Gebruikershandleiding 9354345 Uitgave 3
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product NHM-2NX conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EC. U kunt een kopie van de Conformiteitsverklaring ophalen van http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. Copyright © 2002-2003 Nokia. All rights reserved.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven. In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade. De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt.
Inhoudsopgave VOOR UW VEILIGHEID ........................................................................................10 Algemene informatie ..........................................................................................14 Stickers in het pakket...............................................................................................................................14 Toegangscodes .............................................................................................................
Wachtfunctie .......................................................................................................................................27 Functies tijdens een gesprek...............................................................................................................27 De toetsen blokkeren................................................................................................................................28 Tekst intoetsen ....................................................
4. Menufuncties...................................................................................................41 Een menufunctie activeren.....................................................................................................................41 Door te bladeren.....................................................................................................................................41 Via een indexnummer...............................................................................
De instellingen van een profiel wijzigen .........................................................................................61 Instellingen (menu 4) ...............................................................................................................................63 Tooninstellingen .....................................................................................................................................63 Tijdinstellingen..........................................................
De normale timer instellen ..............................................................................................................81 De interval-timers instellen.............................................................................................................81 Als het tijdstip is aangebroken of de periode verloopt............................................................82 Composer...........................................................................................................
5. Informatie over de batterij .......................................................................... 100 De batterij opladen en ontladen ........................................................................................................ 100 VERZORGING EN ONDERHOUD ....................................................................... 102 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE........................................................ 104 Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
VOOR UW VEILIGHEID Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de regels kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Parkeer de auto eerst. INTERFERENTIE Alle draadloze telefoons zijn gevoelig voor storing.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt. Houd u aan beperkende maatregelen en volg eventuele voorschriften of regels op. GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG Gebruik de telefoon alleen zoals het is bedoeld. Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren. ACCESSOIRES EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Druk zo vaak als nodig is op om het scherm leeg te maken (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een menu af te sluiten, enzovoort). Toets het alarmnummer in en druk op . Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek niet voordat u daarvoor toestemming hebt gekregen. ■ Netwerkdiensten De draadloze telefoon zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik in de netwerken EGSM 900 en GSM 1800.
■ Accessoires Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een oplader. Deze apparatuur is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: ACP-7, ACP-8, LCH-9 en DCV-10. Waarschuwing! Gebruik alleen batterijen, laders en accessoires die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de telefoon voor gebruik met dit type telefoon. Het gebruik van andere types kan de goedkeuring en garantie doen vervallen en kan bovendien gevaarlijk zijn. Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde accessoires.
Algemene informatie ■ Stickers in het pakket De stickers bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning. Bewaar deze stickers op een veilige plaats. Bevestig de sticker pakket zit. op de uitnodigingskaart voor Club Nokia die ook in het Bevestig de sticker op uw garantiekaart. ■ Toegangscodes U kunt de hier beschreven toegangscodes gebruiken om de telefoon en de SIMkaart te beveiligen tegen onbevoegd gebruik. • Beveiligingscode: deze code wordt bij de telefoon geleverd.
• PIN-code: deze code wordt bij de SIM-kaart geleverd en beveiligt de SIMkaart tegen onbevoegd gebruik. Als u de functie PIN-code vragen in het menu Beveiligingsinstellingen activeert (zie pagina 68), wordt naar de code gevraagd telkens als de telefoon wordt ingeschakeld. Als u driemaal na elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Toets de PUK-code in en druk op OK. Toets een nieuwe PIN-code in en druk op OK. Toets de nieuwe code nogmaals in en druk op OK.
1. Aan de slag ■ Toetsen Hieronder worden de basisfuncties van de telefoontoetsen beschreven. Meer informatie vindt u op de overige pagina's van deze gebruikershandleiding. Aan/uit-toets (bovenop de telefoon): door deze toets ingedrukt te houden, schakelt u de telefoon in of uit. Als u deze toets kort indrukt vanuit de standbymodus of tijdens een gesprek, wordt een lijst met profielen weergegeven.
■ Display en standby-modus De indicatoren die hieronder worden beschreven, worden weergegeven als de telefoon klaar is voor gebruik en geen tekens door de gebruiker zijn ingevoerd. Als dit scherm wordt weergegeven, bevindt de telefoon zich in de ‘standby-modus’. 1. Geeft aan welk cellulair netwerk op dit moment wordt gebruikt. 2. Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie. 3. Toont de capaciteit van de batterij. 4. Toont de huidige functie van de linkerselectietoets (Menu). 5.
Alle oproepen worden doorgeschakeld. Uw gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep (netwerkdienst). Er is een hoofdtelefoon met uw telefoon verbonden. De timer-functie is actief. De stopwatch is actief. ■ De SIM-kaart en de batterij installeren • Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. • De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
2. Duw de twee klemmetjes in de tegengestelde richting in (4) en verwijder de batterij (5). 3. Schuif de SIM-kaart voorzichtig in de kaartsleuf (6). Zorg ervoor dat de goudkleurige connectors op de kaart omlaag zijn gericht en dat de afgeronde hoek zich links bevindt. 4. Lijn de goudkleurige contactpunten op de batterij uit met de overeenkomstige connectors op de telefoon en druk op het tegenovergestelde uiteinde van de batterij totdat deze vastklikt (7). Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
5. Plaats de twee klemmetjes van de cover in de overeenkomstige sleuven op de telefoon (8). Schuif de cover op de telefoon totdat u een klik hoort (9). ■ De batterij opladen • Laad de batterij niet op als een van de covers van de telefoon is verwijderd. Zie ook Informatie over de batterij op pagina 100. 1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting op de onderkant van de telefoon. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. De indicatiebalk voor de batterij begint te schuiven. • Bij gebruik van de lader ACP-7 kan het opladen van de batterij die bij de telefoon wordt geleverd, maximaal zes uur duren. • Als Laadt niet op wordt weergegeven, wacht u een ogenblik. Koppel de lader los, sluit deze opnieuw aan en probeer het nogmaals. Als de batterij nu nog niet wordt opgeladen, neemt u contact op met uw leverancier. 3. Als de batterij volledig is opgeladen, stopt de indicatiebalk.
