Handleiding 9351707/ Issue 3
Nokia is een geregistreerd handelsmerk van Nokia Corporation, Finland. Navi is een handelsmerk van Nokia Mobile Phones. Nokia Xpress-on is een handelsmerkvan Nokia Mobile Phones. ©1998, 1999. Nokia Mobile Phones. Alle rechten voorbehouden. Nokia Mobile Phones streeft voortdurend naar innovatie. Nokia behoudt zich daarom het recht voor de producten die in deze handleiding worden beschreven zonder voorafgaand bericht aan te passen of te verbeteren.
Handige tips Deze pagina’s bevatten tips voor efficiënt gebruik van uw telefoon. Raadpleeg de handleiding voor uitgebreide informatie. Functies voor oproepen Opbellen Oproep beantwoorden Oproep beëindigen Toets het telefoonnummer in en druk op de Navitoets (Bellen). Druk op de Navi-toets (Opnemen). Druk op de Navi-toets (Ophangen). Oproep weigeren Druk op bij een inkomende oproep.
Functies voor de telefoonlijst Snel opslaan Toets het telefoonnummer in, druk op of om de tekst van de Navi-toets te wijzigen in Opslaan. (een naam en (Opslaan). Toets de naam in en druk nummer opnemen in Druk op op (OK). de telefoonlijst) Snel zoeken Zorg dat het scherm leeg is, druk op , (toets de eerste letter van de naam in), blader met of (een naam en ingenummer opzoeken in naar de gewenste naam. Houd de toets drukt om het telefoonnummer te bekijken.
Bellen met één druk op de knop Als de functie Snelkeuze in het menu actief is, kunt u met één druk op de knop bellen door op een cijfertoets 2 - 9 te drukken. Houd de toets ingedrukt om het nummer van de voice mailbox te kiezen. (Dit nummer moet in het geheugen zijn opgeslagen.) Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Belangrijke sneltoetsen Toetsenblok vergren- Druk op (Menu) en vervolgens op delen/ 3 seconden). / Druk op vrijgeven (Vrijgeven) en vervolgens op . Snelle waarschuwingsinstellingen (binnen Druk kort op , selecteer de gewenste optie met en , en druk op (OK). U kunt ook de volgende sneltoetsen gebruiken: , voor de optie Persoonlijk; , voor de optie Stil; , voor de optie Discreet; , voor de optie Luid.
Inhoudsopgave 4 12 Handige tips Voor uw veiligheid Labels op uw telefoon ......................................................................................................................14 Beveiligingscode (5 cijfers) .............................................................................................................14 Gebruik van deze handleiding .......................................................................................................14 1. Telefoon klaarmaken voor gebruik ...
Opbellen via het geheugen .............................................................................................................28 Oproepen ontvangen ........................................................................................................................29 4. Overige belangrijke functies ................................................................... 30 Beltoon kiezen .................................................................................................................
Berichten lezen................................................................................................................................44 Berichten schrijven, verzenden en opslaan .............................................................................45 Berichtenopties................................................................................................................................45 Infodienst .......................................................................................
Oproepsignaal ..................................................................................................................................61 Soort beltoon....................................................................................................................................61 Beltoonvolume.................................................................................................................................61 Type beltoon voor berichten ............................................
Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de regels kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Gebruik geen handtelefoon terwijl u een auto bestuurt. Parkeer eerst de auto. INTERFERENTIE Alle draadloze telefoons zijn gevoelig voor interferentie, waardoor de werking van de telefoon kan worden beïnvloed. SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN ZIEKENHUIZEN Volg alle regels en aanwijzingen op.
GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG Maak alleen normaal gebruik van de telefoon (tegen het oor). Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Laat alleen bevoegd servicepersoneel het apparaat installeren of repareren. ACCESSOIRES EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte producten aan op de telefoon.
Labels op uw telefoon Op uw telefoon bevinden zich een aantal labels. Deze zijn van belang voor serviceen aanverwante doeleinden. Let op dat u de labels of de informatie daarop niet verwijdert. Beveiligingscode (5 cijfers) De fabrieksinstelling van de beveiligingscode is 12345. Wijzig de code (zie ‘Beveiligingsinstellingen - Toegangscodes wijzigen’). Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats, uit de buurt van de telefoon.
