Operation Manual
14Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
3. Tekst invoeren
U kunt tekst intoetsen via normale tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek .
Als u de normale tekstinvoer wilt gebruiken, drukt u herhaaldelijk op de toets totdat de letter verschijnt. Als u
de methode van tekstvoorspelling wilt inschakelen tijdens het invoeren van tekst, selecteert u Opties >
Woordenboek en de gewenste taal. U schakelt de tekstvoorspelling uit door Opties > Woordenbk uit te
selecteren.
Bij de methode voor tekstvoorspelling drukt u slechts eenmaal op elke toets voor één letter. Als het gewenste
woord wordt weergegeven, drukt u op 0 en toetst u het volgende woord in. Als u het woord wilt wijzigen, drukt
u op * totdat het gewenste woord wordt weergegeven. Als een vraagteken (?) achter het woord wordt
weergegeven, staat het woord niet in het woordenboek. Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen,
selecteert u Spellen, toetst u het woord in (via normale tekstinvoer) en selecteert u OK.
Tips voor het intoetsen van tekst: als u een spatie wilt invoegen, drukt u op 0. Als u snel de methode voor
tekstinvoer wilt wijzigen, drukt u herhaaldelijk op # en controleert u het symbool bovenaan in het scherm.
Als u een cijfer wilt toevoegen, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt. Druk op * voor een lijst met speciale
tekens als u tekst invoert via de methode voor gewone tekstinvoer. Als u tekst invoert via de methode voor
tekstinvoer met woordenboek, houdt u * ingedrukt voor een lijst met speciale tekens.
Als u het wissen van het bericht in het bewerkingsvenster ongedaan wilt maken, selecteert u Opties >
Wissen ophffn.