TIPS VOOR EFFICIËNT GEBRUIK: De telefoon heeft een ingebouwde antenne (grijs gebied in de afbeelding). Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat de telefoon meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is.
3. Plaats het toetsenbordelement in de cover voor de voorzijde (5). 4. Lijn de bovenzijde van de telefoon uit met de cover voor de voorzijde (6) en druk de telefoon tegen de cover totdat deze vastklikt (7). 5. Plaats de twee klemmetjes van de cover voor de achterzijde in de overeenkomstige sleuven op de telefoon (8). Schuif de cover totdat deze vastklikt (9). Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
2. Basisfuncties ■ Bellen en oproepen beantwoorden Opbellen 1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een nummer wilt wijzigen, drukt u op of om de cursor te verplaatsen, of drukt u op Wissen om het teken links van de cursor te verwijderen. Internationale gesprekken: druk tweemaal op voor het plusteken (+) (dit vervangt de internationale toegangscode) en toets de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in. 2. Druk op .
Een van de laatstgekozen nummers herhalen Een van de laatste 20 telefoonnummers die u hebt gekozen, opnieuw kiezen: druk vanuit de standby-modus op , ga naar het gewenste telefoonnummer of de gewenste naam en druk op . Uw voicemail bellen Houd ingedrukt in de standby-modus. Het nummer van uw voicemailbox krijgt u van de netwerkexploitant. Zie ook Nummer voicemailbox op pagina 57. Voicedialling U kunt een telefoonnummer bellen door een of meer aan het nummer gekoppelde woorden uit te spreken.
1. Druk tijdens een gesprek op Opties en kies Nieuwe oproep. 2. Toets het telefoonnummer in of haal het op uit de telefoonlijst en druk op Bellen. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. 3. Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, betrekt u de eerste deelnemer weer in het gesprek door op Opties te drukken en Conferentie te kiezen. 4. Herhaal stap 1, 2 en 3 om nieuwe deelnemers in het gesprek te betrekken. 5.
Wachtfunctie Als u de functie Wachtfunctieopties in het menu Oproepinstellingen (zie pagina 64) hebt geactiveerd, kunt u een oproep beantwoorden terwijl een gesprek actief is. Druk tijdens een gesprek op Neem op of op . Een andere methode is om druk op Opties en selecteer Opnemen. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. Als u wilt schakelen tussen de twee gesprekken, drukt u op Wisselen of op . Als u het gepsrek in de wachtstand wilt weigeren, drukt u op Opties en kiest u Weigeren.
■ De toetsen blokkeren U kunt het toetsenbord vergrendelen om te voorkomen dat per ongeluk een toets wordt ingedrukt, bijvoorbeeld als u de telefoon in uw tas hebt, en om onbevoegd gebruik van de telefoon te voorkomen. Per ongeluk indrukken van toetsen voorkomen: • druk vanuit de standby-modus op Menu en vervolgens snel op .
Als de toetsen geblokkeerd zijn: • De indicator wordt weergegeven. • Druk op om een oproep te beantwoorden. Als u een gesprek beëindigd of een oproep weigert, worden de toetsen automatisch geblokkeerd. • De hoofdtelefoon HDC-5 kan op normale wijze worden gebruikt. Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon (bijvoorbeeld 112 of een ander officieel alarmnummer). Toets het alarmnummer in en druk op .
Een woordenlijst voor tekstinvoer met woordenlijst selecteren Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Bericht schrijven. Druk op Opties, kies Woordenboek en selecteer de gewenste taal. Tekstinvoer met woordenlijst uitschakelen Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Berichten en Bericht schrijven. druk op Opties en selecteer achtereenvolgens Woordenboek en Woordenbk uit.
• Als u het teken links van de cursor wilt verwijderen, drukt u op Wissen. Houd Wissen ingedrukt om alle tekens te verwijderen. • Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u op totdat de juiste indicator, bijvoorbeeld ABC, boven in het scherm wordt weergegeven. • Als u een leesteken wilt intoetsen, drukt u op en vervolgens herhaaldelijk op totdat het gewenste teken wordt weergegeven.
• Als u het vorige woord wilt wijzigen, drukt u op selecteren en wijzigt u het woord naar wens. om het woord te 3. Als de tekst Opties boven wordt weergegeven, kunt u op deze toets drukken voor de volgende opties voor tekstinvoer met woordenlijst: Suggesties: toont een lijst met woorden die overeenkomen met de toetsen die u hebt ingedrukt. Ga naar het gewenste woord en druk op Gebruik. Woord invoeg.
• Als u een spatie wilt toevoegen, drukt u op . • Als u een letter wilt intoetsen die zich onder dezelfde toets bevindt als de vorige letter, drukt u op of (of wacht u een ogenblik) en toetst u vervolgens de nieuwe letter in. • Als u een leesteken of speciaal teken wilt intoetsen, drukt u op totdat het teken verschijnt. U kunt ook op drukken, naar het gewenste teken gaan en op Gebruik. drukken. • Als u de cursor naar links of rechts wilt verplaatsen, drukt u respectievelijk op of .
3. Telefoonlijst (Namen) U kunt namen en telefoonnummers opslaan in de telefoon en op de SIM-kaart. De telefoon biedt verschillende functies voor het beheren van de opgeslagen namen en telefoonnummers. ■ De telefoonlijstfuncties gebruiken U kunt krijgt toegang tot de telefoonlijstfuncties door op Namen te drukken in de standby-modus. Selecteer vervolgens de gewenste functie.