Telefoon klaarmaken voor gebruik 1. Telefoon klaarmaken voor gebruik Voordat u de telefoon kunt gebruiken, moet u het volgende doen: • een geldige SIM-kaart in de telefoon plaatsen • de batterij opladen. SIM-kaart plaatsen • Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. • De SIM-kaart en de contacten erop zijn makkelijk te beschadigen door krassen of buigen. Wees dus voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
2 Open de SIM-kaartlezer door het klepje in de richting ‘Open’ (4.) te schuiven en het vervolgens op te lichten (5.). 3 Plaats de SIM-kaart (6.) in de telefoon. Zorg ervoor dat de schuinaflopende hoek omhoog wijst en dat de goudkleurige connectoren op de kaart in de richting van de connectoren op de telefoon wijzen. 4 Sluit de SIM-kaartlezer (7.) en schuif de kaarthouder terug, zodat de kaart op zijn plaats wordt gehouden (8.).
Telefoon klaarmaken voor gebruik Batterij opladen 1 Sluit het snoer van de oplader aan op de onderzijde van de telefoon. 2 Plaats de stekker van de oplader in een stop- contact. De batterij-indicator geeft het oplaadproces weer. Als de telefoon is ingeschakeld, wordt kort de tekst Batterij wordt opgeladen weergegeven. De telefoon kan tijdens het opladen worden gebruikt, mits deze is ingeschakeld.
Wanneer het bericht Laadt niet op wordt weergegeven, is het opladen onderbroken. Wacht een moment, verwijder de oplader, sluit deze opnieuw aan en probeer het nog eens. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de leverancier. Zie ‘Batterij’ voor meer informatie. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Telefoon is gebruiksklaar 2. Telefoon is gebruiksklaar Telefoon in- en uitschakelen Houd de toets een ogenblik ingedrukt. Als wordt gevraagd om uw PIN-code: De PIN-code wordt doorgaans geleverd bij de SIM-kaart. • Toets de PIN-code in (deze wordt weergegeven met sterretjes ✱) en druk op (OK). Zie ook ‘Naslag - Toegangscodes’. Als wordt gevraagd om een beveiligingscode: Zie ‘Voor uw veiligheid - Beveiligingscode’. • Toets de beveiligingscode in (deze wordt weergegeven met sterretjes ✱) en druk op (OK).
Waarschuwing! Schakel de telefoon niet in wanneer het gebruik van draadloze telefoons is verboden of wanneer het gebruik ervan interferentie of gevaar kan veroorzaken. Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne is van invloed op de gesprekskwaliteit en de telefoon kan erdoor meer stroom verbruiken dan noodzakelijk.
Telefoon is gebruiksklaar Toetsen Navi-toets De Nokia NaviTM-toets, , onder het scherm, is uiterst belangrijk bij het gebruik van de telefoon. , is De functie van de Nokia NaviTM-toets, afhankelijk van de tekst die boven de toets op het scherm wordt weergegeven. Overal in deze handleiding wordt bij vermelding van de Nokia NaviTM-toets ook de relevante tekst genoemd, bijvoorbeeld (Menu) of (Kiezen). Bladertoetsen Met de bladertoetsen kunt u bladeren in menu’s, submenu’s en instellingen.
Tips: Druk in een leeg scherm eenmaal op mers in de telefoonlijst weer te geven. om de namen en telefoonnum- Druk in een leeg scherm eenmaal op gekozen nummers weer te geven. om de laatst- Tijdens een gesprek kunt u met deze toetsen het hoornvolume regelen.
Basisfuncties 3. Basisfuncties Opbellen 1 Toets het net- en abonneenummer in. De tekst Menu verandert in Bellen. Corrigeer eventueel verkeerd ingetoetste cijfers door op te drukken (hiermee wist u het meest linkse cijfer). 2 Druk op (Bellen) en wacht tot wordt opgenomen. De tekst Bellen verandert in Ophangen. 3 Druk op (Ophangen) om het gesprek te beëindigen (of de poging om verbinding te krijgen af te breken).
Internationale gesprekken 1 Druk tweemaal op om het internationale teken weer te geven (het teken + vervangt de internationale toegangscode). 2 Toets de landcode, het netnummer en het abonneenummer in. 3 Druk op (Bellen) om het ingetoetste nummer te kiezen. Opmerking: Wanneer u de telefoon in combinatie met de autoset CARK- 91 gebruikt, kunt u overschakelen van handenvrij gebruik naar privégebruik door de externe handtelefoon HSU-1 op te nemen.
