e-mailaccount zijn verzonden, wilt downloaden, selecteert u Menu > Berichten > E-mail > Controle op e-mail. Als u meer dan één e-mailaccount hebt gedefinieerd, selecteert u de account waarvan u de e-mailberichten wilt downloaden. De e-mailtoepassing downloadt eerst de berichtkoppen. 2. Selecteer Terug > Inboxen, de accountnaam en het nieuwe bericht en selecteer vervolgens Ophalen om het volledige e-mailbericht te downloaden.
Berichten alle spame-mailberichten, Concepten voor het opslaan van onvoltooide e-mailberichten, Outbox voor het opslaan van e-mailberichten die niet zijn verzonden en Verzonden items voor het opslaan van e-mailberichten die zijn verzonden. Als u de mappen en hun inhoud wilt beheren, selecteert u Opties zodat de beschikbare opties voor de afzonderlijke mappen worden weergegeven.
Berichten Als er meerdere sets met verbindingsinstellingen voor de chatdienst beschikbaar zijn, kiest u de gewenste set. Maak uw keuze uit de volgende opties: Aanmelden — om verbinding te maken met de chatdienst. Als u de telefoon zo wilt instellen dat er automatisch verbinding wordt gemaakt met de chatdienst wanneer u de telefoon aanzet, selecteert u tijdens het aanmelden de optie Autom.
Berichten duidt een nieuw groepsbericht aan. duidt een gelezen groepsbericht aan. duidt een nieuw chatbericht aan. duidt een gelezen chatbericht aan. duidt een uitnodiging aan. De pictogrammen en tekst op het scherm zijn afhankelijk van de chatdienst. Online — toont het aantal contacten dat online is. Offline — toont het aantal contacten dat offline is.
Berichten Een uitnodiging accepteren of afwijzen Als u een chatuitnodiging ontvangt, selecteert u Lezen om deze te lezen. Als u meerdere chatuitnodigingen hebt ontvangen, selecteert u een uitnodiging en dan Openen. Als u wilt deelnemen aan een privégroepsgesprek selecteert u Accept. en vervolgens voert u de schermnaam in die u als uw alias wilt gebruiken. Selecteer Opties > Weigeren of Verwijderen als u de uitnodiging wilt afwijzen of verwijderen.
Berichten Berichten blokkeren of vrijgeven Als u tijdens een gesprek berichten wilt blokkeren, selecteert u Opties > Contact blokkeren. Als u berichten van een specifiek contact in uw lijst met contacten wilt blokkeren, bladert u naar het contact in Conversaties, Online, of Offline en vervolgens selecteert u Opties > Contact blokkeren > OK. Als u een contact wilt vrijgeven, selecteert u in het hoofdmenu voor chatberichten Opties > Blokkeerlijst.
Berichten Als dit door het netwerk wordt ondersteund, geeft het pictogram aan dat nieuwe voicemailberichten zijn ontvangen. Selecteer Luister om uw berichten te beluisteren. ■ Informatieberichten U kunt berichten over verschillende onderwerpen van uw serviceprovider ontvangen (netwerkdienst). Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Berichten Verzonden berichten opslaan > Ja — als u wilt instellen dat verzonden berichten moeten worden opgeslagen in de map Verzonden items. Overschrijven in Verzonden items > Toegestaan — om in te stellen dat oude berichten worden overschreven door nieuwe berichten wanneer het berichtengeheugen vol is. Deze instelling wordt alleen weergegeven als u Verzonden berichten opslaan > Ja instelt. Lettergrootte — om de lettergrootte in te stellen die voor berichten moet worden gebruikt.
Berichten Packet-gegevens gebruiken > Ja — om GPRS in te stellen als de gewenste SMS-drager. Tekenondersteuning > Volledig — om in te stellen dat alle tekens in de verstuurde berichten zichtbaar zijn. Als u Beperkt selecteert, worden tekens met accenten en andere markeringen mogelijk geconverteerd naar andere tekens. Antwoord via zelfde centrale > Ja — om de ontvanger van uw bericht de mogelijkheid te bieden om u via dezelfde berichtencentrale een antwoord toe te sturen (netwerkdienst).