• Geheugenstatus om te controleren hoeveel namen en nummers zijn opgeslagen en hoeveel namen en nummers nog kunnen worden opgeslagen in de telefoonlijst. Zoeken naar namen en telefoonnummers Druk vanuit de standby-modus op Namen en selecteer Zoeken. Toets de eerste letter van de naam in en druk op Zoeken. Druk op of om naar de naam te gaan. Druk op Gegev. of houd ingedrukt om het telefoonnummer weer te geven dat bij de naam werd opgeslagen.
Namen en telefoonnummers opslaan Druk vanuit de standby-modus op Namen en selecteer Naam toevoeg.. Toets de naam in (zie Tekst intoetsen op pagina 29) en druk op OK. Toets het netnummer en telefoonnummer in en druk op OK. Als u het telefoonnummer wilt gebruiken wanneer u in het buitenland bent, drukt u tweemaal kort op voor het plusteken (+) en toetst u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in.
• Als u Eén voor één hebt geselecteerd, gaat u naar de gewenste naam en drukt u op Kopiëren. • Als u Alle tegelijk hebt geselecteerd, wordt het kopiëren gestart als u op OK drukt wanneer Beginnen met kopiëren? wordt weergegeven. Een beltoon aan een naam en telefoonnummer toewijzen U kunt de gewenste beltoon instellen die moet worden afgespeeld wanneer u een oproep van een bepaald telefoonnummer ontvangt. Druk vanuit de standby-modus op Namen en selecteer Toon toewijzen.
Voicedialling U kunt een telefoonnummer bellen door een of meer bijbehorende woorden ('spraaknummer') uit te spreken. Het spraaknummer kan bijvoorbeeld een naam zijn. Maximaal acht telefoonnummers in de telefoonlijst kunnen een bijbehorend spraaknummer hebben. Houd rekening met het volgende voordat u voicedialling gebruikt: • Spraaknummers zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker. • Spraaknummers zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden.
Bellen met behulp van een spraaknummer Houd Namen ingedrukt in de standby-modus. Spreek het spraaknummer duidelijk uit terwijl u de telefoon in de normale positie tegen uw oor houdt. Het spraaknummer wordt afgespeeld en het bijbehorende telefoonnummer wordt gekozen. Als het spraaknummer niet wordt herkend, drukt u op Ja om het spraaknummer nogmaals uit te spreken of drukt u op Uit of om terug te keren naar de standby-modus.
Een naam en telefoonnummer wijzigen Druk vanuit de standby-modus op of . Ga naar de gewenste naam of het gewenste telefoonnummer en druk op Gegev.. Ga naar de naam of het telefoonnummer, druk op Opties en selecteer Bewerken. Wijzig de naam of het telefoonnummer en druk op OK. Een bericht verzenden vanuit de telefoonlijst U kunt een tekstbericht verzenden naar een persoon wiens naam of telefoonnummer is opgeslagen in de telefoonlijst.
4. Menufuncties De telefoon biedt een groot aantal functies waarmee u het toestel aan uw wensen kunt aanpassen. Deze functies zijn ingedeeld in menu's en submenu's. ■ Een menufunctie activeren Door te bladeren 1. Druk vanuit de standby-modus op Menu. 2. Druk op of om naar een hoofdmenu, bijvoorbeeld Instellingen, te gaan en druk op Select. om het menu te openen. 3. Ga naar een submenu, bijvoorbeeld Oproepinstellingen, en druk op Select. om het te openen. 4.
Via een indexnummer U kunt de meeste menu's, submenu's, functies en instellingen selecteren door het bijbehorende indexnummer in te toetsen. Dit nummer wordt rechtsboven in het scherm weergegeven. Druk vanuit de standby-modus op Menu. Toets binnen drie seconden het indexnummer in van het hoofdmenu dat u wilt openen. Herhaal deze procedure voor submenu’s, functies en instellingen. ■ Een menufunctie afsluiten Druk op Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau.
■ Overzicht van de menufuncties 1. Berichten 1. Bericht schrijven 2. Inbox 3. Outbox 4. Chatten 5. Beeldberichten 6. Beeldbericht downloaden 7. Sjablonen 8. Smiley's 9. Berichten verwijderen 10.Berichtinstellingen 1. Profiel 11 1. Nummer berichtencentrale 2. Berichten verzenden als 3. Geldigheid van berichten 4. Naam zendprofiel wijzigen 2. Algemeen2 1. Afleveringsrapporten 2. Antwoord via zelfde centrale 3. Tekenondersteuning 11.Infodienst 1. Het aantal zendprofielen en de namen daarvan kunnen variëren.
12.Nummer voicemailbox1 13.Dienstopdrachteneditor 2. Oproep-info 1. Gemiste oproepen 2. Ontvangen oproepen 3. Laatst gekozen nummers 4. Laatste oproepen verwijderen 5. Gespreksduur tonen 1. Duur laatste gesprek 2. Totale duur gesprekken 3. Duur ontv. oproepen 4. Duur gedane oproepen 5. Timers op nul zetten 6. Gesprekskosten 1. Kosten laatste gesprek 2. Totale kosten gesprekken 3. Tellers op nul 7. Instellingen gespreks kosten 1. Kostenlimiet 2. Kosten tonen in 8. Prepaid-krediet 3. Profielen 1.
4. Instellingen 1. Tooninstellingen 1. Type beltoon 2. Beltoon downloaden 3. Beltoonvolume 4. Oproepsignaal 5. Berichtensignaaltoon 6. Toetsenvolume 7. Waarschuwingstonen 8. Trilsignaal 9. Ritmisch knipperlicht 10.Screensaver 2. Tijdinstellingen 1. Klok 2. Datum instellen 3. Datum en tijd autom. aanp. 3. Oproepinstellingen 1. Doorschakelen1 2. Automatisch opnieuw kiezen 3. Snelkeuze 4. Wachtfunctieopties 5. Identificatie verzenden 6. Lijn uitgaande oproepen 1.
4. Telefooninstellingen 1. Taal 2. Celinformatie 3. Welkomstbericht 4. Netwerk selecteren 5. SIM-dienstacties bevest. 5. Accessoireinstellingen1 1. Hoofdtelefoon • Standaard profiel • Automatisch opnemen 2. Handsfree • Standaard profiel • Automatisch opnemen • Verlichting 6. Instellingen toetsblokkering 1. Automatische toetsblokkering 2. Toetsblokkeringscode 7. Beveiligingsinstellingen 1. PIN-code vragen 2. Oproepen blokkeren 3. Vaste nummers 4. Beperkte groep gebruikers 5. Beveiligingsniveau 6.
5. Downloads 6. Herinneringn 7. Spelletjes 8. Toepassing. 9. Extra's 1. Alarmklok 2. Rekenmachine 3. Stopwatch 4. Timer-functie 5. Composer 6. Beeldeditor 7. Screensaver 10.Diensten 11.SIM-diensten1 1. De beschikbaarheid, naam en inhoud zijn afhankelijk van de gebruikte SIM-kaart. Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
■ Berichten (menu 1) In dit menu kunt u tekst- en afbeeldingberichten opstellen, lezen en beheren. U kunt ook spraakberichten beluisteren en berichtinstellingen wijzigen. Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Berichten. Voordat u tekst- of afbeeldingberichten kunt verzenden, moet u eerst het nummer van de berichtencentrale in de telefoon opslaan (zie pagina 55).
2. Toets het bericht in (zie Tekst intoetsen op pagina 29). Als u in uw bericht speciale (Unicode)-tekens gebruikt, zoals ñ, zijn er voor het bericht mogelijk meer gedeelten vereist dan normaal het geval is. Tekstinvoer met woordenlijst kan gebruikmaken van Unicode-tekens. De getallen rechtsboven in het scherm geven aan hoeveel tekens u nog in het meerdelig bericht kunt opnemen (het nummer links van het teken ‘/’) en hoeveel gewone berichten zullen worden verzonden (het nummer rechts van het teken ‘/’).
Een tekstbericht lezen (Inbox) Wanneer u een tekstbericht ontvangt in de standby-modus, hoort u een waarschuwingstoon en wordt het aantal nieuwe berichten en de indicator het scherm weergegeven. 1. Als u het bericht direct wilt lezen, drukt u op Lezen. Druk op Uit of het bericht later wilt lezen. in als u Als u het bericht op een later tijdstip wilt lezen, drukt u vanuit de standbymodus op Menu en selecteert u achtereenvolgens Berichten en Inbox. 2. Ga naar het gewenste bericht en druk op Lezen. 3.
Opgeslagen berichten weergeven (Outbox) In het menu Outbox kunt u de berichten weergeven die u hebt opgeslagen in het menu Bericht schrijven. Als u op Opties drukt, beschikt u over dezelfde functies als in het menu Inbox, met uitzondering van Antwoorden, Chatten en Gegevens. Chatten Chatten is een snelle manier om te communiceren via tekstberichten. De berichten die u gedurende een chatsessie ontvangt en verzendt, worden niet opgeslagen voor later gebruik. 1.
Tijdens het intoetsen van een bericht kunt u op Opties drukken voor de volgende functies: • Chat-naam om de gekozen chatnaam te wijzigen. • Chat-verleden om de vorige berichten weer te geven. Verzonden berichten worden aangeduid met "<" en uw chatnaam. Ontvangen berichten worden aangeduid met ">" en de chatnaam van de afzender. Beeldberichten U kunt tekstberichten met afbeeldingen verzenden en ontvangen (netwerkdienst). Zie Bek.
Een afbeeldingbericht verzenden Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Berichten en Beeldberichten. U kunt een afbeeldingbericht weergeven door naar het gewenste bericht te gaan en op Bekijken te drukken. Als u de weergegeven tekst of afbeelding wilt wijzigen, drukt u op Opties en selecteert u Tekst bewerk. of Beeld bewerk. (zie ook Beeldeditor op pagina 83). Als u het hele bericht wilt bekijken, drukt u op Opties en selecteert u Bekijken.
Sjablonen U kunt de standaardberichten ('sjablonen') die beschikbaar zijn voor het samenstellen van berichten, weergeven, wijzigen of verwijderen. Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Berichten en Sjablonen. Ga naar de gewenste sjabloon en druk op Lezen. Als u de sjabloon wilt wijzigen of verwijderen, drukt u op Opties en selecteert u de gewenste bewerking. Als u tijdens het wijzigen van een sjabloon op Opties drukt, hebt u toegang tot nog meer functies, waaronder Verzenden en Opslaan.
Berichtinstellingen U hebt de keuze uit twee soorten berichtenopties: opties die specifiek voor een instellingengroep ('zendprofiel') gelden en opties die op alle tekstberichten van toepassing zijn. Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Berichten en Berichtinstellingen. Selecteer een zendprofiel of selecteer Algemeen. Profiel1 Een zendprofiel is een verzameling instellingen die benodigd zijn voor het verzenden van tekst- en afbeeldingberichten.
Algemeen De instellingen in dit submenu zijn van toepassing op alle tekstberichten die u verzendt, ongeacht het gekozen zendprofiel. • Selecteer Afleveringsrapporten om het netwerk te vragen afleveringsrapporten van de door u verzonden berichten te verzenden (netwerkdienst). • Selecteer Antwoord via zelfde centrale om de ontvanger van uw bericht toe te staan een antwoord te verzenden via uw berichtencentrale (netwerkdienst).
Infodienst Met deze netwerkdienst kunt u berichten over verschillende onderwerpen van het netwerk ontvangen, bijvoorbeeld verkeersberichten. Neem contact op met uw netwerkexploitant voor meer informatie. Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Berichten en Infodienst. • Selecteer Aan om berichten over de actieve items te ontvangen. • Selecteer Index om een lijst met beschikbare items van het netwerk te ontvangen.
Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Berichten en Dienstopdrachteneditor. Toets de gewenste tekens in. Houd ingedrukt als u wilt schakelen tussen letters en cijfers. Druk op Zenden om het verzoek te verzenden. ■ Oproep-info (menu 2) In dit menu kunt u de geregistreerde telefoonnummers zien en worden de duur en kosten van uw gesprekken weergegeven (bij benadering). Hier kunt u ook de instellingen van een voorafbetaalde SIM-kaart weergeven en wijzigen.
• Ontvangen oproepen: deze netwerkdienst toont de 10 laatste telefoonnummers van personen waarvan u een oproep hebt geaccepteerd. • Laatst gekozen nummers: toont de laatste 20 telefoonnummers van personen die u hebt gebeld of geprobeerd te bellen. • Laatste oproepen verwijderen: hiermee kunt u alle telefoonnummers en namen verwijderen uit menu 2-1 tot en met 2-3.
• Instellingen gespreks kosten: met de functie Kostenlimiet kunt u de gesprekskosten beperken tot een bepaald aantal kosteneenheden of valutaeenheden (netwerkdienst). Met Kosten tonen in kunt u de eenheden selecteren waarin de resterende gesprekstijd moet worden weergegeven. Vraag uw netwerkexploitant naar de prijzen van kosteneenheden.
Een profiel activeren 1. Selecteer het profiel dat u wilt gebruiken. Selecteer bijvoorbeeld het profiel Stil als u alle telefoongeluiden wilt uitschakelen. Sommige profielen kunnen worden vervangen door profielen die u ontvangt, bijvoorbeeld van uw netwerkexploitant. Neem contact op met uw netwerkexploitant of andere leverancier van profielen voor meer informatie over de beschikbaarheid en compatibiliteit van profielen. 2. Selecteer Activeren.
Als de WAP-verbinding niet tot stand komt en een foutbericht zoals Controleer dienstinstellingen wordt weergegeven, wijzigt u de actieve set verbindingsinstellingen in het menu Diensten en probeert u de verbinding opnieuw tot stand te brengen vanuit dit menu. Zie ook Downloads (menu 5) op pagina 70 en WAP-diensten (Diensten - menu 10) op pagina 87. • Beltoonvolume: stel het volume in voor de beltonen en waarschuwingstonen. • Oproepsignaal: geef aan hoe u wilt worden gewaarschuwd bij inkomende oproepen.
• Screensaver: u kunt een statische of bewegende afbeelding selecteren die na verloop van een bepaalde tijd in het display wordt weergegeven in de standby-modus. Zie Screensaver op pagina 86 voor meer informatie. Het gebruik van bewegende afbeeldingen als schermbeveiliging kost energie en vermindert dus de gebruiksduur van de telefoon. • Naam wijz.: met deze functie kunt u de naam van het geselecteerde profiel wijzigen. De naam van het profiel Normaal kunt u niet wijzigen.
Tijdinstellingen Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Tijdinstellingen. • Klok: u kunt de juiste tijd instellen, de 12-uurs- of 24-uursnotatie selecteren of instellen dat de juiste tijd moet worden weergegeven in de standby-modus. Als de batterij uit de telefoon verwijderd is geweest, moet u de tijd mogelijk opnieuw instellen. De klokinstellingen hebben invloed op de functies Alarmklok en Herinneringn.
hebt geselecteerd, drukt u op Nummer om het telefoonnummer weer te geven waarnaar de oproepen worden doorgeschakeld. Verschillende doorschakelopties kunnen gelijktijdig zijn geactiveerd. Als alle oproepen worden doorgeschakeld, wordt weergegeven in de standbymodus. • Automatisch opnieuw kiezen: u kunt instellen dat maximaal tien pogingen moeten worden gedaan om verbinding te maken na een mislukte kiespoging.
Als u lijn 2 selecteert en niet op deze netwerkdienst bent geabonneerd, kunt u geen gesprekken voeren. Als lijn 2 is geselecteerd, wordt 2 weergegeven in de standby-modus. Tip: In de standby-modus kunt u schakelen tussen de lijnen door ingedrukt te houden. Telefooninstellingen Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Telefooninstellingen. • Taal: met deze functie kunt u de taal voor de displaytekst instellen.
• SIM-dienstacties bevest.: u kunt de telefoon instellen op het tonen van bevestigingsberichten (Bevest. vragen) wanneer u SIM-kaartdiensten gebruikt. Zie ook pagina 99. Accessoireinstellingen U kunt opgeven welke standaardinstellingen de telefoon moet gebruiken wanneer een compatibele accessoire wordt aangesloten. Dit menu wordt alleen weergegeven als de telefoon een compatibele accessoire gebruikt of heeft gebruikt.
Instellingen toetsblokkering U kunt instellen dat de toetsen automatisch moeten worden geblokkeerd als de telefoon gedurende een bepaalde tijd niet is gebruikt (Automatische toetsblokkering), of u kunt de toetsen handmatig blokkeren met behulp van de beveiligingscode van de telefoon (Toetsblokkeringscode). Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Instellingen toetsblokkering.
• PIN-code vragen: u kunt instellen dat de PIN-code van de SIM-kaart wordt gevraagd wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Voor sommige SIMkaarten is het niet mogelijk om deze functie uit te schakelen. • Oproepen blokkeren: met deze netwerkdienst kunt u inkomende en uitgaande oproepen beperken. Selecteer de gewenste beperkingsoptie en schakel deze in (Activeren) of uit (Annuleren), of controleer of een beperkingsoptie is geactiveerd (Controle status).
Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van alarmnummers, zoals 112, om te voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer kiest. Fabrieksinstellingen terugzetten In dit menu kunt u de instellingen op de oorspronkelijke waarden terugzetten. Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Instellingen en Fabrieksinstellingen terugzetten. Toets de beveiligingscode in en druk op OK.
2. Als de verbinding tot stand is gebracht, volgt u de aanwijzingen van de WAPdienst om de gewenste toon, het gewenste spelletje of de gewenste afbeelding te downloaden. Het item dat u hebt opgehaald, wordt toegevoegd aan het betreffende menu. Een spelletje wordt bijvoorbeeld toegevoegd aan het menu Spelletjes. Neem contact op met de netwerkexploitant en/of de WAP-serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid en tarieven van de verschillende WAPdiensten.
• Alle bekijken: geeft alle herinneringen weer. U kunt door de herinneringen bladeren met of . De datum en tijd voor het waarschuwingssignaal worden bovenaan in het display weergegeven. Druk op Opties voor de volgende opties: Verwijderen, Bewerken, Zenden. Selecteer Zenden om de geselecteerde herinnering als tekstbericht naar een compatibele telefoon te zenden. • Verwijderen: u kunt de herinneringen één voor één of allemaal tegelijk verwijderen.
U kunt geluid, verlichting en trilling (Trillen) instellen. Wanneer de functie Trilsignaal in het menu Tooninstellingen (menu 4-1) uitgeschakeld is, trilt de telefoon ook niet als Trillen is ingesteld. U kunt ook het lidmaatschapsnummer van Club Nokia opslaan. Dit nummer hebt u nodig voor het gebruik van Club Nokia-diensten, bijvoorbeeld om een hoge spelscore naar Club Nokia te zenden. Ga naar de Club Nokia-website www.club.nokia.com voor meer informatie.
Een WAP-verbinding met Club Nokia tot stand brengen Open het menu Spelletjes en selecteer Spel download.. De telefoon probeert met de actieve verbindingsinstellingen verbinding te maken met de WAP-site van Club Nokia. Als de WAP-verbinding niet tot stand komt en een foutbericht zoals Controleer dienstinstellingen wordt weergegeven, wijzigt u de actieve set verbindingsinstellingen in het menu Diensten en keert u terug naar het menu Spel download.
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Een toepassing starten 1. Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Toepassing. en Toepass. sel.. 2. Ga naar de toepassing of toepassingenset die u wilt gebruiken. 3. Druk op Opties en selecteer Openen, of druk op om de toepassing te starten of de toepassingenset te openen.
• Gegevens: hiermee kunt u bijvoorbeeld het versienummer van de toepassing weergeven. • WAP-site: hiermee kunt u verbinding maken met een WAP-dienst die betrekking heeft op de toepassing. Deze optie wordt alleen weergegeven als de toepassing het adres van een WAP-dienst bevat. Een toepassing downloaden Een Java-toepassing downloaden: • Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Toepassing. en Open browser om een toepassing te downloaden, bijvoorbeeld van de WAP-site van Club Nokia.
■ Extra's (menu 9) Dit menu bevat een alarmklok, calculator, stopwatch, timerfunctie, toonzetter voor beltonen, afbeeldingseditor en screensavers. Alarmklok U kunt instellen dat de telefoon op het gewenste tijdstip een waarschuwingssignaal geeft. Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra's en Alarmklok. Een waarschuwingssignaal instellen Toets het tijdstip voor het waarschuwingssignaal in en druk op OK.
Als het ingestelde tijdstip wordt bereikt als de telefoon is uitgeschakeld, wordt de telefoon automatisch ingeschakeld en klinkt het waarschuwingssignaal. Als u op Stop drukt, wordt gevraagd of u de telefoon wilt inschakelen. Druk op Nee om de telefoon uit te schakelen of druk op Ja om de telefoon in te schakelen. Opmerking: Druk niet op Ja als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
• Druk op Opties en selecteer Uitkomst voor het resultaat. Als u Wissen even ingedrukt houdt, wordt het scherm gewist voor een nieuwe berekening. Valuta's omrekenen De wisselkoers instellen: druk op Opties, selecteer Wisselkoers, kies de gewenste optie, toets de wisselkoers in (druk op voor een decimaalteken) en druk op OK. Omrekenen: toets het bedrag in dat u wilt omrekenen, druk op Opties en selecteer In eigen valuta of In vreemde val..
Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. De functie Stopwatch maakt gebruik van de batterij. Hierdoor wordt de spreektijd van de telefoon bekort. Laat deze functie niet actief op de achtergrond terwijl u andere functies van de telefoon gebruikt. Tussentijden of rondetijden opnemen Selecteer Tussentijden of Rondetijden en druk op Starten.
Timer-functie Met de timer-functie kunt u instellen dat de telefoon na een bepaalde tijd een waarschuwingssignaal geeft (Normale timer), bijvoorbeeld voor dagelijkse taken, of na een verloop van een bepaalde tijd (Interval timer), bijvoorbeeld tijdens het sporten. Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra's en Timer-functie. Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld.
Druk op Opties en selecteer Start timer, Periode toev. of Periode bew.. Selecteer Start timer om de timer te starten. Selecteer Periode toev. om een nieuwe periode na de geselecteerde periode toe te voegen. Selecteer Periode bew. om de tijd en melding voor de geselecteerde periode te wijzigen. Eerder opgeslagen interval-timers beheren Selecteer Interval timer en selecteer een opgeslagen interval-timer.
1. Selecteer de toon die u wilt wijzigen. 2. Toets de noten in. Druk bijvoorbeeld op noot f. 3. voor de verkort (-) en verlengt (+) de toon of rust links van de cursor. Met voegt u een rust in en met wordt de octaaf ingesteld. maakt de noot scherp (niet beschikbaar voor de noten e en b). Met en kunt u de cursor naar rechts of naar links verplaatsen. Druk op Wissen om een noot of rust links van de cursor te verwijderen. 4.
1. Selecteer Maken om een nieuwe tekening te maken of selecteer Bestaand bew. om een eerdere tekening te wijzigen. Als u het tekenen wilt hervatten, bijvoorbeeld na het beantwoorden van een inkomende oproep, selecteert u Doorgaan. 2. Als u Maken hebt geselecteerd, selecteert u het formaat van de tekening (Beeldbericht of Clipart), al naar gelang het bedoelde gebruik van de afbeelding. Als u Bestaand bew.
3. Tijdens het tekenen hebt u de volgende mogelijkheden als u op Opties drukt: Kleur, Invoegen, Spiegelen, Vullen, Alle wissen, Kleurinversie, Opslaan als, Ongedaan mkn. • Selecteer Kleur om de kleur te wijzigen van de lijn die u aan het tekenen bent. Als u de kleur snel wilt wijzigen, drukt u op . • Selecteer Invoegen om een lijn, rechthoek, cirkel, tekst of clipart-item aan de tekening toe te voegen.
Screensaver U kunt een statische of bewegende afbeelding selecteren die na verloop van een bepaalde tijd in het display wordt weergegeven in de standby-modus. Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra's en Screensaver. Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Een screensaver downloaden Als u een screensaver wilt downloaden van de WAP-dienst van Club Nokia, selecteert u Screens. dwnl.. Deze functie is alleen beschikbaar als deze WAPdienst in uw land wordt aangeboden. Als de WAP-verbinding niet tot stand komt en een foutbericht zoals Controleer dienstinstellingen wordt weergegeven, wijzigt u de actieve set verbindingsinstellingen in het menu Diensten en probeert u de verbinding opnieuw tot stand te brengen vanuit dit menu.
Neem contact op met uw netwerkexploitant en/of de WAP-serviceprovider van uw keuze voor informatie over de beschikbaarheid en prijzen van de verschillende WAP-diensten. Serviceproviders verstrekken u ook de instructies voor het gebruik van hun diensten. Basisstappen voor het gebruik van WAP-diensten 1. Haal de verbindingsinstellingen voor de gewenste WAP-dienst op en sla ze op in de telefoon. Zie De telefoon instellen voor een WAP-dienst. 2. Maak verbinding met de WAP-dienst (zie pagina 91). 3.
• Als u de instellingen eerst wilt bekijken voordat u ze opslaat, drukt u op Opties en selecteert u Bekijken. Druk op Opslaan om de instellingen op te slaan of druk op Terug om terug te keren naar de lijst met opties. De verbindingsinstellingen intoetsen Neem contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor de juiste WAP-instellingen. Mogelijk zijn de instellingen ook beschikbaar op de website van de netwerkexploitant of serviceprovider. 1.
• Drager gegevens: controleer of GSM-gegevens is geselecteerd. Neem contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider voor informatie over tarieven, verbindingssnelheid en andere gegevens. • Inbelnummer: Toets het nummer in en druk op OK. • IP-adres: Toets het adres in (druk op voor een punt) en druk op OK. • Verificatietype: Selecteer Normaal of Beveiligd. • Type data-oproep: Selecteer Analoog of ISDN. • Gebruikersnaam: toets de gebruikersnaam in (druk op en druk op OK.
4. Toets het telefoonnummer van de ontvanger in en druk op OK. De gebruikersnaam en het wachtwoord worden niet verzonden. Verbinding maken met een WAP-dienst 1. Activeer de instellingen van de WAP-dienst die u wilt gebruiken: Open het menuDiensten en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Verbindingsinstellingen. Ga naar de gewenste instellingenset, druk op Opties en selecteer Activeren. Als u dezelfde WAP-instellingen als de laatste keer wilt gebruiken, kunt u deze stap overslaan. 2.
• Voer het adres van de WAP-dienst in: open het menu Diensten, selecteer Ga naar adres, toets het adres in (druk op voor speciale tekens) en druk op OK. Het prefix http:// wordt automatisch vóór het adres toegevoegd. Dit hoeft u dus niet in te toetsen. Als u een ander protocol dan http gebruikt, moet u het juiste prefix toevoegen. Bladeren door de pagina’s van een WAP-dienst Als u eenmaal verbinding hebt gemaakt met de WAP-dienst, kunt u door de WAPpagina's van de dienst bladeren.
Homepage: hiermee keert u terug naar de homepage van de WAP-dienst. Opnieuw laden: vernieuwt de WAP-pagina. Koppel. openen: hiermee selecteert u een link of een ander gemarkeerd item op de WAP-pagina. Dienst-inbox: toont de lijst met dienstberichten (zie Dienst-inbox op pagina 96). Weergave-inst.: hiermee kunt u regeldoorloop van tekstregels instellen en de afbeeldingen op de WAP-pagina verbergen. Zie ook pagina 94.
Druk op Opties voor Volg. bekijken, Vor. bekijken of Afbeelding opsl.. Met Afbeelding opsl. kunt u afbeeldingen opslaan om deze te gebruiken in afbeeldingberichten of als screensaver. Bewegende afbeeldingen kunt u gebruiken als screensaver. Als de afbeelding te groot is voor afbeeldingberichten of voor gebruik als screensaver, kunt u het gewenste gebied selecteren door het kader te verplaatsen dat boven de afbeelding wordt weergegeven. Druk vervolgens op Select..