Basisfuncties 1 Zorg dat het scherm leeg is en druk eenmaal op om de lijst met laatstgekozen nummers weer te geven. 2 Blader met 3 Druk op of naar het gewenste nummer. (Bellen). Namen en telefoonnummers opslaan in de telefoonlijst 1 Druk op (Menu) om de menufunctie te activeren. 2 Als Telefoonlijst wordt weer- gegeven, drukt u op (Kiezen). 3 Blader met op of naar Nieuwe invoer en druk (Kiezen). De aanwijzing Naam: wordt weergegeven. 4 Toets de juiste naam in.
Welke tekens beschikbaar zijn, is afhankelijk van de taal die u hebt gekozen in menu 4-2-1. • Druk meerdere keren op de toetsen (bijvoorbeeld voor tekens . , ? ! - & 1 en om tekens te zoeken wordt een spatie). • Met schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters. Op het scherm wordt de indicator ABC of abc weergegeven. • Houd ingedrukt om te schakelen tussen letters en cijfers. Op het scherm wordt de indicator ABC (abc) of 123 weergegeven.
Basisfuncties 5 Als u de volledige naam hebt ingevoerd, drukt u op (OK). De aanwijzing Nummer: wordt weergegeven. 6 Toets de landcode (indien nodig) en het net- en abon- neenummer in. Tip: Als u het teken + als internationale toegangscode vóór de landcode invoert (door tweemaal op te drukken), kunt u het telefoonnummer gebruiken wanneer u uit het buitenland belt. 7Druk op (OK). De naam en het telefoonnummer worden opgeslagen in de telefoonlijst.
Opbellen via het geheugen 1 Druk op (Menu). 2 Als Telefoonlijst wordt weergegeven, drukt u op 3 Druk op (Kiezen). (Kiezen) om Zoeken te kiezen. 4 Toets de beginletter(s) van de naam in en druk op (OK). Deze stap kunt u ook overslaan. 5 Blader met en controleren door 6 Druk op naar de gewenste naam. U kunt het telefoonnummer ingedrukt te houden. (Bellen). Tip: Een snelle manier om de telefoonlijst te gebruiken Als het scherm leeg is, drukt u op .
Basisfuncties Oproepen ontvangen Wanneer iemand u probeert te bellen, gaat de telefoon over en knippert op het scherm de naam van de beller, het telefoonnummer van de beller of de tekst Bellen. • Als u de oproep wilt beantwoorden, drukt u op (Opnemen). Tip: Als u een inkomend gesprek wilt weigeren, drukt u op .
4. Overige belangrijke functies Beltoon kiezen 1 Druk op (Menu). 2 Blader met of naar Geluid en druk op 3 Blader met of naar Soort beltoon en druk op (Kiezen). (Kiezen). 4 Blader met of naar de gewenste beltoon. De telefoon laat een voorbeeld van de beltoon horen. Druk op (OK) om deze beltoon te kiezen. 5 Houd ingedrukt om het menu te verlaten.
Overige belangrijke functies Persoonlijk is de standaardinstelling, waarbij de geluidsinstellingen worden gebruikt die u hebt gekozen in het menu Geluid. Als u Stil kiest, wordt er geen hoorbare waarschuwing gegeven. Als u Discreet kiest, hoort u een kort geluid bij een inkomende oproep of een bericht. De beltoon Luid staat voor bellen. Deze beltoon heeft het meeste volume. 3 Druk op (OK) om een optie te kiezen.
Via het netwerk krijgt u bericht als er voice mail voor u is. Bel het nummer van de voice mailbox en luister naar uw berichten. 1 Als u het nummer van uw voice mailbox wilt kiezen, zorgt u ervoor dat het scherm leeg is en houdt u even ingedrukt. Als u wordt gevraagd om het nummer van de voice mailbox, toetst u dit in en drukt u op (OK). Zie ook ‘Voice mailbox-nummer’, menu 2-6. Wanneer u een voice mailbox hebt aangevraagd, krijgt u het nummer daarvan van uw netwerkexploitant. 2 Luister naar de berichten.
Overige belangrijke functies Berichten lezen 1 Wanneer u een of meerdere SMS-berichten hebt ontvangen, worden de tekst ...berichten ontvangen en de indicator (Lezen). 2 Blader met of weergegeven. Druk op naar het gewenste bericht en druk op (Lezen). 3 Bij het lezen van een bericht kunt u met en door het bericht bladeren. Druk op (Opties) om de beschikbare opties weer te geven. Druk kort op om het bericht te verlaten. 4 Houd even ingedrukt om het menu te verlaten.