Berichten Inkomende multimediaberichten — om in te stellen dat multimediaberichten automatisch of handmatig na bevestiging worden ontvangen of worden geweigerd. Deze instelling wordt niet weergegeven als de optie Ontvangst multimedia toestaan is ingesteld op Nee. Advertenties toestaan — om advertenties te ontvangen of te weigeren. Deze instelling wordt niet weergegeven als de optie Ontvangst multimedia toestaan is ingesteld op Nee of Configuratie-instellingen is ingesteld op Weigeren.
Berichten Instell. uitgaande mail (SMTP) — om SMTP (simple mail transfer protocol)-gegevens in te voeren en om opties in te stellen die worden gebruikt bij het verzenden van e-mails. Terminalvenster tonen > Ja — als u een handmatige gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren.
Contacten 7. Contacten U kunt namen en nummers (contacten) opslaan in het geheugen van de telefoon en het geheugen van de SIM-kaart. In het telefoongeheugen kunnen contacten worden opgeslagen met extra details, zoals diverse telefoonnummers en tekstitems. U kunt ook een afbeelding opslaan voor een beperkt aantal contacten. In het SIM-kaartgeheugen kunnen namen worden opgeslagen met één bijbehorend telefoonnummer. De contacten die in het SIMkaartgeheugen zijn opgeslagen, worden aangegeven door .
Contacten Zoek het contact waaraan u een gegeven wilt toevoegen en selecteer Gegev. > Opties > Info toevoegen. Selecteer één van de beschikbare opties. ■ Contacten kopiëren of verplaatsen Als u contacten van het telefoongeheugen naar het SIM-kaartgeheugen en omgekeerd wilt kopiëren of verplaatsen, selecteert u Menu > Contacten > Namen. Selecteer het contact dat u wilt kopiëren of verplaatsen, en dan Opties > Contact kopiëren of Contact verpltsn.
Contacten ■ Contacten verwijderen Als u alle contacten en bijbehorende gegevens uit het telefoongeheugen of het SIM-kaartgeheugen wilt verwijderen, selecteert u Menu > Contacten > Alle contctn verwijderen > Uit tel.geheugen of Van SIMkaart. Als u een contact wilt verwijderen, gaat u naar het betreffende contact en selecteert u Opties > Verwijder contact. Als u een nummer, tekstitem of afbeelding wilt verwijderen dat aan het contact is gekoppeld, gaat u naar het betreffende contact en selecteert u Gegev..
Contacten Naamweergave — om in te stellen of de voor- of achternaam van het contact als eerste moet worden weergegeven. Lettergrootte — om de lettergrootte voor de lijst met contacten in te stellen. Geheugenstatus — om de hoeveelheid gebruikt en vrij geheugen weer te geven. ■ Groepen Selecteer Menu > Contacten > Groepen om de in het geheugen opgeslagen namen en nummers in te delen in bellergroepen met verschillende beltonen en afbeeldingen.
Contacten Eigen nummers — om de telefoonnummers weer te geven die zijn toegewezen aan de SIM-kaart, als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen.
Oproepinfo 8. Oproepinfo Oproepen die u hebt gemist, ontvangen en geplaatst, worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functie ondersteunt, de telefoon is ingeschakeld en zich binnen het servicegebied van het netwerk bevindt. Als u de gegevens van uw oproepen wilt bekijken, selecteert u Menu > Logboek > Gemiste oproepen, Ontvangen oproepen of Gekozen nummers. Als u de telefoonnummers van recent gemiste en ontvangen oproepen wilt bekijken, selecteert u Oproeplog.
Oproepinfo Als u informatie over de tien laatste privé-meldingen en verzoeken wilt weergeven of deze wilt verwijderen, selecteert u Menu > Logboek > Positie-bepaling > Positielogboek > Map openen of Alles verwijderen.
Instellingen 9. Instellingen ■ Profielen De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen, ofwel profielen, waarvoor u de telefoongeluiden voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen kunt instellen. Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, het gewenste profiel en vervolgens één van de volgende opties: Activeer — om het geselecteerde profiel te activeren. Aanpassen — om het profiel aan te passen. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen en breng de gewenste wijzigingen aan.