Als Afbeeldingen tonen is ingesteld op Nee, worden afbeeldingen op de WAPpagina niet weergegeven. Hierdoor kunt u sneller bladeren door WAP-pagina's die veel afbeeldingen bevatten. Bookmarks opslaan en beheren 1. Als geen WAP-verbinding actief is • Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer Diensten en Bookmarks. Als een WAP-verbinding actief is • druk op Opties en selecteer Bookmarks. 2. Ga naar de gewenste bookmark en druk op Opties.
Dienst-inbox De telefoon kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider worden gezonden. Deze berichten kunnen bijvoorbeeld een lijst met nieuwskoppen bevatten en het adres van een WAP-dienst die het nieuws aanbiedt. De telefoon instellen op het ontvangen van dienstberichten Druk vanuit de standby-modus op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten, Instellingen, Instellingen dienstinbox, Dienstberichten en Aan. Een ontvangen dienstbericht weergeven 1.
Het cachegeheugen leegmaken Opmerking: De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in de cache van de telefoon. Een cache is een buffergeheugen waarin gegevens tijdelijk worden opgeslagen. Als u gebruik hebt gemaakt of geprobeerd hebt gebruik te maken van vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven (bijvoorbeeld uw bankrekening), kunt u de cache van de telefoon na gebruik beter legen.
U kunt er pas zeker van zijn dat een WAP-gateway of WAP-server betrouwbaar is als de identiteit is gecontroleerd aan de hand van het overeenkomstige certificaat in de telefoon. In het display verschijnt een opmerking als de identiteit van WAP-server of WAPgateway niet kan worden gecontroleerd, als het certificaat van de WAP-server of WAP-gateway niet authentiek is of als in uw telefoon niet het juiste certificaat aanwezig is.
■ SIM-diensten (menu 11) Dit menu wordt alleen weergegeven als uw SIM-kaart extra diensten biedt. De naam en inhoud van dit menu is afhankelijk van de beschikbare diensten. Dit menu openen: druk vanuit de standby-modus op Menu en druk op Select.. en Opmerking: Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart (bijvoorbeeld uw netwerkexploitant, dienstenprovider of andere leverancier) voor informatie over de beschikbare SIM-diensten, de tarieven en het gebruik van deze SIM-diensten.
5. Informatie over de batterij ■ De batterij opladen en ontladen De telefoon werkt met een oplaadbare batterij. De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gebruiksduur (gesprekstijd en standby-tijd) aanzienlijk korter is dan normaal, is het beter een nieuwe batterij te kopen.
De capaciteit en de levensduur van batterijen nemen af wanneer u deze in extreem warme of koude temperaturen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in de vrieskou). Probeer ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de batterij altijd tussen de 15°C en 25°C ligt. Een telefoon met een extreem warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De prestaties van batterijen zijn beduidend minder in temperaturen onder de 0C.
VERZORGING EN ONDERHOUD Uw telefoon is een geavanceerd apparaat, dat met zorg is ontworpen en geproduceerd. Ga er zorgvuldig mee om. De tips hieronder kunnen u helpen om aanspraak te blijven maken op de geldende garantie en vele jaren plezier te hebben van dit product. • Houd de telefoon en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog. Neerslag, vocht en vloeistoffen bevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
• Gebruik alleen de meegeleverde antenne of eventueel een goedgekeurde antenne ter vervanging. Niet-goedgekeurde antennes, aanpassingen of accessoires kunnen de telefoon beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regels met betrekking tot radioapparaten. Alle bovenstaande tips gelden voor de telefoon, de batterij, oplader en andere accessoires. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van deze onderdelen niet goed werkt.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE ■ Verkeersveiligheid Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 20 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze handtelefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Voertuigen RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip-remsystemen (of antiblokkeer-remsystemen), systemen voor elektronische snelheidsregeling, airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant van uw voertuig of een vertegenwoordiger van de fabrikant voor meer informatie.
■ Voertuigen De telefoon mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze-telefoonapparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert.
■ Alarmnummer kiezen Belangrijk: Zoals alle draadloze telefoons maakt ook deze telefoon gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken en kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. Het is daarom van groot belang dat u nooit alleen vertrouwt op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie (bijvoorbeeld bij medische noodgevallen).
Vergeet niet bij het bellen van een alarmnummer alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Uw draadloze telefoon is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk; verbreek de verbinding niet voordat u daarvoor toestemming hebt gekregen. ■ Informatie over certificatie (SAR) DIT TYPE TELEFOON VOLDOET AAN DE EISEN DIE DE EUROPESE UNIE HANTEERT VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN. Deze mobiele telefoon is een radiozender en -ontvanger.
Voordat een telefoon op de markt komt, moet eerst worden aangetoond dat deze voldoet aan de Europese R&TTE-richtlijn. Deze richtlijn bevat één essentiële vereiste en dat is de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker en alle andere personen. De hoogste SAR-waarde die dit telefoonmodel tijdens tests voor compatibiliteit met de standaard heeft bereikt, was 0,81 W/kg.
3310_NL.qxd 12.12.2001 13:15 Page 1 BEPERKTE GARANTIE VAN DE FABRIKANT GEDEELTE REGIO EUROPA EN AFRIKA Deze beperkte garantie zal van toepassing zijn in een gedeelte van de Regio Europa en Afrika van Nokia Mobile Phones tenzij een lokale garantie bestaat.
/ Page 2 / 12.12.2001 13:15 Datum aankoop (dd/mm/jj): / / Type Product (op telefoon type etiket onder batterij): – Model Product (op telefoon type etiket onder batterij): Telefoon Serie Nummer (op telefoon type etiket onder batterij): 3310_NL.