7 Toets het telefoonnummer van de ontvanger in. U kunt ook drukken op (Zoeken) en vervolgens met of lijst. Druk daarna op (OK). 8 Druk op 9 Houd het nummer opzoeken in de telefoon- (OK) om het bericht te verzenden. even ingedrukt en doe dit nogmaals om het menu te verlaten. Toetsenblokvergrendeling Door het toetsenblok te vergrendelen, voorkomt u dat u per ongeluk toetsen indrukt wanneer de telefoon is opgeborgen in uw zak of in een tas.
Menu’s 5. Menu’s De instellingen van de vele functies en opties van de telefoon worden weergegeven in menu’s en submenu’s. U krijgt toegang tot deze menu’s en submenu’s door te bladeren of door de juiste sneltoetsen te gebruiken. Menu-opties kiezen door te bladeren 1 Druk op (Menu) om de menufunctie te activeren. 2 Druk op of om naar het gewenste hoofdmenu te gaan, bijvoorbeeld Instellingen. 3 Druk op (Kiezen) om het menu te openen.
6 Druk op of om naar de gewenste instelling te gaan. 7 Druk op (OK) om de gekozen instelling te beves- tigen. Tip: U kunt terugkeren naar het vorige menu door kort op te drukken of het menu verlaten zonder instellingen te wijzigen door ingedrukt te houden. Menu-opties kiezen met sneltoets De menu-items (menu’s, submenu’s en instellingen) zijn genummerd en gekoppeld aan een sneltoets. De sneltoetsnummers worden in de rechterbovenhoek van het scherm weergegeven. 1 Druk op (Menu).
Menu’s Als u bijvoorbeeld het toetsenbordvolume wilt uitschakelen, doet u het volgende: Druk op (Menu), , , , (Menu) om de menufunctie te activeren, voor Geluid, voor Toetsenbord-volume en voor Uit. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Menu’s Menufuncties 4 Berichtenopties 1 Telefoonlijst 1 2 3 4 1 Set 1 2 Zoeken Servicenrs. 1 Nieuwe invoer Wissen 1 Nummer van berichtencentrale 2 Berichten verzenden als 3 Geldigheid van berichten 2 Algemeen 3 1 Eén voor één 2 Alles wissen 5 Bewerken 6 Item zenden 7 Opties 1 Afleverrapporten 2 Antwoord via zelfde centrale 5 Infodienst 6 Voice mailbox-nummer 1 Type weergave kiezen 2 Geheugenstatus 8 Snelkeuze 2 Berichten 2 Het aantal sets wordt bepaald door de SIM-kaart.
Menu’s 3 Oproepinfo 2 Gebruiksopties 1 Gemiste oproepen 2 Ontvangen oproepen 3 Laatstgekozen nummers 4 Laatste oproepen wissen 5 Gespreksduur tonen 6 Gesprekskosten tonen 7 Gesprekskosteninstellingen 1 2 3 4 • Taalkeuze Celinformatie Welkomsttekst Netwerk kiezen Verlichting 2 3 Beveiligingsinstellingen 1 PIN-code vragen 2 Vaste nummers 3 Closed User Group (CUG) 4 Telefoonbeveiliging 5 Toegangscodes wijzigen 4 Terug naar fabrieksinstellingen 1 Oproepkostenlimiet 2 Kosten tonen in 4 Instellingen 1 Opro
Menu’s 8 Klok 5 Doorschak.
Menu’s Telefoonlijst (menu 1) Vanuit het menu Telefoonlijst kunt u telefoonnummers en de bijbehorende namen opslaan in het geheugen van uw SIM-kaart. De telefoon ondersteunt SIM-kaarten waarop maximaal 250 telefoonnummers (maximaal dertig cijfers) en namen (maximaal zestien tekens) kunnen worden opgeslagen. De lengte van de telefoonnummers en het aantal telefoonnummers dat kan worden opgeslagen, is afhankelijk van de SIM-kaart.
Namen en telefoonnummers in de telefoonlijst wissen Vanuit dit menu (menu 1-4) kunt u namen en telefoonnummers uit de telefoonlijst verwijderen. U kunt gebruikmaken van de optie Eén voor één. U kunt echter ook Alles wissen kiezen als u alle namen en telefoonnummers in de telefoonlijst in één keer wilt wissen. Namen en telefoonnummers in de telefoonlijst bewerken Vanuit dit menu (menu 1-5) kunt u de namen en telefoonnummers in de telefoonlijst bewerken.
