Gebruikershandleiding voor Nokia 1101 9238186 Uitgave 1
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RH-75 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. Copyright © 2003-2005 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven. In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade. De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt.
Inhoudsopgave VOOR UW VEILIGHEID ......................................................................................... 8 Algemene informatie ........................................................................................ 12 Stickers in het pakket.............................................................................................................................. 12 Toegangscodes .............................................................................................................
3. Tekst invoeren................................................................................................ 26 Tekstinvoer met woordenboek in- of uitschakelen......................................................................... 26 Tekstinvoer met woordenboek gebruiken.......................................................................................... 26 Samengestelde woorden invoeren ...................................................................................................
Instellingen (menu 6) .............................................................................................................................. 43 Tijdsinstellingen..................................................................................................................................... 43 Oproep-instellingen.............................................................................................................................. 44 Telefoon-instellingen ...................................
5. Informatie over de batterij ........................................................................... 66 Opladen en ontladen ............................................................................................................................... 66 Verzorging en onderhoud ................................................................................. 68 Aanvullende veiligheidsinformatie................................................................... 70 Copyright © 2005 Nokia.
VOOR UW VEILIGHEID Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt. GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG Gebruik de telefoon alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd. TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Houd de wistoets/ afsluittoets tweemaal enkele seconden ingedrukt om het scherm leeg te maken. Voer het alarmnummer in en druk op Oproep (met behulp van de Navitoets ). Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen. ■ Netwerkdiensten Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en accessoires die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de telefoon voor gebruik met dit type telefoon. Het gebruik van andere types kan de goedkeuring en garantie doen vervallen en kan bovendien gevaarlijk zijn. Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde accessoires. Als u het snoer van een accessoire losmaakt, moet u aan de stekker trekken, niet aan het snoer. Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Algemene informatie ■ Stickers in het pakket De stickers bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning. Bewaar deze stickers op een veilige plaats. Bevestig de sticker pakket zit. op de uitnodigingskaart voor Club Nokia die ook in het Bevestig de sticker op uw garantiekaart. ■ Toegangscodes • Beveiligingscode: deze code, die bij de telefoon wordt geleverd, beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De standaardcode is 12345.
• PIN2-code: de PIN2-code die bij sommige SIM-kaarten geleverd wordt, is nodig om toegang te krijgen tot bepaalde functies, zoals kostentellers. Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN2-code invoert, wordt PIN2-code geblokkeerd in het display weergegeven en wordt u naar de PUK2-code gevraagd. Wijzig de beveiligingscode, PIN-code en PIN2-code in Toegangscodes wijzigen in het menu Beveiligingsinstellingen (zie Beveiligingsinstellingen op pagina 47).
1. Aan de slag ■ Een SIM-kaart plaatsen • Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. • De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert. • Voordat u de SIM-kaart installeert, controleert u of de telefoon is uitgeschakeld en niet op de lader of een ander apparaat is aangesloten, waarna u de batterij verwijdert. 1.
3. Verwijder de SIM-kaarthouder door deze bij de uitsparing uit de telefoon te tillen. Klap de houder open (4). Druk de SIM-kaart voorzichtig in de SIM-kaartsleuf (5). Zorg ervoor dat de goudkleurige contactpunten op de kaart omlaag zijn gericht en dat de afgeronde hoek zich rechts bevindt. Sluit de SIM-kaarthouder en klik deze vast. 4.
■ De batterij opladen Laad de batterij niet op als een van de covers van de telefoon is verwijderd. 1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting op de onderkant van de telefoon. 2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. De indicatiebalk voor de batterij begint te schuiven. • Het opladen van een BL-5C-batterij met de lader ACP-7 duurt 3,5 uur. • Als Laadt niet op wordt weergegeven, wacht u een ogenblik. Vervolgens koppelt u de lader los, sluit u deze opnieuw aan en probeert u het nogmaals.
een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt. Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
■ Toetsen en aansluitingen 1. Zaklantaarn De telefoon heeft een ingebouwde zaklantaarn. Zie Zaklantaarn op pagina 21. 2.Navi-toets De functie van de Nokia Navi-toets wordt bepaald door de erboven weergegeven tekst. In deze handleiding wordt aangenomen dat de Navi-toets alleen wordt gebruikt met de bijbehorende functietekst, bijvoorbeeld Menu of Select.. 3.Aan/uit-toets Hiermee schakelt u de telefoon in en uit.
met laatstgekozen nummers weer en geeft de bladertoets-omlaag de map Contacten opgeslagen namen en telefoonnummers weer. de in 5. De wistoets/afsluittoets Hiermee kunt u tekens in het display wissen en verschillende functies afsluiten. 6. Met 0 - 9 kunt u cijfers en letters invoeren. * en # worden voor verschillende bewerkingen in verschillende functies gebruikt. 1. Aansluiting voor de lader 2. Aansluiting voor de hoofdtelefoon 3.
