Nokia 3250 Gebruikershandleiding 9244347 Versie 2
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart, NOKIA CORPORATION, dat het toestel RM-38 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privéen niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid ................... 6 Algemene informatie............. 10 Functieoverzicht.................................. Toegangscodes..................................... Dienst configuratie-instellingen..... Inhoud en toepassingen downloaden .......................................... Nokia-ondersteuning en contactinformatie ......................... 10 10 12 12 13 1. Aan de slag ........................ 14 Een SIM-kaart en batterij plaatsen ..........................................
De telefoon configureren voor browserdiensten......................... Verbinding maken ............................... Bookmarks weergeven ....................... Beveiliging van de verbinding.......... Webpagina's bekijken......................... Downloaden .......................................... Verbinding verbreken ......................... De cache leegmaken........................... Browserinstellingen ............................ 76 77 77 78 79 80 81 81 81 11. Persoonlijke ....................
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving.
Voor uw veiligheid TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
Voor uw veiligheid ■ Netwerkdiensten Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken.
Voor uw veiligheid • Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn geïnstalleerd nog steeds goed bevestigd zitten en naar behoren werken • De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
Algemene informatie Algemene informatie ■ Functieoverzicht Uw telefoon beschikt over een groot aantal praktische functies voor het dagelijks gebruik, zoals een agenda, een e-mailtoepassing, een klok, een alarmklok, een XHTML-webbrowser en een radio. De telefoon ondersteunt bovendien de volgende functies: • Camera met video-opnamefunctie, met een resolutie van 2 megapixel • Muziekspeler met afspeeltoetsen en ondersteuning voor bestanden in MP3-, WMA-, AAC- en eAAC+-indeling.
Algemene informatie PIN-codes • De PIN-code (Personal Identification Number) en de UPIN-code (Universal Personal Identification Number) (vier tot acht cijfers) beveiligen uw SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie “Beveiliging” op pag. 106. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart verstrekt. • De PIN2-code (vier tot acht cijfers) wordt verstrekt bij de SIM-kaart en is vereist voor sommige functies. • De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule.
Algemene informatie ■ Dienst configuratie-instellingen Voordat u gebruik kunt maken van de browser, MMS, Chatten, DVS, e-mail, synchronisatie en streaming, moet uw telefoon juist zijn ingesteld. Het is mogelijk dat de instellingen voor de browser, multimediaberichten, toegangspunt en streaming automatisch worden geconfigureerd op basis van de gebruikte SIM-kaart. Mogelijk ontvangt u de instellingen rechtstreeks in een configuratiebericht, dat u kunt opslaan op uw telefoon.
Algemene informatie ■ Nokia-ondersteuning en contactinformatie Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product. Op de website vindt u informatie over het gebruik van producten en diensten van Nokia. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, raadpleegt u de lijst met plaatselijke Nokia contactcentra op www.nokia.com/customerservice.
Aan de slag 1. Aan de slag ■ Een SIM-kaart en batterij plaatsen Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn. 1.
Aan de slag 3. Schuif de SIM-kaarthouder naar achteren (4) en til deze omhoog (5) om de houder te ontgrendelen. 4. Plaats de SIM-kaart in de SIMkaarthouder (6). Zorg dat de schuine hoek omhoog wijst. 5. Sluit de SIM-kaarthouder (7) en schuif deze naar voren om deze te vergrendelen (8). 6. Plaats de batterij terug (9). 7. Plaats de achtercover terug door deze in de klemmetjes op de telefoon te plaatsen (10) en vast te klikken (11).
Aan de slag ■ Een microSD-kaart plaatsen 1. Draai het onderste deel van de telefoon zodat u toegang krijgt tot het klepje van de microSD-kaartsleuf. 2. Trek aan de hoek van het klepje om de kaartsleuf te openen. 3. Schuif de kaart in de sleuf, met het gouden contactoppervlak richting het klepje, totdat de kaart vastklikt. 4. Sluit het klepje van de kaartsleuf. Houd microSD-kaarten buiten het bereik van kleine kinderen. Gebruik voor dit apparaat alleen compatibele microSD-kaarten.
Aan de slag 3. Verwijder (of vervang) de microSD-kaart en sluit het klepje van de kaartsleuf. ■ De batterij opladen 1. Sluit de lader aan op een wandcontactdoos. 2. Steek het snoer van de lader in de aansluiting voor de lader op de telefoon. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen. De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij.
Aan de slag ■ Normaal gebruik Gebruik de telefoon alleen in de normale gebruiksposities. Uw apparaat heeft een interne antenne. Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is.
De telefoon 2.
De telefoon Houd de cover van de Pop-Port-aansluiting buiten het bereik van kleine kinderen. Houd het apparaat buiten het bereik van magneten of magnetische velden. Deze kunnen ervoor zorgen dat toepassingen, zoals de camera, op onverwachte momenten worden geactiveerd. ■ Mechanische modi De telefoon heeft drie mechanische modi: de communicatiemodus, de cameramodus en de modus voor muziekweergave. Als u wilt schakelen tussen de modi, draait u het onderste deel van de telefoon.
De telefoon Muziekmodus Als u de modus voor muziekweergave wilt activeren in de communicatiemodus, draait u het onderste deel van de telefoon 180 graden naar links zodat de afspeeltoetsen zich aan dezelfde zijde als het scherm bevinden. ■ Standby-modus Wanneer u de telefoon hebt ingeschakeld en bent aangemeld bij een netwerk, bevindt de telefoon zich in de actieve standby-modus en is deze klaar voor gebruik. Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u kort op de aan/uit-toets en selecteert u een profiel.
De telefoon daaronder agenda-items, taken en informatie in verband met de muziekspeler. Als u een toepassing of gebeurtenis wilt selecteren, gaat u er naartoe en drukt u op de navigatietoets. Snelkoppelingen voor de navigatietoets in de standby-modus De telefoon bevindt zich standaard in de actieve standby-modus. U kunt de snelkoppelingen voor de navigatietoets in de standby-modus dan niet gebruiken. U moet de actieve standby-modus uitschakelen om de volgende snelkoppelingen te gebruiken.
De telefoon Dit symbool wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld op Stil en Berichtensignaaltoon en Signaaltoon e-mail zijn ingesteld op Uit. Zie “Profielen” op pag. 95. De toetsen zijn geblokkeerd. Zie “Toetsblokkering” op pag. 26. De luidspreker is ingeschakeld. Een alarm is ingeschakeld. De tweede telefoonlijn is in gebruik. Zie Lijn in gebruik in “Bellen” op pag. 100. / Alle oproepen worden doorgeschakeld naar uw voicemailbox of naar een ander nummer.
De telefoon ■ Navigeren en selecteren met de navigatietoets Als u wilt navigeren, drukt u de navigatietoets omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. Als u het gemarkeerde item wilt selecteren, drukt u op de navigatietoets. De markering van items in toepassingen in- en uitschakelen Als u de markering van een item in een toepassing wilt in- of uitschakelen, houdt u de wijzigtoets ingedrukt en drukt u op de navigatietoets.
De telefoon ■ Help Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. U hebt vanuit elke toepassing en vanuit het hoofdmenu toegang tot de Help. Als u Help wilt weergeven in een geopende toepassing, selecteert u Opties > Help. Als u wilt schakelen tussen Help en de geopende toepassing op de achtergrond, houdt u Menu ingedrukt. Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: Lijst van onderw. - Een lijst met beschikbare onderwerpen in de betreffende categorie weergeven. Lijst helpcatn.
De telefoon Als u de luidspreker tijdens een oproep wilt uitschakelen, selecteert u Telefoon. Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. ■ Toetsblokkering Als u wilt voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, drukt u op de linkerselectietoets en binnen anderhalve seconde op * om de toetsblokkering in te schakelen. Als u de toetsblokkering wilt uitschakelen, selecteert u Blok. oph.
Belfuncties 3. Belfuncties ■ Bellen 1. Voer in de standby-modus het telefoonnummer, inclusief het netnummer, in. Druk op de wistoets om een nummer te wissen. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het +-teken (vervangt de internationale toegangscode) en voert u vervolgens het landnummer, het netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer in. 2. Als u het nummer wil kiezen, drukt u op de beltoets. 3.