Menu’s De gegevens ontvangen Als de telefoon gegevens heeft ontvangen, wordt de tekst Naam en nummer ontvangen. Druk op (Opties) om de informatie te bekijken (Bekijken), op te slaan (Opslaan) of weg te gooien (Wegdoen) en druk vervolgens op (OK). Opties telefoonlijst Type weergave kiezen voor opgeslagen namen en telefoonnummers De opgeslagen namen en telefoonnummers kunnen op drie verschillende manieren worden weergegeven (weergavetypen: menu 1-7-1).
Kies de menu-optie Snelkeuze (menu 1-8). Als de snelkeuzetoets vrij is, drukt u op (Toewijzen). Opmerking: Toewijzen wordt ook weergegeven wanneer een telefoon- nummer uit de telefoonlijst automatisch een snelkeuzetoets krijgt toegekend. Zoek de gewenste naam en/of het gewenste telefoonnummer in de telefoonlijst en selecteer deze vervolgens door op (OK) te drukken. Als een telefoonnummer is toegewezen aan een toets, kunt u dit weergeven, wijzigen of wissen door eerst op (Opties) te drukken.
Menu’s Wanneer u een bericht leest, kunt u op (Opties) drukken om de beschikbare opties weer te geven. Kies de gewenste optie en druk vervolgens op (OK): Wissen, Antwoorden, Bewerken, Gebruik Nr. (geeft de telefoonnummers weer die in het bericht zijn gevonden) en Doorschakelen (om het bericht door te sturen).
U kunt bijvoorbeeld een tekstbericht als fax verzenden, mits dit wordt ondersteund door uw netwerkexploitant. U hoeft slechts de set te selecteren waarin u vooraf de juiste opties voor faxzendingen hebt gedefinieerd. Elke set heeft een eigen submenu: • Nummer van berichtencentrale In dit submenu wordt het telefoonnummer van de berichtencentrale opgeslagen dat nodig is voor het verzenden van tekstberichten. U krijgt dit nummer van uw netwerkexploitant.
Menu’s Het netwerk kan afleverrapporten van uw tekstberichten verzorgen (netwerkservice). • Antwoord via zelfde centrale Het netwerk kan de antwoorden op uw tekstberichten via uw eigen berichtencentrale verzenden (netwerkservice). Infodienst Met deze netwerkservice (menu 2-5) kunt u via uw netwerkexploitant berichten ontvangen over verschillende onderwerpen, zoals het weer, verkeersinformatie, enzovoort. Neem contact op met uw netwerkexploitant voor meer informatie over de beschikbare items.
Voice mailbox-nummer Vanuit het menu Voice mailbox-nummer (menu 2-6) kunt u het nummer van uw voice mailbox opslaan. Toets het nummer in en druk op (OK). Het nummer blijft ongewijzigd, tenzij het wordt vervangen. Wanneer u een voice mailbox hebt aangevraagd, krijgt u het nummer daarvan van uw netwerkexploitant.
Menu’s Ontvangen oproepen De laatste vijf telefoonnummers van personen van wie u een oproep hebt ontvangen, worden in het geheugen van de telefoon opgeslagen, in de lijst met ontvangen oproepen (menu 3-2). Met de opties in het menu voor ontvangen oproepen kunt u het telefoonnummer weergeven, het nummer oproepen, het tijdstip van de ontvangen oproep weergeven als de klok is ingesteld op de juiste tijd en het telefoonnummer in de telefoonlijst wissen of opslaan.
Gespreksduur tonen U kunt dit menu (3-5) activeren als u de duur van uw uitgaande en inkomende oproepen wilt bekijken in uren, minuten en seconden, en de gespreksduurtellers op nul wilt zetten. Als u een nieuwe SIM-kaart plaatst, worden de gespreksduurtellers niet op nul gezet. Opmerking: De definitieve gespreksduur die in rekening wordt gebracht door de netwerkexploitant kan variëren als gevolg van netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Menu’s Gesprekskosteninstellingen Oproepkostenlimiet Met deze netwerkfunctie kunt u een kostenlimiet instellen voor oproepen met uw SIM-kaart (menu 3-7-1). U kunt gesprekken voeren en ontvangen zo lang de ingestelde oproepkostenlimiet niet wordt overschreden. In het menu Kosten tonen in, kunt u kosteneenheden of eenheden van een bepaalde valuta opgeven als limiet. Mogelijk hebt u de PIN2-code nodig voor het instellen van een oproepkostenlimiet. Dit is afhankelijk van uw SIM-kaart.
