Gebruikershandleiding voor de Nokia 2600 9233689 Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RH-59 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. Copyright (c) 2004 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor dit document zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen of te herroepen. De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier. Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet-en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Omleiding in strijd met de wetgeving is verboden.
Inhoudsopgave VOOR UW VEILIGHEID ......................................................................................... 8 Algemene informatie ........................................................................................ 12 Stickers in het pakket.............................................................................................................................. 12 Toegangscodes .............................................................................................................
Berichten (Menu 1) .................................................................................................................................. 30 Een tekstbericht intoetsen ................................................................................................................. 30 Een tekstbericht lezen (Inbox)........................................................................................................... 31 Concepten en verzonden items..............................................
Instellingen (Menu 4) .............................................................................................................................. 41 Tonen ........................................................................................................................................................ 41 Weergave-instellingen ........................................................................................................................ 42 Profielen...........................................
VERZORGING EN ONDERHOUD ........................................................................ 59 AANVULLENDE VEILIGHEIDSINFORMATIE ...................................................... 61 Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
VOOR UW VEILIGHEID Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt. GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd. TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen.
■ Informatie over het apparaat Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in EGSM 900- en GSM 1800-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken. Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat, aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen. Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld.
■ Laders en toebehoren Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: ACP-7, ACP-12 en LCH-12. Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn. Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde accessoires.
Algemene informatie ■ Stickers in het pakket De stickers bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning. Bewaar deze stickers op een veilige plaats. ■ Toegangscodes • Beveiligingscode: deze code, die bij de telefoon wordt geleverd, beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De standaardcode is 12345. Zie pagina 48 voor een beschrijving. • PIN-code: deze code, die bij de SIM-kaart wordt geleverd, beveiligt de kaart tegen onbevoegd gebruik.
Selecteer Toegangscodes wijzigen in het menu Beveiligingsinstellingen als u de beveiligingscode, PIN-code en PIN2-code wilt wijzigen (zie pagina 48). Houd de nieuwe codes geheim en bewaar deze op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon. • PUK-code en PUK2-code: deze codes worden bij sommige SIM-kaarten geleverd. Neem contact op met uw serviceprovider als dit niet het geval is. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
1. Aan de slag ■ Voordat u begint De indicatoren die hieronder worden beschreven, worden weergegeven als de telefoon klaar is voor gebruik en geen tekens door de gebruiker zijn ingevoerd. In de volgende afbeelding ziet u het display in de standby-modus. 1. Signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie. 2. Batterijcapaciteit. 3. Toont de naam of het operatorlogo van het netwerk waarin de telefoon op dat moment wordt gebruikt. 4. Huidige functie van de NaviTM-toets . 5.
Hiermee schakelt u de telefoon in en uit. Als de toetsen zijn geblokkeerd, wordt het display van de telefoon ongeveer 15 seconden verlicht als u op drukt. 7. Wis / afsluiten-toets Hiermee wist u tekens van het display en sluit u functies af. 8. Bladertoetsen , , en . Hiermee kunt u door namen, telefoonnummers, menu's of instellingen bladeren. Tijdens een gesprek kunt u op of drukken om het volume van de hoofdtelefoon te verhogen of te verlagen.
■ De SIM-kaart en batterij plaatsen Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn. 1. Druk op de ontgrendeling van de achtercover (1), open de achtercover (2, 3) en verwijder de cover. 2. Verwijder de batterij door deze bij de uitsparing uit de telefoon te tillen (4). 3.
4. Plaats de SIM-kaart en zorg er daarbij voor dat de afgeronde hoek zich rechtsboven bevindt en het goudkleurige contact naar beneden is gericht (6). 5. Sluit de SIM-kaarthouder (7) en druk erop totdat deze vastklikt. 6. Plaats de batterij (8). Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
■ De batterij opladen 1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting op de onderkant van de telefoon. 2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. De indicatiebalk van de batterij begint te schuiven. Als Laadt niet op wordt weergegeven, wacht u een ogenblik. Vervolgens koppelt u de lader los, sluit u deze opnieuw aan en probeert u het nogmaals. Als de batterij nu nog niet wordt opgeladen, neemt u contact op met uw leverancier. 3. Als de batterij volledig is opgeladen, stopt de indicatiebalk.
■ De telefoon in- en uitschakelen Houd de toets enkele seconden ingedrukt. Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. ■ De covers verwisselen Opmerking: Schakel het apparaat altijd uit en zorg ervoor dat het apparaat niet met een lader of een ander apparaat is verbonden als u de cover wilt verwijderen. Raak de elektronische onderdelen niet aan terwijl u de covers verwisselt.