Instellingen Als u de telefoon alleen wilt laten overgaan wanneer oproepen worden ontvangen van telefoonnummers die behoren tot een geselecteerde bellergroep, selecteert u Waarschuwen bij. Ga naar de gewenste bellergroep of naar Elke oproep en selecteer Markeer. Selecteer Opties > Opslaan om de instellingen op te slaan of Annuleren om de instellingen ongewijzigd te laten. Als u het hoogste beltoonvolume selecteert, bereikt de beltoon na een paar seconden het hoogste volume.
Instellingen Celinformatie > Aan — om de celidentiteit weer te geven, indien deze beschikbaar is in het netwerk. ■ Tijd en datum U kunt de tijd, tijdzone en tijdnotatie wijzigen door Menu > Instellingen > Tijd en datum > Tijd, Datum of Datum en tijd autom. aanpassen (netwerkdienst) te selecteren.
Instellingen Navigatietoets Als u andere telefoonfuncties uit een voorgedefinieerde lijst wilt toekennen aan de navigatietoets (bladertoets), selecteert u Menu > Instellingen > Mijn snelkoppelingen > Navigatietoets. Spraakopdrachten U kunt bellen en telefoonfuncties uitvoeren door spraakopdrachten uit te spreken. Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Voor informatie over het instellen van de taal, zie Taal voor spraakherkenning in Telefoon op pagina 65.
Instellingen hands-free, headset, object push, file transfer, dial-up networking, SIM access en serial port. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die Bluetoothtechnologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat. Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetoothtechnologie.
Instellingen Draadloze Bluetooth-verbinding Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth. Selecteer Actieve apparaten om te controleren welke Bluetooth-verbinding actief is. Selecteer Gekoppelde apparaten om een lijst weer te geven met Bluetooth-apparaten die op de telefoon zijn afgestemd.
Instellingen Wanneer knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat of is de infraroodverbinding verbroken. Packet-gegevens GPRS is een netwerkdienst waarmee mobiele telefoons gegevens kunnen verzenden en ontvangen via een IP-netwerk (Internet Protocol).
Instellingen Gegevensoverdracht U kunt uw agenda, contactgegevens en notities synchroniseren met een ander compatibel apparaat (bijvoorbeeld een mobiele telefoon), een compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst). Gegevensoverdracht met een compatibele pc of een ander compatibel apparaat is ook mogelijk als de telefoon zonder SIM-kaart wordt gebruikt.
Instellingen Synchroniseren vanaf een compatibele pc Als u de gegevens van uw agenda, notities en contacten wilt synchroniseren, moet u de software voor de Nokia PC Suite van uw telefoon op de PC installeren. Gebruik draadloze Bluetooth-technologie of een USB-gegevenskabel voor de synchronisatie en start de synchronisatie vanaf de pc. Synchroniseren vanaf een server Als u een externe internetserver wilt gebruiken, moet u zich abonneren op een synchronisatiedienst.
Instellingen Gegevensopslag — om verbinding met een PC te maken die geen Nokiasoftware heeft, en om de telefoon als een apparaat voor gegevensopslag te gebruiken. Als u de USB-modus wilt wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen > Connectiviteit > USB-ggvnskabel > Nokia-modus, Afdrukken/media of Gegevensopslag. ■ Oproepen Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen en daarna één van de volgende opties: Doorschakelen — om inkomende oproepen door te schakelen (netwerkdienst).
Instellingen Selecteer Netwerkinstelling als u de instelling wilt gebruiken die u bent overeengekomen met uw serviceprovider. Lijn uitgaande oproepen — om telefoonlijn 1 of 2 te selecteren voor gesprekken, als deze functie wordt ondersteund door uw SIM-kaart (netwerkdienst). Oproepen via schuif — om in te stellen dat oproepen worden beantwoord wanneer u de telefoon opent en worden beëindigd wanneer u de telefoon sluit.
Instellingen beschikbaar is, hangt af van uw telefoon. Zie Updates van telefoonsoftware op pagina 69. Operatorselectie > Automatisch — om in te stellen dat automatisch één van de cellulaire netwerken wordt geselecteerd die in uw regio beschikbaar zijn. Als u Handmatig selecteert, kunt u een netwerk selecteren dat een registratieovereenkomst met uw eigen serviceprovider heeft. SIM-dienstacties bevestigen — Zie SIM-diensten op pagina 98.