Instellingen (menu 4) Oproepinstellingen Automatisch herhalen Als de functie Automatisch herhalen (menu 4-1-1) is ingesteld, wordt na een mislukte oproep maximaal tienmaal geprobeerd de oproep alsnog tot stand te brengen. Snelkeuze Als de functie Snelkeuze (menu 4-1-2) is ingesteld, kunt u de namen en telefoonnummers die aan de snelkeuzetoetsen tot en met zijn toegewezen, kiezen door de corresponderende nummertoets ingedrukt te houden.
Menu’s Eigen nummer zenden Met deze netwerkservice kunt u instellen of u uw telefoonnummer al dan niet wilt bekendmaken aan de persoon die u belt (menu 4-1-4). Met Standaard wordt de telefoon teruggezet in de standaardinstelling Aan of Uit, naar gelang hetgeen u met uw netwerkexploitant bent overeengekomen. Automatisch opnemen Deze instelling is alleen beschikbaar als de telefoon is aangesloten op de autoset CARK-91 of de hoofdtelefoon HDC-9.
Celinformatie In dit menu (4-2-2) kunt u aangeven of het moet worden weergegeven wanneer de telefoon in een MCN-netwerk (Micro Cellular Network) wordt gebruikt (netwerkservice). Welkomsttekst In dit menu (4-2-3) kunt u de tekst instellen die wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Netwerk kiezen U kunt het netwerk automatisch of handmatig kiezen (menu 4-2-4). In de automatische modus kiest de telefoon automatisch een van de cellulaire netwerken die in uw gebied beschikbaar zijn.
Menu’s Beveiligingsinstellingen Uw telefoon is uitgerust met een veelzijdig beveiligingssysteem om onbevoegd gebruik van de telefoon of de SIM-kaart te voorkomen. PIN-code vragen In dit menu (menu 4-3-1) kunt u instellen of naar de PIN-code van uw SIM-kaart moet worden gevraagd wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. U hebt de PINcode nodig om deze optie te activeren. Bij enkele SIM-kaarten kan het vragen naar de PIN-code niet worden uitgeschakeld.
Opmerking: Wanneer gesprekken zijn beperkt tot gesloten groepen gebruikers, kunnen in sommige netwerken nog wel bepaalde alarmnummers gekozen worden (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Telefoonbeveiliging In dit menu (menu 4-3-4) kunt u het beveiligingsniveau voor de telefoon instellen om onbevoegd gebruik te voorkomen. U hebt hiervoor de beveiligingscode nodig. Als Aan is gekozen, wordt de beveiligingscode gevraagd wanneer er een nieuwe SIM-kaart wordt geplaatst.
Menu’s Terug naar fabrieksinstellingen U kunt de menu-instellingen in de oorspronkelijke waarden terugzetten (menu 44). U hebt hiervoor de beveiligingscode nodig. Doorschakelen (menu 5) Met deze netwerkservice kunt u inkomende oproepen doorschakelen naar uw voice mail (alleen spraakoproepen) of een ander telefoonnummer.
Spelletjes (menu 6) Dit menu bevat drie spelletjes: Pairs, Snake en Logic. Kies het gewenste spelletje en kies vervolgens Instructies om te zien hoe het spelletje werkt. ONTHOUD! Uw telefoon moet zijn ingeschakeld als u deze functie wilt gebruiken. Zet de telefoon niet aan als het gebruik van draadloze telefoons is verboden, storingen veroorzaakt of gevaar oplevert. Calculator (menu 7) De telefoon is uitgerust met een eenvoudige calculator met vier functies.
Menu’s Vreemde valuta omrekenen Druk op (Opties) en kies Wisselkoers. Kies een van de weergegeven opties: Vreemde val. uitgedrukt in eigen valuta of Eigen valuta uitgedrukt in vreemde valuta. Toets vervolgens de wisselkoers in (druk op voor een punt) en druk tot slot op (OK). Reken het bedrag om: toets het bedrag in dat u wilt omrekenen. Druk vervolgens op (Opties) en kies Naar eigen of Naar vreemde. ONTHOUD! Uw telefoon moet zijn ingeschakeld als u deze functie wilt gebruiken.
