Gebruikershandleiding voor de Nokia 3120 classic 9207783 Nummer 6 NL
0434 CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat dit RM-364-, RM-365- en RM-366-product voldoen aan de essentiële vereisten en overige relevante bepalingen van de richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. Copyright © 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
Inhoudsopgave VEILIGHEID ............................................................................... 9 Algemene informatie............................................................. 11 Over dit apparaat .................................................................................................. Netwerkdiensten ................................................................................................... Toebehoren..............................................................................
3. Berichten............................................................................ 43 Tekstberichten invoeren en verzenden............................................................ Multimediaberichten invoeren en verzenden ............................................... Berichten lezen en beantwoorden ................................................................... E-mailtoepassing...................................................................................................
7. Computerverbinding.......................................................... 82 Nokia PC Suite ....................................................................................................... 82 Toepassingen voor datacommunicatie............................................................ 83 8. Media ................................................................................. 84 Camera ...........................................................................................................
VEILIGHEID VEILIGHEID Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
VEILIGHEID SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën en in gebieden waarin er explosieven worden gebruikt. DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd. TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen.
Algemene informatie Algemene informatie ■ Over dit apparaat Het draadloze apparaat dat in deze handleiding is beschreven, is goedgekeurd voor gebruik op de WCDMA 850 en 2100- (RM-364), 900 en 2100(RM-365), 850 en 1900- (RM-366) en de GSM 850-, 900-, 1800- en 1900-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Algemene informatie Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. U kunt met het apparaat ook andere sites van derden bezoeken. Sites van derden zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en neemt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites wilt bezoeken, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van de beveiliging of inhoud.
Algemene informatie Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan. ■ Netwerkdiensten Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar.
Algemene informatie ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten. Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw telefoon. Als dat het geval is, worden deze functies niet in het menu van uw telefoon weergegeven. Uw telefoon kan ook beschikken over een speciale configuratie, zoals wijzigingen in menunamen, in de menuvolgorde en in pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Algemene informatie ■ Toebehoren Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit specifieke model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn. Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Algemene informatie Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon > Aut. toets.blokk. of Toetsenblokkering > Aan of Uit. Als Toetsenblokkering is ingesteld op Aan, moet u de beveiligingscode invoeren wanneer dat wordt gevraagd. Selecteer Vrijgeven en druk op de toets * als u de toetsen wilt ontgrendelen. Als u een oproep wilt beantwoorden, terwijl de toetsen zijn geblokkeerd, drukt u op de beltoets. Wanneer u de oproep beëindigt of weigert, worden de toetsen automatisch opnieuw geblokkeerd.
Algemene informatie • Bij sommige SIM-kaarten wordt een PIN2-code geleverd. Deze is vereist als u toegang tot bepaalde diensten wilt verkrijgen. • Bij de SIM-kaart worden mogelijk tevens een PUK- en een PUK-2-code geleverd. Wanneer u de PIN- of de PIN2-code drie keer achter elkaar foutief hebt ingevoerd, moet u de PUK- of de PUK2-code opgeven. Neem contact op met uw serviceprovider als u deze codes niet meer in bezit hebt.
Algemene informatie ■ Software-updates Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die voorzien in een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software. Nokia kan software-updates uitbrengen die nieuwe en/of verbeterde functies of een verbeterde werking bieden. U kunt deze updates aanvragen met de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de software voor het apparaat wilt bijwerken, hebt u de toepassing Nokia Software Updater nodig.
Algemene informatie serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht. Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader is aangesloten voordat u begint met bijwerken. Als uw netwerk het draadloos bijwerken van software ondersteunt, kunt u mogelijk ook updates via het apparaat aanvragen. Zie Telefoon op pagina 76. ■ Content downloaden U kunt mogelijk nieuwe content (zoals thema's) naar de telefoon downloaden (netwerkdienst).
Algemene informatie ■ Nokia-ondersteuning Bezoek www.nokia.com/support of uw lokale Nokiawebsite voor de meest actuele gebruikershandleidingen, aanvullende informatie, downloads en diensten die te maken hebben met uw Nokia-product. Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia producten en diensten. Zie de lijst met Nokia-centra op www.nokia.com/customerservice als u contact wilt opnemen met de klantenservice. Zie www.nokia.
Aan de slag 1. Aan de slag ■ SIM-kaart en batterij installeren Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen door krassen of buigen gemakkelijk beschadigd raken. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert. Plaats de SIM-kaart met de goudkleurige contactpunten naar beneden gericht (6-7).
Aan de slag 22
Aan de slag ■ De batterij opladen Het opladen van een batterij van het type BL-4U met de AC-3-oplader vergt ongeveer 2 uur en 15 minuten wanneer de telefoon zich in de standbystand bevindt. 1. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. 2. Sluit de stekker van de lader aan op de aansluiting aan de onderkant van uw telefoon. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Aan de slag ■ De telefoon in- en uitschakelen 1. Druk de aan/uit-toets in en houd deze ingedrukt, zoals in de afbeelding is weergegeven. 2. Als er om een PIN- of een UPIN-code wordt gevraagd, toetst u de code in (weergegeven als ****) en vervolgens selecteert u OK. Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon in de standbystand staat, wordt u gevraagd of u de configuratie-instellingen wilt ophalen bij uw serviceprovider (netwerkdienst). Bevestig of weiger de aanvraag.
