Naslaggids (PDF)

Table Of Contents
B
Het setup-menu: Camera-instellingen
434
Keuze Beschrijving
[ F
ijnafstelling
en lens opslaan ]
Fijnafstelling van de scherpstelling voor de huidige lens.
Druk op
1
of
3
om items te markeren en druk op
4
of
2
om te kiezen uit waarden tussen +20 en -20.
Hoe groter de jnafstellingswaarde, hoe verder het
brandpunt van de lens verwijderd is; hoe kleiner de
waarde, hoe dichterbij het brandpunt.
Het display toont de huidige en vorige waarden.
De camera kan waarden voor maximaal 40 lenstypes
opslaan.
Als een lens wordt gebruikt waarvoor al waarden
zijn opgeslagen, worden de jnafstellingswaarden
overschreven.
[ Standaard ]
Kies de jnafstellingswaarden voor lenzen waarvoor
nog geen waarden zijn opgeslagen met behulp van
[ Fijnafstelling en lens opslaan ]. Druk op
4
of
2
om
te kiezen uit waarden tussen +20 en -20.
[ Lijst
op
geslagen
waarden ]
Maak een lijst van waarden die zijn opgeslagen met
[ F
ijnafstelling en lens opslaan ]. Door een lens in
de lijst te markeren en op
2
te drukken, wordt een
dialoogvenster [ Kies lensnummer ] weergegeven.
Het dialoogv
enster [ Kies lensnummer ] wordt
gebruikt om de lens-ID in te voeren.
Het serienummer wordt automatisch ingevoerd voor
lenzen met Z-vatting en sommige lenzen met F-
vatting.