3. Plaats het toetsensjabloon in de nieuwe voorcover (4). 4. Lijn de bovenkant van de voorcover uit met de bovenkant van de telefoon en druk op de voorcover totdat deze vastklikt (5). Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
2. Algemene functies ■ Opbellen 1. Toets het telefoonnummer in, voorafgegaan door een netnummer indien dit nodig is. Voor internationale gesprekken: voeg het +-teken toe door tweemaal op te drukken en toets de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in. Druk op om het laatst ingetoetste cijfer te verwijderen. 2. Druk op Gesprek om het nummer te bellen. Druk op of om het volume van de hoofdtelefoon tijdens een gesprek te verhogen of te verlagen. 3.
Opnieuw kiezen Als u een van de laatste twintig gekozen nummers opnieuw wilt kiezen, drukt u vanuit de standby-modus eenmaal op , bladert u naar het gewenste telefoonnummer en drukt u op Gesprek. Snelkeuze Zorg dat Snelkeuze is ingeschakeld in het menu Contacten. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Contacten, Snelkeuze en Bewerken. Selecteer de gewenste toets (toets 2 tot en met 9) en druk op Toewijzen. Geef aan of u de toets wilt toewijzen om te bellen of SMS-berichten te verzenden.
■ Spraakberichten beluisteren Dit is een netwerkdienst. Raadpleeg uw serviceprovider voor het nummer van uw voicemail. U kunt uw voicemail bellen door ingedrukt te houden in de standby-modus. Als u de eerste keer belt, moet u het nummer intoetsen. Zie pagina 39 als u het nummer van uw voicemail wilt wijzigen. Zie pagina 44 als u gesprekken wilt doorschakelen naar uw voicemail. ■ De toetsen blokkeren U kunt het toetsenblok blokkeren om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt.
3. Tekst intoetsen U kunt op twee verschillende manieren tekst intoetsen: via de methode voor gewone tekstinvoer en via de methode voor tekstinvoer met woordenboek , waarbij gebruik wordt gemaakt van een ingebouwde woordenlijst. Druk tweemaal op om tijdens het intoetsen van tekst snel te wisselen tussen de invoermethoden. Gewone tekstinvoer: druk op de toets waarbij de gewenste letter staat aangegeven totdat deze wordt weergegeven in het display.
2. Als het gewenste woord wordt weergegeven, drukt u op volgende woord in. • Als u het woord wilt wijzigen, drukt u op wordt weergegeven. en toetst u het totdat het gewenste woord • Als een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, staat het woord niet in het woordenboek. Als u het woord wilt toevoegen aan het woordenboek, drukt u op Spellen, toetst u het woord in (via normale tekstinvoer) en drukt u op OK.
• Gewone tekstinvoer: als u een letter wilt intoetsen die zich op dezelfde toets bevindt als de vorige letter, drukt u op of (of wacht u totdat de cursor wordt weergegeven) en toetst u vervolgens de nieuwe letter in. • Tekstinvoer met woordenboek: als u een samengesteld woord wilt invoegen, toetst u eerst de eerste helft van het woord in, drukt u op en toetst u de tweede helft in. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
4. Menufuncties 1. Druk vanuit de standby-modus op Menu. 2. Druk op of om naar het gewenste menu te bladeren en druk op Selecteren om het menu te openen. Druk op om een hoofdmenu af te sluiten. 3. Als een menu submenu's bevat, gaat u naar het gewenste submenu en drukt u op Selecteren om het te openen. Druk op om een submenu te sluiten. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
■ Overzicht van de menufuncties 1. Berichten 1. Bericht schrijven 2. Inbox 3. Verzonden items 4. Concepten 5. Chatten 6. Afbeeldingsberichten 7. Distributielijsten 8. Gefilterde berichten 9. Berichten verwijderen 10. Berichtenteller 11. Berichtinstellingen 12. Dienstopdr.-editor 2. Contacten 1. Zoeken 2. Contact toevoegen 3. Verwijderen 4. Bewerken 5. Toon toewijzen 6. Tel.nummer verzenden 7. Kopiëren 8. Instellingen 9. Snelkeuze 10. Gefilterde nummers 11. Dienstnummers1 12. Info-nummers1 3.
3. Profielen 4. Tijdinstellingen 5. Gespreks-instellingen 6. Telefooninstellingen 7. Kosteninstellingen 8. Toebehoreninstellingen1 9. Beveiligingsinstellingen 10. Inst. rechternavigat.toets 11. Fabrieksinst. herstellen 5. Alarmklok 1. Alarmtijd 2. Alarmtoon 3. Alarm herh. 6. Herinneringen 1. Nieuw 2. Alles bekijken2 3. Kalender 4. Verwijderen3 5. Alarmtoon 7. Spelletjes 8. Extra's 1. Rekenmachine 2. Converter 3. Werkblad 4. Kalender 5. Timer 6. Stopwatch 7. Componist 9. SIM-diensten3 1.