Instellingen ■ Configuratie U kunt uw telefoon configureren met instellingen die nodig zijn om bepaalde diensten te kunnen gebruiken. Het is ook mogelijk dat deze instellingen u worden toegestuurd door uw serviceprovider. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 11. Selecteer Menu > Instellingen > Configuratie en daarna één van de volgende opties: Standaardconfig.-instellingen — om de serviceproviders weer te geven die in de telefoon zijn opgeslagen.
Instellingen ■ Beveiliging Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging en daarna één van de volgende opties: PIN-codeaanvraag en UPIN-codeaanvraag — als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN-code of UPIN-code te vragen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
Instellingen Code gebruiken — om te selecteren of de PIN-code of de UPIN-code actief moet zijn. Autorisatiecertificaten of Gebruikerscertificaten — om de lijst met autorisatiecertificaten of gebruikerscertificaten te bekijken die naar de telefoon is gedownload. Zie Certificaten op pagina 104. Instell. beveiligingsmodule — om Gegev. beveiligingsmodule weer te geven, activeert u Verzoek PIN voor module, of wijzigt u de module-PIN en de ondertekenings-PIN. Zie ook Toegangscodes op pagina 10.
Instellingen softwareversie weer te geven en te controleren of een update nodig is. Selecteer Telefoonsoftware downloaden om een update van de telefoonsoftware te downloaden en installeren. Volg de instructies op het scherm. Een software-update installeren Selecteer Software-update installeren om de installatie te starten, als de installatie is geannuleerd nadat de update is gedownload. De installatie van de software-update kan enkele minuten duren.
Operatormenu 10. Operatormenu Dit menu biedt toegang tot een portal met diensten die door uw netwerkoperator worden aangeboden. De naam en het pictogram worden bepaald door de netwerkoperator. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkoperator. De operator kan dit menu bijwerken met een dienstbericht. Zie Dienstinbox op pagina 103 voor meer informatie.
Galerij 11. Galerij In dit menu kunt u afbeeldingen, videoclips, muziekbestanden, thema's, foto's, tonen, opnamen en ontvangen bestanden beheren. Deze bestanden worden opgeslagen in het telefoongeheugen of op een aangesloten microSD-geheugenkaart en kunnen in mappen worden ingedeeld. Uw telefoon ondersteunt een systeem met activeringssleutels ter bescherming van opgehaalde content.
Galerij U kunt afbeeldingen afdrukken wanneer deze een jpg-indeling hebben. De foto’s die u met de camera maakt, worden automatisch in de jpgindeling opgeslagen. Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken en selecteer Opties > Afdrukken. ■ Geheugenkaart Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. U kunt de microSD-geheugenkaart gebruiken voor het opslaan van multimediabestanden, zoals videoclips, muziek, geluidsbestanden, afbeeldingen en berichtgegevens.
Galerij Het wachtwoord wordt op uw telefoon opgeslagen en u hoeft het niet meer in te voeren zolang u de geheugenkaart op dezelfde telefoon gebruikt. Als u de geheugenkaart op een andere telefoon wilt gebruiken, wordt u om het wachtwoord gevraagd. Als u het wachtwoord wilt verwijderen, selecteert u Opties > Wachtwoord verw..
Media 12. Media Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle regelgeving en respecteer lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen. ■ Camera en video Met de ingebouwde camera kunt u foto's maken of videoclips opnemen. Een foto maken Als u de functie Foto maken wilt gebruiken, drukt u in de standbymodus op de cameratoets (1). Als de videofunctie is ingeschakeld, bladert u naar links of rechts.
Media Een videoclip opnemen Als u de videofunctie wilt openen, houdt u in de standby-modus de cameratoets ingedrukt. Als de camerafunctie is ingeschakeld, bladert u naar links of rechts. Selecteer Opnem. om de video-opname te starten. U kunt het opnemen onderbreken door Pauze te selecteren, hervatten door Activeer te selecteren, en stoppen door Stoppen te selecteren. Afbeeldingen worden opgeslagen in Galerij.
Media 2. Selecteer een serviceprovider, Standaard of Pers. configuratie voor streaming. 3. Selecteer Account en een account voor een streamingdienst die is opgenomen in de actieve configuratie-instellingen. ■ Muziekspeler Uw telefoon is voorzien van een muziekspeler waarmee u muziek, opnamen of andere MP3- of AAC-geluidsbestanden kunt beluisteren die u naar de telefoon hebt overgebracht met behulp van de toepassing Nokia Audio Manager, die deel uitmaakt van Nokia PC Suite.
Media spoelen. Laat de toets los op de positie waar u de muziek weer wilt laten beginnen met afspelen. Druk op de bladertoets om naar het volgende nummer te gaan. Druk op om naar het begin van het vorige nummer te gaan. Als u het menu van de muziekspeler wilt sluiten en door wilt gaan met het afspelen van muziek op de achtergrond, drukt u op de toets Einde. Als u het afspelen wilt stoppen, houdt u de toets Einde ingedrukt.
Media Webpagina — om verbinding te maken met een webpagina die is gekoppeld aan het huidige nummer. Muziekdownloads — om verbinding te maken met een Webdienst. Geheugenstatus — om de hoeveelheid gebruikt en vrij geheugen weer te geven. ■ Radio De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het draadloze apparaat. De FM-radio functioneert alleen naar behoren als er een compatibele hoofdtelefoon of een compatibel toebehoren op het apparaat is aangesloten.
Media drukken. U kunt het volume regelen door op de volumetoetsen te drukken. Maak uw keuze uit de volgende opties: Uitschakelen — om de radio uit te zetten. Zender opslaan — om een nieuwe zender op te slaan (weergegeven als een nieuwe zender wordt gedetecteerd). Luidspreker of Hoofdtelefoon — via de luidspreker of de hoofdtelefoon naar de radio luisteren. Mono of Stereo — om in mono of stereo naar de radio te luisteren. Zenders — om de lijst met opgeslagen zenders te selecteren.
Media De opnamefunctie kan niet worden gebruikt wanneer er een dataoproep of een GPRS-verbinding actief is. Geluid opnemen 1. Selecteer Menu > Media > Recorder. U kunt gebruikmaken van de grafische toetsen , of op het scherm door met de linker- of rechternavigatietoets naar de gewenste toets te gaan en deze te selecteren. 2. Druk op om het opnemen te starten. Als wilt opnemen tijdens een gesprek, selecteert u Opties > Opnemen. Terwijl een gesprek wordt opgenomen, horen beide partijen een zachte pieptoon.
Media ■ Stereo-verbreding Met stereo-verbreding wordt de audio-uitvoer van stereotoebehoren een ruimtelijk stereogeluidseffect gegeven. Selecteer Menu > Media > Stereo-verbreding om de instelling te wijzigen.
PTT (Push to Talk) 13. PTT (Push to Talk) Als dit beschikbaar is, selecteert u Menu > Push to Talk. PTT (Push to Talk) is een tweerichtingsradiodienst die beschikbaar wordt gesteld via een GPRS-netwerk (netwerkdienst). U kunt PTT gebruiken om te spreken met één persoon of met een groep personen (kanaal) die over compatibele apparaten beschikken. Tijdens een verbinding met de PTT-dienst kunt u de overige functies van de telefoon gewoon gebruiken.
PTT (Push to Talk) Een kanaal toevoegen Als u een kanaal wilt toevoegen, selecteert u Menu > Push to Talk > Kanaal toevoegen en bewerkt u de instellingen in de formuliervelden: Kanaalnaam: — Geef een naam op voor het nieuwe kanaal. Status kanaal: — Selecteer Actief om het kanaal in te stellen op actief of Niet actief om het kanaal uit te schakelen. Bijnaam in kan.: — Voer uw alias in die in het nieuwe kanaal wordt weergegeven. Kanaalbeveil.: > Selecteer Openbaar kanaal of Privé-kanaal.
PTT (Push to Talk) ■ PTT in- en uitschakelen Als u verbinding met de PTT-dienst wilt maken, selecteert u Menu > Push to Talk > Push to Talk inschakelen of houdt de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt. geeft een PTT-verbinding aan. geeft aan dat de dienst tijdelijk niet beschikbaar is. Als u kanalen hebt toegevoegd, wordt u automatisch aangemeld bij de actieve kanalen.
PTT (Push to Talk) Een één-op-één-oproep plaatsen Als u een één-op-één-oproep wilt plaatsen vanuit de lijst met contacten waaraan u het PTT-adres hebt toegevoegd, selecteert u Contacten > Namen of Menu > Push to Talk > Contactenlijst. Ga naar het gewenste contact en houd de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt. Als u een één-op-één-oproep wilt starten vanuit de lijst met PTTkanalen, selecteert u Kanaallijst, gaat u naar het gewenste kanaal en selecteert u Leden.
PTT (Push to Talk) Als u hebt ingesteld dat u eerst een beltoon te horen krijgt bij ontvangst van één-op-één-oproepen, kunt u de oproep accepteren of weigeren. Als u de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt houdt wanneer de beller spreekt, hoort u een wachttoon en wordt In wachtrij weergegeven. Houd de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt en wacht totdat de andere persoon is uitgesproken. Hierna kunt u gaan praten.
PTT (Push to Talk) Als u een één-op-één-oproep wilt plaatsen, selecteert u het gewenste verzoek en houdt u de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt. Als u het terugbelverzoek met een terugbelverzoek wilt beantwoorden, selecteert u Opties > Terugbelvrz. verz.. Als u het verzoek wilt verwijderen, selecteert u Verwdrn. Als u een nieuw contact wilt opslaan of het PTT-adres aan een contact wilt toevoegen die u een terugbelverzoek heeft gezonden, selecteert u Opties > Opslaan als of Toev. aan contact.
PTT (Push to Talk) Standaardfunctie P2T-toets — om de volgende functies in te stellen voor de PTT-toets (volume omhoog): Cont.lijst openen, Kanaallijst openen, Cont./groep bellen. Selecteer een contact, een groep of de optie P2Tkanaal bellen en selecteer een kanaal. Wanneer u de PTT-toets (volume omhoog) ingedrukt houdt, wordt de geselecteerde functie uitgevoerd. Mijn aanmeldingsstatus weergeven — om het verzenden van de aanmeldstatus in of uit te schakelen.
Organizer 14. Organizer ■ Wekker U kunt instellen dat op een bepaald tijdstip een waarschuwingstoon klinkt. Selecteer Menu > Organiser > Wekker. Als u de wekker wilt instellen, selecteert u Wektijd en voert u het gewenste tijdstip in. Als u het alarmtijdstip wilt wijzigen nadat dit is ingesteld, selecteert u Aan. Selecteer Alarm herhalen om in te stellen dat op geselecteerde dagen van de week een alarmtoon moet klinken.
Organizer ■ Agenda Selecteer Menu > Organiser > Agenda. De huidige dag is gemarkeerd met een kader. Als voor de betreffende dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven en wordt onder de agenda het begin van de notitie weergegeven. U kunt de notities voor de dag bekijken door Bekijk te selecteren. Als u een week wilt bekijken, selecteert u Opties > Weekweergave.
Organizer ■ Takenlijst Als u een notitie wilt opslaan voor een taak die u moet uitvoeren, selecteert u Menu > Organiser > Takenlijst. Als er nog geen notities zijn toegevoegd en u wilt een notitie maken, selecteert u Toevoeg.. Als er al notities bestaan, selecteert u Opties > Toevoegen. Vul de velden in en selecteer Opslaan. Als u een notitie wilt bekijken, gaat u naar de gewenste notitie en selecteert u Bekijk.
Organizer ■ Timer Als u de timer wilt starten, selecteert u Menu > Organiser > Timer > Normale timer, dan voert u het gewenste tijdstip in, en voert u een tekst in die wordt weergegeven als het tijdstip is aangebroken. U start de timer door Starten te selecteren. Selecteer Tijd wijzigen om de tijd van de timer te wijzigen. Als u de timer wilt stoppen, selecteert u Timer stoppen. Als u een intervaltimer met maximaal 10 intervallen wilt starten, voert u eerst de intervallen in.
Organizer Laatste tonen — om de laatste tijdsopname weer te geven als de stopwatch niet op 0 is gezet. Tijden bekijken of Tijden verwijder. — om de opgeslagen tijden te bekijken of te verwijderen.
Sensor 15. Sensor Met de toepassing Sensor kunt u zich presenteren door een portfolio te maken dat tekst, afbeeldingen, multimedia-items en een gastenboek kan bevatten. Na het maken van een portfolio kunt u op zoek gaan naar andere Sensor-gebruikers. Als u gebruikers in de buurt aantreft, kunt u door hun portfolio’s bladeren en hen Sensor-berichten, multimediabestanden en lemma’s uit het gastenboek sturen. Sensor gebruikt Bluetooth-technologie en is gratis.
Toepassingen 16. Toepassingen In dit menu kunt u toepassingen en spelletjes beheren. Deze bestanden worden opgeslagen in het telefoongeheugen of op een aangesloten microSD-geheugenkaart en kunnen in mappen worden ingedeeld. Zie Geheugenkaart op pagina 73 voor meer informatie over het formatteren of vergrendelen en ontgrendelen van de geheugenkaart. ■ Een spelletje starten In uw telefoon zijn enkele spelletjes geïnstalleerd. Selecteer Menu > Toepassingen > Spelletjes.
Toepassingen ■ Een toepassing downloaden De telefoon ondersteunt J2ME Java-toepassingen. Controleer eerst of de toepassing compatibel is met de telefoon voordat u de toepassing downloadt. Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software.
SIM-diensten 17. SIM-diensten Mogelijk biedt uw SIM-kaart nog extra diensten. U kunt dit menu alleen openen als het wordt ondersteund door uw SIM-kaart. De naam en inhoud van het menu zijn afhankelijk van de beschikbare diensten. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Web 18. Web Met de browser van de telefoon hebt u toegang tot verschillende mobiele-internetdiensten. Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en instructies met betrekking tot de verschillende diensten.
Web 4. Selecteer Terminalvenster tonen > Ja als u een handmatige gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren Maak op één van de volgende manieren verbinding met de dienst: • Selecteer Menu > Web > Home. • Als u een bookmark voor de dienst wilt instellen, selecteert u Menu > Web > Bookmarks. • Als u het laatste internetadres (URL) wilt gebruiken, selecteert u Menu > Web > Laatste webadres. • Als u een adres van de dienst wilt invoeren, selecteert u Menu > Web > Ga naar adres.
Web 1. Selecteer tijdens het browsen Opties > Bookmarks. Als de telefoon in de stand-by mode staat, selecteert u Menu > Web > Bookmarks. 2. Ga naar een bookmark en selecteer deze of druk op de beltoets om verbinding te maken met de pagina die aan de bookmark is gekoppeld. 3. Selecteer Opties om de bookmark te bekijken, bewerken, verwijderen of verzenden, om een nieuwe bookmark te maken of om de bookmark op te slaan in een map.
Web voor een veilige verbinding. Zie Browserbeveiliging op pagina 104 voor meer informatie. Tekencodering > Inhoudscodering — om de codering voor de content van de browserpagina te selecteren. Tekencodering > Unicode (UTF-8)-webadressen > Aan — om de telefoon zodanig in te stellen dat een URL wordt verzonden als UTF-8-codering. Schermformaat > Volledig of Klein — om de scherm-layout in te stellen. JavaScript > Inschakelen — om de Java-scripts in te schakelen.
Web ■ Dienstinbox De telefoon kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider worden verzonden (netwerkdienst). Dienstberichten zijn kennisgevingen, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwskoppen. Deze kunnen een tekstbericht of het adres van een dienst bevatten. Wanneer u een dienstbericht hebt ontvangen, kunt u de Dienstinbox openen vanuit de stand-by mode door Tonen te selecteren. Als u Uit selecteert, wordt het bericht verplaatst naar de Dienstinbox.
Web gebruik beter legen. De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in de cache van de telefoon. Als u de cache tijdens het browsen wilt legen, selecteert u Opties > Overige opties > Cache wissen. Als de telefoon in de stand-by mode staat, selecteert u Menu > Web > Cache wissen. ■ Browserbeveiliging Voor sommige diensten, zoals on line bankdiensten of on line aankopen, zijn beveiligingsfuncties vereist.