Belfuncties • Als Snelkeuze is ingesteld op Aan, houdt u de snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer wordt gekozen. Als u Snelkeuze wilt instellen op Aan, selecteert u Menu > Instrumenten > Instell. > Bellen > Snelkeuze > Aan. Spraakgestuurde nummerkeuze U kunt bellen door de naam uit te spreken die is opgeslagen in de lijst met contacten in de telefoon. Er wordt automatisch een spraakopdracht toegevoegd aan alle items in de lijst met contacten in de telefoon. Erg korte namen worden niet geaccepteerd.
Belfuncties Een conferentiegesprek voeren (netwerkdienst) 1. Bel de eerste deelnemer. 2. Als u de volgende deelnemer wilt bellen, selecteert u Opties > Nieuwe oproep. Het eerste gesprek wordt automatisch in de wachtstand geplaatst. 3. Als u de eerste deelnemer wilt toevoegen aan het conferentiegesprek wanneer de nieuwe oproep is beantwoord, selecteert u Opties > Conferentie. • Herhaal stap 2 om de volgende deelnemer in het gesprek te betrekken en selecteer Opties > Conferentie > Toev. aan confer.
Belfuncties Als u de oproep wilt weigeren, drukt u op de eindetoets. De beller hoort een bezettoon. Als u oproepen doorschakelt met de optie Indien bezet in Doorschakelen, worden geweigerde oproepen ook doorgeschakeld. Als u een SMS-bericht naar een beller wilt verzenden om door te geven waarom u de oproep niet kunt beantwoorden, kiest u Opties > SMS verzenden. U kunt de tekst bewerken voordat u deze verzendt. Zie Opr. weig. met SMS en Berichttekst in “Bellen” op pag. 99.
Belfuncties Als u een wachtteken (w) of pauzeteken (p) wilt invoeren, drukt u herhaaldelijk op *. Selecteer OK om de toonreeks te verzenden. Tip: U kunt DTMF-tonen toevoegen aan de velden Telefoonnummer of DTMF op een contactkaart. ■ Logboek In het logboek kunt u door de telefoon geregistreerde spraak-, fax- en gegevens-, SMS- en GPRS-oproepen controleren. Via een filter kunt u specifieke gegevens bekijken en op basis van de logboekgegevens nieuwe contacten maken.
Belfuncties Lijsten met recente oproepen wissen Als u alle lijsten met recente oproepen in de weergave Recente opr. wilt wissen, selecteert u Opties > Wis recente oproep.. Als u een van de lijsten met oproepen wilt wissen, opent u de betreffende lijst en selecteert u Opties > Lijst wissen. Als u een afzonderlijk item wilt wissen, opent u de lijst, gaat u naar het item en drukt u op de wistoets.
Belfuncties Packet-gegevensteller en verbindingstimer Als u wilt bekijken hoeveel kilobyte aan gegevens is overgebracht en hoe lang een packet-gegevensverbinding heeft geduurd, gaat u in het algemene logboek naar een inkomende of uitgaande gebeurtenis die wordt aangegeven met Pack. en selecteert u Opties > Gegevens bekijken.
Tekst invoeren 4. Tekst invoeren Als u tekst wilt invoeren, zoals een bericht, kunt u normale tekstinvoer of tekstinvoer met tekstvoorspelling gebruiken. Wanneer u tekst invoert, verschijnt boven in het scherm wanneer u tekstinvoer met tekstvoorspelling gebruikt, of wanneer u normale tekstinvoer gebruikt.
Tekst invoeren ■ Tekstinvoer met tekstvoorspelling Als u werkt met voorspellende tekstinvoer op basis van een woordenboek, kunt u elke letter invoeren door één toets in te drukken. Als u tekstinvoer met tekstvoorspelling wilt inschakelen, drukt u op de wijzigtoets en selecteert u Tekstvoorspelling aan. Hiermee activeert u de functie voor tekstinvoer met tekstvoorspelling voor alle editors van de telefoon. 1. Voer het gewenste woord in door op de cijfertoetsen 2-9 te drukken.
Tekst invoeren Als u een weergave wilt openen waarin u het woord kunt bewerken, drukt u op de wijzigtoets en selecteert u Tekstvoorspelling > Woord bewerken. Deze optie is alleen beschikbaar als het woord actief is (onderstreept). Samengestelde woorden invoeren Voer het eerste deel van de samenstelling in en ga vooruit met de navigatietoets om te bevestigen. Voer het laatste deel van het woord in en voltooi de samenstelling door op de cijfertoets 0 te drukken om een spatie in te voegen.
Berichten 5. Berichten U kunt SMS-berichten, multimediaberichten, e-mailberichten, presentaties en documenten maken, verzenden, ontvangen, bekijken, bewerken en ordenen. U kunt bovendien berichten en gegevens ontvangen via draadloze Bluetooth-technologie, beeldberichten ontvangen en doorsturen, serviceberichten en infodienstberichten ontvangen, en dienstopdrachten verzenden. Opmerking: Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven.
Berichten Rapporten (netwerkdienst) - In deze map worden leveringsrapporten van SMS-berichten, speciale berichttypen zoals visitekaartjes, en verzonden multimediaberichten opgeslagen. Mogelijk kunt u geen leveringsrapport ontvangen voor multimediaberichten die naar een e-mailadres zijn verzonden. Als u het netwerk wilt verzoeken om u leveringsrapporten te zenden, selecteert u Opties > Instellingen > SMS of Multimediabericht > Rapport ontvangen > Ja.
Berichten 3. Wanneer u een e-mail of een multimediabericht maakt, gaat u naar het onderwerpveld en voert u het onderwerp van het bericht in. 4. Druk de navigatietoets omlaag om naar het berichtveld te gaan. 5. Typ het bericht. Wanneer u een SMS-bericht invoert, geeft de berichtlengtemeter aan hoeveel tekens u nog kunt invoeren in het bericht. Zo houdt 10 (2) in dat u nog tien tekens kunt invoeren als u het bericht in twee losse SMS-berichten wilt verzenden.
Berichten Selecteer Menu > Berichten > Opties > Instellingen > Multimediabericht. Open Toeg.punt in gebruik en selecteer het toegangspunt dat u hebt gemaakt. Zie “Instellingen voor multimediaberichten” op pag. 47. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van de multimediaberichtendienst. Opmerking: Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven.
Berichten Als u een ontvangen bericht wilt openen, selecteert u Menu > Berichten > Inbox en het gewenste bericht. Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Objecten in multimediaberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC. Multimediaobjecten bekijken Als u een lijst wilt weergeven met de mediaobjecten in een multimediabericht, opent u het bericht en selecteert u Opties > Objecten.
Berichten Configuratiebericht - In een configuratiebericht kunt u dienstnummers voor SMS-berichten, voicemailboxnummers, instellingen voor internettoegangspunten, inlog-scriptinstellingen voor toegangspunten, instellingen voor multimediaberichten, synchronisatie-instellingen of e-mailinstellingen van de netwerkoperator of serviceprovider ontvangen. Als u de instellingen wilt opslaan, selecteert u Opties > Opslaan.
Berichten Als u Nieuw bericht > Maken: > E-mail of Mailbox selecteert in hoofdweergave voor berichten wanneer u nog geen e-mailaccount hebt gedefinieerd, wordt u gevraagd dat alsnog te doen. Zie “E-mailinstellingen” op pag. 40. Als u een nieuwe mailbox maakt, vervangt de naam van de mailbox automatisch het woord Mailbox in de hoofdweergave van Berichten. U kunt maximaal zes mailboxen hebben. Als u online bent, selecteert u Opties > Verbind.
Berichten Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. E-mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of pc. E-mailberichten verwijderen Verwijderen uit de telefoon Als u een e-mailbericht uit de telefoon wilt verwijderen zonder het bericht uit de externe mailbox te verwijderen, selecteert u Menu > Berichten > Mailbox > Opties > Verwijderen > Alleen telefoon. De berichtkop blijft behouden in uw telefoon.
Berichten Wacht/In wachtrij - De telefoon is klaar om berichten of e-mail te verzenden. Opnieuw zenden om ... ... (tijd) - Het verzenden is mislukt. Na een time-out wordt opnieuw geprobeerd het bericht te verzenden. Als u het bericht direct opnieuw wilt proberen te verzenden, selecteert u Opties > Zenden. Uitgesteld - Als u documenten in de Outbox in de wachtstand wilt plaatsen, gaat u naar het bericht dat klaar staat om te worden verzonden en selecteert u Opties > Zenden uitstellen.