• als u Stil of 1x piepen in het menu Geluid hebt gekozen of • bij snelle waarschuwingsinstellingen Discreet of Stil hebt gekozen. Zie ‘Instellingen voor bepaalde omstandigheden’. Als het alarm afgaat, verschijnt de tekst ALARM! en knippert de verlichting. Als u het telefoonalarm langer dan een minuut laat voortduren of op (Snooze) drukt, wordt het alarmsignaal een paar minuten onderbroken en daarna weer hervat. Druk op een willekeurige toets om het alarm uit te zetten.
Menu’s Geluid (menu 9) Oproepsignaal Met deze menufunctie (menu 9-1) kunt u kiezen hoe u wordt gewaarschuwd als er een oproep binnenkomt. De beschikbare opties zijn: Bellen, Oplopend, 1x bellen, 1x piepen of Stil als u geen beltoon wilt horen. Opmerking: Als u de telefoon instelt op Stil, hoort u geen beltoon, geluid bij berichten of het toetsenblok noch een alarmtoon. Soort beltoon U kunt een keuze maken uit de beltonen in het menu 9-2.
Toetsenbordvolume Telkens wanneer u een toets indrukt, hoort u een geluidssignaal. U kunt het toetsenbordvolume uitschakelen of een van de drie beschikbare niveaus voor het toetsenbordvolume kiezen (menu 9-5). Alarm- en spelgeluiden Als u deze functie instelt (menu 9-6), worden de alarmtonen van de telefoon weergegeven, bijvoorbeeld de alarmtoon die aangeeft dat de batterij bijna leeg is.
Naslag 6. Naslag Opties voor inkomende oproepen Tijdens een gesprek kunt u gebruikmaken van een aantal geavanceerde functies. Deze zijn echter niet altijd beschikbaar. Alleen de functies die beschikbaar zijn en zijn toegestaan, worden in het menu voor inkomende oproepen weergegeven. Veel van de opties voor inkomende oproepen zijn netwerkservices. Als u een oproep in behandeling hebt, drukt u op (Opties) om het menu voor inkomende oproepen te openen.
De volgende opties voor inkomende oproepen zijn mogelijk beschikbaar: Standby of Uit standby Hiermee plaatst u een oproep in de wacht of verwijdert u deze uit de wacht. Nieuwe opr. Hiermee maakt u een nieuwe oproep terwijl u een oproep in behandeling hebt. Opnemen Hiermee beantwoordt u een inkomende oproep. Weigeren Hiermee weigert u de inkomende oproep. Wisselen Hiermee schakelt u tussen de twee oproepen. Beëindigen Hiermee beëindigt u de actieve oproep.
Naslag Toegangscodes U kunt de toegangscodes gebruiken die in deze paragraaf worden beschreven om onbevoegd gebruik van uw telefoon en de SIM-kaart te voorkomen. De toegangscodes (behalve PUK- en PUK2-codes) kunnen worden gewijzigd vanuit het menu 4-3-5. Zie de volgende paragraaf. Beveiligingscode (5 cijfers) Met de beveiligingscode kunt u niet toegelaten gebruik van uw telefoon voorkomen. Zie ook 'Telefoonbeveiliging' (menu 4-3-4). De fabrieksinstelling voor de beveiligingscode is 12345.
PUK-code (8 cijfers) U hebt de PUK-code (Personal Unblocking Key) nodig om een geblokkeerde PINcode te wijzigen. De PUK-code kan bij de SIM-kaart zijn verstrekt. Neem contact op met uw netwerkexploitant als dit niet het geval is of als u de code kwijt bent. PUK2-code (8 cijfers) De PUK2-code wordt bij bepaalde SIM-kaarten verstrekt en is nodig voor het wijzigen van een geblokkeerde PIN2-code. Neem contact op met uw netwerkexploitant als u de code kwijt bent.
Naslag Opladen en ontladen • Uw telefoon wordt gevoed door een oplaadbare batterij. • De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen! • De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gebruiksduur (gesprekstijd en standby-tijd) aanzienlijk korter is dan normaal, is het beter een nieuwe batterij te kopen.