Web certificaat kan worden vertrouwd en of het certificaat werkelijk van de opgegeven eigenaar afkomstig is. Er zijn drie soorten certificaten: servercertificaten, autorisatiecertificaten en gebruikerscertificaten. Deze certificaten krijgt u van de serviceprovider. Autorisatiecertificaten en gebruikerscertificaten kunnen ook door de serviceprovider zijn opgeslagen in de beveiligingsmodule.
Web De tekst past mogelijk niet geheel op het scherm. Neem daarom eerst de hele tekst door voordat u ondertekent. Selecteer het gewenste gebruikerscertificaat. Voer de ondertekeningsPIN in. Het pictogram voor digitale ondertekening verdwijnt en de dienst geeft mogelijk een bevestiging van uw aankoop weer.
Pc-verbinding 19. Pc-verbinding U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen en verbinding maken met internet terwijl de telefoon via Bluetooth, infrarood of via een gegevenskabel verbonden is met een compatibele pc. U kunt de telefoon gebruiken met verschillende toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie.
Pc-verbinding het internet gemaakt. Om de NAP-dienst van de telefoon te gebruiken hoeft u geen software van de PC Suite te installeren. Zie Draadloze Bluetooth-technologie op pagina 58. ■ Toepassingen voor datacommunicatie Raadpleeg de bijbehorende documentatie voor meer informatie over het gebruik van een toepassing voor datacommunicatie. Tijdens een pc-verbinding wordt bellen met de telefoon afgeraden, omdat dit de werking kan verstoren.
Informatie over de batterij 20. Informatie over de batterij ■ De batterij opladen en ontladen Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en standby-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen.
Informatie over de batterij batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt. Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
Informatie over de batterij 3. Kras aan de zijkant van het label om een 20-cijferige code zichtbaar te maken, bijvoorbeeld 12345678919876543210. Draai de batterij zo dat de cijfers rechtop staan. De 20-cijferige code moet worden gelezen te beginnen bij het cijfer op de bovenste rij, gevolgd door de onderste rij. 4. Controleer of de 20-cijferige code geldig is door de instructies op www.nokia.com/batterycheck te volgen.
Verzorging en onderhoud Verzorging en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht bevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
Verzorging en onderhoud apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot radioapparaten. • Gebruik laders binnenshuis. • Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren (zoals contactpersonen en agendanotities) voordat u het apparaat naar een servicepunt brengt. Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als enig apparaat niet goed werkt.
Aanvullende veiligheidsinformatie Aanvullende veiligheidsinformatie Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. ■ Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities.
Aanvullende veiligheidsinformatie Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Aanvullende veiligheidsinformatie ■ Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten. Vonken kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij benzinestations.
Aanvullende veiligheidsinformatie Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen. ■ Informatie over certificatie (SAR) Dit mobiele apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven. Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger.
Index Index A aan/uit toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 aansluiting lader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 aansluiting lader . . . . . . . . . . . . . . .18 aansluiting voor toebehoren . . . . . .18 accessoires Zie toebehoren. achtergrond . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56 actief standby . . . . . . . . . . . . . 19, 56 agenda . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91 alarmnummer kiezen . . . . . . . . . .
Index nummers . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 opdrachten . . . . . . . . . . . . . . . . 43 diensten . . . . . . . . . . . . . . . . . .99–106 digitale handtekening . . . . . . . . . . 105 downloaden . . . . . . . . . . . . . . .11, 103 E een foto maken . . . . . . . . . . . . . . . . 75 EGPRS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 einde oproep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 e-mailtoepassing . . . . . . . . . . . . . .
Index L P lettergrootte . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56 logboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 luidspreker . . . . . . . . . . . . . . . . 18, 25 Luidspreker van de telefoon. Zie luidspreker. luistergedeelte . . . . . . . . . . . . . . . . .18 map voor ongewenste e-mailberichten . . . . . . . . . . . . . . . .38 mediaspeler . . . . . . . . . . . . . . . . . . .76 menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 MMS. Zie multimediaberichten. multimediaberichten . . . . .
Index stereo-verbreding . . . . . . . . . . . . . . 82 stopwatch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 streamingdienst . . . . . . . . . . . . . . . 76 swivel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 synchronisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 T taalinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . 65 takenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92 tekst bericht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 telefoon . . . . . . . . .