Berichten Ook bij een packet-gegevensverbinding kunt u mogelijk geen infodienstberichten ontvangen. ■ Editor voor dienstopdrachten Als u dienstopdrachten (ook wel USSD-opdrachten genoemd), bijvoorbeeld activeringsopdrachten voor netwerkdiensten aan uw serviceprovider, wilt invoeren en verzenden, selecteert u Menu > Berichten > Opties > Dienstopdracht. Selecteer Opties > Verzenden om de opdracht te verzenden.
Berichten geldigheidsduur wordt door het netwerk ingesteld en bepaalt hoelang een bericht maximaal geldig blijft. Ber. verzonden als - Hiermee bepaalt u hoe het bericht wordt verzonden. Standaard is Tekst. Voorkeursverbinding - U kunt SMS-berichten verzenden via het normale GSM-netwerk of via GPRS, als dit door het netwerk wordt ondersteund. Ant. via zelfde centr. (netwerkdienst) - Als u Ja selecteert en als de ontvanger uw bericht beantwoordt, wordt het antwoord verzonden via dezelfde berichtencentrale.
Berichten netwerk bevindt, kunt u geen multimediaberichten ontvangen. Als u multimediaberichten altijd wilt ontvangen, selecteert u Altijd automatisch. Als u berichten handmatig wilt ophalen, selecteert u Handmatig. Als u geen multimediabericht of advertenties wilt ontvangen, selecteert u Uit. Anonieme ber. toest. - Als u berichten van een anonieme afzender wilt weigeren, selecteert u Nee. Advertent. ontvang. - Aangeven of u advertenties in de vorm van multimediaberichten wilt ontvangen.
Berichten Gebruikersnaam - De gebruikersnaam die u hebt ontvangen van uw serviceprovider. Wachtwoord - Als u dit veld leeg laat, moet u telkens wanneer u verbinding maakt met uw externe mailbox, uw wachtwoord invoeren. Als u dit veld invult, wordt het wachtwoord automatisch verzonden. Server inkomende mail: - Het IP-adres of de hostnaam van de server voor het ontvangen van e-mail. Deze gegevens ontvangt u van uw serviceprovider. Toegangsp. in gebr.
Berichten Zie de instellingen voor Inkomende e-mail in “Instellingen voor mailboxen” op pag. 48 voor informatie over Gebruikersnaam, Wachtwoord, Beveiliging (poorten) en Poort. Gebruikersinstellingen Selecteer Gebruikersinst. en maak een keuze uit de volgende instellingen: Mijn mailnaam - De naam die wordt weergegeven in uitgaande e-mail. Bericht zenden (netwerkdienst) - Instellen of uw e-mailberichten Meteen of Bij vlgende verb. worden verzonden.
Berichten Mapabonnementen (alleen voor IMAP4-mailboxen) - De mappen in de mailbox selecteren, waarop u zich wilt abonneren. Als u zich wilt abonneren op een map of een abonnement wilt beëindigen, gaat u naar de betreffende map en selecteert u Opties > Abonneren of Abonnement opzggn. Automatisch ophalen Kies Automatisch ophalen > Header ophalen - Als u e-mailberichtkoppen automatisch wilt ophalen na een ingestelde periode, selecteert u Altijd ingeschakeld.
Berichten infodienstberichten wilt ontvangen. Als de gewenste taal niet in de lijst staat, selecteert u Overige. Itemherkenning - Als u een bericht ontvangt dat niet bij een van de bestaande items hoort, kunt u Aan selecteren om het itemnummer automatisch op te slaan. Het itemnummer wordt in de lijst met items opgeslagen en zonder naam weergegeven. Selecteer Uit als u nieuwe itemnummers niet automatisch wilt opslaan.
Contacten 6. Contacten U kunt gegevens van contactpersonen, zoals namen, telefoonnummers en adressen, opslaan en beheren. U kunt bovendien een persoonlijke beltoon, een spraaklabel en een miniatuurafbeelding toevoegen aan een contactkaart. Ook kunt u contactgroepen maken, zodat u SMSberichten of e-mail tegelijkertijd naar meerdere ontvangers kunt verzenden. Contactgegevens kunnen alleen worden verzonden naar of ontvangen van compatibele apparaten. ■ Contacten beheren Selecteer Menu > Contacten.
Contacten ■ Contactgroepen beheren Maak een contactgroep zodat u SMS- of e-mailberichten naar meer ontvangers tegelijk kunt verzenden. 1. Kies Menu > Contacten, ga met de navigatietoets naar rechts en selecteer Opties > Nieuwe groep. 2. Voer een naam in voor de groep of gebruik de standaardnaam en kies OK. 3. Open de groep en kies Opties > Leden toevoegen. 4. Ga naar elk contact dat u aan de groep wilt toevoegen en druk op de navigatietoets om het contact te markeren. 5.
Contacten van snelkeuzenummers activeren voor u deze functie kunt gebruiken. Zie Snelkeuze in “Bellen” op pag. 99. 1. Selecteer Menu > Contacten en een contact. 2. Ga naar een nummer en selecteer Opties > Snelkeuze toewijz.. Ga naar de gewenste snelkeuzetoets en selecteer Toewijz.. Wanneer u terugkeert naar de weergave voor contactinformatie, geeft het symbool naast het nummer aan welke snelkeuzetoets is gedefinieerd.
Galerij 7. Galerij Selecteer Menu > Galerij. In de Galerij kunt u afbeeldingen, videoclips, muzieknummers, geluidsclips, afspeellijsten, koppelingen naar streaming-lokaties, RealPlayer-bestanden en presentaties opslaan en ordenen. Als u de Galerij opent, wordt een lijst met mappen in het telefoongeheugen weergegeven. Ga naar een map (bijvoorbeeld Afbeeldingen) en druk op de navigatietoets om deze te openen.
Galerij geluidsclip wilt instellen als beltoon voor een contact, selecteert u Toew. aan contact. Als u bestanden naar het telefoongeheugen of naar de geheugenkaart wilt kopiëren, gaat u naar het bestand of markeert u de bestanden door de wijzigtoets ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de navigatietoets te drukken, en selecteert u Opties > Organiseren > Kop. naar telef.geh. of Kop. naar geh.kaart. Als u afspeellijsten wilt maken, markeert u de muzieknummers en selecteert u Opties > Nieuwe tracklijst.
Muziek 8. Muziek ■ Music Player Als u de muziekmodus wilt activeren en Music player wilt starten, draait u het onderste deel van de telefoon zodat de afspeeltoetsen zich onder het scherm bevinden. U kunt ook Menu > Muziek > Muziekspeler selecteren. Muziekbibliotheek Muziekbibl. is een database met verwijzingen naar beschikbare muzieknummers. In de muziekbibliotheek kunt u kiezen welke muziek u wilt beluisteren en kunt u afspeellijsten maken en beheren.
Muziek waarin u de afspeellijst wilt opslaan en voer een naam voor de lijst in. Markeer de gewenste nummers en druk op de navigatietoets. Als u een afspeellijst wilt beluisteren, selecteert u Tracklijsten, gaat u naar de gewenste afspeellijst en selecteert u Opties > Afspelen. U kunt nummers vanuit andere weergaven aan een opgeslagen afspeellijst toevoegen.
Muziek belt of als een oproep binnenkomt, wordt het afspelen van de muziek onderbroken. Het afspelen wordt hervat zodra het gesprek is beëindigd. Als u de nummers herhaaldelijk wilt afspelen, kiest u Opties > Herhalen. Kies Alle als u alle nummers die op dat moment worden afgespeeld, wilt herhalen. Kies Eén als u alleen het huidige nummer wilt herhalen of kies Uit als u geen enkel nummer wilt herhalen. Als u muziek in willekeurige volgorde wilt afspelen, kiest u Opties > Willekeurig afspelen > Aan.
Muziek parallelle visuele informatie over het radioprogramma wanneer u afstemt op een zender die de dienst Visual Radio aanbiedt. Visual Radio maakt gebruik van packet-gegevens (netwerkdienst). U kunt naar de radio luisteren terwijl u andere toepassingen gebruikt. Als u Visual Radio wilt gebruiken, moet aan de volgende eisen zijn voldaan: • De radiozender en uw netwerkoperator moeten de dienst ondersteunen. • De telefoon moet zijn ingeschakeld.
Muziek De radio inschakelen Selecteer Menu > Muziek > Radio om Visual Radio te openen. Het volgende wordt weergegeven: • Het locatienummer en de naam van de radiozender. • De frequentie van de laatst gebruikte radiozender. • Knoppen op het scherm: - en Gebruik deze knoppen om naar de vorige of volgende opgeslagen zender te gaan. De knoppen zijn inactief als er geen zenders zijn opgeslagen. - en Gebruik deze knoppen om automatisch naar zenders te zoeken.
Muziek De radio gebruiken Terwijl de radio is ingeschakeld, selecteert u Opties en maakt u een keuze uit de volgende opties: Visuele dienst starten - De weergave van visuele inhoud starten. Zenderoverzicht - De Station Directory Service (netwerkdienst) activeren om beschikbare radiozenders te zoeken en op te slaan voor later gebruik. Zender opslaan - De radiozender opslaan. Zenders - De lijst met zenders openen. Handmatig afstemmen - De frequentie handmatig instellen.
Muziek Zender > Verplaatsen - De zender naar een andere positie in de zenderlijst verplaatsen: Markeer de gewenste zender, selecteer Verplaatsen en markeer vervolgens de positie waarnaar u de geselecteerde zender wilt verplaatsen. Druk op OK om de zender te verplaatsen. Zender > Verwijderen - De gemarkeerde zender verwijderen uit de zenderlijst. Zenderoverzicht - De Station Directory Service (netwerkdienst) activeren om beschikbare radiozenders in het netwerk te zoeken en op te slaan voor later gebruik.
Muziek Als de ID voor de visuele dienst niet is opgeslagen in de zenderlijst, wordt u naar deze ID gevraagd. Voer de ID in en selecteer OK. Als u niet over de ID voor de visuele dienst beschikt, selecteert u Ophalen om de Station Directory Service te activeren (netwerkdienst). Wanneer de verbinding met de visuele dienst tot stand is gebracht, wordt de huidige visuele inhoud op het scherm weergegeven.
Muziek gebieden, zoals continenten, landen, regio's of steden, en kunnen andere mappen met, of gegevens over radiozenders bevatten. Als u wilt weten of deze dienst beschikbaar is en wat de kosten hiervan zijn, neemt u contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider.
Muziek Ga naar de gewenste radiozender en druk op de navigatietoets om het selectiemenu voor radiozenders te openen: Luisteren - Afstemmen op de gemarkeerde radiozender. Als u de frequentie-instellingen wilt bevestigen, selecteert u Ja. Selecteer Nee om terug te gaan naar de eerder gekozen frequentie. De lijst met radiozenders wordt dan opnieuw weergegeven, zodat u een andere radiozender kunt selecteren.
Media 9. Media ■ Camera Als u de camera wilt gebruiken, draait u het onderste deel van de telefoon om de cameramodus te activeren. Zie “Cameramodus” op pag. 20. U kunt ook Menu > Media > Camera selecteren. Druk op of als u wilt in- of uitzoomen. Druk op om het beeld vast te leggen. Het beeld wordt opgeslagen in de map Afbeeldingen in de Galerij en wordt direct weergegeven. Als u wilt terugkeren naar de zoeker, selecteert u Terug. Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op de wistoets.
Media Kwaliteit afbeelding en Afbeeldingsresolutie - Naarmate de beeldkwaliteit en de resolutie hoger worden, gebruikt het beeld meer geheugen. Opgen. afb. tonen - Als u het opgenomen beeld niet direct wilt weergeven, selecteert u Nee. Stand.naam afbeeld. - De standaardnaam van opgenomen beelden wijzigen. Gebruikt geheugen - Selecteren of beelden worden opgeslagen in het apparaatgeheugen of op de geheugenkaart.
Media Recente clips - De laatst afgespeelde mediabestanden afspelen. Opgeslagen clip - Mediabestanden die zijn opgeslagen in het apparaatgeheugen of op de geheugenkaart afspelen. Doe het volgende als u inhoud van een koppeling naar een stream wilt afspelen: • Selecteer een koppeling naar een stream die in de Galerij is opgeslagen. Er wordt een verbinding met de server tot stand gebracht. • Een koppeling naar een stream openen terwijl u surft op internet.
Media Herhalen - Selecteer Aan als u het huidige video- of audiobestand na afloop automatisch wilt herhalen. Selecteer Verbinding en maak een keuze uit de volgende instellingen: Proxy - Een proxy-server definiëren voor het afspelen van gegevensstromen. Netwerk - Netwerkinstellingen definiëren. • Stand. toegangspunt - Het standaardtoegangspunt voor het afspelen van gegevensstromen definiëren.
Media Als u een map wilt openen of een Flash-bestand wilt afspelen, gaat u naar het item en drukt u op de navigatietoets. Als u een Flash-bestand wilt verzenden naar een compatibel apparaat, gaat u naar het bestand en drukt u op de beltoets. Als u een Flash-bestand wilt kopiëren naar een andere map, selecteert u Indelen > Kopiëren naar map. Als u een Flash-bestand wilt verplaatsen naar een andere map, selecteert u Indelen > Verplaats naar map.
Media Panning aan - Met behulp van de navigatietoets over het scherm navigeren wanneer het bestand is ingezoomd. Sommige opties zijn mogelijk niet beschikbaar voor alle Flash-bestanden. De beschikbare opties kunnen verschillen. ■ Video-editor Als u aangepaste videoclips wilt maken, selecteert u Menu > Media > Vid.-editor. U kunt aangepaste videoclips maken, videoclips combineren en inkorten, en geluidsclips, overgangen en effecten toevoegen.
Media Invoegen > Geluidsclip - De geselecteerde geluidsclip invoegen. De naam en lengte van de geselecteerde geluidsclip worden weergegeven in de hoofdweergave. Invoegen > Nieuwe geluidsclip - Een nieuwe geluidsclip opnemen en invoegen op de huidige positie. Videoclip bewerken of Bewerk geluidsclip > Knippen - De videoclip of geluidsclip inkorten. Videoclip bewerken of Bewerk geluidsclip > Dupliceren - Hiermee maakt u een kopie van de geselecteerde video- of geluidsclip.
Media Selecteer Zenden > Via multimedia, Via Bluetooth of Via e-mail als u de video wilt verzenden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de maximale grootte van de multimediaberichten die u kunt verzenden. Als de video te groot is om in een multimediabericht te verzenden, wordt het symbool weergegeven. Tip! Als u een videoclip wilt verzenden die groter is dan de maximaal toegestane grootte voor multimediaberichten, kunt u de clip verzenden via een Bluetooth-verbinding.
Diensten 10. Diensten Selecteer Menu > Diensten of houd 0 ingedrukt in de standby-modus. Diverse aanbieders verzorgen speciale pagina's voor mobiele telefoons. Met de mobiele browser kunt u deze diensten bekijken als WAP-pagina's die geschreven zijn in HTML, WML en XHTML of in een combinatie van WML en XHTML. Als u uw telefoon nog niet hebt gebruikt om een WAP-verbinding te maken, moet u voor assistentie contact opnemen met uw serviceprovider als u voor het eerst een verbinding maakt.
Diensten Instellingen handmatig opgeven Volg de instructies van de serviceprovider. 1. Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Verbinding > Toegangspunten en definieer de instellingen voor een toegangspunt. Zie “Verbinding” op pag. 100. 2. Selecteer Menu > Diensten > Opties > Bookmarkbeheer > Bookm. toev. Typ een naam voor de bookmark en het adres van de browserpagina die voor het huidige toegangspunt is gedefinieerd. 3.
Diensten De startpagina die voor het standaardtoegangspunt is gedefinieerd. Als u een ander standaardtoegangspunt gebruikt voor het browsen, verandert de startpagina dienovereenkomstig. De map Autom. bookmarks bevat bookmarks ( ) die automatisch worden verzameld wanneer u pagina's bekijkt. De bookmarks in deze map worden automatisch geordend op domein. Een bookmark die de titel of het internetadres van de bookmark aangeeft. Bookmarks handmatig toevoegen 1. Selecteer Opties > Bookmarkbeheer > Bookm. toev.
Diensten Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk beveiligingsfuncties vereist. Voor dergelijke verbindingen hebt u beveiligingscertificaten nodig. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Zie ook “Certificaatbeheer” op pag. 107. ■ Webpagina's bekijken Nieuwe koppelingen op een browserpagina zijn blauw onderstreept en bezochte koppelingen zijn paars. Afbeeldingen die als koppeling fungeren, krijgen een blauwe rand.
Diensten Als u een bookmark wilt opslaan die u in een bericht hebt ontvangen, selecteert u Opties > Opsl. in bookmarks. Zie “Speciale berichttypen” op pag. 41. Opgeslagen pagina's weergeven Als u regelmatig pagina's bezoekt waarvan de inhoud niet vaak verandert, kunt u deze pagina's opslaan om ze offline te bekijken. Als u tijdens het browsen een pagina wilt opslaan, selecteert u Opties > Geavanc. opties > Pagina opslaan. Opgeslagen pagina's worden aangeduid met .
Diensten ■ Verbinding verbreken Selecteer Opties > Geavanc. opties > Verbind. verbreken om de verbinding te verbreken en de browserpagina offline te bekijken of Opties > Afsluiten om de browser te sluiten en terug te keren naar de standby-modus. ■ De cache leegmaken Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan.
Diensten Autom. bookmarks - Selecteer Aan als u wilt dat de bookmarks automatisch worden opgeslagen in de map Autom. bookmrks wanneer u een pagina bezoekt. Wanneer u Map verbergen selecteert, worden de bookmarks nog altijd automatisch toegevoegd in de map. Schermformaat - Hiermee kunt u aangeven hoe u het weergavegebied wilt gebruiken voor het bekijken van pagina's. Pagina zoeken - Voer het adres in van een zoekpagina die u tijdens het browsen wilt openen.
Persoonlijke 11. Persoonlijke ■ Thema's U kunt de weergave op het scherm van uw telefoon wijzigen door een thema te activeren. Een thema kan bestaan uit de achtergrond en energiespaarstand van de standby-modus. U kunt een thema bewerken om uw telefoon verder aan te passen. Selecteer Menu > Persoonlijk > Thema's. Er wordt een lijst met beschikbare thema's weergegeven. Het actieve thema wordt aangeduid met een vinkje. Als u een thema wilt bekijken, gaat u naar het thema en selecteert u Opties > Bekijken.
Persoonlijke Als u tijdens het bewerken van een thema de oorspronkelijke instellingen van dat thema wilt herstellen, selecteert u Opties > Oorspr. th. herst.. ■ Geluidsmeter Met de geluidsmeter kunt u het geluidsniveau van de omgeving meten. De geluidsmeter is geschikt voor algemene metingen voor persoonlijk gebruik, die kunnen afwijken van wetenschappelijke metingen. Selecteer Menu > Persoonlijk > Geluidsmeter om het geluidsniveau van uw omgeving in decibellen weer te geven.
Organisator 12. Organisator ■ Klok Selecteer Menu > Organiser > Klok. Klokinstellingen U kunt de tijd en/of datum wijzigen door Opties > Instellingen te selecteren. Zie “Datum en tijd” op pag. 105 voor meer informatie over de instellingen. Een alarm instellen 1. Selecteer Opties > Alarm instellen om een nieuw alarm in te stellen. 2. Voer de alarmtijd in en selecteer OK. Wanneer het alarm actief is, wordt het symbool weergegeven. Als u een alarm wilt annuleren, selecteert u Opties > Alarm uitschakelen.
Organisator ■ Agenda Selecteer Menu > Organiser > Agenda. In de agenda kunt u uw afspraken, vergaderingen, verjaardagen en andere speciale datums bijhouden. U kunt voor agenda-items ook een signaal instellen ter herinnering. Agenda-items maken 1. Selecteer Opties > Nieuw item en selecteer een van de volgende opties: Vergadering - U wordt herinnerd aan een afspraak op een bepaalde tijd en plaats. Memo - Schrijf een algemene notitie voor een dag.
Organisator iedereen met online toegang tot uw agenda. Geen - Het agendaitem wordt bij het synchroniseren niet gekopieerd. 3. Selecteer Gereed om het item op te slaan. Als u een terugkerend item wilt bewerken of verwijderen, moet u opgeven voor welke items de wijzigingen gelden: Alle vermeldingen - Alle terugkerende items worden gewijzigd. Alleen dit item - Alleen het huidige item wordt gewijzigd. Agendaweergaven Druk op # in de maand-, week- of dagweergave om de datum van vandaag automatisch te markeren.
Organisator Taken verwerken Als u een taak wilt openen, gaat u naar de taak en drukt u op de navigatietoets. Als u een takenlijst wilt verwijderen, gaat u naar de lijst en selecteert u Opties > Verwijderen of drukt u op de wistoets. Als u een taak als voltooid wilt markeren, gaat u naar de taak en selecteert u Opties > Markeer: volbracht. Selecteer Opties > Markeer: niet volbr. om een voltooide taak als niet-voltooid weer te geven. ■ Omrekenen Selecteer Menu > Organiser > Omrekenen.
Organisator De omrekening wordt omgedraaid als u een waarde invult in het tweede veld Aantal. Het omrekenresultaat wordt dan weergegeven in het eerste veld Aantal. Een basisvaluta en wisselkoersen instellen Voordat u valuta's kunt omrekenen, moet u een basisvaluta (gewoonlijk uw nationale valuta) kiezen en wisselkoersen toevoegen. De koers van de basisvaluta is altijd 1. De basisvaluta bepaalt de wisselkoers van de andere valuta's. 1.
Organisator ■ Rekenmachine Selecteer Menu > Organiser > Rekenm.. 1. Voer het eerste getal voor de berekening in. Als u een verkeerd cijfer typt, wist u dit met de wistoets. 2. Ga naar een rekenkundige functie en druk op de navigatietoets om deze functie te selecteren. 3. Voer het tweede getal in. 4. Ga naar en druk op de navigatietoets om de berekening uit te voeren. Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen.
Organisator Beweeg de navigatietoets naar rechts of naar links om tussen de geheugentabs te schakelen. Als u het geheugengebruik van het huidige geheugen wilt weergeven, selecteert u Opties > Gegevens geheugen. Er wordt berekend hoeveel vrij geheugen er is voor de opslag van gegevens en de installatie van nieuwe toepassingen.
Organisator de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen. U ACCEPTEERT DAT DE SOFTWARE EN/OF TOEPASSINGEN (TEZAMEN, DE "SOFTWARE") WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, EN VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT.
Organisator De geheugenkaart vergrendelen Als u een wachtwoord wilt instellen om de geheugenkaart te beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik, selecteert u Opties > Wachtw. instellen. U wordt gevraagd een wachtwoord op te geven en dit te bevestigen. Het wachtwoord mag maximaal acht tekens lang zijn. Het wachtwoord wordt in uw telefoon opgeslagen. Zolang u de geheugenkaart in dezelfde telefoon gebruikt, hoeft u het wachtwoord niet opnieuw op te geven.
Instrumenten 13. Instrumenten ■ Spraakopdrachten U kunt contacten bellen en telefoonfuncties uitvoeren door opdrachten uit te spreken. De telefoonfuncties die u met een spraakopdracht wilt activeren, kunt u selecteren met behulp van Menu > Instrumenten > Spraakopdr.. De spraakopdrachten voor het wijzigen van profielen bevinden zich in de map Profielen. Als u voor een toepassing een nieuwe spraakopdracht wilt activeren, selecteert u Opties > Nieuwe toepassing en de toepassing.
Instrumenten ■ Voicemailbox Als u het nummer van de voicemailbox wilt definiëren of wijzigen, selecteert u Menu > Instrumenten > Voicemail > Opties > Nummer definiëren of Nummer wijzigen, waarna u het nummer invoert. Voicemailbox is een netwerkdienst. Neem contact op met uw netwerkoperator voor het juiste nummer van de voicemailbox.
Instrumenten Beltoon - Als u de beltoon voor spraakoproepen wilt instellen, selecteert u een beltoon in de lijst. Druk op een toets om het geluid te stoppen. U kunt beltonen ook wijzigen in Contacten. Zie “Een beltoon toevoegen” op pag. 54. Naam beller uitspr. - Selecteer Aan als u wilt dat de telefoon de naam van de beller uitspreekt wanneer de telefoon overgaat. Beltoontype - Wanneer u Oplopend selecteert, wordt het volume van de beltoon geleidelijk verhoogd tot het ingestelde niveau.
Instrumenten Als het profiel Offline is ingeschakeld, moet u wellicht de beveiligingscode intoetsen en het apparaat instellen op een belprofiel voordat u een nummer kiest, ook als het een alarmnummer betreft. Waarschuwing: In het profiel Offline kunt u niet bellen of gebeld worden. U kunt ook geen alarmoproepen doen of overige functies gebruiken waarvoor netwerkdekking is vereist. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren door een ander profiel te kiezen.
Instrumenten Welkomstnotitie/logo - Telkens wanneer u de telefoon inschakelt, wordt kort de welkomsttekst of het logo weergegeven. Als u de standaardafbeelding of -animatie wilt gebruiken, selecteert u Standaard. Als u uw eigen welkomsttekst wilt invoeren (van maximaal 50 tekens), selecteert u Tekst. Selecteer Afbeelding als u een foto of afbeelding uit de Galerij wilt selecteren. Fabrieksinstellingen - Hiermee kunt u voor bepaalde instellingen de oorspronkelijke waarden herstellen.
Instrumenten Weergave Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Telefoon > Weergave en maak een keuze uit de volgende opties: Helderheid - Hiermee kunt u de helderheid van het scherm aanpassen. Time-out energiesp. - Hiermee kunt u de time-out voor de energiespaarstand instellen. Wanneer de energiespaarstand actief is, wordt het scherm leeggemaakt en wordt de balk voor de energiespaarstand weergegeven. Druk op een toets om de energiespaarstand uit te schakelen.
Instrumenten Autom. herkiezen - Hiermee stelt u de telefoon in op maximaal tien kiespogingen om een verbinding tot stand te brengen. Druk op de eindetoets om automatisch opnieuw bellen uit te schakelen. Samenvatting na opr. - Hiermee kunt u kortstondig de duur van het laatste gesprek weergeven. Snelkeuze > Aan - Hiermee stelt u de telefoon in op het kiezen van de nummers die aan de snelkeuzetoetsen 2 tot en met 9 zijn toegewezen door de desbetreffende cijfertoets ingedrukt te houden. Aannem. willek.
Instrumenten • Internettoegangspunt (bijvoorbeeld voor het verzenden en ontvangen van e-mail). Vraag uw serviceprovider welk type toegangspunt u nodig hebt voor de dienst waarvan u gebruik wilt maken. Raadpleeg uw netwerkoperator of serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid van diensten voor packet-gegevensverbindingen. Instellingen voor het toegangspunt ontvangen U kunt de instellingen voor een toegangspunt ontvangen in een SMS-bericht van uw serviceprovider.
Instrumenten Inbelnummer (alleen voor gegevensoproepen) - Dit is het telefoonnummer van de modem van het toegangspunt. Gebruikersnaam - De gebruikersnaam kan nodig zijn bij het maken van een gegevensverbinding en wordt doorgaans verstrekt door de serviceprovider. De gebruikersnaam is dikwijls hoofdlettergevoelig. Vraag om wachtw. - Als u telkens bij aanmelding op de server een nieuw wachtwoord moet invoeren of als u het wachtwoord niet op de telefoon wilt opslaan, selecteert u Ja.
Instrumenten IPv4-instellingen en IPv6-instellingen (alleen voor gegevensoproepen) — Hiermee selecteert u de IP-instellingen. De instellingen zijn afhankelijk van het netwerktype. IP-adres telefoon (voor IPv4) - Voer het IP-adres van de telefoon in. DNS-adres - Voer het IP-adres van de primaire en secundaire DNS-servers in. Proxy-serveradres - Voer het IP-adres van de proxy-server in. Proxypoortnummer - Voer het poortnummer van de proxy-server in.
Instrumenten door de operator van het GSM-netwerk of de internetprovider worden aangegeven. Packet-gegevens De packet-gegevensinstellingen gelden voor alle toegangspunten waarvoor een packet-gegevensverbinding wordt gebruikt. Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Verbinding > Packet-gegevens en maak een keuze uit de volgende opties: Packet-ggvnsverb. - Als u Autom.
Instrumenten time-out in door Door gebr. gedef. te selecteren, waarna u de tijd in minuten invoert. Als u Onbeperkt selecteert, wordt de gegevensoproep niet automatisch beëindigd. Configuraties Voor bepaalde functies, zoals voor het bekijken van webpagina's en het uitwisselen van multimediaberichten, zijn mogelijk configuratieinstellingen nodig. Deze instellingen kunt u krijgen bij uw serviceprovider. Zie “Dienst configuratie-instellingen” op pag. 12. Selecteer Menu > Instrumenten > Instell.
Instrumenten Tijd via netw.operator (netwerkdienst) - Hiermee kunt u de tijd, de datum en de tijdzone van de telefoon automatisch bijwerken via het mobiele netwerk. Als u Automatisch aanpassen selecteert, worden alle actieve verbindingen verbroken. Controleer of de alarmsignalen zijn gewijzigd. Beveiliging Telefoon en SIM U kunt de volgende codes wijzigen: de blokkeringscode, de PIN-code en de PIN2-code. Deze codes kunnen alleen bestaan uit de cijfers 0 tot en met 9.
Instrumenten Bep. grp gebruikers (netwerkdienst) - Hiermee kunt u een groep mensen opgeven naar wie u kunt bellen en die naar u kunnen bellen. Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie. Als u de standaardgroep wilt activeren die u met de netwerkoperator bent overeengekomen, selecteert u Standaard. Als u een andere groep wilt gebruiken (u moet het groepsindexnummer weten), selecteert u Aan.
Instrumenten Belangrijk: Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externe verbindingen en de installatie van software aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele bescherming. De beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid.
Instrumenten De vertrouwensinstellingen wijzigen Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet u controleren of de eigenaar van het certificaat kan worden vertrouwd en of het certificaat werkelijk van de opgegeven eigenaar afkomstig is. Ga naar een autoriteitscertificaat en selecteer Opties > Inst. Vertrouwen. Afhankelijk van het certificaat, wordt een lijst weergegeven met de toepassingen die u met dat certificaat kunt gebruiken. Beveiligingsmodule Selecteer Menu > Instrumenten > Instell.
Instrumenten 1. Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Oproepblokk.. 2. Ga naar de gewenste blokkeringsoptie en om bepaalde nummers te blokkeren, selecteert u Opties > Activeren. Als u nummerblokkering wilt uitschakelen, selecteert u Annuleer. Selecteer Controleer status om te controleren of de oproepen worden geblokkeerd. Als u het blokkeringswachtwoord wilt wijzigen, selecteert u Blokk. wachtw. wijz.. Als u alle actieve nummerblokkeringen wilt opheffen, selecteert u Alle blokk. annul..
Instrumenten toebehoren, zoals Hoofdtelefoon. Maak een keuze uit de volgende opties: Standaardprofiel - Hiermee selecteert u het profiel dat u wilt activeren wanneer u het toebehoren op de telefoon aansluit. Autom. antwoorden - Hiermee stelt u de telefoon zodanig in dat een inkomende oproep automatisch na vijf seconden wordt beantwoord wanneer dit toebehoren op de telefoon wordt aangesloten.
Instrumenten Een toepassing installeren Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software. Voordat u een toepassing installeert, selecteert u Menu > Instrumenten > Toep.beh., gaat u naar het installatiebestand en selecteert u Opties > Gegevens bekijken voor het weergeven van informatie zoals het toepassingstype, het versienummer en de leverancier of fabrikant van de toepassing.
Instrumenten Als u extra informatie over de toepassing wilt weergeven, gaat u naar de toepassing en selecteert u Opties > Ga naar webadres. Als u wilt zien welke softwarepakketten zijn geïnstalleerd of verwijderd en wanneer dat is gebeurd, selecteert u Opties > Logboek bekijken. Als u het installatielogboek met het overzicht van geïnstalleerde en verwijderde software naar een helpdesk wilt sturen, selecteert u Logboek zenden. Een toepassing verwijderen Selecteer Menu > Instrumenten > Toep.beh.
Instrumenten ■ Activeringssleutels Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd. Selecteer Menu > Instrumenten > Act.sleutels om de activeringssleutels voor de digitale rechten te bekijken die zijn opgeslagen in de telefoon. Voor het weergeven van geldige sleutels ( ) die verbonden zijn met één of meer mediabestanden, selecteert u Geldige sleutels.
Instrumenten Als u een serverprofiel wilt bewerken, selecteert u Opties > Profiel bewerken en maakt u een keuze uit de volgende instellingen: Servernaam - Voer een naam in voor de configuratieserver. Server-ID - Voer de unieke ID in om de configuratieserver te identificeren. Serverwachtwoord - Voer het wachtwoord in dat naar de server moet worden verzonden. Toegangspunt - Selecteer het toegangspunt voor het tot stand brengen van een verbinding met de server. Hostadres - Voer de URL van de server in.
Instrumenten er een toepassing naar de andere telefoon worden verzonden en vervolgens worden geïnstalleerd om de gegevensoverdracht mogelijk te maken. Volg de instructies. 3. Selecteer welke inhoud u naar uw telefoon wilt laten verzenden. 4. Inhoud wordt naar uw telefoon verzonden. De tijd van de overdracht is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens. U kunt de overdracht afbreken en deze naderhand voortzetten.
Connectiviteit 14. Connectiviteit ■ PC Suite U kunt uw telefoon gebruiken met allerlei toepassingen voor pcconnectiviteit en gegevenscommunicatie. Met PC Suite kunt u contacten, agenda-items, taken en notities synchroniseren tussen uw telefoon en een compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst). Meer informatie over PC Suite en de koppeling om de toepassing te downloaden kunt u vinden in het ondersteuningsgedeelte van de website van Nokia, www.nokia.com/support.
Connectiviteit gebruiken, zoals computers. Niet alle computers die Bluetoothtechnologie gebruiken, zijn noodzakelijkerwijs compatibel. Aangezien apparaten met Bluetooth-technologie communiceren via radiogolven, hoeft er geen 'direct zicht' te bestaan tussen de telefoon en het andere Bluetooth-apparaat. De twee apparaten mogen maximaal 10 meter van elkaar verwijderd zijn, hoewel de verbinding hinder kan ondervinden van obstakels zoals muren of andere elektronische apparaten.
Connectiviteit Gegevens verzenden via Bluetooth-technologie Er kan maar één Bluetooth-verbinding tegelijk actief zijn. 1. Open de toepassing waarin het item is opgeslagen dat u wilt verzenden. Als u bijvoorbeeld een foto wilt verzenden naar een ander apparaat, opent u de toepassing Galerij. 2. Ga naar het item dat u wilt verzenden en selecteer Opties > Zenden > Via Bluetooth. 3. De telefoon begint te zoeken naar apparaten die zich binnen het bereik bevinden.
Connectiviteit • Stel uw wachtwoord in (1-16 tekens lang, numeriek) en spreek met de eigenaar van het andere Bluetooth-apparaat af dat wachtwoord te gebruiken. U hoeft dit wachtwoord maar één keer op te geven. U hoeft het niet te onthouden. • Na het koppelen wordt het apparaat opgeslagen in de weergave Gekopp. apparaten. 7. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt het bericht Gegevens worden verzonden weergegeven.
Connectiviteit de koppeling onmiddellijk beëindigd, maar blijft de Bluetoothverbinding op de telefoon actief. Als u een gekoppeld apparaat wilt instellen als geautoriseerd, gaat u naar het apparaat en selecteert u Opties > Geautoriseerd. Verbindingen tussen uw telefoon en dit apparaat kunnen zonder uw medeweten tot stand worden gebracht. U hoeft de verbinding niet afzonderlijk te accepteren of autoriseren.
Connectiviteit Voor toegang tot een chatdienst moet u de instellingen voor die dienst opslaan. Het is mogelijk dat u de instellingen ontvangt in een configuratiebericht van de netwerkoperator of serviceprovider die de dienst aanbiedt. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie “Instellingen voor chatten” op pag. 122. Verbinding maken met een chatserver Selecteer Menu > Connect. > Chatten. 1. Als u zich wilt aanmelden, selecteert u Opties > Aanmelden. 2. Voer uw gebruikers-ID en wachtwoord in.
Connectiviteit Offline contacten - Als u offline contacten wilt verbergen, selecteert u Verbergen. Kleur eigen berichten en Kleur ontv. berichten - Hiermee stelt u de kleuren van uw eigen berichten en de berichten die u ontvangt in. Chatsignaaltoon - Hiermee stelt u de signaaltoon voor chatten in. Selecteer Menu > Connect.
Connectiviteit Groep die u hebt opgeslagen Groep waarbij u momenteel bent aangemeld, maar die u niet hebt opgeslagen. Als u zich wilt aanmelden bij een chatgroep, gaat u naar de groep in de lijst en drukt u op de navigatietoets. Als u zich wilt aanmelden bij een chatgroep die niet in de lijst staat, maar waarvan u de groeps-ID kent, selecteert u Opties > Aanm. bij nwe groep. Voer de groeps-ID in en druk op de navigatietoets.
Connectiviteit Wanneer de zoekresultaten worden weergegeven en u wilt meer zoekresultaten zien, selecteert u Opties > Opnieuw zoeken > Volgende pagina. Chatten in een chatgroep Selecteer Menu > Connect. > Chatten > Chatgroepen. Nadat u bent aangemeld bij een chatgroep, kunt u de berichten bekijken die in de groep worden uitgewisseld en zelf berichten verzenden. Als u een bericht wilt verzenden, toetst u het bericht in en drukt u op de navigatietoets.
Connectiviteit naast een gebruiker geeft aan dat u een nieuw bericht van die gebruiker hebt ontvangen. Als u een lopend gesprek wilt bekijken, gaat u naar de gebruiker en drukt u op de navigatietoets. Als u een bericht wilt verzenden, toetst u het bericht in en drukt u op de navigatietoets. Als u wilt terugkeren naar de lijst met gesprekken zonder het gesprek te beëindigen, selecteert u Terug. Als u een nieuw gesprek wilt beginnen, selecteert u Opties > Nieuw gesprek > Ontv.
Connectiviteit Selecteer Opties > Nieuw chatcontact om een nieuw contact te maken. Vul de velden Bijnaam en Gebruikers-ID in en selecteer Gereed. Als u de gegevens van een contact wilt bekijken, gaat u naar het contact en selecteert u Opties > Contactgegevens. Ga naar een contact, selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: Gesprek openen - Hiermee kunt u een nieuw gesprek starten of een gesprek met het contact voortzetten.
Connectiviteit Bewerkingsrechten - Ga naar de leden van de chatgroep aan wie u bewerkingsrechten wilt toekennen en die u toestemming wilt geven om contacten uit te nodigen zich bij de groep aan te melden. Groepsleden - Zie “Toegang tot een chatgroep beperken” op pag. 128. Uitgesl. - Hiermee geeft u een lijst met uitgesloten gebruikers weer. Privégespr. toestaan - Hiermee kunt u privéberichten tussen leden toestaan. Groeps-ID - De groeps-ID wordt automatisch gemaakt en kan niet worden gewijzigd.
Connectiviteit ontvangen gegevens bekijken en ongebruikte verbindingen verbreken. U kunt alleen gegevens van gegevensverbindingen bekijken. Spraakoproepen worden niet weergegeven. Wanneer u Verbindingsbeheer opent, ziet u het volgende: • Geopende gegevensverbindingen. geeft een Gegevensoproep aan en geeft Packet-gegevens aan. • De status van elke verbinding. • De hoeveelheid geüploade of gedownloade gegevens voor elke verbinding (alleen packet-gegevensverbindingen).
Connectiviteit Gedeeld (wordt niet weergegeven als het geen gedeelde verbinding betreft) - Het aantal toepassingen dat door dezelfde verbinding wordt gebruikt. Verbindingen verbreken Als u een verbinding wilt verbreken, gaat u naar een verbinding en selecteert u Opties > Verb. verbreken. Als u alle actieve verbindingen wilt verbreken, selecteert u Opties > Alle verb. verbrek. ■ DVS (druk voor spreken) DVS (druk voor spreken) is een real-time Voice over IP-dienst (netwerkdienst) op een GSM/GPRS-netwerk.
Connectiviteit Roaming-diensten zijn mogelijk beperkter dan diensten van het eigen netwerk. Terwijl u verbonden bent met de DVS-dienst, kunt u gebruikmaken van de andere functies van de telefoon. Veel diensten die beschikbaar zijn voor normale spraakoproepen (zoals de voicemailbox), zijn niet beschikbaar voor DVS-communicatie. Een DVS-toegangspunt definiëren Bij veel serviceproviders moet u een internettoegangspunt gebruiken als standaardtoegangspunt.
Connectiviteit Toepassing starten - Als u DVS automatisch wilt starten, selecteert u Altijd automatisch. - Als u DVS alleen automatisch wilt starten wanneer uw eigen netwerk geactiveerd is, selecteert u Autom. in eigen netwrk. Standaardbijnaam - Voer uw bijnaam in die andere gebruikers te zien krijgen. Het is mogelijk dat uw serviceprovider de bewerking van deze optie heeft uitgeschakeld.
Connectiviteit DVS afsluiten Selecteer Menu > Connect. > P2T > Opties > Afsluiten. Push to Talk uitschakelen na sluiten toepassing? wordt weergegeven. Selecteer Ja om u af te melden en de dienst af te sluiten. Als u de toepassing actief in de achtergrond wilt houden, selecteert u Nee. Een één-op-één-oproep uitvoeren Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. 1. Selecteer Menu > Connect.
Connectiviteit Een DVS-groepsoproep uitvoeren Als u een groep wilt oproepen, selecteert u Opties > P2T-contacten, selecteert u Opties > P2T-grpsopr. plaatsen, markeert u de contacten die u wilt oproepen en drukt u achtereenvolgens op de navigatietoets en de beltoets. De status van anderen weergeven Als u de online DVS-status van anderen wilt weergeven of verbergen, selecteert u Opties > P2T-contacten, gaat u naar het contact en selecteert u Opties > Aanm.status weergvn of Aanm.status verbrgn.
Connectiviteit 2. Ga naar een terugbelverzoek van degene die u aan uw lijst met contacten wilt toevoegen, en selecteer Opties > Toevgn aan Contacten. Kanalen Wanneer u verbinding met een kanaal hebt, kunnen alle leden op dat kanaal u horen. Er kunnen tegelijkertijd vijf kanalen actief zijn. Als er meer dan één kanaal actief is, selecteert u Wisselen om naar het kanaal te gaan waarop u wilt spreken.
Connectiviteit krijgen toestemming om deel te nemen aan en gebruik te maken van het kanaal. Wanneer u deelneemt aan een bestaand kanaal, moet u de URL van het kanaal opgeven. Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie over kanalen. U kunt de gegevens daarvoor ontvangen in een SMS-bericht. 1. Selecteer Opties > P2T-kanalen. 2. Selecteer Opties > Nieuw kanaal > Bestaand toevoegen. 3. Voer de Kanaalnaam, het Kanaaladres en de Bijnaam in kanaal in.
Connectiviteit bestaan uit de verbindingsstatus of uit de tijd die verstreken is sinds de laatste inkomende spreekbeurt. Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: Luidsprek. inschakelen/Luidsprkr uitschakelen - Hiermee schakelt u de luidspreker in/uit. Verbinding verbreken - Hiermee verbreekt u de verbinding met de geselecteerde DVS-sessie en sluit u het DVS-deelvenster. P2T-contacten - Hiermee opent u de lijst met DVS-contacten. P2T-kanalen - Hiermee opent u de lijst met DVS-kanalen.
Connectiviteit Als u een nieuw profiel aan bestaande profielen wilt toevoegen, selecteert u Opties > Nw synchr.profiel. Bepaal of u de standaardinstellingen of de instellingen van een bestaand profiel wilt gebruiken als basis voor het nieuwe profiel. 2. Bepaal de te synchroniseren Toepassingen. Selecteer een toepassing, druk op de navigatietoets en bewerk de synchronisatie-instellingen: Tijdens synchronisatie - Hiermee schakelt u de synchronisatie in of uit.
Connectiviteit Wachtwoord - Voer uw wachtwoord in. Informeer bij uw serviceprovider of systeembeheerder naar de juiste waarde. Sync.verz. toestaan > Ja - Hiermee geeft u aan dat de server de synchronisatie kan starten. Sync.verz. accept. > Nee - Vragen om bevestiging voordat de server de synchronisatie start. Netwerkverificatie > Ja - Hiermee stelt u HTTP-verificatie in. Gebr.naam netwerk - Gebruikersnaam voor HTTP-verificatie. Wachtwoord netwerk - Wachtwoord voor HTTP-verificatie.
Connectiviteit Voor een Gegevensoverdracht- en Mediaspeler-verbinding moet de offline modus van de telefoon geactiveerd zijn. Er zijn dan geen inkomende of uitgaande oproepen mogelijk. Controleer of het veilig is om de USB-gegevenskabel los te koppelen van de pc als u gegevens hebt overgedragen.
Informatie over de batterij 15. Informatie over de batterij ■ Opladen en ontladen Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen.
Informatie over de batterij zelfs wanneer de batterij volledig opgeladen is. De batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt. Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
Informatie over de batterij 3. Kras aan de zijkant van het label om een 20-cijferige code zichtbaar te maken, bijvoorbeeld 12345678919876543210. Draai de batterij zo dat de cijfers rechtop staan. De 20-cijferige code moet worden gelezen te beginnen bij het cijfer op de bovenste rij, gevolgd door de onderste rij. 4. Controleer of de 20-cijferige code geldig is door de instructies op www.nokia.com/batterycheck te volgen.
Onderhoud Onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
Onderhoud • Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren (zoals contactpersonen en agendanotities) voordat u het apparaat naar een servicepunt brengt. Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als enig apparaat niet goed werkt.
Aanvullende veiligheidsinformatie Aanvullende veiligheidsinformatie Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. ■ Gebruiksomgeving Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het apparaat alleen in de normale posities.
Aanvullende veiligheidsinformatie Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm (6 inch) afstand moet worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Aanvullende veiligheidsinformatie opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto en de airbag wordt opgeblazen, kan dit ernstige verwondingen veroorzaken. Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.
Aanvullende veiligheidsinformatie Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Als het apparaat in het profiel Offline staat, moet u het profiel wijzigen om de telefoonfunctie te activeren voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie. Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, wanneer u een alarmnummer belt.
Index A accessoires. Zie toebehoren. actieve standby-modus 21 activeringssleutels 114 adresboek. Zie contacten. agenda 86 alarmklok Zie klok. alarmnummers 7, 148 apparaatbeheer 114 auteursrechtbescherming. Zie activeringssleutels.
e-mailberichten ophalen 43 verwijderen 44 K F L Flash-speler 71 lijst met oproepen. Zie logboek.
blokkeren 109 conferentiegesprek 29 doorschakelen 109 internationaal 27 opties tijdens een gesprek 30 plaatsen 27 snelkeuze 27, 55 spraaklabels 28 verbreken 27 voicemailbox 27 wachtstand 30 weigeren 29, 30 weigeren met SMS 30 wisselen 30 P plaatsen batterij 14 geheugenkaart 16 SIM-kaart 14 profielen 95 R RealPlayer afspelen 70 instellingen 70 rekenmachine 90 S SAR 149 SIP (Session Initiation Protocol) 104 snelkeuze bellen 27 telefoonnummer toewijzen 54, 95 telefoonnummer verwijderen 95 telefoonnummer wij
instellingen 76 Nokia-ondersteuning 13 opgeslagen pagina weergeven 80 pagina opslaan 80 verbinding maken 77 verbinding verbreken 81 visuele inhoud weergeven 64 zenderinstellingen 64 zenderlijst 63 voicemailbox 95 volume 25 W Web beveiliging van de verbinding 78 bookmarks weergeven 77 browsen 79 browserinstellingen 81 Z zelfstudie 25 153