3. Toont de capaciteit van de batterij. 4. Toont de huidige functie van de Navi-toets. ■ De covers verwisselen Schakel de telefoon altijd uit en zorg ervoor dat de telefoon niet met een lader of ander apparaat is verbonden als u de cover wilt verwisselen. Raak de elektronische onderdelen niet aan terwijl u de covers verwisselt. Zorg er altijd voor dat u de covers weer bevestigt voordat u de telefoon opbergt of gebruikt. 1. Verwijder de achtercover plus de batterij.
4. Lijn de bovenkant van de voorcover uit met de bovenkant van de telefoon en druk op de voorcover om deze vast te klikken (7). 5. Plaats de batterij en de achtercover terug. Zie stap 4 en 5 in Een SIM-kaart plaatsen op pagina 14. ■ Het draagkoordje bevestigen Rijg het draagkoordje op de aangegeven manier (zie afbeelding) door de daarvoor bestemde oogjes en bevestig het koordje stevig. ■ Zaklantaarn De telefoon beschikt over een ingebouwde zaklantaarn.
2. Algemene functies ■ Bellen 1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Internationaal bellen: Voeg een '+' toe door tweemaal op * te drukken en voeg de landcode toe, vóór het netnummer (verwijder zo nodig de voorafgaande 0). Druk op de wistoets/afsluittoets om het laatst ingetoetste cijfer te verwijderen. 2. Selecteer Oproep om het nummer te bellen. Druk op de bladertoets-omhoog om het volume van de luidspreker of hoofdtelefoon te verhogen of op de bladertoets-omlaag om het volume te verlagen. 3.
2. Als u een nieuwe deelnemer wilt bellen, drukt u op de wistoets/afsluittoets en selecteert u Opties > Nieuwe oproep. 3. Wanneer de nieuwe oproep is beantwoord, voegt u deze toe aan het conferentiegesprek door op de wistoets/afsluittoets te drukken en Opties > Conferentie te selecteren. 4. Herhaal stap 1 tot en met 3 voor elke nieuwe deelnemer aan het gesprek. 5. Selecteer Eind om het conferentiegesprek te beëindigen.
• Als Snelkeuze is ingeschakeld, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen (zie Oproep-instellingen op pagina 44). ■ Een oproep beantwoorden Selecteer Neem op vanuit de stand-bymodus. Als u de oproep wilt doorschakelen of weigeren zonder op te nemen, drukt u op de wistoets/afsluittoets.
■ De toetsen blokkeren Door de toetsen te blokkeren voorkomt u dat toetsen onopzettelijk worden ingedrukt. De toetsen blokkeren of vrijgeven: selecteer Menu vanuit de stand-bymodus en druk vervolgens kort op *. U kunt de telefoon ook zodanig instellen dat de blokkering automatisch na een bepaalde tijd wordt ingeschakeld. Zie Instellingen toetsblokkering op pagina 47. Als de toetsen geblokkeerd zijn, wordt in het display de indicator weergegeven.
3. Tekst invoeren U kunt op twee verschillende manieren tekst intoetsen: via de normale tekstinvoer, aangeduid met , of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek, aangeduid met . ■ Tekstinvoer met woordenboek in- of uitschakelen Druk tijdens het intoetsen van tekst op Opties > Woordenboek. • Als u de modus voor tekstinvoer met woordenboek wilt instellen, moet u een taal selecteren in de lijst met woordenboekopties.
'Nokia' wilt schrijven terwijl het Nederlandse woordenboek is geselecteerd, drukt u op 6, 6, 5, 4, 2. • Druk op de wistoets/afsluittoets om het teken links van de cursor te verwijderen. Als u het scherm wilt wissen, houdt u de wistoets/afsluittoets ingedrukt. • Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, of tussen normale tekstinvoer en tekstinvoer met woordenboek, drukt u herhaaldelijk op * en kijkt u naar de indicator boven in het display.
Samengestelde woorden invoeren Toets het eerste deel van het woord in, druk op de bladertoets-omlaag en toets het tweede deel in. ■ Normale tekstinvoer gebruiken Druk net zo vaak op de toets met de gewenste letter totdat de letter wordt weergegeven. U kunt de volgende functies gebruiken voor het bewerken van de tekst: • Druk op 0 om een spatie toe te voegen.
4. Menufuncties U kunt de hoofdfuncties in de menu's op verschillende manieren gebruiken: Door te bladeren 1. Selecteer Menu in de stand-bymodus. 2. Druk op de bladertoets-omhoog of -omlaag om naar het gewenste hoofdmenu te gaan en druk op Select. om het menu te openen. Druk op de wistoets/ afsluittoets om een hoofdmenu af te sluiten. 3. Als het menu submenu's bevat, gaat u naar het gewenste submenu en drukt u op Select. om het te openen. Druk op de wistoets/afsluittoets om een submenu af te sluiten.
■ Berichten (menu 1) Berichten schrijven U kunt berichten met meerdere delen (samengesteld uit verschillende gewone tekstberichten) schrijven en verzenden (netwerkdienst). Facturering is dan mogelijk gebaseerd op het aantal gewone berichten waaruit het bericht is samengesteld. Het aantal beschikbare tekens / het nummer van het huidige gedeelte van een bericht uit meerdere delen wordt rechtsboven in het display weergegeven, bijvoorbeeld 120/2.
Als u een bericht naar een vooraf gedefinieerde distributielijst wilt verzenden, selecteert u Verzendopties > Verz. naar lijst. Zie Distributielijsten op pagina 33 voor het definiëren en bewerken van distributielijsten. Overige opties zijn: Invoegopties, Sjabloon invgn, Kleine letters of Grote letters,Tekst wissen, Woordenboek, Instructies, Editor afsluiten, Zendprofiel (zie Bericht-instellingen op pagina 35), Bericht opslaan, Verwijderen en Woordenboek.
Verzonden items In het menu Verzonden items kunt u kopieën weergeven van de berichten die u hebt verzonden. Selecteer Opties voor de volgende opties: Verwijderen, Bewerken, Detail gebrkn, Doorsturen, Als herinnering, Kleine letters en Gegevens. Concepten In het menu Concepten kunt u de berichten weergeven die u hebt opgeslagen in het menu Bericht schrijven. Chatten Met deze dienst voor tekstberichten kunt u tekstboodschappen uitwisselen met anderen.
Tijdens het schrijven van een bericht kunt u Opties > Chat-naam selecteren om de chatbenaming te bewerken of > Chat-verleden om de vorige berichten te bekijken. Beeldberichten U kunt berichten ontvangen en verzenden die afbeeldingen bevatten (netwerkdienst). Afbeeldingberichten worden opgeslagen in de telefoon. Elk afbeeldingbericht bestaat uit diverse tekstberichten. Het verzenden van een afbeeldingbericht kan dus meer kosten dan het verzenden van een tekstbericht.
Als u een nieuwe distributielijst wilt toevoegen, selecteert u Menu > Berichten > Distributielijsten. Selecteer Opties > Lijst toevoegen. Geef de gewenste naam voor de distributielijst op en selecteer Opties > Lijst bekijken. Als u een contactpersoon aan de lijst wilt toevoegen, drukt u op Opties > Naam toevoeg.. U kunt maximaal tien ontvangers aan een distributielijst toevoegen. Als u distributielijsten wilt bekijken en bewerken, selecteert u Menu > Berichten > Distributielijsten.
Smileys U kunt smiley's zoals ':-)' bewerken en opslaan om ze in berichten te gebruiken. Berichten verwijderen Selecteer Menu > Berichten > Berichten verwijderen. Als u alle gelezen berichten uit alle mappen wilt verwijderen, selecteert u Gelezen ber. > OK. Selecteer OK wanneer daarna Alle gel. ber. uit alle mappen verwijderen? wordt weergegeven. Als u alle gelezen berichten uit een map wilt verwijderen, gaat u naar de map en selecteert u OK.
nummer hebt u nodig om tekst- en afbeeldingberichten te verzenden. Dit nummer krijgt u van uw serviceprovider. Algemeen (menu 1-11-2)1 De instellingen in dit submenu zijn van toepassing op alle tekstberichten die u verzendt, ongeacht de gekozen set. De beschikbare instellingen zijn: Afleveringsrapporten, Antwoord via zelfde centrale en Tekenondersteuning. Selecteer Tekenondersteuning om te definiëren hoe de telefoon Unicode-tekens in tekstberichten moet afhandelen.
Nummer voicemailbox U kunt uw voicemailnummer hier opslaan en wijzigen (netwerkdienst). Dienstopdrachteneditor U kunt serviceverzoeken aan uw serviceprovider verzenden. Toets de gewenste tekens in. Houd # ingedrukt om te schakelen tussen letters en cijfers. Selecteer Zenden om het verzoek te verzenden. ■ Contacten (menu 2) U kunt namen en nummers opslaan in het geheugen van de telefoon (het interne telefoonboek) of in het geheugen van de SIM-kaart (SIM-telefoonboek).
SNEL ZOEKEN: Druk vanuit de stand-bymodus op de bladertoets-omlaag en toets de eerste letter van de naam in. Gebruik de bladertoets-omhoog of -omlaag om naar de gewenste naam te zoeken. U kunt ook de volgende opties gebruiken: • Met Dienstnummers kunt u bellen naar de dienstnummers van uw serviceprovider als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen (netwerkdienst). • Infonummers om te bellen naar de informatienummers van uw serviceprovider als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen (netwerkdienst).
Instellingen voor Contacten Selecteer vanuit de stand-bymodus Menu > Contacten > Instellingen. Selecteer vervolgens: • Actief geheugen: om aan te geven of de namen en telefoonnummers moeten worden opgeslagen in de Telefoon of op de SIM-kaart. Wanneer u van SIMkaart verandert, wordt automatisch het SIM-kaart-geheugen geselecteerd.
Laatste oproepen Als u Opties selecteert in het menu Gemiste oproepen, Ontvangen oproepen of Laatst gekozen nummers, kunt u het tijdstip van de oproep zien, kunt u het geregistreerde telefoonnummer bewerken, bekijken of bellen, en kunt u het toevoegen aan Contacten of het uit de lijst verwijderen. U kunt ook een tekstbericht verzenden (SMS zenden).
Weergave kredietinfo (resterende eenheden weergeven of verbergen in de stand-bymodus), Krediet beschikbaar (aantal resterende eenheden), Kosten laatste gesprek en Status krediet. Opmerking: Als er geen kosteneenheden of valuta-eenheden meer resteren, kunt u soms nog wel bellen naar het geprogrammeerde alarmnummer. ■ Tonen (menu 4) In dit menu kunt u de instellingen van het geselecteerde profiel wijzigen en kunt u zelf beltonen samenstellen. Zie Profielen (menu 5) op pagina 42.
• Ritmisch knipperlicht: hiermee stelt u in dat de achtergrondverlichting van de telefoon knippert in het ritme van de geselecteerde beltoon of waarschuwingstoon voor berichten. Het trilalarm werkt niet wanneer de telefoon is aangesloten op een lader of bureaulader. ■ Profielen (menu 5) U kunt de telefoontonen aanpassen voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen. Pas eerst de groepen met instellingen en profielen naar wens aan.
■ Instellingen (menu 6) In dit menu kunt u diverse instellingen van de telefoon aanpassen. U kunt ook een aantal instellingen op de oorspronkelijke waarden terugzetten door Fabrieksinstellingen terugzetten te selecteren. Tijdsinstellingen Klok Hiermee kunt u de klok instellen op weergave van de huidige tijd in de standbymodus, kunt u de tijd aanpassen en een keuze maken tussen de 12-uurs en 24-uurs notatie. Als u de batterij uit de telefoon hebt gehaald, moet u de tijd wellicht opnieuw instellen.
Oproep-instellingen • Doorschakelen: hiermee schakelt u inkomende oproepen door naar uw voicemailnummer of een ander telefoonnummer (netwerkdienst). Selecteer de gewenste doorschakeloptie, bijvoorbeeld Doorschakelen indien in gesprek om oproepen door te schakelen wanneer u in gesprek bent of wanneer u een oproep weigert. Verschillende doorschakelopties kunnen gelijktijdig zijn geactiveerd. Wanneer Alle spraakoproepen doorschakelen is geactiveerd, wordt weergeven in de stand-bymodus.
• Identificatie verzenden: hiermee kunt u uw telefoonnummer weergeven (Aan) of verbergen (Uit) voor degene naar wie u belt (netwerkdienst). Wanneer u Netwerkinstell. selecteert, wordt gebruikgemaakt van de met uw serviceprovider overeengekomen instelling. • Lijn uitgaande oproepen: met deze netwerkdienst kunt u telefoonlijn 1 of 2 selecteren voor bellen of het selecteren van een telefoonlijn uitschakelen, mits deze functie door uw SIM-kaart wordt ondersteund.
geselecteerde netwerk moet een registratieovereenkomst met uw eigen netwerkoperator hebben. SIM-dienstacties bevest.: hiermee stelt u de telefoon zodanig in dat bevestigingsberichten worden weergegeven of verborgen wanneer u de SIMkaartdiensten gebruikt (zie SIM-diensten (menu 11) op pagina 54). Toebehoren-instellingen Het menu Toebehoren-instellingen wordt alleen weergegeven als de telefoon is aangesloten of aangesloten is geweest op een van de compatibele toebehoren, zoals de hoofdtelefoons.
Instellingen toetsblokkering Met Automatische toetsblokkering kunt u instellen dat de toetsen automatisch worden geblokkeerd na een bepaalde, vooraf ingestelde tijd wanneer de telefoon zich in de stand-bymodus bevindt en er geen functie van de telefoon in gebruik is. U kunt ook de toetsbeveiliging gebruiken om de toetsen te blokkeren met behulp van een beveiligingscode de Toetsblokkeringscode. • Selecteer Menu > Instellingen > Instellingen toetsblokkering.
• PIN-code vragen: u kunt de telefoon zodanig instellen dat gevraagd wordt naar de PIN-code van de SIM-kaart wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Bij sommige SIM-kaarten kan deze functie niet worden uitgeschakeld. • Oproepen blokkeren: met deze netwerkdienst kunt u inkomende en uitgaande oproepen beperken. Selecteer een van de opties voor blokkering en schakel de optie in (Activeren) of uit (Annuleren) of controleer of een dienst geactiveerd is (Controle status).
Fabrieksinstellingen terugzetten Als u de oorspronkelijke waarden van enkele menu-instellingen wilt herstellen, selecteert u Menu, gevolgd door Instellingen > Fabrieksinstellingen terugzetten. Toets de beveiligingscode in en druk op OK. De namen en telefoonnummers die in het telefoonboek zijn opgeslagen, worden niet verwijderd. ■ Wekker (menu 7) U kunt instellen dat de wekker op de gewenste tijd slechts eenmaal of herhaaldelijk, bijvoorbeeld elke werkdag, afgaat. Selecteer Menu > Wekker.
■ Herinneringn (menu 8) Opmerking: Als u deze functie wilt gebruiken, moet de telefoon zijn ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of gevaar kan veroorzaken. Met dit geheugensteuntje kunt u korte notities samen met een waarschuwingssignaal opslaan. Het waarschuwingssignaal wordt geactiveerd op de ingestelde datum en tijd.
Algemene instellingen voor spelletjes aanpassen Selecteer Instellingen. U kunt geluiden, verlichting en trilling (Trillen) voor het spelletje instellen. Wanneer Waarschuwingstonen is uitgeschakeld, wordt er geen geluid afgespeeld, ook niet als Spelgeluiden is ingeschakeld. Wanneer Trilsignaal is uitgeschakeld, trilt de telefoon niet, ook niet als de optie Trillen is ingeschakeld. ■ Extra's (menu 10) Opmerking: Als u deze functie wilt gebruiken, moet de telefoon zijn ingeschakeld.
• Druk eenmaal op * voor '+', tweemaal voor '-', driemaal voor '*' en viermaal voor '/'. • U kunt de uitkomst weergeven door Opties > Uitkomst te selecteren. Houd de toets ingedrukt om het scherm leeg te maken voor een nieuwe berekening. Valuta's omrekenen Als u de wisselkoers wilt opslaan, selecteert u Opties > Wisselkoers > Vreemde valuta uitgedrukt in eigen valuta of Eigen valuta uitgedrukt in vreemde valuta, toets de waarde in (druk op # voor een decimaalteken) en selecteer OK.
De functie Stopwatch maakt gebruik van de batterij. Hierdoor wordt de spreektijd van de telefoon bekort. Laat deze functie niet actief op de achtergrond terwijl u andere functies van de telefoon gebruikt. Timer-functie U kunt het alarm na een bepaalde tijd laten afgaan. Selecteer Menu > Extra's > Timer-functie. Toets de tijd voor het alarm in en selecteer OK. U kunt ook een notitie voor het alarm intoetsen, de tijd wijzigen en de timer stoppen.
Als de toon volledig is samengesteld, selecteert u Opties > Afspelen, Opslaan, Tempo, Scherm wissen of Afsluiten. Screensaver U kunt instellen dat er na een vastgestelde tijd een afbeelding in het display wordt geactiveerd: Timeout. Selecteer Menu > Extra's > Screensaver. Selecteer de afbeelding en de time-out die aangeeft na hoeveel tijd de screensaver moet worden geactiveerd. Door de screensaver worden alle afbeeldingen en tekst die normaal in de stand-bymodus worden weergegeven, verborgen.
■ WAP-diensten (Diensten - menu 12) In dit menu kunt u WAP-diensten (Wireless Application Protocol), bijvoorbeeld on line spelletjes, gebruiken die speciaal zijn ontwikkeld voor gebruik via mobiele telefoons en die worden aangeboden door WAP-serviceproviders. Dit menu openen: selecteer Menu (vanuit de stand-bymodus) > Diensten. Opmerking: Als u deze functie wilt gebruiken, moet de telefoon zijn ingeschakeld.
De telefoon instellen voor een WAP-dienst U kunt de verbindingsinstellingen als tekstbericht ontvangen van de netwerkexploitant of serviceprovider die de gewenste WAP-dienst biedt. Neem contact op met uw netwerkexploitant of serviceprovider, of bezoek Club Nokia op www.nokia.com/clubnokia. U kunt de instellingen ook handmatig intoetsen. De instellingen ontvangen als tekstbericht Wanneer u de instellingen ontvangt als tekstbericht, wordt Dienst-instellingen ontvangen weergegeven.
• Homepage: toets het adres in van de homepage van de WAP-dienst die u wilt gebruiken (druk op 1 voor een punt) en selecteer OK. • Sessiemodus: selecteer Doorlopend of Tijdelijk. • Verbinding beveiligen: selecteer Aan of Uit. Als de verbindingsbeveiliging is ingeschakeld, zoekt de telefoon naar een beveiligde lijn voor verbinding met de WAP-dienst. Als er geen beveiligde verbinding beschikbaar is, wordt geen verbinding gemaakt.
5. Nadat u de benodigde instellingen hebt aangebracht, kunt u de naam van de verbindingsset wijzigen. Druk op de wistoets/afsluittoets en selecteer Opties > Naam wijzigen. Toets de naam in en selecteer OK. De instellingen worden opgeslagen en u kunt verbinding maken met de WAPdienst. Zie pagina 58. WAP-instellingen zenden U kunt uw WAP-instellingen naar een compatibele telefoon zenden. 1. In het menu Diensten selecteert u Instellingen > Verbind.instell.. 2.
• Start de verbinding in de stand-bymodus. Als u nog geen tekens hebt ingetoetst, houdt u 0 ingedrukt. • Selecteer de bookmark van de WAP-dienst. Selecteer Diensten > Bookmarks, ga naar de gewenste bookmark en selecteer Opties > Ga naar. Als de bookmark niet werkt (in dat geval wordt Controleer dienstinstellingen mogelijk weergegeven), wijzigt u de actieve set verbindingsinstellingen en probeert u het nogmaals. • Voer het adres van de WAP-dienst in.
• Druk op de Navi-toets om een gemarkeerd item te selecteren. • Druk op de wistoets/afsluittoets om terug te keren naar de vorige WAP-pagina. • Druk op 0 tot en met 9 om letters en cijfers in te toetsen en op * om speciale tekens in te toetsen. • Selecteer Opties voor de volgende opties. Mogelijk zijn niet alle opties gelijktijdig beschikbaar. Mogelijk biedt uw serviceprovider nog andere opties. Homepage: hiermee keert u terug naar de homepage van de WAP-dienst. Opnieuw laden: vernieuwt de WAP-pagina.
Bookmarks: u kunt bookmarks beheren, bijvoorbeeld door de huidige WAPpagina als bookmark op te slaan. Zie pagina 62. Dienstinbox: toont de lijst met dienstberichten (zie Dienstinbox op pagina 63). Gebruik nr.: hiermee kunt u een nummer op de huidige WAP-pagina opslaan of bellen en de oproep beëindigen. Ga naar adres: u kunt verbinding maken met de gewenste WAP-pagina. Toets het WAP-adres in (druk op 1 voor een punt) en selecteer OK.
Als een WAP-verbinding actief is • Selecteer Opties > Weerg.-inst.. 2. Selecteer Regeldoorloop of Afbeeldingen tonen. 3. Selecteer Aan of Uit voor Regeldoorloop en Ja of Nee voor Afbeeldingen tonen. Wanneer Regeldoorloop is ingesteld op Aan, loopt tekst door naar de volgende regel als de tekst niet op één regel past. Wanneer Afbeeldingen tonen is ingesteld op Nee, worden afbeeldingen op de WAP-pagina niet weergegeven. Hierdoor kunt u sneller bladeren door WAPpagina's die veel afbeeldingen bevatten.
• Selecteer Bookm. verz. om de bookmark naar een compatibele telefoon te zenden. • Selecteer Bookmark toev. om een bookmark in te toetsen en op te slaan, of selecteer Bookm. opslaan om de huidige WAP-pagina op te slaan als bookmark. In de telefoon zijn mogelijk een aantal bookmarks vooraf geïnstalleerd voor sites die niet met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of ondersteund.
Als u het later wilt bekijken, selecteert u Uit. Als u het bericht op een later tijdstip wilt lezen, selecteert u Menu (vanuit de stand-bymodus) > Diensten > Dienstinbox. Als een WAP-verbinding actief is Selecteer Opties > Dienstinbox. 2. Ga naar het gewenste bericht, druk op Opties en selecteer Ophalen, Gegevens of Verwijderen. • Selecteer Ophalen om de inhoud die in het dienstbericht wordt aangekondigd, te downloaden.
veiligheid van verbindingen tussen de telefoon en een WAP-gateway of WAPserver te verbeteren, mits de optie Verbinding beveiligen is ingesteld op Aan. U kunt het certificaat downloaden van een WAP-pagina als de WAP-dienst het gebruik van beveiligingscertificaten ondersteunt. Nadat u het certificaat hebt gedownload, kunt u het bekijken en vervolgens opslaan of verwijderen. Als u het certificaat opslaat, wordt het toegevoegd aan de lijst met certificaten in de telefoon.
5. Informatie over de batterij ■ Opladen en ontladen Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, kunt u beter een nieuwe batterij kopen.
Probeer de batterij altijd te bewaren bij een temperatuur tussen 15°C en 25°C. Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De batterijprestaties zijn beduidend minder in temperaturen onder het vriespunt. Gooi batterijen nooit in vuur! Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
Verzorging en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd de telefoon en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
• Maak de lenzen (zoals de cameralens, nabijheidsensor en lichtsensor) schoon met een zachte, schone, droge doek. • Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Nietgoedgekeurde antennes, aanpassingen of toebehoren kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot radioapparaten. Alle bovenstaande tips gelden voor de telefoon, de batterij, lader en andere toebehoren.
Aanvullende veiligheidsinformatie ■ Verkeersveiligheid Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
■ Medische apparatuur Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven instructies.
Gehoorapparaten Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op met uw netwerkoperator als u last hebt van dergelijke storingen. ■ Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten.
garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed is bevestigd en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gasvormige materialen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat, onderdelen daarvan of toebehoren zich bevinden. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen.
2. Druk zo vaak als nodig is op Eind om het scherm leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor een oproep. 3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie. 4. Selecteer Oproep. Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen.
De standaard voor blootstelling aan mobiele apparatuur wordt uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorbtion Rate). De SAR-limiet die wordt vermeld in de internationale richtlijnen is 2,0W/kg*. Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau gebruikt.