■ Berichten (Menu 1) Een tekstbericht intoetsen U kunt berichten uit meerdere delen, samengesteld uit verschillende gewone tekstberichten, intoetsen en verzenden (netwerkdienst). De facturering wordt gebaseerd op het aantal berichten dat voor het bericht uit meerdere delen nodig is. Het aantal beschikbare tekens en het nummer van het huidige gedeelte van een bericht uit meerdere delen wordt rechtsboven in het scherm weergegeven, bijvoorbeeld 120 / 2.
Als u het bericht wilt verzenden via een vooraf gedefinieerde distributielijst, selecteert u Verzendopties en Verz. naar lijst. U kunt ook de volgende opties kiezen: Invoegopties, Kleine letters of Grote letters, Bericht opslaan, Tekst wissen, Editor afsluiten, Instructies en Woordenboek. Opmerking: Wanneer u berichten verzendt, geeft het apparaat mogelijk de tekst 'Bericht verzonden' weer.
Concepten en verzonden items In het menu Concepten kunt u de berichten weergeven die u hebt opgeslagen in het menu Bericht opslaan. In het menu Verzonden items kunt u de berichten weergeven die u hebt verzonden. Druk tijdens de weergave van een bericht op Opties voor de volgende mogelijkheden: Verwijderen, Bewerken, Nummer gebruiken, Doorsturen, Als herinnering, Kleine letters of Grote letters en Gegevens (alleen voor verzonden items).
Tijdens het intoetsen van een bericht kunt u op Opties drukken en Chat-naam selecteren om uw benaming te wijzigen of Chat-verleden selecteren om vorige berichten weer te geven. Afbeeldingberichten U kunt berichten met afbeeldingen verzenden en ontvangen (netwerkdienst). Afbeeldingberichten worden opgeslagen in de telefoon. Elk afbeeldingbericht is samengesteld uit meerdere tekstberichten. Het verzenden van een afbeeldingbericht kan dus meer kosten dan het verzenden van een tekstbericht.
Als u een nieuwe distributielijst wilt toevoegen, drukt u op Menu en selecteert u Berichten en Distributielijsten. Druk op Opties en selecteer Lijst toevoegen. Geef de distributielijst een naam en druk op OK. Druk op Opties en selecteer Lijst bekijken. Als u een contactpersoon aan de lijst wilt toevoegen, drukt u op Opties en selecteert u Con. toevoegen. Elk bericht voor elke ontvanger wordt afzonderlijk in rekening gebracht.
weer te geven. Als u de berichtentellers op nul wilt zetten, selecteert u eerst Tellers wissen en vervolgens de tellers die u op nul wilt zetten. Het menu Berichtenteller bevindt zich ook onder het hoofdmenu Gespreksinfo. Berichtinstellingen Infodienst Met deze netwerkdienst kunt u berichten over verschillende onderwerpen van het netwerk ontvangen, bijvoorbeeld verkeersberichten. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Verzendprofiel Telefoonnummer van berichtencentrale om het telefoonnummer op te slaan dat vereist is voor het verzenden van tekst- en afbeeldingberichten. Dit nummer krijgt u van uw netwerkoperator. Berichten verzenden als: om het berichttype Tekst, Fax, Semafoon of E-mail te selecteren (netwerkdienst). Geldigheid van berichten: om op te geven hoe lang het netwerk moet proberen om uw bericht af te leveren (netwerkdienst). Naam van verzendprofiel wijzigen: om de naam van het verzendprofiel te wijzigen.
Dienstopdr.-editor Selecteer deze optie om een dienstopdracht te verzenden naar uw serviceprovider. Dit is een netwerkdienst. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Select. nummer Selecteer deze optie om namen weer te geven, toe te voegen of te verwijderen in de lijst van personen wiens berichten naar dit nummer worden gefilterd. De gefilterde berichten worden rechtstreeks opgeslagen in de map Gefilterde berichten.
Als de naam en het telefoonnummer zijn opgeslagen in het SIM-telefoonboek, wordt rechtsboven in het display weergegeven. Als de naam en het telefoonnummer zijn opgeslagen in het interne telefoonboek, wordt weergegeven. SNEL ZOEKEN: Druk op in de standby-modus en toets de eerste letter van de naam in. Druk op of om de gewenste naam te zoeken. U kunt ook de volgende opties in het menu Contacten selecteren: • Contact toevoegen om namen en nummers op te slaan in de lijst met contacten.
• Snelkeuze om de snelkeuzetoetsen te activeren en de nummers te wijzigen die aan de sneltoetsen zijn toegewezen. • Gefilterde nummers: zie Select. nummer op pagina 37. • Dienstnummers om te bellen naar de dienstnummers van uw netwerkoperator als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen (netwerkdienst). • Info-nummers om te bellen naar de informatienummers van uw netwerkoperator als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen (netwerkdienst).
■ Gespreksinfo (Menu 3) Uw telefoon registreert gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen, evenals de lengte van uw gesprekken en het aantal verzonden en ontvangen berichten. Als de telefoon ingeschakeld is en zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt (en als het netwerk deze functie ondersteunt), worden gemiste en ontvangen oproepen geregistreerd. Lijsten met laatste oproepen Druk op Menu en selecteer Gespreksinfo en Gemiste gesprekken, Ontvangen gesprekken of Ltst gekozen nummers.
Als u de tellers op nul wilt zetten, selecteert u Timers op nul zetten en drukt u op OK. U moet de beveiligingscode intoetsen om de timers op nul te kunnen zetten. Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. Berichtenteller Het menu Berichtenteller bevindt zich ook onder het hoofdmenu Berichten, zie pagina 34.
• Trilsignaal om de telefoon in te stellen op trillen wanneer u een gesprek of tekstbericht ontvangt. • Berichtensignaaltoon om de toon te selecteren die moet klinken als een tekstbericht binnenkomt. • Toetsenvolume om het volume voor toetstonen te selecteren. • Waarschuwingstonen om waarschuwingssignalen in te stellen, bijvoorbeeld wanneer de capaciteit van de batterij laag is. Weergave-instellingen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Weergave-instellingen.
• Energiebesparing klok om de digitale klik en alle indicatoren in het display weer te geven als een screensaver. De indicatoren voor gemiste oproepen, toetsenblokkering, stille modus en ontvangen berichten worden weergegeven. • Operatorlogo om het operatorlogo in of uit te schakelen in de standby-modus.
Selecteer het profiel dat u wilt wijzigen en selecteer Aanpassen. Selecteer Type beltoon, Beltoonvolume, Trilsignaal, Berichtensignaaltoon, Toetsenvolume, Waarschuwingstonen, Ritmisch achtergrondlicht, Thema's, Screensaver of Naam wijzigen (niet beschikbaar onder Normaal). Selecteer de gewenste optie en druk op OK. U kunt ook de instellingen van het geactiveerde profiel wijzigen in de menu's Tooninstellingen en Weergave-instellingen. Zie pagina 41 en 42.
• Doorschakelen om uw inkomende oproepen door te schakelen naar uw voicemail of naar een ander telefoonnummer (netwerkdienst). Selecteer de gewenste doorschakeloptie. Selecteer bijvoorbeeld Doorschakelen wanneer in gesprek om oproepen door te schakelen wanneer u in gesprek bent of wanneer u een inkomende oproep weigert. Er kunnen verschillende doorschakelopties tegelijkertijd actief zijn. Wanneer Alle telefoongesprekken doorschakelen is geactiveerd, wordt in het display weergegeven in de standby-modus.
• Gefilterde nummers. Zie "Gefilterde nummers" op pagina 37. Telefooninstellingen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Telefooninstellingen en • Taal om de gewenste taal voor displayteksten te selecteren. • Instellingen voor toetsenblokkering. Selecteer • Automatische toetsenblokkering en Aan om de automatische toetsenblokkering in te schakelen. In het display wordt Wachttijd instellen: weergegeven. Toets de tijd in en druk op OK.
• SIM-dienstacties bevestigen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Kostenbeheer Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Kosteninstellingen en • Timer tijdens gesprek: hiermee kunt u de tijdsweergave tijdens een gesprek inof uitschakelen.
Toebehoreninstellingen1 Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Toebehoreninstellingen. Selecteer Hoofdtelefoon of Hoorappraat. • Selecteer Standaardprofiel om het profiel te selecteren dat wordt gebruikt wanneer het toebehoren is aangesloten. • Selecteer Automatisch opnemen om inkomende gesprekken binnen vijf seconden automatisch te beantwoorden.
schakel deze in (Activeren) of uit (Annuleren) of controleer of een beperkingsoptie is geactiveerd (Status controleren). • Beperkte groep gebruikers. Met deze netwerkdienst kunt u oproepen beperken tot oproepen naar en van een bepaalde groep mensen. • Beveiligingsniveau om in te stellen dat naar de beveiligingscode moet worden gevraagd wanneer een nieuwe SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst (Telefoon) of wanneer u de interne lijst met contacten selecteert (Geheugen).