Aan de slag ■ Tijd, tijdzone en datum instellen Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon in de standbystand staat, wordt u gevraagd om de datum en de tijd in te stellen. Vul de velden in en selecteer Opslaan. Als u Datum en tijd later opnieuw wilt weergeven, selecteert u Menu > Instellingen > Datum en tijd > Inst. datum en tijd, Datum- en tijdnotatie of Datum/ tijd aut. aanp. (netwerkdienst), zodat de instellingen voor de tijd, de tijdzone en de datum kunt wijzigen.
Aan de slag dichtstbijzijnde erkende Nokia-leverancier of bezoek het supportgedeelte op de website van Nokia (www.nokia.com/support) voor meer informatie over de beschikbaarheid van dergelijke diensten. Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt ontvangen en als de instellingen niet automatisch worden opgeslagen en geactiveerd, wordt de tekst Configuratie-instellingen ontvangen weergegeven. Selecteer Tonen > Opslaan.
Aan de slag ■ Antenne Het apparaat kan met interne en externe antennes zijn uitgerust. Zoals bij alle radiozendapparatuur, geldt dat u onnodig contact met het gebied rond de antenne moet vermijden als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met zo'n antenne kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan anders noodzakelijk is. Daarnaast kan dit de levensduur van de batterij verkorten.
Aan de slag ■ Toetsen en onderdelen 1. Cameralens aan de voorzijde 2. Luistergedeelte 3. Display 4. Linker selectietoets 5. Rechter selectietoets 6. Beltoets 7. Eindetoets 8. Middelste selectietoets 9. Toetsen 10.
Aan de slag 11.Microfoon 12.Aansluiting lader 13.Aansluiting accessoires 14.USB-aansluiting 15.Cameralens 16.Flitser 17.Aan/uit-toets 18.Luidspreker 19.De toets Volume omhoog/PTT 20.
Aan de slag ■ microSD-geheugenkaart Het verkooppakket van het apparaat bevat mogelijk geen geheugenkaart. Geheugenkaarten zijn als aparte accessoires verkrijgbaar. In een microSDgeheugenkaart kunnen gegevens worden geladen zoals beltonen, thema's, geluiden en video's. Als u deze kaart wist, opnieuw plaatst of vervangt, is het mogelijk dat deze functies en voorzieningen niet goed meer werken. Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat.
Aan de slag Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Als u de kaart tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan er schade aan de geheugenkaart en het apparaat ontstaan en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken. 1. Verwijder de batterijklep van de telefoon. Plaats de kaart met de goudkleurige contactpunten naar beneden gericht (1).
Aan de slag 2. Druk de kaart in de sleuf, totdat deze vastklikt (2). Plaats de batterijklep terug. ■ Standby-modus Wanneer de telefoon klaar is voor gebruik en als er geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standbystand. 1. 3G-indicator 2. Signaalsterkte van het mobiele netwerk 3. Batterijniveau 4. Indicatoren. Zie Indicatoren op pagina 33. 5. Naam van het netwerk of het operatorlogo 6. Klok 7.
Aan de slag 8. De linker selectietoets vertegenwoordigt de functie Favoriet of een snelkoppeling naar een functie die u hebt geselecteerd. Zie Linker selectietoets op pagina 66. 9. De middelste selectietoets vertegenwoordigt de functie Menu. 10.
Aan de slag De toetsen zijn geblokkeerd. Zie Toegangscodes op pagina 15. De telefoon gaat niet over bij een inkomende oproep of een tekstbericht wanneer Oproepsignaal en Berichtensignaaltoon zijn ingesteld op Uit. Zie Tonen op pagina 62. De wekker is ingesteld op Aan. , De GPRS-modus Altijd online is ingesteld, de GPRS-service is beschikbaar en de indicator wordt weergegeven. , Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding tot stand gebracht.
Aan de slag ■ Vluchtprofiel U kunt alle functies die gebruikmaken van radiofrequenties deactiveren, zonder dat u de toegang tot de offline spelletjes, de agenda, de muziekspeler en de telefoonnummers verliest. Gebruik het vluchtprofiel in omgevingen die gevoelig zijn voor radiosignalen, zoals in vliegtuigen of ziekenhuizen. Wanneer het vluchtprofiel actief is, wordt weergegeven. Selecteer Menu > Instellingen > Profielen > Vlucht > Activeer of Aanpassen.
Aan de slag In het profiel Offline of Vlucht moet u de vergrendeling van het apparaat mogelijk opheffen en het apparaat instellen op het belprofiel voordat u kunt bellen. Waarschuwing: In het profiel Vlucht kunt u geen oproepen doen of ontvangen, ook geen alarmoproepen. Ook overige functies waarvoor netwerkdekking is vereist, kunnen niet worden gebruikt. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren door een ander profiel te kiezen.
Gesprekken 2. Gesprekken ■ Een oproep tot stand brengen Volg een van de volgende procedures: • Voer het netnummer en het abonneenummer in en druk op de beltoets. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale voorvoegsel (het plusteken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in. • Als u de lijst met de als laatste gekozen nummers wilt weergeven, drukt u eenmaal op de beltoets.
Gesprekken • Kies een nummer dat is opgeslagen in Contacten. Zie Contacten op pagina 56. Druk de toets Volume omhoog of de toets Volume omlaag als u tijdens een gesprek het volume wilt verhogen of verlagen. ■ Een oproep beantwoorden of weigeren Druk op de beltoets als u een oproep wilt beantwoorden. Druk op de toets Einde als u een oproep wilt beëindigen. Druk op de beltoets als u een oproep wilt weigeren. Selecteer Stil als u de beltoon wilt onderdrukken.
Gesprekken 2. Blader naar het gewenste snelkeuzenummer. 3. Selecteer Wijs toe als er nog geen nummer aan de toets is toegewezen of selecteer Opties > Wijzigen als dit wel het geval is. 4. Selecteer Zoeken en selecteer het contact dat u wilt toewijzen. Als de functie Snelkeuze is uitgeschakeld, wordt u gevraagd of u deze functie wilt activeren. Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen > Snelkeuze > Aan of Uit.
Gesprekken serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid van netwerkdiensten. Een serviceprovider kan bijvoorbeeld functies aanbieden voor conferentiegesprekken, voor het delen van video en voor het in de wachtstand plaatsen van gesprekken. ■ Een video-oproep tot stand brengen 1. Voer in de standbymodus een telefoonnummer in of selecteer Contacten en selecteer vervolgens een contact als u een video-oproep wilt starten. 2.
Gesprekken omdat het ontvangende apparaat niet compatibel is), wordt u gevraagd of u wilt proberen om een gewone oproep tot stand te brengen of om een tekstbericht te verzenden. Druk de toets Volume omhoog of de toets Volume omlaag als u tijdens een gesprek het volume wilt verhogen of verlagen. 3. Druk op de toets Einde als u een oproep wilt beëindigen. Wanneer u een video-oproep tot stand brengt, verzendt u realtime video naar de persoon die de oproep ontvangt.
Gesprekken Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid van deze dienst en voor informatie over abonnementen voor video-oproepdiensten. Video-oproepen kunnen slechts tussen twee partijen tot stand worden gebracht. U kunt video-oproepen tot stand brengen met compatibele telefoons en ISDN-clients. Er kunnen geen video-oproepen tot stand worden gebracht wanneer er een andere gewone oproep, een video-oproep of een gegevensoproep tot stand is gebracht.
Berichten 3. Berichten ■ Tekstberichten invoeren en verzenden 1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Bericht. 2. Voer in het veld Aan: een of meer telefoonnummers in. Selecteer Toevgn als u een telefoonnummer uit het geheugen wilt ophalen. 3. Voer het bericht in in het veld Tekst:. Blader naar beneden en selecteer Invoegen als u een tekstsjabloon wilt gebruiken. 4. Selecteer Verzenden. ■ Multimediaberichten invoeren en verzenden 1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Bericht.
Berichten 2. Voer in het veld Aan: een of meer telefoonnummers of e-mailadressen in. Selecteer Toevgn als u een telefoonnummer of e-mailadres wilt ophalen uit het geheugen. 3. Schrijf het bericht. Blader naar beneden en selecteer Invoegen om een bestand toe te voegen. 4. Selecteer Opties > Bekijken als u het bericht wilt weergeven voordat u dit verzendt. 5. Selecteer Verzenden. Alleen apparaten met compatibele functies kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven.
Berichten Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden voor multimediaberichten (MMS en netwerkdiensten). ■ Berichten lezen en beantwoorden 1. Selecteer Tonen als u een ontvangen bericht wilt weergeven. Selecteer Menu > Berichten > Inbox als u het bericht later wilt lezen. 2. Selecteer Beantw. als u een bericht wilt beantwoorden. Voer het antwoordbericht in. 3. Selecteer Verzenden. Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten.
Berichten ■ E-mailtoepassing Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > E-mailberichten als u de e-mailinstellingen wilt activeren. Als u de e-mailfunctie van de telefoon wilt gebruiken, moet u over een compatibel e-mailsysteem beschikken. Het is mogelijk dat u de configuratie-instellingen voor e-mail ontvangt via een configuratiebericht. E-mailinstelwizard Selecteer Menu > Berichten > E-mail en voer uw e-mailadres in. Voor de e-mailtoepassing is een internettoegangspunt zonder proxy vereist.
Berichten E-mail invoeren en verzenden U kunt uw e-mailbericht schrijven voordat u een verbinding met de e-mailservice tot stand brengt. U kunt echter ook eerst een verbinding met de service tot stand brengen en daarna pas uw e-mailbericht schrijven en verzenden. 1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > E-mail. Als u meerdere e-mailaccounts hebt ingesteld, selecteert u de account die u voor het verzenden van het e-mailbericht wilt gebruiken. 2.
Berichten conceptbericht als u het e-mailbericht later wilt bewerken of voltooien. 3. Selecteer Verzndn om het e-mailbericht te verzenden. Selecteer Menu > Berichten > Concepten en selecteer vervolgens het gewenste bericht als u een e-mailbericht wilt verzenden vanuit een conceptmap. E-mailberichten lezen en beantwoorden 1. Selecteer Menu > Berichten, de accountnaam en het gewenste bericht. 2. Selecteer Opties > Beantw. als u een e-mailbericht wilt beantwoorden.
Berichten Selecteer Opties > Verb. verbreken als u de e-mailsessie wilt beëindigen. Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of de pc. Berichtinstellingen Algemene instellingen ■ Algemene instellingen gelden voor zowel tekstberichten als voor multimediaberichten. Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > Algem. instellingen en kies vervolgens een van de volgende opties. Selecteer: Ver.
Berichten Deze instelling wordt alleen weergegeven als u Ver. berichten opsl. hebt geselecteerd. Favoriete ontvanger — als u voor het versturen van berichten ontvangers of groepen wilt instellen die gemakkelijk toegankelijk zijn. Lettergrootte — als u de tekengrootte wilt instellen die voor berichten moet worden gebruikt. Grafische smileys — als u tekstsmileys wilt vervangen door grafische smileys.
Berichten Afleveringsrapporten — als u wilt instellen dat u afleveringsrapporten voor uw berichten wilt ontvangen (netwerkdienst) Berichtencentrales — als u het telefoonnummer en de naam wilt instellen van de berichtencentrale voor het verzenden van tekstberichten. U ontvangt het telefoonnummer van de berichtencentrale van uw serviceprovider. Ber.centrale in gebrk — als u de gebruikte berichtencentrale wilt selecteren. Geldigheid van ber.
Berichten Tekenondersteuning — als u wilt instellen op welke wijze tekens in berichten worden verzonden. Selecteer Volledig als u wilt instellen dat de tekens moeten worden verzonden zoals deze worden weergegeven. Antw. via zlfde centr. — als u de ontvanger van uw bericht de mogelijkheid wilt bieden om u via dezelfde berichtencentrale een antwoord toe te sturen (netwerkdienst).
Berichten Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > Multimediaberichten en selecteer vervolgens een van de volgende opties. Selecteer: Afleveringsrapporten — als u wilt instellen dat u afleveringsrapporten voor uw berichten wilt ontvangen (netwerkdienst) MMS-aanmaakmodus — als u toestemming wilt verlenen voor of als u beperkingen wilt instellen voor het toevoegen van verschillende soorten multimedia aan berichten. Afb.
Berichten eigen netwerk bevindt. De standaardinstelling is normaal gesproken In eigen netwerk. De beschikbaarheid van dit menu is afhankelijk van de telefoon. Ink. m.mediaberichtn — als u wilt instellen op welke wijze multimediaberichten worden opgehaald. Deze instelling wordt niet weergegeven als de optie Ontv. m.media toest. is ingesteld op Nee. Advertenties toest. — als u advertenties wilt ontvangen of weigeren. Deze instelling wordt niet weergegeven als de optie Ontv. m.media toest.
Berichten E-mailberichten De e-mailinstellingen zijn van invloed op de wijze waarop e-mailberichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven. Het is mogelijk dat u de instellingen ontvangt als configuratiebericht. Zie Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 25. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 79. Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instllngn > E-mailberichten en selecteer vervolgens een van de volgende opties.
Contacten Antw. mt oorspr. ber. — als u wilt instellen of het oorspronkelijke bericht in het antwoord moet worden opgenomen. Afb.formaat in e-mail — als u de afbeeldingsgrootte in e-mailberichten wilt instellen. Mailboxen bewerken — als u een nieuwe mailbox wilt toevoegen of als u een bestaande mailbox wilt bewerken. 4. Contacten U kunt namen en nummers (contacten) opslaan in het geheugen van de telefoon en in het geheugen van de SIM-kaart.
Contacten ■ Contactgegevens toevoegen Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en zorg ervoor dat Actief geheugen is ingesteld op Telefoon of op Telefoon en SIM. U kunt in het telefoongeheugen verschillende typen telefoonnummers, een beltoon of een videoclip en korte tekstitems voor een contact opslaan. Zoek het contact waaraan u gegevens wilt toevoegen en selecteer Gegevens > Opties > Info toevoegen. Selecteer een van de beschikbare opties.
Contacten telefoonkaartgeheugen verplaatsen en kopiëren. In het SIM-kaartgeheugen kunnen namen worden opgeslagen met één bijbehorend telefoonnummer. Selecteer Menu > Contacten > Cont. verplaatsn of Contacten kopiëren als u alle contacten wilt verplaatsen of kopiëren. Selecteer Menu > Contacten > Namen als u contacten een voor een wilt verplaatsen of kopiëren. Blader naar het gewenste contact en selecteer Opties > Contact verplaatsen of Contact kopiëren.
Contacten ■ Contacten bewerken Selecteer Menu > Contacten > Namen. Blader naar het gewenste contact, selecteer Opties > Bewerken en blader naar de gegevens die u wilt wijzigen. ■ Groepen Selecteer Menu > Contacten > Groepen als u de namen en nummers wilt indelen in bellergroepen met verschillende beltonen en afbeeldingen. ■ Contactinstellingen Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en selecteer vervolgens een van de volgende opties.
Logboek Naamweergave — als u wilt instellen of de voor- of achternaam van het contact als eerste moet worden weergegeven. Lettergrootte — als u de lettergrootte voor de lijst met contacten wilt instellen. Geheugenstatus — als u de hoeveelheid gebruikt en vrij geheugen wilt weergeven. 5. Logboek Selecteer Menu > Logboek > Gemiste oproepn, Ontv. oproepen of Gekozen nrs. Selecteer Alle oproepen als u de telefoonnummers van recent gemiste en ontvangen oproepen wilt weergeven. Selecteer Ber.
Instellingen Opmerking: de uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. 6. Instellingen ■ Profielen Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, selecteer het gewenste profiel en selecteer vervolgens een van de volgende opties. Selecteer: Activeer — als u het geselecteerde profiel wilt activeren.
Instellingen actief is. Wanneer deze periode is verstreken, wordt het vorige profiel opnieuw actief. ■ Thema's Selecteer Menu > Instellingen > Thema's en selecteer vervolgens een van de volgende opties. Selecteer: Thema selecteren — als u een thema wilt instellen. Er wordt een lijst met mappen in de Galerij weergegeven. Open de map Thema's en selecteer een thema. Themadownloads — als u een lijst met koppelingen voor het downloaden van meer thema's wilt openen.
Instellingen Als u voor de beltoon het hoogste volumeniveau instelt, wordt dit beltoonvolume na een paar seconden bereikt. ■ Display U kunt de displayinstellingen gebruiken als u de weergave van het telefoondisplay aan uw persoonlijke voorkeuren wilt aanpassen. Instellingen voor de standbystand Selecteer Menu > Instellingen > Weergave en selecteer vervolgens een van de volgende opties.
Instellingen Letterkleur bij stdby — als u de kleur wilt selecteren voor de tekst die in de standbymodus op het display wordt weergegeven. Nav.toetspictogr. — als u de symbolen van de huidige snelkoppelingen voor de bladertoetsen in de standbystand wilt weergeven, wanneer de modus actief standby is uitgeschakeld. Meldingsdetails — als u detailgegevens wilt weergeven of verbergen, zoals contactgegevens in gemiste oproepen en meldingen van ontvangen berichten.
Instellingen Slaapstand — als u batterijenergie wilt besparen. Hierbij wordt het scherm uitgeschakeld wanneer er gedurende een bepaalde periode geen functie is gebruikt. Lettergrootte —als u de tekengrootte wilt instellen voor het lezen en schrijven van berichten en voor de weergave van contacten en webpagina's. Operatorlogo — als u het operatorlogo wilt weergeven of verbergen wanneer dit beschikbaar is.
Instellingen ■ Snelkoppelingen Snelkoppelingen voorzien u van snelle toegang tot de telefoonfuncties die u het meest gebruikt. Linker selectietoets Selecteer Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Linkerselectietoets als u een functie uit de lijst wilt selecteren. Rechter selectietoets Selecteer Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Rechter selectietoets als u een functie uit de lijst wilt selecteren.
Instellingen Actief standby-toets Selecteer Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Actief standby-toets als u een functie uit de lijst wilt selecteren. ■ Synchronisatie en back-up Selecteer Menu > Instellingen > Sync. en back-up als u gegevens tussen uw telefoon en een andere telefoon of een externe server wilt uitwisselen of synchroniseren (netwerkdienst). Telefoonoverdr. — als u gegevens tussen twee telefoons wilt synchroniseren of kopiëren.
Instellingen Serversynchr.— als u gegevens wilt synchroniseren tussen de telefoon een server. ■ Connectiviteit U kunt de telefoon via een draadloze Bluetoothverbinding of via een USB-gegevenskabel met een compatibele telefoon verbinden. Verbinding via Bluetooth Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.
Instellingen U kunt met behulp van Bluetooth-technologie de telefoon verbinden met een compatibel Bluetoothapparaat dat zich binnen een afstand van tien meter van uw telefoon bevindt. Aangezien Bluetoothtelefoons gebruikmaken van radiogolven, hoeven de telefoon en het andere apparaat zich niet in elkaars gezichtsveld te bevinden, hoewel de verbinding storing kan ondervinden van obstakels, zoals muren of elektronische apparatuur.
Instellingen geeft aan dat de Bluetooth-functionaliteit actief is. Houd er rekening mee dat Bluetooth energie verbruikt en de levensduur van de batterij kan bekorten. Een Bluetooth-apparaat aansluiten Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth > Vrb. mt audiotoebeh. en selecteer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken. Een lijst met uw Bluetoothverbindingen weergeven Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Bluetooth > Actieve apparaten.
Instellingen een wachtwoord in. Als u verbinding met een ander apparaat wilt maken, moet u afspreken welk wachtwoord (maximaal 16 tekens) u wilt gebruiken. U hoeft het wachtwoord slecht één keer te gebruiken om de verbinding tot stand te brengen en de gegevensoverdracht te starten. Selecteer Nieuw, zodat er een actueel overzicht van de Bluetooth-apparaten binnen het bereik wordt weergeven als het apparaat niet in de lijst staat.
Instellingen programma Nokia PC Suite voor uw telefoon op een compatibele computer. Gebruik voor de synchronisatie de draadloze Bluetooth-technologie of een USB-gegevenskabel en start de synchronisatie vanaf de computer. Synchroniseren vanaf een server Als u een externe internetserver wilt gebruiken, moet u zich abonneren op een synchronisatiedienst. Neem voor meer informatie over deze dienst en over de vereiste instellingen contact op met uw serviceprovider.
Instellingen Vragen bij verb. — als u wilt instellen dat er moet worden gevraagd of u de verbinding wel of niet wilt accepteren. PC Suite — als u de telefoon wilt gebruiken met toepassingen op een computer waarop Nokia PC Suite is geïnstalleerd. Afdrukken/media — als u de telefoon wilt gebruiken met een printer die compatibel is met PictBridge of als u de telefoon op een computer wilt aansluiten voor synchronisatie met Windows Media Player (muziek, video).
Instellingen ■ Oproepen Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen en selecteer vervolgens een van de volgende opties. Selecteer: Doorschakelen — als u inkomende oproepen wilt doorschakelen (netwerkdienst). Als bepaalde blokkeringsfuncties zijn ingeschakeld, kunt u mogelijk geen oproepen doorschakelen. Zie Oproepen blokkeren in Toegangscodes op pagina 15. Opn. met will. toets > Aan — als u een inkomende oproep wilt beantwoorden door kort op een willekeurige toets te drukken.
Instellingen Stemhelderheid — als u de verstaanbaarheid van spraak wilt verbeteren, vooral in gevallen waarin er sprake is van lawaaiige omstandigheden. Snelkeuze — Zie Snelkeuze op pagina 38. Wachtfunctieopties — als u een kennisgeving wilt ontvangen wanneer er een oproep binnenkomt, terwijl u in gesprek bent (netwerkservice). Samenv. na oproep — als u de telefoon na elk gesprek kort de duur en de kosten van het gesprek wilt laten weergeven (netwerkdienst). Identificatie verz.
Instellingen ■ Telefoon Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon en selecteer vervolgens een van de volgende opties. Selecteer: Taalinstellingen — selecteer Taal display als u de weergavetaal voor de telefoon wilt instellen. Selecteer Automatisch als u wilt instellen dat de taal automatisch wordt geselecteerd op basis van de informatie op de SIM-kaart. Selecteer SIM-taal als u de taal van de USIM-kaart wilt gebruiken.
Instellingen Spraakherkenning — als u een oproep tot stand wilt brengen door het uitspreken van een naam die u in Contacten hebt opgeslagen. Offlineverzoek — Zie Vluchtprofiel pagina 35. Welkomsttekst — als u de tekst wilt voeren die wordt weergegeven als de telefoon wordt ingeschakeld. Telefoonupdates — als u de software van uw telefoon wilt bijwerken als er een update beschikbaar is. Netwerkmodus — als u de tweevoudige modus (UMTS en GSM) wilt selecteren.
Instellingen Automat. Help-tekst — als u wilt instellen of de telefoon wel of geen Help-teksten moet weergeven. Starttoon — als u wilt instellen of er wel of geen toon wordt afgespeeld wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. ■ Toebehoren Dit menu of de volgende opties worden weergegeven als de telefoon wordt of is verbonden met een compatibel mobiel toebehoren. Selecteer Menu > Instellingen > Toebehoren.
Instellingen Autom. opnemen — als u wilt instellen dat een inkomende oproep na 5 seconden automatisch wordt beantwoord. Automatisch opnemen is uitgeschakeld als Menu > Instellingen > Tonen > Oproepsignaal is ingesteld op 1 x piepen of Uit. ■ Configuratie U kunt uw telefoon configureren met instellingen die nodig zijn om bepaalde diensten te kunnen gebruiken. Het is ook mogelijk dat deze instellingen in de vorm van een configuratiebericht van uw serviceprovider ontvangt.
Instellingen configuratie-instellingen van de serviceprovider wilt instellen als standaardinstellingen. Std. actv. in alle toep. — als u de standaard configuratie-instellingen voor ondersteunde toepassingen wilt activeren. Voorkeurstoeg.punt — als u de opgeslagen toegangspunten wilt weergeven. Blader naar een toegangspunt en selecteer Opties > Details als u de naam van de serviceprovider, de gegevensdrager en het GPRS-toegangspunt of het GSM-inbelnummer wilt weergeven. Verb. mt onderst.
Instellingen ■ Fabrieksinstellingen terugzetten Selecteer Menu > Instellingen > Fabr.inst. terugz. als u sommige van de menu-instellingen opnieuw op hun oorspronkelijke waarden wilt instellen. Voer de beveiligingscode in. De namen en telefoonnummers die in Contacten zijn opgeslagen, worden niet verwijderd. ■ Telefoonsoftware-updates Uw serviceprovider verzendt draadloze softwareupdates mogelijk rechtstreeks naar uw apparaat. Of deze optie beschikbaar is, hangt van uw telefoon af.
Computerverbinding gegevens voordat u de installatie van een update aanvaardt. 7. Computerverbinding U kunt e-mailberichten verzenden en ontvangen en verbinding maken met internet terwijl de telefoon via Bluetooth of een gegevenskabel met een compatibele computer is verbonden. U kunt de telefoon gebruiken met een verscheidenheid aan toepassingen voor computerverbindingen en datacommunicatie.
Computerverbinding website van Nokia voor meer informatie en als u het programma Nokia PC Suite wilt downloaden. ■ Toepassingen voor datacommunicatie Raadpleeg de bijbehorende documentatie voor meer informatie over het gebruik van een toepassing voor datacommunicatie. Het wordt afgeraden om tijdens een computerverbinding met de telefoon te bellen omdat dit de werking kan verstoren.
Media 8. Media U kunt met de ingebouwde 2,0 megapixel camera foto's maken en live videoclips opnemen. ■ Camera De camera maakt foto's in de JPEG-indeling en beschikt over een digitale zoomfactor 8. Een foto maken Selecteer Menu > Media > Camera > Vastlggn. Selecteer Terug als u een andere foto wilt maken en selecteer Verzndn als u de foto als een multimediabericht wilt verzenden. De foto wordt opgeslagen in Galerij > Afbeeldingen.
Media ■ Video U kunt videoclips in een 3GP-indeling of een MP4indeling opnemen. Selecteer Menu > Media > Video > Opties > Instellingen > Kwaliteit videoclips > Hoog, Normaal of Laag als u de kwaliteit van de videoclips wilt instellen. Selecteer Menu > Media > Video > Opties > Instellingen > Lengte videoclip als u de limiet voor de bestandsgrootte wilt instellen. Een videoclip opnemen Selecteer Menu > Media > Video > Opnemen.
Media MPEG4-, AAC, eAAC+- of WMA-muziekbestanden kunt beluisteren die u naar de telefoon hebt overgebracht met behulp van de toepassing Nokia Audio Manager. Deze toepassing maakt deel uit van Nokia PC Suite. Selecteer Menu > Media > Muziekspeler als u de muziekspeler wilt openen. Radio De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het draadloze apparaat.
Media Selecteer Menu > Media > Radio. U kunt gebruikmaken van de grafische toetsen , , of op het display door met de linker of rechter navigatietoets naar de gewenste toets te gaan en deze te selecteren. Zenders opslaan 1. Selecteer of en houd deze toets ingedrukt als u naar radiozenders wilt zoeken. Druk op of als u de radiofrequentie stapsgewijs wilt wijzigen via stappen van 0,05 MHz. 2. Als u een zender naar een geheugenlocatie wilt opslaan, kiest u Opties en selecteert u Zender opslaan. 3.
Media 2. Selecteer of of druk op de hoofdtelefoontoets als u naar de gewenste zender wilt bladeren. 3. Druk kort op de corresponderende cijfertoetsen als u een radiozenderlocatie wilt selecteren. 4. Selecteer Opties en selecteer vervolgens een van de volgende opties. Selecteer: Uitschakelen — als u de radio wilt uitschakelen. Zender opslaan — als u een nieuwe radiozender wilt opslaan door een naam voor de desbetreffende zender in te voeren.
Media Alle zenders zoeken — als u naar alle radiozenders wilt zoeken die door de telefoon kunnen worden ontvangen. Kies frequentie — als u de frequentie van de radiozender wilt invoeren. Instellingen — als u de standaard radioinstellingen wilt wijzigen. Zenderoverzicht — als u de webpagina's van Visual Radio wilt openen. Visual Radio — als u wilt instellen of de toepassing Visual Radio wel of niet wordt gebruikt.
Informatie over de batterij en de lader U kunt tijdens het luisteren naar de radio op de normale wijze oproepen tot stand brengen en beantwoorden. Het volume van de radio wordt tijdens de oproep onderdrukt. Wanneer een toepassing voor het verzenden of ontvangen van gegevens gebruikmaakt van een GPRS- of een HSCSD-verbinding, leidt dat mogelijk tot storing op de radio. 9. Informatie over de batterij en de lader Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij.
Informatie over de batterij en de lader goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op met laders die door Nokia zijn goedgekeurd en die bestemd zijn voor dit apparaat. Het gebruik van een niet-goedgekeurde batterij of lader kan het risico met zich meebrengen van brand, explosie, lekkage of ander gevaar.
Informatie over de batterij en de lader Probeer de batterij altijd te bewaren op een temperatuur tussen 15°C en 25°C. Bij extreme temperaturen nemen de capaciteit en levensduur van de batterij af. Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn. De batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen onder het vriespunt. Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij.
Informatie over de batterij en de lader U mag nooit geheugencellen of batterijen ontmantelen, erin snijden of ze openen, platdrukken, verbuigen, beschadigen, doorboren of slopen. Als een batterij lekt, moet u ervoor zorgen dat de vloeistof niet in contact komt met de huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet u uw huid en ogen onmiddellijk met water afspoelen of medische hulp zoeken. Wijzig de batterij niet, verwerk deze niet tot een ander product, en probeer er geen vreemde voorwerpen in te brengen.
Informatie over de batterij en de lader ■ Controleren van de echtheid van Nokia-batterijen Gebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uw veiligheid. Verzeker u ervan dat u een originele Nokia-batterij koopt door de batterij bij een officiële Nokia-leverancier te kopen en het hologramlabel volgens de onderstaande stappen te inspecteren: Een succesvolle uitvoering van de stappen biedt geen totale garantie voor de echtheid van de batterij.
Informatie over de batterij en de lader De echtheid van het hologram controleren 1. Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek het Nokia-symbool met de handen te zien en vanuit de andere hoek het Nokia Original Enhancementslogo. 2. Wanneer u het hologram onder een hoek naar links, rechts, omlaag en omhoog houdt, hoort u op iedere zijde respectievelijk 1, 2, 3 en 4 stippen te zien.
Behandeling en onderhoud batterij niet gebruiken. Breng de batterij naar de dichtstbijzijnde officiële Nokia-leverancier of Service Point voor assistentie. Het gebruik van een batterij die niet door de fabrikant is goedgekeurd, kan gevaarlijk zijn en kan leiden tot gebrekkige prestaties en beschadiging van het apparaat of de toebehoren. Het kan ook de goedkeuring of garantie van het apparaat ongeldig maken. Kijk voor meer informatie over originele Nokia-batterijen op www.nokia.com/battery.
Behandeling en onderhoud • Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige, vuile plaatsen. De bewegende onderdelen en elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken. • Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het heet is. Hoge temperaturen kunnen de levensduur van elektronische apparaten bekorten, batterijen beschadigen en bepaalde kunststoffen doen vervormen of smelten. • Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het koud is.
Behandeling en onderhoud • Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen om het apparaat schoon te maken. • Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen van het apparaat blokkeren en de correcte werking belemmeren. • Maak de lenzen, zoals de cameralens, nabijheidsensor en lichtsensor, schoon met een zachte, schone, droge doek. • Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne.
Behandeling en onderhoud Deze tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een apparaat niet goed werkt. Verwijdering Het symbool van de doorgestreepte container op uw product, in de documentatie of op de verpakking wil zeggen dat alle elektrische en elektronische producten, batterijen en accu’s na afloop van de levensduur voor gescheiden afvalverzameling moeten worden aangeboden.
Aanvullende veiligheidsinformatie vertegenwoordiger van Nokia. Voor de Eco-Verklaring voor het product of instructies over het inleveren van uw overbodig geworden product, gaat u naar de landspecifieke informatie op www.nokia.com. Aanvullende veiligheidsinformatie ■ Kleine kinderen Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.
Aanvullende veiligheidsinformatie Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen totdat de gegevensoverdracht is voltooid. Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het apparaat.
Aanvullende veiligheidsinformatie gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruikmaken van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.
Aanvullende veiligheidsinformatie • Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als er enige reden is om aan te nemen dat er een storing plaatsvindt. • Lees en volg de instructies van de fabrikant van het geïmplanteerde medische apparaat. Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat wanneer u een geïmplanteerd medisch apparaat hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling. Gehoorapparaten Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken.
Aanvullende veiligheidsinformatie airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant, of diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde apparatuur, voor meer informatie. Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat, doen vervallen.
Aanvullende veiligheidsinformatie Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn. ■ Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op.
Aanvullende veiligheidsinformatie van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes. U dient contact op te nemen met de fabrikanten van voertuigen die gebruik maken van LPG (onder andere propaan of butaan) om vast te stellen of dit apparaat in de nabijheid van dergelijke voertuigen veilig kan worden gebruikt. ■ Alarmnummer kiezen Belangrijk: Dit apparaat maakt gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies.
Aanvullende veiligheidsinformatie Een alarmnummer kiezen: 1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontvangst voldoende is. Afhankelijk van het apparaat moet u mogelijk ook de volgende stappen uitvoeren: • Plaats een SIM-kaart als deze voor het apparaat vereist is. • Maak bepaalde oproepbeperkingen ongedaan als deze op uw apparaat zijn ingesteld. • Wijzig uw profiel van Offline of Vlucht in een actief profiel. 2.
Aanvullende veiligheidsinformatie plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen. ■ Informatie over certificatie (SAR) Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven. Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan radiogolven die worden aanbevolen door internationale richtlijnen, niet worden overschreden.
Aanvullende veiligheidsinformatie energieniveau gebruikt. Het werkelijke SAR-niveau van een werkend apparaat kan onder de maximumwaarde liggen, omdat het apparaat zo is ontworpen dat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het netwerk. De hoeveelheid benodigde energie kan wijzigen afhankelijk van een aantal factoren, zoals de afstand tot een zendmast waarop u zich bevindt.