User manual

56
1)
Speciaal toebehoren voor de verschillende uitvoeringen
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
NEPTUNE 1, NEPTUNE 2
NEPTUNE 2 Special
4.2.3 Stoomaandrijving
(boven 100°C)
1)
Wees alert op vrijkomend
heet water en stoom tot
150°C bij gebruik van stoom-
functie.
1. De spuitlans met de stoom-
sproeier gebruiken (Zie ca-
talogus voor accessoires).
2. De kap openen.
3. De draaiknop aan het regel-
veiligheidsblok tegen de wij-
zers van de klok in tot aan
de aanslag draaien.
4. De hoofdschakelaar in de
positie warm water bren-
gen.
5. De temperatuur selecteren
(meer dan 100°C).
4.3 Drukregeling met
de Ergo Variopress-
spuitinrichting
1)
De brander wordt ingeschakeld.
Bij werkonderbrekingen:
De veiligheidsgrendel ook bij
korte werkonderbrekingen inleg-
gen (zie afb. in hoofdstuk 6.1)
ATTENTIE!
Bij toestellen met slangtrommel:
Bij bedrijf met warm water de ho-
gedrukslang volledig van de slang-
trommel afwikkelen, daar de slang-
trommel zich anders door hitte-in-
vloed kan vervormen.
1. Gebruik de Vario-handgreep
om de waterstroom te varië-
ren, en dus de druk
2. Druk de hendel naar voren
voor volledig druk en water-
stroom
Om veiligheidsredenen mag u de
hendel van de spuit nooit vastbin-
den of openzetten tijdens gebruik.
De hendel moet gesloten kunnen
worden als hij wordt losgelaten, om
zo de waterstroom te stoppen
4.4 Gebruik van
reinigingsmiddelen
1. De gewenste concentratie
van het reinigingsmiddel aan
de reinigingsmiddeldosering
instellen.
2. Het te reinigen object inspui-
ten.
3. Naargelang van de vervui-
lingsgraad laten inwerken.
Vervolgens met hogedruk-
straal afspoelen.
ATTENTIE!
De reinigingsmiddelen mogen niet
opdrogen. Het te reinigen oppervlak
zou anders beschadigd kunnen
worden!
Voor speciale toepassingen (b.v.
0
2%
1%
3%
4%
BAR
desinfectie) moet de aangezogen
reinigingsmiddelhoeveelheid be-
paald worden door een controle van
de uitstroomhoeveelheid. Waterde-
biet van het toestel: Zie hoofdstuk
9.4 Technische Gegevens.