• Ordenen en ga naar de functie die u wilt verplaatsen. Druk op Verplaatsen en selecteer de gewenste optie. Wanneer u klaar bent met het selecteren en ordenen van functies, drukt u op en Ja om de wijzigingen op te slaan. Druk tweemaal op om het menu af te sluiten zonder op te slaan. Fabrieksinstellingen terugzetten Als u bepaalde menu-instellingen op de oorspronkelijke waarden wilt terugzetten, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen en Fabrieksinst. herstellen.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u op drukt, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen. Druk op als u het apparaat wilt uitschakelen of op Ja als u wilt kunnen bellen en gebeld wilt kunnen worden. Druk niet op Ja wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
De instellingen voor spelletjes wijzigen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Spelletjes en Instellingen. U kunt geluiden en trillingen (Trillen) voor spelletjes instellen. Wanneer Waarschuwingstonen is uitgeschakeld, hoort u mogelijk geen geluid, zelfs wanneer Spelgeluiden is ingeschakeld. Wanneer Trilsignaal is uitgeschakeld, trilt de telefoon niet, zelfs niet als Trillen is ingeschakeld.
Valuta's omrekenen De wisselkoers opslaan: druk op Opties, selecteer Wisselkoers, selecteer Vreemde valuta in eigen valuta of Eigen valuta in vreemde valuta, toets de wisselkoers in (druk op voor een decimaalteken) en druk op OK. Omrekenen: toets het bedrag in dat u wilt omrekenen, druk op Opties en selecteer In eigen valuta of In vreemde valuta. Opmerking: Wanneer u de basisvaluta wijzigt, moet u de nieuwe koersen intoetsen, aangezien alle eerder ingestelde koersen op nul worden teruggezet.
maand met de kosten voor elke dag, overeenkomstig de vooraf gedefinieerde kostencategorieën, zoals Eten en Entertain.. In the Maand. account kunt u de maandelijkse kosten per categorie weergeven voor het huidige jaar. Gebruik de bladertoetsen om naar de dag of maand te gaan die u wilt bewerken en druk op Opties. Selecteer • Bewerken om de waarde van een uitgave, de categorienaam of de naam van het werkblad te wijzigen (afhankelijk van de positie van de cursor wanneer u op Opties drukt).
Kalender Druk op Menu in de standby-modus en selecteer Extra's en Kalender om de maandweergave van de kalender weer te geven. Druk op , , en om de cursor te verplaatsen naar de gewenste datum. Timerfunctie Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra's en Timer. Toets het tijdstip voor het alarmsignaal in en druk op OK. U kunt ook een notitie voor het alarm instellen, een andere tijd instellen en de timerfunctie uitschakelen. Als de timer actief is, wordt weergegeven in de standby-modus.
Als u de stopwatch gebruikt of deze op de achtergrond uitvoert wanneer u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af. Componist Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra's, Componist en een toon. U kunt zelf beltonen maken door de noten in te toetsen. Druk bijvoorbeeld op voor de noot f. verkort (-) en verlengt (+) de toon of rust. Met voegt u een rust in en met wordt de octaaf ingesteld.
5. Informatie over de batterij ■ Opladen en ontladen Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, kunt u beter een nieuwe batterij kopen.
Probeer ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de batterij tussen de 15°C en 25°C ligt. Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De batterijprestaties zijn beduidend minder in temperaturen onder het vriespunt. Gooi batterijen nooit in vuur! Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling.
VERZORGING EN ONDERHOUD Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Nietgoedgekeurde antennes, aanpassingen of toebehoren kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot radioapparaten. Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van de apparaten niet goed werkt. Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSINFORMATIE ■ Verkeersveiligheid Gebruik geen handtelefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
■ Medische apparatuur Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven instructies.
Gehoorapparaten Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op met uw netwerkoperator als u last hebt van dergelijke storingen. ■ Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten.
garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat, onderdelen daarvan of toebehoren zich bevinden. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen.
2. Druk zo vaak als nodig is op te maken voor een oproep. om het scherm leeg te maken en het apparaat gereed 3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie. 4. Druk op de toets . Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie.
internationale richtlijnen is 2,0 W/kg*. Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau gebruikt. Hoewel de SAR wordt bepaald op het hoogst toegestane energieniveau, kan het werkelijke SAR-niveau van het apparaat tijdens gebruik sterk lager liggen dan de maximumwaarde.