• Als de batterij bijna leeg is en er nog slechts enkele minuten gesprekstijd overblijven, hoort u een alarmtoon en wordt de tekst Batterij bijna leeg kort weergegeven. Als er geen gesprekstijd meer over is, verschijnt de tekst Batterij opladen en hoort u eveneens een alarmtoon. De telefoon wordt vervolgens automatisch uitgeschakeld. Gebruik van de batterijen • Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. • Gebruik nooit een beschadigde of versleten oplader of batterij.
Naslag • Gooi batterijen nooit in het vuur! Gebruikte batterijen moeten worden aangeboden voor hergebruik of op de voorgeschreven manier worden afgevoerd. Batterijen mogen niet bij het huisvuil worden gegooid! Randapparatuur en batterijen Dit apparaat mag alleen worden gevoed door stroom afkomstig van ACP-7, ACP9, LCH-9 en DCH-9. Toepassing van andere voedingsbronnen doet de goedkeuring van dit apparaat vervallen en kan bovendien gevaarlijk zijn.
Instructies voor het verwijderen van het gekleurde Nokia Xpress-on™-frontcover • Schakel eerst de telefoon uit en verwijder vervolgens het voorpaneel uit de lader of andere apparatuur. • Leg de telefoon nooit zonder het voorpaneel weg. • Neem de aanwijzingen in ‘Onderhoud’ zorgvuldig door. • Verwijder het voorpaneel door de vergrendeling omlaag te drukken, bijvoorbeeld met een munt. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Naslag • Plaats eerst de greepjes aan de onderkant van het voorpaneel in de uitsparingen van de telefoon. Druk het voorpaneel vervolgens stevig dicht. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
Onderhoud Uw telefoon is een geavanceerd apparaat, dat met zorg is ontworpen en geproduceerd. Ga er zorgvuldig mee om. De tips hieronder kunnen u helpen om aanspraak te blijven maken op de geldende garantie en vele jaren plezier te hebben van dit product. Voor het gebruik van de telefoon, batterij, lader OF eventuele accessoires geldt: • Houd het apparaat en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kinderen. • Houd het apparaat droog.
Naslag • Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen van het apparaat blokkeren en de werking belemmeren. • Gebruik alleen de meegeleverde antenne of eventueel een goedgekeurde antenne ter vervanging. Niet goedgekeurde antennes, veranderingen of aanvullingen kunnen de telefoon beschadigen en kunnen voorschriften voor radiozendapparatuur schenden. • Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als de telefoon, batterij, lader of een accessoire niet goed werkt.
Belangrijke veiligheidsinformatie Verkeersveiligheid Gebruik geen handtelefoon terwijl u een auto bestuurt. Als u een handtelefoon wilt gebruiken, moet u de auto eerst parkeren voordat u een gesprek begint. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
Naslag Elektronische apparaten De meeste elektronische apparatuur is beschermd tegen radiofrequentiesignalen (RF-signalen). Het kan echter zijn dat bepaalde elektronische apparaten niet beschermd zijn tegen de RF-signalen van de draadloze telefoon. Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er een afstand van minimaal 20 cm moet worden betracht tussen een draadloze handtelefoon en een pacemaker om mogelijke interferentie met de pacemaker te voorkomen.
Andere medische apparatuur Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van mobiele telefoons, kan interferentie veroorzaken bij het functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel de telefoon uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt.
Naslag Gebruikers wordt geadviseerd om de telefoon uit te schakelen in benzinestations. Gebruikers worden gewezen op de noodzaak om zich te houden aan de beperkingen van het gebruik van radio-apparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met explosiegevaar zijn vaak, maar niet altijd, duidelijk gemarkeerd.
Voertuigen De telefoon mag alleen door bevoegd personeel in een auto worden geïnstalleerd en onderhouden. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze-telefoonapparatuur in uw auto nog op de juiste wijze is gemonteerd en naar behoren functioneert.
Naslag Alarmnummers Belangrijk! Zoals alle draadloze telefoons maakt ook deze telefoon gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken en kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies, waardoor verbindingen niet onder alle omstandigheden kunnen worden gegarandeerd. Het is daarom van groot belang dat u nooit alleen vertrouwt op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie (bijvoorbeeld bij medische noodgevallen).
Als bepaalde functies zijn ingeschakeld (bijvoorbeeld Toetsenblok, Vaste nummers, enz.), is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Voor meer informatie hierover raadpleegt u deze handleiding of de exploitant van uw telefoonnetwerk. Vergeet niet bij het bellen van een alarmnummer alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven.